NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAF
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en OmLtrekee.
In de schaduw van tien Dood,
2Ue Jaargang
Vrijdag 16 Januari 1903.
No. 5996
HAARLEM'S DAGBLAD
Atoonnementsprils
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden,1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden,,1.65
Afzonderlijke nummers0.02Va
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37'/2
de omstreken en franco per post. 0.45
Aüvertentlën
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Duiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentie:) van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zolder Buitenspaarne No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 60(1 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit bi ad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAÜBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Haarlem's Dagblad van 16 Jan.
bevat 0. a.
Uit Zuid-Afrika. De congrega
tiën in Frankrijk, Dood door schuld
Nabetrachting en vervolg Gemeen
teraad,
Klachten over bezorging der
Courant gelieve NOOIT aan de
ombrengers zeiven te doen, maar
steeds (liefst schriftelijk) aan een
onzer Bureaux Groote Houtstraat
55 of Z. B. Spaarne 6.
DE ADMINISTRATIE.
NABETRACHTING
van den
GEMEENTERAAD.
De Nieuwjaarsrede van onzen Bur
gemeester was Woensdag uitvoeriger
dan gewoonlijk. Ze bepaalde zieh de
zen keer niet tot een heilwensch voor
de leden, in hun qualitedt van Raads
lid en in hun gezin, maar daalde af
in bijzonderheden over wat dit jaar
ter behandeling te wachten staat.
Een soort van troonrede derhalve.
Arbeidscontract en contróle op die
levensmiddelen, zorg dus voor ziel en
gezondheid werden den luisterenden
aangekondigd. De democratisch ge
zinde leden hadden gelijk dat ze toe
juichten: inderdaad de zorgen van
het dagelijksch bestuur gaan in hun
lijn.
Maar nauwelijks had de burge
meester gesproken, of de critiek stak
het hoofd1 op. Waar blijft de herzie
ning van de politieverordening? vroeg
de heer Van de Kamp en de Voorzit
ter, niets belovende, maar ook niets
weigerende, verklaarde dat de op
somming van enkele punten het aan
de orde stellen van andere zaken niet
buitensloot. De troonrede maakte
dus op volledigheid geen aanspraak.
Waar bleef anders dan ook een toe
speling op de grensregeling?
Maar ja, daarover heeft onze bur
gemeester toch niet gezwegen. Met
kostelijke ironie gewaagde 's Raads
voorzitter van buitenwonende®, die
hunne adviezen ten beste gaven over
het boomienvellen in den Hout, en
sprak den wensch uit, dat wij een
hunner weldra als Haarlemmer zou
den mogen begroeten. Het is vleiend
voor den lieer Korthals Altee, dat de
eerste burger onzer stad hem zoo
gaarne in ons midden wil zien. Laat
ons hopen, dat het verlangen weder-
keerig wezen zal!
Dat de burgemeester door zijn me-
d)ïdjee<ling interpellaties voorkwam,
was zeer handig. 't Zal intusschen
waarschijnlijk wel niet de bedoeling
wezen, voortaan notitie te nemen van
alle mogelijke inaezo/Klen .rtukjes, dl'
mensehen uit c-niiggende gemeenten
ovejr Haarlemsohe qiiaesiies willen
schrijven. Ik wï£ riet zeggen, dat zij
er welbeschouwd D^f rnee te maken
hebben, rnaao zotweaJ aandacht als
de burgemeef r.er fir aan schenkt, ver
dienen ze toen ook niet. „Ni eet excès
d honneur, ni eet indignité".
Van belang was de Raaxisvergade-
ring anders niet Het eenige, wat de
belangstelling van die leden had, was
de aankoop van het terrein der gas
fabriek, de verhuring van de Klop
perspoort en de benoeming van een
opzichter van de gemeentereiniging.
Nagenoeg iedereen vond die gasfa
briekterreinen te duur: de Commissie
voor Publieke Werken, de Directeur
en naar ik hooi-, zelfs B. en W. ook,
die toch met het voorstel kwamen.
Toch stemden velen van die leden
vóór, zoodat ten slotte toch besloten
Is de gronden te koopan.
We kunnen ei' nu dus zeker van
wezen, dat de zwartberookte gebou
wen binnen een jaar tijd gesloopt zul
len wezen en ruimta gemaakt zal zijn
voor een hoogere burgerschool, een
lagere school allicht, een schouwburg
misschien. Over een maand of wat
zullen we ons nauwelijks meer kun
nen herinneren, waar de boel gestaan
heeft. Nu reeds zijn de leêge gaske-
tels omlaag gezonken en wachten op
hamer en moker van den slooper.
