Het HÉ onder de Zee
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Zaterdag 8 November 1902,
No. 5940
HAARLEMS DA6BLAD
ABONNEMENTSPRIJS: A.DVERTENTIËN:
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 Van 15 regels SO Ofce,; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 jgiGroote letters naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 Ty jftkA «foil «'Hal Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider No. 6»
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123.
w v i) de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentïën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE Ti A MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Bwfdagenten voor het BuitenlandGsmpagme Générale de Publicité Etrangèr* Li DAUBE Co. JOHN F. JONE&, Sttcc., Parijs 3W* Faubourg Monvmarpre.
Haarlem's Dagblad yan 8 Nov.
bevat o. a,
Nog oen en ander uit Chamber
lain's redevoering over Z.-Afrika,
Het Engekche Blauwboek, De
werkstakingen in Frankrijk, Ver
voer op spoorwegen. Optochten op
straat.
Advertentiën
vooe het
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons leedwezen
genoodzaakt Advertentiën af te wijzen
voor bet Zaterdagavondnummer, die des
Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing
dan is inzending op Vrijdagavond noo-
dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad
vertenties of familieberichten, die moei
lijk vooraf kunnen worden ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE.
Buitenlandsch Nieuws
Zuid-Alrika.
Wij ontleenen aan het uitvoerige
parlemenlsverslag eenige zinsneden uit
Chamberlain's rede in het Lagerhuis:
Men denke toch niet, zei de minister,
over de concentratiekampen spreken
de, dat wij een man, vrouw of kind
daar houden tegen hun wil, tenzij
wij overtuigd zijn dat zij door weg te
gaan, aan lijden of zelfs aan den döod
ten prooi zouden zijn. Het aantal van
hen, clie thans in de kampen aanwe
zig zijn, is vergroot door de bijzon
dere omstandigheden. Wij moeten die
menschen op hun hoeven brengen. Wij
moeten, alvorens hen te transporteeren
eir voor zorgen, dat wij hun het le
vensonderhoud kunnen verschaffen,
voor een behoorlijken tijd, en dat
daarna onze middelen van vervoer
voldoende zijn om hun mondbehoeften
te blijven geven. Voorts zijn de kam
pen een soort van tusschenstations
voor de krijgsgevangenen. Velen
gaan naar de concentratiekampen als
naar de asyls. Behoef ik nog te zeg
gen, dat. deze kampen, die ons 200.000
pond sterl. 'smaands kosten, instellin
gen zijn, waarvan wij ons zoo gauw
mogelijk wenschen te ontdoen? Wij
zouden gaarne de kampen gesloten
hebben, zoodra de oorlog uit was,
hadden wij niet geweten, dat dit onge
twijfeld voor duizenden en tienduizen
den vrouwen en kinderen de dood zou
geweest zijn.
Chamberlain legde voorts uit hoe de
opvatting bestaan had (z.i. algemeen,
maar in elk geval bij Miiner en Kitche
ner) dat de vrije gift voor het terug
brengen den.' burgers gevonden zou
worden uit een leening tenlaste van
Transvaal. Daarom, zeide de minister,
werd gezegd, dat geen discussie over
de zaak noodig was. Maar bijna da-
dielijk daarop vernamen wij ik ge
loof van generaal Botha, ik raadpleeg
alleen mijn geheugen, maar in elk ge
val was het een der onderteekenaars
van de capitulatie dat zij die dat
stuk geteekend hadden, van meening
waren, dat de gift zou komen uit de
rijksschatkist en niet op Transvaal
verhaald zou "Worden. Welnu, naar
mijn meening moeten wij daarover niet
twisten, het was een advokatenzaak,
die waarschijnlijk naar de letter der
overeenkomst in ons voordeel zou be
slecht worden. Wij hebben dat echter
nooit overwogen. Wij gevoelden, dat
de overeenkomst niet alleen naar de
letter, maar ook naar den geest ten
uitvoer gelegd moest worden. Dat wil
niet zeggen, dat wij altijd de uitlegging
van de tegenpartij zonden aanvaar
den, maar in dit geval achtten wij de
zaak van niet genoeg belang om een
oogenhlik te aarzelen, en toen deze
bezwaren ons voorgelegd werden van
de zijde der onderteekenaars van de
capitulatie, gaven we dadelijk toe
Engeland.
