Een Bal-Masqué. In den schaduw van den dood. Iieekentafel plaats en begon eau schets1 Is het uur al verloopen? vroeg over een vrij aanzienlijk inkomen,; Nu, ook al goed. Als je ons maar jj, ontwerpen Na twee» uur stond zijn Walker j maar terwijl Greig iederen dag er wat leemt. 'besluit vast. I-let moest gewaagd wor-j Ad vijf minuten, antwoordde Ke-I hard voor werkte, bij een of andier© den. Hij kon het waagstuk evenwel j wett. bankinstelling, kon Dunstable als „iet door een ander laten verrichten, I Toen werd het doodstil Zwijgend' hij zelf moest het op zich nemen. stonden die menschen aan'den injan-i eeniSen zoon van een rijk man zich VVanneer het oiet mogelijk was^metvan den tunnel, de meesten met hun' l'° vveold© 'van nietsdoen permittee- BHIBSoii met 1 de luchtslanv tot de plaats van door- horloge in do hand. hraak door te dringen, dan moest menI Een uur en een kwartier waren het zonder slan^ trachten to doen. In voorbijgegaan. Walker keek heimelijk ,1 Lambert een ijzeren kast met sa- naar zijn dochter, ünnireperste lucht vulde en ze op zijn Dorothy stond met doodsbleek ge ur bevestigde, kon hij ze wel don tun- laat en de tanden op elkaar geioernd i indragen omdat natuurlijk het wa_ naar het water te staren. Elke minuut far den last 'veel lichter maakte. Deze die. voorbij gin»- was voor haar een !Lf moest hem voorzien van de noo: j eeuwigheid van angst, dtóe lucht en een kleino batterij j Anderhalf uur was voorbijgegaan, van accumulatoren moest in het be- Kewett nam zijn hoed af en prevelde 'lisgende oogenblik het noodige elec-|6en gebed. De' andere mannen volg- Üificlie licht leveren om de noodlottige den zijn voorbeeld. Alle hoop was nlek to vinden en te herstellen. Was vlogen. intusschen de voorraad samengepersteMaar toen opeens stiet Dorothy con rh't uitgeput voordat hij den uit-1 kreet uit en wees naar het water. Het ae van den tunnel weer had bereikt.rimpelde. En dat rimpelen werd ster- itorTwas hij verloren, dan inoest hijker. Aller gezichten drukten de groot f nnen enkele minuten stikken. Hijste spannin" uit. Er kwam nog meer wm slechts bij benadering de hoeveel-beweging in het water, men hoorde i tm\ benoodiede lucht berekenen eu het ruischen in den tunnel... en aaar t hel oo" op het gewicht van de kwam Lambert te voorschijn, wanke- fnrhtkast moest hij zich tot het striktlend van uitputting. I ndzakelijkp beperken. Wanneer ni] Kewett snelde op hem toe en rukte "°ed en wel ter plaatse kwam, dan de glazen plaat van de duikerhelm. was het stoppen van het gat betrekke lijk gemakkelijk. Men had voortdu rend kleine gaatjes en reten in den tunnel moeten dlichtsmerén' en zoo kwam het dat er dicht bij het punt van doorbraak minstens 'twintig vaten cement lagen. Met diat cement en met ter plaatse aanwezige steenen zou het gat hoogstwaarschijnlijk wel te sloppen zijn. De luchtkast kon binnen vier-eu- twintig uren gemaakt worden. Pom pen om de lucht naar binnen le persen raten wel aan het duiker-apparaat. Lambert bestelde dadelijk te Bristol de luchtkast, maar verried niemand Het gat is dicht, riep Lambert met inspanning van zijn laatste krach, ten. Een triomfkreet antwoordde hem, maar hü hoorde het niet meer. hij viel bewusteloos op den grond. Hulpvaardige handen namen hem op en brachten hem naai- zijn woning. Den volgenden dag was Lambert woer ~eheel hersteld'. Dadelijk werd met het uitpompen van het water be gonnen en door geheel Engeland vloog de mare van den heldenmoed van den ingenieur. Vele Engelschen vereeren zulke helden van den