NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
In de schaduw van den Dood.
20e Jaargang
Vrijdag 19 December 1902.
No. 5975
HAABLËM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVEETENTIËN:
Voor Hx&rlem per 3 maanden1.20 Van 15 regels 50 Ota.; iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), óe prijs der Adrertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden 1.30 Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat.
Franco door het geheele Rijk. per 3 maanden1.65 KssjHIlHm -jHBl Reclame» 30 Cent per regel.
AJzonderieke nummers0.02)4 Bureaux: Qehouw Het Spaarne, Znitler Kuitellspaarlie No 6.
GeïUnstreerd Zondageblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 Telefoonnummer der Bedaetie 600. roleroonnuolmer der Administratie 128.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Adverteatiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiere. Met uitzondering Tan het Arrondioeement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen san hei Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G, Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, fjktcc., Parijs 31Faubourg Monvnuxrtoe.
Haarlem's Dagblad van 19 Dec.
bevat o. a.
Venezuela, Millioeueoproees te
Berlijn, De „Voss. Zeit." over het
tariefontwerp, De kwestie-Berg-
meyer voor de Raad van State.
Kameroverzicht, Vervolg Gemeen
teraad.
Buitenlandsch Nieuws
Duitschland.
We cleeldèn reeds mede, dat het O. M.
is ingegaan op het verzoek van mevrouw
Krupp en de aanklacht tegen de „Vor-
wanfis" heeft ingetrokken.
Het O. M. motiveert dit aildus:
„Iin No. 268 van' de „Vor-
war-tis" van 15 December 1902 is een ar
tikel „Krupp auf Capri" verschenen, dat
verdachtmak ingen bevatte tegen den
Wirkl. Geheim-Rat. Friedrich Alfred
Krupp. De heer Krupp heeft onmiddel
lijk telegraphisch, en den volgenden
da gschriftelijk met betrekking tot dit
artikel bij het O. M. van het Landsge-
richt I een strafvervolging wegens be-
leediginig ingesteld. Op igromd daarvan
is door besluit van het Kon. Ambtsge-
richt I van 17 November 1902 de beslag
name van No. 268 van de „Vorwarts"
bevolen en uitgevoerd. Den 22sten No
vember 1902 is de heer Krupp gestorven,
hierdoor is den beleedigde de mogelijk
heid ontnomen d'oor een verklaring on
der eede d;e tegen hem. ingebrachte ver
dachtmakingen te wederleggen. Zijn
vasten wil om de onhoudbaarheid der
hem gemaakte aantijgingen voor het ge
recht aan te to on en, heeft, hij herhaal
delijk ook door het uitlokken van een
strafvervolging igetoonid. Door deze over
weging geleid, heeft de weduwe van den
•overledene, mevrouw Krupp, verklaard,
dat zij, doordronigen van de zekerheid
van de onschuld van haar echtgenoot,
er prijs op stelt, dat de strijd om den
overledene in het openbaar zoo moge
lijk tot rust komt. Haar is derhalve aan
de gerechtelijke bestraffing van den da
der en den verspreider der geruchten
niets meer gelegen'. Bij dezen staat van
zaken acht ik een verdere strafvervol
ging niet meer in het openbaar be
lang te zijn en zal ik derhalve aan de
ingestelde (Strafvervolging geen verder
gevolg geven. Ik heb de noodige maat
regelen genomen voor de opheffing van
het beslag op het bedoelde gedrukte
stuk. Dr. Benbiel, procureur-generaal.
Het directorium de>r firma Krupp heeft
nu ook een manifest aan de arbeiders
uitgegeven, waarin uiteengezet wordt,
dat bij voortzetting van het geding naar
het eenstemmig oordeel van rechtsge
leerden .een lange verbitterden strijd zou
ontstaan, waarbij door de tegenstan
ders alles in het werk gesteld zou zijn.
om de nagedachtenis van den overle
dene nog meer te bezoedelen. Door den
dood van den heer Krupp is bovendien
de procestoestand ongunstiger gewor
den, daar het woord en de eed van den
gestorvene niiet meer in de weegschaal
gelegd kunnen worden; dan wordt ge
wezen op den tegenzin van mevrouw
Krupp om het proces en den verbitter
den strijd voortgang te doen hebben, ge
motiveerd, terwijl gezegd wordt, „en
voor ons aden staat zijn aandenken zoo
hoog en rein, dat het. geen gerechtelijke
eerverklaring noodig heeft". De verhef
fende betooigingen ter eere van den ge
storvene en niet het minst de eenstem
mige verklaringen van zijn beambten en
arbeiders en van degenen, die hem
vroeger in zijn leven en werken nabij
stonden, hebben mevrouw Krupp bewe
zen, dat bij allen, aan wier oordeel zij
waarde hecht, de verdachtmakingen
zonder uitwerking en het vertrouwen
en de achting, die de gestorvene bezat,
ongeschokt zijn gebleven".
