DE ZATERDAGAVOND. Gratis Bijvoegsel van Haarlem s Dagblad Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. 8 DE ZATERDAGAVOND. en kondigde den aanzittenden kort en bondig aan: Nu zal het orgel iets voor ons spelen. De heer Best bleef kalm op ziin stoel zitten en deed alsof de aankon diging hem niet aanging. De burgemeester zag hein verbaasd aan Hij meende, dat de musicus mis schien In de een ofanderemuzikale mijmering was verzonken en daarom herhaalde hij zijn aankondiging met een stem. luid genoeg om dooden op te wekken. Maar de heer Best verroerde zich now niet. Een bediende kwam naar dien orga nist toe en zei: Hebt gij 't niet gehoord, mijn heer? De burgemeester kondigt aan. dat nu het orgel spelen zal. De heer Best keerde zich om. zag den knecht met verwondering aan en zei: Laat het maar spelen, ik zal het niet beletten. Natuurlijk bracht de knecht dat antwoord terstond aan den burgemees ter over. Deze verhief zich ten derde male van zijn zetel, boog beleefd in de rich ting van de plaats, waar de heer Best, zat en zeide op eerbiedigen toon: Nu verzoeken wij onzen hoogver- eerden medeburger, den heer Best. de goedheid te hebben ons samenzijn met een proeve van zijn beroemd' orgelsnel op te luisteren. Toen stond de kunstenaar volkomen tevreden gesteld op en voldeed aan bet verzoek. 'Een nieuwe truc. Ouderwetsche opvoeding. -- De Poolsche dichter Karzieski (geb. m. Galieiè 1771) verhaalt in zijn eigen levensbeschrijving: Na twee jaren in de philosophic ge studeerd te hebben in Pokutien, kwam ik met vacantie in het ouderlijk h,uis. Wij kinderen hadden altijd den grootsten eerbied voor onze ouders, vooral voor onze gestrengen vader. Als hij er was. hielden wij ons be scheiden achteraf. Ik deed altijd mijn uiterste best. vader niet op de eene of andere wijze te beleedigen. Eens liep do oude man met iemand sprekende ,de kamer op en neder. Ik nam weder alle voorzichtigheid in acht. Maar daar komt hü plotseling o;> mij af, geeft mij een geduchten oor veeg en, gaat toen weder heen en weer loopen door do kamer. Het was een ergerlijk misdrijf te vragen waarom men zoo iets kreeg «n in bescheiden stilzwijgen. met néergeslagen oogen, wachtte ik, hoe het zou afloopen. Daar valt vader mij om den hals. -- Ach, mijn zoon. riep hij, schreiend van vreugde, ik ben een eenvoudig man. want ik kan alleen maar wat le zen en een paar woorden schrijven en gij zijt al een philosoof. Ik wilde al leen maar eens zien, hoe g" een oor. veeg van uw eigen vader zoudt opne men. Tin daar gij zoo bescheiden en onderdanig zijt, zult ge mij in m"n ouderdom eeren. Daarbij viel hij op de knieën, hief de handen ten hemel en riep: God van Abraham, Izaak en Jakob, zegen dit mijn kind en laat het lang. gezond en gelukkig leven. Ook ik knielde en hij riep: O. mijn zoon, eer de menschen en zult geëerd! worden Deze ooi-vee" dien gij van uw vader hebt ontvan gen, zal de laatste zijn. En zoo iemand bot, in het hoofd kreeg u op die wijze te beleedigen. dan zal zulk een daad alleen met het bloed van uw vijand uitgewischt worden. Een merkwaardige mantel. Iii het museum te Newbury in Enge land wordt een mantel bewaard, die een eigenaardige geschiédenisheeft. Vroeger het eigendom der familie Trockmorton word hij in 1851 óp de groote tentoonstel, lirug geëxposeerd, bij welke gelegenheid do geschiedenis van zijn ontstaan op een gedrukt bitjet als volgt werd mede- igedeeld. „De mogelijkheid pm in één dag tus- schen zo,nisopgang en zonsondergang van ruwe wol, laken en daarvan een mantel te vervaardigen, werd met goed succes beproefd Dinsdag 25 Juni 1811. Op dien dag werden des ochtends 5 uur twee schapen, eigendom van sir John Trock morton, baronet, door zijn eigen herder Francis Wruett, geschoren en de wol aan mr. John Coxeeter Greenham te'Newbu ry (Berkshire) gegeven, diie de wol spin nen, het garen spoelen drogen, inleg gen en weven, het laken verven, dro gen, scheren eni persen liet. Om 4 uur was een en ander klaar. Al deze werk zaamheden werden met de hand in 11 uren verricht. Daarop werd het laken aan Isaac White, kleermaker te Newbu ry, gegeven, wiens zoon, James White, don. mantel knipte en in den, tijd van 2 uren 20 minuten liet gereed maken. Daarop werd hij door mr. John Coxeter aan sir John Trockmorton overhandigd, die men den mantel omhangen, voor een vergadering van 5000 toeschouwers ver scheen, die van. heinde en verre waren gekomen om deze wonderbare en lot