Tweede Blad,
Oudejaars-avond.
FenURton,
In de schaduw van den Dood.
De Gemeentelijke Gasfabriek.
j Ja, toen dacht ik, dat het wel kon.
en zooals je zelve hebt kunnen zien,
ik heb ze zelf nooit geheel uitgepakt.
Behoorende bg
„Haarlem's Dagblad"
van
Donderdag 1 Januari 1903
Mr. 5984
Officieele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Haarlem, doen te weten, dat van
heden op alle werkdagen., van des voor
middags 10 tot des namiddags 4 uur, tot
13 Januari e.k. 's namiddags ten 1 ure,
ter gemeente-secretarie (7e aldeelng) ter
visie is nedergelegd, het ingekomen ver
zoekschrift met de bijlagen van:
lo. J. H. C. Lamarre, om vergunning
tot oprichting van eene kalkblusscherij
buiten de bestaande loods op het terrein
„de Phoenix'' in het perceel aan de
Park laan.
2o. A. Jacobson, om veitgunning tot
oprichting van eene loinpenbewaarplaats
in het perceel aan den Burgwal no. 13.
3o. van de firma Joh. Enschedé Zo
nen om vergunning tot uitbreiding van
de stoomdrukkerij in het perceel aan het
Klokhuisplein no. 5, door bijplaatsing
van eenen stoomketel, en dat op den
veertienden dag na heden, zijnde 13 Ja
nuari e.k., en wel des namiddags ten 1
ure op het Raadhuis der gemeente de ge
legenheid zal worden gegeven, om ten
overstaan van het Gemeentebestuur of
een of meer zijner leden, bezwaren te
gen het oprichten of uitbreiden der in
richting in te brengen.
Haarlem, 30 Dec 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
Dé Secretaris,
J. W. VAN BILDERBEEK, L. S.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Haarlem, doen te weten, dat bij
hunne beschikking van 23 December jl.
aan: lo. C. J. Pauten veitgunning is ver
leend tot oprichting van twee schietin-
richtingen in het perceel aan de Groen-
daalsteeg no. 12.
2o. aan F. J. Heek, vergunning is ver
leend tot oprichting van eene slachte
rij en rookerij achter het perceel aan
de Kleine Houtstraat no. 38.
Haarlem, 30 Dec. 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL
De Secretaris,
J. W. VAN BILDERBEEK. L. S.
Langzaam, langzaam gaat de wij
zer naar het middernachtelijk uur,
totdat. en met welk plechtig geluid
schijnt helt ons de klok zijn twaalf
slagen zwaar en dreunend uitbeiert.
En zoo hebben we dan weer een
jaar geleefd in het grillig wisselspel
der zich altoos wijzigende omstandig
heden, in het wisselspel van lichte,
vroolijke kleuren en donkere schadu
wen, van blijde liederen en doffe
klaagzangen.
En het werd ons zoo moe vaak; de
indrukken 'volgden elkaar op in zoo
duizelingwekkende" vaart, dat hert;
oog verblind werd van staren en de
geest mat ein dof.
We willen daarom rusten; de oogen
sluiten even en als in zachten slui
mer, gewiegd op het geluid der zan
gen van den Tijd nog ééns. maar kal
mer nu, ontdaan van de heftigheid
der eerste emotie, doorleven wat het
afgeloopen tijdperk ons heeft ge
bracht.
Lichte kleuren en donkere schadu
wen
Blijde» gezangen en doffe klaag
tonen
Maar hebben we het ook nu niet
weer ervaren, dat de dichter volko
men ons zielelleven vertolkte, toen hij
klaagde, dat overal waar hij de aardes
raakte met zijn voet, overal waar hij
het hoofd te slapen wilde leggen, of
voor eeuwig ter ruste gaan, een on
gelukkige in 't somber zwart zijn pad
kruiste, die hem aanzag, alsof hij
zijn broeder was.
Overal diei ongelukkige in 't zwart,
die ons aanstaart, zwijgend en ern
stig, met oogen van herkennen, om
dat hij, de drager van de Smart, zich
onze broeder weet
Laten we ons niet verdiepen in de
vraag of het levensleed, niet grooter
is dan het levenslief, ieder make dit
uit voor zichzelf, maar toch weiten
we allen wel, dat het levensleed de
Uit het Engelsch]
van
E. W. HORNUNG.
35.
