Licht en Schaduw. 5 9 7 De eeuwig durende Kalender. Bij liet raadplegen van oude kronie ken, bij bet lezen van gedenkschriften en van brieven, kortom bij historische onderzoekingen vindt men vaak een be paalden dag niet aangewezen als den zooveelsten dag der maand, maar als aanstaanden Woensdag", „verleden Zaterdag", als „Dinsdag na Maria He melvaart", enz., en niet zelden is het noodig of wenschelijk den bedoelden datum op de gewone wijze uit te druk ken. Omgekeerd kan men ook verlan gen te weten op welken dag een bepaal de datum valt. Om hiertoe gemakkelijk te komen, zijn allerlei hulpmiddelen uitgedacht; meest al zijn dan 2 of 3 tabellen te raadplegen: soms is een deeling door 7 en inachtne ming der rest noodig; soms gelden de ontworpen tafels slechts voor een be perkt aantal jaren. Voor eenige jaren nu vond Dr. L. A. J. Burgersdijk in een tijdschrift, waarschijnlijk de „Revue scientifique", een tafel opgegeven, door een Amerikaansch rechtsgeleerde ontwor pen, voor alle verledene en toekomende jaren geldende en eenvoudiger van inrichting dan eenige andere; hij tee- konde er genoeg van aan, dat hij een dergelijke kon samensteLlen, toen be zigheden hem aanleiding gaven, bij het lezen van brieven uit de zeventiende eeuw telkens den naam van den een of anderen datum te moeten nagaan. Zij bleek hem zeer gemakkelijk in het gebruik te zijn, en daar zij ook anderen van dienst kan wezen, werd zij door hem aan „School en Leven" medege deeld, aan welk weekblad wij nu het Volgende ontteenen. Vooraf moge herinnerd worden, dat onze tegenwoordige itijdregeMng van Julius Caesar afkomstig is. Hij stelde den duur van het jaar op 365 dagen e-n 6 uren, en bepaalde, dat op elke jaren van 365 dagen er één van 366 dagen, een schrikkeljaar, zou volgen. Deze regeling werd. langzamerhand algemeen gevolgd en ook op de kerkvergadering van Ni- caea (325 na Chr.) aangenomen, waar tevens bepaald werd, dat het begin der lente op 21 Maart zou moeten vallen, iets wat voor de vaststelling van het Paaschfeest van belang was. Het Juli- aansche jaar intusschen is 117» minimi langer dan het eigenlijke (tropische) jaar; dit geeft in 100 jaren een verschil van 187» uur, in 400 jaren een van 3 da gen. In de tweede helft der zestiende eeuw was sands 325 het verschil tot 10 dagen gestegen, zoodat het begin der lente niet meer op 21, .maar op 11 Maart viel. Door Paus Gregorius XIII werd hierom in 1582 bepaald, dat uit de maand October van dat jaar 10 dagen zouden wegvallen, dat op 4 October 15 October zou volgen, en .dat in het vervolg in 400 jaren 3 schrikkeljaren gewone jaren zou den worden. Zoo doende is een regeling verkregen, zoo nauwkeurig, dat In het vervolg alle 4000 jaren neg slechts één dag meer moet weggelaten worden. Deze Gregoriaansche tijdregeling of Nieuwe Jan Okt Apr Juli Sept Dec 3 ril Aug. Mei. 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 O.S. Eeuwtal. 29 30 31 Eeuwtal N.S. - 7 14 Zat. Zon Ma. Di. Wo Do. Vr. - 17 21 1 8 15 Vr. Zat Zon Ma. Di. Wo Do. - - - 2 9 16 Do. Vr. Zat Zon Ma. Di. Wo. - 18 22 3 10 17 VVo. Do. Vr. Zat. Zon. Ma. Di. - - 4 11 IS Di. Wo. Do. Vr. Zat, Zou Ma. 15 19 23 12 19 Ma. Di. Wo. Do, Vr. Zat Zon. 16 20 24 13 20 Zon. Ma. Di. Wo. Do. Vr. Zat. Jaren der Eeuw. 1 2 3 4 4 5 6 8 8 9 10 11 12 12 13 14 15 16 16 17 18 19 20 20 21 22 23 24 24 25 26 27 28 28 29 30 31 32 32 33 34 35 36 36 37 38 39 40 40 41 42 43 44 44 45 46 47 48 48 49 50 51 52 52 53 54 55 56 56 57 58 59 60 60 61 62 63 64 64 65 66 67 68 68 69 70 71 72 72 73 74 75 76 76 77 78 79 80 80 81 82 83 84 84 85 86 87 88 88 89 90 91 92 92 93 94 95 96 96 97 98 99 100 100 - stijl (N. S.) werd