11 Ms auto Se M.
ALLERLEI.
te wachten en hij stond er naast.
Het was in de lente en op straat ver
kocht men narcissen en viooltjes, de
duiven vlogen om de torens der kerk
en de raven krasten. Alles wat leefde
en de hoop nog niet geheel verloren
had, kwam naar buiten in het zon-
lichjt en verheugde zich en bloeide.
Toen zag de hond zijn ouden mees
ter door de straat komen, met loomte
sobredeai voortgaande; hij was een
oud man, eenvoudig, ja armoedig ge
kleed, weinig aantrekkelijk naar li
chaam en ziel, of het moest zijn dat
hij zijn hond nog steeds betreurde.
Dezen had hij liefgehad, zoo harte
lijk als hij het vermocht; de gehecht
heid van dit schoone, redelooze dier
waaraan hij niet kon twijfelen, had
een klein sprankje van zelfvertrou
wen en waardeering in hem levendig
gehouden; terwijl de lieden van zijn
eigen geslacht hem tot zonde verleid
hadden en hem in schande hadden
doen verzinken.
De hond stond stil, met de ooren en
den staart omhoog, toen ijlde hij met
groote sprongen naar zijn oudlen
meester toe. Deze herkende hem eerst
niet, weerde hem af en vloekte zélfs
tegen hem, maar daarna zag hij
scherper toe en streelde hem den kop.
Hij deed d/it meer uit een gevoel van
eigendomsrecht dan van gehechtheid
schoon deze nog het beste was, wat
er in zijn arme ziel was overgeble
ven.
De hond volgde hem, niet enkel uit
liefde tot zijn ouden meester, maar
uit een edeler beginsel, uit getrouw
heid des harten en bereikte zoodoen
de misschien eon hoogere trap in de
geestelijke ontwikkeling van zijn ras.
Clara Viebig en de Eifel.
Ten Oosten van die Belgische Arden
nen, als een voortzetting van de „nau-
tes fagnes". de hooge venen, strekt
zich een landschap uit van onvergelij
kelijke schoonheid1. Het is de Eifel.
Een eigenaardige bevolking, even
ruw en zonderling als de bodem, waar
op zij woont, herbergt deze streek en
een barer kinderen, de bekende Duit
sche schrijfster Clara Viebig vertelt on*
in mooie woorden van de zeden en ge
woonten. der Eifelhewoners, maar zij
verhaalt ze ook zóó waar, dat cïe ro
manschrijfster diaardoor de bewoners
van het dorm© Mandierscheid. waac
zich een dier geschiedenissen afspeelt,
vertoornde en thans alleen a'e mooie,
blauwe hergen slechts van verre mas
bewonderen.
Clara Viebig woonde in haar jeugd
te Coblenz. Destijds vertoefde zij reeds
meermalen bij haar oom. die burge
meester was van een klein dorpje in
dien Eifel en cllaar vond zij gelegenheid
om <de ruwe bevolking meer van nabij
te leeren kennen. Een episode uit haar
eersten roman: .,De kinderen van den
Rijn" is aan dat verblijf ontleend, 't
Boek draagt nog alle kenmerken van
een beginnelinge 't Verhaal langdra
dig. de personen vaag geteekend. En
kele figuren leven, daar, waar Clara
Viebig haar ideeën van machtige rea-
liste verkondigt De belofte als scnrijf-
ster,die zij in de teekening dier per
sonen legt ,werdl ten volle bewaar
heid, toen haar roman ..Vrouwendorp"
in het licht verscheen, een hoek, dat
enormen opgang maakte door geheel
Duitséhland en waardoor Clara Viebig
met man en kind door de politie moest
beschermd worden tegen de opruiende
bevolking van Mandierscheid'.
