Licht en Schaduw.
5
9
7
De eeuwig durende
Kalender.
Bij liet raadplegen van oude kronie
ken, bij bet lezen van gedenkschriften
en van brieven, kortom bij historische
onderzoekingen vindt men vaak een be
paalden dag niet aangewezen als den
zooveelsten dag der maand, maar als
aanstaanden Woensdag", „verleden
Zaterdag", als „Dinsdag na Maria He
melvaart", enz., en niet zelden is het
noodig of wenschelijk den bedoelden
datum op de gewone wijze uit te druk
ken. Omgekeerd kan men ook verlan
gen te weten op welken dag een bepaal
de datum valt.
Om hiertoe gemakkelijk te komen, zijn
allerlei hulpmiddelen uitgedacht; meest
al zijn dan 2 of 3 tabellen te raadplegen:
soms is een deeling door 7 en inachtne
ming der rest noodig; soms gelden de
ontworpen tafels slechts voor een be
perkt aantal jaren. Voor eenige jaren
nu vond Dr. L. A. J. Burgersdijk in een
tijdschrift, waarschijnlijk de „Revue
scientifique", een tafel opgegeven, door
een Amerikaansch rechtsgeleerde ontwor
pen, voor alle verledene en toekomende
jaren geldende en eenvoudiger van
inrichting dan eenige andere; hij tee-
konde er genoeg van aan, dat hij een
dergelijke kon samensteLlen, toen be
zigheden hem aanleiding gaven, bij het
lezen van brieven uit de zeventiende
eeuw telkens den naam van den een
of anderen datum te moeten nagaan.
Zij bleek hem zeer gemakkelijk in het
gebruik te zijn, en daar zij ook anderen
van dienst kan wezen, werd zij door
hem aan „School en Leven" medege
deeld, aan welk weekblad wij nu het
Volgende ontteenen.
Vooraf moge herinnerd worden, dat
onze tegenwoordige itijdregeMng van
Julius Caesar afkomstig is. Hij stelde
den duur van het jaar op 365 dagen e-n 6
uren, en bepaalde, dat op elke jaren
van 365 dagen er één van 366 dagen, een
schrikkeljaar, zou volgen. Deze regeling
werd. langzamerhand algemeen gevolgd
en ook op de kerkvergadering van Ni-
caea (325 na Chr.) aangenomen, waar
tevens bepaald werd, dat het begin der
lente op 21 Maart zou moeten vallen,
iets wat voor de vaststelling van het
Paaschfeest van belang was. Het Juli-
aansche jaar intusschen is 117» minimi
langer dan het eigenlijke (tropische)
jaar; dit geeft in 100 jaren een verschil
van 187» uur, in 400 jaren een van 3 da
gen. In de tweede helft der zestiende
eeuw was sands 325 het verschil tot 10
dagen gestegen, zoodat het begin der
lente niet meer op 21, .maar op 11 Maart
viel. Door Paus Gregorius XIII werd
hierom in 1582 bepaald, dat uit de maand
October van dat jaar 10 dagen zouden
wegvallen, dat op 4 October 15 October
zou volgen, en .dat in het vervolg in 400
jaren 3 schrikkeljaren gewone jaren zou
den worden. Zoo doende is een regeling
verkregen, zoo nauwkeurig, dat In het
vervolg alle 4000 jaren neg slechts één
dag meer moet weggelaten worden. Deze
Gregoriaansche tijdregeling of Nieuwe
Jan
Okt
Apr
Juli
Sept
Dec
3
ril
Aug. Mei.
1
8
2
9
3
10
4
11
5
12
6
13
7
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
O.S. Eeuwtal.
29
30
31
Eeuwtal N.S.
-
7
14
Zat.
Zon
Ma.
Di.
Wo
Do.
Vr.
-
17
21
1
8
15
Vr.
Zat
Zon
Ma.
Di.
Wo
Do.
-
-
-
2
9
16
Do.
Vr.
Zat
Zon
Ma.
Di.
Wo.
-
18
22
3
10
17
VVo.
Do.
Vr.
Zat.
Zon.
Ma.
Di.
-
-
4
11
IS
Di.
Wo.
Do.
Vr.
Zat,
Zou
Ma.
15
19
23
12
19
Ma.
Di.
Wo.
Do,
Vr.
Zat
Zon.
16
20
24
13
20
Zon.
Ma.
Di.
Wo.
Do.
Vr.
Zat.
Jaren der Eeuw.
