Het Hiis mier le Zee
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen. Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e Ih,v> am
Woensdasi 12 November 1902.
No. .1943
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maandenV 1-30
Franoo door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02J4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.3734
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regel» EO Ota.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
ia de prjje der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letter» naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuiider Buitenspaaroe No. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hek Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad -verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3i^> Faubourg Monancaire.
Haarlem's Dagblad fan 12 Nov.
bevat o. a.
Engeland koopt de Delagoa-
baai, Turkije en Italië met be
trekking tot de zeerooveryeu, Het
bezoek van Keizer Wilhelm aan
Engelaud, Moord nabij Parijs, Sui-
ker-surtaxe.
Buitenlandsch Nieuws
Zuid-Alrika.
Niettegenstaande de vrede den 31en
Mei gesloten is, moet op de EngeLsche
ooriogsbegrooiting voor het financieele
jaar 1 April 1902—31 Maart 1903 als oor
logskosten 600.000 pd. st. meer gebracht
warden,; de begrooting voor den oorlog
in Zuid-Alrika was 39,650.000 en wordt
nu 40.250.000 pd. st. De vermeerdering
van uitgaven is o.a.: soldijen., toelagen,
giften 4,700.000 pd. st., geniew,erken en
huizing van officieren 350.000 pd. st. enz.
Daartegenover staat vermindering o.a.
van 650.000 pd. st. voor landtransport,
1,500.000 voor paardenaankoop; opbrengst
van den verkoop van paarden, muilen
enz. 2.500.000 pd. st.; enz. Voor zeetrans
port is daarentegen weer 1.500.000 meer
uitgegeven^
Reuter seinde den 7en uit Vrijburg,
dat 20 man van van Ziji's commando
zich hebben overgegeven, maar de mees
ten blijven weg.
De „Standard" verneemt uit Johan
nesburg, dat de ontwapening van de
Kaffers geleidelijk voortgaat. Er zijn al
ongeveer 40.000 geweren ingeleverd (in
Transvaal alleen of in enkele distric
ten?) De troebelen die men verwachtte
blijven uit (dank zij de 3 pd. st. per ge
weer die Engeland geeft). Verder deelt
de correspondent mede, dat de Kamer
van Mijnwezen besloten heeft het Kaf-
ferloon te verboogen. Men verwacht nu
meer zwarte arbeiders.
Volgens den Atheenschen correspon
dent van de „Daily Chronicle" zijn er
1500 Ioniërs van de eilanden Ithaca en
Santa Mavra naar Transvaal vertrok-
Milton, administrateur van Masjona-
land, heeft bij de opening van den wet-
gevenden raad te Salisbury gezegd, dat
prof. Koch in Zuid-Alrika komt in ver
band met de veeziekte.
De Good Hope, die Chamberlain naar
Zuid-Afrika zal brengen, is Zaterdag in
dienst gesteld. Den 3en December wordt
zij te Port Said verwacht, te Suez den
6en; daarna doet zij Aden en Zanzibar
aan en den 20en December wordt zij te
Durban verwacht.
De brand te East London, Kaapkolonie
en die te Kaapstad, Port Elizabeth en Lo-
rengo Marquez schijnen beschouwd te
moeten worden ais wraaknemingen van
slachtoffers van den oorlog.
Engeland.
Het meerendeel der Engelsche bla
den vat het bezoek van keizer Wil
helm zeer koel op. Zij heelt en den
Keizei- welkom, voor zoover hij zijn
familie komt bezoeken, of zijn En-
gelsch dragon d,err eg i m ent komt in-
specteeren; maar van politiek willen
zij niets weten. Daar zijn de omstan
digheden niet naar.
De „St. James's Gazette" zegt: Wij
zien in hem den warmvoelenden
kleinzoon van koningin Vidtoria en
den neef van koning Edward. En kei
zer Wilhelm kent Engeland genoeg
om na tafel onder een sigaar over
politiek te spreken. Maar, d'at zal
geen wijziging teweeg brengen in
den politieken toestand van Europa.
