Iet Hé mier I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Woensdag 5 November >902.
No. 5937
HAARLEM'S DA6BLAD
ABONNEMENTSPRIJS: AD VERTEN TIEN
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Yan 15 regele 5® öfee.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), k de prijje das* Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 MrCf Groote letters raar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rqk, per 3 maanden1.65 Wsf jjjWL 1 |fReclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02J£ Bureaux; Gebouw Het Spaarne, Znider üuUetsspasrtie No. 6.
Geïllustreerd Zondagsblad, yoor Haarlem, per 3 maanden 0.37Telefoonnummer der Redactie 600. rcietoounummer der Administratie 122.
de omBtreken en franco per post 0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van liet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
JDit blad verschijnt dagelijks, behal ve op Zon- en Feestdagen
Hwfdagent&n voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciié Etrangère Ga Li DAUBE Co. JOHN F. JONES*fiwcc., Parijs 31^* Faubourg Monvtnccrire.
H'ftamssï'g; Ballad van 5 Nov.
bevat o. k.
Ben Viljoen'8 besluit, Uit de
Diamant-nijverheidVerlioogiug
van gasprgs te Amsterdam, Het
koninklijk echtpaar te Sckwerin,
Brand te Botterdam.
Officliele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Haarlem doen te weten, d.at bij hun
ne beschikking van 31 October jl. aan:
lo. J. G. Uijlenburg, vergunning is ver
leend tot uitbreiding van een® koek- en
banketbakkerij in het perceel aan de
Gierstraat no. 30, door het plaatsen van
een gasmotor van IJ paardenkracht in
het achter genoemd perceel gelegen pak
huis aan de Breestraat no. 36.
2o. aan Haverschmidt en Klaje vergun
ning is verleend tot oprichting van eene
stoffenververij - en wasscherij, waarbij
als beweegkracht eene stoomma
chine met ketel zal worden, ge
bezigd in het perceel aan de Brouwers
vaart no. 74, alsmede tot oprichting van
eene bewaarplaats van benzine,in eenen
aangrenzenden uitbouw op genoemd ter
rein.
Haarlem, 3 November 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Buiteniandsch Nieuws
Engeland.
Lord Rosebery heeft Zaterdag te
Edinburg het woord gevoerd, waarbij
hij de onderwerpen van den dag be
handelde; hij zeide ingenomen te zijn
met bet plan om een bijeenkomst te
beieggen der liberale leiders; den vrede
noemde hij gebaseerd op de grondsla
gen der Engelsche liberale partij; hoe
edelmoedig de hulp ook was, acht liij
het noodig nog meer bijstand in geld
te verleenen: voorts juichte lord Rose
bery Chamberlain's reis naar Zuid-
Af rika ten zeerste toe; terwijl hij zijn
kritiek niet onthield aan het regee-
ringsbeleid in den afgeloopen oorlog
(niet) aan den dag gelegd.
Denzelfden das: werd' te Londen in
het Alexandra Palace nog een andere
liberale bijeenkomst gehouden waar
Si!r H. Campbell Bannerman en As-
quith spraken over de financieele po
litiek en de onderwijswet.
Het moet er m den bol van generaal
Viljoen raar uitzien. Ziehier een
Transvaler, düe zich in den oorlog over
het geheel dapper gedragen en zich in
enkele opzichten als bevelhebber onder
scheiden heeft Van het recht, dat zijn
volk in den strijd had1, is of was hij
althans overtuigd. Men kan dat in
zijn boek lezen. En dus ook van het
onrecht, diat Engeland zijn volk aan
doet. En nauwelijks is de oorlog
uit, heeft Engeland aan het geheele
bestaan dier twee republieken een ein
de gemaakt en terwijl het nog voort
gaat door allerlei maatregelen dat
volk er onder te houden, of de heer
Viljoen is koek en ei met de Engel-
schen. Hij tracht in hun gunst te ko
men door de drie groote generaals, die
met hun beroep op d'e beschaafde we
reld het ongenoegen van de Engel-
schen opgewekt hebben, te mijden;
door te verklaren dat hij niets met
hen te maken heeft, al kan 't waar
wezen, dat de ijdele man geprikkeld is.
omdat de generaals hem in Den Haag
niet in staatsie begroet hebben. En
daarbij een waardeering en hulde voor
de brave mannen, die de Boeren onder
worpen hebben, die loffelijk zoude zijn.
wiare zij onder de gegeven omstandig
heden niet wee-makend.