tegelijk in Italië, Spanje en Portugal, een paar maanden later in Frankrijk ingevoerd, langzamerhand ook elders, zeer laat in Engeland, waar men er eerst in 1752 toe overging, in dat jaar 3—13 September wegliet en tevens de oude gewoonte opgaf van het jaar met 25 Maart te beginnen. In Rusland is de Juliaansche of Oude stijl (O. S.) nog steeds in zwang. Bij het gebruik van den hier meege- deelden Eeuwigdurenden Kalender neme men in acht, dat de maanden April, Juni, September en November steeds 30 dagen, Februari In een gewoon Jaar 28, ln een schrikkeljaar 29 dagen, al de overige maanden steeds 31 dagen hebben; ver der dat de schrikkeljaren die jaren zijn, wier jaartal door 4 zonder overschot deelbaar is, dat in de Juliaansche tijd rekening elk vierde jaar een schrik keljaar is, in de schrik-Gregoriaansche evenzoo, doch met deze uitzondering, dat de eeuwjaren alleen dan schrikkel jaren zijn, wanneer hun jaartal door 400 deelbaar is, zoodat 1600 en 2000 schrik keljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100 gewone jaren. De geheele kalender bestaat uit vijf vakken: een boven-, middel-, beneden-, onderscheidt men waterpasse rijen, hier regels, en loodrechte rijen, hier kolom men genoemd. Het bovenvak, door een waterpasse lijn nog in tweeën verdeeld, bevat in zijn benedendeel in volgorde de cijfers van de dagen der maand in 7 kolommen; het spreekt van zelf, dat de dagen van één koliom steeds denzelfden naam dragen; weet men in eenige maand van één der dagen den naam, dan ziet men door deze schikking gemakkelijk dien der overige. Als men deze cijfers vereenigd leest met de namen der maanden, die er recht boven, in dezelfde kolom, staan, vindt men, welke dagen in het geheele jaar, als dit een gewoon jaar is, den zelfden naam dragen, 1 Jan. met 5 Febr., 5 Maa.rt, 2 April, 7 Mei, enz.; is het jaar een schrikkeljaar, dan. dragen in Maart en de volgende, maanden de aangewe zen dagen niet met 1, maar met 2 Jan. denzelfden naam. Dit e-ene vak is dus reeds een kalender voor elk jaar, wan neer men maar weet, op welken dag 1 Januari valt en of het Jaar een schrik keljaar is of niet. In 1897 Is 1 Januari een Vrijdag en zoo lieeten ook al de aange wezen dagen; in 1896 was 1 Januari een Woensdag, zoo ook 26 Febr.; maar 29 Febr. en niet 1 Maart was dus een Za terdag en 5 Maart een Donderdag even als 2 Januari. Het middelvak, dat op 7 regels de namen van de dagen der week bevat, telkens met een andoren dag be ginnende, kan, met het bovenvak ver eenigd, telling besparen; men zoeke een voudig dien regel uit, die onder den da tum, waarvan de naam bekend is, in dezelfde kolom dien naam bevat; voor Januari 1896 moet men den 4en regel bezigen, voor Februari den len, voor Maart den 7en, voor Januari-1897 den 2en, enz. Het middelvak vormt met het bcne- denvak en met één der zijvakken een tafel met twee ingangen, en dient om te vinden, met welken dag het jaar be gint; voor de Juliaansche tijdrekening of den Ouden Stijl (O. S.) is het vak links, voor de Gregoriaansche tijdreke ning of den Nieuwen stijl (N. S.) is het rechter zijvak te bezigen. De getallen in de zijvakken wijzen het aantal eeuwen aan. sinds het begin der Christelijke jaartelling verloopen; die in het bened.en- vak wijzen het loopend jaar der eeuw aan. Om te weten, b.v., met welken dag, O. S., 1492 begonnen is, gaat men in de tweede kolom van het benedenvalc, waar men 92 vindt, opwaarts tot den eersten regel van het middelvak, waar men links 14 ziet, men vindt Zondag; 1 Janu ari en 5 Februari waren dus Zondagen; maar 1492 was een -schrikkeljaar en 5 Maart was dus een Maandag, evenals 2 