Op de meest natuurlijke wijze geuit
die men zich denken kan, met het rus
tige zelfvertrouwen, waarover deze
man te beschikken had. en gevolgd
•loor een glimlach vol zelfbewuste, of
schoon niet onvriendelijke triomf, werd
dit argument, evenals de meeste uit
zijn mond, veel gewichtiger dan het in
werkelijkheid was. En Steel besloot
met een van die spreekwoorden, die
over de geheele wereld dooi geen spre
ker versmaad worden
Dacht je werkelijk, voegde hij er
bij, met een van zijn meest zeldzame
en innemende glimlachjes, dat ik zoo
dwaas zou zijn, u uit te noodigen van
den regen in den drop te gaan
Rachel had grooten lust te zeggen,
dat ze werkelijk van den regen in den
drop was gekomen maar tegelijker
tijd voelde ze dat. het geheel bezijden
de waarheid was. En haar aard was
in 't minst niet bekrompen, daarom
duurzaamste» m er Meerenen in ons
hart achterlaat.
En als we dan op den Oudejaars
avond de stoeten van menschen en
de evenementen voor onzen geest la
ten voorbijgaan, dan treedt toch al
tijd naai- voren het sombere beeld
van een drager van Smart.
Met weemoed denken wei aan zoo
veel, dat we verloren hebben, dat
voor altoos van ons is heengegaan....
We denken aan onze dierbaren,
wier laatste woorden we hebben ge
hoord, wier laatste blikken we heb
ben opgevangen, uit het brekend
oog
Nooit, nooit meer zullen we hun
stem hooren, die ons troostte in leed,
die met trilling van blijde vreugde
deelnam in ons geluk...
Stillckens wuift het gras over hun
graf; de bloemen die wij er op legden
verwelken en eenzaam staat de grijze
steen die ons hun rustplaalts wijst...
Maar in ons hart blijven ze voort-
Heven, in ons hart geven we ze de
plaats in den huiselijken kring, die
ze innamen, toen niemand nog aan
dood of sterven dacht.
„Voorbij, voorbij", hoorem we in de
klokketonen, die hoog beieren in den
Silvesternacht.
We zullen ze niet vergeten en het
geluk niet dat hun bijzijn voor ons
wat* en d»e zorgen niett die ze bewe
zen in den kring der hunnen en de
liefde niet» die ze hebben betoond
Maar aan hen niet alleen is het dat
we denken op den laatsten dag van
het jaar.
We denken aan onze glanzende il-
iusiën, die vervlogen zijn als het
lichtte rookwolkje in ijle- lucht.
Zie, de jeugd' heeft idealen, die
staan als schitterende kasteelen, af-
teekenend hun gulden tinnen te/gen
den blauwen zomerlucht onder helde
ren zonneglans.
Langzaam schrijdt aan het wreede
Lot, dat de gulden tinnen vervaagt
en heel de schittering van die pracht-
kasteelen, naarmate, we naderen, tot
dat ons blijkt, dat het een groolt ledig
is, waaT wij glans en schittering ver
wachtten.
Maai- voort gaan we weer, en in
verre verschieten zien we weer nieu
we kasteelen, altijd door
Dait is het werkelijkheidssprookje
van geluk, dat waan was
Van de blijde verschieten die voor
ons uitzweven op den weg naar het
graf, de stralende horizonnen, die
telkens en telkens w'eer in grauwe
nevelen verloopen
We weten het en toch willen we
het, niet weten. Toch blijven we na
elke desillusie voor ons uitzien dat
tooverkasteet en de gulden tinnen
hoog in dej lucht.
Maar als we op den Oudejaarsavond
over een jaar-gebeuren nadenken,
dan hoorem we in de zangen van het
Verleden de weemoedstorien van al
het schoon dat verging...
Dalt stemt ons zoo droevig, dat doet
ons telkens weer den pelgrimsstaf op
nemen met zoo moe gebaar...
Geluk dat waan was... geluk dat
verging... dat klinkt in het tikketak-
ken van de klok, die langzaam gaat
naar het uur van scheiden tusschen
oud en nieuw.
De Oudejaarsavond is een avond
van intimiteit, een avond, dat we ons
zelf afvragen wat heit leven voor ons
is geweest, wat wij van het leven
hebben gemaakt.
Zijn we niet telkens en telkens weer
het leven begonnen met idealen voor
ons zelf, met voornemens om te bou
wen aan ons eigen mooi levensmonu-
ment en met idealen, die» we met jon
ge kracht en moed zouden brengen
aan de wereld, die naar hooge idea
len smacht.