arbeiu nog m«v aan de helden van het slagveld. Het werk werd verder zonder eenige [ets van zijn Dlan. Hij was overtuigd' f'oornis voortgezet. In het jaar dat Walker nooit geduld zou hebben, j ™n™m .die werklieden. gekomen van die 1 dat iemand op dergelijke wijze zijn leven op hot spel zette. Maar alles moest gewaagd worden j om alles te redden. Lambert schreef een brief aan Wal ker, waarin hij hem meedeelde, dat hij een middel meende gevonden te hebben, dat de hervatting der werk- zaamheden in den tunnel binnen kor- I ten tijd mogeJjjk zou maken. Vervol gens gaf hij een zeer zaakrijke be schrijving- van zijn plan, om Walker t> overtuigen dat hij zich niet licht vaardig in het gevaar had gestort. Maar eindelijk en dat was het moeilijkste voor hem moest hij een 1 afscheidsbrief aan Dorothy schrijven, waarin hij haar meedeelde, dat hij i waarschijnlijk sterven zou. dat hij haar lief had en dat de. gedachte haar vader te willen helpen, hem den d'ood gemakkelijk zou maken. i Den volgenden middag was alles ge reed voor de levensgevaarlijke tunnel- reis Kewett. toevallig aanwezig, ried het plan dringend af, maar, toen hij zag. dat zijn woorden vergeefs waren, bood hij Lambert de behulpzame nana bij het aantrekken van het duikerpak, 's Namiddags tegen vier uur was Lam bert klaar om naar heneden te gaan. Toen de glazen plaat, die zich voor het gezicht in den duikerhelm bevindt, zou worden vastgeschroefd., zei hij 1 tegen Kewett: Wanneer ik niet terugkom, wil dan die brieven, die in mijn kamer op de schrijftafel liggen, aan hun adres laten bezorgen. Toen reikte hij Kewitt nog eens ue hand, liet de dikke glazen plaat ui den helm vastschroeven en na het dag licht nog een afscheidsgroet te hennen toegeworpen, ging hij moedig het wa ter in. Geroerd keken, de mannen aan den ingang van den tunnel hem na, net was hun, also zij aan een graf ston den. Walker, dezen dag vergezeld door zijn dochter, kwam enkele minuten na vieren te New Passage aan en begaf zich regelrecht naar de woning van Lambert. Een jonge bediende zei hun, dat unster Walker bij den tunnelingang was, maar voor misten* en miss Wal ker brieven had achtergelaten die up zijn schrijftafel lagen. Vader en doch ter zagen elkaar verwonderd aan. zij gingen in Lambert's studeerkamer, vonden daar de aan lim geadresseerde brieven en braken ze open. WaLker las met schrik welk plan Lambert had opgevat. Dorothy stiet een gil uit en wierp zich schreiend aan de borst van haar vader. Moed, mijn kind, zei de energie ke man. Laat ons naar den tunnelingang gaan. Misschien is hij al terug, God zal hem beschermen. Zij vonden aan den tunnelingang enkel bleeke en angstige gezichten. Mister Lambert wou over een uur terug zijn. zei Kewett, hij heeft maar voor ongeveer een uur lucht bij zich. linkerzijde dor rivier, die hancr reiken aan hun kameraden, die aan de rech terzijde begonnen waren. hot. volgenüe jaar liepen aandeelhouders en genoo- digden droogvoets door den tunnei, die een monument van menschelijke vlijt en ondernemingsgeest blijven zal Toen eenige maanden later de eer ste trein door den tunnel reed, zat in een versierde coupé een jong. geluk kig paar: Lambert en Dorothy, op hun huwelijksreis Natuurlijk kwam de grap op in het vruchtbaar brein van Leonard Dun- stabl'e, en even natuurlijk was het dat deze moest dienen om James Do jonge Dunstable moge gelijk hebben, zei. de oude Graven herhaal delijk tot zijn vrouw, maar als schoon zoon had ik liever Greig. iemand- die zichzelf ier boven op heeflt gewerkt, een