Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
ALLERLEI.
tember onverwachts zijn af scheids-vi
sites kwam afleggen, bracht hij mede
zijn verloofde. Verbaasd herken
den de concurreerende dames in deze
een allerliefst, maar hoogst eenvoudig
meisje, dat als gouvernante bij een
familie in d:en omtrek in betrekking
was geweest.
Het behoeft niet gezegd te worden,
dat zij haar vruchteloos gebleken po
gingen aanstonds opgaven. Haar ar
me, na een heerenleven van bijna drie
maanden, werd plotseling weer aan
zijn lot overgelaten en moest een ge
legenheid zoeken, om door hard wer
ken een stukje brood te verdienen.
Brieven uit Berlijn.
(Van onzen Correspondent
KERSTINKOOPEN.
Berlijn, 22, Xtt 1902,
Der Kleine Cohn in Hnchzoits-
staat, meine Herrschaften!
Wordt de Klein© Cohn nu nog
niet met rust gelaten, zal mmig voor
bijganger denken. Voorlmp!g schijnt
hij zijn oude aantrekkingskracht nog
behouden te hebben. Nog zelden
heeft een komiek met een figuur uit
een blijspel zooveel succes gehad als
Thieluher met de figuur van den let-
gendarischen Cohn. Een geheele in
dustrie van straatartikelen heeft zich
van de figuur meester gemaakt. Eerst
kregen we tal van prentbriefkaarten
met den kleinen Cohn, waarmee de
voetgangers in Fniedrich- en Leipzi-
gerstrasse werden lastig gevallen,
daarna kwamen de gipsfiguren, een
popperig mannetje met onvervaischte
kromme neus, dikke buik en kromme
beentjes en nu brengen de straathan
delaars in mékaniek speelgoed als
haute nouveauté ,,den kleinen Cohn
in Hochzaitsstaat" in den handel. Do
bruiloftsgast in zijn zwarte rokje met
lange panden is opgedraaid en wag
gelt met uitgestrekte armpjes en bui
tensporig kromme beentjes over het
asphalt. Rondom hem draait en tolt,
rijdt en springt een bont gezelschap
van blikken speelgoed op 't asphalt..
Nu en dan komt een der Kleine
Cohn's in botsing met een dansende
beer of een waggelende gans of een
maaiend boertje, een rondrijdend wa
gentje of automobiel, waartegen geen
van beide partijen bestand is. De
Kleine Cohn tuimelt omver, het boer
tje eveneens, da't op zijn rug liggend
vlijtig door blijft maaien, zoolang het
voor hem dag is. Evenals Gulliver
in hot land der dwergen staat daar
de koopman midden tusschm z'n bont
gezelschap, steeds bukkende om nu
dezen, dan genen zijner sujetten weer
„nieuw leven in !te blazen."
Hij heeft een veilig plaatsje geko
zen naast een der Schlütersche huis
jes tu sschen Pot sd am er- en Leipziger
Platz op den breeden zijweg in hal-
vemaansvorm langs do deftige huizen
van het plein, waar hij zelden ge
stoord wordt. Vlak langs heim gaat
de machtige stroom van voetgangers
en voertuigen in rustelooze beweging
heen en weer. In on af gebrokom reek
sen schuiven zes rijen trams, rijtui
gen en omnibussen langs elkaar; in
het midden de trams, aan beide zijden
de andere voertuigen, equipages,
tax am eters, omnibussen, driewielers,
auto's. Het drukke verkeer is meer
dan verdubbeld, het geraas van klet
terende paardenhoeven, tjingelend'e
bellen, toetende honqns, klappende
zweepen, grooter clan op gewone da
gen. Daarbij komt het luidkeels aan
prijzen van de vliegende kooplui, die
vrijwel schouder aan schouder met't
gezicht naar de schuifelende voetgan
gers gekeerd, op den itrottoirrand
hebben post gevat. Aan beide zijden
worden de voorbijgangers bestormd
met aanbiedingen, waarvan de meer-
ten weinig notitie nemen, aan den
straatkant de volwassen kooplui,
mannen, vrouwen en opgeschoten
jongens; aan den huizenkant door het
Troebelen te Marseille.
jeugdige proletariaat. Bijna huis aan
huis staan kleine kinderen tegen de
deurposten geleund. Aan een touw
tje om den hals hangt een sigaren
kistje met de armzalige koopwaar,
waarvan de verkoopprijs hoogstens
10 Pfennig, maar meestal een „Sech-
ser",svijf Pfennig, beloopt. De zwakke
stemmen deir have!ooze dreumissen,
sommigen nauwelijks 6 jaar oud,
gaan totaal verloren in het geweldige
geraas. Nergens is het contrast tus
schen arm en rijk zoo schrijnend als
in de schitterend verlichte winkelstra
ten van een groote stad, waair kleine
proletariërskinderen in grooten getale
de straat worden opgezonden om geld
te verdienen. Zij staan daar uren
lang tegen een deurpost geleund,
werktuigelijk worden de armpjes met
de waardelooze koopwaren telkens
opnieuw naarde gfroote, menfcchen
opgeheven, wier aandacht zij met
schrille stemmetjes tevergeefs trach
ten op te wékken.