En de „Globe?': „Keizer Wilhielm
zal eerbiedig ontvangen worden;
maar zijn komst zal geen signaal
worden voor diepgaande uitingen
van geestdrift," En wat de stemming
betreft tusschem Engeland enDuitsch-
land, zegt het blad: ,,De Keizer kan
zich van de consequenties van dien
toestand niet losmaken."
De Daily Chronicle" zegt: Het is
niet in Engeland's voordeel een bond
genootschap met Duitschland'. Enge-
land'sgrootsten mededinger, aan te
gaan; vooral niet na de giftige vij
andschap die het tegenover Engeland
getoond heeft. En wij hopen daarom
dat. onze ministers zullen zorgen niet
toe te geven aan de betoovering, die
van don Keizer uitgaat."
De „Times" zeglt: De Duitsche Kei
zer mioge onze goede vriend zijn;
maar geen voorkomendheid aan zijn
zijde kan de houding van Duitsch
land tegenover Engeland tot oen
vriendschappelijke maken.
De „Daily Graphic": Wanneer de
betrekkingen tusschen beide landen
in de toekomst weder traditioneels
hartelijkheid zullen moeten verkrij
gen, zou het voor Duütschland van
belang zijn aan Engeland een waar
borg te geven voor de oprechtheid
van den wensch naar vriendschappe
lijke betrekkingen.
De „Standard" geeft Duitschland
te kennen, dat het niet de hulp van
een vriend als Engeland kan ontbe
ren; Engeland' kan steeds een bond
genoot vinden, en het zal Duitsch
land's .schuld zijn wanneer Engeland
vriendschappelijke aansluiting zoekt
bij een mogendheid die Duitschland
niet tot zijn vrienden telt.
Slechts d'e „Daily Telegraph" maakt
een uitzondering tusschen alle bla
den, dio oen kooien, bijna vijandigen
toon aanslaan. Helt blad vraagt welk
nut hot heetft in Engeland steeds
wantrouwen tegen Duitschland' te
zaaien, en argwaan te wekken tegen
den Keizer en diens vloot-polifciek; en
welke bedoeling het heeft, dat in
Duitschland) haat wordt gezaaid te
gen Engeland en zelfs de Panger-
maanscbe heilige strijd wordt gepre
dikt tegen Groot-Brittarmië.
Zulke ophitsingen van de slechtste
eigenschappen der volken doen ein
deloos onhedl ontstaan. Er is geen
enkele grond, waarom de betrekkin
gen der beide landen niet zoo vriend
schappelijk zouden zijn als zij vroe
ger waren, vóórdat de bronnen der
openbare meening vergiftigd werd'en.
Wanneer Duitschland en Engeland
elkander niét verstaan, welke andere
natiën in Europa zouden het dan wel
kunnen? De goede verstandhouding
tusschen de beide landen zal minder
gevaar loopen verbroken te worden,
wanneer beide landen krachtig zijn.
Het blad besluit met de meening,
dat het o ogenblik gunstig is om d'e
beidie volken weder tolt elkander te
brengen, op voorbeeld hunner vor
sten. De hartelijkheid, die tusschen
koning Edward en keizer Wilhelm:
bestaat, moet ook tusschen de beide
girojote, natie® höetaschem.
De generaals Louis Botha en de la
Rey brachten te Londen een bezoek aan
de Nederlandsche Vereeniging in Regent
Streete waar zij een aantal Hollandsche
vrienden ontmoetten, en waar hun een
aangename verrassing wachtte. De heer
F. C. Stoop, president der Nederlandsche
Vereeniging, deelde hun nl. mede, dat
hij een inschrijving geopend had ten
behoeve van het Boerenihulpfonds onder
de Boerenvrienden te Londen, welke in
schrijving reeds giften tot een gezamen
lijk bedrag van een 3000 pd. st. opgele
verd had, terwijl hij (de heer Stoop) en
ds Baart de la Faille, predikant der
Nederl. Hervormde gemeente aldaar, zich
tot een voorloopige commissie gevormd
hadden, om verdere giften voor hetzelfde
doel in ontvangst te nemen. De gene
raals brachten in den loop van hun toe
spraken tot de aanwezigen natuurlijk
hartelijk dank voor dezen bijstand on
der hun stam- en taalgenooten in En
geland.
