NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Hst HÉ onder de M
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Woensdag 22 October lQOï
5925
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1,20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J4
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 CJte,; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
i« de prijs der Advertentiè'n van 15 regelB 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buiteuspaarae No. G.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 1522.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. Lt DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3ibü Faubourg Montmartre.
Maariem's ïlagbïad van 22 Oct.
bevat o. a.
De Daitsche Rijksdag, Werk
stakingen, Prov. Staten van N.-
Hollaml, Militairisnie (rede van
Domela Nieuwenhuis).
Otticieeie berichten.
BURGEMEESTER m WETHOU
DERS van Haarlem, brengen, inge
volge art. 5 der wet van 28 Juni 1881
(Stbl. no. 97) gewijzigd bij de wet van
23 April 1884 (Sltbl. no. 54) en bij die
van 16 April 1885 (Stbl. no. 78J ter
openbare kennis, dat is ingekomen
een verzoekschrift van de Commandi
taire actien-vennootschap onder de
firma „Kuijpers", om vergunning
tot het verkoopen van sterken drank
in het klein in de gelagkamer van
het perceel aan helt Stationsplein
No. 12.
Haarlem, 20 October 1902.
Burgem. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
BURGEMEESTER ten WETHOU
DERS van Haarlem, doen te weten,
dat de bij hunne beschikking van 29
April jl. aan C. van Schie Zoon
verleende vergunning tot oprichting
van eene inrichting tot het paöteuri-
seeren van melk, waarbij als be
weegkracht eene stoommachine met
stoomketel van 5 paardenkracht zal
worden gebezigd, in bet perceel aan
de Nassaustraat No. 22, tengevolge
van het niet-inachtnemen van den
gestelden termijn, van rechtswege is
vervallen.
Haarlem, 20 October 1902.
Burg. en Weth. voorn.
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
BURGEMEESTER (en WETHOU
DERS van Haarlem, doen te weten,
dat bij hunne beschikking van 16 Oc
tober j.l. van de hand is gewezen een
verzoek van C. vanSchie, om onthef
fing van voorwaarden verbonden
aan hunne beschikking van 18 Juli
j.l.waarhij aan hem vergunning is
verleend tolt- oprichting van eene in
richting voor zuivelbereiding, waar
bij ails beweegkracht een gasmotor
van drie paardekrachten zal worden
gebezigd, in het perceel aan de Nas
saustraat No. 22.
Haarlem, 20 October 1902.
Burgem. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
PIJNACKER
Buitenlandsch Nieuws
Engeland.
In Glasgow hebben vrij ernstige op.
stootjes plaats gehad. Jaarlijks kiezen
de studenten aan de universiteit dezer
stad hun rector. Bij de jongste ver
kiezing had zich het feit, voorgedaan
dat de politiek de hoofdrol speelde in
plaats van der studenten belangen.
Hierover was natuurlijk ontevreden
heid' het gevolg.
Vrii dagavond! trok een troep unionis
tische studenten, bijgestaan door meer
dan 2000 geestverwante burgers op te
gen de liberale studenten, die ongeveer
even sterk in aantal waren. Een vecht
partij op groote schaal ontstond. Van
weerszijden werd) er met steenen en
modder geworpen.
De bewoners van de huurt, welke
tot slagveld gekozen was, vroegen hulp
aan de politie. Een honderdtal agen
ten rukte aan, maar kon niets uitvoe
ren tegen deze strijdlustige menigte.
Tegen middernacht was het weer
bedaard in de straten ,toen alle be
schikbare politie een gevoeligen in
druk gemaakt bad.
Uit uitvoeriger berichten van Aden om
trent het jongste gevecht tegen den gek
ken Mullah blijkt, dat de Engelschen vrij
ernstig klop hebben gehad. In zorgvuldig
uitgedachte zinsveranderingen, die .sterk
herinneren aan de overwinningsbulle
tins eertijds uit Zuid-Afrika gezonden,
wordt het volgende geseind:
De colonne van kolonel Swayne- is he
denmorgen (het bericht is niet gedagtee-
kend) te Erego, op een dagmarsch ten
Noorden van Mudug, aangekomen, en
werd in het dichte struikgewas aange
vallen. De colonne trok den vijand tege
moet en wierp dezen in den ochtend
tweemalen terug. De vijand heeft iware
verliezen geleden en honderd geweren
moeten achterlaten. Vervolgens trok de
colonne naar het versterkte kamp na
de bagage bijeengebracht te hebben.