Maar dit is den loyalen nieuwen
Brit niet voldoende. Hij heeft zijn dien
sten aangeboden om in Somaliland
voor Engeland' te vechten! Samen met
commandant Pienaar, die, volgens een
Inricht uit Transvaal, onder cle men-
schen is die zich daar aangeboden heb
ben. Dit zal wel de Pienaar zijn, van
wie-n generaal Viljoen in zijn boek
spreekt, als hij zijn verontwaardiging
te kennen geeft dat de 1S00 man die
zich, met kanonnen, te Komatiepoort
bevonden, geen weerstand tegen de
Engelschen boden: „Ook een zekere
Pienaar. die zich'op Porfcugeesch ge
bied generaal noemde, vluchtte mei
800 man de grens over. Allen werden
ontwapend en naar Lissabon gezon
den".
Pienaar en Viljoen zijn geen Natio
nale Verkenners geweest. Wat- kan
hen bewegen tot deze weerzinwekken
de dienstaanbieding? Alleen om een.
wit voetje bij de nieuwe vrienden te
krijgen? Zaterda^ verluidde' te Londlen
reeds, dat die Engelschen die hulp niet
aannemen zouden. Trouwens, wordt
er vooreerst wel tegen de Somali's ge
vochten? Maar wij behoeven niet aan
te nemen, dat de menschen. die hun
diensten in deze aanbieden, weten dat
zij toch geweigerd zullen worden. Een
andere verklaring is te vinden in dien
brief, dien generaal Viljoen aan de
pers te Belfast heeft gezonden. Hij
schreef, dat als Engeland hem en dui
zenden andere Boeren niet financieel
helpt, zij te gronde moeten gaan. Het
schijnt dan, dat generaal Viljoen voor
zich zelf en zijn vrouw en kinderen
van d'e mildheid der Engelschen niet
veel verwacht en ook zijn lezingen
geen financieel succes zijn. Zoo zou
het dus kunnen, dat het aanbod van
de Boeren, die in Somaliland vechten
willen, gewezen Nationale Verkenners
en andteren, een aanbod van wanhopi-
gen ts. Om met zijn gezin geen gebrek
te lijden komt een mensch tot veel.
Deze verklaring acht men voor een
man als generaal Viljoen eervoller
d<an dat men moet aannemen, dat hij
zonder dien nooddwang er toe geko
men was.
Intusschen, dat er zonderlinge
denkbeelden in zijn brein oprijzen
blijkt nog uit het volgende. In een
gesprek met een verslaggever zoo
leizen wij in de Petit Bleu" heeft
hij gespot met de vrees, dat Chamber
lain in Zuid-Afrika misschien door de
Boeren doodgemaakt zou worden. Hij,
generaal Ben Viljoen, was overigens
bereid om zoolang de minister in Zuid-
Af rika was .als gijzelaar in Engeland
te blijven. Wat wil men meer? De
groote Ben Viljoen weegt wel op tegen
den grooten Chamberlain. En elke
Boer, die misschien lust zou hebben
om zijn laatste patroon uit zijn achter-
gehouden Mauser op den belager van
Feull let® ss.
door
MAX PEMBERTON.
40)
Dezelfde dag, om vijf uur.
Wij openen de benedendeuren en
dalen naar degangen af. Zeven man
zijn met mij, en ieder draagt een ge
weer, Het onderzoek is niet zoo erg
voor hen, die opgesloten zijn in hun
schuilplaats als voor ons leven.