Is het duur geweest? Ja, zeer zeker.
Te duur? Wie zal 't zeggen! Onze
gemeenteraad heeft op 't stuk van
grondaankoop in de laatste jaren eer
der door te weinig dan door te veel
durf gezondigd. Had hij dit terrein nu
niet genomen, had de „Imperial", on
verschillig voor renteverlies, de lee-
lijke gebouwen nog jaren lang in 't
midden der stad laten staan, dan
zouden we gauw geprutteld hebben
over het koopje, dat de zuinigheid
ons geleverd had.
Er is een tijd geweest, niet dat we
niet pruttelden (dien tijd heb ik nooit
gekend) maar dat we er over klaag
den, dat er geen juristen in den
Raad waren. We hebben detzen mid
dag kunnen smullen van een echt
rechtskundig debatje over de verhu
ring van de Klopperspoort. De heeren
Thijssen, van Stjrum, Spoor en
Rasch zetten het op touw en de heer
Van Styrnm won ten slotte het pleit.
Of het requestreerende kerkbestuur
wel bijzonder ingenomen zal wezen
mat den loop der dingen, is een vraag
waarop ik geen ja zou durven zeg
gen. Het krijgt nu een terrein, waar
op het zal gaan bouwen, in huur
voor 25 jaar, maar-met de bepaling,
dat die huur ten allen tijde kan wor
den opgezegd en dan zes maanden la
ter eindigt. Natuurlijk is zoodanige
opzegging van den tegenwoordigen
gemeenteraad niet te vreezen, maar
niemand kan instaan voor wie na
hem komen zal. En een latere ge
meenteraad denkt er misschien an
ders over.
En ten slotte de benoeming van den
opzichter van de reiniging. Niemand
had, geloof ik, vermoed dat de heer
Boerkoel Teeds bij eerste stemming
met die meerderheid uit de bus zou
komen. Met deze benoeming is de
onaangename en verbitterende reini-
gingsquaetstie uit do wereld. Zij is
daarvan de laatste phase'. Wat mij
betreft hoor ik nu in geen tien jaar
meier over reinigingshistories spre
ken. Alleen wil ik de gelegenheid te
baat nemen, om den nieuwen opzich
ter de straatreiniging nog eens aan
te bevelen, want die is verre van
schitterend. Als 't niet meer vriest en
ik niets anders te doen heb, zal ik
eens een beschouwing geven over
wapperende papieren, naamloozen
rommel en andere vuiligheden, die
over straat zwerven.
Uuitenlandsch Nieuws
Znid-Atriba.
Men weet. dat liet Engelsche Par
lementslid Wanklyn, vergramd' op die
booze Kaapsche regeering en de Afri-
kaanders. zijn landgenooten aangera
den heeft, de hand op den zak te hou
den als de Kaapkolonie te Londen een
leening wil plaatsen, en dat Douglass,
de Kaapsche minister, op deze bedrei
ging met boycott geantwoord heeft:
Goed, dan gaan wij el diers geld zoe
ken en als dat ons duurder komt te
staan, verhalen wij het op de diaman
ten van Kimberley.
Wanklyn schrijft nu in de Times
daartegen. Douglass heeft van boycot
ten gesproken, maar het is volstrekt
geen boycott. Wij zijn toch niet ver
plicht geld te leenen aan menschen
van wie we niet houden of handel te
drijven met menschen die we niet ver
trouwen. een antwoord, dat de
Afrikaand'ers evengoed kunnen geven,
als inen hun verwijt Engelsche han
delslieden te boycotten.
Wanklyn blijft dus bij zijn voor
stel. dat hij blijkbaar hoe langer hoe
schooner vindt en waaraan hij nu een
heelepolitiek verbindt De Afrikaan
der Boer heeft meer en meer belang
bi] den prijs van voer, vee en trans
port, en die prijs hangt nauw samen
niet het crediet van de Kaapkolonie.
Elke stem vervolgt hij dan. Cham
berlain's verkiezingsleus nabootsend
die nu voor den Bond wordt uit
gebracht is eèn stem tegen dat krediet.
Elke stem tegen dat krediet verlaagt
den prijs van voer, vee en transport.