Vroeger in den namiddag had ik ge
neraal Louis Botha even aan zijn loge
ment ontmoet bij den bekenden Neder-
landschen schilder, den heer Antoon
van Welie, terwijl die druk bezig was te
werken aan de levensgroote olieverf
portretten der drie generaals, welke,
naar ik hoor, bestemd zijn voor het Boe-
ren-Museum te Dordrecht. Terwijl ik be
zig was met generaal Botha te praten,
nam de heer Van Welie de gelegenheid
waar, om fluks een kenschetsende cray
on,teekening van den generaal op het
papier te werpen.
De heer Van Welie heeft reeds geruï-
men tijd hier in het gezelschap der drie
generaals en andere Zuid-Afrikaarusche
beroemdheden doorgebracht. In dien
tijd lïeeft hij een groot aantal schetsen
gemaakt, vooral portretten' van generaal
de Wet, met wien hij zeer bevriend was,
en wiens laatste portret door hem ge
maakt is bij de spoorwegreis naar
Southampton. Het eigenaardige hierbij
is, dat genieraal de Wet elke teekening
heeft verrijkt met een bijschrift. Een der
laatstbedoelde vermeldt, dat het portret
genomen werd, terwijl de generaal be
zig was de voorrede te schrijven van
zijn boek.
Ik wil nog even hieraan toevoegen,
dat enkel het groote portret van gene
raal de Wet geheel gereed is, en mij voor
komt een treffend beeld te leveren van
den man, wiens gelaatstrekken, houding
en handen zelfs zijn groote geestkracht
en sterken wil verraden, nochtans niet
in strijd komende met de harteshoeda-
nigheden, die zijn samengestelde en ge
heel individueele persoonlijkheid ken
merken. Ik moet op het schoone werk
van den heer van Welie terugkomen,
wanneer hij verder met zijn taaie gevor-,
derd zal zijn.
Balfour die een redevoering uitsprak
aan het diner van den Lord Mayor in
Guildhall, zeidie, dat d'e oorlog twee
quaesties had opgelost, die door staats
lieden opgeworpen waren voordat d'e
oorlog begon. De eerste was deze:
was het Britsche volk evenals in het
verleden voorstandier van den vrede,
doch bereid' groote nationale en per
soonlijke offers bei brengen; en de
tweede: waren de groote. zich zelf be
sturende kolonies bereid te strijden
voor het rijk. waarvan zij deel uït-
maakten? Deze vragen worden niet
meer gesteld, omdat ieder thans het
antwoord kent. De oorlog zal gevolgd
worden door een niet minder succes
vollen vredie. Groote materieele moei
lijkheden zijn te overwinnen, doch hij
hoopte, dat na verloop van eenige
maanden de toestand in de Zuid-Afri-
kaansche kolonies gunstiger zou zijn
dan ooit te voren.
De moreele verhouding zal zonder
twijfel ook verbeterd zijn, dank zij
gioote regeerders als Milner en Cham
berlain.
De algemeene stand; dier zaken in
Somaliland) bracht de vriendschappe
lijke gevoelens van Italië voor Enge
land) aan dien dag. Volgens mensche-
Iijke berekening bestaat er geen ge
vaar voor den wereldvrede, .noch een
eisch des tijds blijft het niettemin het
voortdurend aankweeken van interna
tionale verdraagzaamheid, vriendschap
en overeenstemming, die, op verstandi
ge wijze aangemoedigd, een machtigen
invloed' zouden uitoefenen op den
Euro-peeschen vrede, indien deze ooit
bedreigd wordt. Zij zullen ons in
staat stellen de groote politiek van het
Europeesche concert voort te zetten,
dat zulk een gewichtig instrument
voor den vrede was in het veidecten en
het in de toekomst belooft te zijn.
