Tweede Blad,
Gemeenteraad.
Behoorende bij
n^aarlem'is Oagbladi"
van
Vrijdag 3L October 1902
Nr. 5933
VERVOLG.
JAARWEDDEN DER SLUISWACHTERS.
De heer VAN DE KAMP wijst op den
brugwachter aan de Zandersbrug, die
f 50 toelage heeft voor de bediening van
die' brug. Spr. verzoekt verhooging
daarvoor tot 100. Als ide brug aan den
Koudenhorn klaar is, wordt zijn andere
verdienste geringer en bovendien zijn
al de andere werklieden en beambten
ook verhoogd.
Dit wordt ondersteund.
De heer DE BREUK zegt, dat de wach
ter aan deze brug- daaraan verdient 1 130
per jaar, voor het werk aan de Catha-
rinebrug 218. Voorts J 46 voor Zondags
dienst en 50 toelage. Neemt zijn ver
dienste af door de nieuwe brug, dan zul
len B. en W. voorstellen doen. Hij mag
ook handel drijven in turf, wat aan een
ander niet geoorloofd is.
De heer VAN DE KAMP hoort dit met
genoegen, maar constateert dat hij de
eenige is, die geen opslag heeft gehad.
De heer HUGENHOLTZ vraagt wat de
hoofdzaak is: zijn betrekking of zijn
handel.
De heer DE BREUK kan daarover geen
inlichting geven.
Het amendement-van de Kamp wordt
verworpen. Voor de heeren de Braai, v.
d. Kamp, Roog, I-lugenholtz, Welsenaar.
ONDERHOUD VAN HUIZEN euz.
De heer HUGENHOLTZ heeft gevraagd
voor onderhandsche aanbestedingen be
palingen voor minimum loon en maxi
mum arbeidsduur. Daarbij worden ze nu
niet toegepast en toch is het wensche-
lijk. Bij de versiering van 't stadhuis bij
*t bezoek van Prins Hendrik hebben ge
zellen van de firma Pander dat niet ge
had en meenden er toch recht op te heb
ben. Spr. weet dat er moeie-lijkheden
aan verhonden zijn, bij kleinigheden
vooral, maai- men kan een minimum van
f 50 stellen. En de controle is wel moei
lijk, maar zeer mogelijk, vooral door de
gezellen zelf in .een vakvereeniging. Spr.
verzoekt een proef voor één jaar.
De VOORZ. kan geen nieuws antwoor
den. In de afd. heeft spr. al gezegd, dat
wanneer doeltreffende maatregelen mo
gelijk waren, deze aanbeveling zouden
verdienen. Maar dat gelooft het Dagel.
Bestuur niet. Tweemaal noemt de heer
Hugenholtz hetzelfde voorbeeld. Is dat
niet een bewijs, dat het uitzondering
blijven zal? Wat het drukwerk betreft,
nog gisteren bleek, dat ook dit zeer
moeilijk te regelen is.
De heer HUGENHOLTZ repliceert. Spr.
weet dat nu reeds door de drukkersge
zellen geklaagd is over ontduiking,
maar onmiddellijk blijkt ook, dat de ge
zellen scherpe contröle oefenen.
De discussie, wordt gesloten.
DAG- EN WEEKGELDEN DER WERK
LIEDEN.
De heer ROOG stelt voor de twee oud
ste opzichters van Publ. Werken te bren
gen op het maximum salaris. Weliswaar
zijn die verleden jaar geregeld, maar
spr. acht dat salaris niet voldoende en
niet in verhouding tot dat van de op
zichters aan gasfabriek of waterleiding.
De een is 20 jaar, de ander 15 jaar in
dienst. Spr. zal voorstellen de twee op
zichters Verlaan en Van der Roest met
1 Jan. 1902 te brengen op f 1300, den op
zichter Zuurendonk op f 1200.
De heer DE BREUK zegt, dat deze
ambtenaren verleden jaar pas tot f 1100
verhoogd. Niet alle opzichters zouden
1300 krijgen, dat is ^geen maximum
voor allen.
De heer MODOO wijst er op, dat B. en
W. toch ook voorstellen den schrijver
beter te beloonen. Dat de salarissen ver
leden jaar zijn vastgesteld, was dus
daarvoor ook geen bezwaar.
De heer ROOG meent, dat in de rege
ling vergeten is de termijnen voor de
traktementsverhooging te noemen. Het
salaris van de titularissen is thans te
laag.
