NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. M lis oiÈr Se Zee Meestgelezen Dagblaci in Haarlem en Omstreken. Woensdai: 19 November 1902. No. 5919 U'S DA6BLA ABONNEMENTSPRIJS Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02}£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37 de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Ota.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prjje der Adrertentiën Tan 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groot© letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bnreanx: Gebouw Het Spaarne, Znidcr Kuiteuspartrue No. fe. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 128. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lour ens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hwfdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Cr. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Monancartpe. Bil liurainer bestaat vsit zes bladzijden. Maariciii's Dagblad ran D Nor. bevat o. a. Een redevoering van Chamber lain, Koningin VVilhelmina en Haar Gemaal te Schwerin. llrand te Zaandam, Ned. Boerenbond. Buitenlandsch Nieuws Engeland. Te Birmingham heeft men Chamber lain. een. groote ovatie gebracht en is hem een feestmaal aangeboden. Antwoordende op een toast, op hem uitgebracht, zei-de Chamberlain, dat hij zich als onder familie bevond en dat de beantwoording van een toast hem nog nooit zoo moeilijk was gevallen. Zijn reis had ten doel zaken te doen en was geen bloote vertooning. De reis had een nationaal doel en ging niet uit van «enige partij. Hij had zich zelf als den meest gehaten man van zijn tijd zien afschilderen, maar allen, die een doel bewust leven voeren, zullen steeds een dusdanig oordeel uitlokken. Doch gedu rende zijn loopbaan van strijd heeft hij nimmer vijandschap gekoesterd. Hij heeft het openbare leven weten beschei den van het privaat karakter. In Bir mingham was hij niet gehaat. Men moest van Zuid-Afrika een on schendbaar deel van het rijk ma ken, 'waarop men trotsch kon zijn. Men moest niet verwachten, dat alle bitter heid zou uitsterven, maar hij kon na mens de regeering zeggen, dat zij al het leed zou trachten te doen verdwij nen. Boven alles moest zij edelmoedig en wijs handelen tegenover hen, die aan hare zijde stonden. Zij moest nooit ver geten, wat zij leden. Hare tweede, nau welijks minder gewichtige plicht was, dat zij moest trachten hen, die tegen over haar hadden gestaan, te verzoenen met hun lot en hen burgers te maliën van het vereenigde koninkrijk. De oorlog had veel gekost, doch een nog grooter taak wacht ons. Het is onze wenseh om van dit volk een vereenigde natie te ma ken. Grootere geschillen waren bijge legd geworden. Zag men thans niet de afstammelingen van hen, die met Mont calm tegen Wolfe vochten, ons een der hunnen als eersten minister van Cana da toezenden.? De taak was moeilijk, doch niet onmogelijk, en daar zij niet onmogelijk was, zou zij door een En- gelscbman worden vervuld. De regee ring stelde nog steeds vertrouwen in Milner. Hij (Chamberlain) ging de uit werking zien van Milner's politiek, en hij wilde zich ook onderhouden met de vertegenwoordigers van alle fracties, die dit wenschten. Hij geloofde, dat men hem halverwege tegemoet zou komen. Hij hoopte de vriendschap te winnen van de nieuwe Boeren-onderdanen van den Koning, en ook heeft hij zeer optimisti sche inzichten omtrent de tóekomst van Zuid-Afrika. De in Europa vertoevende Boeren- afgevaardigden Fischer. Wolmarans, Wessels en anderen, hebben bij Cham berlain zelfs te vergeefs vergunning gevraagd naar Zuid-Afrika terug te mogen keeren. Chamberlain antwoordde, dat hij, zoodira hij zelf uit Afrika is teruggeko men. hen zou waarschuwen, wanneer hij hun kon veroorloven, terug te kee ren, Gedurende