De „New-York Herald" bevestigt, dat
de verkoop van Delagoabaai aan Enge
land een voldongen feit is. De prijs moet
zeer laag zijn.
België.
De Belgische Kamer heeft 21 mil-
lioen uitgegeven voor de uitbreiding
der Antwerpsche havenwerken.
Rusland
De Russische pers geeft blijk van
groote onverschilligheid voorgewend
of inderdaad gemeend, dat blijve in 't
midden ten aanzien van het bezoek
van keizer Wilhelm aan Engeland. De
Nowosti verklaart, dat de reizen van
den Duitschen keizer naar het Engel
sche hof langzamerhand' zoo talrijk
zijn geworden.' dat zij elke internatio
nale beteekenis hebben verloren.
Frankrijk.
Om de moeilijkheden uit den weg
te ruimen, welke zich zullen kunnen
voordoen bij het verleenen of weige
ren van machtiging aan de congre
gatiën door de wetgevende macht,
heeft het Kamerlid Codet een wets
voorstel ingediend tot wijziging van
de bestaande wettelijke bepaling vol
gens welke een congregatie ontbonden
zal worden indien de wetgever weigert
haar de gevraagde machtiging te
verleenen. Codet stelt voor de weige
ring van één der twee Kamers inpiaats
van de weigering van den wetgever
te stellen. Is de wet op de congregatiën
in dien zin gewijzigd, dan zal dus een
voorstel dóór de regeering ingediend
bij de Kamer van Afgevaardigden,
strekkende tot weigering van een ge
vraagde machtiging, als het door de
Kamer verworpen is. niet bij den Se
naat aanhangig worden gemaakt. De
Senaat zal alsdan dus niet meer bij
machte zijn. door een dergelijk nega
tief voorstel te verwerpen, te verhin
deren. dat die beide organen van de
wetgevende macht weigeren een mach
tiging aan de vragende congregatie te
verleenen.
Men kan bezwaarlijk zeggen dat
het voorstel-Codet hier een vraagstuk
oplost. Het is het doorhakken van
de kwestie in het belang van de meer
derheid der Kamer en het zou ten
zeerste te verwonderen zijn indien de
Senaat aan deze wetswijziging zrjn
sanctie verleenen wilde en alzoó mee
zou werken zich zelf zoo maar op zij
te laten zetten.
In zake het proces Boulaine zijn ern
stige feiten aan het licht gekomen; twee
hooggeplaatste magistraten moeten me
deplichtig zijn.
Turkije.
De toestand in het Turksch gebied
aan de Roode Ze© zoudie er niet een
voudiger op geworden zijn, indien het
gerucht waarheid bevatte, dat de En-
gelschen Hodeida bezet hebben. Dit,
in verband gebracht met bet bombar
dement van Middy door de Italianen,
doet sommigen gelooven aan een
Anglo-Italiaansche entente ten aanzien
van de Roode Zee-conflicten, die zich
dan tevens zoude uitstrekken tot een
gemeenschappelijk optreden tegen den
„gekken" Molla. Vermoedelijk schuilt
hier echter veel fantaisie onder. Men
vergete niet, dat het bericht van de
bezetting van Hodeida niet officieel is
en dat men in Italië erg afkeerig is
van nieuwe Afrikaansche avonturen.
Dit laatste blijkt nog weer uit de Tri-
buna. die de draak steekt met de ge
dachte dat een tweetal compagnieën
inboorlingen, die de Italiaansche re
geering 20 October te Massaua heet
samengetrokken te hebben, zouden
kunnen dienen om tegen, den Molla te
vechten.
Intusschen is het Turksch-Italiaan-
sche conflict nog steeds aan de orde.