Doctor Gray heeft dat onder woor
den gebracht en het is waar. De groo
te v uurkamer, die de lucht van den
zeekant opzuigt, en het instroomen,
die ons :t bewustzijn teruggeven, door
de gangen vau Cz&rny's huis stuwt;
stond dien d'ag tusschen ons en de
Eeuwigheid. Als zij d'aar beneden het
vuur d'ezen tijd aan den gang gehou
den hadden, was 't voor hun eigen
redding. Ontneem hun voedsel en
drinken, en wat voor zekerheid hebben
we dan, dat zij hun taak zullen voort
zetten En toch was het, daarvan was
zijn vrijheid af te schieten, zal zeker j
tot zichzelf zeggen: Neen, dat nooit,
want de Engelschman zou zich wreken
op generaal Viljoen.
Wij moeten nog even dit zeggen:
na Jameson's inval is er uit Transvaal
ook een aanbod gedaan om de Gechar
terde maatschappij tegen de opgestane
inboorlingen te helpen. De omstan
digheden waren toen echter anders.
Er lag toen niets vernederends in dat
anbod en zoo al d'an toch voor de Ge
charterde Maatschappij alleen. De j
Boeren waren de overwinnaars. En i
dan kon de opstand in Rhodesië, in
dien hij zichzuidwaarts uitbreidde,
voor de Boeren zelf gevaarlijk worden.
Dnitschland.
De Kamer van Koophandel te Berlijn j
heeft besloten, een voorstel van den J
koopmansstand, strekkende om wettelij
ke invoering van winkel-sluiting om 8
uur te bepleiten, zonder meer van de
hand te wijzen.
Oostenrijk-II on gar ij e.
De minister van oorlog voor Oosten-
rijk-I-Iongarije baron Krieghaminer,
heeft Vrijdag een conferentie gehad!
met den Hongaarschen Iionved-minis- j
ter Fejervary en den Oostenrijkschen
minister der nationale verdediging
von Welsersheim om hun gedragslijn!
vast te stellen ten aanzien van dei
kwestie der verhooging van het leger- j
contingent.
Het hevig verzet, dat het ingediend J
ontwerp in de Hongaarsche Kamer ge- j
vonden heeft, beeft de drie ministers
doen besluiten het in te trekken. De
vrij groote zekerheid, dat het in dei
Oostenrijksche Kamer niet minder feij
bestreden zou worden, zal er ook wei
het noodige toe hebben bijgedragen,
dat de heeren een ander plan hebben
opgemaakt. Dit bestaat hierin, datj
aan de Kamers in beide landen een
nieuwe militaire wet zal worden voor
gesteld, die 10 jaar van kracht zal
blijven en waarbij bet contingent van
103.500 man op 123.500 zal worden ge
bracht.
Men vertelt te Weenen, dat de mi
nisters voor dit jaar eigenlijk wel van
de heele leger ver sterking wilden af-i
zien. maar dat de Keizer nadrukkelijk I
te kennen zou hebben gegeven dat,
hij de reeds zoo lang geraamde uitbrei-i
dmg zonder-verder uitstel wenschte tot
stand te zien gebracht
1-lPt nieuwe voorstel der ministers is j
als tegemoetkoming aan de Kamers'
eigenlijk niets anders dan een wassen
neus. Want het komt, evenals het
oude plan, neer op epn versterking van
liet leger met 20.000 man. I-Iet laat zich
dan ook aanzien, dat dit plan een!
even heftig verzet zal vinden als het:
thans afgekeurde.
Tnrkge.