Voor de strafkamer te Berlijn wordt
een opzienbarend millioenen-proces
behandeld, loopende over een zaak
die sedert 1813 de rechtbanken van
tijd tot tijd telkens opnieuw heeft be
zig gehouden. Helt proces betreft de
nalatenschap van Johann Konxlad
Brandt, een groot koopman, die in
1791 te Amsterdam is overleden. Kort
geleden hebben de boekhouder Wil
helm Bethike uit Neu-Rahnsdorf en
de metse|laarsbaas Friedrich Brand'
te Berlijn in een vlugschrift bewieerd
dat graaf Douglas, de bekende apos
tel van dte ma)tigheid!,sbewegïng ih
Duitschland, uit de nalatenschap van
Brandt eens 25000 en een tweede maal
5 millioen Nederlandföche guldens
heeft gekregen; heft bewijs daarvoor
was, volgens hen, te vinden onder de
stukken van de derde afdeeling van
het ministeriel van buitenlandsche za
ken. De 'tegen Bethke en Brand inge
diende aanklacht heeft tot dusver
het volgende aan het licht gebracht:
Hellewig, de gewezen che|f van deze
afdeeling die als getuige gehoord is,
verklaarde d!at graaf Douglas door
'bemiddeling van het ministerie van
buitenlandsche zaken uiit de nalaten
schap van Brandt geein penning had
uitbetaald gekregen; evenmin was
hem bekend, dat van een anderen
kant zoodanige betaling aan graaf
Douglas gedaan was. Reeds in 1793
had de Amsterdamsche Rechtbank,
met buitensluiting van de erfgena
men in Duitschland, heit overschot
van de erfenis laten uitbetalen.
De makelaar Richard König uit
Halberstadt diende bij de rechtbank
twee oorkonden in. De eene, van 5
Mei 1901 gedagteekend, bevat de me-
dedeeling, dat op 1 April 1869 op den
eisch van een van rechtswege gelegi
timeerd Duitscher Douglas 30 milli
oen gulden aan het duitsche departe
ment van buitenlandsche zaken zijn
uitbetaald. De andere, van 16 Nov.
1900 gedagteekend, beheüfet dat de
heer Heinrich Douglas in 1868 25.000
gulden en in 1869 5 millioen gulden
heeft ontvangen. De oorkonden zijn
.-zoogenaamd onderteekend door helt
Amsterdamsch kantongerecht.
Het openbaar ministerie stelde voor
beide oorkonden in beslag te nemen,
omdat ze klaarblijkelijk veirvalscht
waren. Dit bleek reeds uit de volgen
de omstandigheid': In helt adresboek
van 1900 is bij vergissing graaf Dou
glas met den voornaam Heinrich be
dacht; de falsarissen hadden uit het
adresboek blijkbaar eenvoudig den
valschen voornaam nageschreven.
In den loop van de rechtzitting van
gisteren is dan ook de makelaar Kö
nig onder verdenking van ernstige
valschheid in .geschrift© en afpersing
door het openbaar ministerie in hech
tenis genomen-
In een artikel over de aangenomen
tariefwet zegt de „Vossische Zeitung"
o.a.
Duitschland heeft in 1900 wij
gaan tot dat jaar terug, omdat het
wetsontwerp op d<j| statistiek ervan
berust voor 1762.8 millioen mark
voeding,s- en genotsmiddelen inge
voerd die het bijna in het geheel niet
missen kan, als er geen vreeselijke
hongersnood wil uitbreken, voor
2803.1 millioen aan onbewerkte stof
fen voor industrieele doeleinden, en
daarnaast slechts voor 1199.7 millioeu
aan fabrikaten ingevoerd'. Kan de
Duitsche nijverheid de vreemde ka
toen, de vreemde wol, het vree;mde
koper missen? Duitschland heeft daar
entegen maar uitgevoerd aan voe-
dings- en genotmiddelen voor 517.6
aan onbewerkte stoffen 1111.4, daar
entegen aan fabrikaten voor 2982.4
millioen.