al diien tijd mogen do Boeren-afgevaardigden geen geld opnemen uit de Züid-Afrikaansche banken, terwijl hun eigendommen in Transvaal en d'e Oranjerivier-kolonie thans door Engeland1 zijp bezet. Daar de middelen der Boeren-afgevaardig den bijna zijn uitgeput, zullen zij zonder twijfel verplicht zijn hun bezit tingen te verkoopen. Dit is hot ctoel, dat Chamberlain steeds beoogde. Frankrijk. De Fransche minister van marine Cam ill e Pelleton, heeft aan de bla den een nota gezonden, waarin hij zich als het ware trachlt te veront schuldigen, dat hij den bouw der drie pantserschepen heeft doen schor sen en beweert, dat de voorstelling der feiten onjuist is. Hij had de vol tooiing slechts tegengehouden opdalt de Kamer haar rechten zou behou den voor de vaststelling van de be grooting 1903. Als de Kamer zich ver binden zal, de credieten voor den bouw toe te staan op de volgende be groeting, kan de minister nielt anders doen dan de bestellingen van zijn voorganger te laten uitvoeren. De rapporteur der marinebegroo- ting heeft aan de oommissie alle do cumenten 'overgelegd betreffende deze quaestie, ook de contraclten door den minister met de scheepsbouwers aangegaan. Dnitschland, j De „Vorwarts" is. itear aanleiding j van een artikel over Krupp op Capri, in beslag genomen. België. Anarchistische aanslag op koning Leopold. Om te beginnen: er is een leelijke ver gissing begaan. Men heeft het Engeische parlements lid James Keir Hardie aangezien voor ieman/d die zoo niet na betrokken was bij den aanslag op koning Leopold, dan toch Rubino goed leende en er dus waar schijnlijk meer vaü wist. Reuter heeft den heer Hardie geïnter viewd en die heeft verteld, dat het ge val zich aldus had toegedragen: ,,Toen ik, aldus de heer Hardie, Maandagmor gen mijn ontbijt gebruikte, kwamen twee politie-agenten in burgerkteeding naar mij toe in mijn hotel en vroegen mij of ik geen bagage in ontvangst genomen had aan het „Maison du Peuple". Ik antwoordde in ontkennenden zin en voegde er aan toe, dat er in dat gebouw een telegram aan mijn adres was gezon den. De politie had daarvan dus geen kennis kunnen nemen, zonder mijn cor respondentie te hebben onderschept. De agenten brachten mij daarop naar het bureau voor de vreemdelingen, waar men mij, nadat ik mijn identiteit had moeten opgeven, tot mijn groote verwon dering vroeg, of ik Rubino kende. Ik antwoordde met in een schaterlach nit te barsten. ,,De inspecteur van politie zei hierop dat hij mij ter beschikking van den rechter van instructie moest houden. Doch toen ik meedeelde dat ik lid was van het Engeische Lagerhuis, was men zeer onthutst. Kort daarna liet de com missaris van politie mij weer in vrijheid stellen, terwijl hij, mij de handen druk kende, mij weg geleidde. „Ik ging vervolgens naar den Engel-' schen vice-consul, die mij zijn spijt be tuigde over dit incident. De Belgische wet echter voegde hij er aan toe laat zulke politie-maatregelen toe. ,,Jk denk deze zaak aanhangig te ma ken bij het Engeische ministerie van buiienlandsche zaken, zoodra ik in En geland terug zal zijn gekeerd. Thans ga ik naar Rotterdam en hoogstwaar schijnlijk naar Duitschland." De instructie in den aanslag is in handen van den rechter d'Oultremont; Rubino z!t opgesloten in de gevangenis te Saint-Gilles; hij zal vervolgd worden wegens Koningsmoord. Bij zijn onder vraging heeft Rubino gevraagd of de; doodstraf nog in België bestond; toen hem werd geantwoord van neen, sprak de m .ordenaar zijn leedwezen daarover uit. Door de Brusselsche politie is een inval gedaan in een lokaal op den weg naar Forest, waar een aantal anarchis ten bijeen waren. Al-Je aangehoudenen werden echter, na een verhoor te hebben ondergaan, weer vrijgelaten, behalve een jonge man, die een dolkmes had getrokken op het