Het HÉ onder de Zee NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 20e Jaargang Zaterdag 8 November 1902, No. 5940 HAARLEMS DA6BLAD ABONNEMENTSPRIJS: A.DVERTENTIËN: Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 Van 15 regels SO Ofce,; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 jgiGroote letters naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 Ty jftkA «foil «'Hal Reclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider No. 6» Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123. w v i) de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentïën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE Ti A MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Bwfdagenten voor het BuitenlandGsmpagme Générale de Publicité Etrangèr* Li DAUBE Co. JOHN F. JONE&, Sttcc., Parijs 3W* Faubourg Monvmarpre. Haarlem's Dagblad yan 8 Nov. bevat o. a, Nog oen en ander uit Chamber lain's redevoering over Z.-Afrika, Het Engekche Blauwboek, De werkstakingen in Frankrijk, Ver voer op spoorwegen. Optochten op straat. Advertentiën vooe het Zaterdagavondnummer. Meermalen zijn wij tot ons leedwezen genoodzaakt Advertentiën af te wijzen voor bet Zaterdagavondnummer, die des Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd. Wil men zeker zijn van de plaatsing dan is inzending op Vrijdagavond noo- dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad vertenties of familieberichten, die moei lijk vooraf kunnen worden ingeleverd. DE ADMINISTRATIE. Buitenlandsch Nieuws Zuid-Alrika. Wij ontleenen aan het uitvoerige parlemenlsverslag eenige zinsneden uit Chamberlain's rede in het Lagerhuis: Men denke toch niet, zei de minister, over de concentratiekampen spreken de, dat wij een man, vrouw of kind daar houden tegen hun wil, tenzij wij overtuigd zijn dat zij door weg te gaan, aan lijden of zelfs aan den döod ten prooi zouden zijn. Het aantal van hen, clie thans in de kampen aanwe zig zijn, is vergroot door de bijzon dere omstandigheden. Wij moeten die menschen op hun hoeven brengen. Wij moeten, alvorens hen te transporteeren eir voor zorgen, dat wij hun het le vensonderhoud kunnen verschaffen, voor een behoorlijken tijd, en dat daarna onze middelen van vervoer voldoende zijn om hun mondbehoeften te blijven geven. Voorts zijn de kam pen een soort van tusschenstations voor de krijgsgevangenen. Velen gaan naar de concentratiekampen als naar de asyls. Behoef ik nog te zeg gen, dat. deze kampen, die ons 200.000 pond sterl. 'smaands kosten, instellin gen zijn, waarvan wij ons zoo gauw mogelijk wenschen te ontdoen? Wij zouden gaarne de kampen gesloten hebben, zoodra de oorlog uit was, hadden wij niet geweten, dat dit onge twijfeld voor duizenden en tienduizen den vrouwen en kinderen de dood zou geweest zijn. Chamberlain legde voorts uit hoe de opvatting bestaan had (z.i. algemeen, maar in elk geval bij Miiner en Kitche ner) dat de vrije gift voor het terug brengen den.' burgers gevonden zou worden uit een leening tenlaste van Transvaal. Daarom, zeide de minister, werd gezegd, dat geen discussie over de zaak noodig was. Maar bijna da- dielijk daarop vernamen wij ik ge loof van generaal Botha, ik raadpleeg alleen mijn geheugen, maar in elk ge val was het een der onderteekenaars van de capitulatie dat zij die dat stuk geteekend hadden, van meening waren, dat de gift zou komen uit de rijksschatkist en niet op Transvaal verhaald zou "Worden. Welnu, naar mijn meening moeten wij daarover niet twisten, het was een advokatenzaak, die waarschijnlijk naar de letter der overeenkomst in ons voordeel zou be slecht worden. Wij hebben dat echter nooit overwogen. Wij gevoelden, dat de overeenkomst niet alleen naar de letter, maar ook naar den geest ten uitvoer gelegd moest worden. Dat wil niet zeggen, dat wij