NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgele^eii Dagblad in Haarlem en Om^creken.
In de schaduw ven den Dood.
20e Jaargang
Zaterdag 24 Januari 1903
No. 6003
HAAHLEUrS DAGBLAD
^SL'boxa.xi.exxi.eia'tSïsx'ijs
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden,,1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02'/i
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37'/2
de omstreken en franco per post. 0.45
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zulder BaaïSeiispaaraie No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie (100 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad »a0 24 Jan.
'bevat 0. a.
Venezuela, Von Bulow en de
Boerengeneraals, Br. Schaepman f
Drankwet, Eene vraag van onge-
vallenrecht.
Ad'verten tïën
voob het
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons 1&»<1w»z«ji
fenoodz&akt Advertentiën af te wijzen
▼oor het Zaterdag&vondnummer, die des
Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing
Aan is inzending op Vrijdagavond noo-
dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad
vertenties of familieberichten, die moei-
igk vooraf kunnen worden Ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE.
Officieele Berichten.
ONBEWOONBAAR VERKLARING.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Haarlem brengen, ter voldoening
aan het voorschrift van art. 197 der Ai-
gemeene Politieverordening voor deze
gemeente, ter openbare kennis, dat door
den Raad der gemeente bij besluit van
14 Januari jl., is verklaard, dat de per-
ceelen: lo. Lombardsteeg No. 5/5rood,
toebehoorendie aan S. J. van Os;
2o. Olieslagers-laan no. 21 en 23, toe-
behoorende aan J. J. Noman;
3o. Van Marumstraat no. 2, toebehoo-
renidie aan P. Serné, ongeschikt tot be
woning zijn.
Haarlem, 22 Januari 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Haarlem brengen ter openbare ken
nis, dat is ingekomen een verzoekschrift
van W. Bijvoet, echtgenoote van P. Hee-
zemans, om vergunning tot het verkoo-
pen van sterken drank in het klein in
het voorhuis van het perceel aan de Am-
sterdamsche vaart no. 8.
Haarlem, 22 Jan. 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Buitenhuiriseh Nieuws
D tri tseii land.
Graaf Von Bülow, de Duitsche
Rijkskanselier, heeft in den Rijksdag
uiteengezet, op verzoek van den heer
Liebermann von Sonnenberg, hoe
het eigenlijk gegaan is met de audiën
tie van de Bóeren-generaals bij den
Duitschen keizer. De kanselier zeide,
dal hij aan den keizer had voorge
steld dei generaals te ontvangen, n - ar
dat hij daaraan de voorwaarde had
verbonden, dat zij zich in Duitsch
land van anti-Engeische agitatie zou
den onthouden, en dat zij, als Engel-
sche onderdanen, de audiëntie door
den Engelscheqi gezant te Berlijn
zcuden doen aanvragen. De mder-
handelingen werden gevoerd door
een tusschenpersoon die© Von Bülow
niel wilde noemen, maar dien hij ver
klaarde volkomen vertrouwbaar en
achtenswaardig te zijn. Generaal De
Wet had aanvankelijk, ook -amens
zijn kameraden, het voorstel aange
nomen. Maar later schijnt bij de ge
neraals een andere meening te zij a
ontstaan, naar Von Bülow zeide. Zij
verklaarden toen geen audiëntie te
kunnen aanvragen; zij wenschten dat
de Keizer hen zou doen ontbieder.
Dit nu wilde de Rijksksnsielier 1 c-t
aan den Keizer voorstellen, en nij Het
daarom het geheele denkbeeld va 1
een ontvangst der generaals bij den
Keizer vallen.
Deze lezing komt vrijwel overeen
met die welke in de dagen voor b t
vertrek der generaals door deDuitsc-ie
bladen werd gegeven. De tusschen
persoon, die Von Bülow niet wilde
noemen, was, naar men toen meende
de bekend© predikant Schowalter, die
te Utrecht vertoefde, waar hij helt
boek van president Kruger vertaalde!
De Boerengeneraals hebben des
tijds echter een andere voorst2!'ing
var de voorgeschiedenis der niet :'e-
houden audiëntie gegeven.
