NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20e aa ;.ang Vrijdag 28 November 1902. No. .VJ57 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: «jSSSffiÉrS» ADVERTENTIËN "Voor Haarlem per 3 maandenL2Q Van 16 regel» 50 Ota.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente), ia de prija der Advertentiën ran 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 Groote letten naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebouw Het Spaame, Zuiclef BllIteilSpaarue No. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123. de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. JDit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Q. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, £ucc., Parijs 31Faubourg Montmartte Dit nummer bestaat uit zes bladzijden. Huarieui's Dagblad van 28 Nov. bevat o. a. üit Zuid-Afrika, Geschiedenis der zaak-Dreyfos, De begrafenis van Krupp, Kameroverzicht, Het vertrek van den heer Wessels, Haarlem8che Frans, De moord in de Dubbele Buurt, Nabetrachting en vervolg Gemeenteraad. NABETRACHTING van den GEMEEN 1ERAAD. De Gemeenteraad is als een orkest, gevormd uit verschillende muzikan ten met diverse instrumenten. Soms heerscht er de gewenschte harmonie een anderen keer disharmonie, zoo als trouwens in ieder orkest wel voorkomt. De Raadszaal is concert zaal, nauw en klein, maar bij wijze van vergoeding duf en warm. En dit is een belangrijk verschil met andere concertzalen: het lokaal geeft de grootste plaats aan de muzikanten, de kleinste aan de toehoorders, wat in een gewone concertzaal precies andersom is. Dezen keer was de kapelmeester af wezig voor een bruiloft heb ik hooren zeggen. De onder-kapelmees ter zon den dirigeerstok voeren. Wan neer dat gebeurt, duurt helt altijd wat langer voor er stilte is verkregen, de musici stemmen wat langer dan ge woonlijk, alsof ze geen lust hadden om zoo gauw te beginnen. Eerst wanneer de onderkapelmeester hard) met den stok op de lessenaar tikt, kan het eerste nummer aanvangen. Woensdag was dat een wel wat ver ward muziekstuk. Het was geschreven op het thema van gemeentelijke ver zekering. Nummer XI van het pro gramma zou niet gespeeld worden, omdat er door de Onderlinge en door den heer G. C. C. Reeser verbeterin gen op waren ingediend. Hunne com posities moeten dus eerst gedrukt worden, dan konden d'e heeren, die elk voor zich thuis eerst eens door spelen. Dat is namelijk gebleken be vorderlijk te zijn aan de harmonie. De waldhoorn van het gezelschap, de heer Spoor, verzocht daarop ook punt XII niet te spelen, omdat dit over hetzelfde thema liep. Aanvan kelijk scheen de kapelmeester daar niet aan te willen. In het orkest heerschte zooveel gebrom en gegons, dat wij toehoorders al eens angstig gingen kijken of de kapelmeester mis schien tweekwarts sloeg, terwijl het driekwarts moest wezen. Gelukkig kwam een oogenblik later de harmo nie weer terug en kon het' stuk wor den afgespeeld. Wanneer ik uilt de eenigszins door elkaar loopende klan kencombinaties den draad goed heb kunnen onderscheiden, dan ging het nummer hiervan uit, dat de kapel meester en de onderkapelmeesiter be sloten hadden.de eigendommen alvast voor een jaaT bij de Nederlandsche Lloyd te verzekeren. Toen dit naar genoegen was afge speeld, wou een van de clarinetten, de heer Hofland, een nummertje op het programma itusschenvoegen, ger titeld: „Hymne aan do Reiniging", maar de kapelmeester, ook niet mis, tikte gauw af en zei dat dat later wel eens kon gebeuren misschien. De teleurgestelde muzikant lei zijn in strument neer. Daarop werden de toehoorders verzocht heen te gaan. Het orkest moest een nieuw stuk in spelen en dat doe>t het natuurlijk niet wanneer er publiek bij is. Dat doet Kriens' muziekkorps toch ook niet: dat blijft bij zulke gelegenheden met zichzelf alleen in het gebouwtje bij den Doelen. Wie dat nog nooit bij woonde, moet er maar eens gaan luis teren. Hooren en zien kan er je soms vergaan. Men zegt, dat dat in de ge heime