Tweede Blad, Oudejaars-avond. FenURton, In de schaduw van den Dood. De Gemeentelijke Gasfabriek. j Ja, toen dacht ik, dat het wel kon. en zooals je zelve hebt kunnen zien, ik heb ze zelf nooit geheel uitgepakt. Behoorende bg „Haarlem's Dagblad" van Donderdag 1 Januari 1903 Mr. 5984 Officieele Berichten. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Haarlem, doen te weten, dat van heden op alle werkdagen., van des voor middags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 13 Januari e.k. 's namiddags ten 1 ure, ter gemeente-secretarie (7e aldeelng) ter visie is nedergelegd, het ingekomen ver zoekschrift met de bijlagen van: lo. J. H. C. Lamarre, om vergunning tot oprichting van eene kalkblusscherij buiten de bestaande loods op het terrein „de Phoenix'' in het perceel aan de Park laan. 2o. A. Jacobson, om veitgunning tot oprichting van eene loinpenbewaarplaats in het perceel aan den Burgwal no. 13. 3o. van de firma Joh. Enschedé Zo nen om vergunning tot uitbreiding van de stoomdrukkerij in het perceel aan het Klokhuisplein no. 5, door bijplaatsing van eenen stoomketel, en dat op den veertienden dag na heden, zijnde 13 Ja nuari e.k., en wel des namiddags ten 1 ure op het Raadhuis der gemeente de ge legenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden, bezwaren te gen het oprichten of uitbreiden der in richting in te brengen. Haarlem, 30 Dec 1902. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. Dé Secretaris, J. W. VAN BILDERBEEK, L. S. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Haarlem, doen te weten, dat bij hunne beschikking van 23 December jl. aan: lo. C. J. Pauten veitgunning is ver leend tot oprichting van twee schietin- richtingen in het perceel aan de Groen- daalsteeg no. 12. 2o. aan F. J. Heek, vergunning is ver leend tot oprichting van eene slachte rij en rookerij achter het perceel aan de Kleine Houtstraat no. 38. Haarlem, 30 Dec. 1902. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL De Secretaris, J. W. VAN BILDERBEEK. L. S. Langzaam, langzaam gaat de wij zer naar het middernachtelijk uur, totdat. en met welk plechtig geluid schijnt helt ons de klok zijn twaalf slagen zwaar en dreunend uitbeiert. En zoo hebben we dan weer een jaar geleefd in het grillig wisselspel der zich altoos wijzigende omstandig heden, in het wisselspel van lichte, vroolijke kleuren en donkere schadu wen, van blijde liederen en doffe klaagzangen. En het werd ons zoo moe vaak; de indrukken 'volgden elkaar op in zoo duizelingwekkende" vaart, dat hert; oog verblind werd van staren en de geest mat ein dof. We willen daarom rusten; de oogen sluiten even en als in zachten slui mer, gewiegd op het geluid der zan gen van den Tijd nog ééns. maar kal mer nu, ontdaan van de heftigheid der eerste emotie, doorleven wat het afgeloopen tijdperk ons heeft ge bracht. Lichte kleuren en donkere schadu wen Blijde» gezangen en doffe klaag tonen Maar hebben we het ook nu niet weer ervaren, dat de dichter volko men ons zielelleven vertolkte, toen hij klaagde, dat overal waar hij de aardes raakte met zijn voet, overal waar hij het hoofd te slapen wilde leggen, of voor eeuwig ter ruste gaan, een on gelukkige in 't somber zwart zijn pad kruiste, die hem aanzag, alsof hij zijn broeder was. Overal diei ongelukkige in 't zwart, die ons aanstaart, zwijgend en ern stig, met oogen van herkennen, om dat hij, de drager van de Smart, zich onze broeder weet Laten we ons niet verdiepen in de vraag of het levensleed, niet grooter is dan het levenslief, ieder make dit uit voor zichzelf, maar toch weiten we allen wel, dat het levensleed de Uit het Engelsch] van E. W. HORNUNG. 