ALLERLEI.
Lew Sjawwitsch Turmanow, can
braaf burgermanneke, dat eeri klein
vermogen en een kalen scl edel bezat,
was eens bij een vriend' van hem op
een ei vroolijke partij. Na het leggen
van een kaartje, waarbij hij leelijk
verloor, schoot hem eensklaps te bin
nen, dat hij in lang geen 1 orreltje
gedronken had. Hij stond op en ba
lanceerde tusschen de speeltafeltje^
doo.r naar heit salon, waar de jonge
lieden dansten. Hier kloptei hij met
een vaderlijken glimlach een jeugdi
gen, brandhoutmageren apotheker op
den schouder, en verdween toen door
eene kleine deur, die naar die buffet-
kamer voerde. Daar stonden op eene
ronde tafel flesschen en karaffen .net
snaps. Op het buffelt zag hij ook oen
reeds aangesneden haring, die, met
peterselie en ajuin bestrooid, hi«m
verlokkelijk toelachte.
Lew Sjawwitsch schonk zich een
glaasje vol, maakte met de hand een
gebaar alsof hij een redevoering wilde
houden, dronk den snaps uit en ver
trok zijn gezicliit tot eene pijnlijke gri
mas. Vervolgens pikte hij met de
vork in een mootje haring, en...
Doch op dit oogenblik hoorde hij
van achter het beschot iets, wat hem
do ooren spitsen deed.
Goed, goed, zegde vroolijk eene
v rouwen,sibean. Wanneer zal het dan
wezen?
Oogenblikkelijk herkende Lew Sjaw
witsch het orgaan van zijne dochter.
Maar met wien praatte zij daar?
Wanneer ge maar wilt, mijn
schat, antwoordde eene diepe, wellui
dende basstem. Maar vandaag gaat
helt niet goed meer en morgen ben
Het Deensche machinekanon.
Een officier van het Deensche leger
heeft een machine-kanon uitgevonden,
dat weinig dikker en zwaarder is dan
een gewoon geweer. Het is zeer ge
makkelijk draagbaar, zoodat het in 1
hot bijzonder in bergachtig land groo-i
te voordcelen heeft boven het eigenlij
ke machinekanon met zijn wielen, be-j
spanning en manschappen. Met het
Deensche kanon worden meegevoerd
een opvouwbare driepoot en een aan-j
zienlijke voorraad ammunitie door een
enkelen soldaat. De driepoot is niet
onontbeerlijk, want het schiettuig kan
worden gebruikt als een gewoon ge
weer, overal, waar er een steunpunt
voor te vinden is of op eei) opvouw-
baiv inrichting, die aan den loop ver
bonden is of op een opvouwbare in
richting, die aan den loop verbonden is.
Bij volle bepakking kan een soldaat,
behalve bet. kanon en den driepoot,
ongeveer 1ÜU0 patronen meedragen.
Natuurlijk is dit kanonnetje voel
goedkoopcr dan de overige machine-
kanontypen en ook wordt het gebruik
er van aanbevolen aan boord van oor
logsschepen, maar in het bijzonder
voor kleine operatics aan do kust.
Het nnieuwe kanon weegt slechts
ongeveer 13 pond en er kunnen 300
schoten per minuut mee gelost worden.
De bij het Deensche leger met het
nieuwe wapen genomen proeven moe
ten groot succes gehad hebben, zoodat
liet daarbij zal worden ingevoerd. Na.
tuurlijk blijft de constructie bet ge-
jheim van den maker en diens afneem-
stcr, de Deensche legeradministratie.
Lord Kitchener in Egypte
Op zijn reis naar Britsch-Indië, waar
hij liet opperbevel is gaan overnemen
over de daar gestationeerde Engel-'
scho troepenmacht, heeft lord Kitche
ner ook eenigon tijd vertoefd in Egyp
te. Bij die gelegenheid bracht hij
ook een bezoek aan Berber. Een groot
aantal opperhoofden en aanzienlijke
personen uil dat gebied kwamen hem
hulde bewijzen. Do ontmoeting tus-|
schen de aanzienlijke Soedaneezen en
de man, die voor het grootstei gedeelte
de oorzaak is van de vernietiging van
de onafhankelijk van hun land, droeg
volgens de Engelsche bladen ten I
minste een uiterst hartelijk karak
ter.