Als kaf voor den wind zijn ze ver
stoven;'we hebben niet gewerkt aan
een mooi leven smonumenit, maar
gebouwd' op een zandgrond of halver
wege weer vernield wat w-e gebouwd!
hadden
En nu klinkt het somber en dof:
Voorbij... voorbij!"
Voorbij alle gelegenheid om liefde
te bewijzen, om bloemen te strooien
en tranen te drogen, gelegenheden,
die we ongebruikt hebben gelaten.
Voorbij de momenten dat we had
den moeten en kunnen opkomen voor
waarheid en rechlt, maar die we niet
hebben gebruikt, waarbij we het har
nas der strijders voor het edelste dat
onthield ze zich voor 't oogenblik van'
het genot van een bitter antwoord.
Maar hij was in vernuft haar meer
dere, daarvan was rij overtuigd, wat
hij ook overigens zijn mochten haar
eenige kans van slagen was. nog te
rug te komen op de eenvoudige vra
gen. waarmee ze begonnen was, een
voudig antwoord vragende. Rachel
leidde het gesprek daarheen met een
of twee vragen, waarop zij het ant
woord al wist. juist zooals zij aan de
..Old Bailev"' gedaan had. daar had
zij er, zonder dat ze 't wist. indruk
mee gemaaktnu zou zij er bewust
haar voordeel mee doen.
Dus je wilt niet langer ontken
nen, dat je in Australië geweest bent?
Dat is onnoodig. Ik woonde daar
jaren geleden.
En je stemt toe, djitie Alexander
daar heel goed kende
Ja, zeer intiem, in de Riverina,
ongeveer vijftien of twintig jaar ge-
ledeai; hij was toen opzichter op
mijn plaats, wat iedere andere gentle
man kon zijn; en toen was hij voor
mij half een zoon, half een jongere
broeder.
Maai' er bestond zeker toch geen
familiebetrekking?
Nc-en. in 't geheel niet, maar hij
leeft, in de menschheid stillekens in
roestige rust hebben gelaten.
Voorbij zooveel andere gelegenhe
den meer, dat ons eigen leven, dat
onze kring, daJt de maatschappij zoo
veel anders van ons eischte dan we
gegeven hebben.
En nu
En nu zitten we stil en luisteren
naar de zangen van den Tijd en den
ken met weemoed aan wat nooit meer
terugkomt en een schaduw werpt over
ons leven.
De tijden razen in dolle vaart voort
en wij vragen ons angstig af wat het
einde zal zijn. Wat de vrucht zal we
zen van den tijd, die ons gegeven is,
wanneer het avond voor ons wordt
en wij niet meer werken kunnen; een
avond die immers aanglijdt als een
dief in dan nacht?
Dat alles bedenken we in droef ge
peins.
Maar toch ookde hemelen ope
nen zich als het. beneden duistert.
We zien (toch ook wel de lichtende
streep in de verte, daar juist boven
de tinnen van onze illusie-kasteelen?
Wel namen we moede» telkens den
pelgrimsstaf op, maar we hebben hem
toch opgenomen, altijd ziende naar
de verre verschieten.
Zouden we dat ook nu niet doen?
Naast den weemoed over wat onver
biddelijk voorbij is en in een stem
ming van moedeloosheid brengt en
levensmoeheid,zij de dankbaarheid dat
wij tot het gelukkige besef dezer din
gen zijn gekomen,
En dat besef spant de spieren en
zet tot werken aan...
Laat ons dan werken gaan.
Zie dq tijden zijn vol en er is veel
te doen.
De wereld wacht op onze werk
kracht, onze kring op onze liefde en
toewijding, ons eigen hart op verpu-
ring en loutering.
Laten we dan heentrekken het oog
naar de. glanzende verschieten, doen
de wat er voor onze hand te doen
valt, denkend aan het dichterwoord:
„Wel hen die zullen weiden
In volle verworvenheid,
Zacht, mogen hun dagen glijden,
Maar dit zijn dagen vol strijd".
Hoe droef de nevelen van 't heden
mogen zijn, er glanst een glorievolle
dageraad aan de kim.
Daarheen gaan we trots alles; daar
heen gaan we haastig als allen doen
watt hunner is met. kracht, met frisch-
Iveid, met lie/fde en lust.