oogenblik, dat de poli tie het vertrek binnenstormde. Naar beweerd wordt zou de gravin de Lonyay onder de eersten geweest zijn, die den Koning van België haar leedwezen betuigde over den aanslag. Rubino heeft naar het schijnt werke lijk bekehd. voornemens te zijn geweest, eerst aanslagen op de koningen van Engeland en van Italië te ondernemen; maar tengevolge van allerlei moeielijk- heden had -hij die plannen opgegeven, en Koning Leopold als slachtoffer geko zen. Ondanks de besliste ontkenning van Rubino geloofd de politie, dat hij op last van het Londensc'he anarchistische co mité handelde. Toch is er een eenvoudig middel om 't gevaar verooizaakt door 't gezamen lijk opdringen, eenigszins te bezweren. In het algemeen reglement voor den dienst op de spoorwegen (kon. besluit van 27 October 1875, Stbl. no. 183) Ie- zen wij in art. 23 „Zoolang de openbare overwegen af gesloten zijn worden de rijtuigen, de paarden en het vee op een afstand van 25 Meter van het hek, de ketting of dan sluitboom gehouden „Die afstand wordt vanwege de on dernemers van den spoorwegdienst door een paal aangegeven. „Voor openbare wegen door trek- sluitboomen afgesloten, geldt het tijd stip waarop het w.iarschuwingssein aan de sluiting vooraf gaande, wordt gegeven, voor het tijdstip der sluiting zelve." Nu herinneren wij ons wel dergelij ke waarschuwmgspalen met het op schrift „halt" op vele buitenwegen, waar treinen passé eren te hebben aan getroffen, maar vruchteloos hebben we er naar gezocht in fans- en Kruisweg. Wij zijn ei' benieuwd naar welke straf door het Openbaar Ministerie zal worden geëischt voor deze gedurende 27 jaren dagelijks opnieuw begane viervoudige overtreding. Examens v r ij e- en ordeoefe ningen. Geëxamineerd 12 vrouwietijke candidalen. 'Geslaagd de daim es- L. Stocksmeijer, H. Stom, M. A. J. Strauss, M. G. Struijs, S. Tafelkruijer, J. J. van Thiel, C. Tieleman, G. Timmer-, man, C. M. E. Tïsmeer, allen Amsterdam; P ^S w W. Tonne man, .Alkmaar, roeping gericht tot de jonge dames van Haarlem, om hunne gewaardeerde medewerking, bij de collecte voor die Boeren, te verleenen. De aanmelding moet geschieden vóór Woensdag a.s. bij een der dames van het comité. Woensdagmiddag te 4 uur vergadert Sn de bovenzaal van het Brongebouw het damescomité voor de Boeren hulp fonds-collecte. nl deze vergadering zal de verdee ling van de verschillende wijken, als mede de wijze van collecteeren worden vastgesteld. Het plan is om de collecte evenals de vurige maal met zakken en bussen te doen plaats hebben. Aan elk der dames collect-rices zal een strik in oranje en groene kleur worden ulitgerm.kt. Tuinbouw. De afdeeling Haarlem en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde vergaderde Maandagavond in heit gebouw Weten en Werken onder voorzitterschap van den heer J. D. Oudewater Ingekomen is oa. een schrijven van het. hoofdbestuur, waarin wordt mede gedeeld dat de beschrijvrngspunten voor het wintercongres voor 8 Januari bij dien secretaris van het Hoofdbe stuur moeten zijn ingekomen. Besloten wordt in de December-ver- gadering over deze punten te spreken. Tevens wordit besloten dat de derde lezing van den heer Cunaeus op diens verzoek op 6 Februari 1903 zal Collecte Boeren-Huljifonds 25 November a.s. SfRcisnieuws. Bij eene korte bespreking over da verkiezing van hei hoofdbestuur deel de de voorzitter mede, dat de heer Drost zijne benoeming tot lid van het hoofdbestuur niet heeft aangenomen. Nog sprak d'e voorzitter den wenseh pit. dat. d'e heer Kikkert, een der hut- Wij weten niet, of de geruchten waar I tigste ledf-n. weder spoedig geheel mag zijn, dat ook Botha en De la Rey naarhersteld zijn van zijne ernstige onge- Zuid-Afrika teruggaan. Maar zoo ja. J steldheid, waaraan hij gedlLrênd'e eeni- met wélke gevoelens, moeten