Iet Hé mier I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 20e Jaargang Woensdag 5 November >902. No. 5937 HAARLEM'S DA6BLAD ABONNEMENTSPRIJS: AD VERTEN TIEN Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Yan 15 regele 5® öfee.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), k de prijje das* Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 MrCf Groote letters raar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door het geheele Rqk, per 3 maanden1.65 Wsf jjjWL 1 |fReclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02J£ Bureaux; Gebouw Het Spaarne, Znider üuUetsspasrtie No. 6. Geïllustreerd Zondagsblad, yoor Haarlem, per 3 maanden 0.37Telefoonnummer der Redactie 600. rcietoounummer der Administratie 122. de omBtreken en franco per post 0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van liet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam. JDit blad verschijnt dagelijks, behal ve op Zon- en Feestdagen Hwfdagent&n voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciié Etrangère Ga Li DAUBE Co. JOHN F. JONES*fiwcc., Parijs 31^* Faubourg Monvtnccrire. H'ftamssï'g; Ballad van 5 Nov. bevat o. k. Ben Viljoen'8 besluit, Uit de Diamant-nijverheidVerlioogiug van gasprgs te Amsterdam, Het koninklijk echtpaar te Sckwerin, Brand te Botterdam. Officliele Berichten. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Haarlem doen te weten, d.at bij hun ne beschikking van 31 October jl. aan: lo. J. G. Uijlenburg, vergunning is ver leend tot uitbreiding van een® koek- en banketbakkerij in het perceel aan de Gierstraat no. 30, door het plaatsen van een gasmotor van IJ paardenkracht in het achter genoemd perceel gelegen pak huis aan de Breestraat no. 36. 2o. aan Haverschmidt en Klaje vergun ning is verleend tot oprichting van eene stoffenververij - en wasscherij, waarbij als beweegkracht eene stoomma chine met ketel zal worden, ge bezigd in het perceel aan de Brouwers vaart no. 74, alsmede tot oprichting van eene bewaarplaats van benzine,in eenen aangrenzenden uitbouw op genoemd ter rein. Haarlem, 3 November 1902. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Buiteniandsch Nieuws Engeland. Lord Rosebery heeft Zaterdag te Edinburg het woord gevoerd, waarbij hij de onderwerpen van den dag be handelde; hij zeide ingenomen te zijn met bet plan om een bijeenkomst te beieggen der liberale leiders; den vrede noemde hij gebaseerd op de grondsla gen der Engelsche liberale partij; hoe edelmoedig de hulp ook was, acht liij het noodig nog meer bijstand in geld te verleenen: voorts juichte lord Rose bery Chamberlain's reis naar Zuid- Af rika ten zeerste toe; terwijl hij zijn kritiek niet onthield aan het regee- ringsbeleid in den afgeloopen oorlog (niet) aan den dag gelegd. Denzelfden das: werd' te Londen in het Alexandra Palace nog een andere liberale bijeenkomst gehouden waar Si!r H. Campbell Bannerman en As- quith spraken over de financieele po litiek en de onderwijswet. Het moet er m den bol van generaal Viljoen raar uitzien. Ziehier een Transvaler, düe zich in den oorlog over het geheel dapper gedragen en zich in enkele opzichten als bevelhebber onder scheiden heeft Van het recht, dat zijn volk in den strijd had1, is of was hij althans overtuigd. Men kan dat in zijn boek lezen. En dus ook van het onrecht, diat Engeland zijn volk aan doet. En nauwelijks is de oorlog uit, heeft Engeland aan het geheele bestaan dier twee republieken een ein de gemaakt en terwijl het nog voort gaat door allerlei maatregelen dat volk er onder te houden, of de heer Viljoen is koek en ei met de Engel- schen. Hij tracht in hun gunst te ko men door de drie groote generaals, die met hun beroep op d'e beschaafde we reld het ongenoegen van de Engel- schen opgewekt hebben, te mijden; door te verklaren dat hij niets met hen te maken heeft, al kan 't waar wezen, dat de ijdele man geprikkeld is. omdat de generaals