raadsvergadering ook wel ge beurt, maar daar kan ik uit eigen er varing niet over oordeelen. Na een uur mocht het publiek weer binnenkomen. Een van de volgende nummers was een „Veerpolder-idylle" hierop neerkomende, dat drie mede lijdende zielen, de kapelmeester, de fluitist, de heer NieuwenhuijzenKru- seman en de clarinettist, de heer Hof land, zeshonderd gulden wilden ge ven om een bouwvallige scheepstim merwerf met woning op. te knappen. Een van de eerste violen, de heer Mo- doo, liet daarop een afkeurend obli gaat hooren, de waldhoorn viel in, de clarinet dreigde daarop een klei nen dissonant te doen ontstaan, om dat naar zijn oordeel de waldhoorn zijn partij niet begreep, maar de ka pelmeester wist dat gevaar nog juist te ontgaan. Vervolgens deed zich uit den westelijken hoek de tenorhoorn van den heer Welsenaar hooren, ge volgd door de fagot, bespeeld door den heer Roog. Een oogenblik scheen de harmonie hier in gevaar te raken, maar één knikje van een der jongere onderkapelmeesters, den heer De Breuk, maakte aan het geschil een einde. De toehoorders vonden dit geen mooi nummer, ze zeien dat het even goed van 't programma af had kun nen blijven en interesseerden zich veel meer voor een van de vol- gtenda composi'tiën, getiteld: Lof der Boomen". Dat was een muizekstuk, zelf vervaardigd door de heeren Winkler en van Lennep, met behulp van den afwezi gen kapelmeester, voor tuba en trom pet, met begeleiding. Wel kwam hier een' trekje van den heer Groot, den pistonnist tusschen, liet ook de altvi ool, de heer van den Berg, een klein obligaatje hooren, en bespeelde de heer Beijnes met zwaren klank de trombone, maar overigens hielden de andere musici zich aan het hoofdthe ma en zoo verliep dit nummer tot al- gemeene tevredenheid. De componis ten beloofden, na afloop, dat zij van de door sommige musici gemaakte opmerkingen nota zouden nemen. Verschillende andere nummers van het programma werden als een ge heel aaneengeschakeld, afgewerkt, 't Leek wel een galop, zeien de hoor ders. Daarna ging het op een stem men wel twintig minuten lang. Daar kon niemand iets aan verande ren. Stemmen is immers in een or kest hoofdvereischte. Het eigenaardi ge was hier, dat na de langdurige stemming de musici... naar huis gin gen. 't Concert was buitengewoon vroeg afgeloopen, maar het program ma had dan ook niét veel oxn 't lijf gehad. per week zitten zij. Grootcndeels zijn de leden jingo's, landverraders, natio nale scouts, of in het kort gezegd .EngelschgezindenHier bestaat de Board uit een magistraat, die Jame son's Raid meemaakte, en later in de zen oorlóg aan de kant der Roojes als majoor vocht, landverraders en nog een boer, van wten'men niet weet of hij visch of vleesch is. Doch volgens mijn inzien ,a tool in the hands of the(een werktuig in de handen van de...). lederen rlag krijgt ieder lid 1 pd. sterl., zegge 12 hollandsche guldens per dag, en dus kost zoo'n Board voor elk distinct 150 pd. st. per maand. Op hotveel komt dat wel voor Transvaal en deze kolonie uit? „Onzen Boeren wordt géld op hunne plaatsen geleend zonder rente, en daarna tegen 3 per een', 'l'en eerste, zulk geld wordt niet gegeven aan hen, die onbelastbare gronden hebben d'ie moeten maar hun geld bij kapitalisten opnemen. Tot nu toe zijn aan twee boeren in ons district geld geleend door den Repatriation Board, Ik ben goed met de werkzaamheden van dien ging de aangesproken persoon naar de bei. Dit bracht den Franschen officier wat tot bedaren, hij dronk wat brande wijn nog al veel en kwam weer bij. Reinach stelt Esterhazy voor als een individu van hoogen intellectueelen aan leg zonder vatbaarheid voor eenig ethisch motief. Hij is een teringlijder, als jonge ling kon hij uit gebrek aan geld niet meedoen met zijn kameraden, hij was vroeg rijp en teruggetrokken, scherp van tong en een gedachte bezielde hem steeds, zich op te heffen uit den staat van ar moede waarin hij zich bevond. Welke de juiste verhouding is geweest tusschen Esterhazy aan de eene