Tweede Blad, Gemeenteraad. Behoorende bij n^aarlem'is Oagbladi" van Vrijdag 3L October 1902 Nr. 5933 VERVOLG. JAARWEDDEN DER SLUISWACHTERS. De heer VAN DE KAMP wijst op den brugwachter aan de Zandersbrug, die f 50 toelage heeft voor de bediening van die' brug. Spr. verzoekt verhooging daarvoor tot 100. Als ide brug aan den Koudenhorn klaar is, wordt zijn andere verdienste geringer en bovendien zijn al de andere werklieden en beambten ook verhoogd. Dit wordt ondersteund. De heer DE BREUK zegt, dat de wach ter aan deze brug- daaraan verdient 1 130 per jaar, voor het werk aan de Catha- rinebrug 218. Voorts J 46 voor Zondags dienst en 50 toelage. Neemt zijn ver dienste af door de nieuwe brug, dan zul len B. en W. voorstellen doen. Hij mag ook handel drijven in turf, wat aan een ander niet geoorloofd is. De heer VAN DE KAMP hoort dit met genoegen, maar constateert dat hij de eenige is, die geen opslag heeft gehad. De heer HUGENHOLTZ vraagt wat de hoofdzaak is: zijn betrekking of zijn handel. De heer DE BREUK kan daarover geen inlichting geven. Het amendement-van de Kamp wordt verworpen. Voor de heeren de Braai, v. d. Kamp, Roog, I-lugenholtz, Welsenaar. ONDERHOUD VAN HUIZEN euz. De heer HUGENHOLTZ heeft gevraagd voor onderhandsche aanbestedingen be palingen voor minimum loon en maxi mum arbeidsduur. Daarbij worden ze nu niet toegepast en toch is het wensche- lijk. Bij de versiering van 't stadhuis bij *t bezoek van Prins Hendrik hebben ge zellen van de firma Pander dat niet ge had en meenden er toch recht op te heb ben. Spr. weet dat er moeie-lijkheden aan verhonden zijn, bij kleinigheden vooral, maai- men kan een minimum van f 50 stellen. En de controle is wel moei lijk, maar zeer mogelijk, vooral door de gezellen zelf in .een vakvereeniging. Spr. verzoekt een proef voor één jaar. De VOORZ. kan geen nieuws antwoor den. In de afd. heeft spr. al gezegd, dat wanneer doeltreffende maatregelen mo gelijk waren, deze aanbeveling zouden verdienen. Maar dat gelooft het Dagel. Bestuur niet. Tweemaal noemt de heer Hugenholtz hetzelfde voorbeeld. Is dat niet een bewijs, dat het uitzondering blijven zal? Wat het drukwerk betreft, nog gisteren bleek, dat ook dit zeer moeilijk te regelen is. De heer HUGENHOLTZ repliceert. Spr. weet dat nu reeds door de drukkersge zellen geklaagd is over ontduiking, maar onmiddellijk blijkt ook, dat de ge zellen scherpe contröle oefenen. De discussie, wordt gesloten. DAG- EN WEEKGELDEN DER WERK LIEDEN. De heer ROOG stelt voor de twee oud ste opzichters van Publ. Werken te bren gen op het maximum salaris. Weliswaar zijn die verleden jaar geregeld, maar spr. acht dat salaris niet voldoende en niet in verhouding tot dat van de op zichters aan gasfabriek of waterleiding. De een is 20 jaar, de ander 15 jaar in dienst. Spr. zal voorstellen de twee op zichters Verlaan en Van der Roest met 1 Jan. 1902 te brengen op f 1300, den op zichter Zuurendonk op f 1200. De heer DE BREUK zegt, dat deze ambtenaren verleden jaar pas tot f 1100 verhoogd. Niet alle opzichters zouden 1300 krijgen, dat is ^geen maximum voor allen. De heer MODOO wijst er op, dat B. en W. toch ook voorstellen den schrijver beter te beloonen. Dat de salarissen ver leden jaar zijn vastgesteld, was dus daarvoor ook geen bezwaar. De heer ROOG meent, dat in de rege ling vergeten is de termijnen voor de traktementsverhooging te noemen. Het salaris van de titularissen is thans te laag. Voor een opzichter bij de bouwpolitie wordt f 900 uitgetrokken en het Raads besluit vermeldt f 1100. Zoo krijgt