,,Hei is dus duidelijk, dat Duitsch
land voor zijn nijverheid in veel hoo-
gere mate op den uiltvoer rekenen
moet dan het den invoer missen kan.
Dienaangaande hebben de vertegen
woordigers van de regeering ook
geen twijfel gelaten, ook al kwamen
zij zoodoende in verdenking van
„pleitbezorgers van het buitenland"
te zijn. Maar zij hadden .gelijk; zij
behoefden slechts naar een paar
voorname invoerartikelen te vei-wij
zen: onbewerkt katoen 318, schaaps
wol 262, wollen garen 111, onbewerk
te zijde 108, katoenen garen 63, pe
troleum 84, bouw- en timmerhout 149,
onbewerkt koper 128. ongebrande
koffie 156, tabaksbladeren 98, kaoet-
sjoek 74, mais 129 millioen. Wat daar
van kan Duitschland missen?
„Maar wij wachten thans op de
dingen, die komen zullen en willen
slechts ons standpunt tegenover de
onderhandeling over de handelstrac-
taten aangeven. Wij zien volstrekt
niet in elk succes van zulke onder
handelingen een voordeel voor de
Duitsche natie. Wij wenschen niet
eenvoudig handelstractaten, van
langen termijn, maar voordeelige en
(tegelijk langdurige tractaten, tracta-
ten die het. volk niet met hooge rech
ten op voedingsmiddelen belasten en
die voor de Duitsche nijverheid en
den Duitschen handel de oude mark
ten in het buitenland behouden en.
nieuwe markten openan. Tractalten
die de Duitsche invoerrechten op
landbouwvoortbreng^seten. ejn de
vreemdei industrieele rechten verhoo-
gen, achten wij nadeelig; de vrijzin-
jnige partij zal ze ook in den Rijksdag
niet goedkeuren. AIS onderhandelin
gen die op zijn hoogst zouden kun
nen leiden tot heft duurder maken
Ivan de voedingsmiddelen in Duitsch-
land en tegelijk tot de beperking van
de nijverheid en van dan handel, mis
lukten, dan zou het Duitsche rijk
daar geen nadeel, maar voordeel bij
j hebben. Dan zou de weg nog open
blijven om de bestaande handelstrac-
[taten voor zes of tien jaren te verlen
gen.
„Voorloopig moge de meerderheid
rblij zijn met hare overwinning. Zij
heeft haar bevochten met een wapen
dat licht een tweesnijdend zwaard
jkan blijken. De industrieele kringen
I zullen niet gerustgesteld zijn; de
j oeconomische crisis zal verergejren.
Op het gejuich van deze) December-
week kan een bedenkelijke ontnuch
tering volgen. Intusschen zullen de
kiezers moeten spreken, en wie het
laatst lacht, lacht' het best".
Engeland
De armoede in Engeland is gelijk
men weet voor een dieel het gevolg
van den oorlog. Er zijn bijv. onge
veer 20.000 man, die in Zuid-Afrika
gevochten hebben en nu werkeloos
rondloopen; zij hebben aan het noo-
digste gebrek. Met Kerstmis zal de
Koningin Ifce Londen aan behoeftige
weduwen en weezen van in Zuid-
Afrika gesneuvelde soldaten eenmaal
(of eenmaal) te eten geven; d.w.z. al
leen aan die te Londen wonen. Men
rekent op tusschen de 1200 en 1500
monden. Behalve de Daily News
zijn er nog andere krantein, die giften
inzamelen om den nood te lenigen.
Yenezaela.
Dei „vreed'zame blokkade".
Maar toch niet zoo vreedzaam
men weet het of het is noodig ge
weest, althans volgens een Britsch en
een Duitsch escadev-commandant, om
twee torpedo's te doen zinken.
Amerika is over de blokkade niet
bijster te spreken.
Officieel werd uit Washington me
degedeeld, dat de regeering tot de
conclusie is gekomen, dat een „vre
delievende" blokkade van Venezo-
iaansche havens niët kan worden
toegestaan, als zijnde nadeelig voor
de scheepvaart der Vereenigde Sta
ten.
Men kan den verbonden mogendhe
den niet toestaan de scheepvaart der
Vereenigde Staten uit t© Sluiten, i en-
zij werkelijk een oorlog wordt ge
voerd. De* regeering is zich de grooto
belangen bewust, welke den Ameri-
kaanschen handel aanleiding geven
te vragen deze regeling aan te nemen,
en te doen uitvoeren, daar anders de
Amerikaansche handel wordt ver
snipperd, zoodra een zeemogendheid
er toe overgaait ieen ongeregelde
vreedzame blokkade uit te voeren.