man die kan werken. Maar Jes sie moet het weten. Maak je niet ongerust, Henry, was hiet antwoord. Er ig geen haast bij. En zoo duurde 'het dvied voort zon der eenig merkbaar voordeel aan bei de zijden, terwijl de liefelijke oorzaak van deze concurrentie lachte, babbel de en danste met beiden en weiger de den een boven den ander te stel len. Er gebeurde echter niets van buitengewone beteek enils, vóór die uitnoodigingen voor het gemaskerde bal bij de Cravens waren rondgezon den. Toen kwam het plan tot rijpheid Leonard zalt op zijn kamer te pein zen in welk kostuum hij zou verschij nen, toen er aan zijn deur geklopt werd. Binnen, riep hij. O, ben jullie het, toen hij twee jongelieden, die als twee druppels water op elkander ge leken, binnen zag treden. Walt kan ik voor de heer en tweelingen dóen? Wel, wij zitten eigenlijk leelijk op zwart zaad, en wetende dat je nog al ruim in maskeradepakken ge sorteerd bent, kwamen we maar eens oploopen, zei de een, die bij de vrien den bekend- stond als Scylla, terwijil de ander zich in den bijnaam vanCha- rybdis mocht verheugen. Hoe ga jij, Len? Ik heb er nog geen idee van. Wij kwamen juist Greig tegen. Hij praatte van een kostuum als tore ador; nu dat zal hem wel goedi staan. Wij hebben nog al lang met hem staan praten. Waarover? Wel, over de laatste oplichting aan een der banken. Zekere bediende heeflt zijn firma voor eenige duizen den bestolen. Heb je het niet gele zen? De stad hangt vol plakkaten. Wij vroegen Greig wanneer hij er aan dacht naar de Argentijnsche Re publiek te verhuizen. Verheeld je, de secure respecta- Greig er in te laten loopen. Deze Itwee hele Greig eu zoo iets, grinnikte waren geregeld er op uit elkander beet te nemen, vooral wanneer het slagen van de eene of andere poging een glimlach bracht op het aardige gelaat van mejuffrouw Jessie Graven Jessie wa,s de dtochter van een va der die er warmpjes bij zat, en daar Scylla. Ik geloof zelfs dat hij nog nooit in zijn leven gewed heeft. Die andere knaap heeft het als een pret je opgevat. Ik vermoed dat de een of andier© vrouw in het spel was. Maar laat ons tot het doel van ons bezoek terugkeeren. Wat moeten zij er niet onaardig uitzag, had zij f wij aantrekken. Als wij allen eens hoopjes aanbidders, waarond'e|r die hetzelfde aantrokken, Len? meest bevoorrechten waren Leonard Dunstable en James Greiig. Beide jonge mannien beschikten Dan.k je wel, ik heb geen trek om door jullie i,n moeilijkheden te geraken. Hoe is 't met die politie- I uniform van verleden jaar? Wij zijn zoo verduiveld hard. Leonard lachte. Je kunt de uni- I form krijgen, zei hij, en dacht even na. Ik heb een idee, zei hij langzaam. En dat is? Ben jullie te vinden voor een kolossale grap? De tweelingen knikten. Nu ik ben van plan onzen vriend preig er eens in te laten loopen. Deze oplichtings geschiedenis bracht mij op het denkbeeld evenals de uni form van den politieman. We gaan allen als politiemannen ik als hoofdinspecteur en wij zullen Greig op het bal arresteeren. Greig arresteeren? Ja. Wij zullen met een aan klacht voor den dag komen en hem meenemen waar iedereen bij staat. Natuurlijk zal hij merken, dat het een grap is. Niet als wij ons goed houden en ons goed vermommen. Maar het is toch geen gewoonte van de politie om iemand zoo in het openbaar en in volle uniform te ar resteeren. Dat is het ook niet, maar daar zal niemand aan denken. Er ontstond een stilte, eindelijk waagde Charybdis te zeggen: Daar konden wij wel eens last mee krijgen. Niet voor den eersten keer