hem in Den Haag niet in staatsie begroet hebben. En daarbij een waardeering en hulde voor de brave mannen, die de Boeren onder worpen hebben, die loffelijk zoude zijn. wiare zij onder de gegeven omstandig heden niet wee-makend. Maar dit is den loyalen nieuwen Brit niet voldoende. Hij heeft zijn dien sten aangeboden om in Somaliland voor Engeland' te vechten! Samen met commandant Pienaar, die, volgens een Inricht uit Transvaal, onder cle men- schen is die zich daar aangeboden heb ben. Dit zal wel de Pienaar zijn, van wie-n generaal Viljoen in zijn boek spreekt, als hij zijn verontwaardiging te kennen geeft dat de 1S00 man die zich, met kanonnen, te Komatiepoort bevonden, geen weerstand tegen de Engelschen boden: „Ook een zekere Pienaar. die zich'op Porfcugeesch ge bied generaal noemde, vluchtte mei 800 man de grens over. Allen werden ontwapend en naar Lissabon gezon den". Pienaar en Viljoen zijn geen Natio nale Verkenners geweest. Wat- kan hen bewegen tot deze weerzinwekken de dienstaanbieding? Alleen om een. wit voetje bij de nieuwe vrienden te krijgen? Zaterda^ verluidde' te Londlen reeds, dat die Engelschen die hulp niet aannemen zouden. Trouwens, wordt er vooreerst wel tegen de Somali's ge vochten? Maar wij behoeven niet aan te nemen, dat de menschen. die hun diensten in deze aanbieden, weten dat zij toch geweigerd zullen worden. Een andere verklaring is te vinden in dien brief, dien generaal Viljoen aan de pers te Belfast heeft gezonden. Hij schreef, dat als Engeland hem en dui zenden andere Boeren niet financieel helpt, zij te gronde moeten gaan. Het schijnt dan, dat generaal Viljoen voor zich zelf en zijn vrouw en kinderen van d'e mildheid der Engelschen niet veel verwacht en ook zijn lezingen geen financieel succes zijn. Zoo zou het dus kunnen, dat het aanbod van de Boeren, die in Somaliland vechten willen, gewezen Nationale Verkenners en andteren, een aanbod van wanhopi- gen ts. Om met zijn gezin geen gebrek te lijden komt een mensch tot veel. Deze verklaring acht men voor een man als generaal Viljoen eervoller d<an dat men moet aannemen, dat hij zonder dien nooddwang er toe geko men was. Intusschen, dat er zonderlinge denkbeelden in zijn brein oprijzen blijkt nog uit het volgende. In een gesprek met een verslaggever zoo leizen wij in de Petit Bleu" heeft hij gespot met de vrees, dat Chamber lain in Zuid-Afrika misschien door de Boeren doodgemaakt zou worden. Hij, generaal Ben Viljoen, was overigens bereid om zoolang de minister in Zuid- Af rika was .als gijzelaar in Engeland te blijven. Wat wil men meer? De groote Ben Viljoen weegt wel op tegen den grooten Chamberlain. En elke Boer, die misschien lust zou hebben om zijn laatste patroon uit zijn achter- gehouden Mauser op den belager van Feull let® ss. door MAX PEMBERTON. 40) Dezelfde dag, om vijf uur. Wij openen de benedendeuren en dalen naar degangen af. Zeven man zijn met mij, en ieder draagt een ge weer, Het onderzoek is niet zoo erg voor hen, die opgesloten zijn in hun schuilplaats als voor ons leven. Doctor Gray heeft dat onder woor den gebracht en het is waar. De groo te v uurkamer, die de lucht van den zeekant opzuigt, en het instroomen, die ons :t bewustzijn teruggeven, door de gangen vau Cz&rny's huis stuwt; stond dien d'ag tusschen ons en de Eeuwigheid. Als zij d'aar beneden het vuur d'ezen tijd aan den gang gehou den hadden, was 't voor hun eigen redding. Ontneem hun voedsel en drinken, en wat voor zekerheid hebben we dan, dat zij hun taak zullen voort zetten En toch was het, daarvan was zijn vrijheid af te schieten, zal zeker j tot zichzelf zeggen: Neen, dat nooit, want de Engelschman zou zich wreken op generaal Viljoen. Wij moeten nog even dit zeggen: na Jameson's inval is er uit Transvaal ook een aanbod gedaan om de Gechar terde maatschappij tegen de opgestane inboorlingen te helpen. De omstan digheden waren toen echter anders. Er lag toen