altijd de uitlegging van de tegenpartij zonden aanvaar den, maar in dit geval achtten wij de zaak van niet genoeg belang om een oogenhlik te aarzelen, en toen deze bezwaren ons voorgelegd werden van de zijde der onderteekenaars van de capitulatie, gaven we dadelijk toe Engeland. Het blauwboek over de conferentie der koloniale Premiers, kort geleden gepubliceerd, wordt nog altijd druk in de pers besproken en niet het minst de uitlatingen van den heer Brodrick, minister van Oorlog. En waarlijk, wie als goed geaard Brilt het hart op de rechte plaats draagt, moet wel met droefenis en teleurstel ling van de verklaringen van dezen hoogfen mini ster iëelen persoon ken nis nemen. Het is toch op zijn minst genomen onbehagelijk voor een Engelschman, iemand in de positie van Brodrick te hooren spreken over de mogelijkheid! ,,dat elk oogenblik aan Engeland de heerschappij ter zee ontnomen zoude kunnen worden!" en verder met een pessimistisch tintje te hooren bewe ren: ,,dat het zenden van soldaten naar de koloniën in tijd van oorlog alléén kan gebeuren als de zee geheel beheerscht wordt." Zou de heet Bro drick in deze niet zoo geheel zeker van zijn zaak zijn? Het schijnt wel zoo, want direct daarop meet hij in den breed© uit over het Engclsche le ger en komt dan tot de conclusie, dat dit niet minder dan ongeveer 700.000 man sterk is, d.w.z. ruimschoots ge noeg om de onafhankelijkheid van Albion tegen eiken invaller te verde digen. Doch helaas, daar komen de Engel- schen zelf, d.w.z. de liberale bladen, en gooien op een alleronaangenaam ste manier den minister roet in zijn maal door hem met cijfers en statis tieken en wat niet al te bewijzen,niet alleen dat bovengenoemde getallen fixie zijn en hij alleen dus over een leger op papier beschikt; doch daar bij nog, dat-een groot gedeelte van dat leger, Yeomanry, Volunteers. Mi litia en wat niet. al, maar weinig van een goed soldaat in zich heeft en zon der geregelde,, langdurige training, nooit aan de eischen, die aan een behoorlijk leger gesteld kunnen wor den. beantwoorden zal. Zoo dat de ar me minister niet 'Hang in het droo- menrijk van zijn zelfgenoegzame te vredenheid zal kunnen blijven door- dommelen maar spoedig maatregelen zal moeten nemen om die stemmen tot zwijgen te brengen. In aansluiting biermede is het ze ker nog vermeldenswaard, hoe in den laatsten tijd de „vrijwilligers" (zooals men weet is er in Engeland geen conscriptie) bij honderden tege lijk hun ontslag nemen, tengevolge van een legerorder, waarbij zij een oefeningsftocht van zes dagen moeten medemaken. Men voorspelt, dat dit getal aan bet einde van het jaar ze ker 60.Ü00 zal bedragen, ja, dat aldus dej geheel© ,,vrijwilligeirls"-stand wel eens verdwijnen kon, iets waarover de imperialistische partij zich zeer verheugt, tuk als zij er op is den algemeenen dienstplicht als iets noodzakelijks voor te stellen. Duit8Gkland. De Keizer aanvaardde gisterenavond 10.15 aan boord van de Hohenzollern de reis naar Engeland. De tornedo- boot Sleipneir. en de kruiser Nyrnphe begeleiden het keizerlijk jacht. Venezuela. Het bericht van de Venezuelaansche Staatscourant, van 4 Nov., dat pre sident Castro generaal Mates bij La Victoria zou hebben verslagen, is ge heel uit de lucht gegrepen. Generaal Matos is nu bi) Cua met een sterke legermacht. Een telegram uit "Willemstad zegt: Het door de Venezolaansche regee ring verspreide bericht van een groote overwinning over de insurgenten is onjuist. De opstandelingen zijn een voudig teruggetrokken van San Mateo in de richting van Cua dat den weg beheerscht naar Los Teques, waar 2000 opstandelingen nu den strijd aanbin den met de regeeringstroepeu die Castro beschermen. Turkije. De Bulgaarsche minister van Bui- tenlandscbe Zaken heeft verklaard, dat alle groote mogendheden