Licht en Schaduw.
In den Mist.
DE ZATERDAGAVOND.
(Verhaal uit het Spoorwegleven).
Het was Oudejaarsavond. De mail-
trein reed niet een snelheid van meer
dan 90 kilometers in het uur. De
trein was met acht minuten vertra
ging van het hoofdstation vertrokken
en nu trachtte de machinist die mi
nuten in te halen, vóór hij aan het
kruispunt kwam, dat op korten af
stand voor het volgende hoofdstation
gelegen was, daar hij anders op den
kruisenden trein verscheidene minu
ten zou moeten wachten.
't Was donkere avond. De wind
gierdle over de velden, die met ijs en
sneeuw bedekt waren. De vaart van
den trein was angstwekkend. De geel-
roode- stralen der locomotieflantaarns
schoten zóó snel dooi" de duisternis,
dat 't scheen alsof een vliegend licht-
spook, op wolken van stoom gedra
gen ,d»n weg wees. 't Schijnsel uit de
coupés gleed snel, als een sleep van
licht, langs de besneeuwde helling
van den hoogen spoordijk.
De machinist, de pet vast op 't
hoofd- gedrukt, den stormband om de
kin, tuurde, tuurde scherp met onbe
weeglijk strak gelaat door het rood'e
kijkglas vooruit de duisternis in, nu
en dan zich opzij buigend, om langs
de machine heen te kijken over den
weg. die als verslonden werd onder
zijn blik. In 't geheimzinnig schemer
duister van een besneeuwd landschap
bij nacht cirkelden weg de velden
met hun lichtpuntjes der huizen, met
hun in-zwarte vlekken der bosschen.
even snel opkomend als verdwijnend.
De machinist keek op zijn horloge.
Hoe laat is 't chef, vroeg do sto
ker ,die op den trillenden bodem voor
den vuurhaard neergehurkt zat.
Zestien
Dan kunnen we nog om negen
uur achttien bet kruispunt passeeren.
Ja. as die goederentrein op tijd
geweest is
We zullen 'm nog 's ..smeren"
chef, zei de stoker opstaande.
Eerst keek hij lachend naar den
manometer, dan rukte hij de deur van
den haard onen en stootte met zijn
lange vork in den geweldigen vuui-
poel
Een straal van gouden vonken spoot
uit de schoorsteenpijp hoog in de
lucht op; uit den vuurhaard lichtte een
rosse gloed, zoodiat 't scheen, alsof de
locomotief in vlammen stond, 't Ko
per en staal der machine blonk en
glinsterde. De locomotief rilde als een
dier ,dat vlijmende zweepslagen voelt,
geweldig stampend, snuivend en sis
send alg van woede. De tender, waar
de steenkool, 't voedsel der machine,
hoog lag opgestapeld', waggelde onder
de snelle vaart, nu en dan brokken
kool van zijn loggen rue schuddend,
wegslingerend ,den spoordijk af. De
stoker wierp nieuwe kolen in den
gloed en smeet dan dte haarddeur
dicht. Nu was 't duister, alleen de
gasvlam bij den manometer ver
spreidde een flauw schijnsel. Dikke,
zwarte rookkolommen bolden uit de
schoorsteenpijp en dwarrelden boven
de locomotief uiteen.
De machinist veegde het zwarte
vettige neerslag uit zijn gezicht en
keek norsch voor zich uit.
'k Geloof da'-je de smoor in heb,
chef om die acht minuten, zei de sto
ker met een schuinen lach. terwijl hij
een haring in tweeén scheurde en op
een snee brood legde.
Raakt 't jou wat, snauwde de ma
chinist.
Nou chef, troost, je maar, die
paar centen minder zullen ons niet
arm maken meende de stoker weer
doelende op 't, verliezen der premie
van dien dag bij te late aankomst.
Hier, chef, je koffie is warm, en hij
refkte den machinist het blikken ke
teltje, dat tegen den vuurhaard ge
hangen had.
Do machinist nam 't schouderopha-
land aan en dronk gretig.
Wat, kon hem die premieom
Vrouwen voer Zuid-Afrika.
Herhaaldelijk al tijdens den oorlog
tegen de Boeren, hebben officieele per
sonen in Engeland te kennen gegeven,
dat zij voor de samensmelting van bot
Hollandsche en 't Britse,he ras in Zuid-
Afrika vooral veel verwachten van
emigratie van Engeische vrouwen na&r
het zuiden van 't donkere werelddeel,
De emigratie i* nu werkelijkheid ge
worden aan de opropping voor ver
huizing naar Zuid Afrika geven hon
Schetsen van DEKA.