niets vernederends in dat anbod en zoo al d'an toch voor de Ge charterde Maatschappij alleen. De j Boeren waren de overwinnaars. En i dan kon de opstand in Rhodesië, in dien hij zichzuidwaarts uitbreidde, voor de Boeren zelf gevaarlijk worden. Dnitschland. De Kamer van Koophandel te Berlijn j heeft besloten, een voorstel van den J koopmansstand, strekkende om wettelij ke invoering van winkel-sluiting om 8 uur te bepleiten, zonder meer van de hand te wijzen. Oostenrijk-II on gar ij e. De minister van oorlog voor Oosten- rijk-I-Iongarije baron Krieghaminer, heeft Vrijdag een conferentie gehad! met den Hongaarschen Iionved-minis- j ter Fejervary en den Oostenrijkschen minister der nationale verdediging von Welsersheim om hun gedragslijn! vast te stellen ten aanzien van dei kwestie der verhooging van het leger- j contingent. Het hevig verzet, dat het ingediend J ontwerp in de Hongaarsche Kamer ge- j vonden heeft, beeft de drie ministers doen besluiten het in te trekken. De vrij groote zekerheid, dat het in dei Oostenrijksche Kamer niet minder feij bestreden zou worden, zal er ook wei het noodige toe hebben bijgedragen, dat de heeren een ander plan hebben opgemaakt. Dit bestaat hierin, datj aan de Kamers in beide landen een nieuwe militaire wet zal worden voor gesteld, die 10 jaar van kracht zal blijven en waarbij bet contingent van 103.500 man op 123.500 zal worden ge bracht. Men vertelt te Weenen, dat de mi nisters voor dit jaar eigenlijk wel van de heele leger ver sterking wilden af-i zien. maar dat de Keizer nadrukkelijk I te kennen zou hebben gegeven dat, hij de reeds zoo lang geraamde uitbrei-i dmg zonder-verder uitstel wenschte tot stand te zien gebracht 1-lPt nieuwe voorstel der ministers is j als tegemoetkoming aan de Kamers' eigenlijk niets anders dan een wassen neus. Want het komt, evenals het oude plan, neer op epn versterking van liet leger met 20.000 man. I-Iet laat zich dan ook aanzien, dat dit plan een! even heftig verzet zal vinden als het: thans afgekeurde. Tnrkge. Door het Turksch optreden in het P.oode-Zee-gebied zijn eindelijk drie hoofdschuldigen van de zeerooverïjeu j uit den laatstan tijd gepakt en aan de ltaliaansch© overheid uitgeleverd, j Daarop is met Italië overeengekomen, i dat de regeling der ondergeschikte punten, zooals de teruggave der ge-I stolen goederen of de betaling eeneri schadeloosstelling zal worden overge-j laten aan de autoriteiten van Mas-! soeah en Hodeida. I Een bericht van gisteren uit Aden aan de Ind. Beige geeft een minder vredelievende voorstelling van de af wikkeling van het Turksch-Italiaan- sche geschil in de Roode Zee de Ita- liaansche regeering zou volgens dit bericht geen genoegen genomen heb ben met de door de Porte aangeboden waarborgen, waarop het daar st.atio- neerende eskader bevel zou hebben ontvangen Iddy te bombardeeren. Een later bericht meldt dan dat men reeds is overgegaan tot liet- bombardement dezer plaats. Rusland Yan gezaghebbende zijde worden uit St. Petersburg in eens drie ge ruchten van den laatsten tijd dood ge maakt. Ten eerste is er niets van waar, dat de Tsaar aan een zenuw aandoening lijdt, en daarvoor een spe cialist naar Liwadia ontboden is. Ten tweede is het niet waar, dat er te Kief en te Moskou weer studenten onlusten zijn uitgebrokenen tenslot te is het verhaal van een aanslagop von Plehwe, den minister van bin nenlandse!)