Heden of morgen zoude het ultimatum
van den commandant van de Piemon-
te. het Italiaansche oorlogsschip, bij
Middy, verstreken zijn. De Turkscbe
regeering moet verklaard1 hebben, dat
deze tijd te kort was om aan Italië's
eischen te voldoen en uitstel gevraagd,
tot 20 November. Dit zoude toegestaan
zijn.
Er zullen te Rome besprekingen
worden gehouden tusschen Prinetti en
den Turkschen gezant over dit zeeroo-
versincident. Volgens sommigen heeft
Turkije de bemiddeling van twee groote
mogendheden ingeroepen.
Een der punten, waarover men het
vooral niet eens kan worden, is de. er
kenning door de Turksche regeering
van de Italiaansche vlag op de vaar
tuigen van Arabieren van Massaua en
onderhoorigheden. die zich in de Roo
de Zee met kustvaart bezig houden.
Tusschen Italië en Turkije is naar
aanleiding van den zeeroof in de Roode
Zee een overeenkomst gesloten op de
volgende grondslagen: alle schepen der
zeeroovers, die geblokkeerd worden in
den omtrek van Middy, zuilen aan den
commandant Arnone overgegeven en in
den grond geboord worden. De Turk
sche autoriteiten zullen de zeeroovers,
die Turksche onderdanen zijn, op voor
beeldige wijze straffen. De Porte zal te
Massowa de zeeroovers, die inwoners
van Erythrea zijn, uitleveren en ver
bindt zich In de toekomst den zeeroof
met kracht te onderdrukken. Een schade
vergoeding zal betaald worden aan de
betrekkingen der twee Turksche zeelie
den te Middy en ook zullen de Prythreërs
een schadevergoeding ontvangen.
China.
Van uit het verre Go-sten zijn weer
eens een paar berichten tot ons ge
komen, die zoo zij waarheid bevatten,
voor de zooveelste maal bewijzen, dat
de toestand om en in het. Hamelsche
Rijk veel heeft van den krater, die,
zoo nu en dan rommelend, door klei
ne uitbarstingen getuigt van het groo
te vuur dat daar beneden smeult.
Zoo wordt uit Shanghai den 7en
November aan de „Daily Mail geseind,
dat in de haven van genoemde plaats
eentalrijk eskader Engelsche oorlogis-
schepen zich verzameld heeft met het
oog op de groote Russische schepen
macht, die binnen veertien dagen aL
daar verwacht wordthet telegram
voegt er bij, dat ..men" dit militair
vertoon noodzakelijk acht voor het En-
gelsch prestige in het Noorden, vooral
ook om te toonen. dat geen tusschen-
komst 'in het „status quo", door welke
mogendheid ook, geduld zal worden.
Een en ander bericht, uit gansch
andere bron, nl. uit het Russisch blad
cle „Roursk Invalid", weet mede te
deelen, dat in hei begin van October
een bende van 700 Chineescbe roovers
de stad Bodouné, in Mandsjoerije,
beeft aangevallenzij namen de stad
zonder veel tegenstand te ontmoeten,
wierpen den gouverneur in de gevan
genis en staken vervolgens verschei
dene* hu'izen in brand. Terstond zond
de commandant van bet tweede leger
corps in Siberië er eenige detache-
ten op af, met eenige stukken geschut;
deze macht kwam den 24sten October
te Bodouné aan, heroverde de stad en
nam eenigen der roovers gevangen
onder dezen bevond zich de aanvoer
der, die terechtgesteld werd. Bij de
gebleken onmacht van het Chineeache
bestuur om de rust en orde te handha
ven, heeft de generaal, Baron von Sta-
chelbery. zich verplicht gezien te Bo-
Feuilleton.
door
MAX PEMBERTON.