..Vrouwendorp" speelt in de buurt
van Mander scheid, in een klein dorpje
dat wij met de schrijfster Eifel
schmitt" zullen noemen. De mannelij
ke bevolkïn gtrekt weg, om in de fa
brieken langs den Rijn het brood te
verdienen. Slechts eenige keeren in
't jaar komen die mannen thuis en dan
viert Eifelschmitt gedurende verschei-
De nieuwe komeet
2.1R
Ongeveer iedereen kan den Grooten
Beer aan den nachtelijken hemel vinden.
Het is een der starrengroepen, die oo-
genschijnlijk om de Poolster cirkelen en
dus het geheet® jaar van ons noordelijk
halfrond zichtbaar zijn.
Welnu, even ter rechterzijde van
de Poolster als de Groote Beer ter lin
kerzijde schittert, aanschouwt men het
sterrenbeeld Cassiopeia, dat een flonke
rende W teekent tegen het donker van
den hemel.
Langs en door Cassiopeia beweegt zich
op het oogenblik een nieuwe komeet, die
van 3 October tot het begin van Novem
ber met het bloote oog te zien is.
Een blik op het kaartje toont, waar
men de komeet te zoeken heeft. De kruis
jes toonen de positie aan den 24sten, 26en
28sten en 30sten September. In diezelfde
richting blijft de komeet zich bewegen.
Na de constellatie van Cassiopeia verla
ten te hebben, gaat ze door die van Ce-
phus en Cygnus.
Den 23sten November zal ze bet dichtst
bij onze zon zijn, en wel op even grooten
afstand er van als de planeet Mercurius
cirkelt.
Indien er geen physische verandering
in de komeet teweeg wordt gebracht door
de zon, zal ze den 8sten October op haar
helderst zijn- Ze is dan 29-maal schitte
render dan op aev/ lsten October en is 47
millioen Engelsche mijlen, d. i. 75 mil-
lioen kilometers, van ons verwijderd.
Half November verdwijnt ze voor ons
oog, wordt dan zichtbaar voor de bewo
ners van het zuidelijk halfrond. Met het
bloote oog is ze daarna door ons niet
meer te zien, maar als ze noordwaarts
ombuigt, zal ze in Februari door astro
nomische kijkers weder te zien zijn.
Op het oogenblik beweegt zich de ko
meet met een snelheid van 32 kilometers
per seconde.
dene dagen feest ter eere van deze
heugelijke gebeurtenis. Dan wordt ge
dronken en van het leven genoten, t
Wordt met de goede zeden niet zoo
nauw genomen in Eifelschmitt. Daar
kan Piet er Miffelt van meepraten, de
eenige man. die in het dorpje is ge
bleven ondier voorwendsel van mank
en daardoor ongeschikt voor het werk
te zijn; in waarheid', omdat het luie
en zinnelijke leven hem heter aan
slaat; want Pieter, liever Pietje, zoo-
als elkeen hem noemt, is de lieveling
der vrouwen van jonge en oude. van
mooie en leelijke. alle houden zij dol
van hem. En zijn vrouw, ae n«?ole
Zeit. niet weinig jaloersch op haar
echtvriend', laat zich op haar beurt
weer met een bewonderenswaardige
naïeveteit 'net hof maken door een rei
ziger. 4
Zoo is dé toestand van ..Vrouwen-
dorp", waar Pietje de gevi'erde man is
op 't oogenblik, dat het verhaal begint.
Zeitje's koketterie richten den man
ten gronde. Hij belooft zijn vrouw,
hoewel hij armer is dan Job, een nieu
we japon en verbindt zich om den
koopman. Zeit's aanbidder, per gezette
tijden af te betalen.
Hoe aan geld te konten'? De-daalder,
gewonnen van den manufacturenkoop-
man bij het kaartspel, brandt hem in
den zak. Hij draait en wendt het stuk
zilvergeld naar alle "kanten. Goct, wat
zou hij daarvan graag een paar hon-
dlerd, neen, heele zakken vol willen
hebben.