De Afrikaanders hebben 't zelf in
de hand. Laten zij met de volgende
algemeene verkiezingen een coalitie
ministerie aan het bewind brengen,
waarin de heer Wanklyn vertrouwen
kan stellen, en Engeland zal met ge
noegen geld leenen en opnieuw han
del drijven. Tot zoolang de beurs
dicht.
Nu is het grappige van het geval,
dat de agent-generaal van de Kaap
kolonie te Londen aan een verslagge-
ver. die hem over deze zaak kwam
spreken, zei de, dat 't de Kaapkolonie
financieel zoo goed gaat. dat er nog
geen leening aan de orde is. Maar
vooral is het grappig, dat Rotschild,
naar zijn oordeel gevraagd, gezegd
heeft, dat de City niet het minste
bezwaar heeft de Kaapkolonie geld te
leenen. Die onnoozele Wanklyn, om
te denken, dat het kapitaal zou doen
aan gevoelspoliliek. Het gaat daar
heen waar 't wat verdienen kan en
licht een beetje om Wanklyn en an
dere enthousiasten
Frankrijk.
In een officieus bericht in de Fran-
sche bladen laat de regeering weten
hoe het nu staat met de congregatiën
die voor hare inrichtingen machtiging
hebben gevraagd overeenkomstig de
wet. Een dergelijk bericht hebben
we eveneens eenige dagen geledn aan
getroffen. Het is of de Fransche re-
Igeering zoo geleidelijk het puibliek
vvii voorbereiden op het groote woord,
en dat groote woord is er nu uitgeko
men: „Het is waarschijnlijk, dat deze
beslissing (n.l. een afwijzende beschik,
king) genomen zal worden met betrek
king tot alle inrichtingen van onder
wijs, die zich in die omstandigheid
bevinden, dat wil zeggen, inrichtin
gen. opgericht zonder machtiging door
congregatiën, welke van de noodige
machtiging zijn voorzien". Zoo luidt
het bericht ondubbelzinnig, en dan
gaat het voort: „alleen inrichtingen
van liefdadigheid' en ziekenverpleging
zullen machtiging kunnen bekomen"
Het gaat hier dus over de inrich
tingen van de officieel erkende con
gregatiën. Niet alle, maar een deel
van deze inrichtingen. Er zijn er
13,600 in het geheel. Van deze inrich
tingen hebben er 10,900 binnen den
door de wet van 1 Juli 1901 vastgestel-
den termijn machtiging gevraagd,
maai- 2700 zijn te laat geweest. Deze
2700 nu zijn bij afzonderlijke decre
ten gesloten, of deels 1 en ministe-
rieele circulaire gesloten verklaard.
De inrichtingen behoeven machtiging
van den Raad van State. Combes is'
echter van meening en de Raad
van State deelt dat gevoelen dat
de regeering mag weten of zij een
aanvrage zal onderwerpen aan het oor
deel van den Raad van State of niet.
Zoo kondigt nu de officieuse nota van
de regeering aan. dat reeds 947 aan
vragen. alle van inrichtingen van on
derwijs, zonder meer door de regee
ring op zij gelegd zijn. De Raad van
State krijgt dus alleen de aanvragen
onder oogen van die inrichtingen,
welke in de oogen der regeering ge
nade vinden. Combes deelt mede, dat
hij in de Kamer wel uitleggen zal,
welken maatstaf hij heeft aangelegd
bij het schiften der aanvragen.
Over de aanvrage van congregatiën
zelf heeft de regeering, zooals bekend,
de Staten-Generaal te raadplegen.
Hier doet zich nu de moeilijkheid
voor, dat er verscheiden vereenigin-
gen machtiging hebben gevraagd' niet
omdat zij rneenen den noodigen wet-
telijken grondslag te missen, maar
omdat Waldeck-Rousseau indertijd bij
do behandeling der wet in 1901 heeft
verzekerd, dat het veiliger was voor
alle inrichtingen, zich om machtiging
tot de overheid te richtp- De vereeni-
gingen. welke meenen strikt genomen
geen erkenning meer te behoeven heb
ben nu onlangs een groot, stuk o-~e-
steld. waarin zij, met aanhaling van
wet jurisprudentie en gebruik, betoo-
gen ,dat regeering en Staten-Generaal'
niet, het recht hebben haar het leven]
te benemen, door op haar strikt
genomen overbodige aanvrage af
wijzend te beschikken. Deze en dier
gelijke kwesties zullen binnen eenige
maanden wel in het paleis Bourbon op
het tanüt worden gebracht,
Dnitschland.