In den namiddag werd een verkenning
gedaan. De vijand werd na een hardnek
kig gevecht verslagen.
Onder de Britsche gesneuvelden is ko
lonel Philipps en een kapitein; onder de
gewonden zijn twee officieren. Vele ka-
meelen zijn verdwenen. De Britsche co
lonne zou den volgenden dag uitrukken
om den vijand aan te vallen.
Zoo luidde het eerste telegram. Het
werd weldra gevolgd .door een van on
geveer den volgenden inhoud:
Het zware gevecht dat de Somali's den
6en October hebben moeten leveren, heeft
hen zeer moeten verzwakken. De Mullah
laat van alle zijden versterkingen komen.
Kolonel Swayne, wiens operaties wor
den belemmerd door de zorg voor de
gewonden en behoefte aan water, is be
zig terug te trekken op Bohotle. Hij ver
zocht de overige mannen van de King's
African Rifles en nog zeshonderd in den
'strijd geharde soldaten onmiddellijk naar
Berbera te zenden.
Het blijkt wel uit dit bericht en de
door lord Cranborne in het Lagerhuis
gedane mededeeling bevestigt deze op
vatting, dat het gevecht minder gunstig
is afgeloopen dan het eerste bericht 'liet
doorschemeren. De gekke Mullah heeft
ditmaal, naar het schijnt, een succeis be
haald dat Engeland zal nopen zeer krach
tig tegen hem op te treden.
Deze Mullah is een Arabisch hoofd, die
van tijd tot tijd strooptochten onder
neemt in Abessynië en Britsch Somali-
land. Onder de leuze „Somaliland voor
de Somali's" heeft hij nu en dan geplun
derd, gemoord en inwoners van beide
gebieden als slaven weggevoerd. Verle
den jaar rustten Keizer Menelik en En
geland elk een expeditie tegen hem uit;
de Abessynische bracht niet veel tot
stand, de Britsche troepen hadden ten
minste het succes, dat zij de troepen
van den Mullah uiteendreven. Hij zelf
ontkwam .echter en hield zich eenlge
maanden rustig bij den stam van Dolo-
manti, ten. Zuidwesten van Britsch So
maliland. Eenige maanden geleden deed
hij opnieuw op laatstgenoemd gebied een
inval en greep hij door Engeland be
schermde stammen aan. Toen werd on
der bevel van kolonel Swayne een nieu
we expeditie tegen hem afgezonden, die,
volgens mededeeling en van lord Cran
borne in het Lagerhuis, weldra 2400 man
sterk zou zijn, met acht stukken veldge
schut. Het is deze expeditie, die het ver
melde gevecht heeft geleverd met zoo
weinig gunstigen uitslag.
Frankrijk.
De regeering heeft dezer dagen een
wetsontwerp ingediend, dat een aan
vulling bevat van de veelbesproken
wet van 1 Juli 1901 rakende het ver-
eenigingsreeht. De wet van 1 Juli
1901 bepaalt, dat geen congregaltie in
het leven kan worden geroepen zon
der machtiging van den wetgever en
dat dte congregatiën geen nieuwe in
richtingen mogen stichten dan krach
tens een decreet, verleden door den
raad van s'tate. Sommige voorschrif
ten dezer wet nu worden niet ge
sanctioneerd door strafbepalingen.
Wanneer bijv. een congregatie welke
overigens een geoorloofd bestaan
voert, een inrichting gaat vestigen
(zonder speciaal machtigingsdekreet,
dan verzuimit de wet tot dusverre de
overtreders met straf te bedreigen.
Zoo kon eveneens straffeloos worden
o vertinden een besluit van den raad
van state, waarbij, een congregatie-
inrichting gesloten werd Iverklaard.
In de toelichting zet de regeering
uiteen, tot welke moeilijkheden deze
leemte aanleiding heeft gegeven, toen
de regeering de besluiten door haar
genomen krachtens de wet van 1 Ju
li 1901, in toepassing wilde brengen.
De strekking van het ingediende
wetsontwerp is de toepasselijkheid
der .strafbepalingen van de wet van 1
Juli 1901 uit te breiden, ook tot die
voorschriften, welke tot op lieden
nuda praecepta waren, m. a. w.,
welker toepassing slechts kon wor
den afgedwongen door politie dlwang.