© zaken, een verzinsel. Amerika. De presidentsverkiezing in Hondu ras, waaraan wij in ons nummer van 17 October een beschouwing hebben gewijd, is afgeloopen. De Hambur ger BörsenhaHe verneemt uit Amapa- la, dat generaal Manuel Bonilla ge kozen is. Voor de rust in Midden- Am erika en de toekomst van het re- publiekje schijnt deze afloop der ver kiezing, gelijk wij uiteenzetten, een goed voorteeken te zijn. Zuid-Afrika. Wilkinson, Anglikaansch bisschop in partibus, schrijft aan de Times een brief van pas. Hij schrijft: „Ik stel aan de Zuid-AMkaansche bis schoppen voor een nieuw zendings bisdom (te stichten in een nog onbe werkt deel van Zuid-Afrika als een vrede- en dankoffer en een blijk van erkentelijkheid tegenover de inboor lingen, wier trouwe vriendschap in de dagen van onze zorg en droeve el lende voor ons van zoo onschatbare waarde is geweest... Wij nadierennu den derden verjaardag van het tijd vak omtrent de donkere Kerstmis van 1S99, toen alles hopeloos tegen ons scheen te zijn en onze heerschappij over Zuid-Afrika inderdaad zeer ha chelijk stond. Het was in die dagen dat de inboorlingen zich onze vaste ein onschatbare bondgenooten toon den. Door zich aan onze zijde te scharen schenen zij alles te verliezen ts hebben en niets te winnen, toch wankelden zij niet in hun trouw. Be dreiging, geweld, dood hadden geen macht op hun standvastigheid. Dat wij Zuid-Afrika verloren hadden, wa ren zij tegen ons geweest, lijdt geen twijfel. Dat zij zoo flink aan onze zijde stonden kwam ongetwijfeld niet alleen van ons rechtvaardig- en bil lijk bestuur maar ook van het zen dingswerk dat wij onder hen Heb ben verricht. Gelijk bisschop Baynes van Natal getuigd heeft: „De inboor lingen hebben het Brïtsche Rijk in Zuid-Afrika gered, en ik aarzel niet dat grootendeels toe te schrijven aan de uitwerking van Christelijke zen ding." Het was in de buurt van on ze oudste zendingsposten op de Zoe- loegrens, waar ik woonde toen ik in Zuid-Afrika was, dat een der schoon ste voorbeelden van inboorlingen- trouw gegeven werd. Toen Botha trachtte het inboorlingenhoofd van dat district met een groote kudde vee om te koopen voor een inboorling bijna onweerstaanbaar als* hij de Boeren (tegen ons wilde helpen, ant woordde hij: „Neen, ik wil trouw blijven aan den Britschen koning; neem uw vee en ga, weg, of ik zal u uit mijn land drijven." En zoo was liet overal. Honderdduizenden krijgs haftige Zoeloes, Amazwazies, Basoe- to's, Matabeeilen, Betsjoeana's wacht ten den heel&n oorlog door slechts op een teelien van de Britsche regee ring om tegen de Boeren op te staan en met hun commando's korte met ten te maken." Dit is een, van vele dwaasheden overloopend, toch merkwaardig getui genis. Ziehier de erkenning en het is waar, geen Boer zal het tegen spreken dat de Engelschen on danks de ongeveer 450.000 blanke sol daten die zij tegen de Boeren in het veld hebben gebracht, het verloren zouden hebben zonder de zwarte bondgenooten. Engeland had het niet alleen verloren, als de zwarten tegen hen waren geweest, maar ook als zij er eenvoudig buiten waren gebleven. De Kaffers waren een der hoofdrede nen waarom te Vereeniging tolt den vrede besloten is. Dat verhaal van Botha is natuurlijk een leugen. Was het maar waar! zouden wij bijna zeggen; hadden de Boeren de Engel schen maar met gelijke wapenen be vochten en de zwarten, die hen graag tegen de Engelschen geholpen had den, tegen de zwarite bondgenooten van den Engelschman uitgespeeld. Maai' misschien hebben voor de toe komst de Boeren het beter ingezien. Innig zot is overigens de bewering van den bisschop, dat de Kaffers uit liefde tot den Engelschman meege vochten heeft! De Matabeelen en Bet sjoeana's uit liefde voor de Engel schen brandend van begeerte om zich te onderscheiden! En andere Kaf ferstammen hebben van Engeland's rechtvaardig bestuur herinneringen, die niet veel ouder zijn. Neen, ten deele uit rechtstreekschen dwang,(ten deele om niet in kampen opgesloten te worden, en vooral om de soldij die zij kregen, en in het vooruitzicht van den buit, dien zij op de Boeren kon den behalen, en van de hoeven weg slepen daarom hebben de Kaffers meegevochten. Brit, evenzeer als Boer is overigens zijn vijand. Stadsnieuws. Haarlem, i Nov. 1902. Over de straatschandalen. We zijn heden eens bij eenige bewo ners van de Groote Houtstraat, die op verschillende gedeelten der straat wonen, geweest om hun oordeel te vernemen over