men tweede klasse menschen. De heer DE BREUK zegt, dat er 3 op zichters van de bouwpolitie zijn, maar een is gebracht op een anderen post. Bij den schrijver is een bijzonder geval aan wezig. De heer HOFLAND wijst op de groote verhooging van drukwerk en teekenbe hoeften. Hoe kan- dit f 2000 meer zijn? De heer DE BREUK antwoordt, dat ge bleken was dat t 1000 meer niet genoeg is. Destijds heeft de Raad f 2000 meer ge geven en dit wenschen B. en W. voor 1903 bestendigd te zien. Het voorstel-Roog wordt verworpen met zeven .stemmen voor. De heer MODOO vraagt-, of de overhaal aan den Koudenhorn niet kan worden bestendigd. Zelfs als de nieuwe brug er is blijft de afstand wat groot. De heer ROOG vraagt inlichting, of met dezen post de f 300 voor den schrij ver is gevoteerd. De VOORZ. antwoordt ontkennend. De heer DE BREUK wil nu nog niet- over de overhaal besluiten, 't is een zaak van nadere overweging. Het punt wordt goedgekeurd. BUITEN DE GEMEENTE GELEGEN WERKEN. De heer RASCH zou de tol aan de Kle verlaan willen opheffen, om den toegang naar .stad vrij te maken, omdat de tol minder opbrengt en omdat men thans weinig gebruik meer maakt van de Kle- 1 verlaan, feitelijk maar van een klein ge deelte. Di.t wordt ondersteund. De heer- KRUSEMAN wijst er op, dat men kan wachten tot. dJe grens regeling en dat de opbrengst in de laat ste jaren toegenomen is. De heer STOLP is zeer vóór de af schaffing. men moet alle wegen naar die stad vrijmaken. De beer HUGENHOLTZ leest uit dei verdediging van den wethouder, dat' opheffing zeer noodig is. Immers uit de toeneming der ontvangsten blijkt, d'at de tol een belemmering is. Spr. vraagt of er voor dien tolgaarder een andere betrekking te- krijgen is. De beer SPOOR vraagt wie de Kle verlaan moet onderhouden. Spr. meent van Haarlem. Zal nu niet de ophef fing ten gevolge hebben, dat alle wa gens erlangs gaan en het onderhoud d<us grooter wordt? De heer DE BREUK geeft toe, dat de kans op grooter gebruik zal toene men, dus ook de kosten klimmen. Dat was ook een argument van B. en W. De ontvangsten droegen nog bij in toet onderhoud. De tolgaarder weet dat bij maar tijdelijk benoemd is. De heer Hofland zegt. dat er te Ovetrveen ook een tol is. Daarom is het bezwaar-Spoor minder juist. De beer SPOOR zegt, dat als men aan één zijde geen tol heft, alles dien kant zal uitgaan, waardoor de weg' veel duurder aan onderhoud' zal wor den. De heer HUGENHOLTZ is niet tevre den gesteld door lxet- antwoord van den wethouder. Wil het Dagel. Be stuur niet beloven, den tolgaarder aan een betrekking te helpen als 't moge lijk is. Het voorstel-Rasch wordt aangeno men met-17 tegen 14 stemmen en daar mee de tol aan die Kleverlaan dus op geheven. De post wordt goedgekeurd. ONDERHOUD DER STOOKGEREED- SCHAPPEN. De heer HOFLAND vraagt waarom er voor dit onderdeel nog extra-toe- zicht noodig is? Spr. stelt voor, den post van f 182.50 te schrappen. De heer WILLINK is nog niet vol daan over de gegeven toelichting. El ders mbruikt men vulkachels, die eenmaal aangelegd!, doorbranden. Hier is een heel oudroest van gereed schappen. Snr. vraagt nadere inlich ting. De heer DE BRAAL vraagt zich af of Van Amstel reeds is aangesteld. De heer DE BREUK zegt, dat een proef met- centrale verwarming niet voldaan heeft zoodat ze weer is ver vangen door kachels, Bovendien zou dergelijke verwisseling weer veel kos ten. Gebleken is dat het toezicht noo dig is. Het onderhoud in eigen beheer Jacht B. en W. niet toe. Verleden jaar is het onderhoud voor 5 jaar aangeno men. Er wordt al toezicht