zou dat zijn, lachte Leonard. Komaan, lalter zullen wij het hem vertellen. Vooruit dan maar. Ilc ben van de partij. II. Het bal was een groot succes. Jessie Craven amuseerde zich dan ook uitstekend. Ik geloof, dat allen er zijn, zei zij tot haar partner, maar ik heb Scylla en Charybdis tot dusverre nog nielt kunnen vinden. Hebt u ze ge zien, mijnheer Masters? Neen, was het antwoord. Ik ge loof niet dat zij er nog zijn. Len Dun stable of James Greig heb ik ook nog niet opgemerkt. - O, Greig heb ik gesproken. Daar is hij, de toreador. Dunstable heeft geschreven, dat hij eerSt laat kon komen. Ik dans de volgende wals met Greig. Een oogenblik later klonken de to nen van een wals en weldra zwierden James en Jessie door de zaal. Masters liep om een luchtje te scheppen even naar de hal, en vond hic-,r zijn .gastvrouw in gesprek met een lakei, waarbij zij zeer geagiteerd scheen. Daar Masters een vriend des huizes was, wenkte zij hem. Ik begrijp er nielts van, zei zij. John hier zegt, dat er drie inspecteurs van politie zijn, die wenschen te wor den binnengelaten. Misschien zijn het gasten in kos tuum. De aankomst van keizer Wilhelm van Duitschland te Port Victoria. hij Neen, zij wisten dat er een bal werd gegeven, zeiden zij en in naam der wet vroegen zij 'te worden binnen gelaten. Daar komen zij, zei John en hij trad instinctmatig eenige passen te rug. Een inspecteur van politie trad naar voren. Een zwaargebouwd man met het voorkomen van een soldaat;. Hij bracht de hand aan zijn helm. Het spijt mij, mevrouw, zei hij met kalme stem. ik moet u verzne- k,en k'J de uitoefening van onzen I plicht behulpzaam te willen zijn. Wat kan ik voor u doen? vroeg mevrouw Craven bevend. Niets, antwoordde de inspecteur, behalve dat ge u rustig houdt. Hij draaide zich om en wenkte met de hand, waarop de twee andere inspec teurs eveneens naderbij kwamen De wals was bijna uit en vele paar tjes keken naar de drie geuniform- den. Op het oogenblik dat de muziek ophield, en men zich naar het buffelt wilde begeven, stapte Leonard Dun stable in zijn inspecteurs-uniform naar voren. Dit was het kritieke oogenblik. In- ien hij door een der gasten rtverd herkend, was de grap mislukt. Hij bleef onbewegelijk staan, terwijl de paren langs hem gingen. Jessie kwam aan den arm van den Itoreador langs hem. Zij keek den inspecteur nieuws gierig aan; zijn oogen waren op~h~aar partner gevestigd en een huivering l'op langs haar rug. Juist op het oogenblik, dat zij hem zou passeeren deed hij een stap naar voren. James Wilson Greig, zei zacht, dóch duidelijk hoorbaar. Dat is mijn naam. De toreador werd bleek. Jessie hing aan zijn arm. Het stilstaan van het paar had ook de overigen achter hen doen stilstaan Er vormde zich een kring en ofschoon zij niet alles konden hooren wat er gezegd werd begrepen zij dat er iets bijzonders voorviel. Het spijt mij u lastig Ite moeten vallen, zei de inspecteur, maar ik heb een bevel tot inhechtenisneming. Om welke reden? stamelde Greig. Vrduistering en vervalsching, zei de inspecteur. Buiten staan nog rivee inspecteurs. En hij legde zijn hand op den schouder van Greig. Het is een vergissing, barstte Jessie uit. Wie beschuldigt hem? De London North Eastern Bank, zijn chefs, mejuffrouw, zei de inspec teur eerbiedig. En nu, als 't u blieft mijnheer. De toreador stond bewegingloos. Wederom wenkten de inspecteur, waarop de beidé andere mannen der wet binnen kwamen. Vóór de ver schrikte gasten wisten wat er ge beurde, nam één hunner den torea dor bij den arm, de