Voor een opzichter bij de bouwpolitie
wordt f 900 uitgetrokken en het Raads
besluit vermeldt f 1100. Zoo krijgt men
tweede klasse menschen.
De heer DE BREUK zegt, dat er 3 op
zichters van de bouwpolitie zijn, maar
een is gebracht op een anderen post. Bij
den schrijver is een bijzonder geval aan
wezig.
De heer HOFLAND wijst op de groote
verhooging van drukwerk en teekenbe
hoeften. Hoe kan- dit f 2000 meer zijn?
De heer DE BREUK antwoordt, dat ge
bleken was dat t 1000 meer niet genoeg
is. Destijds heeft de Raad f 2000 meer ge
geven en dit wenschen B. en W. voor
1903 bestendigd te zien.
Het voorstel-Roog wordt verworpen
met zeven .stemmen voor.
De heer MODOO vraagt-, of de overhaal
aan den Koudenhorn niet kan worden
bestendigd. Zelfs als de nieuwe brug er
is blijft de afstand wat groot.
De heer ROOG vraagt inlichting, of
met dezen post de f 300 voor den schrij
ver is gevoteerd.
De VOORZ. antwoordt ontkennend.
De heer DE BREUK wil nu nog niet-
over de overhaal besluiten, 't is een zaak
van nadere overweging.
Het punt wordt goedgekeurd.
BUITEN DE GEMEENTE GELEGEN
WERKEN.
De heer RASCH zou de tol aan de Kle
verlaan willen opheffen, om den toegang
naar .stad vrij te maken, omdat de tol
minder opbrengt en omdat men thans
weinig gebruik meer maakt van de Kle-
1 verlaan, feitelijk maar van een klein ge
deelte.
Di.t wordt ondersteund.
De heer- KRUSEMAN wijst er op,
dat men kan wachten tot. dJe grens
regeling en dat de opbrengst in de laat
ste jaren toegenomen is.
De heer STOLP is zeer vóór de af
schaffing. men moet alle wegen naar
die stad vrijmaken.
De beer HUGENHOLTZ leest uit dei
verdediging van den wethouder, dat'
opheffing zeer noodig is. Immers uit
de toeneming der ontvangsten blijkt,
d'at de tol een belemmering is. Spr.
vraagt of er voor dien tolgaarder een
andere betrekking te- krijgen is.
De beer SPOOR vraagt wie de Kle
verlaan moet onderhouden. Spr. meent
van Haarlem. Zal nu niet de ophef
fing ten gevolge hebben, dat alle wa
gens erlangs gaan en het onderhoud
d<us grooter wordt?
De heer DE BREUK geeft toe, dat
de kans op grooter gebruik zal toene
men, dus ook de kosten klimmen. Dat
was ook een argument van B. en W.
De ontvangsten droegen nog bij in toet
onderhoud. De tolgaarder weet dat bij
maar tijdelijk benoemd is.
De heer Hofland zegt. dat er te
Ovetrveen ook een tol is. Daarom is
het bezwaar-Spoor minder juist.
De beer SPOOR zegt, dat als men
aan één zijde geen tol heft, alles dien
kant zal uitgaan, waardoor de weg'
veel duurder aan onderhoud' zal wor
den.
De heer HUGENHOLTZ is niet tevre
den gesteld door lxet- antwoord van
den wethouder. Wil het Dagel. Be
stuur niet beloven, den tolgaarder aan
een betrekking te helpen als 't moge
lijk is.
Het voorstel-Rasch wordt aangeno
men met-17 tegen 14 stemmen en daar
mee de tol aan die Kleverlaan dus op
geheven.
De post wordt goedgekeurd.
ONDERHOUD DER STOOKGEREED-
SCHAPPEN.
De heer HOFLAND vraagt waarom
er voor dit onderdeel nog extra-toe-
zicht noodig is? Spr. stelt voor, den
post van f 182.50 te schrappen.
De heer WILLINK is nog niet vol
daan over de gegeven toelichting. El
ders mbruikt men vulkachels, die
eenmaal aangelegd!, doorbranden.
Hier is een heel oudroest van gereed
schappen. Snr. vraagt nadere inlich
ting.
De heer DE BRAAL vraagt zich af
of Van Amstel reeds is aangesteld.