46)
Hij is een wonderlijke man, ging
Clair-de-Lune verder, als een oude
Neptunus recht or> dl© rotspunt staan
de; een wondierlijk man. geen een. is
zooals hij! Dei-tien jaar geleden vond
hij deze plek voor i eerst, en dierti'en
jaar lang 1-iei hii alle schepen stran
den. Ik weet d'at, want eens op een
dag- vertelde hij mij veel en ik luis
terde. H;: zeidie: maak een groot for
tuin en gij zult geien verdriet krijgen.
Al die jaren geleden, honderden jaren,
strandden er schepen op Ken's Eiland.
Czern^ hoorde die geschiedenis in Ja
pan. en hij kwam de plaats zelf zien.
Zij zeggen, dat h" eens door de mitist
insliep en daarna dol werd. Hij weet
niet langer wat recht of verkeerd of
onrust is in de. wereld. Hij kwam naar
Ken's Eiland en werd rijk. Toen von
den zijn machinisten deze rots. Eens.
laino- geleden, maakte ze ook deel uit
van het eiland, kapitein. De zooals
gij. noemt vulkaan, wi'erp vuur in de
zee maar dat was voor er menschen
kwamen. Czernv dlaaldie in de rots af
en hij ontdekte groote en kleine kel
ders, en hij zeide: Hier zal ik in den
slaaptijd leven. Veel geld' maakt een
mooi huis. Hij hield die zee tegen,
diaar waar zij wilde binnendringen,
bouwde groote vensters in de rots,
na mwerktuigen en ontleende de lucht
van den hemel. Langen tijd leefde
Czerny hier alleen. Toen kwam op
een dug mevrouw o, kapitein, ik
was zoo bedroefd', toen ik mevrouw
zag komen! Zij zal hier lijden! zeidie
ik, ze heeft reeds veel geleden. Czerny
is niet zooalg andere mannen. Als
mevrouw tegen hem zei: Goede rnan,
gij en fk zullen hier altijd leven, dan
zou zij alles hebben, zij zou kunnen
gaan waar zü wou. en meesteres wor
den. Maar ik zeid'e toen ik haar zag:
Neen. nooit, dat zal zij niet zeggen,
ze is een goede vrouw. En toen was
ik ane-stig voor haar, kapitein, ik
vreesdie 't ergste Ik wist niet dat zij
een Engelschen vriend! had, die haar
zou redden.
Hij keerde zich peinzend: naar mij
toe. en ik las in zijn oogen diep© ge
hechtheid!. die d!e kleine Ruth Bellen-
allen die haar kenden en haar leer
den liefhebben.
Maandag drie uur.
Wij hielden op dat uur krijgsraad
in de groote gan" en vormden het plan
den Tooten aanval af te wachten, die
vannacht tegen ons gedaan zou wor
den. Wij waren allen van één mee-
ning. nl. dat Czerny het huis zou
trachten te overrompelen onder d'e be
scherming der duisternis. Wij kunnen
niet naai- de maan of naar den hel
deren sterrenschijn kijken, die onze
oogen helpen zal wanneer de zon on
der is. Het zal een donkere nacht
zijn bewolkt en misschien stormach
tig. Als de storm los breekt, en de
natuur onze bondgenoot wordt, dan is
het ergste reeds voorbij en het eindie
van onze vijanden zeker. Maar wij
hadden geen recht dat te verwachten.
Wij moeten den toestand inzien als
denkende menschen, di eop iedere ge-
beutenis zijn voobereid.
B" 't aanbreken van den dag had
ik wat geslapen en het eerste nieuws,
dat zij mij brachten toen ik ontwaak
te. was de overgaaf van de vier man
nen. die in de kelders beneden waren
gebleven, en van de trouwheid van de
twee andere mannen van Czerny, die
zich reeds bh" ons gevoegd hadden,
den altijd had weten te winnen vanZoover ik kon opmaken was er slechts
één levend mensch heneden in hét
huis. en wij behoefden voor hem en
zijn sympathieën geen zorg te hebben.