uitgeoefend, want B. en W. zijn verantwoordelijk voor de stookgereedschappe-n. Het mocht niet meer op de oude manier, het was onvoldoende. B. en W. zien in ,'dat het noodig is en nu kan een ander dat niet inzien, maar B. en W zijn toch van die meening. Misschien was 't gelukkiger geweest, niet van extra-toezicht maar van toezicht te spreken. Goedkooper kunnen B. en W. het niet doen De heer GROOT heeft den indruk ge kregen. dat het hier gold een post om iemandl wat meer te geven. (De heer De Breuk schudt van neen). Merkt een ambtenaar een defect, dan kan hij waarschuwen Komt. het te vaak voor. dan licht die aannemer er de hand mee. De VOORZ spoort weer tot beper king aan. De heer ROOG acht het een prinoi- pieele zaak. Spr. acht het niet ver antwoord dit werk, dat hij de opzich ters thuis behoort aan een ander op te dragen. De heer De Breuk heeft zoo veel gezegd als: wij weten het en jelui weet er niet van. Spr. wijst cüe op merking leru"- De hoer MODOO acht verkeerd', dat B. en W. vooruitgeloopeai hebben op een nog niet aangenomen post en ■vreest dat het een vaste uitgaaf wor den zal. Dat het hier een zijdeling- sche verhooging voor Van Amstel is, is min of meer door dienheer De Breuk gezep-d De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-de Braai (afvoeren van den post ad f 182.50) wordt verworpen met 18 tegen 13 stemmen. STRATEN EN PLEINEN. De heer- HOFLAND brengt hulde an B. en W. d'at in de laatste 3 jaar de som voor arbeidsloon zoo verhoogd is, dat spr. er het zwijgen toe kan doen. Intusschen bestaat nog altijd hij die arbeiders het stelsel van aanbe steding. Vaak is dat een afj akkersys teem voor de werklieden en schade voor die gemeente. Vandaar dat de straten er vaak zoo slecht uitzien, waardoor nogal eens ongelukken met rijtuigen gebeuren Het toezicht kan niet voorkomen dat de werklieden te veel letten op het maken van vierkante meters en niet o~* de hoedanigheid. In dezen tak van dienst wordt vaak onoordeelkundig opgetreden. In die Spaarnwoud'erstraat werden eerst de trottoirs verbreed en geen week daar na dé gewone rijweg opgebroken. Spr. noemt dit geld vermorsen. De heer GROOT heeft bij de vorige begrooting staten van dit werk ge vraagd1. Dit is toen verworpen, maai bij zou het weer willen vragen. Was het gebruik een liist van straten over te leggen dan zou de Ged. Raam gracht niet zoolang zijn blijven liggen. Spr. vestigt d'e aandacht op de Rus- tenburgeaiaan die een zeer dlrukke verkeersweg is D® beer DE BREUK antwoordt, dat al vroeger de quaestie van aanbeste ding is besproken, en dat toen reeds gebleken is. d'at B. en W. de regeling zooals die nu is, prefereerden. Over die bestrating in de Spaamwouder- straat kan spr. thans niet oordeelen; de regeling van de onderdleelen is boven dien aan de ambtenaren overgelaten. Het vorige jaar is het voorstel om een lijst, van te repareeren straten aan te leggen, verworpen. Het meest noodige wordt het eerst hersteld. De Rustenburger laan is nog niet be straat.. ze is nog weinig bebouwd. Zijn daar meer huizen, dan is er meer re den om die te bestraten. B. en W. zullen er nog eens over denken. Ingediend wordt een voorstel om een stratenlijst over te leggen. Op advies van den Burgemeester neemt de heer Groot dit terug en zal het een volgende vergadering indie nen. De heer HOFLAND noemt het ge beurde in de Spaarnwouderstraat geen onderdeel, maar eene zaak van sys teem. Het vorig jaar heeft spr. geen succes -ehad op zijn voorstel om het stukwerk af te schaffen, maar de Raad is sedert veranderd en kan