zij dan I gen tijd' lijdende is, en hoopt dat hij vertrekken? Met wrok over de'weldra weder de gewone vergaderin- schijnbaar zoo helpende vriendelijkheid gen zal kunnen bijwonen. (Applaus). mist zou komen, dan moesten allen hard aanpakken om de bloemen bin nen te halen, wilde men niet een ge heel veld verloren laten gaan. Meermalen had spr. gezien dat den. dag na de mist de overgebleven bloe men met donkere stipjes waren bedekt, waardoor natuurlijk veel schade was ontstaan. Van de getoonde photo's trokken vooral de aandacht het bloemstuk aoor de Maatschapnij van Tuinbouw aan geboden aan H. M. de Koningin bij Haar intocht te Amsterdam. Voorts een bloemenmarkt te Hololoeloe; een mooi veld mot campanula's, chrysanthe mum-maximum enz. enz. Ook tal van prachtige bloemstukken werden vertoond, waarbij 0. a. ook aan het licht werd gesteld hoe zonne bloemen zich uitstekend leenen voor de binderij. Met aandacht werd deze voor bloe misten zeer leerzame repetitie gevolgd. Een luid annlaus aan het einde der voordracht en een woord van dank door den voorzitter aan den heer Cu naeus gericht waren voor spreker de beste bewijzen, dat zijne lezingen ten zeerste d'oor leden van Tuinbouw worden gewaardeerd. Nog zij vermeld dat aan de firma J. J van Cruyningen eene dankbetuiging werd toegekend voor hare inzending chrysanthemums in soorten. van Engeland, dat hun eerst zelfs de als gift beloofde 3 miljoen pond ster ling zelf wou laten bétalen dat nu on der den drang van Europa's geven daarvan afziet, maar, weer tegen het vredesverdrag, nu dg niéuwe 3 mil joen die het leent, weer leenen wil ten koste van de nieuwe koloniën zelf. Stille wrok. Maar lïoe moeten zij over ons den ken? Weer houden onze geldmannen zich op den achtergrond, om welke re den dan ook Weer moet de kléine en Hierna kreeg de heer E. H. J. Cu naeus het woord tot het houden van een voordracht over snijbloemencul tuur. Spr. wees erop dat hij, alvorens te spreken over snijbloemen-cul tuur in warme, koude of matige kas sen, nog eens eene repetitie zou hou den van het in het vorige jaar behan delde nl. over de snijbloemencuituur en de kweekwijze daarvan in de open lucht. Sprekers doel was om de voor drachten van verleden jaa.r te verdui delijken met lichtbeelden. En zoodoen- Haarlem, 18 Nov. 1902. Overwegen Spoorweg. Reeds lang heeft het onze aandacht getrokken hoe gevaarlijk de toestand is aan de HoLandsche Spoor, vooral bij de Jansweg en Kruisweg, en hoe het bijna een wonder is te noemen, dat daar tot dusver geen ongelukken zijni voorgekomen. Karren, rijtuigen, paarden, vee, men-1 schen, groot en klein, staan daar in l bonte mengeling vlak tegen cle boomenl aangedrukt om het korte oogenblik! van opening (dikwijls niet langer dan een gedeelte van een minuut) te benut ten om aan de overzijde te komen, om niet te zeggen naar de overzijde té A'liegen. groote burgerman het benoodigde geld de werden dén geheelen avond licht- bijeen zien te brengen. Maar, waar beelden vertoond,, er werden tal van wij met miljoenen moesten komen, ge-snijbloemen, prachtige bloemstukken, ven wij op die manier duizenden. Wei- i bloemen uitstekend geschikt voor de nig, maar bat is voor menschen, cRebinderij, heesters etc. op het doek weten in welke stemming het gegevenj pardon, op de witte muur, die zich wordt, die het waardeeren omdat liet daartoe zoo uitstekend leent ge- penningske van de weduwe hun even-j bracht. En bij die lichtbeelden lier- veel waard is als die schat van den rijk. I innerde spr. dan op zijn aardige, on- aardomdat zii rijkdom nu wel heb- derhoudende wijze er nog eens aan, ben leeren ontberen. Welnu, wie dat i v at hij verleden jaar over deze bloemen goed inziet,wie weet welke belangenhad! gezegd', en vulde dit nog aan daarginds voor ons op het spel staan,door af