Het blauwboek over de conferentie
der koloniale Premiers, kort geleden
gepubliceerd, wordt nog altijd druk
in de pers besproken en niet het
minst de uitlatingen van den heer
Brodrick, minister van Oorlog. En
waarlijk, wie als goed geaard Brilt
het hart op de rechte plaats draagt,
moet wel met droefenis en teleurstel
ling van de verklaringen van dezen
hoogfen mini ster iëelen persoon ken
nis nemen.
Het is toch op zijn minst genomen
onbehagelijk voor een Engelschman,
iemand in de positie van Brodrick te
hooren spreken over de mogelijkheid!
,,dat elk oogenblik aan Engeland de
heerschappij ter zee ontnomen zoude
kunnen worden!" en verder met een
pessimistisch tintje te hooren bewe
ren: ,,dat het zenden van soldaten
naar de koloniën in tijd van oorlog
alléén kan gebeuren als de zee geheel
beheerscht wordt." Zou de heet Bro
drick in deze niet zoo geheel zeker
van zijn zaak zijn? Het schijnt wel
zoo, want direct daarop meet hij in
den breed© uit over het Engclsche le
ger en komt dan tot de conclusie, dat
dit niet minder dan ongeveer 700.000
man sterk is, d.w.z. ruimschoots ge
noeg om de onafhankelijkheid van
Albion tegen eiken invaller te verde
digen.
Doch helaas, daar komen de Engel-
schen zelf, d.w.z. de liberale bladen,
en gooien op een alleronaangenaam
ste manier den minister roet in zijn
maal door hem met cijfers en statis
tieken en wat niet al te bewijzen,niet
alleen dat bovengenoemde getallen
fixie zijn en hij alleen dus over een
leger op papier beschikt; doch daar
bij nog, dat-een groot gedeelte van
dat leger, Yeomanry, Volunteers. Mi
litia en wat niet. al, maar weinig van
een goed soldaat in zich heeft en zon
der geregelde,, langdurige training,
nooit aan de eischen, die aan een
behoorlijk leger gesteld kunnen wor
den. beantwoorden zal. Zoo dat de ar
me minister niet 'Hang in het droo-
menrijk van zijn zelfgenoegzame te
vredenheid zal kunnen blijven door-
dommelen maar spoedig maatregelen
zal moeten nemen om die stemmen
tot zwijgen te brengen.
In aansluiting biermede is het ze
ker nog vermeldenswaard, hoe in
den laatsten tijd de „vrijwilligers"
(zooals men weet is er in Engeland
geen conscriptie) bij honderden tege
lijk hun ontslag nemen, tengevolge
van een legerorder, waarbij zij een
oefeningsftocht van zes dagen moeten
medemaken. Men voorspelt, dat dit
getal aan bet einde van het jaar ze
ker 60.Ü00 zal bedragen, ja, dat aldus
dej geheel© ,,vrijwilligeirls"-stand wel
eens verdwijnen kon, iets waarover
de imperialistische partij zich zeer
verheugt, tuk als zij er op is den
algemeenen dienstplicht als iets
noodzakelijks voor te stellen.
Duit8Gkland.
De Keizer aanvaardde gisterenavond
10.15 aan boord van de Hohenzollern
de reis naar Engeland. De tornedo-
boot Sleipneir. en de kruiser Nyrnphe
begeleiden het keizerlijk jacht.
Venezuela.
Het bericht van de Venezuelaansche
Staatscourant, van 4 Nov., dat pre
sident Castro generaal Mates bij La
Victoria zou hebben verslagen, is ge
heel uit de lucht gegrepen. Generaal
Matos is nu bi) Cua met een sterke
legermacht.
Een telegram uit "Willemstad zegt:
Het door de Venezolaansche regee
ring verspreide bericht van een groote
overwinning over de insurgenten is
onjuist. De opstandelingen zijn een
voudig teruggetrokken van San Mateo
in de richting van Cua dat den weg
beheerscht naar Los Teques, waar 2000
opstandelingen nu den strijd aanbin
den met de regeeringstroepeu die Castro
beschermen.
Turkije.
De Bulgaarsche minister van Bui-
tenlandscbe Zaken heeft verklaard, dat
alle groote mogendheden op een uit
zondering na. zich bereid verklaard
hebben om de Port© uit te noodigen
in Macedonië zoodanige hervormingen
in liberalen geest in te voeren, dat
een terugkeer van de bloedige onlus
ten der laatste maanden uitgesloten
wordt. Het blijkt thans, dat die mo
gendheid Duitschland is. Waarschijn
lijk wil men In Berlijn den Sultan op
geen enkele wijze onaangenaam zijn,
met het oog op den invloed van
Duitschland in Aziatisch Turkije.
