NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. In de schaduw van den Dood. 20e Jaargang Vrijdag 19 December 1902. No. 5975 HAABLËM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVEETENTIËN: Voor Hx&rlem per 3 maanden1.20 Van 15 regels 50 Ota.; iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), óe prijs der Adrertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden 1.30 Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat. Franco door het geheele Rijk. per 3 maanden1.65 KssjHIlHm -jHBl Reclame» 30 Cent per regel. AJzonderieke nummers0.02)4 Bureaux: Qehouw Het Spaarne, Znitler Kuitellspaarlie No 6. GeïUnstreerd Zondageblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 Telefoonnummer der Bedaetie 600. roleroonnuolmer der Administratie 128. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Adverteatiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiere. Met uitzondering Tan het Arrondioeement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen san hei Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G, Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, fjktcc., Parijs 31Faubourg Monvnuxrtoe. Haarlem's Dagblad van 19 Dec. bevat o. a. Venezuela, Millioeueoproees te Berlijn, De „Voss. Zeit." over het tariefontwerp, De kwestie-Berg- meyer voor de Raad van State. Kameroverzicht, Vervolg Gemeen teraad. Buitenlandsch Nieuws Duitschland. We cleeldèn reeds mede, dat het O. M. is ingegaan op het verzoek van mevrouw Krupp en de aanklacht tegen de „Vor- wanfis" heeft ingetrokken. Het O. M. motiveert dit aildus: „Iin No. 268 van' de „Vor- war-tis" van 15 December 1902 is een ar tikel „Krupp auf Capri" verschenen, dat verdachtmak ingen bevatte tegen den Wirkl. Geheim-Rat. Friedrich Alfred Krupp. De heer Krupp heeft onmiddel lijk telegraphisch, en den volgenden da gschriftelijk met betrekking tot dit artikel bij het O. M. van het Landsge- richt I een strafvervolging wegens be- leediginig ingesteld. Op igromd daarvan is door besluit van het Kon. Ambtsge- richt I van 17 November 1902 de beslag name van No. 268 van de „Vorwarts" bevolen en uitgevoerd. Den 22sten No vember 1902 is de heer Krupp gestorven, hierdoor is den beleedigde de mogelijk heid ontnomen d'oor een verklaring on der eede d;e tegen hem. ingebrachte ver dachtmakingen te wederleggen. Zijn vasten wil om de onhoudbaarheid der hem gemaakte aantijgingen voor het ge recht aan te to on en, heeft, hij herhaal delijk ook door het uitlokken van een strafvervolging igetoonid. Door deze over weging geleid, heeft de weduwe van den •overledene, mevrouw Krupp, verklaard, dat zij, doordronigen van de zekerheid van de onschuld van haar echtgenoot, er prijs op stelt, dat de strijd om den overledene in het openbaar zoo moge lijk tot rust komt. Haar is derhalve aan de gerechtelijke bestraffing van den da der en den verspreider der geruchten niets meer gelegen'. Bij dezen staat van zaken acht ik een verdere strafvervol ging niet meer in het openbaar be lang te zijn en zal ik derhalve aan de ingestelde (Strafvervolging geen verder gevolg geven. Ik heb de noodige maat regelen genomen voor de opheffing van het beslag op het bedoelde gedrukte stuk. Dr. Benbiel, procureur-generaal. Het directorium de>r firma Krupp heeft nu ook een manifest aan de arbeiders uitgegeven, waarin uiteengezet wordt, dat bij voortzetting van het geding naar het eenstemmig oordeel van rechtsge leerden .een lange verbitterden strijd zou ontstaan, waarbij door de tegenstan ders alles in het werk gesteld zou zijn. om de nagedachtenis van den overle dene nog meer te bezoedelen. Door den dood van den heer Krupp is bovendien de procestoestand ongunstiger gewor den, daar het woord en de eed van den gestorvene niiet meer in de