hiertoe n^g niet bereikte snelheid van productie, die 13 uren 20 minuten had gevorderd bij te wonen." Tot zoover de verklaring. Misschien dat men het tegenwoordig nog wel be ter en vlugger 1 evert 1 Een eigenaardig boek. Generaal Van Malachowsky, eetn van de Pruisische veldheeren, ten jtijde van Fred'erik Wilhelm III, had altijd groote moeite om de1 balans van zijne uitgaven en inkomsten in even wicht te houden. Hij stond intus- schen bij den'koning in hoog aanzien, die, toen hij eens had gehoord, dat de generaal diep in de schulden stak,, hem ter gelegenheid van het Kerst feest een boekwerk zond, waarvan de bladen tot groote vreugde van den generaal bostonden uit waardevolle Staatspapieren. Bij de Nieuwjaars receptie .die kort daarop volgde, vroeg de Koning den generaal: „Wel, generaal, hoe bevalt u het boek, dat ik u met Kerstmis heb gezonden? Met een dankbaar lachje antwoord de de aangesprokene: „O. uitstekend, Majesteit, zóó goed, dat ik hoop, dat het aardige werkje nog een tweede vermeerderde uitgave zal beleven!" Do koning lachte hartelijk om de slagvaardige vrijmoedigheid vian Ma lachowsky. Het volgend jaar kreeg deze met Kerstmis weer hetzelfde ge schenk van den koning, nu even wel met een door dezen zelf op den flitol bijgelschrea^en aant'eokoning: „Tweede, vermerderde en verbeterde maar ook laatste oplage". Kunstenaarstrots. Een organist van naam te Liver pool. de heer Best. woonde eens een gro.ot openbaar feestmaal daar ter stede bij en had beloofd, daar wat on het orgel te spelen. Toen het oogenblik daarvoor was gekomen, stond de burgemeester on Een kun'stkooper tg Parijs is on langs het slachtoffer geworden van een paar sluwe' oplichtejrs. 's Mor gens kreeg hij bezoek van een netge kleed heer. met wien hij het eens werd over den verkoop eener schilde rij, voor 800 fres. De kooper beloofde tegen vier uur te,rug te koeren voor andere zaken waarover hij zich nog wilde bedenken. Tegen twee uur ver schijnt een ander liefhebber, die grooten zin toont in het verkochte doek, en er 1200 frs. voor biedt. De kunstkooper moet tot zijn leedwezen verklaren, dat het al verkocht is, maar belooft ten slotte te zullen trach ten het van den kooper terug te« krij gen, en het dan aan den tweeden liefheber thuis te brengen. De eerste verschijnt te vier uur weder, maar toont weinig lust van den koop af te zien. Na veel praten laat hij zich echter overhalen tegen een vergoe ding van 200 francs de overeenkomst te verbreken, en de verkooper telt hem die som uit, blijde zelf nog 200 francs te zullen verdienen. Toen hij echter den volgenden dag de schilde rij liet bezorgen aan het opgegeven adres, bleek daar niemand van den naam des koopers bekend te zijn. Blijkbaar hadden twee oplichters het kunstje bedacht om de 200 francs te deelen. Lakgerei. Een practische inrichting voor het vervaardigen van een aantal lakze gels achtereen is afgebeeld op het plaatje. Het lak wordt in een kope ren buis boven een spiritusvlam ge smolten en daarna wordt de buis door middel van een bouten handsvat ge kanteld, zoodat het gesmolten lak op de te verzegelen plek droppelt. Vlam vatten van het lak is daarbij zoo goed als uitgesloten. Russische typen. No. 124. Zaterdag 17 Januari I9Q3 Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Vergiftigde Wijn. Dr. Hardy was geneesheer-directeur van een ziekenhuis even buiten Rome. waar prins Fabiano een schatrijk edelman uit het zuiden van Italië, verpleegd' was geworden, toen ln' n- een uitstauie naar de hoofdstad door de Romeinsche koorts was aangetast- De ziekte genas vrij spoedig dank zij der kundige behandeling, die dr. Har dy zijn patiënt had doen ondergaan, maar toch had! deze behandeling lang genoeg geduurd om een hartelijke vriendschap tusschen den dokter en zijn patiënt te doen ontstaan, zoodal deze .toen hij naar zijn landgoed te rugkeerde ,er op stond dat dr. Hardy met hem mee zou gaan om: eenige. we ken bij hem te logeeren De dokter stemde toe en zoo vertrokken de beide vrienden naar het zuiden. Het landgoed van prins Fabiano was zeer echten en deze zelf een gulle gastheer, wiens wijnkelder in den ge- heelen omtrek beroemd was. Op zekeren avond kwam Hard" o" de kamer van den prins, toen h" de zen aan tafel zag zitten met een flesch in de hand, waarin zich een donker- roodle vloeistof bevond. Durft ge de flesch niet aanspre- kecnvanavondl? vroeg de dokter schert send'. Neen, antwoordde Fabiano op ernstigen