Moedig dus voort, de pelgrimsstaf
ter hand genomen, naar de lichtende
verten, naar de illusie-kasteelen waar
het Geluk wenkt.
Wanneer dezen Woensdagavond het
middernachtelijk uur slaat, dan staan
aan de gemeentelijke gasfabriek in
den Veerpolder de ambtenaren gereed
om bet gas toegang te geven in de
buisleiding. Dan staan in de fabriek
der Imperial ook hare ambtenaren ge
reed om de hoofdkraan af te sluiten,
dat. geen gas van haar meer in de
buizen stroomt. De gemeente treedt
op als gasleverancier, de Imperial
treedt af. Het licht, dat vroeger uit het
westen kwam, wachten we voortaan
uit het noorden.
WAAROM DIE VERANDERING?
De Imperial Continental Gas-Asso-
ciation leverde voor het eerst gas in
Haarlem in het jaar 1837. Zij heeft
hier dus 65 jaar lang dit belangrijk
monopolie in handen gehad. En hoe
wel voor de laatste concessieverlen
ging in 1875 een sterke partij de ex
ploitatie door de gemeente wenschte
te doen geschieden, ook toen overwon
nen de voorstanders der concessie en
werd deze verlengd tot 31 December
1902. waarbij tevens een gasprijs werd
vastgesteld van 9 cents per kub. M. en
voor het op meter geleverde gas een
retributie aan de gemeentekas toege
zegd, die evenwel zóó klein was. dat
ze nooit zelfs de som van duizend gul
den per jaar heeft kunnen halen.
Een onbeduidend sommetje alzoo en
dat vonden tal van raadsleden ook,
vooral toen in de laatste kwarteeuw
het denkbeeld van gemeentelijke ex
ploitatie van dergelijke bedrijven in
de gemoederen doordrong. Intusschen
maakte de Imperial de verwezenlij
king van dit ideaal niet gemakkelijk.
Jaren voor het afloopen der concessie
begon zij voordeelige voorstellen te
doen: lagen prijs voor den verbruiker,
hooge storting in de gemeentekas, een
en ander dadelijk ingaande. Er ont
stond een levendige beweging over de
gasquaestie. Vóór, en tegenstanders
was een zeer vertrouwd vriend van
mij. zooals ik je reeds zei.
Maar waarom ter wereld, zei
Rachel driftig, kon je mij dat niet
direct vertellen?
Daarop heb ik je al antwoord ge
geven.
Dan nog iets: Waarom heb je zoo
dikwijls en zoo systematisch voorge
wend nooit in Australië te zijn ge
weest?
Ik verzoek je vriendelijk op het
antwoord op die vraag niet aan te
dringen.
De twee antwoorden die uiterlijk
zoo weinig van elkaar verschilden,
stonden hemelsbreed van elkaar af
door de wijze, waarop zij geuit wer
den. Plotseling en voor 't eerst zoo
lang zij hem kende had zijn cynische
zekerheid hem verlaten. Het eene
oogenblik behandelde hij onbeschaamd
glimlachend zijn vroeger bedrog; het
volgend was hij vol ernst zelfs
trilde zijn stem van diep gevoel.
Ik zou veel meer voor je gevoeld
hebben, als ik had geweten dat je een
Australiër was, ging Rachel voort, di
zich bijua onmerkbaar aangedaan ge
voelde door de groote verandering, die
hij hem had plaats gegTepen. Jlc ben
er trots op. zelf een Australische te
van concessie-verlenging praatten en
schreven erover jarenlang, totdat ein-i
delijk de Raad een beslissing nam en
bepaalde, dat een eigen gasfabriek
zou worden gebouwd.
HOE ZIJ ONTSTOND.
Toen eenmaal dat besluit genomen
was volgde een periode van kalme
rust. 't Scheen dat er niet veel voort
gang was, totdat nu bijna drie jaar
geleden de Raad een hoogst kundig
man.' den heer Blom. directeur der
Amsterdamsche fabriek, benoemde tot
directeur der a.s. Haarlemsche licht
fabrieken. Toen ging het met snel
heid vooruit. In den tijd van negen
maanden werden bestek en 23 teeke-
ningen ontworpen, een waar kunst
stuk, en den 3en Januari 1901 werd' de
bouw aanbesteed.