35. Op de meest natuurlijke wijze geuit die men zich denken kan, met het rus tige zelfvertrouwen, waarover deze man te beschikken had. en gevolgd •loor een glimlach vol zelfbewuste, of schoon niet onvriendelijke triomf, werd dit argument, evenals de meeste uit zijn mond, veel gewichtiger dan het in werkelijkheid was. En Steel besloot met een van die spreekwoorden, die over de geheele wereld dooi geen spre ker versmaad worden Dacht je werkelijk, voegde hij er bij, met een van zijn meest zeldzame en innemende glimlachjes, dat ik zoo dwaas zou zijn, u uit te noodigen van den regen in den drop te gaan Rachel had grooten lust te zeggen, dat ze werkelijk van den regen in den drop was gekomen maar tegelijker tijd voelde ze dat. het geheel bezijden de waarheid was. En haar aard was in 't minst niet bekrompen, daarom duurzaamste» m er Meerenen in ons hart achterlaat. En als we dan op den Oudejaars avond de stoeten van menschen en de evenementen voor onzen geest la ten voorbijgaan, dan treedt toch al tijd naai- voren het sombere beeld van een drager van Smart. Met weemoed denken wei aan zoo veel, dat we verloren hebben, dat voor altoos van ons is heengegaan.... We denken aan onze dierbaren, wier laatste woorden we hebben ge hoord, wier laatste blikken we heb ben opgevangen, uit het brekend oog Nooit, nooit meer zullen we hun stem hooren, die ons troostte in leed, die met trilling van blijde vreugde deelnam in ons geluk... Stillckens wuift het gras over hun graf; de bloemen die wij er op legden verwelken en eenzaam staat de grijze steen die ons hun rustplaalts wijst... Maar in ons hart blijven ze voort- Heven, in ons hart geven we ze de plaats in den huiselijken kring, die ze innamen, toen niemand nog aan dood of sterven dacht. „Voorbij, voorbij", hoorem we in de klokketonen, die hoog beieren in den Silvesternacht. We zullen ze niet vergeten en het geluk niet dat hun bijzijn voor ons wat* en d»e zorgen niett die ze bewe zen in den kring der hunnen en de liefde niet» die ze hebben betoond Maar aan hen niet alleen is het dat we denken op den laatsten dag van het jaar. We denken aan onze glanzende il- iusiën, die vervlogen zijn als het lichtte rookwolkje in ijle- lucht. Zie, de jeugd' heeft idealen, die staan als schitterende kasteelen, af- teekenend hun gulden tinnen te/gen den blauwen zomerlucht onder helde ren zonneglans. Langzaam schrijdt aan het wreede Lot, dat de gulden tinnen vervaagt en heel de schittering van die pracht- kasteelen, naarmate, we naderen, tot dat ons blijkt, dat het een groolt ledig is, waaT wij glans en schittering ver wachtten. Maai- voort gaan we weer, en in verre verschieten zien we weer nieu we kasteelen, altijd door Dait is het werkelijkheidssprookje van geluk, dat waan was Van de blijde verschieten die voor ons uitzweven op den weg naar het graf, de stralende horizonnen, die telkens en telkens w'eer in grauwe nevelen verloopen We weten het en toch willen we het, niet weten. Toch blijven we na elke desillusie voor ons uitzien dat tooverkasteet en de gulden tinnen hoog in dej lucht. Maar als we op den Oudejaarsavond over een jaar-gebeuren nadenken, dan hoorem we in de zangen van het Verleden de weemoedstorien van al het schoon dat verging... Dalt stemt ons zoo droevig, dat doet ons telkens weer den pelgrimsstaf op nemen met zoo moe gebaar... Geluk dat waan was... geluk dat verging... dat klinkt in het tikketak- ken van de klok, die langzaam gaat naar het uur van scheiden tusschen oud en nieuw. De Oudejaarsavond is een avond van intimiteit, een