Door het Turksch optreden in het
P.oode-Zee-gebied zijn eindelijk drie
hoofdschuldigen van de zeerooverïjeu j
uit den laatstan tijd gepakt en aan de
ltaliaansch© overheid uitgeleverd, j
Daarop is met Italië overeengekomen, i
dat de regeling der ondergeschikte
punten, zooals de teruggave der ge-I
stolen goederen of de betaling eeneri
schadeloosstelling zal worden overge-j
laten aan de autoriteiten van Mas-!
soeah en Hodeida. I
Een bericht van gisteren uit Aden
aan de Ind. Beige geeft een minder
vredelievende voorstelling van de af
wikkeling van het Turksch-Italiaan-
sche geschil in de Roode Zee de Ita-
liaansche regeering zou volgens dit
bericht geen genoegen genomen heb
ben met de door de Porte aangeboden
waarborgen, waarop het daar st.atio-
neerende eskader bevel zou hebben
ontvangen Iddy te bombardeeren. Een
later bericht meldt dan dat men reeds
is overgegaan tot liet- bombardement
dezer plaats.
Rusland
Yan gezaghebbende zijde worden
uit St. Petersburg in eens drie ge
ruchten van den laatsten tijd dood ge
maakt. Ten eerste is er niets van
waar, dat de Tsaar aan een zenuw
aandoening lijdt, en daarvoor een spe
cialist naar Liwadia ontboden is.
Ten tweede is het niet waar, dat er
te Kief en te Moskou weer studenten
onlusten zijn uitgebrokenen tenslot
te is het verhaal van een aanslagop
von Plehwe, den minister van bin
nenlandse!)© zaken, een verzinsel.
Amerika.
De presidentsverkiezing in Hondu
ras, waaraan wij in ons nummer van
17 October een beschouwing hebben
gewijd, is afgeloopen. De Hambur
ger BörsenhaHe verneemt uit Amapa-
la, dat generaal Manuel Bonilla ge
kozen is. Voor de rust in Midden-
Am erika en de toekomst van het re-
publiekje schijnt deze afloop der ver
kiezing, gelijk wij uiteenzetten, een
goed voorteeken te zijn.
Zuid-Afrika.
Wilkinson, Anglikaansch bisschop
in partibus, schrijft aan de Times
een brief van pas. Hij schrijft: „Ik
stel aan de Zuid-AMkaansche bis
schoppen voor een nieuw zendings
bisdom (te stichten in een nog onbe
werkt deel van Zuid-Afrika als een
vrede- en dankoffer en een blijk van
erkentelijkheid tegenover de inboor
lingen, wier trouwe vriendschap in
de dagen van onze zorg en droeve el
lende voor ons van zoo onschatbare
waarde is geweest... Wij nadierennu
den derden verjaardag van het tijd
vak omtrent de donkere Kerstmis van
1S99, toen alles hopeloos tegen ons
scheen te zijn en onze heerschappij
over Zuid-Afrika inderdaad zeer ha
chelijk stond. Het was in die dagen
dat de inboorlingen zich onze vaste
ein onschatbare bondgenooten toon
den. Door zich aan onze zijde te
scharen schenen zij alles te verliezen
ts hebben en niets te winnen, toch
wankelden zij niet in hun trouw. Be
dreiging, geweld, dood hadden geen
macht op hun standvastigheid. Dat
wij Zuid-Afrika verloren hadden, wa
ren zij tegen ons geweest, lijdt geen
twijfel. Dat zij zoo flink aan onze
zijde stonden kwam ongetwijfeld niet
alleen van ons rechtvaardig- en bil
lijk bestuur maar ook van het zen
dingswerk dat wij onder hen Heb
ben verricht. Gelijk bisschop Baynes
van Natal getuigd heeft: „De inboor
lingen hebben het Brïtsche Rijk in
Zuid-Afrika gered, en ik aarzel niet
dat grootendeels toe te schrijven aan
de uitwerking van Christelijke zen
ding." Het was in de buurt van on
ze oudste zendingsposten op de Zoe-
loegrens, waar ik woonde toen ik in
Zuid-Afrika was, dat een der schoon
ste voorbeelden van inboorlingen-
trouw gegeven werd. Toen Botha
trachtte het inboorlingenhoofd van
dat district met een groote kudde vee
om te koopen voor een inboorling
bijna onweerstaanbaar als* hij de
Boeren (tegen ons wilde helpen, ant
woordde hij: „Neen, ik wil trouw
blijven aan den Britschen koning;
neem uw vee en ga, weg, of ik zal
u uit mijn land drijven." En zoo was
liet overal. Honderdduizenden krijgs
haftige Zoeloes, Amazwazies, Basoe-
to's, Matabeeilen, Betsjoeana's wacht
ten den heel&n oorlog door slechts
op een teelien van de Britsche regee
ring om tegen de Boeren op te staan
en met hun commando's korte met
ten te maken."