In haar hooge wijsheid) heeft de
Berlijnsche politie onlangs ter wille
van hiflft publiek een verordening uit
gewerkt, welke echter in dezen vorm
bezwaarlijk door den magistraat zal
worden bekrachtigd, nadat het colle
ge van „Stadtverordnete'' (gemeente
raadsleden) er zich beslist tegen heeft
verklaard. De verordening wil den
straathandel verbieden in de hoofd
straten en op drukke punten, waar 't
verkeer door de vele vliegende koop
lui gestremd wordt. Zooals zich laat
begrijpen, verzetten d1© duizenden
straatkooplu'i zich krachtig in protest-
vergaderingen tegen dezen draconi-
scheri maatregel, welke velen brooder
loos zou maken en het publiek houdt
het met de kooplui. Moet het groote
leger der arbeidsloozen dan nog noo-
deloos mét duizenden worden ver
meerderd?
Men kan op straat terdege merken,
dat Kerstmis op handen is. De mees
te voetgangers dragen groote en klei
ne pakjes. Op dit punt is men als in
Holland, waar hét kleinste pakje aan
huis wordt, bezorgd. Het is nu interes
sant een kijkje te nemen in een der
groote Waarenhausen, waar van des
morgens vroeg tot des avonds een
diohte menschenmassa als een. krie
belende mierenhoop woelt en dringt.
Tegen den avond:, wanneer dei aan
drang het grootst is, worden nu en
dan door de voor den ingang gepos
teerde politie, de toegangshekken ge
sloten, welke na een poos weer wor
den geopend' om nieuwe drommen in
te laten.
Zoowel bij Wertheim als bij Tietz,
bij Hertzog, Gerson, Israel, Jandorff
is het meer dan vol. Wat standi be
treft, wint Wertheim het verreweg
van zijn concurrentqn. Het gedeelte
Leipzigerstrasse, waar hét geweldige
gebouw zich verheft in de voorname
buurt van het Ministerie van Oorlog,
T-Ierrenhaus euVerkooplokaal der Ko
ninklijke porseleinfabriek, wordt des
avonds daghelder verlicht door de
tallooze booglampen, welker stralen
door de lichtgrijze zandsteenmuren
van het 'tegenover gelegen nieuwe
Herrenhaus (Eerste Kamer) weer te
ruggekaatst worden. Me dunkt, de
ontelbare winkeljuffers van Wert
heim moeten over zenuwen van staal
beschikken, anders is het mij een
raadsel, hoe zij haar vijf zinnen bij
een houden te miden van hét duizend-
stemmig geraas en het gewriemel der
van 's morgens tot 's avonds als een
eindelooze kaleidioscoop voorbijschui-
felende bezoekers. Onder detze zijn
vele aanstaande koopers, die zonder
een bepaald plan de campagne ge
maakt te hebben, allerlei artikelen
wenschen te zien, besluiteloos nu het
een, dan het ander bekijken en betas
ten en het geduld van de verkoop
stars op een zwaren proef stellen.
In alle afdeel in gen van de groot-
sche zaak is het stampvol, in de groo
te hal met liet reusachtige vrouwen
beeld aan den voét van de dubbele
trap, in de fraaie jaspis-spiegelzaal,
waar klaterende waterstraaltjes uit
een bekken van albast opspuiten, in
de lcunstafdeeling, in de boekhandel-
afdee-ling, waai- het. publiek zich ver
dringt voor de toonbanken met stapels
prentenboeken, in de af deelingen voor
snuisterijen, byouteriën, toilet-benoo-
digdheden, huishoudelijke artikelen,
antiquiteiten, nikkel- en bronswaren,
japansch lakwerk, lampen, meubels,
speelgoed, poppen, in het gezellige
restaurant van de inrichting, in den
theesalon, in den prachtigen winter
tuin met een schat van palmen, chry
santhemen en asters, waar te midden
van fijn gaas een fonteintje droom e-
rig klatert, op de trappen en in de rus
teloos in de glazen kokers heen en
weer schietende lifts, waai- men
komt, overal een drukke menigte.
Bij tienduizenden zijn die bezoekers
voortdurend in rustelooze neweging
en steeds komt van buiten nieuwe toe
voer. Op alle kruispunten staan be
am Sten. die den weg wijzen en dc
voorbijgangers scherp op dei vingers
te kijken, waarvoor de firma alle re
den heeft, In troebel water is het goed
visschen, is de Stelregel der „Klepto
manen".