De heer DE BREUK zegt, dat een
proef met- centrale verwarming niet
voldaan heeft zoodat ze weer is ver
vangen door kachels, Bovendien zou
dergelijke verwisseling weer veel kos
ten. Gebleken is dat het toezicht noo
dig is. Het onderhoud in eigen beheer
Jacht B. en W. niet toe. Verleden jaar
is het onderhoud voor 5 jaar aangeno
men.
Er wordt al toezicht uitgeoefend,
want B. en W. zijn verantwoordelijk
voor de stookgereedschappe-n. Het
mocht niet meer op de oude manier,
het was onvoldoende. B. en W. zien
in ,'dat het noodig is en nu kan een
ander dat niet inzien, maar B. en W
zijn toch van die meening. Misschien
was 't gelukkiger geweest, niet van
extra-toezicht maar van toezicht te
spreken. Goedkooper kunnen B. en W.
het niet doen
De heer GROOT heeft den indruk ge
kregen. dat het hier gold een post om
iemandl wat meer te geven. (De heer
De Breuk schudt van neen). Merkt
een ambtenaar een defect, dan kan hij
waarschuwen Komt. het te vaak voor.
dan licht die aannemer er de hand
mee.
De VOORZ spoort weer tot beper
king aan.
De heer ROOG acht het een prinoi-
pieele zaak. Spr. acht het niet ver
antwoord dit werk, dat hij de opzich
ters thuis behoort aan een ander op te
dragen. De heer De Breuk heeft zoo
veel gezegd als: wij weten het en jelui
weet er niet van. Spr. wijst cüe op
merking leru"-
De hoer MODOO acht verkeerd', dat
B. en W. vooruitgeloopeai hebben op
een nog niet aangenomen post en
■vreest dat het een vaste uitgaaf wor
den zal. Dat het hier een zijdeling-
sche verhooging voor Van Amstel is,
is min of meer door dienheer De Breuk
gezep-d
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel-de Braai (afvoeren van
den post ad f 182.50) wordt verworpen
met 18 tegen 13 stemmen.
STRATEN EN PLEINEN.
De heer- HOFLAND brengt hulde
an B. en W. d'at in de laatste 3 jaar
de som voor arbeidsloon zoo verhoogd
is, dat spr. er het zwijgen toe kan
doen. Intusschen bestaat nog altijd
hij die arbeiders het stelsel van aanbe
steding. Vaak is dat een afj akkersys
teem voor de werklieden en schade
voor die gemeente. Vandaar dat de
straten er vaak zoo slecht uitzien,
waardoor nogal eens ongelukken met
rijtuigen gebeuren Het toezicht kan
niet voorkomen dat de werklieden te
veel letten op het maken van vierkante
meters en niet o~* de hoedanigheid.
In dezen tak van dienst wordt vaak
onoordeelkundig opgetreden. In die
Spaarnwoud'erstraat werden eerst de
trottoirs verbreed en geen week daar
na dé gewone rijweg opgebroken. Spr.
noemt dit geld vermorsen.
De heer GROOT heeft bij de vorige
begrooting staten van dit werk ge
vraagd1. Dit is toen verworpen, maai
bij zou het weer willen vragen. Was
het gebruik een liist van straten over
te leggen dan zou de Ged. Raam
gracht niet zoolang zijn blijven liggen.
Spr. vestigt d'e aandacht op de Rus-
tenburgeaiaan die een zeer dlrukke
verkeersweg is
D® beer DE BREUK antwoordt, dat
al vroeger de quaestie van aanbeste
ding is besproken, en dat toen reeds
gebleken is. d'at B. en W. de regeling
zooals die nu is, prefereerden. Over
die bestrating in de Spaamwouder-
straat kan spr. thans niet oordeelen; de
regeling van de onderdleelen is boven
dien aan de ambtenaren overgelaten.
Het vorige jaar is het voorstel om een
lijst, van te repareeren straten aan te
leggen, verworpen. Het meest noodige
wordt het eerst hersteld.
De Rustenburger laan is nog niet be
straat.. ze is nog weinig bebouwd. Zijn
daar meer huizen, dan is er meer re
den om die te bestraten. B. en W.
zullen er nog eens over denken.
Ingediend wordt een voorstel om
een stratenlijst over te leggen.
Op advies van den Burgemeester
neemt de heer Groot dit terug en zal
het een volgende vergadering indie
nen.