Het toeval dient zijn geluk. De groo
te lichtkroon in het dorpskerkje valt
op zekeren nacht naar beneden, en
Pietje wordt ontboden, om dien te lier-
stellen. Hij zal 't zeker kunnen doen.
Hij heeft wanverstand van'het slóten-
maken en zal dit lichte werkje mak
kelijk tot stand kunnen brengen. De
dorpspriester geeft hem een paar oude
vaten van zink en tin, om dient te
kunnen doen hij het soideeren. Lang
zamerhand rijpt zich een plan in de
hersenen van den uitgeslapen boer;
tusschen de oude kannen heeft hij ook
een zilveren schaal gevonden en nu
sluit hij zich dagelijks uren achtereen
op in ziin armzalige krot, die hem
voor werkplaats dient .angstig .alles
eheim hpudiende. zelfs voor zijne'
vrouw. Na korten tijd gaal 't praatje,
dat Pietje zeker een erfenis moet heb
ben gekregen want hij laat de daal
ders overal in de buurt van Eifel
schmitt maar rollen.
En nu de ontknooping?
De valsche munter wordit natuurlijk
ontdekt en midden in dien nacht, on
danks Zeit's wanhoopskreten .ondanas
het Jrekerm en den tegenweer eter
vrouwen, clie de politie te lijf willen,
weggevoerd
..Geef ons Pietje weer! Laat fieije
toch hier!" gillen zij, 't is „onze
Pietje, ..onze" Pietje!"
't Gekerm klinkt over de bergen voort
maar wordt plots overstemd door het
vreugdegeroep der terugkeerende man
nen: „Olieiol Oheio!"
Ziedaar de hoofdinhoud van net
werk. ondanks het sterk er in op a en
voorgrond tredende realisme in sobe-
ren decenten stijl beschreven, een
schepping, getuigende - van zeldzame
opmerkingsgave, welke den meester
teekent.
„Vrouwendorp" speelt ten tijde van
de groote vlucht der Duitsche metaal
industrie na 1370. Het schijnt dat
sedert de toestanden daar geheel en al
zijn veranderd en deze ommekeer
wordlb reeds aangekondigd in die per
soonlijkheid van „Babbi", de eenige
..ware vrouw" uti het dorpjes die be
rijpt. dat haar plaats eigenlijk is aan
de zijde van haar man, daarginds in
de stad!; zij: zwoegt ,om in het onder
houd te voorzien van haar en haar
schoonouders, hij wie zij inwoont, en
beweeert, dat zij zoo spoedig als 't
haar zal worden toegestaan, deze on
gezonde plaats zal verlaten, om met
haar man samen te werken.
En de tijd is thans gekomen, dat de
wouwen uit Vrouwen dorp" haar
mannen naai* de stad volgen, om daar
met hen te leven en te werken.
Clara Viebig heeft smaad ondervon
den van do Eifelhewoners, door net
schrijven van dezen roman, maar zij
heeft velen de oogen geopend' en de
verbetering van vele maatschappelijke
toestanden, tengevolge van haar
schrijven, zal voor haar wei de groot
ste voldoening zijn.
Dat maakt onderscheid.
De ijdelheid van het Fransche ras laat
zich dikwijls in amusante voorvallen
zien.
Het verhaal is afkomstig uit een Pa-
rijsch blad, waarin gezegd wordt, dat
een Franschman voor eenige onderge
schikte diensten, door den Koning van
een zeker land in Soudan begiftigd was
met de Afrikaansche orde „Labakski
Tapo
De Franschman was hiermede zeer
verheugd, en onmiddellijk begaf hij zich
naar een lid van het Ministerie om de
noodige vergunning tot het dragen van
deze hooge onderscheiding aan te vra
gen.
Weet u, waaruit het eereteeken is
samengesteld? vroeg de Minister.
Ja zeker, antwoordde de Fransch
man. Het is een prachtige gouden ring,
waaraan bevestigd is een rood geëmail
leerde pijp. Ik verzoek u de machtiging
dezen te mogen dragen.