Januari; dienzelfden dag vindt men dan ook, als men uit het benedenvak van het tweede getal 92, dus in de 3e kolom, op stijgt tot den eersten regel van het mid denvak. Voor 1815 vindt men, voor den Nieuwen stijl (N. S.), uit het beneden- vak van 15, dus in d.e 4e kolom., opstij gend. tot den 3en regel, waar men rechts 18 aantreft, voor 1 Januari Zon dag en vindt dan vorder in liet boven vak, dat ook 18 Juni een Zondag was; de siag van Waterloo werd, zooals bekend Schetsen van DEKA. Oude en nieuwe. Toen de avond eindelijk gekomen \va\ de ouwejaarsavond schenen de voorwerpen, de huizen en de menschen, nóg grijzer getint, nóg ouder. Grijzer en ouder vonden elkaar ook vadier en moeder, alleen in de groote huiskamer van hel vroeger kinderrij ke huis. De een na den ander was h.un ontvallen, zij kónden niet meer komen, de enkele kleinkinderen wa- i -mi nog zoo klein, zij konden nog niet komen, schreven de aangetrouwde schoonzoons of schoondochters en nun zoon zjou niet. komen. Hun zoop... Ja, éen had de Tijd voor hen ge spaard, oen, de knapste, de schoonste, do lichtzinnigste van allen. En die eene kon niet komen, had hij geschre ven. Een deel van den avond zou nog door zaken in beslag worden genomen.. En dat andere deel Daar sprak hij niet van. Maar zij. de oudeluidjes, begrepen het. wel. Frank stierf ook van hen af. Niet als de anderen, maar toch, zij zagen hem al minder en min der. Toen spitsten zij zich op de feest dagen. Kerstmis, hij kwam niet. O, maar dan zou hij zeker het oude en het nieuwe mee komen vieren Ook dat niet Weer keken ze elkaar aandachtig in het rimpelig, zorgelijk gezicht. Wat werd hij grijs! Hoeveel jaren samen nog? En hoeveel de overblijvende? Stil hoog zij zich over het breiwerk heen. het. ratelde nog zijn oude wijsje. Rikketiktik. rikketiktik, deden de z'il- vergladde breinaalden. Poef. poef, accompagneerde bij, kleine rookwolk jes uitblazend. Weet je nog. voor twintig jaar? vroeg ze mei een weemoedig lachje. Toen was het hier voller, pa, en druk ker ook't Is maar beter zoo, we zou den er niet meer tegen kunnen Dat meen je riioit, moedertje, zei bij zacht, peinzend in hei vuur der ouderwetsche haard starend. Neen. kind. Je zou nog wel tegen een stootje kunnen, als 't maar werd gedaan door zachte kinderkrüeftjes, Ik wed, dat je niet eens kwaad werd. als kleine hand jes je die zilveren klirk et rekkers onder de muts uittrokken. Ja, spot, er maar mee, lachte ze. Toen ze blond waren, vond je ze toch wat mooi niet? Zeg eens. zei ze met een kleiin blosje als oen jong meisje, zeg eens, heb je me daar eigenlijk niet om genomen Weineen, heelemaal niet. was zijn antwoord. En met een schelmschen lach voegde hij erbij Dat heb ik wel altijd laten voorkomen maar dat was zoo niet. Ik nam je om je geld Hè pa, zei ze opeens mot ouden drift. Dat moet ie niet. zeggen, dat zijn lcelijko aardigheden. 'I. Js goed. dat 'ik het heter weet. Je heli me welde gelijk om mezelf genomen, en ik jou ook. Ja moe, schertste hij nu, dat was nog de goede oude tijd, toen prin sessen niet houthakkers trouwden. - Maar pa, bracht ze terechtwij zend in. Hoe kan je dal nou toch zeg- gen. Onze kinderen waren toch alle maal gelukkig, en zij hebben ons voet spoor heelemaal gedrukt Behalve éen, dachten ze beiden, maar geen van beiden sprak hot uit. Want de eenige scheen wel zijn ka rakter voor wat schijn te verkoopen. Hij had een vrij aardig inkomen Ko ninklijk hadden pa en moe hel in hun lijd genoemd Maar altijd zocht hij het gezelschap van 'jongelui die meer hadden, en dit was zijn trots niemand wist hoe bij moest kromleg- gen achter de coulissen, als iiii in heit. helle