en toe zijne ondervindingen, vooral welke opbouwing voor ons eigen j die hij in kweekerijen te Engeland volk in liet helpen van hun allen ligt., j had opgedaan, mede te deelen. Daar die zal, die moet meehelpen, dat ook! moest spr. in den druksten tijcf zoowel: wij hier onze kleine en groote gaven j in de week als Zondags van 's morgens zoo groot mogelijk doen zijn. 4 u. tot 's avonds werken en zoodra de Wij herinneren nog eens aan de op- couranten melding maakten dat er mijn laatste oogenblikken zal ik haar stem hooren, toen zij haar gezichtje naar mij ophief en mij die vraag stel de: Jasper, Jasper! is het waar? Hoe kan ik het éelooven. Jasper? Zullen wij ons tehuis weer zien jij en ik? O, zeg mij. dat 't waar is, Jasper zee het dikwiils, vaker, of ik zal 't vergeten! Wij waren toen juist op een hoogte in de wouden en stonden naar bene den te kijken op de lagere vallei, waar op de rotsen vreemd groen mos groei de. en in iedere spleet vreemde bloe men zich naar de zon keerden, en beekjes met borrelend geruisch naar benedien liepen. Ver weg op bet open veld verhieven zich popperige huisjes, en lag de asch van haar bun galow. Het schouwspel betooverde mij en de herinnering der afgeloopen da gen ging mijn geest voorbij, en geen toekomst scheen mij denkbaar dan die mij voor immer het recht zou geven, met deze vrouw mijner droomeu vriendschap te sluiten voor altijd, en ik sprak: Het is waar, kleine Ruth God weet het daar is een man die je met zijn geheele hart bemint en hij heeft je al dien tij dl lief gehad. Hij Gisteravond hield de af deel ing Haarlem van de Vereeniging van Handelsbedienden „Mercurius", eene vergadering in het Brongebouw welke toegankelijk was voor alle han dels- en kantoorbedienden, speciaal voor hen die niet bij eenige vereeni ging aangesloten ?ijn- Pe ppkorp^t 1 Was niet bepaald grootte noemen. De voorzifter opende de vergadering met een woord van welkom, doclOiet speet hem dat de opkomst bij zulk een belangrijk punt, waar he/fc de or ganisatie geldt, niet grooter is. Hier juist is de organisatie zeer slechten daarom hebben wij den heer Bonner man uatgenoodigd om hierover eene bespreking te houden, daar hij als oud-voorzitter van de afdeeUng Am sterdam uitstekend niet die zaken op de hoogte is. Daarna kreeg de heer Bonnerman het woord, die zich tot onderwerp had gekozen-, „Onze gedragslijn". Spr. ving zijne rede aan met een woord van hulde aan het bestuur van de afdeeling Haarlem, die de verga ring bijeen heeft geroepen. De op komst was naar zijn meening ook niet al te groot, maar waar er vakbe langen te bespreken zijn, is dit nooit het geval. Wat betreft de aanleiding, dat de vereeniging geheel van kleur is ver anderd, en soc.-dem. troep ig gewor den, zooals er zooveel wordt beweerd, hebben mij de reden gegeven de le den van de afd. Haarlem aan te too- nen, welke gedragslijn wij te volgen hebben om met succes te werk te gaan. Mercurius is steeds eene Rotter- damsche vereeniging geweest, waar- fouHIfton, door MAX PEMBERTON. 52) Onversaagd, een man met gren. zenlooze eerzuchtzonder eenigen deugd, met een ziekelijke gelddorst, •oogstte hij wat hij zaaide. De jas die hem dekte, was van het Hongaar- sche regiment, waarvan het wetboek der deugd hem uit Europa direef. De diamanten ring om den vinger was de zelfde ring die de kleine Ruth hem op haar trouwda^ gegeven had. De angst die hij geleden had. had menig goed zeeman ondervonden sinds de ■schipbreukelingen op Ken's Eiland kwamen. En nu was de geschiedenis ten eind: de man was dood. Het moet gisterennacht gebeurd zijn. zeide ik eindelijk tegen Clair-de- Lune Zijn eigen mannen zetten hem aan land en namen het schip in be slag De fortuin heeft vreemde nuk ken, maar wie zou dit gedacht heb- Iben? Gij behoeft niet te twijfelen, of dp