Het bezoek eindigde hiermee, dat
Kitchener het cavalerie kamp te Shen-
di inspecteerde en een nieuw vaandel
overdroeg aau een Soedaneesch batal
jon.
ik den gebeelen dag op het bureau
gebonden.
Dat is Degtja/rjow! dacht Tur
manow, die in deze bas terstond de
stem herkende van een zijner vrien
den.
Weil, wel. Geen dag kan zij leven
zonder een romantisch avontuur.
Ja morgen ben ik den ganschen
dag bezet, liemam de basstem. Als ge
wilt. schrijf mij dan morgen een paar
regels dat zal mij erg veel pleizier
doen. Maar wij moeten het met onze
correspondentie slim aanleggen. Wij
moeten er iets op verzinnenOver
de post, dat is te gevaarlijk. Als ik u
ovqr de post. schreef, dan zou uw ka
meel van een vader dien brief kunnen
onderscheppen; en schrijft gij mij,
dan ontvangt mijn vader den briefin
I mijne afwezigheid on maakt hem ze-
Iker open.
Jahoe leggen wij het dan
aan?
Wij moeten er iets op uitvinden.
Met die dienstboden kan mep ook
niets zenden, want uw brombeer van
een vader zieit natuurlijk ook de meid
en den knocht op de vingers... Wat
doet hij op het oogenblik? Zit hij te
kaarten?
Natuurlijk. En natuurlijk ver
liest hij weer, die ezelskop!
Nu, ongeluk in het spel, geluk
in dq liefde, lachite D.ertjawjow. Maar
nu heb ik er al iets op verzonnen!
Morgen, om zes uur, als ik uit bet
bureau kom, ga ik door het stads
park, waar ik den inspecteur moet
spreken. Hoe dus uw best, mijn engel
om nog voor zes uur niet later
een briefje te leggen in die marmeren
vaas, die links van helt prieel van
wilden wijngaard staat. Weet ge het
wel?
Ja, ja, ik weet het!
Dat ilS poëtisch, geheimzinnig en
nieuw. En noch uw dikzak van een
vader, noch de mijne snapt daar iets
van. Goeid begrepen?
Be;st.' Ik zal eir voor zorgen.
Lew Sjawwiltsch dronk nog een
snapje en keerde naar de speeltafel
terug. Do ontdekking, diei hij daar
even gemaakt had, liet hem tamelijk
koe.1. Do tijrl, dat hij zich kwaad ge
maakt had op zijn dochter, opge
speeld, geraasd en zelfs geranseld
had, och, die tijd lag al lang ach-
Ifer hem. Al lang had hij zich in
liet onvermijdelijke geschikt.
Z'n dochter hield nu eenmaal van
zoo'n paar liefdes-avontuurtjes.
Maar wat hem wel degelijk ergerde
dat waren de uitdrukkingen, die hij
als voor zijn persoon bestemd had.
moeten aanhoor en, alg kameel, dik
zak. ezelskop, en zoo voorts. Die had
den zijne eigenliefde diep gekrenkt.
Wat ee/n ongelooflijke valsch
aard en fielt,, die Degtjarjow! dacht
hij, terwijl hij zijne kaarten opnam.
Als hij mij op straat tegenkomt, dan
stelt hij zich aan als mijn trouwsten
vriend, lacht en klopt mij op d)o|n
buik. En nu zie eens aam, wat hij
mij voor poetsen hakt! In mijn ge-
zich noemt, hij mij vriend, en achter
mijn rug dikzak en kameel!
IIoo meer hij in dern loop van don
avond nog bij het spel verloor, des te
zwaarder begon hij de hem aangeda
ne beleediging 'te voelen.
Melkmuil! dacht hij, driftig de
kaart schuddend valsche lummel!
ik wil mij liefst niet met u inlaten
Uit het Russisch van
ANTON TSCHECHOW.
De Wïaafe.