Zeker, gij kunt hem dragen, doch
de onderscheiding moet gedragen wor
den, zooals de wet dat voor de leden
van deze orde voorschrijft.
En hoe is dat?
In de neus.
De nieuw aangestelde ridder van de
Labalcski-Tapoorde liep de deur uit, en
paste nu voor de hooge onderscheiding
hem ten deel gevallen.
Hoe 't kwam.
Een infanterist kwam eens op een ze
keren dag in de cantine toen daar eeni
ge soldaten zich aan 't oefenen waren
in goocheltoeren, en in de gymnastiek.
De infanterist keek deze toeren eens
aan, en zei toen, dat hij eens een toer
zou doen, die geen der anderen hem na
kon' doen. Hij klom kalm op een tafel,
nam zijn. mes en stak het lemmet in. het
houten plafond. Toen ging hij voor de
andere soldaten staan, en zei toen, nu
wil ik een bierfleseh zoo zuiver hieron
der zetten, dat 't mes precies in den hals
van de flesch terecht komt. Geen der
aanwezigen kon zich dit voorstellen, en
alvorens hij 't mes liet vallen sloot hij
eenige weddenschappen af. Hierna liet
hij 't mes vallen, dat zoo precies in den
hals terecht kwam, dat 't niet eens de
flesch zelf raakte, doch door het harde
vallen, brak de bodem door midden.
Daar waren ze allen over verstomd,
en ze wilden dan ook dat hij 't nog eens
over deed. Doch daar had hij niet veel
idéé in, hij stak het geld zijner gewon
nen weddenschappen in zijn zak en ging
weer weg.
Na eenigen tijd, toen meerderen van
zijne kameraden, met dit kunstje op de
hoogte waren, kwam hij weer in de can
tine. Dadelijk vroegen de verschillende
aanwezigen of hij het kunstje met het
mes nog eens wilde doen. Na eenig aar
zelen stemde hij toe, maar verzocht goed
op te letten, daar het volgens hem geen
kunst was, doch een oefening. Wederom
sloot hij eenige weddenschappen af.
Hij klom weer op de tafel en stak het
mes in 't plafond: hij plaatste de flesch
er weer onder, eni wonderlijk viel 't mes
weer midden in den hals.
Voor de tweede m.aal deed hij 't doch
nu was zijn kunststuk door een anderen
soldaat ontdekt, maar deze was wel zoo
verstandig om het nit. rond: te vertel
len, daar ook hij op zijn beurt er aardig
wat geld mede verdiende. De toer was
namelijk deze: hij nam het mes in een
natte hand, zoodoende viel er als hij 't in
den zolder stalt, een druppel water op
den vloer. Hierna plaatste hij de flesch
op het plekje water, en moest natuurlijk
't mes in de flesch vallen.
Een uur tie ouder de
guillotine.
Tot welke zonderlinge avonturen on
voorzichtige waaghalzen kunnen ko
men. leert ons het volgend verhaal van
een Parijsch student, die indertijd een
bezoek bracht aan het bekende mu
seum van Mme Tussaud te Londen, op
het voorbeeld) waarvan in het klein het
Panopticum te Amsterdam is ingericht.
Natuurlijk heeft datmuseum ook een
welvoorziene „gruwelkamer", waarbij
die van ons Panopticum nog niets is
en onder d'e daar tentoongestelde anti
quiteiten en meer moderne zaken treft
men ook het nauwkeurige model aan
van d'e guillotine waaronder tijdens
het Schrikbewind zoovele duizenden
het. hoofd verloren, en waarmee ook
koningin Marie Antoinette werd ter
dood' gebracht.
De jonge man vond het natuurlijk
verbazend romantisch", zijn hals in
dezelfde ..lunette" te steken, waarin
eenmaal het hoofd van die ongelukkige
koningin had gerust. Gedacht, gedaan!