Stadsnieuws.
Haarlem, 7 November 1902.
Verschenen is een nieuw nu ro
mer van het correspondentieblad van
het Haarlemsch Arbeiders-secretariaat-,
bevattende een drie maandelijksch ver
slag van dit lichaam, benevens een ver
slag dier Ledenvergadering van 31 Octo
ber, mededeelingen der Ned. Vereen, van
Spoor- en Tramwegpersoneel, van de afd.
van den Bloemistwerkliedenbond, van de
Katoenbewerkers en van de dienstboden-
vereeniging „Allen voor Elkander".
Uit het driemaandelijksch verslag lezen
wij dat de afgeloopen zomermaanden
een tijdperk van betrekkelijke rust ge
weest zijn- de korte avonden leenen zich
slecht voor organisatie-leven. Het voor
naamste stuk werk in de afgeloopen
maanden is geweest de voorbereiding
voor de betooging ten gunste van alge
meen kiesrecht.
Ter ledenvergadering op 31 Oct. werd
besloten dat de vergaderingen niet toe
gankelijk zullen zijn voor de pers, wel
echter voor belangstellende leden.
(Tot nog toe hadden slechts de bestu
ren der aangesloten vereenigingen toe
gang).
Onderhandelingen tot aankoop van
een eigen gebouw zijn hangende.
De S. D. A, P. heeft een verzoek inge
diend om, zoodra het praeadvies van B.
en W. in zake kindervoeding en kleeding
is verschenen, eene openbare vergade
ring daarover te beleggen. Na eenige dis
cussie, waarbij door de S. D. A. P. de
vrees wordt uitgesproken dat het be
stuur, uit zuinigheidsoverwegingen, het
beleggen eener vergadering wel eens van
de baan kan schuiven, en door de S. D.
O. V. betoogd wordt, dat 't wellicht be
ter is, nog vóór het verschijnen van het
praeadvies, de vergadering te beleggen,
om B. en W. tot ©enigen spoed aan te
sporen, wordt besloten dat het bestuur
„te gelegener tijd" -eene vergadering over
dit onderwerp zal uitschrijven.
Over de Dienstboden-Vereeniging „Al
len voor Elkander" wordt door de corres
pondent o. a. gezegd.
Allen? Het lijkt er niet naar! Slechts
een klein aantal is lid van de vereeni
ging, die zeker de zwakste is onder de
zusterverenigingen, hij het H.A.S. aan
gesloten. Het is hier niet de plaats, om
de velerlei oorzaken -te bespreken, die
samenspannen, om de organisatie der
dienstboden tegen te werken. Maar het
is een feit, dat het ledental zich niet noe
menswaard uitbreidt, hoewel de leden
zich beijveren, doel en streven der vex-
eeniging meer en meer bekend te ma
ken door het verspreiden van circulai
res in de huizen en op straat, hoewel
eiken Woensdagavond in het gebouw St.
Bavo de leden bijeenkomen om hare be
langen te bespreken en een cursus in de
Holl. taal te volgen, welke bijeenkom
sten toegankelijk zijn voor elke dienst
bode, die kennis met de vereeniging wil
maken.
En toch heerscht er een ware dienst-
bodennood, waarvan de meisjes, zoo zij
wilden, konden profiteeren, om betere
levensvoorwaarden te bedingen. Aanslui
ting bij de vereeniging is hiervoor ech
ter een dringende eisch, opdat er de
noodige kracht ontwikkeld kan worden,
e.n om de plannen te kunnen ten uitvoer
brengen, die in het belang der dienst
boden op -touw gezet moeten worden.
Woensdagavond vergaderde
de afdeeling Haarlem der S. D. A. P. om
de rest der vorige agenda af te handelen.
Aangenomen werd een voorstel tot pro-
portioneele kontributie-hefflng,- eveneens
een voorstel om door het verkoopen of
verloten van eenige kunstproducten, de
financiën in betere konditie te brengen.
Naar aanleiding der interpellatie-Maas,
die bedoelde de partijgenooten-gemeen-
teraadsleden op verschillende onjuisthe
den in hun gedrag in den gemeenteraad
te wijzen, werd een breedvoerige diskus-
si-e gevoerd, waaraan ook door de raads
leden werd deelgenomen.