Is di't ontwerp tot wet verheven,
dan zal men niet meer behoeven te
vreezen voor de onverkwikkelijke too-
neelen van den afgeloopen zomer,die
zooveel kwaad bloed gezet hebben.
De strijd over de beteekenis der wets
bepalingen zal alsdan voor den rech
ter worden uitgestreden.
De nationalistische groep van de
Fransche kamer zal hoogstwaar
schijnlijk als tegen-candidaat van
Jaurès, voor het vice-presidentschap,
stellen den oud-minister van oorlog
Cavaignac, wel bekend uit ,,1'affaire-
Dreyfus".
De vergadering van directeuren der
tien maatschappijen van mijnbouw uit
het Noorderdepartement heeft aan den
prefect geschreven, dat zij nog geen uit
sluitsel konden geven op de vragen der
mijnwerkers alvorens zij de raden van
administratie hunner maatschappijen
nader zouden hebben geraadpleegd. De
directeuren beloven dit te zullen doen,
doch een naderen datum geven zij niet
op.
De mijnwerkers zien in dit uitstel van
antwoord slechts een poging van de pa
troons, om de arbeiders er toe te bren
gen allen weer aan het werk te gaan
uit vrees, dat de beweging zal verinopen.
De koning van Portugal heeft Zater
dag in den namiddag een bezoek afge
legd bij president Loubet, welk bezoek
aanstonds door den president is terug
gebracht.
In de Kamer diende de afgevaardig
de. Jules Roche een voorstel in tot schei
ding van kerk en staathij lichtte het
voorstel toe en verzocht urgentiever
klaring.
Minister-president Combes in zijn
antwoord het wezen van het voorstel
besprekend, verklaarde dat hij de Ka
mer volkomen vrij wilde laten in haar
oordeel. De regeering is echter van
meening, dat een zoo belangrijk vraag
stuk als de scheiding van Kerk en Staat
niet langs den gewonen weg van de
parlementaire behandeling behoort, te
worden afgedaan, en vraagt zich af,
of de urgentieverklaring niet tot zeer
ernstige moeielijkheden zou kunnen
leiden.
Er werden verschillende voorstellen
ingediend, met name een door den heer
Jules Roche waarin deze dringendver
klaring vraagt voor zijn voorstel tot
afschaffing van de begrooting van
eeredienst, in Juni ingediend.
De uiterste linkerzijde vraagde de
prioriteit voor het voorstel-Dejeante
tot urgentieverklaring zij werd echter
met 237 tegen 219 stemmen geweigerd.
De afgevaardigde Réveilland stelde
voor een commissie van 33 leden te
benoemen, naar welke verzonden zul
len worden alle voorstellèn betreffende
de scheiding van kerk en staat en de
opzegging van het concordaat. Dit
voorstel werd dringend verklaard en
vervolgens met handen opsteken aan
genomen.
Rnitschland.
Bij wijze van protest tegen de in-
constitutioneele toestanden in Meck
lenburg, heeft de Vrijzinnige Vereeni-
ging bij den Rijksdag een voorstel in
gediend van den volgenden inhoud:
Aan art. 3 van de grondwet wordt
het volgende toegevoegd: ,,In eiken
bondsstaat moet een vertegenwoordi
ging bestaan die door het volk geko
zen is en wier toestemming noodig
is voor elke welt en voor de vaststel
ling van de begrooting."
Van 12 zetels die in den Landdag
van Schwarzburg-Rudolstadt bezet
moesten worden, hebben de sociaal
democraten er bij de eerste stemming
7 veroverd, terwijl zij bij de herstem
mingen een goede kans hebben om
dit getal nog melt 2 te vermeerderen.
Daar de Landdag in het geheel maar
16 leden telt, zou het wel eens kun
nen gebeuren dat de sociaal-democra
ten in de meerderheid kwamen.
Schwarzburg-Rudolstadt zou dan
de eerste bondsstaat zijn, waar de
sociaal-democraten het heft in han
den hadden. In Koburg-Gotha zijn
ze dicht bij da meerderheid.