andere ging ach ter hem en zoo verdwenen zij. De ge heel© scène had geen vijf minuten ge duurd. Buiten gekomen wachtte een vigelant en weldra reden zij melt z'n vieren weg. Greig scheen vreeselijk ontdaan. Wanneer werd' liet ontdekt? vroeg Greig met zwakke stem. De vermeende politie-d ien aren be grepen er niets van. Ik moet u waarschuwen, zei de hoofdinspecteur, maar in zijn stem lag eenige aarzeling, dalt alles wat u zegt als getuigenis tegen u zal die nen. O, dat weet ik, zei do gevange ne, maar het komt er niet op aan. Ik zal mij niet verdedigen. Ik heb er genoeg van. Er ontstond een doodelijke stil'te. Voor een oogenblik .hoorde Leonard niets als het kloppen ran zijn eigen hart. Hij zag hoe de tweelingen el kander vol verbazing aankeken bij deze onverwachte wending. Hij wilde si>reken do grap was ver genoeg gedreven. Maar Greig begon weder en de drie luisterden als betooverd door de grimmige werkelijkheid. Ik wist dat hét uit moest""ko men. Het kon niet eeuwig duren. Ik dacht dat het nog wel terecht zou ko men. O, wat ben ik een stommeling geweest. En hij prevelde: Arme Jessie! Leonard sltaarde voor zich uit. Wat moet ik nu doen, dacht hij. Greig sprak verder, meer tot zich zelf dan tot zijn drie verbaasde toe hoorders. Het was de schuld van Dunsta ble, mompelde hij, hij was altijd grap, royaal en ik wilde niet voor hem onderdoen. Ik speculeerde, velrloor en Itracbtte mijn verlies teTïerstellen. O, wat ben ik een dwaas geweest. Wat een dwaas! Leonard veegde zich het voorhoofd af. Hij kreeg een hekel aan zichzelf, naar aanleiding van deze verschrik kelijke grap. Al zijn luchthartige frivoliteit was verdwenen. Het rijtuig reed voor het hu is, waar Leonard op kamers woonde. Zijn oor spronkelijk plan was geweest om van kostuum te verwisselen en met Greig terug te rijden naar het bal. -- Kom mee, zei hij. De tweelingen wil dien mee naar binnen, doch hij hield hen tegen. Ga naar bed, jongens, en houd je mond, hoor. Maar, begon Scylla. Loop naar den duivel, snauwde Leonard driftig, laat het maar aan mij over. Het is trouwens mijn grap, voegde hij er nijdig bij. Het rijtuig reed weg. Kom mee. zei Leonard en Greig volgde werktuigelijk Dunstable stak het gas op en keek zijn gevangene aan. Ploitseling kwam er in diens .blik iels vreemdsoortigs. Hij keek ronden werd blijkbaar verrast. Hij streek met de handen over de oogen, "keek den inspecteur aan en zei aarzelend: Maar dit is de kamer van Leo nard Dunstable. De inspecteur knikte. Ik ben Leonard Dunstable, zei hij, en hij wierp meteen zijn helmi weg ein trok den valschen baard van zijn gezichit. Jame-s Greig keek hem als wezen loos aan. Jij, stotterde hij. Ik deed het uit de zei Leonard langzaam. Greig viel op een stoel neer. Een grap, mompelde hij. Ik ik begrijp er niets van. En de andere politie dienaren dan? Dat waren ook geen inspecteurs. Het waren de Itweelingen. Het was een grap van mij. En wat nu? vroeg Greig. Dunstable liep eenige malen de ka mer op en neer. Plotseling vroeg hij: Greig, hoeveel? Ongeveer 30.000 gulden. Leonard begon weder door de ka mer te loopen en bleef eensklaps voor Greig staan. Zijn gelaat was bleek. Ik zal morgen het geld tot je be schikking stellen, maar op één voor waarde. Je bent hier onmogelijk en moet weggaan. Begrepen? Greiig sltond op. Dunstable, zei hij en zijn stem. was onvast, ik zal heengaan. Geef mij voor het laatst je hand. Dank je Wil je de zaak zoo goed mogelijk uit leggen? Laat niemand iets raden. Vaarwel Leonard kon niet spreken. Hij schudde alleen met