De aannemer, de heer Van Rijn,
pakte aan. Niet minder dan negen
heimachines werden gebruikt om de
9500 palen in den grond te slaan. Vlie
gensvlug schoten de muren uit den
grond, totdat op eens. midden in het
beste bouwseizoen, den zomer, een
staking uitbarstte, die zes weken duur
de. Zes weken zonder een enkelen re
gendag! Maar ook deze tegenspoed
hield den aannemer niet tegen. Hij
haalde den verloren tijd in en wist
zoo vlug te werken, dat in Augustus
de electrische centrale in werking
kwam en in October het geheele werk
kon worden opgeleverd.
WAT IS KR NU TOT STAND
GEBRACHT
Wanneer we door het hek aan 't
einde van den breeden straatweg het
terrein betreden, zien we rechts van
ons de portiersloge, even verder aan
denzelfden kant de diverse werk
plaatsen (timmerwinkel. schilderswerk
plaats enz.) in één gebouwtje veree-
nigd, daarna het ruime, keurige, maar
geenszins weelderige administratiege
bouw. met zijn kantoren voor direc
teur, adjunct-directeur, boekhouder,
opzichter en teekenkamer. Vlak daar
bij staan de gashouders en het regu-
lateurhuisje.
Achter op het terrein de kolenloods.
rnet de stokerij, die bovendien schaft
lokaal, badkamer en privaten bevat;
daarnaast de electrische kolentrans-
porteur. die de steenkool uit de vaar
tuigen in de haven haalt; aan dien
zelfden kant. de Spaamc-zijde. staan
het salammoniak-fabriekje, het zui-
verhuis met meterkamer en laborato
ria en de woning van den gasmeester.
In het midden van het terrein staat de
electrische centrale, waarboven de
woningen zijn van den adjunct-direc
teur. den heer Bellaar Spruijt en den
chef machinist-electricien.
HOE WORDT HET GAS VERVAAR
DIGD.
M arineer de kolenschepen in de ha
ven aan het Vuilrak zijn aangekomen
worden zij ten spoedigste automatisch
door den electrisch gedreven trans
porteur gelosl. Deze lost per uur 30,
ton (30,000 kilo), voert de kolen langs
een luchtspoorweg naar de kolenloods
en stort ze daaruit in een wagentje,
dat ze op elke willekeurig aan te Wij
zen plaats uitstort, en daarna weer
automatisch terugkeert. Nu reizen de
kolen langs goten naar een elevator,
die ze naar boven voert en uitstort in
een bak. van waaruit ze gevoerd wor
den naar schuin liggende retorten.
Hier worden ze blootgesteld aan een
hitte van 1400 1500 graden Celsius,
gedurende 5 5 1/2 uur. Dan is het
gas er uit en de steenkool tot cokes
geworden. Het gas stijgt door zoo
genaamde klimpijpen in een reser
voir. de hydrolithmijn, scheidt daar
teer in het water af en komt in een
gezamenlijke hoofdbuis. die het
heet als het is naar de condensors
voert., die het afkoelen. Daarbij ver
liest het opnieuw teer, die met de teer
uti de hydrolitlimijn naar een afzon
derlijke pul gaat en het zoogenaamde
gaswater. da t door zijn geringen
zwaarte van de teer gescheiden wordt
gehouden en in een ander reservoir
verzameld.
Het gas zet nu zijn tocht voort. Drie
exhausters (zuig- en perspompen) aie
in het gebouw der electrische cen
trale zijn opgesteld, zuigen het gas
door de condensors heen en persen
het naar de toestellen in het zuiver-
huis. Eerst haalt de zoogenaamde
natte reiniging het laatste spoor teer
er uit benevens de ammoniak, dan
houden de met ijzeraarde gevulde zui-
verkisten de zwavel vast en passeert
liet gas de reuzenmeter, komt ver
volgens in de gashouders en wordt
van daaruit naar de stad gevoerd,
nadat de druk in de regulateurs be
hoorlijk is geregeld.
Wat de cokes betreft, zij valt na af
gewerkt te zijn uit de retorten in een
goot. wordt door een transportband
gloeiend heet weggevoerd en met spui
tende stralen van de waterleiding ge-
bluscht. Daarna stort zij zich uit in
zijn. Welk kwaad zou er in gestoken
hebben, als ik dat s-eweten had
Jij bent niet de eenige, voor wie
ik het verborgen heb. zei Steel, nog
steeds zachtjes en met veranderde
stem.
En toch bracht ie al die souvenirs
uit Australië mee
Dus die geheimzinnige bezoeker
van laatst.