1
2
3
4
4
5
6
8
8
9
10
11
12
12
13
14
15
16
16
17
18
19
20
20
21
22
23
24
24
25
26
27
28
28
29
30
31
32
32
33
34
35
36
36
37
38
39
40
40
41
42
43
44
44
45
46
47
48
48
49
50
51
52
52
53
54
55
56
56
57
58
59
60
60
61
62
63
64
64
65
66
67
68
68
69
70
71
72
72
73
74
75
76
76
77
78
79
80
80
81
82
83
84
84
85
86
87
88
88
89
90
91
92
92
93
94
95
96
96
97
98
99
100
100
-
stijl (N. S.) werd tegelijk in Italië, Spanje
en Portugal, een paar maanden later in
Frankrijk ingevoerd, langzamerhand
ook elders, zeer laat in Engeland, waar
men er eerst in 1752 toe overging, in dat
jaar 3—13 September wegliet en tevens
de oude gewoonte opgaf van het jaar
met 25 Maart te beginnen. In Rusland
is de Juliaansche of Oude stijl (O. S.)
nog steeds in zwang.
Bij het gebruik van den hier meege-
deelden Eeuwigdurenden Kalender neme
men in acht, dat de maanden April, Juni,
September en November steeds 30 dagen,
Februari In een gewoon Jaar 28, ln een
schrikkeljaar 29 dagen, al de overige
maanden steeds 31 dagen hebben; ver
der dat de schrikkeljaren die jaren zijn,
wier jaartal door 4 zonder overschot
deelbaar is, dat in de Juliaansche tijd
rekening elk vierde jaar een schrik
keljaar is, in de schrik-Gregoriaansche
evenzoo, doch met deze uitzondering,
dat de eeuwjaren alleen dan schrikkel
jaren zijn, wanneer hun jaartal door
400 deelbaar is, zoodat 1600 en 2000 schrik
keljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100
gewone jaren.
De geheele kalender bestaat uit vijf
vakken: een boven-, middel-, beneden-,
onderscheidt men waterpasse rijen, hier
regels, en loodrechte rijen, hier kolom
men genoemd.
Het bovenvak, door een waterpasse lijn
nog in tweeën verdeeld, bevat in zijn
benedendeel in volgorde de cijfers van
de dagen der maand in 7 kolommen; het
spreekt van zelf, dat de dagen van één
koliom steeds denzelfden naam dragen;
weet men in eenige maand van één der
dagen den naam, dan ziet men door
deze schikking gemakkelijk dien der
overige. Als men deze cijfers vereenigd
leest met de namen der maanden, die
er recht boven, in dezelfde kolom, staan,
vindt men, welke dagen in het geheele
jaar, als dit een gewoon jaar is, den
zelfden naam dragen, 1 Jan. met 5 Febr.,
5 Maa.rt, 2 April, 7 Mei, enz.; is het jaar
een schrikkeljaar, dan. dragen in Maart
en de volgende, maanden de aangewe
zen dagen niet met 1, maar met 2 Jan.
denzelfden naam. Dit e-ene vak is dus
reeds een kalender voor elk jaar, wan
neer men maar weet, op welken dag 1
Januari valt en of het Jaar een schrik
keljaar is of niet. In 1897 Is 1 Januari een
Vrijdag en zoo lieeten ook al de aange
wezen dagen; in 1896 was 1 Januari een
Woensdag, zoo ook 26 Febr.; maar 29
Febr. en niet 1 Maart was dus een Za
terdag en 5 Maart een Donderdag even
als 2 Januari. Het middelvak, dat op 7
regels de namen van de dagen der week
bevat, telkens met een andoren dag be
ginnende, kan, met het bovenvak ver
eenigd, telling besparen; men zoeke een
voudig dien regel uit, die onder den da
tum, waarvan de naam bekend is, in
dezelfde kolom dien naam bevat; voor
Januari 1896 moet men den 4en regel
bezigen, voor Februari den len, voor
Maart den 7en, voor Januari-1897 den
2en, enz.