op een uit zondering na. zich bereid verklaard hebben om de Port© uit te noodigen in Macedonië zoodanige hervormingen in liberalen geest in te voeren, dat een terugkeer van de bloedige onlus ten der laatste maanden uitgesloten wordt. Het blijkt thans, dat die mo gendheid Duitschland is. Waarschijn lijk wil men In Berlijn den Sultan op geen enkele wijze onaangenaam zijn, met het oog op den invloed van Duitschland in Aziatisch Turkije. Stadsnieuws. Haarlem, 7 November 1902. Verschenen is een nieuw nu ro mer van het correspondentieblad van het Haarlemsch Arbeiders-secretariaat-, bevattende een drie maandelijksch ver slag van dit lichaam, benevens een ver slag dier Ledenvergadering van 31 Octo ber, mededeelingen der Ned. Vereen, van Spoor- en Tramwegpersoneel, van de afd. van den Bloemistwerkliedenbond, van de Katoenbewerkers en van de dienstboden- vereeniging „Allen voor Elkander". Uit het driemaandelijksch verslag lezen wij dat de afgeloopen zomermaanden een tijdperk van betrekkelijke rust ge weest zijn- de korte avonden leenen zich slecht voor organisatie-leven. Het voor naamste stuk werk in de afgeloopen maanden is geweest de voorbereiding voor de betooging ten gunste van alge meen kiesrecht. Ter ledenvergadering op 31 Oct. werd besloten dat de vergaderingen niet toe gankelijk zullen zijn voor de pers, wel echter voor belangstellende leden. (Tot nog toe hadden slechts de bestu ren der aangesloten vereenigingen toe gang). Onderhandelingen tot aankoop van een eigen gebouw zijn hangende. De S. D. A, P. heeft een verzoek inge diend om, zoodra het praeadvies van B. en W. in zake kindervoeding en kleeding is verschenen, eene openbare vergade ring daarover te beleggen. Na eenige dis cussie, waarbij door de S. D. A. P. de vrees wordt uitgesproken dat het be stuur, uit zuinigheidsoverwegingen, het beleggen eener vergadering wel eens van de baan kan schuiven, en door de S. D. O. V. betoogd wordt, dat 't wellicht be ter is, nog vóór het verschijnen van het praeadvies, de vergadering te beleggen, om B. en W. tot ©enigen spoed aan te sporen, wordt besloten dat het bestuur „te gelegener tijd" -eene vergadering over dit onderwerp zal uitschrijven. Over de Dienstboden-Vereeniging „Al len voor Elkander" wordt door de corres pondent o. a. gezegd. Allen? Het lijkt er niet naar! Slechts een klein aantal is lid van de vereeni ging, die zeker de zwakste is onder de zusterverenigingen, hij het H.A.S. aan gesloten. Het is hier niet de plaats, om de velerlei oorzaken -te bespreken, die samenspannen, om de organisatie der dienstboden tegen te werken. Maar het is een feit, dat het ledental zich niet noe menswaard uitbreidt, hoewel de leden zich beijveren, doel en streven der vex- eeniging meer en meer bekend te ma ken door het verspreiden van circulai res in de huizen en op straat, hoewel eiken Woensdagavond in het gebouw St. Bavo de leden bijeenkomen om hare be langen te bespreken en een cursus in de Holl. taal te volgen, welke bijeenkom sten toegankelijk zijn voor elke dienst bode, die kennis met de vereeniging wil maken. En toch heerscht er een ware dienst- bodennood, waarvan de meisjes, zoo zij wilden, konden profiteeren, om betere levensvoorwaarden te bedingen. Aanslui ting bij de vereeniging is hiervoor ech ter een dringende eisch, opdat er de noodige kracht ontwikkeld kan worden, e.n om de plannen te kunnen ten uitvoer brengen, die in het belang der dienst boden op -touw gezet moeten worden. Woensdagavond vergaderde de afdeeling Haarlem der S. D. A. P. om de rest der vorige agenda af te handelen. Aangenomen werd een voorstel tot pro- portioneele kontributie-hefflng,- eveneens een voorstel om door het verkoopen of verloten van eenige kunstproducten, de financiën in betere konditie te brengen. Naar aanleiding der