schurken hebben zich ten laatste op hem geworpen. En hij stierf in zijn slaap een barmhartige dood. De oudie man schudde droevig zijn hoofd. Ik weet 't niet, sprak hij lang zaam, bedenk, hoe zelden dit eiland genade schenkt! Wij zullen niet vra gen. hoe hij stierf, kapitein. Ik afe iets. maar zal het vergeten. Laten wij hem aan den nacht overgeven. Hij begon het lijk met takken te be dekken, en dadelijk die plek aanstip pend. om er morgen naar terug te kee ren. gingen wij als slaapwandelaars verder door de bosschen. Onze sche ma's en plannen, onze hoop en angst, de vreeselijke uren, dei onvergetelijke dag gingen aan onzen geest voorbij, terwijl wij "-enoten van het Toenende eiland, de rtw weilanden, en de ont wakende wouden en al de glorie van den zontijd! Want toen de damp slechts iets voor ons was opgetrokken, konden onze oogen het licht al zien. en wii vroegen ongeloovig: Is dit alles waar? Ik vertelde kleine Ruth niets van hetgeen we gezien hadden, maar er werd gefluisterd en er werden blikken geworpen en zij was verstandig ge noeg ze te begrijpen. Ik geloof dat z!j het denzelfden dag reeds wist. maar zij wilde er. evenmin als ik, over spre ken. Want waarom zouden wij een valsche droefheid voorgeven In aat heerlijke uur? Lag de wereld niet voor ons. de ontwaakte glorie van Ken's Eiland niet aan onze voeten? Juist als de natuur in de donkere dagen met een somber licht overtogen had en alle leven voor de doodelijke dampen had moeten zwichten, gaf zn nu ook weder de zon terug, em het boscli her leefde met het gezang der vogels, de groene en gouden weiden en de heu vels waren, allen met hun zomerpraal overtomen en verkondigen Gods groot heid. Geen prachtiger gezicht beloofde san schipbreukelingen ooit meer ge luk of verwelkomde hun aan een mil der kust. Ik wandelde hand in hand met kleine Ruth door ieder boscli. elk kreupelbosch. en scheen in 't Para de's zelf te staan! En zij ja, wie zal de gedachten eener vrouw in zulk een uur kunnen lezen. Ik was tevreden haar te zien zooals zij was; haar ge zichtje werd no" kinderlijker na deze groote bevrijding, haar oogen schitter den van een nieuwe vreugd, haar stap was zoo licht dat geen grashalmpje daardoor gekneusd zou worden. Tot is maar een eenvoudige kerel, met geen fijne manieren en weinig we reldkennis; maar hij wacht op u om hem te zeggen, dat gij hem zult ver heffen, en hem u waardig maken. Zij deed mij met een vrugge, vroo- lijke kreet ophouden, en haar beide armen om mijn hals slaande .verborg zv haar gezichtje aan mijn schouder: Mijn vriend Jasper, goede Jasper dat moet je niet zeggen! O. was jij zoo blind, dat ge mijn liefde niet reeds van 't begin af gezien hebt"? Haar woorden klonken mij als de echo van zoete muziek in de ooren. Kleine Ruth had mij „vriend" genoemd en van liefde gesproken. Tot aan 't einde mijns levens zou ik op dien kost baren naam aanspraak maken. Wij werden opgepikt door het Ame- rikaansche oorlogsschip Hatteras, tien dagen nadat de slaaptijd voor' was. Ik verliet het eiland, zooals ik het gevonden had1 zijn geheimen verborgen, zijn mysteries ondoor grondelijk. Wat voor damp e.r daar oprijst of het, zooals Doctor Gray beweerde, uit de moerassen opsteeg van verrotte planten, die bij inade ming koorts veroorzaken; óf dat het die moerasdamp was die optrekt wan neer de planten daaronder afsterven, óf dat het een gas was, dat uit de aar de zelf voortkwam ik weet het niet, en laat er daarom maar de geleerden over redetwisten. Ik verliet het eiland met een schat, en nooit zal ik zijn hoogten en dalen terugzien. Ik leeï in mijn land, en Ruth, de kleine Ruth, die ik lief heb, zit naast mij. Voor ons zal het immer zontijd wezen; de nacht en de vreeselijke slaap be staan niet meer. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1