die dezer dagen druk besproken en ook in de plaatselijke pers beschreven straatschandalen in de hoofdstraten. Hun oordeel kan genoemd worden één groote klacht.. Alle bewoners, die we spra ken. klaagden over de schandelijke herrie. Het begint reed's tusschen zeven en acht uur en duurt dan gewoonlijk tot tien uur toe. om dan langzamerhand te verminderen. Het. drukst schijnt het te zijn in den omtrek van liet Verwulft, waar ge woonlijk troepjes straatrekels zich posteeren en van daaruit een soort schrikbewind in de geheele Groote Houtstraat organiseeren. Zij molesteeren de voorbijgangers, randen dames aan, wippen hoeden af, bedrijven allerlei liederlijkheden en waarover zeer geklaagd werd. braken de allergemeenste denkbare straattaal uit. Die straattaal is dan gericht tot „da mes" van hetzelfde allooi der „hee ren"; allemaal straatfiguren. Algemeen juichten de Houtstraatbe woners, die we spraken, het toe. dat in de pers tegen die ergerlijke dingen te keer wordt getrokken en ze verzoch ten ons met nadruk er op te wijzen dat juist waar de relletjes het ergst zijn, nooit politie aanwezig is. Wat de Groote Houtstraat betreft, daar is gisteren, hoewel het henrieach- tig was en een Janboel, toch niets ver nomen van vechtpartijen zoover ons bekend is. We moeten echter in onze kroniek boekstaven het fraaie feit, dat gisteren avond een drietal straatmeiden van veertien tot zestien jaar dronken dooi de Jansstraat waggelden met een me nigte volks achter zich. Een schoon tafreel in deez' verlichte tijden. Examens Vrije- en Orde- oefeningen. Geëxamineerd vijf man- neliike en zes vrouwelijke candidaten. Geslaagd de heeren A. li. D. Wepster, P. Ziere, beide van Haarlem, G. Worp Hoorn, en de dames J. C. Henrard en S. J. C. den Herder, beide van Am sterdam. ik getuige, een gevaarlijke reis. Geen man van' ons gezelschap kon met ze kerheid zeggen, hoeveel van Czerny's volk hij in 't zwarte labyrinth, dat wij zien zouden, vinden kon. Niemand kon over de verborgen gevaren mee praten, die in den gang of den kelder op de loer lagen ver van de zeepoort en het zonlicht verwijderd. Wij gin gen het onbekende tegemoet, en met vreesachtige passen, elk zich afvra gend Zal ik blijven leven, om den dag weer te zien? ieder zijn buurman zeg gend Bij elkaar blijven Het geklop had aangehouden, toen wij de deux openden, en wij tuurden een poosje in de groote gang, die Ik reeds de ruggegraat van het geheele onderhuis had genoemd. Ze was ver licht, de lampen brandden nog, de ijzeren deuren waren gesloten, de ver takte gangen vol vertrekken. Wij hoor den geen geluid van heneden, behalve hot knetteren van het vuur, dat een wind teweeg bracht, die frisch en zoet om ons gezicht waaide. Hij die in die liel op de loer lag, vreesde zich zélf te verraden, door geluid te geven Wij waren omringd door een donker geheim, en met de buks ih de hand to gen wij uit om de waarheid te ver nemen. Er waren lampen in de gang, maar in de zijgangen was geen ander licht dan wat groen en zilverachtig uit de vensters, die de zee buitensloten, neer schoot- Dikwijls schoven de zeven mannen, die bij mij waren, dicht tegen elkander aan, verbluft door het fantas tische schouwspel, dat het zeelicht ons te zien gaf. Een volgend oogen-i blik vreesden zij naderend onraad en ,.sst." roepend, luisterden zij naar stap pen in de stilte of andere geluiden dan van het vuurgeknetter en de schom melende blaasbalg. Ili geloof, dat de diepe stilte hen beangst maakte. De1 monsters op de vensters, waarvan ik hen verteld had, maakten hen banger dan eenig spook op Gods aarde had kunnen doen. Als ik mijzelf aan die nieuwe gewaardingen gewend hacl, dan scheen Czerny's huis mij eerder een toevluchtsoord toe, Niettemin wa ren er oogenblikken dat ik mijn stap pen inhield' en mijn oogen stijf op de duisternis voor mij gericht waren. Want soms scheen het dat men in een doorschijnende poel lag, met om zich heen