Een kijkje in de kanonnengieterij vair Krupp.
leerden en hovelingen kwamen bijeen
om to overleggen, of zij het kina op
den troon konden verheffen. Men be
vond zich in groote moeilijkheid, daar
de troonopvolger nog slechts een
knaapje is, kan hij onmogelijk door
redevoeringen of daden bewijzen, daf.
hij een geboren heerscher is. Is hij
van nature niet deugdzaam, dan zou
het vergeefsche moeite zijn om zich
lang met zijn opvoeding to kwellen.
Aan den anderen kant kan men ook
geen vreemdeling als koning laten op
treden, wamt het zwaard van den
man, die geen koninklijk bloed in zijn
aderen heeft, brengt geen heil aan. en
zoo iemand is ook niet in staat om
land en volk in bedwang te houden.
Daarom leek 't het rechtvaardigste
om het kind op den proef te stellen;
maar de groote vraag was juist, hoe
men dat moest doen. Gelukkig waren
er juist toen in die streek vier honderd
wereldwijzen bij elkaar gekomen. Men
riep die tezamen en legde hun dit
moeilijk vraagstuk voor. Zij gaven
den raad om een concert te geven en
den prins mei, andere kinderen in hun
wiegen daarheen te brengen, om daar
aan deel te nemen.'Als de prins zich
bij de tonen der muziek bewoog, dan
was bij den troon waard; was dit niet
het geval, dan verdiende hij niet, Ko
ning to zijn. De hovelingen en geleer
den volgden dezen raad op; toen de
muzikanten verschillende wijzen be
gonnen te spelen, en de zangers hun
ne liederen en trillers deden hooren,
werd do jonge prins levendig en op
gewonden ,en loonde zulk een groote
blijdschap en zooveel joligheid, dat
hij door zijn bewegingen de wieg aan
schommelen bracht; do andere kin
deren bleven echter als doode licha
men stijf en stil liggen. Hierdoor er
kenden de geleerden eenparig, dat de
koningszoon bestemd was om te heer-
schen. en als een waardig opvolger
van zijn vader waardig, kroon en
scepter te dragen. Op dezelfde ma
nier raadde de wijze papegaai Mahi-
Schekcr, moest zij dc proef met baai-
geliefde nemen. De uitwerking der
muziek, voegde hij er bij. laat zich
niet in woorden uitdrukken; dit is een
geheime kracht, die door niemand ver
klaard kan worden. Men moet haar
almacht zelf zien on ondervinden, om
zich van haar een goede voorstelling
te maken. Op den eenen menscli
maakt de muziek een lichamelijken
indruk; op den anderen een geestelij
ken; ieder ondervindt er volgens zijn
eigen hoedanigheden en neigingen
zijn uut van. En velen zijn door het
liefdesverlangen, dat uit de muziek
spreekt, gedood".
In het boek Gulistan. een der be
roemdste werken der Perzische letter
kunde, bezingt de dichter Sadi de
schoonheid van den zang, in een ge
dicht dat door Herder in het Duitsch
is vertaald en dat in proza aldus luidt:
Lieflijk gezang, dat tie golven in
hun rollende beweging stuit, evenals
de vogels in hun vlucht, en het geweld
der wilde dieren bedwingt. Lieflijk ge
zang. gij spreekt, lot het gemoed der
menschen. Zij hebben gaarne iemand
in hun omgeving, die hun ziel ver
kwikt. Aandachtig luistert men naai
den weiluidenden toon: „Wie is het,
die twee snaren bij hem aanraakt?'
Het, laaft evenals de wijn des avonds,
en hart en ziel genieten daarvan. Zelfs
nog meer dan schoonheid bekoort de
lieflijke stem; want de schoonheid is
een sieraad van 't lichaam en de stem
toont de macht, der ziel.
De goed verzorgde arme.
Lodcwijk Stevens was een jong-
mensch met tal van beminnelijke ei
genschappen. Hij was knap van uiter
lijk, zeer ontwikkeld, gezellig in den
omgang en schatrijk.
Zoodra hij zich in het begin van
Juli in één der voornaamste pensions,
had gevestigd, trok hij de aandacht
van alle trouwlustige dames, die daar
blijvend of tijdelijk gevestigd waren.