zijde en Henry en Du Paty de Clam aan de an dere zijde, heeft Reinach getracht op te sporen. Du Paty is volgens Reinach vol komen onschuldig aan de uitvinding van de „gesluierde dame", aan de telegram men „Blanche" en „Speranza" en aan de geschiedenis van het „document li- bérateur". In den ministerraad heeft de president Bcard bekend en zeg alleen wat waar- Gombes meegedeeld, dat de werkstaking Ruitenlandsch Nieuws Zaid-Atrika. In de Westminster Gazette van giste ren komt een brief voor uit Johannes burg, waarin o.a. te lezen staat dat men in Transvaal met afgunstige blik ken over de Vaal Zieit, omdat het werk der repatriatie in den Vrijstaat zoo flink is aangepakt en doorgezet. Wij vermoeden, dat de schrijver er ander? over zou oordeelen, als hij over die re patriatie uit eigen eivaring kon oor deelen, gelijk hij in Transvaal de wer kelijkheid zoo geheel anders ziet dan de 'fraaie berichten haar voorstellen Aan een particuliere brief, geschre ven uit het Vrij staatsche district Hoop- slad op het einde van October, wordt het volgende ontleend. „De toestanden hij ons zien er nog maar alles behalve roodkleurig uit. Ik bedoel niet op politiek gebied, maar ik meen hier meer den toestand van den Boer en het land. We) lees ik in de buitenlandsch© couranten dat ar zoo veel gedaan wordt, doch door ons is zulks hier niet te bespeuren, zelfs niet met den besten wil. „Er is al zooveel beloofd geworden, dat, denk ik, nu de tijd wel aangebro ken is, om met beloften te doen op te houden, en in alle stilte de hand aan het werk te slaan en zware behoeften te lenigen. Zoo dikwijls denk ik aan het spreekwoord „Het zijn niet altijd de beste paarden, die de haver krij gen." Alleen kok en koksmaat profi- teeren nog van onze ongelukkige toe standen en verlustigen zich in winst gevende baantjes. „In ieder district is een Repatriation Board, bestaande uit 5 leden. Eens heid is. Je ziel zelf, dat men helpt, om den naam te hebben dat men helpt en het dan kan uitbazuinen." In elk district kost de repatriatie- commissie aan daggeld voor hare le den dus f lbOO in de maand. Ei zijn in den Vrijstaat, meenen wij, 19 dis- „de 'tricten, in Transvaal 21 \wij weten niet of er op de delverijen afzonderlijke commissies zijn). Dat is dus 30 dis tricten en f 5-4.000 in de maand, die na tuurlijk van de- „vrije gift' afgaan. De briefschrijver heeft ook een ge- dirukt formulier van de Repatriation Commission ingesloten, gelijk de Boe ren, die geld Willen leenen, moeten in vullen. Kenmerkend zijn de volgende vragen of eischen Wenscht gegadigde zijn hoeve te verkoopen en tot wielken prijs? Geef volledige inlichtingen van alle ingeschreven verbonden en andejre schulden. Hebt gij den eed van trouw afgelegd? Zoo jax waar en wanneer De eed Van d© verkla ring wordt niet gerept. Frankrijk. Het tweede deel van de Geschiedenis der Zaak-Dreyfus door Joseph Reinach komt uit te Parijs. De „Temps" deelt uit dit tweede deel een en ander mede, vooral uit de bladzijden die handelen over Es terhazy en diens roemrijk voorgeslacht. Het boekdeel is trouwens hoofdzakelijk gewijd aan Esterhazy en in tegenstelling met het eerste deel, dat diep tragisch is, is dit boek meer onderhoudend en gezel lig, het is een aaneengeschakeld verhaal, dat door de „Temps" in den vorm ver geleken wordt met een roman van Du mas. De geschiedenis der Esterhazy's komt te voorschijn uit het halflicht der legende, zij reikt tot in den tijd van At- tila, maar reeds sedert langen tijd is de ze geschiedenis met Frankrijk verbon den. Onderscheiden Esterhazy's, krijgs lieden van beteekenis, hebben gevochten onder de Fransche vaan. In verband met de Dreyfus-zaak schetst Reinach de verhouding van Esterhazy en Schwarzkoppen. Het laatste onderhoud dat deze twee samen hebben gehad valt in de maand October van het jaar 1897, kort vóór het optreden van Scheurer- Kestner. Het was op den bewusten. dag ongeveer een jaar geleden, dat Esterha zy door den attaché de deur gewezen was, maar om dergelijke