zijn hoofd en hoorde als wezenloos hoe Greig de trap afging. Langen tijd liep hij heen en weer eri begon zich vervolgens werktuige lijk te ontkleeden. Met een vloek gooide hij zijn uniform in een hoek. En toen het dag werd had hij nog geen oog dicht gedaan. Aldius was het. succes van zijn grap. Den volgenden morgen ontving hij het volgende briefje: Waardie Leonard! Het doet mij genoegen je mee té kunnen doelen, dat ik verloofd ben mét mejuffrouw Jessie Craven. Wees niet boos op mij. old boy. Het is gis terenavond er doorgekomen nadat ik je verliet. Ik ging niet naar huis, maar naar het bal terug, en kwam nog juist bijtijds om te voorkomen dat het in duigen viel. Mijnheer en mevrouw Craven zijn niét hijzonder over je grap gesticht Maar je hebt de zaak niet goed aangepakt. In heit vervolg moet je je zegelring thuisla ten. Nu raadde ik terstond de gehee- le zaak. De rest was gemakkelijk en ik geloof dat ik Iten slotte meer plei- zier van de grap heb gehad dan jij. Inmiddels ben je een beste kerel en ik dank je voor je edelmoedig aan- Ik wij beiden zijn je dank baar. Kom je eens gauw aanloopen? Altijd de uwe, James Gr e i g. Wel, ik ben verdzei Dun stable. Feuilleton. Uit het Engelsch van E. W. HORNUNG. 4. In dat geval moesten wij de re volver kunnen vinden. Die is er niet, maar doodgeschoten is hij en wel door het hart. Maar dan moeten er immers dieven zijn geweest? Ja, dat zou men zeggen, en weer had Rachel geen gelegenheid om over zijn vreemden toon na te denken, want zij boog zich over het lijk, haar witte handen in elkaar geklemd met zielsangst op haar bleek geJaa|t. Kijk toch, kijk! riep zij tot hen allen. Hij droeg zijn horloge d'ezen aivond; dat weet ik zeker en nu is het weg. Weet u zeker, dat hij het droeg? vroeg dezelfde agent. Absoluut zeker. b- Als dat waar is, zei hij, en het horloge wordt gevonden, dan kan het gunstig voor u werken. ster van den eersten rang, als Rachels Rachel sprong op, haar vochtige officieele vijanden, de stads-poli'lie oogen wijd open van ontzetting. deed voor haar rechtszaak; de nieuws- Gunstig voor mij? riep ze uit. gierigheid van het publiek was ten Verklaar u als 't u belieft nader. j toppunt gestegen. Nu stond zij Itusschen de agenten Het doet er nu niet veel toe, of deze in. De woordvoerder zei: achtenswaardige heeren meer van die Ik verbaas me over de wijze, zaak wisten, dan zij wilden beken- waarop dit raam gebroken is om een nen, ito en Rachel eindelijk ter opan- reden, en die zal u mij moeten toe- bare terechtzitting zou verschijnen, stemmen. Het gebroken glas ligt ge- of dat zij pas de laatste veertien da- heel buiten op het kozijn. Maar dat gen tot nieuwe ontdekkingen geko- is niet alles, mevrouw; en als er een men Waren maar de verdediger cab wacht, dan zouden wij hét ver- vonc] er aanleiding in tot verscheid e- standigst doen naar het station te rij* ne patere opmerkingen. Zeker is het den, voordat nog meer menschen van intusschen, dat kort na de gevangen- het ongeluk hooren. I neming bekend werd, dat veel bij; het j verhoor aan het licht gebracht zou j worden, waardoor de beschuldiging tegenover de gevangene zwaarder er zou blijken te zijn dan men meende zoo'n geruchtmakende zaak aan de en dat er zooveel getuigen waren,dat ,,01d Bailey" behandeld zou worden, hun verhoor meeT dan een week in en nooilt was de wedijver voor de en-beslag zon nemen, kele beschikbare plaatsen voor hetpu- j Zeker is hét ook, dat het de eerste bliek in het oude rechtsgebouw zoo zaak was. die in de Noveimberzittin- j