Niet minder clan vijftien dames lieten
niet onduidelijk merken, dat zij zicli
aangewezen achtten om het geluk van
den jongen man te voltooien, maar
deze bespeurde er niets van, of hield
zich althans zoo.
Eens liet Stevens in een gezelschap,
waar over trouwen gesproken werd,
zich ontvallen, dat hij nooit een an
dere vrouw zou kiezen, dan die toon
de een goed hart te bezitten en wel
door liet weldoen van de armen. Dit
noemde hij een eigenschap, die alle
uiterlijke gaven van schoonheid of
geestigheid verre te hoven ging.
Nauwelijks hadden de dames dit
gehoord, of zij begrepen, dat haar
gedragslijn was aangewezen. Wilden
zij Stevens bemachtigen, dan was het
vóór alles noodig om den armen goed
te doen.
Nu was er echter in den ganschen
omtrek slechts één arme te vinden,
een bejaard man, die berucht was
om zijn lastig karakter. Dit was de
persoon, op wien de dames haar
krachten mochten beproeven.
Eén harer begaf zich al aanstonds
naar het armoedige huisje en begon
den arme met bouillon te voeden. De
man keek wat verbaasd, maar nut
tigde wat hem gebracht werd. Den
volgenden dag kreeg hij bezoek van
een andere dame, die portwijn mee
bracht en oesters. Dc laatste vooral
waren wat ongewoon voor den smaak
van den arme, maar daar hij wist, dat
ze veel geld kostten, at hij ze op en
dronk er do flesch bij leeg, overtuigd
dat het er niet bij blijven zou. ilij
bedroog zicli niet. Telkens ontving hij
nieuwe weldoensters. De ééne leverde
hem taart, de andere kleeren, een
derde huisraad. De mildheid der da
mes werd een wedstrijd en de arme
liet zich hare betuigingen van belang
stelling welgevallen.
Gaandeweg zette hij zijn nieuwe
huisgenooten aan het werk. Hij liet
haar den boel opruimen, eten klaar
maken, en schreef voor hoe hij het
hebben wilde.
Eens wilde hij één der jongste da
mes met een kruik uitzenden om bier
te halen. Verontwaardigd wees deze
het brutale verzoek af. Maar de arme
antwoordde
Als gij weigert, gaat ge er uit
Er zijn nog liefhebsters genoeg.
Dit nu wist de jonge dame ook wel
en daar zij geen andere arme in den
omtrek kende, gaf zij den man zijn
zin.
Ook gingen zij hem voorlezen, Maar
de boeken, die zij meebrachten, wa
ren hem te flauw en te saai. Romans
wilde hij hooren. van graven, die el
kander vergiftigden, en koninginnen,
die iederen dag een nieuw gewaao
droegen. Zij gaven wederom toe, dc
weldoensters, want onder ernstige lec
tuur zal. hij te geeuwen of te fluiten.
Ten laatsto brachten zij een piano
in huis en speelden en zongen hem
voor. Maar hij wcnschtc vroolijke
liedjes, bij voorkeur straatdeunen,
zoodat de dames verplicht waren
..bokkie mèèen „kom vooruit!" in
studiie te nemen.
Eindelijk werd er paal en perk ge
steld aan de heerschzucht van den
despoot en wel door een zeer verras
sende omstandigheid»
Toen Stevens op het eind van Sep-
het was haar eigen, innerlijke leven,
dat. geen rust kon vinden en dat dreig
de het bestaan van Rachel Steel weer
te vergiftigen. Zij was voor baar twee
de huwelijk gestraft evenals voor het
eerste, aüeen meer verdiend en min
der grof. Iedere dag bracht nieuwe
bewijzen mee van de abnormale po
sitie die zij had aangenomen in een
krankzinnig oogenbük van vertwijfe
ling. Rachel was geen meesteres in
haar eigen huis en voelde ook nooit
voor dat huis als het have. Alles werd
vóórhaar in orde gebracht, een bedre
ven huishoudster zorgde voeg de klein
ste eklinigheden en dat deze volmaakt
was in 't regelen en in de uitvoering
en de genoemde huishoudster er een
was van onverbeterlijke tact en he-
kwaamheid eri dat zi j zelve nooit eenig-e
reden tot klagen bad, waren voor Ra
chel ofschoon onbewust zoovele- rede
nen om zich verdrietig te voelen. Eers|
bemerkte zij het zelve niet. Zij was
veranderd in deze zomermaanden. Zij
had er behoefte aan meer te doen, wat
andere vrouwen deden. Morna Wood-
gate bijvoorbeeld, die ieder uur van
haar druk, 'gelukkig leven nuttig kon
bestedenmaar Morna had ook geen
abnormaal huwelijk gesloten, Morna
was uit liefde getrouwd.