Het middelvak vormt met het bcne-
denvak en met één der zijvakken een
tafel met twee ingangen, en dient om
te vinden, met welken dag het jaar be
gint; voor de Juliaansche tijdrekening
of den Ouden Stijl (O. S.) is het vak
links, voor de Gregoriaansche tijdreke
ning of den Nieuwen stijl (N. S.) is het
rechter zijvak te bezigen. De getallen
in de zijvakken wijzen het aantal eeuwen
aan. sinds het begin der Christelijke
jaartelling verloopen; die in het bened.en-
vak wijzen het loopend jaar der eeuw
aan. Om te weten, b.v., met welken dag,
O. S., 1492 begonnen is, gaat men in de
tweede kolom van het benedenvalc, waar
men 92 vindt, opwaarts tot den eersten
regel van het middelvak, waar men
links 14 ziet, men vindt Zondag; 1 Janu
ari en 5 Februari waren dus Zondagen;
maar 1492 was een -schrikkeljaar en 5
Maart was dus een Maandag, evenals 2
Januari; dienzelfden dag vindt men dan
ook, als men uit het benedenvak van het
tweede getal 92, dus in de 3e kolom, op
stijgt tot den eersten regel van het mid
denvak. Voor 1815 vindt men, voor den
Nieuwen stijl (N. S.), uit het beneden-
vak van 15, dus in d.e 4e kolom., opstij
gend. tot den 3en regel, waar men
rechts 18 aantreft, voor 1 Januari Zon
dag en vindt dan vorder in liet boven
vak, dat ook 18 Juni een Zondag was; de
siag van Waterloo werd, zooals bekend
Schetsen van DEKA.
Oude en nieuwe.
Toen de avond eindelijk gekomen
\va\ de ouwejaarsavond schenen de
voorwerpen, de huizen en de menschen,
nóg grijzer getint, nóg ouder.
Grijzer en ouder vonden elkaar ook
vadier en moeder, alleen in de groote
huiskamer van hel vroeger kinderrij
ke huis. De een na den ander was
h.un ontvallen, zij kónden niet meer
komen, de enkele kleinkinderen wa-
i -mi nog zoo klein, zij konden nog
niet komen, schreven de aangetrouwde
schoonzoons of schoondochters en
nun zoon zjou niet. komen. Hun zoop...
Ja, éen had de Tijd voor hen ge
spaard, oen, de knapste, de schoonste,
do lichtzinnigste van allen. En die
eene kon niet komen, had hij geschre
ven. Een deel van den avond zou nog
door zaken in beslag worden genomen..
En dat andere deel Daar sprak hij
niet van. Maar zij. de oudeluidjes,
begrepen het. wel. Frank stierf ook
van hen af. Niet als de anderen, maar
toch, zij zagen hem al minder en min
der. Toen spitsten zij zich op de feest
dagen. Kerstmis, hij kwam niet. O,
maar dan zou hij zeker het oude en
het nieuwe mee komen vieren Ook
dat niet
Weer keken ze elkaar aandachtig in
het rimpelig, zorgelijk gezicht. Wat
werd hij grijs! Hoeveel jaren samen
nog? En hoeveel de overblijvende?
Stil hoog zij zich over het breiwerk
heen. het. ratelde nog zijn oude wijsje.
Rikketiktik. rikketiktik, deden de z'il-
vergladde breinaalden. Poef. poef,
accompagneerde bij, kleine rookwolk
jes uitblazend.
Weet je nog. voor twintig jaar?
vroeg ze mei een weemoedig lachje.
Toen was het hier voller, pa, en druk
ker ook't Is maar beter zoo, we zou
den er niet meer tegen kunnen
Dat meen je riioit, moedertje, zei
bij zacht, peinzend in hei vuur der
ouderwetsche haard starend. Neen.
kind. Je zou nog wel tegen een stootje
kunnen, als 't maar werd gedaan door
zachte kinderkrüeftjes, Ik wed, dat je
niet eens kwaad werd. als kleine hand
jes je die zilveren klirk et rekkers onder
de muts uittrokken.
Ja, spot, er maar mee, lachte ze.
Toen ze blond waren, vond je ze toch
wat mooi niet? Zeg eens. zei ze met
een kleiin blosje als oen jong meisje,
zeg eens, heb je me daar eigenlijk niet
om genomen
Weineen, heelemaal niet. was zijn
antwoord. En met een schelmschen
lach voegde hij erbij Dat heb ik wel
altijd laten voorkomen maar dat was
zoo niet. Ik nam je om je geld
Hè pa, zei ze opeens mot ouden
drift. Dat moet ie niet. zeggen, dat zijn
lcelijko aardigheden. 'I. Js goed. dat
'ik het heter weet. Je heli me welde
gelijk om mezelf genomen, en ik jou
ook.
Ja moe, schertste hij nu, dat
was nog de goede oude tijd, toen prin
sessen niet houthakkers trouwden.
- Maar pa, bracht ze terechtwij
zend in. Hoe kan je dal nou toch zeg-
gen. Onze kinderen waren toch alle
maal gelukkig, en zij hebben ons voet
spoor heelemaal gedrukt
Behalve éen, dachten ze beiden,
maar geen van beiden sprak hot uit.
Want de eenige scheen wel zijn ka
rakter voor wat schijn te verkoopen.