een troep woeste krabben met uit puilende oogen en hun prooi verplette rend met groote klauwen. Iets verder hield ik voor een opening stil en ont dekte een duivelsvisch met zijn nest in de diepte, waarvan men nooit had hooren vertellen. Hier lag een groot bassin uitgehold in een koraalrots, en het groene water schuimde erin, en overal in hoeken en gaten schenen docrtssprieten te kronkelen de angst wekkende oogen van die onnoemelijke wezens schenen te staren en ons te dreigen. Wij telden honderden van die visschen, op de vensters van den tweeden kelder, die wij binnen traden; en er verschrikt voor terugwijkend, gingen wij „verder, zonder een woord te spreken. Een dollemanshuis, zei kapteïn Nepeen eindelijk iets anders kan het niet wezen voor ik het met mijn eigen oogen gezien heb, Mijnheer Begg, zou ik geen geschreven verhaal ooit ge loofd hebben. En toch is het waar, zoo waar er een hemel boven ons is. Daaraan valt niet te twijfelen, sprak ikeen dollemanshuis, kaptein, en gekken, die erin wonen. Maar van dat alles zullen wij straks spreken want de schaduwen mochten eens ooren hebben. Houdt je geweer ge reed er zullen nog anderen als wij zijn. Hier is de eerste, morsdood Zij kwamen op mijn woorden alle maal kijken, en bespeurden het li chaam van een dood man, dat juist midden in het licht lag en zoo neer gevallen, dat niemand behoefde te vragen, hoe hij gestorven was. Eén, zei ik, en de oorzaak van zijn dood is niet ver te zoeken. Hij is neer gestoken, terwijl hij wegrende. Daar is het mes, dat zijn dood veroorzaak te, jongens. Een jong zeeman, die hij ons was, I sidderde toen hij liet mes nog in de zijde van den doode zag steken. Wij anderen droegen het lichaam uit het licht en gingen voorzichtig weer ver der. Wij waren juist hij de groote slaapkamer waarvan ik de' deur zelf gesloten had, niaar nu stond zij open en het slot was verbroken. Er brand den nog lampen in hei groote vertrek, en er lag nog voedsel op tafel. Kas- ten waren omgehaald, stoelen gebro ken, kleerenrommel op den grond, ge broken flesschen, een afgeschoten pis tool verspreid, groote kloven op de deur, waar het ijzer beschadigd was, clit alles getuigde vtm een strijd om licht en vrijheid. De gevangenen wa ren gevlucht, maar het leven was de prijs hunner vrijheid. Ik wierp een vluggen blik door deze opengebroken gevangenis, en liet mijn makkers er toen volgen. De vogels zijn gevlogen, waarvan De penningmeester van het Luthersch Zangkoor deelt ons mede, dat hij de invitatie voor het Zondagavond gehouden concert Zaterdagavond ten on zen bureele bezorgde. Nader blijkt ons, dat door een fout van den bediende die deze aannam, de uit- noodiging niet tijdig in ons bezit is ge komen. In de Maandagavond gehoa- den vergadering van de liberale kiesver- eeniging Haarlem is besloten, de con tributie van 2.50 tot t 1 te verlagen en de bepaling, dat candidaten voor het lid maatschap zich s c h r i f t e 1 ij k moeten opgeven, te schrappen, zoodat thans ook mondelinge aangifte mogelijk is. Tot candidaten voor de vacatures in ei- éen gekortwiekt, is, zeide ik. Er zijn er nu nog vijf, de duisternis verbergt hen i Laat ons verder gaan, jongens ze zouden zeggen, dat acht man bang waren voor vijf, en dat kan niet van dappere zeelieden gezegd worden. Ik sprak hen tóe om hun moed te doen scheppen, want het was waar, dat de duisternis en het geheimzinnige dezer vreemde streken ook mij benauwde. Toen wij dieper in het labyrinth doordrongen, kon ik iedere schaduw zien en ieder fk guur in de hoeken. Waar waren de man nen, die in de donkere nissen verborgen zaten? Hun oogen zouden iedere stap, die wij deden, nagaan, hun pistolen op ons lichaam gericht, zijn, terwijl wij naar de diepte trokken.,En toch hoorde men geen geluid, het groote vuur knetterde altijd door; de koele, zoete lucht waaide ons frisch om 't gezicht. (Wórdt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1