weegschaal gelegd kunnen worden; dan wordt ge wezen op den tegenzin van mevrouw Krupp om het proces en den verbitter den strijd voortgang te doen hebben, ge motiveerd, terwijl gezegd wordt, „en voor ons aden staat zijn aandenken zoo hoog en rein, dat het. geen gerechtelijke eerverklaring noodig heeft". De verhef fende betooigingen ter eere van den ge storvene en niet het minst de eenstem mige verklaringen van zijn beambten en arbeiders en van degenen, die hem vroeger in zijn leven en werken nabij stonden, hebben mevrouw Krupp bewe zen, dat bij allen, aan wier oordeel zij waarde hecht, de verdachtmakingen zonder uitwerking en het vertrouwen en de achting, die de gestorvene bezat, ongeschokt zijn gebleven". Voor de strafkamer te Berlijn wordt een opzienbarend millioenen-proces behandeld, loopende over een zaak die sedert 1813 de rechtbanken van tijd tot tijd telkens opnieuw heeft be zig gehouden. Helt proces betreft de nalatenschap van Johann Konxlad Brandt, een groot koopman, die in 1791 te Amsterdam is overleden. Kort geleden hebben de boekhouder Wil helm Bethike uit Neu-Rahnsdorf en de metse|laarsbaas Friedrich Brand' te Berlijn in een vlugschrift bewieerd dat graaf Douglas, de bekende apos tel van dte ma)tigheid!,sbewegïng ih Duitschland, uit de nalatenschap van Brandt eens 25000 en een tweede maal 5 millioen Nederlandföche guldens heeft gekregen; heft bewijs daarvoor was, volgens hen, te vinden onder de stukken van de derde afdeeling van het ministeriel van buitenlandsche za ken. De 'tegen Bethke en Brand inge diende aanklacht heeft tot dusver het volgende aan het licht gebracht: Hellewig, de gewezen che|f van deze afdeeling die als getuige gehoord is, verklaarde d!at graaf Douglas door 'bemiddeling van het ministerie van buitenlandsche zaken uiit de nalaten schap van Brandt geein penning had uitbetaald gekregen; evenmin was hem bekend, dat van een anderen kant zoodanige betaling aan graaf Douglas gedaan was. Reeds in 1793 had de Amsterdamsche Rechtbank, met buitensluiting van de erfgena men in Duitschland, heit overschot van de erfenis laten uitbetalen. De makelaar Richard König uit Halberstadt diende bij de rechtbank twee oorkonden in. De eene, van 5 Mei 1901 gedagteekend, bevat de me- dedeeling, dat op 1 April 1869 op den eisch van een van rechtswege gelegi timeerd Duitscher Douglas 30 milli oen gulden aan het duitsche departe ment van buitenlandsche zaken zijn uitbetaald. De andere, van 16 Nov. 1900 gedagteekend, beheüfet dat de heer Heinrich Douglas in 1868 25.000 gulden en in 1869 5 millioen gulden heeft ontvangen. De oorkonden zijn .-zoogenaamd onderteekend door helt Amsterdamsch kantongerecht. Het openbaar ministerie stelde voor beide oorkonden in beslag te nemen, omdat ze klaarblijkelijk veirvalscht waren. Dit bleek reeds uit de volgen de omstandigheid': In helt adresboek van 1900 is bij vergissing graaf Dou glas met den voornaam Heinrich be dacht; de falsarissen hadden uit het adresboek blijkbaar eenvoudig den valschen voornaam nageschreven. In den loop van de rechtzitting van gisteren is dan ook de makelaar Kö nig onder verdenking van ernstige valschheid in .geschrift© en afpersing door het openbaar ministerie in hech tenis genomen- In een artikel over de aangenomen tariefwet zegt de „Vossische Zeitung" o.a. Duitschland heeft in 1900 wij gaan tot dat jaar terug, omdat het wetsontwerp op d<j| statistiek ervan berust voor 1762.8 millioen mark voeding,s- en genotsmiddelen inge voerd die het bijna in het geheel niet missen kan, als er geen vreeselijke hongersnood wil uitbreken, voor 2803.1 millioen aan onbewerkte stof fen voor industrieele doeleinden, en daarnaast slechts voor 1199.7 millioeu aan fabrikaten ingevoerd'. Kan de Duitsche nijverheid de