interpellatie-Maas, die bedoelde de partijgenooten-gemeen- teraadsleden op verschillende onjuisthe den in hun gedrag in den gemeenteraad te wijzen, werd een breedvoerige diskus- si-e gevoerd, waaraan ook door de raads leden werd deelgenomen. Konklusies werden door den interpel- lant niet gesteld. Hij behield zich echter voor dit op een volgende vergadering te doen. (Het Volk). Door B. en W. zijn met- ingang van 1 Januari 1903 bevorderd tot adjunct- commies ter plaatselijke secretarie, de heeren P. Grillis Jr. en T. Hei] blok, thans klerken. Tot veler genoegen zeker en op veler verzoek, is de lezing van Pastoor Hugo Verriest over Guido Gezelle uitge steld wegens het samenvallen met den Messchaert-Röntgen-avond. Het bestuur van het A.g. Nederl. Verbond, afd. Haar lem en omstreken, zal later den dag be kend maken. Door den Commissaris der Koningin is bepaald, dat het aantal loten van de verloting, te houden door het hoofdbestuur van de Vereeniging tot be hartiging van de stoffelijke en geestelij ke belangen der armen, ten voordeele der armen mag bedragen 2500 stuks ö- zestig cents per lot. Schouwburg. Zaza. In Langen tijd is helt gezelschap- Van Lier niet in Haarlem geweest; nu het kwam bemerkten wij dat het de algemeene metamorphose niet beeft kunnen ontgaan. Menig bekend, gezicht, maar ook vele, die wij vroe ger in geheel andere omgeving za gen. Dat sJtaat echter vast. het ge zelschap is er niet op achteruitge gaan. ..Zaza" is niet onbekend; de be ken d/ei Fransche/ actrice; Susanne Munte gaf bet een paar jaar geleden op haag tournée door Nederland, naar wij meenen hier voor een volle zaal. Mevrouw Van LierCuijpers kon met haar Fransche kunstzuster concurreeren; zij heeft de waarlijk nielt gemakkelijke rol, kunstvaardig, met veel temperam/ent en veel gevoel gespee-ld; goed terzijde gestaan- door den heer Lambertus Smit (waaJrom werd de naam, waaronder hij be roemd geworden is, op het program ma zoo onschoon verkort), heeft zij het publiek doen lachen en schreien, een zelfde traan voor vroolijkheid en droefheid, een lach overgaande in een snik, een snik in een lach, elk oogenblik wisselend van gewaarwor dingen. Waarlijk talentvol; wij kunnen begrijpen dat de sympathieke actrice deze rol ambieerde, omdat zij daarin iets kon neerleggen van zich zelve. Het publiek vierde hare wederkomst in Haarlem met blij' gejuich .en harte lijk applaus. Eene verrassing was de verschij ning van den heer Chrispijn Jr. bij dit gezelschap; deze nog jonge adteur heeft iets bijzonder innemends over zich; zijn spel is zeer beschaafd en een toon van jeugdige friscbheid, van jongensachtige guitigheid dikwijls, doet aangenaam aan. Mevrouw van Beem had een rolle tje naar haar behagen. Over de ver dere leden van dit gezelschap kun nen wij geen oordeel vellen, wij za gen ze te weinig; het spel drijft hoofdzakelijk op de hier boven ge noemde personen. Wij kunnen echter Hollandsche tooneelspelers niet genoeg op het hart drulcken, Fransche tooneelvoor- stellingen bij te wonen. Voornamelijk daar waar veel menschen op het too- neel zijn, zooals in het eerste bedrijf komt het contrast sterk naar voren. Bij de Franschen was dilt een en al vroolijkheid en beweging, een geestig door elkander fladderen van men schen, die zich thuis gevoelen en bij de Hollandsche tooneelspeierskunst een wanhopend pogen om den zin naar natuurlijkheid te verschalken. Onze stadgenoot, de heer J. Berkhout Gzn., is geslaagd voor de akte schoonschrijven M. O. B ij Kon. Besluit is aan Jhr. H. C. van Panhuys, ontvanger der directe belastingen te Haarlem een pensioen verleend van 1 3000. R. K. Kiesvereeniging. In de gisteravond gehouden vergadering van bovengenoemde kiesvereeniging, zijn tot candidaten gesteld voor de Kamer van Koophandel de heeren Mr. Joh. Enschede, J. J. F. Bevnes, G. van