De heer HOFLAND noemt het ge
beurde in de Spaarnwouderstraat geen
onderdeel, maar eene zaak van sys
teem. Het vorig jaar heeft spr. geen
succes -ehad op zijn voorstel om het
stukwerk af te schaffen, maar de Raad
is sedert veranderd en kan dus van
meening veranderd zijn.
De heer ROOG zou wenschen, dat
in een volgendi'e vergadering de heer
Hofland een definitief antwoord kreeg.
Dan kon bliiken of er goed gewerkt is.
De heer GROOT beveelt de bestrating
der Rustenburgerlaan nader aan.
WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN
De heer SCHRAM breekt een lans voor
de Zondagsrust der plantsoenwachters.
Spr. wil voor hen vervangers, zoo dat
ieder die wil om de 1 Magen een vervan
ger stellen kan. ,'t Is onverantwoordelijk,
dat maanden aaneen deze arbeiders geen
enkelen vrijen Zondag hebben. Wat niet
is beproefd weet men niet of lukken zal
en een poging is nooit gedaan.
De heer HUGENHOLTZ wijst op de ver
hooging met 100 van den opzichter
Baardse. Spr. gunt den man die f 100,
maar releveert dat deze toegelaten 'heeft,
(lat de werklieden bij het droogleggen
van den vijver in den Hout zulke buiten
gewoon lange werktijden hebben gehad.
Spr. spreekt over dit feit zijn afkeuring
uit.
De VOORZ. zegt, dat als de plantsoen
wachters op Zondag vervangen worden
door agenten 4de klasse, de moeielijk-
heid verplaatst wordt, omdat ook deze
menschen in de week hard werken.
Over de drooglegging van den vijveT
is overlegd met de werklieden en dezen
betuigden daarbij hun volle instemming.
Een enkelen keer extra te arbeiden is
zeker toch geen bezwaar en toen na 2 da
gen bleek, dat de werktijd te zwaar was
zijn de werktijden verkort.
De heer SCHRAM is het met den Voor
zitter niet eens. Nu deze werklieden meer
loon hebben, zouden ze graag met vrouw
en kinderen eens een vrijen Zondag heb
ben. Spr. betreurt, dat de Voorz. hem
zoo weinig troost heeft kunnen geven.
De heer HUGENHOLTZ zegt, dat pas
na 8 dagen de werktijd is verminderd,
toen men wist dat er publiciteit aan zou
worden gegeven.
De VOORZ. herhaalt, dat het hier een
uitzondering geldt. Spr. leest voor een
schrijven van Baardse, waaruit blijkt,
dat na den tweeden dag elk 8 d 10 uur
rust kreeg.
De heer HUGENHOLTZ vraagt voor
den derden keer het woord (Stemmen,
neen!'-) De heer HUGENHOLTZ ziet van
't woord af en zegt, dat de Raad zich hier
in zijn ware gedaante doet kennen.
SCHOONHOUDEN VAN URINOIRS.
De heer HOFLAND vraagt inlichting
over den post t 9000 voor water voor
schoonhouden hiervan.
De heer DE BREUK rekent het bedrag
voor. Verleden jaar waren er geen me
ters bij en wist men niet, hoeveel er
doorging.
INSPECTEURS VAN POLITIE en AGEN
TEN enz.
De heer VAN DE KAMP zegt, dat men
20 agenten meer wenscht. Vragen we het
hoofd van de politie of dat noodig is,
dan krijgen we een bevestigend antwoord
maar vragen we verder, dan hooren we
dat we er niet mee noodig hebben. Toch
is 't bedrag aan 't oordeel van den Raad
onderworpen. Moet de Raad niet beoor-
deelen, of de gelden goed worden be
steed? Spr. meent van ja. We hebben
76 agenten, daarvan gaan 34 op en van
wacht, beurtelings voor dag- en nacht
dienst.
Hun dienst is verdeeld in 20 ronden en
dagteelcent van 1889.
Er waren in 1894 in Haarlem
370 openbare wegen, met een totale leng
te van 92 K.M. Onder 20 ronden zou dus
elk agent 4 K.M. te surveilleeren hebben
en daarvoor heeft hij anderhalf uur. In
1 1/2 uur kan men 5000 M. surveilleeren.
Maar die ronden zijn zeer verschillend.
Het grootste verschil is 24000 M., er zijn
er ook, die 15000 M. verschillen. De uit
breiding met 20 agenten is nog niet zoo
noodzakelijk. Eerst als de ronden goed
verdeeld zijn, kan men daarover spre
ken. En bovendien zijn die 20 agenten
figuurlijk vrijwel in 't water gegooid. Ze
worden niet behoorlijk gecontroleerd.