En vandaag wist zij zeker dat Mor
na niet bij haar zou komen en zij kon
ook niet naar Morna toe gaan, want
Dinsdagmiddag had do vrouw van den
predikant altijd plichten on bezighe
den te vervullen in de parochie. Rachel
benijdde haar in de wijze, waarop zij
haar echtgenoot in zijn werk kon hei
pon, zi j had nu en dan getracht daar
bij ook te helpen, maar er is een groot
verschil tusschen iets te doen. omdat
iiet plicht is, of om iets te doen te heb
ben. dat ondervond Rachel spoedig.
Bovendien Hugh Woodgate was
haar man niet. Rachel bad bet fijn-
gevoel deze pogingen, die toch niet van
harte gingen te laten varen en den
moed Morna met de reden daarvan op
de hoogte to brengen maar dezen
middag betreurde zij bet bijna.
Zij bad voor den twintigsten maal
die vreemde schatkamer, bekend als de
Chineeseh* kamer bezocht, een staat-
sievertrek gevuld rnet snuisterijen
meegebracht uit het land van de bloe
men door een zee-varenden telg uit 't
geslacht van Normanthorpe en min of
meer onverschillig bij den koop inge
sloten De afgodsbeelden alleen trok
ken Rachel aan en van de kabincts
met meesterlijke hand vervaardigd wa
ren geen sleutels te vinden, die haar
op de hoogte konden brengen van hun
geschiedenis of vroeger gebruik. Uit
louter verveling ging Rachel een kijk-
jnemen in de studeerkamer van haar
echtgenoot; het was voor het eerst,
dat ze dien drempel overschreed in zijn
afwezigheid, maar e.r waren boeken,
en een hoek moeist zij hebben. Deze
waren, ook verkocht met 't huis. Be
halve f enige uitzonderingen, waren 't
oude hoeken, gebonden in gedeukt
kalfsleer -lie Steel eens had gebrand
merkt als beschimmelde afval, toen Ra.
chel eg, of zij er een van mocht
nemen, Zij had het toen niet weeg
gevraagd inderdaad gebeurde 't maar
zelden, dat zij baar voet gezet had in
dc ruime kamer, die dc oude boeken
bevatte en waar dc heer des huizes
niet gaarne gestoord wenschte te wor
den. Toch was er nog wel wat an
ders dan afval, wat zij nu ontdekte op
de met stof bedekte planken.
Zij zag er ..Tom Jones" in vier dee-
len, en de „Spectator" in acht, „Gil
Bias" en de werken van Swift met ge
wreven ruggen op de lagere planken
waren Ilogarth" en „Gilray" in een
vreemd formaat, op idore plank en
aan alle kanten waren boeken, de moei
te waard om er uit te nemen. Maar
dat was ook alles wat Rachel deed
zij haalde ze. te voorschijn en zette ze
er weer tusschen, want voor iets meer
was zij te ongeduldig. Zij keek eeni-
ge minuten in de werken van Sw'ift.
maar was er niet voldoende door ge
boeid om er mee door te gaan.
Het keurig nette verouderde type
van de verschillende doelen trok haar
eer aan uit nieuwsgierigheid dan u'it
belangstelling voor den inhoud de
ruwe satire van de vroegere caricatuur-
teekenaars viel volstrekt niet in haar
smaak. Rachel's opvoeding had haar
gevrijwaard voor de tradities, de voor-
oordeelen en liet bijgeloof, die tegelijk
een kracht en een zwakheid zijn in de
gewone Engelsche opvoeding en daar
om beschouwde zij ieder meesterwerk
volkomen zooals zij "t zelf vond. Zij
volgde haar eigen smaak.
(Wordt vervolgd).