De honderde Kassen worden door
du-ommen bezoekers belegerd, die al
len gauw willen betalen hetgeen ge
kocht werd', maar dei dame achter de
toonbank laat zich niet van haar stuk
brengen. Kalm en zonder overhaas
ting rekent zij met haar bezoekers af.
Naast haalr staan handige meisjes,
die de gekochte waren met de quitan-
tie vlug inpakken, terwijl het dupli-
lcaat door de kassierster bewaard
wordt voor de groote afrekening des
avonds. Niet alle bezoekers betalen
elk artikel afzonderlijk. Wie van te
voren plan heeft verschillende irikoo-
pen in van elkander verwijderd© af-
deelingen te doen, voorziét zich aan
den ingan een zoogenaamd „Sam-
medbuch" waarin hij telkens door de
verkoopster het bedrag laat afschrij
ven, terwijl het, gekochte artikel vlug
wordt ingepakt en meegenomen of
door dé verkoopster wordt gezonden
naar de groote expeditie-bureaus: in
de sous-te|rrain-verdieping, waar de
bezoeker ten slotte al zijn inkoopen
in één pak vereenigd, in ontvangst
neemt, waarna hij aan de Sammel-
bu Sammelbuch-Kasse het surplus
van hetgeen hij schuldig is, bijpast
of hét niet-uitgegeven restant terug
ontvangt.
Op deze wijze wordt het publiek zoo
vlug mogelijk geholpen. En toch gaat
het velen nog te langzaam af. Wan
neer een menigte bezoekers, zoo groot
als de bevolking van een provincie
stad, in een gebouw vereenigd, ge
lijktijdig wil bediend woirdien, zullen
er altijd pratte]aars onder gevonden
worden. Allen gefallen ist schwetr.
De beide beschuldigden in het be
ruchte milioenenproces, Brandt en
Bethke, zijn hij verstek veroordeeld,
de eerste tot 2 jaar, de laatste tot li
jaar gevangenisstraf. Hunne advoca
ten zijn bij het Reichsgericht in hoo-
ge,r beroep gekomen, zoodat de ge
heele geschiedenis voor deze hoogste
instantie nog eens zal worden afge
speeld. In'tnsschen is de valschheid
der beide naar Amsterdam opgezon
den gtukken roqds gebleken; getuige
König zal zich dus eerlang wegens
..Urkunten falschung" hebben te ver
antwoorden. K.
No. 120.
Zaterdag 27 December
1902
immmoiiD
De dood van Beethoven.
Beethoven heeft in zijn gansche le
ven slechts één gelukkig oogenbhk ge
kend en dat geluk heeft hem gedood.
Zijn gansche leven was een aaneen
schakeling van armoede, miskenning
en tegenslag. Dit maakte hem hitter
en onaangenaam, voor velen. Zijn
boezemvriend Hummel stootte hij
zelfs van zich en toen hem de zwaar
ste slag, trof, die een toonkunstenaar
treffen kan. toen hij zijn gehoor ver
loor, was het ongeluk van den gema
len man volkomen.
Beethoven leefde te Baden, afgezon
derd van da wereM, van een klein
komen, dat ternauwernood zijn be
hoeften bestreed. Zijn eenige vreug
de was de muziek en al twijfelde hij
zelf soms bij de algemeens misken
ning aan zijn gaven, het gevoel voor
de muziek was en bleef hem, ook in
zijn doofheid, een rijke bron van ge
not.
Eens kreeg hij op het onverwachtst
een brief van een neef te Weenen,
wiens voogd hij was Geldzaken maak
ten Beethovens persoonlijke aanwezig
heid noodzakelijk.
Beethoven gin- op weg. Om geld uit
t,e sparen deeil hij den tocht grooteri
dee] s te voet. IIij was reeds op eenige
mijlen afstands van zijn doel, maai
de avond, een koude winteravond over
viel hem en zijn krachten beletten
hem diein avond verder te gaan, zoodat
hij in een oud huisje aan den weg
gastvrijheid vroeg.
Met vriendschap werd de vreemde
ling hier ontvangen; een plaats bij
het vuur in stoel van den huisvader
werd hem ingeruimd. Nadat het
avondmaal gebruikt was, zette de va
der zich aan het klavier, zijn drie
zoons namen ieder een muziekinstru
ment ter hand en terwijl do moeder
en de dochter een handwerk verricht
ten. speelde het viertal een muziek
stuk met zooveel toewijding, dat Beet
hoven niet twijfelde of hij was hier bij
hoogst muzikale lieden. Het was hem
natuurlijk onmogelijk iets van do mu
ziek te verstaan, maar de juistheid der
bewegingen, de groote mate van een
heid in het samenspel, vooral de zicht
bare liefde voor de gespeelde muziek
deden 'hem peinzen over het meester
schap dazeii buitenmenschen boven
Italiaansche musici, ..goed werkende
muziekmachinen". gelijk hij die kende.