Was ook een Australiër zeker,
een ander, die ook op mijn eigen be
zitting werkte.
En weet hij, waarom je het hier
niet hekend wilt hebben?
Ja. zei Steel, afstootend kort.
Rachel kwam naar hem toe en druk
te zijn hand 'in een plotselinge opwel
ling. Tot haar verwondering werd die
druk beantwoord. Toen lieten hun
handen elkaar weer los.
Ik vraag je vergeving op mijn
beurt, zei ze. Ik ksn je beloven, dat
ik nooit weer die wod<1 zal openen,
welke het ook zijn moge en ik zal niet
e» mijn best doen de oorzaak ervan
te raden. Ik nam op mij niet te on
derzoeken naar je verleden en ik zal
zooveel mogelijk mijn belofte houden
een cokesbreker en wordt ten slotte op
het daarvoor bestemde terrein ge
bracht.
ENKELE CIJFERS.
Het geheele terrein van de lichtfa
brieken in 172 hij 415 M. en heeft dus
een oppervlakte van 71,000 vierk. M.
De kolenloodsen, twee naast elkaar
gebouwdie loodsen, zijn elk 10 M. breed
en 160 M._lang, de stokerij is 14 M.
breed en 76 M. lang. De hoogte van
den nok van 't gebouw is 26 M.
De fabriek is ingericht op de leve
ring van 40.000 kub. M. per dag. een
cijfer dat op dit oogenblik door de
Imperial op verre na nog niet bereikt
wordt. Maar zelfs wanneer het dag-
verbruik tot die hoogte is geklommen,
kan spoedig in de behoefte worden
voorzien. Er staan 12 ovens, er is nog
plaats voor vier; het ketelhuis bevat
3 ketels en ruimte voor vijf; diverse
gebouwen zijn zóó gezet, dat uitbrei
ding daarvan gemakkelijk is.
De twee gashouders kunnen elk
15,000 kub. M. gas bevatten.
WAT ZIJN DE VOORDEELEN?
De practische mensch, die meent,
dat men niet enkel voor de aardigheid
de gemeentelijke exploitatie der licht-
leverantie ter hand moet nemen, vraagt
allicht: „wat word ik er nu beter
van?"
En dan antwoorden wij: hij zal zijn
gas ontvangen goedkooper, 2 ct. min
der. dan tot dusver, namelijk voor ze
ven cents. Onder één voorwaarde
evenwel: hij moet zorgen, dat zijn
gloeilichtbranders behoorlijk zijn in
gesteld. De gemeentefabriek zal haar
gas leveren onder regelmatigen druk.
maar tevens onder hoogeren druk dan
de Imperial. Wie daarop nu niet let
zal meer gas verbranden dan noodig
is. desniettemin slecht licht hebben
en ten slotte bij een gasprijs van ze
ven cents allicht nog meer betalen,
dan vroeger bij den gasprijs van ne
gen.
Derhalve verzuimt niet door een
goeden gasfitter uwe gloeilichtbranders
in de eerste dagen van Januari te
doen instellen!
Het tweede voordeel is het indi
recte. Het kan niet anders, of door
het steeds aangroeiende gasverbruik
zal weldra een flink batig saldo aan
de gasfabriek worden behaald, waar
mee onze belasting kan worden ver
minderd of,althans, nieuwe dringende
uitgaven kunnen worden betaald, die
nu wegens gebrek aan geld achterwe
ge moesten blijven.
Bij den aanvang van dit zoo belang
rijk gemeentebedrijf is het dan ook
zeker niet ongepast, den wensch uit
te spreken, dat onze Lichtfabrieken in
hunne exploitatie zullen mogen strek
ken tot voordeel en genoegen voor
Haarlem en de Haarlemmers.
Stadsnieuws.
IJ a n u a r i (Nieuwjaarsdag)
brengt gewoonlijk het Haarlemsch Mu
ziekkorps zijn Heilwenschen aan het
muzikale publiek jn den vorm van een
Populair Concert in de „Vereenig'.
Dien dag komen er geregeld 1400 a ;50t
1 ezoekers. Het programma voor ditim.Al
fc< 'ooft veel, terwijl de in den lande
hooggevierde komiek-zanger Abram rie
Winter met twee zijner beste voorn:*cfc-
len zal optreden.
Rectificatie. Abusievelijk is in het
verslag der vergadering van de „Theo
sofische Vereemiging" in ons nummer
van Maandag 29 Dec. <ic naa.m der
schrijfster va»n „De Oude Wijsheid" fou
tief gezet. Dit moest natuurlijk zijn An
nie Besant.