groot geweest. gen behandeld werd, op een mooien Ook kon de meest moderne impres- Maandagmorgen in de laatste helft sario van den tegenwoordigen tijd van de maand. In den omtrek van het nooit zooveel reclame maken voor een bedoelde, historische gerechtshof was HOOFDSTUK II. De aanklacht. Het was jaren geleden, dat liet een morgen om nooit te vergeten en die enkel zijns gelijken vond in die volgende morgens van diezelfde week. j De sexe van de gevangene, haar jeugd, haar sltand' en haar volkomen eenzaamheid zonder één vriend, die haar in den nood kon bijstaan, alles sprak tot de verbeelding van het pu bliek en gaf er eene bekoring aan die nog werd versterkt door de algemeene opinie, dat. niemand' anders den moord kon hebben gepleegd. 1 Van den minsten tot den hoogsten ambtenaar van het gerechtshof, allen zonder onderscheid werden dagen te voren gekweld door meer of minder geoorloofde verzoeken om toegelaten te worden. En toen de dag daar was, moest de bevoorrechte onder die sol licitanten zich met de ellebogen een weg banen van Newgate Street naar Ludgate Hill; daarna driemaal aan gehouden worden door een wantrou1- wend gerechtsdienaar om eindelijk een heel nauw plaatsje te krijgen op een smalle bank in een geciviliseerde stal, waarin een verzameling van al lerlei bekende gezichten; ver verwij derd van de dicht gesluierde gevan gene in' de bank der beschuldigden en niet minder ver van de roodgerok- te rechters op hun rechterzeteds. De eerste, die zich al die onaange naamheden getroostte op dien ge- denkwaardiigen Maandagmorgen en de laatste, die de bedompte gerechts- zaallucht verliet, was een heer met ^wit haar en in 't oog vallend uiter lijk; iederen dag was hij de eerste, die kwam en de laatste, die wegging. Achter hem kwamen de algemeen bekende gezichten, de auteurs en ac teurs, die ten deele beroepshalve be lang sitelden in hetgeen hier werd af gespeeld: maar de gentleman met het witte haar kende hen niet. Wat hij hoorde van hun voortdurend fluiste ren was toevallig en hij wist niet over wien hij zoo nu en dan het voorhoofd moesfc fronsen meit een blik van ver wijt; hij wist het niet en bekommerde zich er ook niet over. Hij had een goed onderhouden, blo- i ;zend gezicht mét een kleinen, buiten- gewoon strengen mond, een breeden kaak en bijzonder "édel voorhoofd; maar heit inleest imponeerande van 1 zijn uiterlijk was zijn dik, sneeuwwit haar. Helt eenige haar op zijn gelaat, i was dat van een paar dikke wenk brauwen, dat haar was zooweel don- ',kered!r, dat het geverfd scheen; en de oogen zelve waren donker als da nacht met een sterrenglans, ondoor grondelijk en teer, dat als laatste ver rassing een zachtzinnige uitdrukking aan diit interessante gelaat verleende. Niemand in het gerechtshof had dezen man vroeger ooit gezien en nie mand behalve de concieige leerde in die week zijn naam kennen; maar op den derden dag was zijn naam nog een onderwerp van groote discussie, zoowel bij de acteurs, beroepsstuden ten van het menschelijk gelaat, die achter hem zaten, als bij de verschil lende beambten, die spoedig onder vonden, dat hij even gul was meit een goudstuk als een ander met een zil verstukje. Daardoor werd hij iederen dag met plechtigheid naar dezelfde plaats geleid aan don binnenkant van de laagste rij: daar wachtte hij de ge vangene, wat dichter bij haar dan die naasit of achter hem zaten en slechts eenmaal werd zijn oplettende ernst afgebroken door meer dan ge won© belangstelling. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 9