Indien Engeland en Duitschland de
Amerikaansche kooplieden uitsluiten
dan moeten zij aan alle kooplieden
ook hun eigen, den handel met Vene
zuela beletten; de erkenning van den
werkelijken oorlog eischt dit en daar
mede wordt Iteivens aan den huidigen
ongeregelden toestand een einde ge
maakt.
Balfour bleek in het Engelsche La
gerhuis van een andere opinie dan
men in Amerika heeft. Met onzijdige
mogendheden pleegt men geen over
leg, zei hij, wanneerr men met een
derde partij in oorlog is.
En in Duitschland meenen de au
toriteiten dat een blokkade het meest
aangewzen middel is, om president
Castro tot rede te brengen.
De heer Philips, liberaal afgevaar
digde van het Engelsche Lagerhuis,
heeft er iets anders op gevonden. De
vorderingen der Engelsche em Duit
sche afgevaardigden, zei hij, bedra
gen slechts 1.250.000 pond sterling.
Welnu, lalten we ons meester maken
van de, Venezolaan.sche douanerech
ten, dan zullen twee of misschien
drie jaar noodig zijn om schadeloos
stelling te kunnen krijgen.
In den Franschen ministerraad is
de Venezuela-quaestie eveneens ter
sprake gekomen. Minister Deloaissé
herinnerde er aan dat hij in Febru
ari 1902 een overeenkomst geslolbem
had met Venezuela, geratificeerd in
April, waarbij bepalingen werden ge
troffen over de schadeloosstelling aan
Fransche onderdanen door geleden
verliezen tijdens de jongste revolu
ties. „De belangen van onze landslie
den, de garantie voor hen verkregen,
konden niet beter gewaarborgd wor
den door ons aan (te sluiten bij de te
genwoordige beweging".
Het gerucht loopt, dat Frankrijk en
de Vereenigde Staten van NooTd*
Amerika zich verzetten zullen tegen
een eventueel in bezit nemen van de
douanekantoren door Engeland en
Duitschland, welke reeds gehypothe
keerd zijn voor Fransch-Amerikaan
sche vorderingen. Over dit laatste
punt heeft minister Delcassé echter
gezwegen.
Men ziet het is nogal een warwin
kel en van eeai eensgezind optreden,
naar een volkomen bewust program
is geen sprake.
Venezuela is, zooals het altijd bij
dergelijke kwesties pleegt te gaan, de
voetbal, waarmede de betrokken mo
gendheden spelen.
Teekenend in dit opzicht is een ge
rucht met nadruk wijzen wij er
op dat het niet mee.r dan een geruchlt
is volgens hetwelk de regeering
der Vereenigde Staten een som gelds
ter beschikking van president Castro
gesteld heeft, groot genoeg om zoowel
de eischen van Italië en Frankrijk
als die van Duitschland en Engeland
te voldoen, op voorwaarde dat Bo-
wen, de Amerikaansche gezant te
Caracas, als onderhandelaar zal op
treden.
Als het waar is, dan blijkt Uncle
Sam weer een echte schalk te zijn.
En Venezuela zelf?
Uit New-York komen telegrammen
waarin gemeld wordt, dat president
Caëtro er in zou bewilligen af te tre
den, op voorwaarde, dat de opstan
delingen voortgaan den vreemdelin
gen tegenstand te bieden. De presi
dent zou als generaal zijn medewer
king blijven verleenen. Aan andere
zijde beweert men, dat de opstande
lingen-generaals Hernandez en Pave-
dez zich ter beschikking van presi
dent Castro hebben gestteld.
Een bemiddeling van België zou
gemotiveerd zijn door de vordering
van ettelijke millioenen, welke d'e
Belgische regeering reed's vele maan
den geleden heeft opgeëischt.
Venezuela's voornaamste Ischuld-
eischers zijn de oprichters der water
werken te Caracas, welke werken in
1900 door de Venezolaansche Regee
ring werden overgenomen en die nog
niet zijn betaald.
Stadsnieuws.
Haarlem, 18 Dec. 1902.
Neder landsche taal? Uit
Leer in Oost-Friesland (Duitschland)
ontvangen wij het volgende merkwaar
dige schrijven
Leer, (Ostfriesland) 15 Dez. 02.