Dit is een, van vele dwaasheden
overloopend, toch merkwaardig getui
genis. Ziehier de erkenning en
het is waar, geen Boer zal het tegen
spreken dat de Engelschen on
danks de ongeveer 450.000 blanke sol
daten die zij tegen de Boeren in het
veld hebben gebracht, het verloren
zouden hebben zonder de zwarte
bondgenooten. Engeland had het niet
alleen verloren, als de zwarten tegen
hen waren geweest, maar ook als zij
er eenvoudig buiten waren gebleven.
De Kaffers waren een der hoofdrede
nen waarom te Vereeniging tolt den
vrede besloten is. Dat verhaal van
Botha is natuurlijk een leugen. Was
het maar waar! zouden wij bijna
zeggen; hadden de Boeren de Engel
schen maar met gelijke wapenen be
vochten en de zwarten, die hen graag
tegen de Engelschen geholpen had
den, tegen de zwarite bondgenooten
van den Engelschman uitgespeeld.
Maai' misschien hebben voor de toe
komst de Boeren het beter ingezien.
Innig zot is overigens de bewering
van den bisschop, dat de Kaffers uit
liefde tot den Engelschman meege
vochten heeft! De Matabeelen en Bet
sjoeana's uit liefde voor de Engel
schen brandend van begeerte om zich
te onderscheiden! En andere Kaf
ferstammen hebben van Engeland's
rechtvaardig bestuur herinneringen,
die niet veel ouder zijn. Neen, ten
deele uit rechtstreekschen dwang,(ten
deele om niet in kampen opgesloten
te worden, en vooral om de soldij die
zij kregen, en in het vooruitzicht van
den buit, dien zij op de Boeren kon
den behalen, en van de hoeven weg
slepen daarom hebben de Kaffers
meegevochten. Brit, evenzeer als Boer
is overigens zijn vijand.
Stadsnieuws.
Haarlem, i Nov. 1902.
Over de straatschandalen.
We zijn heden eens bij eenige bewo
ners van de Groote Houtstraat, die
op verschillende gedeelten der straat
wonen, geweest om hun oordeel
te vernemen over die dezer dagen druk
besproken en ook in de plaatselijke
pers beschreven straatschandalen in
de hoofdstraten. Hun oordeel
kan genoemd worden één groote
klacht.. Alle bewoners, die we spra
ken. klaagden over de schandelijke
herrie.
Het begint reed's tusschen zeven en
acht uur en duurt dan gewoonlijk tot
tien uur toe. om dan langzamerhand
te verminderen.
Het. drukst schijnt het te zijn in den
omtrek van liet Verwulft, waar ge
woonlijk troepjes straatrekels zich
posteeren en van daaruit een soort
schrikbewind in de geheele Groote
Houtstraat organiseeren.
Zij molesteeren de voorbijgangers,
randen dames aan, wippen hoeden af,
bedrijven allerlei liederlijkheden en
waarover zeer geklaagd werd. braken
de allergemeenste denkbare straattaal
uit.
Die straattaal is dan gericht tot „da
mes" van hetzelfde allooi der „hee
ren"; allemaal straatfiguren.
Algemeen juichten de Houtstraatbe
woners, die we spraken, het toe. dat
in de pers tegen die ergerlijke dingen
te keer wordt getrokken en ze verzoch
ten ons met nadruk er op te wijzen
dat juist waar de relletjes het ergst
zijn, nooit politie aanwezig is.