Hij had een vrij aardig inkomen Ko
ninklijk hadden pa en moe hel in hun
lijd genoemd Maar altijd zocht hij
het gezelschap van 'jongelui die meer
hadden, en dit was zijn trots
niemand wist hoe bij moest kromleg-
gen achter de coulissen, als iiii in heit.
helle voetiiciitschijnsel de gelijke van
alle mede-acteurs was.
Opeens schrokken ze op, zóo hevig,
alsof werkelijk vlak bii hen een zware
slag gedaverd had. De schel werd
overgehaald en op de stoep hoorden ze
Het inwendige van de kapel.
is, inderdaad op Zondag geleverd. Het
eeuwjaar is het hoflderdste jaar eener
eeuw; naar den N. S. rekenend, vindt
men den naam van den Nieuwjaarsdag
van 1900, door in de 5e rij van het be
nedenvak, waar 100 staat, op te klimmen
tot den 3en regel van het middelvak,
waar rechts 18 slaat; men vindt Maan
dag; daar 1900 geen schrikkeljaar is,
komt het tweede getal 100 niet aanmer
king en is ook 31 December een Maan
dag; trouwens men vindt voor 1 Jan.
1901, door de eerste kolom en den vijfden
regel, waar rechts 19 staat, naar be
hooren Dinsdag. Daarentegen is 2000
wed een schrikkeljaar; men vindt door
de vijfde kolom en den vijfden regel
van 1 Jan. Zaterdag, doch moet voor de
maanden na 29 Febr. van de zesde ko
lom, waar het tweede getal 100 staat,
gebruik maken en vindt Zondag als den
naam van 31 Dec. 2000; voor 1 Jan. 2001
vindt men met de eerste kolom en den
zesden regel, waar rechts 20 staat, naar
behooren Maandag.
Enkele voorbeelden mogen het gebruik
nader toelichten. Amerika werd ontdekt
12 Oct. 1492, natuurlijk O. S. Van het
tweede getal 92 opklimmend tot den len
regel van het middelvak, vindt men voor
8 Oct. Maandag, dus was zooals de
6o regel van het middelvak kan helpen
vinden 12 Oct. een Vrijdag, gelijk door
Columbus ook bericht werd.
De Parijsche bloedbruiloft vond plaats
24 Aug. 1572 O. S. Blijkens het tweede
getal 72 en den 2en regel van het mid
delvak, vindt men voor 20 Aug. Woens
dag cn voor 24 Aug. Zondag, zooals de
geschidcnls ook vermeldt.
De opstand tegen de Juli-monarchie
brak 24 Febr. 1848 N. S. uit. Men vindt
door de 3e kolom en den 3en regel voor
1 Jan. cn 19 Febr. Zaterdag, voor 24
Febr,, desverkiezende zich van den 5en
regel van het middelvak bedienende,
Donderdag, wat juist is.
De totale zonsverduistering van 1S96
had in den morgen van 9 Aug. (N. S.)
plaats. Met het tweede getal 96 vindt
men op den 3en regel van het middel
vak, waar rechts 18 staat, Donderdag
voot 6 Augustus en naar behooren Zon
dag voor den dag der eklips.
een krachtige jonge mannenstem. Met
een sloeg het half twaalf.
Hij bleef zitten, nog zwaarder roo-
kend. Zenuwachtig zogen de lippen
aan het beknabbelde oude roer. De
andere liand sloeg snel en onbewust
de maat. Dus Frank was daar toch
Maar zij was opgerezen, bevend,
maar eerlijker m haar condities nrro
maar eerlijker in haar gevnelens,
als vrouwen zijn, en twee arnieu, twee
oude, verlangende, armen, strekten
Z'ch naar den jongen man uit toen hij
binnenkwam.
Dat was een gelach en eekus met
moeder, een handdruk en nog een
handdruk met vader.
Tusschen lien in kreeg hij een plaats;
hij lachte vroolijk en opgewekt, keek
de kamer eens rond. God. wat groei
de je toch uit zoo'n omgeving Wat
was 'Ie zolder hier toch laag en ver
veloos, de gordijnen oud en versleten,
en de oudeluidjes... neen. dat wa
ren slechte gedachten, hel waren een
voudige, maar beste ouweluidjes.
Wat zouden ze opkijken, als hij het
groote nieuws vertelde.
Zes, Pa, Moe, begon hij eindelijk,
liadait hij alle vragen beantwoord had,
een glas wijn met bisschop had moe
ten opdrinken, en een fijne sigaar van
vader had gekregen, zeg pa cn moe,
ik kom u wat vertellen.
Toch niets akeligs? vroeg moe
angstig Zij was al zooveel jaren ge
woon geraakt aan ongeluksboodschap-
pem, vooral op feestdagen.