Pas geëngageerd.
Een week vóór de uitvoering van R a-
rahoe, d'e bekende dilelianlentooneel-
club, vroeg hij haar. Dat deed hij maar
niet zóó, daar was opzet bij. ..Rarahoe"
was ml gewoon, haar uitvoeringen steeds
met een bal te besluiten, en Francois,
dezen Erainscheu en zeer efliegamtem naam
droeg van onderhavig lijdend en bemin
nend jongman, wist hoe veler oogen
dan op zijn Alida gevestigd plachten te
wezen, hoe veler stoute arm haar fijue
leest dan omknelde, hoe vele lieve woord
jes hoar dan in het beminnelijk kleine
oor gefluisterd werden. Daarom als een
man> en hij was immers een mén
naar haar ouders gegaan vóór de groote
dag der uitvoering daar was.
Francois had het geluk Biet geheel on
bemiddeld te zijn, en daar hij bij zijn rij
ken, kindlerloozen oom op kantoor was,
mocht hij inderdaad van een goede toe
komst spreken. Redenen dus genoeg om
niet al te bang te wezen, dat hij zou
worden, geweigerd.
Alles ging goed het jawoord werd
door de verheugde ouders met zekeren
nadruk gegeven, en Alida lispelde hel
hem eveneens, zooals te doen gebruike
lijk is wat beschroomd, Ini het ooi*.
O zaligheid en zekerheid! Francois
kon in de voorhagen, die aan de uitvoe
ring voorafgingen*, zijn geluk haast niet
op.
De avond kwam, en met hem diepe
rampzaligheid over den annen Fran
cois. Maar laat ik mijn, verhaal niet voor-
ui tloopen. Francois dan, netjes gekapt
en met een gloednieuw pak aan,, stapte
met van trots fonkelende oogen de fees
telijke, volle zaal binnen, aan zijn arm
liefdevol medevoerende het allerliefste
Alida-tje, „rein als de sneeuw bij het ne-
derzweven" zooals in de Hugenoten staat,
En inderdaad het witte japonnetje met
derden vrouwen, rreesf dienstbaren,
die rr een ruimer bestaan of een man
denken te vinnen, gehoor en vrij ge
regeld vertrekken schepen door hot
gouvornem mt gecharterd, naar Kaap
stad met vrouwen, die geheel voor re
kening van de schatkist reizen aan
boord.
Onlangs ging een schip weg met
driehonderd dienstmeisjes, die geest
driftig werden toegejuicht door een
groot® menigte aan der. wal.
De plaat geeft een episode uit dot
vertrek te zien. Een meisje, dat haar
verl rokkendén vriendinnen vaarwel
wilde zeggen, was nog tan boord, toen
de boot in beweging kwam. Zij waag
de den sprong van de hooge verschan
sing naar den wal en werd er opge
vangen door gedienstige mannaaa--
men
het lichtblauwe lintje stond haar bepaald
poétig.
Op de eerste rij lieten zij zich neder
eenie uitverkorene plaats aldus. En niet
zonder reden! Want Alida was een wer
kend Lid zij zou van avond in het dra
ma optreden, en dus was er aan haar
en haren minnaar een plaats bereid
op de eerste rij, tusschem en maast de
bestuursleden in.
Francois aanvaardde deze onderschei
ding ajs aan zichzelf gebracht. Met het
air van een echt man-van-de-wereld mon-
sierde hij de zaal groette hier en daar
i-een kennis, keek eenigszin-s hoog op et-
lelijke schaapachtige jongelui neer
nog zonder meisje die voor dezen
avond hun hoofd met en benevens hals
in een ontzettend hoogen en stijven
boord hadden gewrongen, en. praatte wat
luchtigjes met zijn schoonheid.
Niet lanlg echter want al spoedig
kwam een der bestuursleden haar uit
nood! gen zich alvast klaar te maken en
naar de kleedkamer te gaan. Alida moest
in bet einde van het eerste bedrijf reeds
optreden, en daar het scherm zoo aan
stonds zou opgaan,, werd zij verzocht
niet moer te talmen.
Een laatste afscheidskus dus nog
en daar zat hij een week na zijn ja
woord reeds alleen in een zaal vól
menschen, als onbestorven jong weduw
naar.
Edoch, dat kon hem niet verdrieten.