dus van meening veranderd zijn. De heer ROOG zou wenschen, dat in een volgendi'e vergadering de heer Hofland een definitief antwoord kreeg. Dan kon bliiken of er goed gewerkt is. De heer GROOT beveelt de bestrating der Rustenburgerlaan nader aan. WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN De heer SCHRAM breekt een lans voor de Zondagsrust der plantsoenwachters. Spr. wil voor hen vervangers, zoo dat ieder die wil om de 1 Magen een vervan ger stellen kan. ,'t Is onverantwoordelijk, dat maanden aaneen deze arbeiders geen enkelen vrijen Zondag hebben. Wat niet is beproefd weet men niet of lukken zal en een poging is nooit gedaan. De heer HUGENHOLTZ wijst op de ver hooging met 100 van den opzichter Baardse. Spr. gunt den man die f 100, maar releveert dat deze toegelaten 'heeft, (lat de werklieden bij het droogleggen van den vijver in den Hout zulke buiten gewoon lange werktijden hebben gehad. Spr. spreekt over dit feit zijn afkeuring uit. De VOORZ. zegt, dat als de plantsoen wachters op Zondag vervangen worden door agenten 4de klasse, de moeielijk- heid verplaatst wordt, omdat ook deze menschen in de week hard werken. Over de drooglegging van den vijveT is overlegd met de werklieden en dezen betuigden daarbij hun volle instemming. Een enkelen keer extra te arbeiden is zeker toch geen bezwaar en toen na 2 da gen bleek, dat de werktijd te zwaar was zijn de werktijden verkort. De heer SCHRAM is het met den Voor zitter niet eens. Nu deze werklieden meer loon hebben, zouden ze graag met vrouw en kinderen eens een vrijen Zondag heb ben. Spr. betreurt, dat de Voorz. hem zoo weinig troost heeft kunnen geven. De heer HUGENHOLTZ zegt, dat pas na 8 dagen de werktijd is verminderd, toen men wist dat er publiciteit aan zou worden gegeven. De VOORZ. herhaalt, dat het hier een uitzondering geldt. Spr. leest voor een schrijven van Baardse, waaruit blijkt, dat na den tweeden dag elk 8 d 10 uur rust kreeg. De heer HUGENHOLTZ vraagt voor den derden keer het woord (Stemmen, neen!'-) De heer HUGENHOLTZ ziet van 't woord af en zegt, dat de Raad zich hier in zijn ware gedaante doet kennen. SCHOONHOUDEN VAN URINOIRS. De heer HOFLAND vraagt inlichting over den post t 9000 voor water voor schoonhouden hiervan. De heer DE BREUK rekent het bedrag voor. Verleden jaar waren er geen me ters bij en wist men niet, hoeveel er doorging. INSPECTEURS VAN POLITIE en AGEN TEN enz. De heer VAN DE KAMP zegt, dat men 20 agenten meer wenscht. Vragen we het hoofd van de politie of dat noodig is, dan krijgen we een bevestigend antwoord maar vragen we verder, dan hooren we dat we er niet mee noodig hebben. Toch is 't bedrag aan 't oordeel van den Raad onderworpen. Moet de Raad niet beoor- deelen, of de gelden goed worden be steed? Spr. meent van ja. We hebben 76 agenten, daarvan gaan 34 op en van wacht, beurtelings voor dag- en nacht dienst. Hun dienst is verdeeld in 20 ronden en dagteelcent van 1889. Er waren in 1894 in Haarlem 370 openbare wegen, met een totale leng te van 92 K.M. Onder 20 ronden zou dus elk agent 4 K.M. te surveilleeren hebben en daarvoor heeft hij anderhalf uur. In 1 1/2 uur kan men 5000 M. surveilleeren. Maar die ronden zijn zeer verschillend. Het grootste verschil is 24000 M., er zijn er ook, die 15000 M. verschillen. De uit breiding met 20 agenten is nog niet zoo noodzakelijk. Eerst als de ronden goed verdeeld zijn, kan men daarover spre ken. En bovendien zijn die 20 agenten figuurlijk vrijwel in 't water gegooid. Ze worden niet behoorlijk gecontroleerd. Als er 's nachts