avond, dat we ons zelf afvragen wat heit leven voor ons is geweest, wat wij van het leven hebben gemaakt. Zijn we niet telkens en telkens weer het leven begonnen met idealen voor ons zelf, met voornemens om te bou wen aan ons eigen mooi levensmonu- ment en met idealen, die» we met jon ge kracht en moed zouden brengen aan de wereld, die naar hooge idea len smacht. Als kaf voor den wind zijn ze ver stoven;'we hebben niet gewerkt aan een mooi leven smonumenit, maar gebouwd' op een zandgrond of halver wege weer vernield wat w-e gebouwd! hadden En nu klinkt het somber en dof: Voorbij... voorbij!" Voorbij alle gelegenheid om liefde te bewijzen, om bloemen te strooien en tranen te drogen, gelegenheden, die we ongebruikt hebben gelaten. Voorbij de momenten dat we had den moeten en kunnen opkomen voor waarheid en rechlt, maar die we niet hebben gebruikt, waarbij we het har nas der strijders voor het edelste dat onthield ze zich voor 't oogenblik van' het genot van een bitter antwoord. Maar hij was in vernuft haar meer dere, daarvan was rij overtuigd, wat hij ook overigens zijn mochten haar eenige kans van slagen was. nog te rug te komen op de eenvoudige vra gen. waarmee ze begonnen was, een voudig antwoord vragende. Rachel leidde het gesprek daarheen met een of twee vragen, waarop zij het ant woord al wist. juist zooals zij aan de ..Old Bailev"' gedaan had. daar had zij er, zonder dat ze 't wist. indruk mee gemaaktnu zou zij er bewust haar voordeel mee doen. Dus je wilt niet langer ontken nen, dat je in Australië geweest bent? Dat is onnoodig. Ik woonde daar jaren geleden. En je stemt toe, djitie Alexander daar heel goed kende Ja, zeer intiem, in de Riverina, ongeveer vijftien of twintig jaar ge- ledeai; hij was toen opzichter op mijn plaats, wat iedere andere gentle man kon zijn; en toen was hij voor mij half een zoon, half een jongere broeder. Maai' er bestond zeker toch geen familiebetrekking? Nc-en. in 't geheel niet, maar hij leeft, in de menschheid stillekens in roestige rust hebben gelaten. Voorbij zooveel andere gelegenhe den meer, dat ons eigen leven, dat onze kring, daJt de maatschappij zoo veel anders van ons eischte dan we gegeven hebben. En nu En nu zitten we stil en luisteren naar de zangen van den Tijd en den ken met weemoed aan wat nooit meer terugkomt en een schaduw werpt over ons leven. De tijden razen in dolle vaart voort en wij vragen ons angstig af wat het einde zal zijn. Wat de vrucht zal we zen van den tijd, die ons gegeven is, wanneer het avond voor ons wordt en wij niet meer werken kunnen; een avond die immers aanglijdt als een dief in dan nacht? Dat alles bedenken we in droef ge peins. Maar toch ookde hemelen ope nen zich als het. beneden duistert. We zien (toch ook wel de lichtende streep in de verte, daar juist boven de tinnen van onze illusie-kasteelen? Wel namen we moede» telkens den pelgrimsstaf op, maar we hebben hem toch opgenomen, altijd ziende naar de verre verschieten. Zouden we dat ook nu niet doen? Naast den weemoed over wat onver biddelijk voorbij is en in een stem ming van moedeloosheid brengt en levensmoeheid,zij de dankbaarheid dat wij tot het gelukkige besef dezer din gen zijn gekomen, En dat besef spant de spieren en zet tot werken aan... Laat ons dan werken gaan. Zie dq tijden zijn vol en er is veel te doen. De wereld wacht op onze werk kracht, onze kring op onze liefde en toewijding, ons eigen hart op verpu- ring en loutering. Laten we dan heentrekken het oog naar de. glanzende verschieten, doen de wat er voor onze hand te doen valt, denkend aan het dichterwoord: „Wel hen die zullen weiden In volle verworvenheid, Zacht, mogen hun dagen glijden, Maar dit zijn dagen vol strijd". Hoe droef de nevelen van 't heden mogen zijn, er glanst een glorievolle dageraad aan de kim. Daarheen gaan we trots alles; daar heen gaan we haastig als allen doen watt hunner is met. kracht, met frisch- Iveid, met lie/fde en lust. Moedig dus voort, de pelgrimsstaf ter hand genomen, naar de lichtende verten, naar de illusie-kasteelen waar het Geluk wenkt. Wanneer dezen Woensdagavond het middernachtelijk uur slaat, dan staan aan de gemeentelijke gasfabriek in den Veerpolder de ambtenaren gereed om bet gas toegang te geven in de buisleiding. Dan staan in de fabriek der Imperial ook hare ambtenaren ge reed om de hoofdkraan af te sluiten, dat. geen gas van haar meer in de buizen stroomt. De gemeente treedt op als gasleverancier, de Imperial treedt af. Het licht, dat vroeger uit het westen kwam, wachten we voortaan uit het noorden. WAAROM DIE VERANDERING? De Imperial Continental Gas-Asso- ciation leverde voor het eerst gas in Haarlem in het jaar 1837. Zij heeft hier dus 65 jaar lang dit belangrijk monopolie in handen gehad. En hoe wel voor de laatste concessieverlen ging in 1875 een sterke partij de ex ploitatie door de gemeente wenschte te doen geschieden, ook toen overwon nen de voorstanders der concessie en werd deze verlengd tot 31 December 1902. waarbij tevens een gasprijs werd vastgesteld van 9 cents per kub. M. en voor het op meter geleverde gas een retributie aan de gemeentekas toege zegd, die evenwel zóó klein was. dat ze nooit zelfs de som van duizend gul den per jaar heeft kunnen halen. Een onbeduidend sommetje alzoo en dat vonden tal van raadsleden ook, vooral toen in de laatste kwarteeuw het denkbeeld van gemeentelijke ex ploitatie van dergelijke bedrijven in de gemoederen doordrong. Intusschen maakte de Imperial de verwezenlij king van dit ideaal niet gemakkelijk. Jaren voor het afloopen der concessie begon zij voordeelige voorstellen te doen: lagen prijs voor den verbruiker, hooge storting in de gemeentekas, een en ander dadelijk ingaande. Er ont stond een levendige beweging over de gasquaestie. Vóór, en tegenstanders was een zeer vertrouwd vriend van mij. zooals ik je reeds zei. Maar waarom ter wereld, zei Rachel driftig, kon je mij dat niet direct vertellen? Daarop heb ik je al antwoord ge geven. Dan nog iets: Waarom heb je zoo dikwijls en zoo systematisch voorge wend nooit in Australië te zijn ge weest? Ik verzoek je vriendelijk op het antwoord op die vraag niet aan te dringen. De twee antwoorden die uiterlijk zoo weinig van elkaar verschilden, stonden hemelsbreed van elkaar af door de wijze, waarop zij geuit wer den. Plotseling en voor 't eerst zoo lang zij hem kende had zijn cynische zekerheid hem verlaten. Het eene oogenblik behandelde hij onbeschaamd glimlachend zijn vroeger bedrog; het volgend was hij vol ernst zelfs trilde zijn stem van diep gevoel. Ik zou veel meer voor je gevoeld hebben, als ik had geweten dat je een Australiër was, ging Rachel voort, di zich bijua onmerkbaar aangedaan ge voelde door de groote verandering, die hij hem had plaats gegTepen. Jlc ben er trots op. zelf een Australische te van concessie-verlenging praatten en schreven erover jarenlang, totdat ein-i delijk de Raad een beslissing nam en bepaalde, dat een eigen gasfabriek zou worden gebouwd. HOE ZIJ ONTSTOND. Toen eenmaal dat besluit genomen was volgde een periode van kalme rust. 