Wat de Groote Houtstraat betreft,
daar is gisteren, hoewel het henrieach-
tig was en een Janboel, toch niets ver
nomen van vechtpartijen zoover ons
bekend is.
We moeten echter in onze kroniek
boekstaven het fraaie feit, dat gisteren
avond een drietal straatmeiden van
veertien tot zestien jaar dronken dooi
de Jansstraat waggelden met een me
nigte volks achter zich. Een schoon
tafreel in deez' verlichte tijden.
Examens Vrije- en Orde-
oefeningen. Geëxamineerd vijf man-
neliike en zes vrouwelijke candidaten.
Geslaagd de heeren A. li. D. Wepster,
P. Ziere, beide van Haarlem, G. Worp
Hoorn, en de dames J. C. Henrard en
S. J. C. den Herder, beide van Am
sterdam.
ik getuige, een gevaarlijke reis. Geen
man van' ons gezelschap kon met ze
kerheid zeggen, hoeveel van Czerny's
volk hij in 't zwarte labyrinth, dat wij
zien zouden, vinden kon. Niemand
kon over de verborgen gevaren mee
praten, die in den gang of den kelder
op de loer lagen ver van de zeepoort
en het zonlicht verwijderd. Wij gin
gen het onbekende tegemoet, en met
vreesachtige passen, elk zich afvra
gend Zal ik blijven leven, om den dag
weer te zien? ieder zijn buurman zeg
gend Bij elkaar blijven
Het geklop had aangehouden, toen
wij de deux openden, en wij tuurden
een poosje in de groote gang, die Ik
reeds de ruggegraat van het geheele
onderhuis had genoemd. Ze was ver
licht, de lampen brandden nog, de
ijzeren deuren waren gesloten, de ver
takte gangen vol vertrekken. Wij hoor
den geen geluid van heneden, behalve
hot knetteren van het vuur, dat een
wind teweeg bracht, die frisch en zoet
om ons gezicht waaide. Hij die in die
liel op de loer lag, vreesde zich zélf te
verraden, door geluid te geven
Wij waren omringd door een donker
geheim, en met de buks ih de hand to
gen wij uit om de waarheid te ver
nemen.
Er waren lampen in de gang, maar
in de zijgangen was geen ander licht
dan wat groen en zilverachtig uit de
vensters, die de zee buitensloten, neer
schoot- Dikwijls schoven de zeven
mannen, die bij mij waren, dicht tegen
elkander aan, verbluft door het fantas
tische schouwspel, dat het zeelicht
ons te zien gaf. Een volgend oogen-i
blik vreesden zij naderend onraad en
,.sst." roepend, luisterden zij naar stap
pen in de stilte of andere geluiden dan
van het vuurgeknetter en de schom
melende blaasbalg. Ili geloof, dat de
diepe stilte hen beangst maakte. De1
monsters op de vensters, waarvan ik
hen verteld had, maakten hen banger
dan eenig spook op Gods aarde had
kunnen doen. Als ik mijzelf aan die
nieuwe gewaardingen gewend hacl,
dan scheen Czerny's huis mij eerder
een toevluchtsoord toe, Niettemin wa
ren er oogenblikken dat ik mijn stap
pen inhield' en mijn oogen stijf op de
duisternis voor mij gericht waren.
Want soms scheen het dat men in een
doorschijnende poel lag, met om zich
heen een troep woeste krabben met uit
puilende oogen en hun prooi verplette
rend met groote klauwen. Iets verder
hield ik voor een opening stil en ont
dekte een duivelsvisch met zijn nest
in de diepte, waarvan men nooit had
hooren vertellen. Hier lag een groot
bassin uitgehold in een koraalrots, en
het groene water schuimde erin, en
overal in hoeken en gaten schenen
docrtssprieten te kronkelen de angst
wekkende oogen van die onnoemelijke
wezens schenen te staren en ons te
dreigen. Wij telden honderden van
die visschen, op de vensters van den
tweeden kelder, die wij binnen traden;
en er verschrikt voor terugwijkend,
gingen wij „verder, zonder een woord
te spreken.