kleinigheden gaf Esterhazy niet. Schwarzkoppen was verwonderd hem weer te zien, maar Esterhazy vertelde weldra het doel van zijn komst: het ver raad was ontdekt, hij voorziet de moge lijkheid, dat hij Dreyfus zal gaan vervan gen op het Duivelseiland, maar als allies aan het -licht komt zal de militaire at taché niet minder dan hijzelf tegen den grond geslagen zijn. Een middel zou al les kunnen redden. Schwarzkoppen moest naar mevrouw Dreyfus gaan en haar verklaren, dat alle moeite om haar ■man vrij te krijgen vergeefs zou zijn, want dat haar man inderdaad de schul dige is. Je bent gek, mijnheer de commandant! was het antwoord van Schwarzkoppen. Esterhazy hield vol tegenover Schwarz koppen, dat zij beiden medeplichtigen waren van elkaar, maar de attaché wierp deze medeplichtigheid ver van zich, wie een verrader gebruikt als diplomaat is niet de medeplichtige van den verrader. Esterhazy begon toen te jammeren, wanhopig, en toen dreigde hij dat hij Schwarzkoppen zou doodschieten en daarna zichzelf. Op deze mededeeling De bijzondere omstandigheden welke deze Treurige geschiedenis vergezelden, waren oorzaak, dat de keizer als op perhoofd van het Duitsche Rijk zich hier bevond. Daarna wees de keizer er op. hoe de fijngevoelige, ontvanke lijke natuur van den doode, gelegen-, heid gaf hem doodelijk te treffen. Deze daad, welke in de Duitsche landen werd verricht, was zoo laaghartig en gemeen, dat zij alle harten deed sid deren. Deze daad en hare gevolgen waren niets dan moord er bestond geen onderscheid tusschen een gift menger en hem, die un den veiligen schuilhoek van zijn redactïebureau met vergiftige pijlen van laster zijn medemensch diens eerlijken naam ontrooft. Mannen, die zulk een schand daad verrichtten, waren den naam van Duitschers onwaardier De keizer wendde zich toen tot de arbeiders, hen zeggend, dat zij de eer van hun heer moesten beschermen en zijn nagedach tenis leger lasterlijke voorstellingen moesten verdedigen. Wie niet alle banden tuisschcn zich en deze lieden verbreekt, laadt in zekeren zin moreei een deel der schuld op zich. teil einde liep. In het Loire-departement is de vrede nog niet hersteld, maar ook daar is de zaak in handen van scheids lieden gesteld en, men mag verwachten, dat spoedig overal de arbeid weer her vat zal zijn. De beide arbiters voor de Loire zijn het niet samen eens geworden over het vonnis. Vandaar dat zij naar Parijs vertroleken, zijn om aldaar hunne overleggingen voort te zetten met den derden arbiter, Ballot-Beaupré, eerste president van het hof van cassatie. Niet overal heeft een vonnis van scheidslieden den twist beslecht. Zoo is de directie van de spinfabriek van Ours- camps volledig als overwinnaar uit den strijd getreden. Reeds in Mei was daar de staking begonnen, toen het bestuur de voorwaarden van het werk tegen den zin der arbeiders verzwaarde. Driehon derd werklieden zijn sedert dien. verhuisd naar elders. Thans is de fabriek weer in gang met 500 in plaats van 800 werklie den. Geen der eischen hebben de stakers ingewilligd gekregen, zelfs blijft de di rectie weigeren de vakvereeniging te er kennen, die de arbeiders tot bescherming hunner belangen hebben opgericht. Duitschland. De „Frankf. Ztng." ontvangt uit Rome van zijn correspondent aldaar eenige mededeelingen in verband met Krupps verscheidenMaandag werd op Capri een treurgodsdienstoefening voor den overledene gehouden. De burgemeester zond naar het Duitsche gezantschap, den Duitschen consul te Napels, en aan de d'irectie der fabrie ken te Essen en den burgemeester dier plaats telegram,men van deelneming. Over de beweerde onzedelijke han delingen van Krupp wordt nog voort durend druk geschreven. Dezelfde correspondent seint, dat de rechter van instructie Collenzo te Napels verklaard heeft, dat hem werkelijk tien aanklach ten van ouders bereikten, wier kinde ren slachtoffers zouden zijnde da der moet een Duitscher zijn, echter niet Krupp, terwijl de aanklachten niet voi werden gehouden. Bovendien