Hii logde zich neer, drukte op de veer
en sloot den halsband over zich heen.
Toen hij voldoende „heerlijk had; ge
griezeld", wilde hij zich weer losma
ken, maar nu werd1 hij eensklaps d'oor
een verschrikkelijke ged'achte getrof
fen. Als hij eens de verkeerde veer
aanraakte, en wel in plaats van die,
welke de lunette weer moest openen,,
die, welke den valbijl naar beneden
deed komen, zood-at hij zelf eene exe
cutie in optima forma verrichtte! Van
ontsteltenis en angst begon hij luid
keels te schreeuwen, wendde en kron
kelde zich heen en weer en riep om
hulp. Gelukkig was een gids van het
etablissement mét een aantal bezoe
kers in de nabijheid'. Deze begreep on
middellijk diem toestand, ontdekte ïn-
tusschen ook dat er geen levensge
vaar voor den waaghals was en be
sloot er partii van te trekken. Daar
hij het Fransch toevallig ook machtig
was, beloofde hij dien armen kerel in
diens eigen taal hulp. maar begon in-
tusschen aan het gezelschap uitlegging
te geven van de werking der guilloti
ne, terwijl hii nu en dan den gekwel-
den Parijzenaar in het Fransch toe
riep: Luider schreeuwenharder
trappen!" De bezoekers, Engelschen,
die geen Fransch verstonden, vonden
de voorstelling „allernatuurlijkst" en
bewonderden .de voortreffelijke mi
miek" van den geguillotineerde- Ein
delijk werd) deze door den gid's uit zij.
ne hachelijke positie bevrijd, waarop
hij. de luide toejuichingen der om-
standiers mot een paar grimmige vloe
ken aan het adres van den gids beant
woordend, met achterlating van zijn
hoed) als een haas wegsnelde.
Gevaarlijke sprongen.
Hoe gevaarlijk het op. en afspringen
van rijdende trams is, blijkt uit een
desbetreffend rapport te Berlijn van
overheidswege gepubliceerd. Volgens
dat rapport ziin in het tweede kwartaal
van dit jaar 87 personen bij het sprin
gen op rijdende trams gewond van wie
6 ernstig; bij het afspringen kregen
124 personen kwetsuren, van wie 9
personen ernstig. In het omnibusver-
keer werden 4 personen door het af
springen onder het rijden licht ge
wond.
Mussehen en tuberculose.
In het slachthuis te Kopenhagen be
vindt zich een vertrek, waar het
vleesch van dieren, lijdende aan tu
berculose,ter ontsmetting wordt be
waard. Do vensters van dit vertrek
staan steeds open, zoodat de musschen
vrijelijk kunnen in- en uitvliegen en
zich te goed doen aan het vleescn. In
den laatsten tijd gebeurde het even
wel, dat bij vele van deze dieren ziek
teverschijnselen waargenomen wer
den en dikwijls ook vond men do ode
musschen in de naaste omgeving van
het vleeschcontróle-station. Dit gaf een
van de veeartsen aanleiding deze die
ren te onderzoeken. Daarbij werd
vastgesteld, dat allen in sterke mate
door tuberculose waren aangegrepen
en tengevolge hiervan, gestorven wa
ren. Het staat buiten twijfel of dé
musschen werden door deze ziekte
aangetast.,tengevolge van het eten van
dit vleesch.
Uit de Moppentrommel.
Onder vriendinnen.
Marie. Zie dien ouden gek eens
naar mij kijken.
Lina. Kind, verbeeld, je dat niet,
hij kijkt naar mij.
Marie. Dan is hij nog gekker dan
ik dacht.
Advertentie.
Ondergeteekende zoekt een woning,
die, met een groot sleutelgat genieten
de voorkeur.
B. O. E. MELAAR, Student
Hoe denk jij over de vrouwen
beweging?
D© bewogingen van een vwuw
moeten altiidi gracieus en Devallig
zijn.