Iemand, die in denzelfden trein zat
als De Wet, d'eelt aan het Berl. Tage-
bl. mede, dat toen de trein des nachts
twee uur in Hannover aankwam, een
talrijke menigte den generaal niette
genstaande het nachtelijk uur op
wachtte. De trein werd als het ware
bestormd, het publiek klom zelfs op
de daken der wagons De Wet ver
scheen in zijn hemd voor het raam
pje en hield een korte toespraak, die
met. donderende hoch's beantwoord
werd. Onder het gezang der menigte
verliet de trein veel te laat het station.
Ook in Essen werd De Wet met warme
betoogingen ontvangen.
Men is in Duitschland nog niet veel
verder gekomen in den Rijksdag met de
behandeling van het tarief-ontwerp.
Bachmeier, lid van den Beierschen Boe
renbond verdedigde het invoerrecht van
7 1/2 Mk. op rogge en tarwe, dat de ui
terste agrariërs voorstellen.
Hij neemt echter ook vrede met 6 Mk.,
mits dit recht van alle graansoorten ge
heven worde.
De sociaal-demokraat Stadthagen ver
dedigde de tolvrijheid en betoogde de
wenschelijkheid van ontbinding van den
Rijksdag en het uitschrijven van nieuwe
verkiezingen.
Oostenrijb-Hongarije.
Volgens de Narodni Listy hebben de
Tsjechen nu .alle betrekkingen met von
Koerber afgebroken en hem wegens de
niet naar hun zin zijnde taalvoorstellen
den parlementairen oorlog verklaard.
Volgens de „Neue Freie Presse" is het
wapenschild van het Italiaansche consu
laat te Zara Vrijdagnacht met modder be
smeerd. De consul heeft bij de overheid
een klacht over deze beleedigende mani
festatie ingediend.
Rusland
De Parijsche correspondent van de
Observer verzekert, dait het bericht
als zoude Rusland1 aan Turkije voor
gesteld hebben het verdrag van Unki-
\ar-Skelessi te hernieuwen, volko
men juist is. Zooals men zich her
innert, verbond Turkije zich bij dat
verdrag om aan geen enkel vreemd]
oorlogsschip toe 'te staan de Darda-
nellen te passeeren naar de Zwarte
Zee en nam Rusland o.a. de ver
plichting op zich den Sultan ten al
len tijde, waar het noodig mocht
zijn, met zijn land- en zeemacht bij
te staan.
Dezelfde correspondent meent, dat
Rusland een nieuwe politiek ten aan
zien van Turkije gaat volgen. Met
bezorgdheid1 ziet het Duitschland's
wassenden invloed in het Turkscbe
Rijk en het wenscht er nu zelf de
overheerschende factor te worden,
omdat he't meent dat te kunnen en
te moeten zijn. Maar Rusland, dat
wel over strategische middelen' be
schikt, heeft geen geld om den strijd
op economisch-politiek gebied met
Duitschland aan te binden. He't zou
de zich daarom tot Engeland wen
den als een welwillend geldschieter
en een toenadering tusschen Rus
land en Groot-Brittannië zoude op
dien grond niet onwaarschijnlijk zijn.
China.
De Keizer hield Zaterdag in het zomer
paleis een groote receptie, waarop het
geheele diplomatencorps en de comman
danten der legatiewachten verschenen,
met uitzondering echter van den Brit-
schen gezant, Sir E. Satow. Deze heeft
voorshands alle niet-officieele betrekkin
gen met het bof afgebroken, wegens de
geheel onvoldoende wijze waarop voldoe
ning gegeven is voor den moord, op de
zendelingen Lowis en Bruce, in Hoe-nan
gepleegd.
De ambtenaren die de verantwoorde
lijkheid voor dien moord droegen, zijn
van alle schuld vrijgesproken. Daarente
gen werden een paar handlangers ont
hoofd.
De onderhandelingen over de terug
roeping van de buitenlandsche troepen
uit Sjanghai, welke al een heel eind op
weg waren, zijn plotseling gestaakt.
Eerst werd als de reden opgegeven dat
het overlijden van Lioe-koen-ji den toe
stand geheel gewijzigd had, maar vol
gens een Reuter-telegram uit Pelting ligt
de oorzaak dieper- de Engelsche regee
ring verlangt, alvorens in te stemmen
met het ontruimingsplan, een overeen
komst te sluiten ten aanzien van hare
rechten in de Jangtse-vallei, en ook
scherpere bepalingen ter zake van het
niet-vervreemden van grondgebied in dat
Venezuela.