Verschillende Berlijnschebladen dee-
len mee, dat er een schikking getrof
fen is tusschen dien kroonprins van Sak
sen en prinses Louise. De beraadslagin
gen voor het speciale echtscheidings
hof zouden verdaagd zijn.
Volgens deze zelfde berichten zal de
prinses zich terugtrekken in een kasteel
in Boheme, het eigendom van den ge
wezen voorzitter van dien Oostenrijk-
schen ministerraad, graaf Von Thun. Dit
kasteel is (gelegen bij de grensplaats
Tetschen, vijf en veertig minuten van
Dresden.
Macedonië,
In een hoofdartikel over de hervormin
gen in Macedonië schrijft de „Novoja
Wremja": Rusland en Oostenrijk-Ho n-
garije verlangen hervormingen met ga
ranties; zulke hervormingen zulllen aan
Turkije na de verkregen overeenstem
ming tusschen Rusland en Oostenirij k-
Hongarije voorgelegd worden. De voor
naamste punten zijn de volgende:
1. Instelling van een financieel© con
trole op de heffing van belastingen in
de Europeesche vilajets en op de beta
ling van salarissen aan ambtenaren en
troepen.
2. Instelling van een contróle op de
gendarmerie door de aanstelling van
officieren uit onderdanen van de neu
trale Europeesche staten België, Neder
land en Zwitserland.
3. Zeer gewenscht is een contröle over
het bestuur van Macedonië, waartoe ie
mand wordt vereischt, die zoo mogelijk
onafhankelijk is van Turksche tradities
en van Yil-diz Kiosk.
Aan het slot merkt het blad op, dat
deze maatregelen de Turksche eigen
liefde wel zeer zullen kwetsen, maar
voor Turkije zelf van groot nut zullen
zijn. Turkije heeft in de Europeesche
provincies een kleine operatie noodig.
Elke operatie is echter pijnlijk en wekt
natuurlijk verzet van het zieke organis
me; dit verzet moet echter door zekere
„krachtsinspanningen" overwonnen' wor
den. Men moet hopen, dat Turkije -al
to on en, dat het de stem van het verstand
weet te gehoorzamen en uit vrije bewe
ging de aangeboden „hulp" zal aanne
men.
Als het bericht van de „Novoja Wrem
ja" juist is, dan is het Rusland en Oos-
stenirijk nu ernst met de invoering van
hervormingen. En nu dringt zich de
vraag opnieuw op: zal de sultan, zooals
onlangs hier werd gemeld, zich met ge
weld van wapenen tegen deze ingrij
pende hervormingen van vreemdelingen
verzetten? Het antwoord op deze vraag
zal waarschijnlijk niet lang meer op zich
laten wachten.
Finland.
In desn Finschen Senaat beproeft
men door verzet wel nu en dan de al
te krasse verkrachting van Finland's
rechten tegen te gaan, maar zoodra
•er een protest over zulk een kwestie
wordt vernomen, gaat de meerderheid
op hoog bevel gehoorzaam over tot
dè orde van den dag.
Hef. brievengeheim is nu in Fin
land feitelijk opgeheven. Om de
kroon te zetten op de maatregelen ter
voorkoming van verspreiding van
verboden drukwerken, heeift von
Plehwe, de minister van binnenland-
sche zaken, eenvoudigbepaald, dat
alle „verdachte" postzendingen in te
genwoordigheid van den geadresseer
de moeten worden geopend. Ook to
gen dezen maatregel kantte zich de
Senaat, maar de regeering lacht daar
wat om; zij stoort zich aan den Se
naat als deze naar haar pijpen danst
en anders niet.
De directeur-generaal der Finsche
posterijen heeft ontslag genomen; in
zijn plaats komt nu ook alweer een
Rus.
Is er grooter contrast denkbaar
dan de „hervormingsgezinde" en „hu
manitaire" redevoeringen der Russi
sche ministers en het barbaarsche op
treden der Russische jingo's in het
ongelukkige Finland?
Vereenigde Staten
De staatsTegeeringerii en de plaatselij
ke overheidspersonen in de oostelijke
staten der Unie doen hun uiterste best
om de ellende, door den kolennood te
weeggebracht, te lenigen. Men verwacht,
dat het congres spoedig maatregelen ne
men zal om den invoer van steenkolen
te vergemakkelijken; de uitwerking van
zulke maatregelen zou echter pas na
©enigen tijd gevoeld kunnen worden.