be vend Krupp z'ich in dien tijd niet op het eiland Capri. Iii de Fransche bladen komt nog een merkwaardige mededeeling voor van iemand, die langen tijd op het Ita- liaansche eiland vertoefde en verschil lende dingen omtrent Krupp te weten kwam. Volgens deze mededeelingen zou Krupp zich den haat der burgerij op den hals gehaald hebben door in gemeente-aangelegenheden de partij te kiezen van den burgemeester, die te vens eigenaar was van het hotel, waar hij geregeld logeerde, terwijl de gees, teiijkheid iel op hem geheten was, om zijn ruwe grap niet het geven van voor stellingen m een als heilig beschouwde grot. De begrafenis van Krupp had op plechtige wijze plaatsde geheele be volking van Essen nam met de autori teiten aan de plechtigheid deel. De Keizer volgde den lijkwagen te voet van het stamhuis tot het kerkhof. Hij vertrok om 12.15 weer van Essen naar Berlijn. Vóór zijn vertrek hield de keizer tot de leden van het directorium en de vertegenwoordigers van de arbeiders der fabrieken van Krurpp een redevoe ring, waarin hij in de eerste plaats .schetste hoe diep hij en de keizerin door den dood van Krupp waren ge troffen. Hij mocht zich beschouwen als de vriend van den doode en zijn huis. Stadsnieuws. Haarlem, 27 Nov. 1902. Vanwege de „Ver eenig in g ge- wijd aan het onderzoek op geestelijk ge bied" alhier, zaJ a.s. Zondag te 10 uur voorm. in het Gebouw van den Protes tantenbond aan de Nieuwe Gracht, de gewone maandelijksche lezing worden gehouden door den heer J. S. Göbel van Utrecht, over het onderwerp: „Jezus on ze Meester". De heer Göbel is als spreker ook alhier een goede bekende en het belangrijk ón- derwe- p zal voorzeker wederom velen herwaarts doen gaan. Men zie de advertentie in dit nummer. Collecte Boeren Hulpfonds De collecte voor helt Generale Boe ren Hulpfonds op Dinsdag 25 dezer, behoort weer tot het verledene, maar lang zal bij velen in herinnering blij ven het schitterende resultaat, dat deze collecte heeft gehad. Niet minder toch dan f 8.500 (het juiste cijfer is nog niet op te geven) is door Haarlem's ingezetenen bijeen gebracht tot leniging van den nood onzer ongelukkige stamverwanten in Zuid-Afrika. Hulde aan de Haarlemsche jonge dames die zich met het collecteeren hebben belast en die met opgewekt heid en ijver zich hebben gekweten van hunne vermoeiende taak. Zeker niet voor het minst is het aan haar te danken, dat de Haarlemsche lief dadigheid zich op zoo schitterende wijze heeft geopenbaard. Het Comité. Arrondissements-Rechtbank (Zitting van Donderdag 27 Nov.). De zitting begon met de uitspraak in zake Van de Klashorst en Peeperkorn, wegens diefstal van een paard en wagen enz. De eerste werd veroordeeld tot 3 jaar, de laatste vrijgesproken omdat voor hem het wettig en overtuigend bewijs niet is geleverd. A. Pot werd wegens verduistering van horloges veroordeeld tot 9 maanden ge vangenisstraf; de landlooper Verbaaten wegens bedelarij tot 5 dagen hechtenis en plaatsing in een rijks-werkinrichting voor een jaar en 3 maanden. De eerste beklaagde die in het bankje plaats nam, was de venter dn platen, Cornells Prins, een man van 34 jaar, naar zijn eigen opgaaf zonder vaste woonplaats en niet vreemd1 aan justiti- eele zaken, daar hij in October 1901 al eens voor negen maanden wegens dief stal veroordeeld is. Toen in den nacht van 27 op 28 October de stoomboot Eens gezindheid aan de wal te Purmerend ge meerd lag, kwam beklaagde de kajuit binnensluipen en nam daar eenige klee- dingstukken weg. In die kajuit sliepen de conducteur en de knecht, maar machinist Langendam was wakker zag alles wat de man deed, hoe hij een kast openmaakte en daar o. a. een jas uitnam, daarna de kajuit rondsnuffelde. Eindelijk wou hij heen gaan, maar nau welijks had hij zich omgekeerd, of Lan gendam greep hem van achteren vast en riep de anderen, zoodat hij kon worden overmand. Een gedeelte van den diefstal erkende nu de man, maar niet dat hij een jas uit de kast had gehaald. En evenmin, dat hij uit een