Wie ik vernomen, hebben ze een
van Heer W. P. I. Overmeer te samen-
gestellte stamboom uitgegeven van de
Familie Teijler van dc-r Hulst. Da
ik voor een goeden Fx-ound uit Bremen
welker zonder Mitteln ist. in hoet Pro-
zess teegen de Teij Iers-Stichting te
Haarlem, behelplik moeg wezen, moeg
ik anfragen, voor welke Kosten ze mij
het stamboorn-brochux-e overzenden
kunnen Zul het werk een oder zwee
Gulden bedragen, dan moeg man mij
deszelve oone weders per Post-Naeh-
nahme overzenden.
Volgt de onderteekening.)
Hieruit blijken twee dingen voor
eerst. dat zelfs buiten onze grenzen de
Teylerquaestie belangstelling vindt,
en vervolgens dat niet alles Hollandsch
is, wat er op lijkt.
Loonstrijd. Sediert eenige dagen
bestaat er een loongeschil tusschen' 6
stucadoorsgezeitteni en hun patroon, den
heer Hierrkens.
In hoofdzaak betreft dit geschil het
lijstwerk, waarvoor volgens de gezellen
door genoemden patroon beneden de
bij de laatste werkstaking vastgestelde
bepalingen, wordt betaald.
Het gevolg is geweest, dat deze 6 gezel
len gisteren het werk hebben neerge
legd aan het werk van den heer Hien-
kens bij de heeren Snel en van der Ham
iin het Kleverpark.
De afdeeling Haarlem van den Stuca-
doorsbond heeft zich de zaak aangetrok
ken en zal trachten deze tot een voor die
gezellen goed einde te brengen.
Fen lüptwn.
Uit het Enqelsch
van
E. W. HORNUNG.
Steel kocht haar een ketting voor
den hals, een diamanten parure van
prachtige steenen, steeds grooter wor
dende tot er midden tegenover de keel
een van bet zuiverste water was; en
Rachel droeg haar plichtgetrouw op
hef diner met een kostbare witte ja
pon, Waarvan da schitterende rein
heid misschien het effect had haar
eigen bleekheid minder te doen uit
komen. Maar zij was bijzonder
bleeik. Het was voor het eerst dat zij
aan een dergelijke partij deelnam,
niet alleen in Delverton, maar overal
anders sinds haar tweede huwelijk.
En de invitatie was natuurlijk cor
rect zeer vroeg verzonden, zoodat Ra
chel den tijd gehad had zich er ze
nuwachtig over (te maken.
Mt. Venables, die haar natuurlijk
inpalmde, maakte de beschrijving
van haar echtgenoot niet te schande;
hij was een gezet man met deftig ui-
tex-lijk ein zijn uitpuilend oog vestigde
zich op de menu, nog voorda|t zijn
dik lichaam in den stoel gezonken
was. Zijn conversatie bleek zeer be
grensd maar uiterst beschaafd te i
zijn; hij raadde Rachel aan wat zij
eten moest en eens of tweemaal wat I
zij moest laten staan; was vol lof
over de eene scholtel, oefende onver
deelde critiek uit op de andere en
sprak alleen wanneer er niets te eten
viel. Het was een groot diner, van
twee en twintig personen. Eindelijk
kreeg Rachel den moed ook de andere
twintig eens te bekijken.
Aan den man aan haar rechterzijde
was zij niet voorgesteld, maar hij
had een of twee onbeduidende opmer
kingen ten beste gegeven, toen mr.
Venables wat beters te| doen had en
na de tweede had Rachel toevallig
een blik geworpen op het naamkaart
je, dait bij zijn bord lag. Hij heette,
scheen het, Mr. Langholm; en op
eens leunde Rachel achterover en
keek naar hem.
Hij was een ongedwongen man met
ronde schouders, een fijnbesneden
open gelaat en een grooten, slecht
onderhouden knevel; zijn haar had
wat korter moeten zijn en zijn rok
glom, waar het licht er op viel. Ra
chel dwong zichzelf moedig te zijn.
Deze kaarten, zei ze melt een on
deugende flikkering in de oogen, zijn
zeer handig als iemand niqt is voor
gesteld. Uw naam is niet zeer alge- j
meen, dunkt me?
Neen, zoo gespeld niet, antwoord
de hij.
Toch is hij precies zoo gespeld
als den naam van Mr. Langholm, den
schrijver.
Ja, dat is zoo.
Is hij een bloedverwant van u?