't Scheen dat er niet veel voort gang was, totdat nu bijna drie jaar geleden de Raad een hoogst kundig man.' den heer Blom. directeur der Amsterdamsche fabriek, benoemde tot directeur der a.s. Haarlemsche licht fabrieken. Toen ging het met snel heid vooruit. In den tijd van negen maanden werden bestek en 23 teeke- ningen ontworpen, een waar kunst stuk, en den 3en Januari 1901 werd' de bouw aanbesteed. De aannemer, de heer Van Rijn, pakte aan. Niet minder dan negen heimachines werden gebruikt om de 9500 palen in den grond te slaan. Vlie gensvlug schoten de muren uit den grond, totdat op eens. midden in het beste bouwseizoen, den zomer, een staking uitbarstte, die zes weken duur de. Zes weken zonder een enkelen re gendag! Maar ook deze tegenspoed hield den aannemer niet tegen. Hij haalde den verloren tijd in en wist zoo vlug te werken, dat in Augustus de electrische centrale in werking kwam en in October het geheele werk kon worden opgeleverd. WAT IS KR NU TOT STAND GEBRACHT Wanneer we door het hek aan 't einde van den breeden straatweg het terrein betreden, zien we rechts van ons de portiersloge, even verder aan denzelfden kant de diverse werk plaatsen (timmerwinkel. schilderswerk plaats enz.) in één gebouwtje veree- nigd, daarna het ruime, keurige, maar geenszins weelderige administratiege bouw. met zijn kantoren voor direc teur, adjunct-directeur, boekhouder, opzichter en teekenkamer. Vlak daar bij staan de gashouders en het regu- lateurhuisje. Achter op het terrein de kolenloods. rnet de stokerij, die bovendien schaft lokaal, badkamer en privaten bevat; daarnaast de electrische kolentrans- porteur. die de steenkool uit de vaar tuigen in de haven haalt; aan dien zelfden kant. de Spaamc-zijde. staan het salammoniak-fabriekje, het zui- verhuis met meterkamer en laborato ria en de woning van den gasmeester. In het midden van het terrein staat de electrische centrale, waarboven de woningen zijn van den adjunct-direc teur. den heer Bellaar Spruijt en den chef machinist-electricien. HOE WORDT HET GAS VERVAAR DIGD. M arineer de kolenschepen in de ha ven aan het Vuilrak zijn aangekomen worden zij ten spoedigste automatisch door den electrisch gedreven trans porteur gelosl. Deze lost per uur 30, ton (30,000 kilo), voert de kolen langs een luchtspoorweg naar de kolenloods en stort ze daaruit in een wagentje, dat ze op elke willekeurig aan te Wij zen plaats uitstort, en daarna weer automatisch terugkeert. Nu reizen de kolen langs goten naar een elevator, die ze naar boven voert en uitstort in een bak. van waaruit ze gevoerd wor den naar schuin liggende retorten. Hier worden ze blootgesteld aan een hitte van 1400 1500 graden Celsius, gedurende 5 5 1/2 uur. Dan is het gas er uit en de steenkool tot cokes geworden. Het gas stijgt door zoo genaamde klimpijpen in een reser voir. de hydrolithmijn, scheidt daar teer in het water af en komt in een gezamenlijke hoofdbuis. die het heet als het is naar de condensors voert., die het afkoelen. Daarbij ver liest het opnieuw teer, die met de teer uti de hydrolitlimijn naar een afzon derlijke pul gaat en het zoogenaamde gaswater. da t door zijn geringen zwaarte van de teer gescheiden wordt gehouden en in een ander reservoir verzameld. Het gas zet nu zijn tocht voort. Drie exhausters (zuig- en perspompen) aie in het gebouw der electrische cen trale zijn opgesteld, zuigen het gas door de condensors heen en persen het naar de toestellen in het zuiver- huis. Eerst haalt de zoogenaamde natte reiniging het laatste spoor teer er uit benevens de ammoniak, dan houden de met ijzeraarde gevulde zui- verkisten de zwavel vast en passeert liet gas de reuzenmeter, komt ver volgens in de gashouders en wordt van