loon, ik zou voor niets ter wereld een druppel van dien wijn drinken. Waarom niet? Is hii zoo slecht? Integendeel, het is een wiiri zoo kostbaar als er geen anderen in heel Italië te vinden is. afkomstig van den bankier Pantinelli te Genua, die een wijnberg bezit in de| Riviera-di-Po- nento en naar hem Pantinelli-wijn ge noemd. Hij verkoopt zijn wijn nooit, maar geeft hem weg aan zijn vrien den. Jarenlang heb ik vruchteloos beproefd er eenige fleeschen van machtig te worden .maar tevergeeL Tot de vrienden van Pantinelli behoor ik niet, want hij is een neef van Luigi di Folengo. tusschenwiens familie en de mijne een doodelijke en erfelijke haat heerscht. En hoe zijt gij nu aan deze flesch gekomen? Van Luigi di Folengo zelf. Hij zondi mii haar vanmiddag met een briefje, waarin hij mii verzocht dit ge- schonk van hem te willen aannemen en den wensch uitsprak, dat het tot een verzoening tusschen ons komen zou. Nu weet ik weliswaar niet zeker dat de wijn vergiftigd is, maar ik ken Folengo tamelijk goed en daarom wil ik een proef met hem nemen, waarbij ik u verzoek tegenwoordig te willen zijn. Ik heb hem terstond geantwoord dat ik zijn vriendschap op hoogen prijs stel en hem daarom verzoek he denavond hier te komen ten einde de eigendomsbewijzen i,n ontvangst te ne men va.n een si uk grond waarover reeds geruimen tijd twist tusschen ons bestaat. Even later werd Luigi di Folengo aangediend, maar eer hij binnentrad, borg Fabiano de flesch op Hij was een lange, bieeke man. met koolzwart haar en een onaange naam terugstootend voorkomen. Fabiano stelde den dokter en Luigi Hoe Chamberlain'zich voorstelt, dat vertegenwoordigers van alle rassen en alle politieke richtingen op zijn Zuid-Afrikaansche reis tot hem zullen komen. alledaagsche dingen, toen de prins eensklaps de flesch wijn op tafel zette. Het viel dr. Hardy op. hoe Luigi met angstigen blik naar de flesch keek en er verder zijn oogen niet meer van- afhield Komaan. Luigi. zeide Fabiano vriendelijk ,ter eero van onze verzoe ning moet ge een glas wijn met mij drinken en wel een glas van den kost baarsten wijn. dien ik op het oogen- blik bezit, een glas van den beroemden wijn van Pantinelli. Do prins schonk een glas van den wijn in en zette dit neer voor Luigi die over al zijn leden beefde Ik moet met dr. Hardy vanavond nog een partij schaak spelen en daar h ij een sterk schaker is.dien ik er voor te zorgen dat mijn hoofd heldor blijft maar morgen zal ik de gcheele flesch op uw gezondheid ledigen. Met deze woorden nam Fabiano uit aan elkander voor en gedurende eeni- zijn schrijfbureau een prachtige revoi. gen tijd spraken de drie heeren over ver van gepolijst staal en met ivoren kolf. die hij den sidderenden Luigi voorhield. Ook deze revolver, die nog nim mer haar doel heeft gemist, geef ik u ten geschenke zeide hij. De prins liet het wapen evenwel niet los. maar bleef er mee spelen, waarbij hij, schijnbaar toevalli" den loop gericht hield op den bevenden Luigi, die angstig om zich heen zag als zocht hii een uitwee Evenwel, de kamer had maar één deur en daar zat juist Fabiano voor. zoodat Luigi. na een blik op de revol ver en op het glas wijn. het laatstge noemde opnam met een moed. dien Hardy nog bewonderen moest, liet aan zijn mond bracht en met één ten- le digde. Gedurende een paar minuten bleef hij zitten, met de oogen strak gericht op het ledige glas. denmond half n^en. Toen begon hij eensklaps te klapper tanden. terwijl groote zweetdruppels op zijn marmerwit voorhoofd parel- den. Hij sprong op. greep naar ziin borst alsof daar een vuur brandde, dat hem verteerde, het schuim kwam op zijn lippen en hij liet een dof ge kreun hooren. Toen viel hij op den grond, zijn gelaat werd paars als van een gewurgde, zijn oogen puilden uit hun kassen, hij stuiptrekte nog even en bleef toen onbeweeglijk liggen. Fabiano had den vreeselijken doods, strijd van zijn vijand met een glimlach aangezien en toen dr. Hardy zich over den ongelukkige heeneboog en zijn dood1 constateerde, zeide hij: De ellendeling is in ziin eigen strik gevallen. Kom, dokter, ik ben een verraderlijken vijand kwijt, daar mogen wij wel eens op drinken. En tegelijk vulde Fabiano twee gla zen uit dezelfde flesch. waaruit Luigi had gedronken en schoof den dokter één daarvan toe, Neen, dank u wel, zei de dokter, terwijl rhet crlasterugschoof. Zooals ge wilt. antwoordde de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 7