A. Over den 1 eeraar van mijn
zoon ben ik zeer tevreden.
B. En ik dacht dat hij je zoon
niet eens door ziin examen genaaid
heeft?
A. Dat- is wel zoo. maai* hij heeft
mijn dochter gevraagd.
A. Wat hoeft de laatste oorlog
toch een ellende veroorzaakt!
B. Zeg dat wel; daar weet ik van
mee te praten
A. Ja? En je hebt hem niet mee
gemaakt!
B. Neen, maar ik trouwoe ae
weduwe van iemand, die er in gesneu
veld is.
Conversatie.
Mevrouw. Zeg. man, weetje wel.
dat 't al drie weken geleden is, sinds
de Bluffers hier een vistie hebben ge
maakt?
Meneer (zuchtend). Ja, dan zal
t tijd' worden wraak te nemen.
Ontvettingskuur.
Marie. Zeg waarom heb jij
eigenlijk je engagement met Karei ver
broken?
Jeanne. Wil ik 't je eens eerlijk
zeggen? Omdat hij te dik werd. Als
hij een beetje magerder is geworden
van verdriet, neem ik hem terug.
G e 1 uk.
Buurvrouw. Leert u en uw man
nog al gelukkig met elkaar?
Andere buurvrouw. Hij moest 't
eens wagen .niet gelukki"* met mij te
zijn!
Hij. Pleb je aan je ma gezegd, dat
ik mijne excuses maakte, omdat ik
mij had aangesteld als een idioot aan
haar laatste diner? Wat zei ze?
Zii. O, ze zei. dat ze niets buiten-
gewoons aan je had opgemerkt.
GEGRONDE REDENEN.
Student (aan zijn kleermaker). U moet
uw circulaires niet onder gesloten enve
loppe aan me verzenden, mijn hospita
denkt dan dat het. rekeningen zijn, dat
maakt een slechten indruk.
Bors: Wei vriend Bars, wat scheelt er
aan? Hoe kijk je zoo bezorgd?
Bars: Vriend, ik hen zoo bang, dat mijn
dochter een verkwister zal trouwen.
Bors: Ben je gek, kerel, je hebt im
mers geen dochter, je bent niet eens ge
trouwd.
Bars: Dat 's waar, maar een zorgzaam
mensch ziet vooruit.
SPAARZAAM.
Hoor eens, ik ga niet eiken dag meer
met de tram naar huis, dat geld kan ik
besparen, ik kan net zoo goed loopen.
Tusschen twee haakjes, laat ons eerst
wat gaan gebruiken. De weg is erg lang.
KINDERLIJKE VOORSTELLING.
Kleine Mies, die erg veel van pud
ding met bessensap houdt, loopt met
haar neus tegen de deur en ziet voor de
eerste maal van haar leven bloed. Ze
begint te schreien en roept: „Mama!
Mama! kom gauw hier: 'k verlies mijn
bessensap."
Juffrouw PepermanHe geloof er
niets van, dat je met slaag de kinde
ren beter maakt. Toen ik met ons
Keesje bij den photograaf was. heb ik
hem een paar flinke tikken gegeven,
omdat hij niet lief wou kijken, en
nog staat hij er op met een gezicht als
een oorwurm.
Feestredenaar (op een bruiloft): Da
mes e-n heeren. ik wil een woord
richten tot de waarde ouders van den
bruidegom. Mogen zij nog menig
maal getuigen zijn ,dat hun geliefde
oudste zoon zulk een feestelijken dag
beleeft
Een schoolopzienre vroeg eens aan
do leerlingen eenea* klas van de school,
die hij bezocht, wat de dauw was. Al
len zwegen tot eindelijk een den vin
ger opstak en zei: De aardie draait
zoo snel rond. mijnheer, dat zij op het
eind van dien dag ervan begint te
zweeten.
Feuilleton.
DOOR
MAX PEMBERTON.