vreemde ka toen, de vreemde wol, het vree;mde koper missen? Duitschland heeft daar entegen maar uitgevoerd aan voe- dings- en genotmiddelen voor 517.6 aan onbewerkte stoffen 1111.4, daar entegen aan fabrikaten voor 2982.4 millioen. ,,Hei is dus duidelijk, dat Duitsch land voor zijn nijverheid in veel hoo- gere mate op den uiltvoer rekenen moet dan het den invoer missen kan. Dienaangaande hebben de vertegen woordigers van de regeering ook geen twijfel gelaten, ook al kwamen zij zoodoende in verdenking van „pleitbezorgers van het buitenland" te zijn. Maar zij hadden .gelijk; zij behoefden slechts naar een paar voorname invoerartikelen te vei-wij zen: onbewerkt katoen 318, schaaps wol 262, wollen garen 111, onbewerk te zijde 108, katoenen garen 63, pe troleum 84, bouw- en timmerhout 149, onbewerkt koper 128. ongebrande koffie 156, tabaksbladeren 98, kaoet- sjoek 74, mais 129 millioen. Wat daar van kan Duitschland missen? „Maar wij wachten thans op de dingen, die komen zullen en willen slechts ons standpunt tegenover de onderhandeling over de handelstrac- taten aangeven. Wij zien volstrekt niet in elk succes van zulke onder handelingen een voordeel voor de Duitsche natie. Wij wenschen niet eenvoudig handelstractaten, van langen termijn, maar voordeelige en (tegelijk langdurige tractaten, tracta- ten die het. volk niet met hooge rech ten op voedingsmiddelen belasten en die voor de Duitsche nijverheid en den Duitschen handel de oude mark ten in het buitenland behouden en. nieuwe markten openan. Tractalten die de Duitsche invoerrechten op landbouwvoortbreng^seten. ejn de vreemdei industrieele rechten verhoo- gen, achten wij nadeelig; de vrijzin- jnige partij zal ze ook in den Rijksdag niet goedkeuren. AIS onderhandelin gen die op zijn hoogst zouden kun nen leiden tot heft duurder maken Ivan de voedingsmiddelen in Duitsch- land en tegelijk tot de beperking van de nijverheid en van dan handel, mis lukten, dan zou het Duitsche rijk daar geen nadeel, maar voordeel bij j hebben. Dan zou de weg nog open blijven om de bestaande handelstrac- [taten voor zes of tien jaren te verlen gen. „Voorloopig moge de meerderheid rblij zijn met hare overwinning. Zij heeft haar bevochten met een wapen dat licht een tweesnijdend zwaard jkan blijken. De industrieele kringen I zullen niet gerustgesteld zijn; de j oeconomische crisis zal verergejren. Op het gejuich van deze) December- week kan een bedenkelijke ontnuch tering volgen. Intusschen zullen de kiezers moeten spreken, en wie het laatst lacht, lacht' het best". Engeland De armoede in Engeland is gelijk men weet voor een dieel het gevolg van den oorlog. Er zijn bijv. onge veer 20.000 man, die in Zuid-Afrika gevochten hebben en nu werkeloos rondloopen; zij hebben aan het noo- digste gebrek. Met Kerstmis zal de Koningin Ifce Londen aan behoeftige weduwen en weezen van in Zuid- Afrika gesneuvelde soldaten eenmaal (of eenmaal) te eten geven; d.w.z. al leen aan die te Londen wonen. Men rekent op tusschen de 1200 en 1500 monden. Behalve de Daily News zijn er nog andere krantein, die giften inzamelen om den nood te lenigen. Yenezaela. Dei „vreed'zame blokkade". Maar toch niet zoo vreedzaam men weet het of het is noodig ge weest, althans volgens een Britsch en een Duitsch escadev-commandant, om twee torpedo's te doen zinken. Amerika is over de blokkade niet bijster te spreken. Officieel werd uit Washington me degedeeld, dat de regeering tot de conclusie is gekomen, dat een „vre delievende" blokkade van Venezo- iaansche havens niët kan worden toegestaan, als zijnde nadeelig voor de scheepvaart der Vereenigde Sta ten. Men kan den verbonden mogendhe den niet toestaan de scheepvaart der Vereenigde Staten uit t© Sluiten, i en- zij werkelijk een oorlog