Toen zij eindigden, tintelden er tra
nen in de oogen der spelers. Sprake
loos drukten zij elkander do hand. Op
nieuw namen zij de instrumenten en
hervatten hun spel. Thans scheen hun
aandoening ten top te stijgen.
Vrienden, sprak Beethoven, ik ben
wel ongelukkig, dal ik niet kan dealen
in uw genot, want ook ik houd van
muziek, maar zooals gij bespeurd
hebt, ben ik doof. Sta mij daarom toe
de muziek te lezen, die u zoo ontroerd
heeft.
Hij nam het boek, maar zijn oogen
verduisterden, zijn ademhaling werd
belemmerd. Hij liet het muziekboek
uit de hand vallen. Want de muziek,
hier met zoo groote wijding gespeeld,
was het „allegretto" en de „sympho-
nie in a" van Beethoven!
Het gansche gezin schaarde zich
Venezolaansche „zaken.
99
Engeland en Duitschland doen op
het oogenblik drukke „zaken" in Ve
nezuela. Samen en in vereeniging
schieten zij van hun kruisers bommen
in Venezolaansche havens, alles tot
het verkrijgen van inwilliging op de
door hen gestelde eisclien voor in hun
belangen benadeelde Duitsche en En-
gelsche onderdanen, die ook „zaken"
deden in het vreemde land.
Maar de beide mogendheden zijn
niet gerust. De Amerikaansche Unie
ligt als een trouwe hond te waken
voor de belangen van de Amerikaan
sche staten met die Monroeleer: „Ame
rika aan de Amerikanen" als devies.
En de Duitsche ear Engelsche indnn-
i gers vertrouwen het nu reeds om hun
plannen grommende dier niet. Zij zijn
hang. dat hij zal toehappen, als zij
den Venezolaanschem grensmuur zul
len overklimmen. Daarom zegt John
Buil voorzichtig tot zijn gezel
We zullen eerst even zien, of het
een echte waakhond is of een niet-bij-
tende keffer.
rondom hem verbaasd over de zon
derlinge gebeurtenis.
Eenige oogenblikken beletten de tra
nen hem te spreken. Toen zeide hij:
Ik ben Beethoven
Met diep ontzag bogen de eenvou
dige gevoelsmenschen het hoofd. Beet
hoven drukte hun de hand. Allen
kusten de zijne; zij begrepen, dat déze
man meer was dan een koning.
Plotseling stond hij op en plaatste
zich voor het klavier, den spelers van
zooeven gaf hij een teeken hun instru
menten to hervatten en door hen be
geleid speelde hijzelf het meesterstuk.
Allen waren als van de aarde ontrukt.
Langen tijd, nog bleef Beethoven aan
het klavier en improviseerde zangen
van geluk, van henielsche schoonheid,
gelijk hij nooit te voren gedacht had.
Een nieuw soort ijssport.
Een deel van den nacht werd aldus
genoten.
Het waren de laatste tonen van den
kunstenaar geweest.
In den naclit werd Beethoven door
koorts overvallen. Hij stond op, ge
voelde behoefte aan lucht en gang
blootshoofds naar buiten. Teruggeko
men was hij versteend van de kou.
Zoo spoedig de gelegenheid toeliet,
ring men te Weenen een dokter halen:
de longen van den lijder bleken aan
getast. In weerwil van de beste zorgen
moest dé geneesheer na twee dagen
verklaren ,dat Beethoven ten doode
was opgeschreven.
Terwijl de ongelukkige zieltogend) te
bed lag. kwam er een man binnen.
Het was Hummel, zijn oude. zijn eeni
ge vriend. Ilij had van Beethoven's
ziekte gehoord en was aanstonds op
reis gegaan om hulp te verleen en.
Maar hier baatte geen hulp meer. Een
blik van innige dankbaarheid was al
les. wat de lijder hem kon schenken.
Hummel boog zich over hem heen en
sprak met behulp van den horen ,dien
Beethoven bij zich droog, eenige woor
den van deelneming en vriendschap.
De oogen van den kunstenaar schit
terden en hij zei:
Nietwaar, Hummel, ik had toch
wel talent?
Dit waren zijn laatste woorden. Zijn
oogen bleven voor zich staren, de mond
opende zich. het leven ontvlood
Kort daarna werd Beethoven in den
grootsten eenvoud begraven op het
kerkhof te Dobling.