de Most van Spijk, Krelage en P. Heems. Verder hield de Eerw. heer P. J. Raëskin een prachtige lezing over „Onoprechtheid", welke door de talrijk opgekomen leden zeer werd toege juicht. Harmonie. Velen van Haarlem's ingezetenen zullen zich zeer zeker nog het succes herinneren, dat de muziek vereniging Harmonie op 19 Mei jl. te Rotterdam op het Nationaal Concours (een eersten en eereprijsl behaalde. Dat de ingezetenen van Rotterdam met bovengenoemd corps waren ingeno men, getuigde het feit, dat zij eenige dagen later een invitatie ontvingen, om aldaar een matiné en soirée te ko men geven waarop de concoursnum mers nog eens moesten herhaald wor den. Op veelvul dig verzoek zal Harmonie nu ook alhier op a.s. Zondag in de Con certzaal der Sociëteit Vereeniging die concoui'snuimners onder meer ten gehoore brengen, terwijl zij voor af wisseling een hoogst gunstig bekend Dames-Kwartet heeft geëngageerd. Dat dit aanleiding zal geven, dat de concertzaal der Sociëteit met een zeer groot aantal belangstellenden zal wor den gevuld, behoeft voorzeker geen be toog. Wij wenschen dit Harmonie ook van harte toe, daar zoowel hare eminente directeuj* als de leden steeds alles in het werk stellen om zich met succes in de kunst der muziek te oefe nen. Een succesvolle avond zij hun toe. gewenscht. F©n lileton, door MAX PEMBERTON. Zooals wij later hoorden, waren de ze mannen door honger en dorst tot het toppunt van kr ank zinnigheid' ge komen en kwamen iedëren avond aan land, wellicht om hun levensmiddelen "O het eiland te zoeken, of louter in hun dolheid. Twintig in getal toen zij landden, sliepen er reeds acht toen wij hen ontmoetten en zooals zij op den kliprand lagen, sommigen met over hangende armen en hoofd, anderen bevend in die angstige slaap, en een rechtop tegen de rots zittend, met zijn armen uitgestrekt, als ware hij gekrui sigd. gaven zii het dal het aanzien van een slagveld1 De rest een goede twaalf man. door den dolledans opge wonden, zwaaide met hun messen, de akeligste vervloekingen uitstootend. Zij liepen op den kliprand boven ons en schenen recht naar de kreek te gaan waar de boot lap- En dit was 't. waaraan wii zagen, dat 't een strijd o-> leven en d'ood zou worden. Er zijn oogenhlikken in het leven waarin men opeens beslissen moet ja" en neen" zonder zijn stap te kunnen overwegen. Zooals de zaken stonden, scheen er weinig kans op be houd, toen wr door den afgrond naai den oever rend'e. In het woud, achter ons. heersehte de dansend'© dood; voor ons deze dollen met hun flikkerende messen .hun akelig gehuil, hun wag gelende gang en angstige bewegingen. Wii hadden diaartusschen te kiezen, dë slaap in het eenzame dial, of de dood beneden aan het strand, en wij kozen het laatste, ik geloof, üi de mee ning. dat het einde 't zelfde zijn moest waarheen wii ons ook wendden. Ga verder ga verder! riep ik den kapitein toe, terwijl wij voortsnelden. Dóóiioopen, voor je leven 't is onze eenigste kans! Hij zette een der kinderen op 't zand. en terwn'l In- dit gebood mee te loo- pen, trok hij zijn revolver, en stond schouder aan schouder met mij. Een vlu"- schot en let op je man nen. rfep hij heel kalm, met een koel hoofd winnen wii dit spel. Wij heb ben tien schoten en onze vuisten re kenen voor twee. Gij zult er twaalf van maken .als ge dat bij elkaar voegt, kapitein. Zijn kalmte verraste mij, en toch was 't niet te verwonderen. Van 't eer ste oogenblik af had ik dien man nooit één woord1 hooren klagen over onzen toestand of onze moeilijkheid. In 't nauw gebracht te zijn was kapitein Ja mes Nepeen een lust, en nu, met die huilende reptielen om hem heen, de damp die in 't bosch achter hem aan zweefde, en de zee die ons als een uitkomst tegen schitterde, en vanwaar ons de redding wenkte, behield hij nog zijn