Want Francois was maar niet zoo'n ge
woon jbnfgmewsch. Met philosophisehe
kalmte deelde hij zichzelven mede, dat:
I lo. de scheiding slechts van korten duur
zou zijn; 2o. hij zijn meisje nu eens in
al haar gratie en kinderlijke onschuld
zien spelen; 3o. hij er haar een piel zier
mee deed. En met dat laatste argument
had ik eigenlijk wel kunnen beginnen
al deed het, in overdracliteJijken zin1, ge
sproken, voor hem ook de deur dicht
Want zijn liefde was evenmin als hij
zelve zoo maar de eerste de beste. Zijn
liefde was groot en duur!
Ik hoop van ganspher harte dat ik er
in geslaagd ben u eenigszins in dezelfde
gespannen verwachting te brengen ils
DE Z ATERDAGAVOND.
5
die centen was 't 'm niet
In. den vroegen morgen was hij met
ruzie v.an huis gegaan. Dat gebeurde
niet vaakdat gebeurde nooit kon
hij wel zeggen. Want h:: had 'n
wijf. zoo as 'r geen tien op de duizend
zijn: altijd in en voor de huishouding
zuinig en vlijtig, 'n brave huisvrouw!
Daarom kon hij 't zich niet begrij
pen, van, z'n eenige dochter Antjé;
moeder had' haar altijd zoo'n goed
voorbeeld gegeven! Maar waar 't niet
inzit, zie-je, daar komt t' niet in. 't Is
God geklaagd, zoo as tegenwoordig de
jong emeiden bennen! Wat ze ver
dienen, dat moeten ze an der lijf han
gen: mooie lintjes en strikjes, maar
in dei* linnenkast is 't leeg Allemach
tig veel complimenten, maar de han
den 's flink uit de mouwen steken: lio
maar! Antje nèt zoo. 'n Dure japon,
liefst met 'n sleep, maar as moeder 'r
niet voor zorgde, zou ze geen hemd
an der lijf hebben.
Ja, de machinist had verdriet van
z'n eenige dochter. Wat wou ze tocli?
Had ze den kost niet maar voor 't eten?
Kon ze 't samen met moeder niet heel
makkelijk af in de kleine huishou
ding?
Maar nee dat wou maar niet!
Gisteren was er weer een scène ge
weest.
Ziedend! van dirift had hij haar vast
gegrepen. Moeder kwam. tusschenbei-
dem, maar hij duwdie zijn vrouw op
zij.
Ge-slagen had hij haar. tot ze voor
zijn voeten ineenkromp geslagen al
maar-door. groote God! het was jam
merlijk om aan te zien! En toen had
hij haar bij de schouders ge-grepen en
de deur uitgetrapt.
Een oogenblik had hij haar na~e-
keken, terwijl ze luid schreeuwende
in d'e duisternis van den avond ver
dween.
Hij had dien nacht niet meer kun
nen slapen en rusteloos d'e kamer on
en nee-rgeloopem, terw'nl moeder in
haar stoel was blijven zitten schreien.
Maak je toch niet ongerusl
vrouw, had hij eindelijk gezegd. Ze
komt straks teru°- met hangende poot
jes komt ze te-rug. 't, Is wel Beroerd,
dat je je kinderen zoo mot ranselen,
maar waarachtig, vrouw die streken
motten der uitgeklopt worden!
En dan met weekheid in zijn stem:
God! God! als ze den slechten weg op
ging!nog liever zag 'k 'r met 'r
kop ondier den- sneltrein!
Moeder vouwdle d)e rimpelige han
den bevend samen en bad in stilte.
De morgen daagde. De machinist
ging de deur uit. om vroeg in d° ma-
chineloods te wezen, want hij moest
den iilcroedierentrein rijden, om met
den mailtrein terug te kecren
Hij was nu op den terugweg
naar hui9.
Met geweld! dirong hij de gedachte
aan vrouw en kind terug, want bij de
ontzettende snelheid, waarmede de
mailtrein reed. was de grootste activi
teit. die al de zenuwen spannen deed.
gebiedende plicht. Immers in de hand
van den machinist was liet leven van
de vele reizigers, die, onbezorgd, ge
makkelijk weggedoken in fluweelen
kussens, lachten, causeevden of in
dommelden! Een oogenblik van onop
lettendheid, van afgetrokkenheid
achter den trein zit dc dood rustig
op een der buffers, eiken polsslag ge
reed er af te springen.