Konklusies werden door den interpel-
lant niet gesteld. Hij behield zich echter
voor dit op een volgende vergadering te
doen. (Het Volk).
Door B. en W. zijn met- ingang
van 1 Januari 1903 bevorderd tot adjunct-
commies ter plaatselijke secretarie, de
heeren P. Grillis Jr. en T. Hei] blok, thans
klerken.
Tot veler genoegen zeker en
op veler verzoek, is de lezing van Pastoor
Hugo Verriest over Guido Gezelle uitge
steld wegens het samenvallen met den
Messchaert-Röntgen-avond. Het bestuur
van het A.g. Nederl. Verbond, afd. Haar
lem en omstreken, zal later den dag be
kend maken.
Door den Commissaris der
Koningin is bepaald, dat het aantal loten
van de verloting, te houden door het
hoofdbestuur van de Vereeniging tot be
hartiging van de stoffelijke en geestelij
ke belangen der armen, ten voordeele
der armen mag bedragen 2500 stuks ö-
zestig cents per lot.
Schouwburg. Zaza.
In Langen tijd is helt gezelschap-
Van Lier niet in Haarlem geweest;
nu het kwam bemerkten wij dat het
de algemeene metamorphose niet
beeft kunnen ontgaan. Menig bekend,
gezicht, maar ook vele, die wij vroe
ger in geheel andere omgeving za
gen. Dat sJtaat echter vast. het ge
zelschap is er niet op achteruitge
gaan.
..Zaza" is niet onbekend; de be
ken d/ei Fransche/ actrice; Susanne
Munte gaf bet een paar jaar geleden
op haag tournée door Nederland,
naar wij meenen hier voor een volle
zaal. Mevrouw Van LierCuijpers
kon met haar Fransche kunstzuster
concurreeren; zij heeft de waarlijk
nielt gemakkelijke rol, kunstvaardig,
met veel temperam/ent en veel gevoel
gespee-ld; goed terzijde gestaan- door
den heer Lambertus Smit (waaJrom
werd de naam, waaronder hij be
roemd geworden is, op het program
ma zoo onschoon verkort), heeft zij
het publiek doen lachen en schreien,
een zelfde traan voor vroolijkheid en
droefheid, een lach overgaande in
een snik, een snik in een lach, elk
oogenblik wisselend van gewaarwor
dingen. Waarlijk talentvol; wij kunnen
begrijpen dat de sympathieke actrice
deze rol ambieerde, omdat zij daarin
iets kon neerleggen van zich zelve.
Het publiek vierde hare wederkomst
in Haarlem met blij' gejuich .en harte
lijk applaus.
Eene verrassing was de verschij
ning van den heer Chrispijn Jr. bij
dit gezelschap; deze nog jonge adteur
heeft iets bijzonder innemends over
zich; zijn spel is zeer beschaafd en
een toon van jeugdige friscbheid, van
jongensachtige guitigheid dikwijls,
doet aangenaam aan.
Mevrouw van Beem had een rolle
tje naar haar behagen. Over de ver
dere leden van dit gezelschap kun
nen wij geen oordeel vellen, wij za
gen ze te weinig; het spel drijft
hoofdzakelijk op de hier boven ge
noemde personen.
Wij kunnen echter Hollandsche
tooneelspelers niet genoeg op het
hart drulcken, Fransche tooneelvoor-
stellingen bij te wonen. Voornamelijk
daar waar veel menschen op het too-
neel zijn, zooals in het eerste bedrijf
komt het contrast sterk naar voren.
Bij de Franschen was dilt een en al
vroolijkheid en beweging, een geestig
door elkander fladderen van men
schen, die zich thuis gevoelen en bij
de Hollandsche tooneelspeierskunst
een wanhopend pogen om den zin
naar natuurlijkheid te verschalken.
Onze stadgenoot, de heer J.
Berkhout Gzn., is geslaagd voor de akte
schoonschrijven M. O.
B ij Kon. Besluit is aan Jhr. H.
C. van Panhuys, ontvanger der directe
belastingen te Haarlem een pensioen
verleend van 1 3000.
R. K. Kiesvereeniging. In
de gisteravond gehouden vergadering
van bovengenoemde kiesvereeniging,
zijn tot candidaten gesteld voor de
Kamer van Koophandel de heeren Mr.
Joh. Enschede, J. J. F. Bevnes, G.
van de Most van Spijk, Krelage en P.
Heems.
Verder hield de Eerw. heer P. J.