Mocht er na het eerste bericht, dat
een overwinning van Castro's troe
pen bij La Victoria meldde, nog ge
gronde twijfel bestaan; het nadere te
legram, van den leider der opstan
delingen afkomstig, schijnt wel aan
te duiden, dat de regeeringspartij
een aanmerkelijk voordeel behaald!
heeft. Van dezen „zesdaagschen
slag" werd: al dadelijk voorspeld dat
hij beslissend zou zijn, en al Houdt
men rekening met de bij dat Zuid-
Amerikaansche nieuws gebruikelijke
overdrijving, het vallt niet te ontken
nen dat Castro een onverwacht mooi-
e*i zet gedaan heeft. Met zijn succes
zal vermeerdering van zijn aanhang
wel gelijken tred houden. En zoo
zijn we dus weer op hetzelfde punt
gekomen als eenige maanden gele
den: ware deze slag in Castro's na
deel uitgevallen, dan zou het onge
twijfeld gedaan zijn geweest met zijn
bewind; zooals de zaken nu staan,
kan hij wellicht een gedeelte van het
verloren terrein heroveren en zijn
tegenstanders nog veel te doen ge
ven, zoo niet verdrijven
feuilleton,
door
MAX PEMBERTON.
Dat is gemakkelijk genoeg ge
beurd, zei ik luchtigjes. Heb geen
angst voor mii ik zal er mij wel goed
doorwerken, en dan gaat je vriend
met mij mee. wees daar zeker van.
Ik zal Clair-de-Lune niet vergeten!
Wijs mij maar den weg naar de deur
van die gouverneurskamer, en loop
dan hard weg om het aan George
Venn te vertellen. Hij zal ontzettendi
blij zijn ,je terug te zien, dat zal waar
zijn.
Zij stond nog een oogenblik te aar
zelen, en zeidie toen als herinnerde
zij het zich eerst nu:
Benno Regnarte is de bewaker,
maar hij is weg gegaan om te eten.
Ik borg den sleutel weg. en kwam er
door. Als gij er in gaat, zal hij
niets vragen. De gouverneur kan op
zijn jacht zijn of in zijn kamer, dat
weet ik niet. Wat gek is dit allemaal
toch wat vreemd, hè, kapitein Begg!
Zij zullen u nooit weg laten gaan!
Omdat ze zoo gesteld zijn op
mij, riep ik vroolijk uit. Wel, we zul
len het zien, liefje. Loop jij nu vlug
naar George Venn ,en laat mij de rest
dO en. Zeelui gaan er op uit-, waar an
deren voor terugschrikken, dat weet
je toch. Wij zullen het op goed ge
luk beproeven.
Ik hield haar handje een oogenblik
in de mijne en drukte haar hartelijk.
Zij zag er aardig uit in haar zomer
japonnetje met een groolen Spaan-
schen doek om haar kindergezichtje
geslagen. Dat zij waarlijk ongerust
was. en met reden, dat wist ik, maar
wat kon ik doen? Ik stond tusschen
Czerny en den afgrond'. Re koos Czer
ny.
Zij had nu de ijzeren deur geopend
om mij door te laten, en zonder meer
overschreed ik den drempel, en stond
in Czemy's eigen woonhuis. Daarna
kwa mik in een breede gang, de prach
tigste plaats ter wereld' voor een tem
pel, met een galerij er om heen, lam
pen schommelden aan den zolder, een
orgel was hoo°- in een nis gebouwd,
rondom allemaal deuren van teak
hout en een groote eikenhouten stook
plaats, zooals men in Engelsche hui
zen ziet. en rondom in den koepel van
deze prachtige kamer groote, met. ko
perdraad bespannen ramen, waarop
de zee beukte zoodat het schuim op
spatte.. Zacht verlicht, bevloerd met
matten van een vreemd stroo, gestof
feerd' als het rijkste huis, moest ik be
kennen, dat het mij waarlijk een won
der der aarde toescheen, dat zulk een
plaats tusschen de' golven der Stille
Zuidzee lag En toch was het daar
voor mijn oogen, en ik kon het gehuil
der zee van ver boven mij hooren, de
lampen schenen mij in 't gezicht, en
als om mij waarlijk te vertellen, dat
hier mijn reis eindigde, zag ik aan de
deur van een der kamers de kleine
Ruth Bellenden zelf, de vtouw voor
wie ik de wereld doorkruist had, om
haar te dienen.