wordt ge voerd. De* regeering is zich de grooto belangen bewust, welke den Ameri- kaanschen handel aanleiding geven te vragen deze regeling aan te nemen, en te doen uitvoeren, daar anders de Amerikaansche handel wordt ver snipperd, zoodra een zeemogendheid er toe overgaait ieen ongeregelde vreedzame blokkade uit te voeren. Indien Engeland en Duitschland de Amerikaansche kooplieden uitsluiten dan moeten zij aan alle kooplieden ook hun eigen, den handel met Vene zuela beletten; de erkenning van den werkelijken oorlog eischt dit en daar mede wordt Iteivens aan den huidigen ongeregelden toestand een einde ge maakt. Balfour bleek in het Engelsche La gerhuis van een andere opinie dan men in Amerika heeft. Met onzijdige mogendheden pleegt men geen over leg, zei hij, wanneerr men met een derde partij in oorlog is. En in Duitschland meenen de au toriteiten dat een blokkade het meest aangewzen middel is, om president Castro tot rede te brengen. De heer Philips, liberaal afgevaar digde van het Engelsche Lagerhuis, heeft er iets anders op gevonden. De vorderingen der Engelsche em Duit sche afgevaardigden, zei hij, bedra gen slechts 1.250.000 pond sterling. Welnu, lalten we ons meester maken van de, Venezolaan.sche douanerech ten, dan zullen twee of misschien drie jaar noodig zijn om schadeloos stelling te kunnen krijgen. In den Franschen ministerraad is de Venezuela-quaestie eveneens ter sprake gekomen. Minister Deloaissé herinnerde er aan dat hij in Febru ari 1902 een overeenkomst geslolbem had met Venezuela, geratificeerd in April, waarbij bepalingen werden ge troffen over de schadeloosstelling aan Fransche onderdanen door geleden verliezen tijdens de jongste revolu ties. „De belangen van onze landslie den, de garantie voor hen verkregen, konden niet beter gewaarborgd wor den door ons aan (te sluiten bij de te genwoordige beweging". Het gerucht loopt, dat Frankrijk en de Vereenigde Staten van NooTd* Amerika zich verzetten zullen tegen een eventueel in bezit nemen van de douanekantoren door Engeland en Duitschland, welke reeds gehypothe keerd zijn voor Fransch-Amerikaan sche vorderingen. Over dit laatste punt heeft minister Delcassé echter gezwegen. Men ziet het is nogal een warwin kel en van eeai eensgezind optreden, naar een volkomen bewust program is geen sprake. Venezuela is, zooals het altijd bij dergelijke kwesties pleegt te gaan, de voetbal, waarmede de betrokken mo gendheden spelen. Teekenend in dit opzicht is een ge rucht met nadruk wijzen wij er op dat het niet mee.r dan een geruchlt is volgens hetwelk de regeering der Vereenigde Staten een som gelds ter beschikking van president Castro gesteld heeft, groot genoeg om zoowel de eischen van Italië en Frankrijk als die van Duitschland en Engeland te voldoen, op voorwaarde dat Bo- wen, de Amerikaansche gezant te Caracas, als onderhandelaar zal op treden. Als het waar is, dan blijkt Uncle Sam weer een echte schalk te zijn. En Venezuela zelf? Uit New-York komen telegrammen waarin gemeld wordt, dat president Caëtro er in zou bewilligen af te tre den, op voorwaarde, dat de opstan delingen voortgaan den vreemdelin gen tegenstand te bieden. De presi dent zou als generaal zijn medewer king blijven verleenen. Aan andere zijde beweert men, dat de opstande lingen-generaals Hernandez en Pave- dez zich ter beschikking van presi dent Castro hebben gestteld. Een bemiddeling van België zou gemotiveerd zijn door de vordering van ettelijke millioenen, welke d'e Belgische regeering reed's vele maan den geleden heeft opgeëischt. Venezuela's voornaamste Ischuld- eischers zijn de oprichters der water werken te Caracas, welke werken in 1900 door de Venezolaansche Regee ring werden overgenomen en die nog niet zijn betaald. Stadsnieuws. Haarlem, 