Raëskin een prachtige lezing over
„Onoprechtheid", welke door de talrijk
opgekomen leden zeer werd toege
juicht.
Harmonie. Velen van Haarlem's
ingezetenen zullen zich zeer zeker nog
het succes herinneren, dat de muziek
vereniging Harmonie op 19 Mei jl. te
Rotterdam op het Nationaal Concours
(een eersten en eereprijsl behaalde.
Dat de ingezetenen van Rotterdam met
bovengenoemd corps waren ingeno
men, getuigde het feit, dat zij eenige
dagen later een invitatie ontvingen,
om aldaar een matiné en soirée te ko
men geven waarop de concoursnum
mers nog eens moesten herhaald wor
den.
Op veelvul dig verzoek zal Harmonie nu
ook alhier op a.s. Zondag in de Con
certzaal der Sociëteit Vereeniging
die concoui'snuimners onder meer ten
gehoore brengen, terwijl zij voor af
wisseling een hoogst gunstig bekend
Dames-Kwartet heeft geëngageerd.
Dat dit aanleiding zal geven, dat de
concertzaal der Sociëteit met een zeer
groot aantal belangstellenden zal wor
den gevuld, behoeft voorzeker geen be
toog. Wij wenschen dit Harmonie
ook van harte toe, daar zoowel hare
eminente directeuj* als de leden steeds
alles in het werk stellen om zich met
succes in de kunst der muziek te oefe
nen.
Een succesvolle avond zij hun toe.
gewenscht.
F©n lileton,
door
MAX PEMBERTON.
Zooals wij later hoorden, waren de
ze mannen door honger en dorst tot
het toppunt van kr ank zinnigheid' ge
komen en kwamen iedëren avond aan
land, wellicht om hun levensmiddelen
"O het eiland te zoeken, of louter in
hun dolheid. Twintig in getal toen
zij landden, sliepen er reeds acht toen
wij hen ontmoetten en zooals zij op den
kliprand lagen, sommigen met over
hangende armen en hoofd, anderen
bevend in die angstige slaap, en een
rechtop tegen de rots zittend, met zijn
armen uitgestrekt, als ware hij gekrui
sigd. gaven zii het dal het aanzien van
een slagveld1 De rest een goede
twaalf man. door den dolledans opge
wonden, zwaaide met hun messen, de
akeligste vervloekingen uitstootend. Zij
liepen op den kliprand boven ons en
schenen recht naar de kreek te gaan
waar de boot lap- En dit was 't.
waaraan wii zagen, dat 't een strijd
o-> leven en d'ood zou worden.
Er zijn oogenhlikken in het leven
waarin men opeens beslissen moet
ja" en neen" zonder zijn stap te
kunnen overwegen. Zooals de zaken
stonden, scheen er weinig kans op be
houd, toen wr door den afgrond naai
den oever rend'e. In het woud, achter
ons. heersehte de dansend'© dood; voor
ons deze dollen met hun flikkerende
messen .hun akelig gehuil, hun wag
gelende gang en angstige bewegingen.
Wii hadden diaartusschen te kiezen,
dë slaap in het eenzame dial, of de
dood beneden aan het strand, en wij
kozen het laatste, ik geloof, üi de mee
ning. dat het einde 't zelfde zijn moest
waarheen wii ons ook wendden.
Ga verder ga verder! riep ik den
kapitein toe, terwijl wij voortsnelden.
Dóóiioopen, voor je leven 't is onze
eenigste kans!
Hij zette een der kinderen op 't zand.
en terwn'l In- dit gebood mee te loo-
pen, trok hij zijn revolver, en stond
schouder aan schouder met mij.
Een vlu"- schot en let op je man
nen. rfep hij heel kalm, met een koel
hoofd winnen wii dit spel. Wij heb
ben tien schoten en onze vuisten re
kenen voor twee. Gij zult er twaalf
van maken .als ge dat bij elkaar voegt,
kapitein.
Zijn kalmte verraste mij, en toch
was 't niet te verwonderen. Van 't eer
ste oogenblik af had ik dien man nooit
één woord1 hooren klagen over onzen
toestand of onze moeilijkheid. In 't
nauw gebracht te zijn was kapitein Ja
mes Nepeen een lust, en nu, met die
huilende reptielen om hem heen, de
damp die in 't bosch achter hem aan
zweefde, en de zee die ons als een
uitkomst tegen schitterde, en vanwaar
ons de redding wenkte, behield hij nog
zijn cynischen glimlach, was opge
ruimd, en toondie. dat hij een waar
zeeman was. Van allen met wie ik
gevaren heb. zal ik hem 't eerst noe
men. als een trouw makker in gevaar
of tegenspoed. Aan zijn kunde bad
ik dien nacht mijn leven te danken.