Ik ben hem zelf, zei Langholm,
hartelijk lachend vergezeld van een
blos van verlegenheid.
Hij was geen bijzonder populair
schrijver. Zooiets overkwam hem niet
lederen dag.
Dait hoopte ik al, zei Rachel, die
blij was een aanknoopingspunt te
hebben.
Dan heeft uzelve mijn boeken
niet gelezen, zei hij, nog lachende,
en dat moet u ook nooit doen.
Maar dat heb ik wel, bracht Ra
chel hiertegen in, op haar beurt mee
gesleept door zijn vroolijkheid. Ik
heb er zeer vele gelezen in Tauchnitz
Itoen wij buitenslands waren. Maar ik
kon niet denken, dat ik u ooit in le
venden lijve ontmoeten zou! i
Wezenlijk, zei hij. Dat is nog
grappiger; ik veronderstel, dat Mr.
Steel niet noodig vond u schrik aan
te jagen. Wij ontmoëtten elkaar ver
leden jaar al eenige malen; hij
schreef mij van uit Florence, voordat
u thuiskwam; en ik zou u al lang een
bezoek gebracht hebben, maar ik was
tijdelijk in de stad en ben nu pas te
ruggekomen.
De blos verdween van Rachel's ge
laat. Haar echtgenoot had haar niets
verlteld niets! In haar verontwaar
diging had zij dat bijna tot den
vreemdeling gezegd, maar zij bedacht
zich nog bijtijds en had toen eenige
moeite wat anders te bedenken. Een
leugentje al was 't ook om bestwil,
viel Rachel altijd bijzonder moeilijk
en helt kostte haar moeite eindelijk
op te merken, dat het heel dom van
haar was, maar het zich nu herinner
de natuurlijk! En meteen wendde
zij zich tot haar gastheer, die een op
merking ten beste gaf, nu zijn bord
weer leeg was.
Onbegrijpelijk is het, Mrs. Steel,
maar buiten kan men niet zulk goed
vleesch krijgen als in de stad. Deze
schijven bijvoorbeeld! Ik wou, dat u
ze eens kon proeven in mijn club te
Londen, maar wij geven onzen chef
een inkomen van 12.000 gulden per
jaar en hij rijdt iederein dag in zijn
eigen equipage.
De novellen van Charles Langholm
waren hoofdzakelijk merkwaardig,
om hare ingewikkelde intrigues en
omdat zij hoop gaven op iets beters,
dat sprak uit de belangrijkste gedeel
ten van de beste zijner boeken. Maar
he|t was een hoop, die ieder jaar op
nieuw weer moest worden uitgesteld.
De vorm was beter dan de stof, zijn
taal was zoo overdreven zorgvuldig
afgewerkt, dat ze Langholm verhin
derde een gunsteling te zijn bij het
groote publiek zoowel als bij de klei
ne critici. Voor heit in elkaar zetten
van intrigues echter had hij nog be
scheiden verdienste, en Rachel verze
kerde hem dan ook, dat zij wel eens
tot midden in den nacht haar kaars
had gebrand om een van zijn inge
wikkelde geheimen te ontraadselen.
Wat! zei hij, U is een vtouw en
u kijkt niet naar hat einde van het
boek, voor u er aan toe is?
Niet wanneer het een goed boek
is.
i U heeft ongeveer het beste van
mijn slechte verzameling gekozen; en
het doet mij aangenaam aan te hoo-
ren dat u de knoop niët doorgesneden
heeft, waarvoor ik eenige maanden
noodig heb gehad om ze vast tei ma
ken.
Rachel was vol belangstelling. Zij
bad te voren nooit een letterkundig©
ontmoet en had geen idéé hoe men
zoo'n roman in elkaar zette; zij deed
veel naïeve vragen daarover, die zel
den een genitleman van zijn type mis
hagen. Als hij niet uitweidde over
de heldin die eenmaal in zijn boeken
geëischt werd, was Charles Langholm
zoowel als mqnsch dan als verteller,
een verklaard vrouwenhater. Maar
niemand zou dat vermoed hebben aan
zijn antwoorden op de vragen van
Rachel of aan iets van hun levendig
gesprek. Daar kon de dame met de
haviksneus, die door Langholm was
binnengeleid, niet op bogen; hij namt
alleen eenige notitie van haar, als
berouw hepi dat ingaf of als een ver
wijdende blik hem trof; want haar
rechter huurman sprak in het geheel
niet tot haar.
Wordt vervolgd.)