scherpere controle was, zouden er minder misdrijven voorko men. Spr. zou willen wachten, tot de Burgemeester betere verdeeling heeft toe gezegd. De heer VAN DEN BERG sluit zich aan bij de klacht over gebrekkige contröle op den nachtdienst. Wederkeerige controle op een bepaald punt acht spr. wensche- lijlc. De VOORZ. zegt., dat juist de nacht- contröle weer in den laatsten t.ijd bespro ken is met den Commissaris. De verdee ling van de ronden zooals de heer Van de Kamp die aanwijst, kan spr. niet na gaan. Het aantal agenten, thans ge vraagd, is reeds acht jaar geleden ge vraagd. Het aantal misdadigers in de stad is grooter dan vroeger. Mocht de Raad den post verminderen, spr. zal zijn plicht blijven doen, maar dan komt de verantwoordelijkheid aan dit College. Wordt het aantal agenten toegestaan, dan is een andere verdeeling der ronden in bewerking. De heer DE BRAAL kan moeilijk met het voorstel meegaan en betreurt., dat de justitie geen vergoeding geeft. Kan het Riik ons voor de bewaking niet een paar patrouilles infanterie ter beschikking stellen? Dan doen ze meer nut dan voor werkstakingen. Spr. zou wenschen. dat de Burgemeester zoo welwillend was aan een raadscommis sie inlichtingen te geven. De heer GROOT meent, dat voor nuttelooze dingen veel agenten wor den gebruikt: kalm© vergaderingen, begrafenissen. Men zou denken, dat men geen raad weet met de agenten. De heer STOLP wil bet bedrag toe staan, er op rekenende dat de Voorz. de wenschen van den heer Van de Kamp in overweging zal nemen. De heer MODOO wil eerst een volle dig plan van organisatie en daarna beraadslagen over de aanstelling van nieuwe agenten. De heer VAN DEN BERG vraagt pertinent of het in 't plan ligt. ook een betere contröle in te voeren. De heer HOFLAND wijst op een be paald verschil van inzicht over den dienst. De heer Van de Kamp wil eerst herziening van de ronden, en van de controle, de Voorz. wil eerst het geld pn daarna veranderingen overwe gen. Spr. is voor het standpunt van den heer Van de Kamp. De beer WILLINK vindt in het laat ste veel waars. Na reorganisatie zou kunnen bliiken., dat men niet alles wat gevraagd' wordt., noodig had. Spr. geeft in overweging dat de Voorz. zich voorloopig met de helft tevreden stelt. De VOORZ. zegt. dat de reorganisa tie afhangt van het aantal agenten, dat de Raad toestaat. Met het be staande aantal is door de uitbreiding d'er gemeente geen goede organisatie mogelijk. Het is niet spr. die niet aan den Raad tegemoet wil komen, maai de gemeentewet bepaalt, dat de in richting van de politie berust bij den burgemeester. Het is moeilijk, te zeg gen dat er agenten te veel waren, juist bij begrafenissen waren er meermalen veel te weini- Spr. is bereid voor zoover dat mogelijk is, met d'e beschik bare krachten een betere contröle in te voeren, maar do inspecteurs en ad juncten zijn overladen met schrijfwerk. De heer WILLINK heeft na het ge hoorde, geen bezwaar meer tegen den post. De VOORZ. zegt. d!at als het geld wordt toegestaan de 20 agenten zullen worden aangesteld1. De heer HOFLAND komt nog op de verdeeling der ronden terug en. conclu deert uit de c^fers van den heer Van de Kamp. dat na de reorganisatie geen nieuwe agenten noodig zijn. De heer DE BILAAL stelt voor het bedrag van f 13,500 voor de 20 nieuwe agenten te schrappen. Wordt ondersteund. De heer VAN DE KAMP herhaalt de door hem verstrekte gegevens. Sedert 1894 is er een groote uitgestrektheid bijgekomen e-i thans acht spr. de zaak dubieus. Liefst zou hij 14 agenten willen geven en zes controleurs, die