daaruit naar de stad gevoerd, nadat de druk in de regulateurs be hoorlijk is geregeld. Wat de cokes betreft, zij valt na af gewerkt te zijn uit de retorten in een goot. wordt door een transportband gloeiend heet weggevoerd en met spui tende stralen van de waterleiding ge- bluscht. Daarna stort zij zich uit in zijn. Welk kwaad zou er in gestoken hebben, als ik dat s-eweten had Jij bent niet de eenige, voor wie ik het verborgen heb. zei Steel, nog steeds zachtjes en met veranderde stem. En toch bracht ie al die souvenirs uit Australië mee Dus die geheimzinnige bezoeker van laatst. Was ook een Australiër zeker, een ander, die ook op mijn eigen be zitting werkte. En weet hij, waarom je het hier niet hekend wilt hebben? Ja. zei Steel, afstootend kort. Rachel kwam naar hem toe en druk te zijn hand 'in een plotselinge opwel ling. Tot haar verwondering werd die druk beantwoord. Toen lieten hun handen elkaar weer los. Ik vraag je vergeving op mijn beurt, zei ze. Ik ksn je beloven, dat ik nooit weer die wod<1 zal openen, welke het ook zijn moge en ik zal niet e» mijn best doen de oorzaak ervan te raden. Ik nam op mij niet te on derzoeken naar je verleden en ik zal zooveel mogelijk mijn belofte houden een cokesbreker en wordt ten slotte op het daarvoor bestemde terrein ge bracht. ENKELE CIJFERS. Het geheele terrein van de lichtfa brieken in 172 hij 415 M. en heeft dus een oppervlakte van 71,000 vierk. M. De kolenloodsen, twee naast elkaar gebouwdie loodsen, zijn elk 10 M. breed en 160 M._lang, de stokerij is 14 M. breed en 76 M. lang. De hoogte van den nok van 't gebouw is 26 M. De fabriek is ingericht op de leve ring van 40.000 kub. M. per dag. een cijfer dat op dit oogenblik door de Imperial op verre na nog niet bereikt wordt. Maar zelfs wanneer het dag- verbruik tot die hoogte is geklommen, kan spoedig in de behoefte worden voorzien. Er staan 12 ovens, er is nog plaats voor vier; het ketelhuis bevat 3 ketels en ruimte voor vijf; diverse gebouwen zijn zóó gezet, dat uitbrei ding daarvan gemakkelijk is. De twee gashouders kunnen elk 15,000 kub. M. gas bevatten. WAT ZIJN DE VOORDEELEN? De practische mensch, die meent, dat men niet enkel voor de aardigheid de gemeentelijke exploitatie der licht- leverantie ter hand moet nemen, vraagt allicht: „wat word ik er nu beter van?" En dan antwoorden wij: hij zal zijn gas ontvangen goedkooper, 2 ct. min der. dan tot dusver, namelijk voor ze ven cents. Onder één voorwaarde evenwel: hij moet zorgen, dat zijn gloeilichtbranders behoorlijk zijn in gesteld. De gemeentefabriek zal haar gas leveren onder regelmatigen druk. maar tevens onder hoogeren druk dan de Imperial. Wie daarop nu niet let zal meer gas verbranden dan noodig is. desniettemin slecht licht hebben en ten slotte bij een gasprijs van ze ven cents allicht nog meer betalen, dan vroeger bij den gasprijs van ne gen. Derhalve verzuimt niet door een goeden gasfitter uwe gloeilichtbranders in de eerste dagen van Januari te doen instellen! Het tweede voordeel is het indi recte. Het kan niet anders, of door het steeds aangroeiende gasverbruik zal weldra een flink batig saldo aan de gasfabriek worden behaald, waar mee onze belasting kan worden ver minderd of,althans, nieuwe dringende uitgaven kunnen worden betaald, die nu wegens gebrek aan geld achterwe ge moesten blijven. Bij den aanvang van dit zoo belang rijk gemeentebedrijf is het dan ook zeker niet ongepast, den wensch uit te spreken, dat onze Lichtfabrieken in hunne exploitatie zullen mogen strek ken tot voordeel en genoegen voor Haarlem en de Haarlemmers. Stadsnieuws. IJ a