HOOFDSTUK XVII.
Ik trok mij terug in de schaduw en
wachtte totdat zij naar mij toe zou ko
men. Er konden anderen bij haar
zijn, en ik vond het oogenblik niet ge
legen voor onze ontmoeting. Zij liep
met langzame schreden. De zorg had
zijn teekenen op haar gelaat gedrukt.
Ik zag dat zij alleen was. strekte mijn
hand uit en tikte haar op den arm.
Miss Ruth, zei ik, zóó zacht,
dat 't mij verwonderde, dat zij 't hoor-
de. Juffrouw Ruth, het is Jasper Begg.
Kent u mij niet?
Zij keerde zich snel om, maar riep
gelukkig niet. Wel wierp zij een wil
den blik in de gang. een snellen oog
opslag om zeker te zijn van iedere
deur en toen eindelijk antwoordde zij
Jasper. Jasper! Is het werkelijk
Jasper Begg? riep zij met een vreugde-
vollen en dankbaren blik, dien ik nooit,
vergeten zal.
Zij deed: een echt vrouwelijke vraag;
maar ik zal altijd zeggen, dat er geen
vlugger, geest is dan van Ruth Bellen
den, en nauwelijks waren deze noo-
dige woorden uit haar mond, of zij
trok zich terug in de kamer, die zij zoo
net verlaten had, en toen. ik er na
haar was binnengekomen, sloot zij
de d,eur en luisterde even, of zij ge
luid hoorde. Toen niets haar meer
verhinderde tract zij een stap naar
voren ,en zoo stonden wij ten laatste
vis-d-vis in de aardigste plaats, die
men te Londen, of zelfs in geheel
Europa, kon aanwijzen.
Laat mij u dat tooneel trach
ten. te doen voorstellen, zooals ik het
voor mij zag, toen ik het schreef, en
het in mijn gedachten trachtte terug
te brengen. Ik noem haar kamer een
net, goed ingerichjfc cabinetje een
Franschman zou het een boudoir
noemen overal hing zacht rose
zijde aan de wanden, en daarboven
weer schilderijen op een roomldeuri-
gen muur. Overal stonden kleine
tafeltjes met dames-snuisterijen er
op, er waren zachte stoelen die ie
mand noodden om zich in neer te
vleien, overtrokken met zijde en sa-
ltijn, en met kussens, waarvoor een
groote man bang zou wezen.
Op dten schoorsteenmantel stond
een Parijsche klok met een juweelen
slinger en daarbij behoorende kande
laren aan iedere zijde. Tegen den
muur aan den kant der zee stond een
secretaire overdekt met papieren en
met zilveren versieringen belegd; een
rond venster boven in dte rot9 gehou
wen, was achiter gordijnen van het
rijkste brocaat verborgen. Ik z>ag dat
't karpet echt Turksch was; en er
Perzische matten lagen. In den haard
brandde een houtvuur om de kamer
te verwarmen. Ruth Bellenden, de
mejesteirles des huizes, overtrof dflt
alles; zij was in het vit gekleed, met
robijnen en diamanten om haar
prachtige hals, en dat. trotsche beve
lende air dat ik zoo dikwijls in de
vervlogen dagen bewonderd had;
Geloof mij, een tooneel, als men u
in een groote Engelsche .salon aan
wijzen kan, en toch weer zoo ver
schillend. En ik, een eenvoudig zeer
man, drong mijzelf daar met mijn
verlegenheid in, in spijt van alles
voelend dat de vrouw tot wie ik sprak
een vrouw naar mijn begeeren was,
juist geschikt voor een man als ik.
Eenige dagen geleden was ik bij haar
gekomen, om te zegen: „Gij hebt mij
noodig." Vannacht was het haar
taak om mij met mijn eigen woor
den anltwoord te geven.
Jasper, zeide zij, haar hand nog
op den voet dar lamp, wat voor won
der brengt je op deze plaats?
Geem wonder, miss Ruth, maar
een eenvoudige weg, en de nood van
vijf mannen. Wij zouden sterven
op Ken's Eiland en vonden een pad
onder de zee. Het was óf verhonge
ren, óf wagen; ik ben hier gekomen
om mijnheer Czerny alles te zeggen,
en mijn leven aan hem toe te ver
trouwen.
(Wordt vervolgd.)