voetiiciitschijnsel de gelijke van alle mede-acteurs was. Opeens schrokken ze op, zóo hevig, alsof werkelijk vlak bii hen een zware slag gedaverd had. De schel werd overgehaald en op de stoep hoorden ze Het inwendige van de kapel. is, inderdaad op Zondag geleverd. Het eeuwjaar is het hoflderdste jaar eener eeuw; naar den N. S. rekenend, vindt men den naam van den Nieuwjaarsdag van 1900, door in de 5e rij van het be nedenvak, waar 100 staat, op te klimmen tot den 3en regel van het middelvak, waar rechts 18 slaat; men vindt Maan dag; daar 1900 geen schrikkeljaar is, komt het tweede getal 100 niet aanmer king en is ook 31 December een Maan dag; trouwens men vindt voor 1 Jan. 1901, door de eerste kolom en den vijfden regel, waar rechts 19 staat, naar be hooren Dinsdag. Daarentegen is 2000 wed een schrikkeljaar; men vindt door de vijfde kolom en den vijfden regel van 1 Jan. Zaterdag, doch moet voor de maanden na 29 Febr. van de zesde ko lom, waar het tweede getal 100 staat, gebruik maken en vindt Zondag als den naam van 31 Dec. 2000; voor 1 Jan. 2001 vindt men met de eerste kolom en den zesden regel, waar rechts 20 staat, naar behooren Maandag. Enkele voorbeelden mogen het gebruik nader toelichten. Amerika werd ontdekt 12 Oct. 1492, natuurlijk O. S. Van het tweede getal 92 opklimmend tot den len regel van het middelvak, vindt men voor 8 Oct. Maandag, dus was zooals de 6o regel van het middelvak kan helpen vinden 12 Oct. een Vrijdag, gelijk door Columbus ook bericht werd. De Parijsche bloedbruiloft vond plaats 24 Aug. 1572 O. S. Blijkens het tweede getal 72 en den 2en regel van het mid delvak, vindt men voor 20 Aug. Woens dag cn voor 24 Aug. Zondag, zooals de geschidcnls ook vermeldt. De opstand tegen de Juli-monarchie brak 24 Febr. 1848 N. S. uit. Men vindt door de 3e kolom en den 3en regel voor 1 Jan. cn 19 Febr. Zaterdag, voor 24 Febr,, desverkiezende zich van den 5en regel van het middelvak bedienende, Donderdag, wat juist is. De totale zonsverduistering van 1S96 had in den morgen van 9 Aug. (N. S.) plaats. Met het tweede getal 96 vindt men op den 3en regel van het middel vak, waar rechts 18 staat, Donderdag voot 6 Augustus en naar behooren Zon dag voor den dag der eklips. een krachtige jonge mannenstem. Met een sloeg het half twaalf. Hij bleef zitten, nog zwaarder roo- kend. Zenuwachtig zogen de lippen aan het beknabbelde oude roer. De andere liand sloeg snel en onbewust de maat. Dus Frank was daar toch Maar zij was opgerezen, bevend, maar eerlijker m haar condities nrro maar eerlijker in haar gevnelens, als vrouwen zijn, en twee arnieu, twee oude, verlangende, armen, strekten Z'ch naar den jongen man uit toen hij binnenkwam. Dat was een gelach en eekus met moeder, een handdruk en nog een handdruk met vader. Tusschen lien in kreeg hij een plaats; hij lachte vroolijk en opgewekt, keek de kamer eens rond. God. wat groei de je toch uit zoo'n omgeving Wat was 'Ie zolder hier toch laag en ver veloos, de gordijnen oud en versleten, en de oudeluidjes... neen. dat wa ren slechte gedachten, hel waren een voudige, maar beste ouweluidjes. Wat zouden ze opkijken, als hij het groote nieuws vertelde. Zes, Pa, Moe, begon hij eindelijk, liadait hij alle vragen beantwoord had, een glas wijn met bisschop had moe ten opdrinken, en een fijne sigaar van vader had gekregen, zeg pa cn moe, ik kom u wat vertellen. Toch niets akeligs? vroeg moe angstig Zij was al zooveel jaren ge woon geraakt aan ongeluksboodschap- pem, vooral op feestdagen. Er is toch niets Frank, jongen? Ja. plaagde hij. Er is wel iets, er is wel degelijk iets met mij. Zal ik it eens wat vertellen