n u a r i (Nieuwjaarsdag) brengt gewoonlijk het Haarlemsch Mu ziekkorps zijn Heilwenschen aan het muzikale publiek jn den vorm van een Populair Concert in de „Vereenig'. Dien dag komen er geregeld 1400 a ;50t 1 ezoekers. Het programma voor ditim.Al fc< 'ooft veel, terwijl de in den lande hooggevierde komiek-zanger Abram rie Winter met twee zijner beste voorn:*cfc- len zal optreden. Rectificatie. Abusievelijk is in het verslag der vergadering van de „Theo sofische Vereemiging" in ons nummer van Maandag 29 Dec. <ic naa.m der schrijfster va»n „De Oude Wijsheid" fou tief gezet. Dit moest natuurlijk zijn An nie Besant. Binnenland. Naamlijst Tan bekende overledenen in 1902. In dit jaar had Nederland het verlies te betreuren van de navolgende lairdge- nooten (gerangschikt naar den datum van het doodbericht), die aanzienlijke ambten bekleed, of op een of ander ge bied bijzonder hebben uitgemunt, of zich jegens den lande in meer dan gewone mate verdienstelijk hebben gemaakt. Dr. C. P. Tiele, oud-hoogleeraar aan de universiteit te leiden en hoogleeraar aan het Remonstrantsch seminarium. B. Sohagen van Soelen, oud-lid der Al gemeens Rekenkamer in Ned.-Indië! Mevr. wedW. .1 R. Albrecht-Engel- man, oud-actrice. D. F. K. Hard en berg. gep. gen.-majoor. B. Wijnveld Jr., oud-hoogleoraar aan 's rijks Academie van Beeldende Kun sten te Amsterdam. I. D. Fransen van de Putte, oud-minis ter van koloniën, lid van de Eerste Ka mer. C. H. Coster, musicus. Mr. A. van Naamen van Eemnes. voor zitter der Eerste Kamer. maar waar het zich tegen mijn eigen verleden stoot kan ik 't eenvoudig niet! Je zei, dat je de meest vertrouwde vriend van mijn echtgenoot was. voeg de Rachel erbij, terwijl zij haar twee den echtgenoot openhartiger dan ooit in 'I, aangezicht keek. Was dat dere den, waarom je naar mijn verhoor als zijn moordenares gingi? Hij beantwoordde haar blik. Ja, dat was de reden. Was dat ook de reden waarom je mij wenschte te trouwen Geen antwoord, maar zijn kalmte was teruggekomen, toen hij haar stond aan te kijken, met over elkaar geslagen zwarte armer, over een krijt wit overhemd. Het was een kritiek oogenblik voor den terugkeer van den ouden Adam want Rachel was tot het punt genaderd, waarvan zij zco harts tochtelijk opheldering verlangde. Ik moet wpten. riep ze. en ik sta erop te weten, wat je hel eerst in hoofd of hart bracht mij fo trouwen toen ik zoo goed als veroordeeld was Steel hield zijn hand op en keek naar de deur; hij was duidelijk bang voor zichzelf en wilde weg. Ik heb je dat ai zoo dikwijls ver. teld. zeide hij. en je spiegel zegt het je telkens als je er een blik in werpt. Mr. A. F. Vos de W'ael, oud-lid van d Eerste en van de Tweede Kamer. H F. Alings, gep. generaal-majoo- 'I'. P. Viruly. lid van de Eerste Kat L. A. H Magnée, lid van Kamer. Jhr. T. H. E. de Brauw. gep. schout bij-nacht. Dr. V. A. Julius, hoogleeraar te Utrecht. Jhr. mr. J. H. F. K. van Swiuderea, lid van de Eerste Kamer. A. F. X. Luijben, staatsraad fn bui ten- gewonen dienst, oud-minister van katho lieken eeredienet, oud-lid van de Tweede Kamer. P. Caland, oud-hoofdingenieur bij dea Waterstaat. R. P. Bos, aardrijkskundige. Mr. P. F. Hubrecht, lid van den, Raad van State. Dr. J. van der Vliet, hoolgleeraar te Utrecht. Mr. C. E. J. graaf van Bylandt, oud lid der Tweede Kamer, oud-lid van Ge deputeerde Staten van Zuid-Holland. W. J. Geertsema, oud-lid der Tweede Kamer. J. F. W. Oom-ad, lid der Tweede Ka mer, oud-hoofdinspecteur van Water staat. A. J. W. van der Schricck, gep. gene- raal-majoor. J.C. Bloem, oud-minister van finan ciën. Dr. H. I.. Verspyck, oud-inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht voor Gelderland en Utrecht. Jhr. mr. T. A. J. van Asch van Wyck, minister van koloniën.'; oud-gouverneur der kolonie Suriname. A. Haga, gep. luitenant-generaal, oud commandant van het N'ed.