18 Dec. 1902. Neder landsche taal? Uit Leer in Oost-Friesland (Duitschland) ontvangen wij het volgende merkwaar dige schrijven Leer, (Ostfriesland) 15 Dez. 02. Wie ik vernomen, hebben ze een van Heer W. P. I. Overmeer te samen- gestellte stamboom uitgegeven van de Familie Teijler van dc-r Hulst. Da ik voor een goeden Fx-ound uit Bremen welker zonder Mitteln ist. in hoet Pro- zess teegen de Teij Iers-Stichting te Haarlem, behelplik moeg wezen, moeg ik anfragen, voor welke Kosten ze mij het stamboorn-brochux-e overzenden kunnen Zul het werk een oder zwee Gulden bedragen, dan moeg man mij deszelve oone weders per Post-Naeh- nahme overzenden. Volgt de onderteekening.) Hieruit blijken twee dingen voor eerst. dat zelfs buiten onze grenzen de Teylerquaestie belangstelling vindt, en vervolgens dat niet alles Hollandsch is, wat er op lijkt. Loonstrijd. Sediert eenige dagen bestaat er een loongeschil tusschen' 6 stucadoorsgezeitteni en hun patroon, den heer Hierrkens. In hoofdzaak betreft dit geschil het lijstwerk, waarvoor volgens de gezellen door genoemden patroon beneden de bij de laatste werkstaking vastgestelde bepalingen, wordt betaald. Het gevolg is geweest, dat deze 6 gezel len gisteren het werk hebben neerge legd aan het werk van den heer Hien- kens bij de heeren Snel en van der Ham iin het Kleverpark. De afdeeling Haarlem van den Stuca- doorsbond heeft zich de zaak aangetrok ken en zal trachten deze tot een voor die gezellen goed einde te brengen. Fen lüptwn. Uit het Enqelsch van E. W. HORNUNG. Steel kocht haar een ketting voor den hals, een diamanten parure van prachtige steenen, steeds grooter wor dende tot er midden tegenover de keel een van bet zuiverste water was; en Rachel droeg haar plichtgetrouw op hef diner met een kostbare witte ja pon, Waarvan da schitterende rein heid misschien het effect had haar eigen bleekheid minder te doen uit komen. Maar zij was bijzonder bleeik. Het was voor het eerst dat zij aan een dergelijke partij deelnam, niet alleen in Delverton, maar overal anders sinds haar tweede huwelijk. En de invitatie was natuurlijk cor rect zeer vroeg verzonden, zoodat Ra chel den tijd gehad had zich er ze nuwachtig over (te maken. Mt. Venables, die haar natuurlijk inpalmde, maakte de beschrijving van haar echtgenoot niet te schande; hij was een gezet man met deftig ui- tex-lijk ein zijn uitpuilend oog vestigde zich op de menu, nog voorda|t zijn dik lichaam in den stoel gezonken was. Zijn conversatie bleek zeer be grensd maar uiterst beschaafd te i zijn; hij raadde Rachel aan wat zij eten moest en eens of tweemaal wat I zij moest laten staan; was vol lof over de eene scholtel, oefende onver deelde critiek uit op de andere en sprak alleen wanneer er niets te eten viel. Het was een groot diner, van twee en twintig personen. Eindelijk kreeg Rachel den moed ook de andere twintig eens te bekijken. Aan den man aan haar rechterzijde was zij niet voorgesteld, maar hij had een of twee onbeduidende opmer kingen ten beste gegeven, toen mr. Venables wat beters te| doen had en na de tweede had Rachel toevallig een blik geworpen op het naamkaart je, dait bij zijn bord lag. Hij heette, scheen het, Mr. Langholm; en op eens leunde Rachel achterover en keek naar hem. Hij was een ongedwongen man met ronde schouders, een fijnbesneden open gelaat en een grooten, slecht onderhouden knevel; zijn haar had wat korter moeten zijn en zijn rok glom, waar het licht er op viel. Ra chel dwong zichzelf moedig te zijn. Deze kaarten, zei ze melt een on deugende flikkering in de oogen, zijn zeer handig als iemand niqt is voor gesteld. Uw naam is niet zeer alge- j meen, dunkt me? Neen, zoo gespeld niet, antwoord de hij. Toch is hij precies zoo gespeld als den naam van