Binnenland.
Naamlijst Tan bekende overledenen
in 1902.
In dit jaar had Nederland het verlies
te betreuren van de navolgende lairdge-
nooten (gerangschikt naar den datum
van het doodbericht), die aanzienlijke
ambten bekleed, of op een of ander ge
bied bijzonder hebben uitgemunt, of zich
jegens den lande in meer dan gewone
mate verdienstelijk hebben gemaakt.
Dr. C. P. Tiele, oud-hoogleeraar aan
de universiteit te leiden en hoogleeraar
aan het Remonstrantsch seminarium.
B. Sohagen van Soelen, oud-lid der Al
gemeens Rekenkamer in Ned.-Indië!
Mevr. wedW. .1 R. Albrecht-Engel-
man, oud-actrice.
D. F. K. Hard en berg. gep. gen.-majoor.
B. Wijnveld Jr., oud-hoogleoraar aan
's rijks Academie van Beeldende Kun
sten te Amsterdam.
I. D. Fransen van de Putte, oud-minis
ter van koloniën, lid van de Eerste Ka
mer.
C. H. Coster, musicus.
Mr. A. van Naamen van Eemnes. voor
zitter der Eerste Kamer.
maar waar het zich tegen mijn eigen
verleden stoot kan ik 't eenvoudig niet!
Je zei, dat je de meest vertrouwde
vriend van mijn echtgenoot was. voeg
de Rachel erbij, terwijl zij haar twee
den echtgenoot openhartiger dan ooit
in 'I, aangezicht keek. Was dat dere
den, waarom je naar mijn verhoor als
zijn moordenares gingi?
Hij beantwoordde haar blik.
Ja, dat was de reden.
Was dat ook de reden waarom je
mij wenschte te trouwen
Geen antwoord, maar zijn kalmte
was teruggekomen, toen hij haar
stond aan te kijken, met over elkaar
geslagen zwarte armer, over een krijt
wit overhemd. Het was een kritiek
oogenblik voor den terugkeer van den
ouden Adam want Rachel was tot het
punt genaderd, waarvan zij zco harts
tochtelijk opheldering verlangde.
Ik moet wpten. riep ze. en ik sta
erop te weten, wat je hel eerst in hoofd
of hart bracht mij fo trouwen toen ik
zoo goed als veroordeeld was
Steel hield zijn hand op en keek
naar de deur; hij was duidelijk bang
voor zichzelf en wilde weg.
Ik heb je dat ai zoo dikwijls ver.
teld. zeide hij. en je spiegel zegt het
je telkens als je er een blik in werpt.
Mr. A. F. Vos de W'ael, oud-lid van d
Eerste en van de Tweede Kamer.
H F. Alings, gep. generaal-majoo-
'I'. P. Viruly. lid van de Eerste Kat
L. A. H Magnée, lid van
Kamer.
Jhr. T. H. E. de Brauw. gep. schout
bij-nacht.
Dr. V. A. Julius, hoogleeraar te Utrecht.
Jhr. mr. J. H. F. K. van Swiuderea,
lid van de Eerste Kamer.
A. F. X. Luijben, staatsraad fn bui ten-
gewonen dienst, oud-minister van katho
lieken eeredienet, oud-lid van de Tweede
Kamer.
P. Caland, oud-hoofdingenieur bij dea
Waterstaat.
R. P. Bos, aardrijkskundige.
Mr. P. F. Hubrecht, lid van den, Raad
van State.
Dr. J. van der Vliet, hoolgleeraar te
Utrecht.
Mr. C. E. J. graaf van Bylandt, oud
lid der Tweede Kamer, oud-lid van Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland.
W. J. Geertsema, oud-lid der Tweede
Kamer.
J. F. W. Oom-ad, lid der Tweede Ka
mer, oud-hoofdinspecteur van Water
staat.
A. J. W. van der Schricck, gep. gene-
raal-majoor.
J.C. Bloem, oud-minister van finan
ciën.
Dr. H. I.. Verspyck, oud-inspecteur van
het geneeskundig staatstoezicht voor
Gelderland en Utrecht.
Jhr. mr. T. A. J. van Asch van Wyck,
minister van koloniën.'; oud-gouverneur
der kolonie Suriname.
A. Haga, gep. luitenant-generaal, oud
commandant van het N'ed.-Ind. leger.