Een dollemanshuis, zei kapteïn
Nepeen eindelijk iets anders kan het
niet wezen voor ik het met mijn eigen
oogen gezien heb, Mijnheer Begg, zou
ik geen geschreven verhaal ooit ge
loofd hebben. En toch is het waar,
zoo waar er een hemel boven ons is.
Daaraan valt niet te twijfelen, sprak
ikeen dollemanshuis, kaptein, en
gekken, die erin wonen. Maar van
dat alles zullen wij straks spreken
want de schaduwen mochten eens
ooren hebben. Houdt je geweer ge
reed er zullen nog anderen als wij
zijn. Hier is de eerste, morsdood
Zij kwamen op mijn woorden alle
maal kijken, en bespeurden het li
chaam van een dood man, dat juist
midden in het licht lag en zoo neer
gevallen, dat niemand behoefde te
vragen, hoe hij gestorven was.
Eén, zei ik, en de oorzaak van zijn
dood is niet ver te zoeken. Hij is neer
gestoken, terwijl hij wegrende. Daar
is het mes, dat zijn dood veroorzaak
te, jongens.
Een jong zeeman, die hij ons was,
I sidderde toen hij liet mes nog in de
zijde van den doode zag steken. Wij
anderen droegen het lichaam uit het
licht en gingen voorzichtig weer ver
der. Wij waren juist hij de groote
slaapkamer waarvan ik de' deur zelf
gesloten had, niaar nu stond zij open
en het slot was verbroken. Er brand
den nog lampen in hei groote vertrek,
en er lag nog voedsel op tafel. Kas-
ten waren omgehaald, stoelen gebro
ken, kleerenrommel op den grond, ge
broken flesschen, een afgeschoten pis
tool verspreid, groote kloven op de
deur, waar het ijzer beschadigd was,
clit alles getuigde vtm een strijd om
licht en vrijheid. De gevangenen wa
ren gevlucht, maar het leven was de
prijs hunner vrijheid. Ik wierp een
vluggen blik door deze opengebroken
gevangenis, en liet mijn makkers er
toen volgen.
De vogels zijn gevlogen, waarvan
De penningmeester van het
Luthersch Zangkoor deelt ons mede, dat
hij de invitatie voor het Zondagavond
gehouden concert Zaterdagavond ten on
zen bureele bezorgde.
Nader blijkt ons, dat door een fout van
den bediende die deze aannam, de uit-
noodiging niet tijdig in ons bezit is ge
komen.
In de Maandagavond gehoa-
den vergadering van de liberale kiesver-
eeniging Haarlem is besloten, de con
tributie van 2.50 tot t 1 te verlagen en
de bepaling, dat candidaten voor het lid
maatschap zich s c h r i f t e 1 ij k moeten
opgeven, te schrappen, zoodat thans ook
mondelinge aangifte mogelijk is.
Tot candidaten voor de vacatures in
ei- éen gekortwiekt, is, zeide ik. Er zijn
er nu nog vijf, de duisternis verbergt
hen i Laat ons verder gaan, jongens
ze zouden zeggen, dat acht man bang
waren voor vijf, en dat kan niet van
dappere zeelieden gezegd worden.
Ik sprak hen tóe om hun moed te doen
scheppen, want het was waar, dat de
duisternis en het geheimzinnige dezer
vreemde streken ook mij benauwde. Toen
wij dieper in het labyrinth doordrongen,
kon ik iedere schaduw zien en ieder fk
guur in de hoeken. Waar waren de man
nen, die in de donkere nissen verborgen
zaten? Hun oogen zouden iedere stap, die
wij deden, nagaan, hun pistolen op ons
lichaam gericht, zijn, terwijl wij naar de
diepte trokken.,En toch hoorde men geen
geluid, het groote vuur knetterde altijd
door; de koele, zoete lucht waaide ons
frisch om 't gezicht.
(Wórdt vervolgd)