Er is toch niets Frank, jongen?
Ja. plaagde hij. Er is wel iets,
er is wel degelijk iets met mij. Zal ik
it eens wat vertellen ik ga trouwen.
Op de lippen van pa rees een vraag,
die moe voelde, want ze keek hem
vluchtig maar smeekend aan. Frank
had wel eens eerst zijn ouders kunnen
vragen en raadplegen. Maar zij liep
er schielijk overheen en vroeg verwon
derd Trouwen Frank, hoe komt
dat zoo oneens?
Zoo opeens kwam het niet, dat
verzekerde hij. Hij had er al jaren
Het Londensche
crematorium.
(Bij de platen).
Dezer dagjm is voor Londen een
nieuw crematorium geopend ten dien
ste van hen ,die er de voorkeur aan
geven hun stoffelijk overschot tot stof
te doen wederkeeren, in plaats van
het te laten toevertrouwen aan den
schoot der aarde. Voor de opening van
deze vcrbrandplaats was het naast bij
Londen gelegen crematorium dat te
Wok in er op bijna 40 KM. afstand van
de hoofdstad. Het nieuwe crematorium
bouwd, slaat slechts 8 K.M. van Lon
den. We geven hier van de verschil
lende deelen afbeeldingen.
Alle gebouwen, ook de kapel, slaan
midden in het weiland, maar de ovens
en andere inrichtingen, die van de
modernste constructie zijn, zijn zóó
voldoende, dat, bij eventueele bevol
king van den omtrek, de bewoners er
geen overlast van zouden hebben.
De vergaarbak van de asch.
Oorsprong en Wezen der
Muziek, volgens
Oostersche sagen.
Naar het Duitsch
van BERTHOLD LAUFER.
Over den wonderbaren geheimzinni-
gen oorsprong der muziek kunnen do
volkeren niet genoeg lofzangen en ge
dichten maken. Daar er in de minste
gevallen zekere en historische berich
ten over haar invoering en ontstaan
voorhanden zijn, heeft in dit geval de
phantasie der volkeren sagen ge
maakt. En doordat zij van alle kun
sten de begrijpelijkste is, of door een
eigenaardige Kaus alnexus zooveel bo
venzinnelijks en bovenaards voor de
ziel aanbood, die zich aan naar wijd
de, was het nooit moeilijk, om haar
werking rechtstreeks aan goddelijke
De tafel, waarop de kist naar aen
oven rolt.
aan „gewerkt." Nou zagen zij eens,
dat het goed was geweest, zijn verkeer
in de betere kringen. Een meisje met
geld, een ton kreeg ze mee, en van
adel, verbeeld je eens, van adel. Een
jonkvrouw van Burgerling-Ambacht,
wat zeiden ze daar wel van.
Ze waren er stil van, dat merkte
hij wel.
Meteen sloeg de pendule twaalf hel
dere, vibreerende slagen. Buiten
paarde de hoogs oude toren er zijn
massieve tonen van jaren her aan.
Weer kussen, weer handdrukken,
nu met gelukwenschen, tevens voor het
aanstaande huwelijk.
En al gauw. Frank?
Ja, dat zou niet lang meer duren.
Beiden verlangden sterk naar het hu
welijk. Hij, omdat het jonggezellen-
leven hem danig begon te vervelen,
zij, omdat ze zoo spoedig mogelijk met
hem vereenigd wou zijn.
En is het een lief meisje? vroeg
rnbeder belangstellend. Pa deed niets
dan rooken.
O, ja, natuurlijk, was het ant
woord. Alle meisjes waren immers
lief, en nietwaar, in het huwelijk, leer
de je elkaar eigenlijk pas kennen.
Toen was het weer over het geld en
de hooge familie, enenne het
huwelijk werd nog dezen winter in
petit comité voltrokken. Dus, eh
als moe en pa, nietwaar, oude men
schen hè, ehals moe en pa liever
niet kwamen, met den winterdag, dan
moesten zo het heusch niet om hèm
doen. Later konden ze eens leuk hij
hem thuis komen logeeren.
Pa trok zijh wenkbrauwen hoog op,
zoodat x.ijïi grijze hanrkaiven boven
de oogen dreigend naar voren staken.
Maar moe voorkwam hem. Nou, daai
zouden zc nog wel eens over naden
ken. Nu gingen ze maar slapen, hè
't was al laat geworden
Op zijn slaapkamertje bleef het nog
lang levmdig; hij floot wat wijsjes
uit Frausclic opera's en Jien heen en
weer om zijn goed uit te pakken.
Maar bij Pa en Moe was het boel stil