't Wordt mistig, chef, zei de sto
ker.
Dat heb 'k gezien.
Dan kunnen wij geen ..tijd" meer
rijden Zal 'k wat inhouden?
Nog niet
Maar plotseling klonk het bevel: Al-
sluiten!
Onmiddellijk sloot de stoker stoom
af.
't Geweldige stampen en snuiven
der machine hield op en de snelle
vaart, van den trein verminderde
merkbaar.
De trein naderde nu het signaal,
dat op 300 nieter afstand' van het
kruispunt, stond. Toonde di't signaal
wit: licht, dan was de weg veilig en
kon de terin ongehinderd door kruis
punt naar het daarachter gelegen
hoofdstation doorstoomen. maar was
het licht rood, dan bestond or vaar.
dan was de andere trein het kruispunt
no" niet gepasseerd' en moest de mail
trein dus wachten. De machinist keek
dan ook voortdurend naar het signaal
uit, maar hoe nabij ook, er was noch
wit. noch rood licht te zien. daar de
mist. die plotseling was opgekomen,
zich nu steeds meer verdichtte. Door
den Westinghouse-reni bedwongen,
sleepte d:e trein tot vlak onder het
signaal.
Hevig gierde de stoomfluit, het
waarschuwingssein.
Plotseling schreeuwde de machinist:
Veilig.
Het signaal was nu duidelijk zicht
baar, als een witte lichtvlek. De trein
behoefde dus niet te stoppen. Vooruit!
riep de machinist.
Het fluiten hield met een korten
stoot op. Met vollen stoom -mat de
terin voorwaarts! Nog enkele secou
den en lii.j zal den wachtpost bij het
kruispunt, bereikt hebben, waarvan de
lichten dioor den mist nog onzichtbaar
zijn
De machinist kijkt scherp toe. Hij
voelt zich niet op zijn gemak, een
angstig voorgevoel beklemt hem de
borst. Maar waarom? Wat zou hij te
vreezen hebben? 't Signaal stond im
mers veilig? Als hij straks den wacht
post passeert, dan zal de wachter 't
iiem me-t zijn lantaarn nog eens be
vestigen: „alles is veilig?" En toch...
zijn hand grijpt onwillekeuri" naar de
remkraanl
Maar er is nietsniets dan mist...
Stil? Groote God! Ziet hij goed?!
In 't zelfde spoor, vlak voor de ma
chine, door 't licht der lantaarns be
schenen. beweegt zich de silhouet van
een menschelijk wezen
Bliksemsnel remt bij.
God! het moet te laat zijn! vreese-
lijk oogenblik! De gedachte, dat eeh
mensch onder de raderen zijner ma
chine vermorzeld wordt zonder dat
hij dit kan beletten, doet hem 't kóu-
de zweet uitbreken.
Eéntwee secondien de trein
staat stil, met een geweldigen schok,
waarin Francois verkeerde, toen het
scherm w&s opgegaan, en het eeiste be
drijf langzamerhand naar het einde
dreef, dus Alida moest opkomen.
En ate dat zoo is, daai betreur ak met
een ook weer deze overwinning, omdat
ik ze dan dezelfde teleurstelling moet
brengen, liet zelfde scherpe leedwezen,
dat Francois al spoedig door den teeren
ziel -sneed.
Alida beviel niet!
Moest ik in een criiische beschouwing
treden-, waaraan o. a: journalisten zich
nog al eenis wag-ern, dan zou ik in de
zwarte kleuren moeten schilderen,
hoe stijf zij zich voortbewoog, hoe volko
men onvoldoende zij sprak met even vol
komen verkeerde intonatie, hoe schaap
achtig van doodelijke verlegenheid zij
was. En stel je daarnaast voor eene ware
syJphide, aan bruinlokkig meisje, dat
ééns lange jaren geleden een plaats
in hetzelfde hart van Francois bezeten
had eene die zich op het tooneel even
gracieus, even natuurlijk bewoog alsof
zij alleen op haar kamers was, wier stem
Kunstschatten te Parijs.
De president der Fransche Repu
bliek, Emile Loubet, heeft dezer dagen
het nieuwe museum van de stad Pa-|
rijs en de collectie-Dutuit en het Petit
Palais in de Champs-Elysees geopend.