ik ga trouwen. Op de lippen van pa rees een vraag, die moe voelde, want ze keek hem vluchtig maar smeekend aan. Frank had wel eens eerst zijn ouders kunnen vragen en raadplegen. Maar zij liep er schielijk overheen en vroeg verwon derd Trouwen Frank, hoe komt dat zoo oneens? Zoo opeens kwam het niet, dat verzekerde hij. Hij had er al jaren Het Londensche crematorium. (Bij de platen). Dezer dagjm is voor Londen een nieuw crematorium geopend ten dien ste van hen ,die er de voorkeur aan geven hun stoffelijk overschot tot stof te doen wederkeeren, in plaats van het te laten toevertrouwen aan den schoot der aarde. Voor de opening van deze vcrbrandplaats was het naast bij Londen gelegen crematorium dat te Wok in er op bijna 40 KM. afstand van de hoofdstad. Het nieuwe crematorium bouwd, slaat slechts 8 K.M. van Lon den. We geven hier van de verschil lende deelen afbeeldingen. Alle gebouwen, ook de kapel, slaan midden in het weiland, maar de ovens en andere inrichtingen, die van de modernste constructie zijn, zijn zóó voldoende, dat, bij eventueele bevol king van den omtrek, de bewoners er geen overlast van zouden hebben. De vergaarbak van de asch. Oorsprong en Wezen der Muziek, volgens Oostersche sagen. Naar het Duitsch van BERTHOLD LAUFER. Over den wonderbaren geheimzinni- gen oorsprong der muziek kunnen do volkeren niet genoeg lofzangen en ge dichten maken. Daar er in de minste gevallen zekere en historische berich ten over haar invoering en ontstaan voorhanden zijn, heeft in dit geval de phantasie der volkeren sagen ge maakt. En doordat zij van alle kun sten de begrijpelijkste is, of door een eigenaardige Kaus alnexus zooveel bo venzinnelijks en bovenaards voor de ziel aanbood, die zich aan naar wijd de, was het nooit moeilijk, om haar werking rechtstreeks aan goddelijke De tafel, waarop de kist naar aen oven rolt. aan „gewerkt." Nou zagen zij eens, dat het goed was geweest, zijn verkeer in de betere kringen. Een meisje met geld, een ton kreeg ze mee, en van adel, verbeeld je eens, van adel. Een jonkvrouw van Burgerling-Ambacht, wat zeiden ze daar wel van. Ze waren er stil van, dat merkte hij wel. Meteen sloeg de pendule twaalf hel dere, vibreerende slagen. Buiten paarde de hoogs oude toren er zijn massieve tonen van jaren her aan. Weer kussen, weer handdrukken, nu met gelukwenschen, tevens voor het aanstaande huwelijk. En al gauw. Frank? Ja, dat zou niet lang meer duren. Beiden verlangden sterk naar het hu welijk. Hij, omdat het jonggezellen- leven hem danig begon te vervelen, zij, omdat ze zoo spoedig mogelijk met hem vereenigd wou zijn. En is het een lief meisje? vroeg rnbeder belangstellend. Pa deed niets dan rooken. O, ja, natuurlijk, was het ant woord. Alle meisjes waren immers lief, en nietwaar, in het huwelijk, leer de je elkaar eigenlijk pas kennen. Toen was het weer over het geld en de hooge familie, enenne het huwelijk werd nog dezen winter in petit comité voltrokken. Dus, eh als moe en pa, nietwaar, oude men schen hè, ehals moe en pa liever niet kwamen, met den winterdag, dan moesten zo het heusch niet om hèm doen. Later konden ze eens leuk hij hem thuis komen logeeren. Pa trok zijh wenkbrauwen hoog op, zoodat x.ijïi grijze hanrkaiven boven de oogen dreigend naar voren staken. Maar moe voorkwam hem. Nou, daai zouden zc nog wel eens over naden ken. Nu gingen ze maar slapen, hè 't was al laat geworden Op zijn slaapkamertje bleef het nog lang levmdig; hij floot wat wijsjes uit Frausclic opera's en Jien heen en weer om zijn goed uit te pakken. Maar bij Pa en Moe was het boel stil

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 14