A. W. M. van Hasselt, gep. gen er aal
majoor. oud-inspecteur van den genees
kundigen dienst der landmacht.
H. L. Kilian.gep. generaal-majoor
van het N'ed.-Ind. leger.
Dr. B. J. Stokvis, hoogleeraar aan de
Amsterdamsche universiteit.
F. J. P. M. Coenen, lid van de Eerste
Kamer.
Dr. D. I.ubach, oud-inspecteur van het
geneeskundig staatstoezicht in Overijssel
en Drenthe
P. Zegens Veeckens, vice-admiraal.
J. N". Bas ter t. oud-minister van water
staat, oud-lid der Tweede Kamer, lid van
Gedeputeerde Staten van Utrecht. -
Dr. W. Stoeder, oud-hoogleeraar aan
de Amsterdamsche universiteit.
J E. van Kempen, !id van de Tweede
Kamer.
Jhr. mr. W. H. Rutgers van Rozen
burg, oud-lid der Eerste en der Tweede
Kamer.
Comelie Huygens, romanschrijfster.
C. H. den Hertog, lid van de Tweede
Kamer.
Jhr. mr, P. Th. van der Maesen de
Sombreff, oud-minister van buiteniand-
sche zalven
Jhr. L. Ridder van Rappard, gep. ge
neraal-majoor.
Dr G. J. van Persvn. oud-directeur van
Meerenberg.
Mr. W. R. S. Boeles, president der ar-
rondissements-rechtbank te Leeuwarden.
G. Kruys, minister van marine.
J. I., Mulder, gep. generaal-majoor.
P. A. van Rees, gep. vice-admiraal.
A. C. baron Snouckaert van Schau-
burg, lid van den Ho ogen Raad van adeL
Dr. T. Zaaijer, hoogleeraar te Leiden.
Officieren in Indië gesneuveld of aan
wonsden overleden:
G. J. A Webb, kapitein.
A. r. h. Constant, 1e- luitenant.
H. L. van Hoogstraten. 2e luitenant.
H. G. van Kesteren. kapitein.
P. C. Ilaalmeijer, 2e luitenant.
M P. de Bruijn, le luitenant.
G. J. H. Steijn van Hensbroek, 2e luit.
I B van Aken, le luitenant.
P. R. D. de Cock, le luitenant 'onder
vijandelijken overval verdronken.
In het buitenland zijn onder anderen
overleden.
Joh. Blioch, Russisch staatsraad, be
kend door zijne werkzaamheden In het
belang van den wereldvrede.
Gideon Jacobus Scheepers, comman
dant bij het Boerenleger in Zuid-Afrika.
Ernst Wichert, Duitsch dramatisch
schrijver.
Sir Henry Gilbert, Engelsch landbouw-
scheilcundige.
Lord Dufferin, Engelsch staatsman.
Eduard John Eyre, Engelsch onderzoe
kingsreiziger.
Prof Robert Adamson. Schotsch phi-
losooph.
Prof. Julius Wolff. Duitsch heelkun
dige.
Prof. Max Budinger. Oostenrijksch ge
schiedkundige.
Prof. Samuel Rawson Gardiner, En
gelsch geschiedschrijver.
Gaetano Casali, Italiaansch Afrika-
reiziger.
Ik zat hijna een week lang iederen dag
op een kleinen afstand van je
Maar dat is de ware reden niet,
antwoordde zij bedaard als 't nu nog
't, vertrouwen was, dat je mij kende.
In het heldere electrische licht
scheen hij bijna onmerkbaar van kleur
te wisselen.
Als je mij niet op mijn woord go-
looven wilt, antwoordde hij, dan heb
ik niets meer tc zeggen.
En hij draaide een gedeelte van het
licht af, dat hem te fel in 't gezicht
scheen, maar het maakte enkel den in
druk, dat hij een einde aan het onder
houd wenschte te maken.
Je hebt in het laatste half uur in
zooveel onwaar,ïeden toegestemd, ver
volgde Rachel met trillende stem, dat
je niet beleedigd moogt zijn als ik er
nog een vermoed. Kom Kun je mij
in de oogen zien en mij dan vertel
len dat je mij uit liefde getrouwd
hebt Neen, je keert je van mij af,
omdat je het niet kuntDan, in Gods
naam, vertel mij tceh, waarom heb je
rnij getrouwd
(Wo^dt vervolgd).