20)
Nooit gehoord van mevrouw Caex-
ny riep ik verbaasd uitnooit van
haar gehoord?! Maar.waar komt
ge dan vandaan Weet ge niet,dat zij
zijn vrouw is, dokter
Hij keerde' naar zijn flesschen te
rug en ging verder, met ze te schik
ken. 1-Iij werkte en sprak tegelijk.
Ik kwam met Prins Czerny aan
land, drie dagen geleden. Hij Isprak
niet over zijn vrouw. Er zijn wel an
deren in Amerika, die in dit nieuwtje
belang zouden stellen, jónge meisjes,
denk ik.
Hij hield een oogenblik stil en zei
toen rustig
Zonder twijfel zijt ge vrienden
van de Prinses?
De Prinses kan rondloopen, zei
ik, dat is te zeggen, de hemel vergeef j
me. want, ik houd meer van Miss Ruth
dan van mijn eigen zuster. Hij
evenmin een prins als hoewel dat
wol wat bout gezegd is. daar ik uw
naam met kefi. Hij is Edmond Czer
ny, een Hongaarsch musicus, die van
de fantasie van een jong meisje
bruik maakte, en haatr daarvoor nu
hier op de Stille Zuidzee-eilanden laat
jijden. Bedenk dat. Een jong Ameri
kaanseh meisje, dat...
Hij liet mij plotseling ophouden, en.
zich omkeerend, gaf hij het eerste
blijk van belangsteliin;
Een Amerikaanseh meisje zegt ge?
Bij alle heiligen, 't is waar, een
Amerikaanseh meisje. Zij was de
dochter van Rupperl Bellenden, die al
zijn geld in de West-Amerikaanseh e
sporen verdiende. Als ge u herinnert,
dat de „Elbe" ten onder ging, dan
behoeft ge niet te wagen, wat er met
hem gebeurde. Zijn zoon Kenrick,
nu in Amerika, Ik zou mijn fortuin
\\villen geven, docter, om hem te doen
weten, hoe het met zijn zuster gaat op
dit verwenschte' strand. Daarom zeil',
mijn eigen schip vandaag naar Frisco,
dat hoop en geloof ik tenminste, want
anders ligt het op den bodem der zee.
Ik vertelde de geschiedenis met vuur,
waut ontroering is een vijand van
was nog niets bij de zijne, en na eeni
ge oogenblikken stond hij als een
diroomend mensch op.
Gij kwaamt in, uw eigen schip
vroeg hij. Ja, ge zult uiet geloopen
hebben. Vroeg mevrouw Czerny u dat?
Het was een belofte aan haar,
antwoordde ik. Zij liet haar geld hii
haar advocaten opdat ik twaalf maan
den na haar huwelijk een schip naar
Ken's Eiland zou brengen. Die belof
te heb ik gehouden, docter, en nu ben
ik hier met mijn scheepsmakkers en
de hemel weet, wat van dat alles en
van ons het eind zal zijn
Hij stemde toe met een van die be-
teekenisvoüe hoofdknikken, waardoor
hij niet aan 't gesprek behoefde deel
fe nemen. Toen wendde hij zich plot
seling naar Péter Bligh en vroeg
Wel, en wat scheelt jou nu?
•Peter Bligh zat recht als een plank,
en antwoordde
Honger, docler, dat scheelt mij
En als u daar nu dorst bij doet, dan
kunt u mijn ongesteldheid begrijpen
Is die damp uit je longen?
Wees daar verzekerd van ik ben
weer geheel in orde. Zet mij maar
een biefstuk voor, en gij zult er mijn
liefde voor zien. Ja docter, ik zal nooit
kalmte, maar mijn opgewondenheid mijn brood krijgen, als een levend ge
raamte, daarvoor is mijn gestel te sterk.
Dat was iets van mijnheer Bligh en
da/t vermaakte den vreemdeling zeer.