cynischen glimlach, was opge ruimd, en toondie. dat hij een waar zeeman was. Van allen met wie ik gevaren heb. zal ik hem 't eerst noe men. als een trouw makker in gevaar of tegenspoed. Aan zijn kunde bad ik dien nacht mijn leven te danken. Een. zeide hij plotseling, toen zïch een groot hoofd op het rif boven ons vertoonde, en zich direct terugtrok. Hii was zoo vlug geweest, het doel verscheen zoo snel, dat toen er oogenblikkelijk later een man in het gras neerviel en stijf voor ons lag. ik niet gelooven kon. dat de kogel ge troffen had. Een. rien hii weer triomphante- lijk, en van twaalf bladen een afge trokken maakt elf. Ha, dat is jou doelwit, kapitein en een goed! Ik had. door dit voorbeeld aange spoord'. de liaan overgehaald, en een ander man van de klip hief zijn armen ïh dte hoogte en viel met een luide kreet neer. En dit was het wonder lijkste, dat w'i tweeën in den afgrond opgesloten zaten als ratten in een val. en toch twee der ellendelingen gedood hadden, terw'd geen terugschot van boven werd afgevuurd, geen buks op ons gericht was. Geen wapenen, riep de kapitein oogenblikkelijk, en de meeste half dronken. W" komen er door, mijn heer Beg.<? recht ©r door. dat verzeker ik j e Ik begon het ook te gelooven; niet temin waren er mannen aan 't strand voor ons. allen diollen ,met knipmes sen in hun handen, en de moordlust op hun gezicht. Men kon ze duidelijk zien in 't maanlicht; de stille lucht zond hun vreeselijke vervloekingen tot ons. Ik zeide, dat wij voorbij die mannen moesten .als wij de boot wil den bereiken. En wij gingen er voor bij. Het schijnt een wonder zelfs voor mijzelf nu ik er van schrijf. Wii hielden aan den voet van den afgrond stil. en beraadslaagden er juist over om hals over kop door te gaan. in die meaning,. dat een van ons kon komen te vallen, toen een schot werd gevuurd niet van uit het kanon van de wachttorenpoort, maar van af Czemy's eigen jacht in de volle zee, en geen kabelslengte van onze boot, in 't zand neerplompend, barstte oen gra naat met een donderende ontploffing uit elkaar, en de stukken staal, die zich verspreidden, verschrikten de muiters meer dan een kanon had kun nen doen. Brullend als getergde stie ren, hun meester in allerlei talen ver vloekend, begonnen zij de klip snel af te stormen, en naar het strand of de bosschen te rennen, maar sompiigen vielen, of rolden achterover in 't zand, anderen vielen op hun ei'gen messen, en lagen dood onder in den afgrond, terwijl die d© ton bereikt hadden, bij' elkaar stonden, en hun smartelijk rezau- jammerden en hun haat tegen Czemy's schip uitschreeuwden. Maar wij wii bereikten de boot, en terwijl w" er half dood! in neervie len, duwden de anderen haar van den oever. Goddank, wij hoorden de stemmen onzer kameraden weer. HOOFDSTUK XXII. Denzelfden nacht. Van Ken's Eiland. Half één. Wij keerden niet naar de rots te- nm daar er ons eenïge hoop overbleef hen te helpen, die Czernv op de ge vaarlijke kust aan land liad gezet. Onze sloep dreef kalni op dë zee in het witte maanlicht. Wij konden de booten, die om Czerny's jacht heen la gen nog zien en het woedend© scheeps volk dat er in zat. Van 't strand klonk het angstgescbrei der muiters als 't gekrijsch van een roofdier, soms luid en woest, dan stferf het in een langge rekte kreet weg. Wanneer het lawaai erg aangroeide lieten de kanonnen op Czerny's jacht gestadig hun kogels naar ons toe vliegen, maar ze raakten niet; zij gierden in de lucht of sloegen in het water of verdwenen in 't glin sterende zand dicht bij ons. Misschien dat dit werk de gedachten van het volk in dev sloepen bezig hield en zij daardoor geen rekenschap vroegen, aan hun meester die hun misleid en bedrogen had. En toch waren zij in het hoogste gevaar. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1