Als er 's nachts scherpere controle was,
zouden er minder misdrijven voorko
men. Spr. zou willen wachten, tot de
Burgemeester betere verdeeling heeft toe
gezegd.
De heer VAN DEN BERG sluit zich aan
bij de klacht over gebrekkige contröle op
den nachtdienst. Wederkeerige controle
op een bepaald punt acht spr. wensche-
lijlc.
De VOORZ. zegt., dat juist de nacht-
contröle weer in den laatsten t.ijd bespro
ken is met den Commissaris. De verdee
ling van de ronden zooals de heer Van
de Kamp die aanwijst, kan spr. niet na
gaan. Het aantal agenten, thans ge
vraagd, is reeds acht jaar geleden ge
vraagd. Het aantal misdadigers in de
stad is grooter dan vroeger. Mocht de
Raad den post verminderen, spr. zal zijn
plicht blijven doen, maar dan komt de
verantwoordelijkheid aan dit College.
Wordt het aantal agenten toegestaan,
dan is een andere verdeeling der ronden
in bewerking.
De heer DE BRAAL kan moeilijk met
het voorstel meegaan en betreurt., dat de
justitie geen vergoeding geeft.
Kan het Riik ons voor de bewaking
niet een paar patrouilles infanterie ter
beschikking stellen? Dan doen ze meer
nut dan voor werkstakingen. Spr. zou
wenschen. dat de Burgemeester zoo
welwillend was aan een raadscommis
sie inlichtingen te geven.
De heer GROOT meent, dat voor
nuttelooze dingen veel agenten wor
den gebruikt: kalm© vergaderingen,
begrafenissen. Men zou denken, dat
men geen raad weet met de agenten.
De heer STOLP wil bet bedrag toe
staan, er op rekenende dat de Voorz.
de wenschen van den heer Van de
Kamp in overweging zal nemen.
De heer MODOO wil eerst een volle
dig plan van organisatie en daarna
beraadslagen over de aanstelling van
nieuwe agenten.
De heer VAN DEN BERG vraagt
pertinent of het in 't plan ligt. ook een
betere contröle in te voeren.
De heer HOFLAND wijst op een be
paald verschil van inzicht over den
dienst. De heer Van de Kamp wil
eerst herziening van de ronden, en
van de controle, de Voorz. wil eerst het
geld pn daarna veranderingen overwe
gen. Spr. is voor het standpunt van
den heer Van de Kamp.
De beer WILLINK vindt in het laat
ste veel waars. Na reorganisatie zou
kunnen bliiken., dat men niet alles wat
gevraagd' wordt., noodig had. Spr. geeft
in overweging dat de Voorz. zich
voorloopig met de helft tevreden stelt.
De VOORZ. zegt. dat de reorganisa
tie afhangt van het aantal agenten,
dat de Raad toestaat. Met het be
staande aantal is door de uitbreiding
d'er gemeente geen goede organisatie
mogelijk. Het is niet spr. die niet aan
den Raad tegemoet wil komen, maai
de gemeentewet bepaalt, dat de in
richting van de politie berust bij den
burgemeester. Het is moeilijk, te zeg
gen dat er agenten te veel waren, juist
bij begrafenissen waren er meermalen
veel te weini- Spr. is bereid voor
zoover dat mogelijk is, met d'e beschik
bare krachten een betere contröle in
te voeren, maar do inspecteurs en ad
juncten zijn overladen met schrijfwerk.
De heer WILLINK heeft na het ge
hoorde, geen bezwaar meer tegen den
post.
De VOORZ. zegt. d!at als het geld
wordt toegestaan de 20 agenten zullen
worden aangesteld1.
De heer HOFLAND komt nog op de
verdeeling der ronden terug en. conclu
deert uit de c^fers van den heer Van
de Kamp. dat na de reorganisatie geen
nieuwe agenten noodig zijn.
De heer DE BILAAL stelt voor het
bedrag van f 13,500 voor de 20 nieuwe
agenten te schrappen.
Wordt ondersteund.
De heer VAN DE KAMP herhaalt de
door hem verstrekte gegevens. Sedert
1894 is er een groote uitgestrektheid
bijgekomen e-i thans acht spr. de zaak
dubieus. Liefst zou hij 14 agenten
willen geven en zes controleurs, die
elk f 100 meer zouden hebben. Dan
kan er behoorlijke, contröle zijn.