elk f 100 meer zouden hebben. Dan kan er behoorlijke, contröle zijn. Spr. heeft Willem van Zuylen een lezin"- hooren houden, waarbij 3 agen ten waren en een inspecteur (gelach). De heer SPOOR vraagt, of het die bedoeling is ze? controleurs aan te stellen al? de Voorz. dat noodig vindt en 14 agenten De VOORZ. antwoordt bevestigend. De heer KRUSEMAN zou willen voorstellen 13,500 over te brengen naar Onvoorziene uitgaven. Het amendement-de Braai wordt verworpen. Voor de heeren Schram, de Braai, Modoo, Groot Hugenholtz, Hofland. De heer MODOO is voor het denk beeld van dien heer Kruseman om de post van f 13,500 over te brengen naar onvoorziene uitgaven. Dan kan blijken uit de reorganisatie of alles noodig is. Spr. zou de macht om het geld toe te staan zoolang mogelijk in handen willen houden De VOORZ. meende, dat dit alles nu al is afgehandeld en de Raad' de 20 agenten had toegestaan. De post wordt, nu goedgekeurd, dus ook de som voor 20 nieuwe agenten. BUITENGEWONE KOSTEN DER PO- LITIE. De heer HUGENHOLTZ is bevreesd, dat men te Haarlem een instelling handhaaft, die zeer gevaarlijk en uit den tijd is. Mr. Höfelt heeft onthullingen gedaan over het premiestelsel te Amsterdam en de heer Franken heeft die wel beant woord, maar niet weerlegd. Vandaar sprekers vraag in de afdeelingen en. het daarop gegeven antwoord. Gaf men be tere bezoldiging aan de agenten en eischte men een examen, dan zou pro motie beter zijn danpremiën. Het aan- ta lprocessen-verbaal wordt in aanmer king genomen bij premiën en dat is al een premie op een nog te verrichten daad. Dit is natuurlijk heel iets anders, dan een bel ophing, waarop men niet van te voren kan rekenen. Prof. Simons schrijft (spreker wil een stuk voorlezen, maar krijgt van den Voorz. te hooren: „waar over u klagen wil, bestaat hier nietl") De spreker gaat voort en zegt: „het bestaat wèl. In de afd. heeft de Voorz. het zich laten ontvallen en toen heeft spr. gevraagd, daarvan geen misbruik te maken. Daarom is het ook in 't afdee- lingsverslag gezet. De Voorz. zelf heeft erkend, dat hij van de discussie over de zaakHöfelt niet op de hoogte was. Voor den agent is het besef van de premie een gevaar en een aanleiding om processen- verbaal op te maken van wat hij meent of hoopt gezien te hebben, De VOORZ. zegt, dat hij het stadium van door den heer Hugenholtz geprik keld en geërgerd te kunnen worden voorbij is. (Gelach en applaus). Gaat bij zoo voort, dan geeft spr. het op met hem te werken. Hij heeft een manier van de zaken voor te stellen zóo scheef, dat men vraagt: hoe verzint hij het! In de afd. weegt men zijn woorden niet op een goudschaaltje en toen spr. zag,' dat de heer Hugenholtz alles opschreef, is spr. daarmee spoedig geëindigd. Dat gaat niet in kleine kringen. Met den heer Hu genholtz is niet voor spr. samen te wer ken, anders dan door zaken af te han delen. (Hugenholtz: Meer is ook niet noo dig. Voorz.: Men kan opbouwen, u breekt af (applaus). De hr. Hugenholtz had spr. de brochure van prof. Simons beloofd, maar heeft, die niet gezonden. Wanneer er op alle misdrijven een tarief van pre- miën staat, dan is 't wat anders, maar dat bestaat hier niet. Wanneer er een quaestie is van beloonen is, wordt in aanmerking genomen het aantal proces sen-verbaal; dat is één van de factoren, niet (V eenige maatstaf. Als de menschen volmaakt waren be hoefde het niet, maar dat is nu eenmaal zoo niet. En de heer Groot, partijgenoot van den heer Hugenholtz, was met deze explicatie tevreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5