En intusschen is de koude zeer hevig.
De berichten over één nacht geven een
totaal van een paar dozijn menschen
d'ie doodgevroren of indirect tengevolge
van de koude omgekomen zijn.
.De heftige bedreigingen van de bladen
die de negers in alle opzichten onderge
schikt zouden willen houden en van het
andere deel der pers, dat president Roo
sevelt's jongste maatregelen zoo al niet
in beginsel verkeerd, dan toch onge
schikt acht in de gegeven omstandighe
den, hebben den President niet weer
houden, op zijn weg voort te gaan vol
gens zijn stelling dat „aan niemand ter
zake van zijn huidskleur een officieele
positie onthouden mag worden."
Dinsdag maakte Roosevelt bekend, dat
hij nu de noordelijke staten een beurt
denkt te geven. Hij wil W. H. Lewis, een
kleurling, benoemen tot assistent-bonds-
procureur te Boston. In dit geval zijn er
echter verzachtend© omstandigheden:
Lewis is iemand van gemengd bloed,
meester in de rechten, en een zeer
bekend voetbaOspeier.
Uit het Engelsch\
van
E. W. HORNUNG.
47)
Het zou misschien beter geweest zijn
als je meer attentie besteed' had aan
de vrouw van Vinson en minder aan
de mijne; maar natuurlijk zou zij
zelve er niet over denken jou te be
rispen! En als jelui klaar zijn, zullen
wij weer naar de dames gaan, ga je
mee, Woodgate.
Gevoelig als hij was en voor zoo
ver hij na kon gaan altijd vol toege
vendheid voor anderen, wier onna
denkendheid of hartstocht hem par
ten gespeeld mocht hebben, wasLang-
holm in het diepst van zijn gemoed
gekwetst door de laatste woorden van
Steel, terwijl Hugh Woodgate daarin
niets beleedigends had opgemerkt.
De toon van Steel was niet openlijk
beleedigend, eerder spottend, mis
plaatst misschien en van slechten
smaak getuigend, maar schijnbaar
goedhartig en zonder eenige bijbedoe
ling. Maar Langholm liet zich niet
bedriegen. Voor hem hadden 'die
woorden wel een bijbedoeling en dan
nog wel een zeer onaangename.
Toch had hij een gevoel, of hij niet
geheel onrechtvaardig beleetdigd was;
hij stak zijn hand in eigen boezem en
voelde zich rechtvaardig berispt; niet
voor iets, dat hij gezegd of gedaan
had, maar voor wat hij op dat oogen-
blik in zijn hart vond. Langholm
kwam geheel terneergeslagen de ont
vangkamer binnen, maar zijn gees
testoestand kwam niet langer door
iets, wat zooeven gezegd was.
De scène die hem wachtte, scheen
ei- op berekend te zijn hem die neer
slachtigheid nog dieper te dóen voelen
Rachel had de heeren laten vertrek
ken met het trotsche gelaat en de
geestkracht die zij aan tafel schijn
baar zondeT eenige moeite had volge
houden, verdween erf zij viel snik
kende op Morna's schouder, zoo in-
wanhopig en meêlijwekkend, dat
zelfs Steel even op den drempel staan
bleef.
Het volgend oogenblik stond zij
weer rechtop, terwijl de tranen nog
in haar mooie oogen glinsterden maar
haar geestkracht scheen volkomen
teruggekeerd.
Ga niet heen! vroeg zij hen, met
een stem, die iemand door 't hart
sneed. Blijf hier en help mij, om
God's wil! Ik kan het niet langer dTa-
gen. Ik ben daartoe niet sterk genoeg
Ik kan mij enkel houden, alsof ik
het wel dragen kan, een uur lang te
genover de bedienden. Zelfs dat heeft
mij bijna dol gemaakt van inspan
ning en van schaamte.
- Anderen moesten zich schamen,
zei Steel nu zeer ernstig, jij hebt
daartoe geen reden. En wat doet het
er toe,wat zij denken of zeggen? Een
achterhoek zooals dit. district is in de
geheele wereld niet.
Rachel schudde droevig het hoofd;
haar mooie oogen stonden nu niet
meer vol tranen, alleen glansden zij
meer dan ooit. Langholm scheen niet
anders te kunnen zien.