ander vaartuig een wekker klokje en. veertig kwartjes heeft gesto len. Toch werden die op 't bureau van politie in zijn bezit gevonden. Maar daar voor weet de beklaagde raad. De kwart jes en het andere geld, dat in zijn por- temonnaie gevonden werd, kwamen van den verkoop van platen. En het wekker klokje had hij voor dertig centen (nota bene te half twaalf) op straat gekocht. De ambtenaar van het O. M. glimlachte ongedoovig. Z.Ed. achtte dan ook het ten laste gelegde wettig en overtuigend be wezen en requireerde de veroordeeling van bekl. tot gevangenisstraf voor den tijd van twee jaar, omdat de man niet wil deugen en behalve de reeds genoem de straf sedert 1900 nog een jaar en een anderen keer 6 weken gevangenisstraf heeft ondergaan. Mr. H. Manger Cats, toegevoegd verde diger, voerde eenige dubia aan omtrent de niet bekende diefstallen, waarvan dus naar pleiters meening de beklaagde zal moeten worden vrijgesproken. Voor het overige verzocht pl. een lichte straf. Beklaagde bedankte zijn advocaat voor 't gevoerde pleidooi en hoopte, dat de rechters „de aanklacht naar genoegen zouden corrigeeren". Met deze sierlijke verklaring verdween hij de trap af, naar de cel. Uitspraak over 8 dagen. Na hem kwamen erger boeven. Het wa ren P. P. Junge, een jonge man van 24 jaar, met een buitengewoon ongunstig uiterlijk, die al dadelijk door den pre sident moest worden vermaand niet te gen het publiek te staan lachen en W. Akersloot, 22 jaar, die al een veroordee- iing als marinier aan 't wachtschip te Willemsoord wegens diefstal achter den rug heeft. Nu staat het tweetal terecht voor dief stal van paling Ln de Ringvaart. Toen hun bootje door de politie doorzocht werd, was er niet minder dan 58 pond paling in en een baars, het eigendom van den visscher Groeneveld, die de visch in een met een hangslot gesloten bun had geborgen in een schuitje bij zijn woning aan de Lijnden. In den nacht toen 't gebeurde werd Groeneveld wakker door 't aanslaan van zijn hond en zag een licht geverfd schuitje voor bij varen. Naderhand bleek, dat dit het schuitje was, waarin Junge en Akersloot dien nacht in deze zelfde wateren heb ben gevaren. De beklaagden nemen een verschillen de houding aan. Junge wil wel weten, dat hij in dat schuitje dien nacht geva ren heeft (met nog een derden persoon) maar hoe de visch in dat schuitje is ge komen weet hij niet. Er is nog een derde persoon in dat schuitje geweest. Hij geeft dus zoowait te verstaan, dat de twee an deren de visch gestolen zouden hebben, maar daar komt Akersloot niet van in. Junge is, beweert hij, de man geweest die het plannetje op touw heeft gezet, Junge was eigenaar van het schuitje en Junge heeft de visch uit de bun geno men en overgestort in een zak, die hij Aleer sloot ophield. Een verzameling snoek en baars is meegenomen door den derden man, die getrouwd was zegt Akersloot en dien ze daarom niet wil len noemen. De vischhandelaar W. Kok van Spaarn- dam, als deskundige optredende, ver klaarde dat de gestolen paling polderpa ling was en niet met de aalreep gevan gen kan zijn. Allerminst met de aalreep, die in het schuitje lag, maar totaal ver teerd en onbruikbaar was. Junge be weert dat ook niet meer. Hij schuift de schuld maar op Akersloot wat hem een berisping van den president bezorgt. Nog drie andere deskundigen komen verklaren, dat deze paling niet gevan gen kon zijn met de reep en af omstig was uit den polder. Ook van Junge blijkt, dat hij al eens veroordeeld is, en wel tot 14 dagen, we gens diefstal. De ambtenaar van het O. M. achtte, ln weerwil van de ontkentenis, de aan klacht tegen Junge voldoende, omdat hij op de plaats van het misdrijf dooir twee getuigen gezien is. Deze Junge is het hoofd van een dievenbende en 't is wen- schelijk, dat hij voor langen tijd worde opgeborgen. Akersloot is zoo verstandig geweest te erkennen. Eisch tegen Junge 3£, tegen Aker sloot 1 jaar gevangenisstraf. De ambtshalve toegevoegde verde-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1