Do collectie-Dutuit is bijeenverza
meld door twee broeders, die ach
tereenvolgens te Roucn ,te Parijs en te
Rome hebben gewoond. Zij reisden
veel. voornamelijk in Italië en hiel
den zich op hun reizen onledig met
het aankoopen van kunstwerken en
curiositeiten De collectie, waarvan
wij bier eenige voorwerpen afbeelden
(1 is een klok uit de 18e eeuw. 2 een
madonna van Nijons, 3 een bronzen
kop uit de derde eeuw, 4 een terracot-
(a-groep door Clodion, 5 een kandela
ber van porselein, die 91,000 francs:
heeft gekost ,6 een majolicavaas, 7
een porseleinen drinkvat 8 een antie
ke vaas, 9 juweelwerk uit den Renais-
1 sance-tijd), omvat ook schilderijen
van Hollandsche. Fransche en Itali-
aansche meesters, penningen, aarde
werk, manuscripten, boeken enz enz.
Op het grootste plaatje is president
I.oubet afgebeeld bij gelegenheid van
de opening van het Stedelijk Museum,
luisterende naar een rede van den
voorzitter van den gemeenteraad.
de woorden scheen te zinigen
Gij begrijpt het! Francois was een op
recht en flink man. Maar daartegen was
zijn nauw (bedoeld wordt ternauwer
nood) verliefd hart niet tegen bestand.
Zijn hart gloeide als de lava, die de be
kende cavalerisi in zijn inwendige voe'de
borrelen en koken in het kort hij was
zich zelve niet meer, en dacht slecnts
aan een aan één aan een! Maar dat
was niet zijn Alida.
De voorstelling was afgeloopen en al
les werd voor het bal in gereedheid ge
bracht. De jongste jongelui beijverden
zich zware tafels, waarvooT mannen
krachten noodig waren, met groote luch
tigheid naar de zijden der zaal de sleu
ren, als droegen ze slechts eierschalen.
De bekende famllien voegden zich bij
een en het was een prettig gesnap van
ondeugende kleine meisjes, en overmoe
dige heertjes. De oudere dames schudden
dan het hoofd-, en lachten achter hun
waaiers tegen elkaar de oudere hee-
ren vertelden elkaar fluisterend moppen.
Kortom, het was je gewone, gezellige,
bal-conversatie.
Met dit verschil alsjeblieft dat Fran
cois gainschelijk tegen zijn gewoonte
daar nAe-t aan meedeed. Hij was ver
strooid, praatte en luchtte slechts Lij
wijlen, maar had voortdurend het oog
gericht naar de overzijde, naar de bruine
schoone, zijne aandacht voelende, driest
en brutaal optrad. Zoo zijn de vrouwen!
Zoo was ook reeds deze jonge vrouw!
Zij wist dat zij er het harte van een ba
rer zusteren mee zou breken, als het
haar gelukte den heer Francois ontrouw
te maken. Toch blééf zij met vuur spe
len!
Arme Alida! Als ik het talent van i en
onzer moderne dichters of dichteressen
had, zou ik u beweenen in alle mogelijke
versvormen. Maar helaas dat ontbreekt
mij! Daarom zij. in een korte simpele
aanteekenin-g, vermeld dat gij maar al
te goed vooldet, hoe gij vernachlilsingt"
werd. Ook zij genoot daarom dien avond
niet al onthaalde Franc, haar ook
op roomtaartjes. Dat wds 1. niet wat
zij van hem vroeg zij wilde 2ijn gees
telijke liefde.
Goddank, dat ik deze ietwat droevige
schets, niet met een tragisch einde be
hoef te besluiten. Want toen de avond
verstreken was en in nacht was overge
gaan, reden zij beiden in een aapje huis
waarts. En hier, in het enge rijtuig, waar
de nachtwind groote koude veroorzaakte,
kwam Francois weder tot zich zelve.
Mij zag het droevige blonde hoofdje
van het mooie kind naast hem, hij /ag
de witte soepele gestalte, die toch, bij
nadere beschouwing, weer wèl gracieus
was, hij voelde haar warm, zacht handje
in de zijne. Toen heeft hij zich als be
rouwvol zondaar aan haar boezem ge
worpen, het kan ook zijn dat hij haar
aan de zijne heeft getrokken, of dat zij
beiden aan elkanders borst rustten!
Wat doet het er toe ik houd mij hier
niet met die overwegingen bezig. Ik heb
u slechts willen uitbeolden hoe de worm
van twijfel en ontrouw reeds na één
week van jonge liefde, reeds aan de har
ten kan knagen. En in de hoop, dat mij
dit gelukt is, zet ik hieronder een streep.