Maar het vertegenwoordigt toch
de wereld, hield' zii vol. Het ia een
stukje van de wereld en hetzelfde zou
plaats grijpen in ieder ander gedeel
te. Het zou gebeuren in Londiem en
overal elders zoodra ik bekend werd.
En voortaan- zal ik bekend zijn!
riep Rachel met overmoed uit; ejr zal
niet meer verborgen worden wie ik
was of ben; die geheimzinnigheid is
juist de reder» om het ergste te den
ken. als er iets bekend wordt. Maar
is het niet schandelijk? Ik werd vrij-
ken en toch word ik behan
deld alsof mij enkel genade geschon
ken werd. Is dat niet een schande
voor de algemeene humaniteit?
Humaniteit is niet zoo algemeen
als je denkt, hernam Steel.
Het is onchristelijk! riep Hugh
Woodgate, telkens het bijvoegelijk
naamwoord herhalende.
Langholm zei niets. Zijne oogen
waren voortdurend op Rachel geves
tigd. Maar zij bemerkte daarvan
niets. Ook had zij geen blik over voor
Hugh Woodgate, zelfs niet voor zijn
vrouw. Rachel spra kalleen tot haar
echtgenoot; zij stond naast hem en
keek hem voortdurend aan.
Wil jij die schande laten voort
duren? vroeg zij hem trotsch.
Zijn antwoord was heel natuurlijk.
Beste Rachel, wat kan ik er aan
doen? Nooit heb ik gedroomd, dat 't
hier uit zou komen; het is een vloek,
dat dat gebeurd is.
v r.r ik had er behoefte aan dat
het zou uitkomen, riep Rachel, als
je heit oog hebt op mijn verhoor en
vrijspraak. Het was'dom om beiden
geheim te willen houden. Voortaan
Izal het geen geheim meer zijn.
Dan kunnen vij niet meer voor
komen, dat de wereld zegt en denkt,
waar het lust in heeft, hoe hardvoch
tig en onrechtvaardig dat ook wezen
mag. Wees verstandig en hoor naar
rqde, ofschoon God weet, hoe moei
lijk het voor je moet zijn nu in de
gewenschie stemming tè komen!
Maar ik heb mijn best gedaan; ik zal
mijn best weer doen. Morgen zal ik
deze plaats verkoopen. Wij zullen di
rect iets anders zoeken.
En dan zal hetzelfde daar weer
gebeuren! Is dat alles, wat je doen
kunt, jij, die mij trouwde na met
eigen ooren ieder getuigenis gehoord
te hebben, die men met mogelijkheid
tegen mij kon inbrengen?
Is er iets anders dat jij zoudt
willen, Rachel?
Ja, antwoordde zij, terwijl zij
hem open en ernstig in het gelaat
zag en de tegenwoordigheid van haar
drie gasten totaal vergat. Tracht uit
te vinden, wie schuldig is, als je
werkelijk wilt, dat de menschen zul
len gel00ven d&t ik onschuldig ben!
Steel ontstelde niet, ofschoon later
ten minste één van het luisterende
dn'etal zich met, zekerheid meende te
herinneren, dat hij wefl geschrokken
was; natuurlijk sloot hij de lippen
stijver opéén, terwijl zijne oogen dï«
van zijn vrouw zochten met een blik
doordringender dan men ooit van
hem gezien had, maar dit duurde
hoogstens twee of drie seconden, toen
Bloeg hij ze in verwarring langzaam
neer.
Hoe zou ik kunnen, Rachel?
vroeg haar echtgenoot rustig, zelfs
vriendelijk met iets goedkeurends in
den toon. Ik ben toch geen detective.
Dat laatste werd er alleen aan toe
gevoegd om toch wat te zeggen en be
wees duidelijk, dat Steel niet op zijn
gemak was, ten minste aan de
vrouw die hem, heter kende dan ooit
ekend had.
Een detective, neen! zei ze zeer
bij de hand. Maar je bent een rijk
manc je kunt detectives in dienst ne
men; als je wilt kun je je -vrouw zui
veren van die onverdiende smet.
Maar Rachel, je weet heel goed,
dat je al gezuiverd bent,
Dat is dus je antwoord! riep met
met minachting uit, en wendde
haar oogen eindelijk van hem af zon
der op een ontkenning te wachten.
I Zii had met hem afgedaan, haar ge
laat zei dat duidelijk, hij keek haai
een oogenblik aan en keerde zich toeffl
I schouderophalend om.
(Wordt vervolgd).