-Ind. leger. A. W. M. van Hasselt, gep. gen er aal majoor. oud-inspecteur van den genees kundigen dienst der landmacht. H. L. Kilian.gep. generaal-majoor van het N'ed.-Ind. leger. Dr. B. J. Stokvis, hoogleeraar aan de Amsterdamsche universiteit. F. J. P. M. Coenen, lid van de Eerste Kamer. Dr. D. I.ubach, oud-inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht in Overijssel en Drenthe P. Zegens Veeckens, vice-admiraal. J. N". Bas ter t. oud-minister van water staat, oud-lid der Tweede Kamer, lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht. - Dr. W. Stoeder, oud-hoogleeraar aan de Amsterdamsche universiteit. J E. van Kempen, !id van de Tweede Kamer. Jhr. mr. W. H. Rutgers van Rozen burg, oud-lid der Eerste en der Tweede Kamer. Comelie Huygens, romanschrijfster. C. H. den Hertog, lid van de Tweede Kamer. Jhr. mr, P. Th. van der Maesen de Sombreff, oud-minister van buiteniand- sche zalven Jhr. L. Ridder van Rappard, gep. ge neraal-majoor. Dr G. J. van Persvn. oud-directeur van Meerenberg. Mr. W. R. S. Boeles, president der ar- rondissements-rechtbank te Leeuwarden. G. Kruys, minister van marine. J. I., Mulder, gep. generaal-majoor. P. A. van Rees, gep. vice-admiraal. A. C. baron Snouckaert van Schau- burg, lid van den Ho ogen Raad van adeL Dr. T. Zaaijer, hoogleeraar te Leiden. Officieren in Indië gesneuveld of aan wonsden overleden: G. J. A Webb, kapitein. A. r. h. Constant, 1e- luitenant. H. L. van Hoogstraten. 2e luitenant. H. G. van Kesteren. kapitein. P. C. Ilaalmeijer, 2e luitenant. M P. de Bruijn, le luitenant. G. J. H. Steijn van Hensbroek, 2e luit. I B van Aken, le luitenant. P. R. D. de Cock, le luitenant 'onder vijandelijken overval verdronken. In het buitenland zijn onder anderen overleden. Joh. Blioch, Russisch staatsraad, be kend door zijne werkzaamheden In het belang van den wereldvrede. Gideon Jacobus Scheepers, comman dant bij het Boerenleger in Zuid-Afrika. Ernst Wichert, Duitsch dramatisch schrijver. Sir Henry Gilbert, Engelsch landbouw- scheilcundige. Lord Dufferin, Engelsch staatsman. Eduard John Eyre, Engelsch onderzoe kingsreiziger. Prof Robert Adamson. Schotsch phi- losooph. Prof. Julius Wolff. Duitsch heelkun dige. Prof. Max Budinger. Oostenrijksch ge schiedkundige. Prof. Samuel Rawson Gardiner, En gelsch geschiedschrijver. Gaetano Casali, Italiaansch Afrika- reiziger. Ik zat hijna een week lang iederen dag op een kleinen afstand van je Maar dat is de ware reden niet, antwoordde zij bedaard als 't nu nog 't, vertrouwen was, dat je mij kende. In het heldere electrische licht scheen hij bijna onmerkbaar van kleur te wisselen. Als je mij niet op mijn woord go- looven wilt, antwoordde hij, dan heb ik niets meer tc zeggen. En hij draaide een gedeelte van het licht af, dat hem te fel in 't gezicht scheen, maar het maakte enkel den in druk, dat hij een einde aan het onder houd wenschte te maken. Je hebt in het laatste half uur in zooveel onwaar,ïeden toegestemd, ver volgde Rachel met trillende stem, dat je niet beleedigd moogt zijn als ik er nog een vermoed. Kom Kun je mij in de oogen zien en mij dan vertel len dat je mij uit liefde getrouwd hebt Neen, je keert je van mij af, omdat je het niet kuntDan, in Gods naam, vertel mij tceh, waarom heb je rnij getrouwd (Wo^dt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5