Een. zeide hij plotseling, toen
zïch een groot hoofd op het rif boven
ons vertoonde, en zich direct
terugtrok. Hii was zoo vlug geweest,
het doel verscheen zoo snel, dat toen
er oogenblikkelijk later een man in
het gras neerviel en stijf voor ons lag.
ik niet gelooven kon. dat de kogel ge
troffen had.
Een. rien hii weer triomphante-
lijk, en van twaalf bladen een afge
trokken maakt elf. Ha, dat is jou
doelwit, kapitein en een goed!
Ik had. door dit voorbeeld aange
spoord'. de liaan overgehaald, en een
ander man van de klip hief zijn armen
ïh dte hoogte en viel met een luide
kreet neer. En dit was het wonder
lijkste, dat w'i tweeën in den afgrond
opgesloten zaten als ratten in een val.
en toch twee der ellendelingen gedood
hadden, terw'd geen terugschot van
boven werd afgevuurd, geen buks op
ons gericht was.
Geen wapenen, riep de kapitein
oogenblikkelijk, en de meeste half
dronken. W" komen er door, mijn
heer Beg.<? recht ©r door. dat verzeker
ik j e
Ik begon het ook te gelooven; niet
temin waren er mannen aan 't strand
voor ons. allen diollen ,met knipmes
sen in hun handen, en de moordlust
op hun gezicht. Men kon ze duidelijk
zien in 't maanlicht; de stille lucht
zond hun vreeselijke vervloekingen tot
ons. Ik zeide, dat wij voorbij die
mannen moesten .als wij de boot wil
den bereiken. En wij gingen er voor
bij. Het schijnt een wonder zelfs voor
mijzelf nu ik er van schrijf.
Wii hielden aan den voet van den
afgrond stil. en beraadslaagden er
juist over om hals over kop door te
gaan. in die meaning,. dat een van ons
kon komen te vallen, toen een schot
werd gevuurd niet van uit het kanon
van de wachttorenpoort, maar van af
Czemy's eigen jacht in de volle zee,
en geen kabelslengte van onze boot, in
't zand neerplompend, barstte oen gra
naat met een donderende ontploffing
uit elkaar, en de stukken staal, die
zich verspreidden, verschrikten de
muiters meer dan een kanon had kun
nen doen. Brullend als getergde stie
ren, hun meester in allerlei talen ver
vloekend, begonnen zij de klip snel af
te stormen, en naar het strand of de
bosschen te rennen, maar sompiigen
vielen, of rolden achterover in 't zand,
anderen vielen op hun ei'gen messen,
en lagen dood onder in den afgrond,
terwijl die d© ton bereikt hadden,
bij' elkaar stonden, en hun smartelijk
rezau- jammerden en hun haat tegen
Czemy's schip uitschreeuwden.
Maar wij wii bereikten de boot,
en terwijl w" er half dood! in neervie
len, duwden de anderen haar van
den oever. Goddank, wij hoorden de
stemmen onzer kameraden weer.
HOOFDSTUK XXII.
Denzelfden nacht. Van Ken's
Eiland. Half één.
Wij keerden niet naar de rots te-
nm daar er ons eenïge hoop overbleef
hen te helpen, die Czernv op de ge
vaarlijke kust aan land liad gezet.
Onze sloep dreef kalni op dë zee in
het witte maanlicht. Wij konden de
booten, die om Czerny's jacht heen la
gen nog zien en het woedend© scheeps
volk dat er in zat. Van 't strand klonk
het angstgescbrei der muiters als 't
gekrijsch van een roofdier, soms luid
en woest, dan stferf het in een langge
rekte kreet weg. Wanneer het lawaai
erg aangroeide lieten de kanonnen op
Czerny's jacht gestadig hun kogels
naar ons toe vliegen, maar ze raakten
niet; zij gierden in de lucht of sloegen
in het water of verdwenen in 't glin
sterende zand dicht bij ons. Misschien
dat dit werk de gedachten van het
volk in dev sloepen bezig hield en zij
daardoor geen rekenschap vroegen,
aan hun meester die hun misleid en
bedrogen had. En toch waren zij in
het hoogste gevaar.
(Wordt vervolgd).