Mr. Langholm, den schrijver. Ja, dat is zoo. Is hij een bloedverwant van u? Ik ben hem zelf, zei Langholm, hartelijk lachend vergezeld van een blos van verlegenheid. Hij was geen bijzonder populair schrijver. Zooiets overkwam hem niet lederen dag. Dait hoopte ik al, zei Rachel, die blij was een aanknoopingspunt te hebben. Dan heeft uzelve mijn boeken niet gelezen, zei hij, nog lachende, en dat moet u ook nooit doen. Maar dat heb ik wel, bracht Ra chel hiertegen in, op haar beurt mee gesleept door zijn vroolijkheid. Ik heb er zeer vele gelezen in Tauchnitz Itoen wij buitenslands waren. Maar ik kon niet denken, dat ik u ooit in le venden lijve ontmoeten zou! i Wezenlijk, zei hij. Dat is nog grappiger; ik veronderstel, dat Mr. Steel niet noodig vond u schrik aan te jagen. Wij ontmoëtten elkaar ver leden jaar al eenige malen; hij schreef mij van uit Florence, voordat u thuiskwam; en ik zou u al lang een bezoek gebracht hebben, maar ik was tijdelijk in de stad en ben nu pas te ruggekomen. De blos verdween van Rachel's ge laat. Haar echtgenoot had haar niets verlteld niets! In haar verontwaar diging had zij dat bijna tot den vreemdeling gezegd, maar zij bedacht zich nog bijtijds en had toen eenige moeite wat anders te bedenken. Een leugentje al was 't ook om bestwil, viel Rachel altijd bijzonder moeilijk en helt kostte haar moeite eindelijk op te merken, dat het heel dom van haar was, maar het zich nu herinner de natuurlijk! En meteen wendde zij zich tot haar gastheer, die een op merking ten beste gaf, nu zijn bord weer leeg was. Onbegrijpelijk is het, Mrs. Steel, maar buiten kan men niet zulk goed vleesch krijgen als in de stad. Deze schijven bijvoorbeeld! Ik wou, dat u ze eens kon proeven in mijn club te Londen, maar wij geven onzen chef een inkomen van 12.000 gulden per jaar en hij rijdt iederein dag in zijn eigen equipage. De novellen van Charles Langholm waren hoofdzakelijk merkwaardig, om hare ingewikkelde intrigues en omdat zij hoop gaven op iets beters, dat sprak uit de belangrijkste gedeel ten van de beste zijner boeken. Maar he|t was een hoop, die ieder jaar op nieuw weer moest worden uitgesteld. De vorm was beter dan de stof, zijn taal was zoo overdreven zorgvuldig afgewerkt, dat ze Langholm verhin derde een gunsteling te zijn bij het groote publiek zoowel als bij de klei ne critici. Voor heit in elkaar zetten van intrigues echter had hij nog be scheiden verdienste, en Rachel verze kerde hem dan ook, dat zij wel eens tot midden in den nacht haar kaars had gebrand om een van zijn inge wikkelde geheimen te ontraadselen. Wat! zei hij, U is een vtouw en u kijkt niet naar hat einde van het boek, voor u er aan toe is? Niet wanneer het een goed boek is. i U heeft ongeveer het beste van mijn slechte verzameling gekozen; en het doet mij aangenaam aan te hoo- ren dat u de knoop niët doorgesneden heeft, waarvoor ik eenige maanden noodig heb gehad om ze vast tei ma ken. Rachel was vol belangstelling. Zij bad te voren nooit een letterkundig© ontmoet en had geen idéé hoe men zoo'n roman in elkaar zette; zij deed veel naïeve vragen daarover, die zel den een genitleman van zijn type mis hagen. Als hij niet uitweidde over de heldin die eenmaal in zijn boeken geëischt werd, was Charles Langholm zoowel als mqnsch dan als verteller, een verklaard vrouwenhater. Maar niemand zou dat vermoed hebben aan zijn antwoorden op de vragen van Rachel of aan iets van hun levendig gesprek. Daar kon de dame met de haviksneus, die door Langholm was binnengeleid, niet op bogen; hij namt alleen eenige notitie van haar, als berouw hepi dat ingaf of als een ver wijdende blik hem trof; want haar rechter huurman sprak in het geheel niet tot haar. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1