Als om; Peter antwoord te geven, lien
de dokter de kamer door en open,
een groote kast hij het raam, die, zo
als ik bemerkte, vol levensmiddelen
was.
Ik vergeet zelf om te eten, als ik
aan 't werk ben, zei hij nadenkend
dat iis een slechte gewoonte. Ik ver
onderstel, dat gij uw eetlust zult too
nen, wanneer ik avondeten klaar zet.
Daar zijn borden en eieren, geloof ik.
Gij zult ginds in de keuken brandhout
en versch vleesch vinden. Hier heb
je wat, om de damp uit je longen te
houden, terwijl je het haalt.
Hij wierp hem een respirator toe
en Peter was reeds naar de keuken,
voor ik tot drie kon tellen. Dat was
eiij_yerJossing Wij zaten spoedig aan
hei avondeten en aten als uitgehon
gerde menschen. Over den dag van
morgen bekommeren zeelui zich heel
weinig. Ik veronderstel, dat het Peter
Bligh en Seth Barker in 't geheel niet
kon schelen.
Een. vreemd tooneel, zult ge toege
ven, dat ons niet spoedig uit heit ge.-
heugen zal gaan. Wat mij betreft,
ik zie die kamer, dat Voorval, nog dik
wijls voor ine, wanneer ik 's nachts or,
mijn schip de wacht heb.
De groote glazen en geelkoperen ma
chines rijzen mij weder voor oogen,
zooals dien nacht. Ik zie weer het ge
laat van dien Amerikaanschen dokter
scherp, goed gevormd en jeugdig met
oen enkele zwarte krul op zijn voor
hoofd. Ik zie Peter Bligh. geheel over
tafel gebogen, en George Venn's oogen
vol moed op mij gericht, alsof hij mij
wilde toonen, dat hij weer geheel de
oude was. Dezelfde gevoelens van on
zekerheid en twijfel kunnen mij weer
kwellen. Hoe ontsnapten wij van die
plaats Hoe kwamen wij van h ?t
eiland en wie zou ons in onze taak
helpen? Wie was nu eveneens met
de kleine Ruth Bollenden bevriend
Zou het schip ooit terugkomen? Was
zij op of onder de zee? Zou de slaap-
tijd lang duren en zouden wij hem wel
doorstaan kunnen? O, dat moest jk
ragen aan dien kundigen man. die
ik begreep, dat er ons op zou kunnen
antwoorden.
Wij danken u, dokter, zei ik plot
seling, wij hebben vannacht ons le
ven aan u te danken. Wij zullen dit
nooit vergeten.
Ik zal nooit zulk een heerlijk maal
vergeten, vervolgde Peter Bligh, maar
ik herinner mij den naam van dok
ter dokterdat doet mij er aan
denken, dat ik uw naam niet weet
vervolgde hij onhandig.
De dokter glimlachte om zijn inval.
Dr. Duncan Gray, als ge het ont
houden wilt. Vraag naar Duncan
Gray Lu Chicago, en een onder de dui
zend zal u vertellen, dat hij zijn werk
ervan maakt, over vergiften te schrij
ven, en er nog niets van weet. Wel,
vergif bracht mij hier en vergif zal
mij weer doen weggaan.
Het is waarlijk een gevaarlijke
plaats, zei ik, en wonderlijk genoeg
weet Europa er zoo weinig van. Ek
heb Ken's Eiland vijftien jaar lang
op de kaart gezien, maar nooit ielts
gehoord, van slaaptijd. of zontijd,zoo
als ik de laatste drie dagen gehoord!
heb. Gij zult hier, zonder twijfel,
zijn, doctor, om de waarheid te zoe
ken? Als mijn geringe beetje ver
stand mij dat niet vertelde, zouden d'e
machines het wel doen. Het is iets
grootsch, zoo'n man te zijn, en ik zou
veel gegeven hebben als mijn opvoe
ding mij ook dien weg gewezen had.-
(Wordt varvol-rd;.