Spr. heeft Willem van Zuylen een
lezin"- hooren houden, waarbij 3 agen
ten waren en een inspecteur (gelach).
De heer SPOOR vraagt, of het die
bedoeling is ze? controleurs aan te
stellen al? de Voorz. dat noodig vindt
en 14 agenten
De VOORZ. antwoordt bevestigend.
De heer KRUSEMAN zou willen
voorstellen 13,500 over te brengen
naar Onvoorziene uitgaven.
Het amendement-de Braai wordt
verworpen.
Voor de heeren Schram, de Braai,
Modoo, Groot Hugenholtz, Hofland.
De heer MODOO is voor het denk
beeld van dien heer Kruseman om de
post van f 13,500 over te brengen naar
onvoorziene uitgaven. Dan kan blijken
uit de reorganisatie of alles noodig is.
Spr. zou de macht om het geld toe te
staan zoolang mogelijk in handen
willen houden
De VOORZ. meende, dat dit alles nu
al is afgehandeld en de Raad' de 20
agenten had toegestaan.
De post wordt, nu goedgekeurd, dus
ook de som voor 20 nieuwe agenten.
BUITENGEWONE KOSTEN DER PO-
LITIE.
De heer HUGENHOLTZ is bevreesd, dat
men te Haarlem een instelling handhaaft,
die zeer gevaarlijk en uit den tijd is.
Mr. Höfelt heeft onthullingen gedaan
over het premiestelsel te Amsterdam en
de heer Franken heeft die wel beant
woord, maar niet weerlegd. Vandaar
sprekers vraag in de afdeelingen en. het
daarop gegeven antwoord. Gaf men be
tere bezoldiging aan de agenten en
eischte men een examen, dan zou pro
motie beter zijn danpremiën. Het aan-
ta lprocessen-verbaal wordt in aanmer
king genomen bij premiën en dat is al
een premie op een nog te verrichten daad.
Dit is natuurlijk heel iets anders, dan
een bel ophing, waarop men niet van te
voren kan rekenen. Prof. Simons schrijft
(spreker wil een stuk voorlezen, maar
krijgt van den Voorz. te hooren: „waar
over u klagen wil, bestaat hier nietl")
De spreker gaat voort en zegt: „het
bestaat wèl. In de afd. heeft de Voorz.
het zich laten ontvallen en toen heeft
spr. gevraagd, daarvan geen misbruik
te maken. Daarom is het ook in 't afdee-
lingsverslag gezet. De Voorz. zelf heeft
erkend, dat hij van de discussie over de
zaakHöfelt niet op de hoogte was. Voor
den agent is het besef van de premie een
gevaar en een aanleiding om processen-
verbaal op te maken van wat hij meent
of hoopt gezien te hebben,
De VOORZ. zegt, dat hij het stadium
van door den heer Hugenholtz geprik
keld en geërgerd te kunnen worden
voorbij is. (Gelach en applaus). Gaat bij
zoo voort, dan geeft spr. het op met hem
te werken. Hij heeft een manier van de
zaken voor te stellen zóo scheef, dat men
vraagt: hoe verzint hij het! In de afd.
weegt men zijn woorden niet op een
goudschaaltje en toen spr. zag,' dat de
heer Hugenholtz alles opschreef, is spr.
daarmee spoedig geëindigd. Dat gaat
niet in kleine kringen. Met den heer Hu
genholtz is niet voor spr. samen te wer
ken, anders dan door zaken af te han
delen. (Hugenholtz: Meer is ook niet noo
dig. Voorz.: Men kan opbouwen, u breekt
af (applaus). De hr. Hugenholtz had spr.
de brochure van prof. Simons beloofd,
maar heeft, die niet gezonden. Wanneer
er op alle misdrijven een tarief van pre-
miën staat, dan is 't wat anders, maar
dat bestaat hier niet. Wanneer er een
quaestie is van beloonen is, wordt in
aanmerking genomen het aantal proces
sen-verbaal; dat is één van de factoren,
niet (V eenige maatstaf.
Als de menschen volmaakt waren be
hoefde het niet, maar dat is nu eenmaal
zoo niet. En de heer Groot, partijgenoot
van den heer Hugenholtz, was met deze
explicatie tevreden.