De overige mannen, die met ons
vochten, hadden zich. daar zij zagen,
dat 't geluk ons tot nog toe gediend
had, aan de zijdie der fortuin ge
schaard en hielpen ons getrouw. Dat
alles zeide ik voor 't laatst aan mijn
volk .toen wii rondöm de tafel in de
gan gzaten, en die plannen maakten,
die ons verstand ons gebood.
Zij zullen ons dienen, zeide ik, zoo
lang wij aan de zegevierende zijde
staan. Wij zullen ze in d'e vuurka-
mer zetten, waar zij de vuren bewa
ken zullen voor hun eigen redding.
Als zij bedrog plegen, schieten wij ze
neer. Ik geloof, dat wij met drie of
vier man aan. de lage poort kunnen
volstaan. G:: zult de rots moeten be
schermen .terwijl wij de omliggende
zee voor u vrij houden. Als Czerny
daar vasten voet krijgt, en de deur
inslaat, behoef ik u niet te vertellen
hoe het met ons gaan zal. Verder laat
ik twee man boven aan de trap en
twee in d/e gang onder 't bereik van
Miss Ruth. Peter Bligh en George
Venn gaan met mij naar boven om
met het kanon te werken. Als zij toe
snellen wel dan zullen twintig man
hun met buksen tegenhouden. Maar
ik reken op hun lafheid en ik zeg
maar dat men er tweemaal over den
ken zou te vallen voor Czerny en zijn
eerzucht. Laten allen dat bedenken, en
herinner je voor je eigen bestwil
waarvoor je vecht. Voor die eer van
een vrouw en het leven van goede
mannen. Ja, het is een waagstuk,
heeren. Ik geloof niet. dat wij meer
behoeven te zeggen om onze armen te
spieren en onze oogen open te houden.
Wij vechten voor alles wat een eerlijk
mensch lief is. Vallen wij, laat ons
dan ten laatste als ware zeelui onder
gaan. die:: Hier ben ik! antwoorden,
wanneer de plicht hun roept.
Deoizelfden avond zes uur.
Wij aten allen samen in dei groote
eetkamer dicht bij Miss Ruth's bou
doir Men kon zich geen dwazer con
trast voorstellen tusschen die mooie
kamer daar beneden, en de stille veria-
ten zee er' boven Want aan de eene
zijde was het te-eken der beschaving
luxe. praal, het prachtige vertrek, de
mooi gekleede dame, de tafel met fijn
lïruien en zilver gedékt, d'e ramen,
van waaruit men die zeediepten zag
en al hun wonderlijk leven; aan den
anderen kant de zwarte schaduwen
van den nacht en den dood. de bedrei
ging der booten, het geankerde jacht,
de donkere lucht en 't eiland, dat uit
de verte opdoemde. Wij zaten daar
met veertien zielen, als menschen. die
elkaar in een rijk zomerhuis ontmoet
hadden, en daar een vriendschappelijk
beuzelpraatje haddien gehouden. Nooit
in mijn leven had ik Miss Ruth zoo le
vendig en meisjesachtig bekoorlijk ge
zien. Haar lach was als 't geklingel
van een zilveren belletje; voor iediereen
had zij een scherts, een vriendelijk
woord, en toch keek ik. die naast haar
zat. haar die^ in die grijsblauwe
oogen. om daar de waarheid te lezen.
En ondér 't gebabbel fluisterde ze mij
een vertrouwelijk woord toe, of drukte
mijn hand en zeid'e: Jasper, het moet,
het moet coed "aan met ons! Over wat
daarboven in het duistere Oosten lag,
sprak niemand of scheen er zelfs aan
te denken. Wij dronken roode wijn;
de kleine Fransche meisjes huppelden
om ons heen als zeenymphen; wij
spraken van den ouden tijd, van de
zonnige dagen aan dé blauwe Middel-
landsche Zee. van moeilijker dagen op
de Engelsche kust. ons verre vader
land en onze grootste hoop, maar
nooit over den nacht of wat er gebeu
ren zou.
(Wordt vervolgd).