Zij beschouwden zich zeiven als
particuliere personen, die heiast wa-
re 1 met een liefdadige zending, en
hadden nergens gevraagd, door ie
mand ontvangen te worden. Toen zij
echter vernamen, dat de Duitsche
Keizer hen wenschte te zien, zeiden
zij zeer vereerd te zijn door die uit-
nocdiging, en zich gaarne te zullen
onderwerpen aan de gewone eisihen
oer etiquetta Had de Keizer hen li-
ten weten, dat zij door den Engelschen
gezant moesten worden voorgesteld,
dar. zouden zij dien eisch als een
uiting van den keizerlijken wil aau
sir Frank Lascelles, den Engelschen
gezant te Berlijn, hebben medege
deeld. Maar zij waren niet voorne
mens om ergens een audiëntie te vra
gen. Er was volstrekt geen verande
ring gekomen in de positie, die de ge
neraals hadden aangenomen van het
oogenblik, dat zij in Europa kwamp".
Zi] waren bereid uitnoodiigingen aau
te nemen van elk, die hen kon he1-
pen bij hun liefdadig werk, maar zij
vroegen nergens om ontvangen te
mogen worden. En die eisch, dat .'ij
aan geen anti-Engelsche agitatie zou
den deelnemen, was onnoodig, daar
de generaals uit eigen beweging her-
haaldelijk geweigerd hadden, deel te
nemen aan eenig optreden van dien
aard....
In den Duitschen Rijksdag is' ter
sprake gekomen het te velde trekken
van den Keizer tegen de sociaal-demo-
kraten. Bebel zei dat de geheele so
ciaal-politieke wetgeving slechts ge
baseerd is op vrees voor de sociaal-
demokratie. De bestrijding der soci-
aal-demokratie, zei hij, heeft een per
soonlijk karakter aangenomen, welke
noodeioos de tegenstellingen vergroot
vooral sedert de Keizer als particulier
persoon in den strijd heeft ingegre
pen." zegt spreker. ..De sociaal-demo
craten worden aangevallen en kunnen
niet antwoorden. Hoe kan men er
zich dan nog over verbazen dat belee-
digingen aan het adres van den vorst
voorkomen?" Als spreker daarna de
tegen de sociaal-demokratie gerichte
woorden van den Keizer citeert, roept
een sociaal-democraat: Laagheid!"
De Voorzitter vraagt wie geroepen
heeft, doch niemand meldt zich aan.
Bebel spreekt verder en gaat over tot
de bespreking van het anarchisme,
hetwelk hij waanzin noemt. Vervol
gens herinnert hij er aan, dat de
kroonprins de sociaal-democraten el
lendelingen heeft genoemd. ..En on
danks dit alles", zegt hij, ..hebben de
democraten slechts aanhangers ge
wonnen." Ten slotte behandelt spre-
kei nog het toltarief, waarvan hij
zegt. dat het een uitstekend wacht
woord bij de verkiezingen zal zijn.
Na Bebel kwam de rijkskanselier
aan het woord en wees er op hoe Be
bel sprak over verwijten welke de keizer
richtte tot zijne (Bebel's) partij. Maar
wat praat gij nog" zegt Von Bülow.
..Zooeven klonk uit uwe banken een
kreet. Het mag echter geconstateerd
worden dat degene, die geroepen
heeft, nog zooveel schaamtegevoel
heeft, zich niet te noemen Een partij
die volgens haar beginselen revolutie
als een vak uitoefent, moet zich niet
verwonderen wanneer de monarch
daartegen met beslistheid en hier en
daar ook met barschheid te velde
trekt.
Overigens zal de meerderheid van
het Huis met mij den wensch deelen,
dat wij tot onze vroegere practijk te-
rugkeeren en den hoogsten persoon
uit den lande zoo zelden mogelijk in
de debatten betrekken". ..Zeer waar!"
wordt aan de rechterzijde geroepen:
„Sociaal-politieke wetgeving", gaat de
rijkskanselier voort, ..komt niet bij
tooverslag tot stand, van stilzitten is
hier evenwel ook geen sprake. Wij
hebben echter een gezonde normale en
geen overhaaste beweging noodig Zet
met beleid uw voet op het gebied der
wetgeving". (Gelach aan de linker
zijde). ..Laat varen die kwetsing van
gevoelens welke het grootste gedeelte
van het Duitsche volk heilig zijn, en
vele tegenstellingen zullen minder
schril worden,
Zoolang gij dat niet doet. bemoei
lijkt bij de opheffing en verbetering
dei arbeidende klassen wat het streven
is, van de verbonden Regeering en het
Huis".
Engeland.
Koning Edward heeft Woensdag dien
hertog van Orleans en diens echtgenoote
ontvangen, die vergezeld waren van mile
Villen e ave de Bergemont en den hertog
de Luynes. Hiermede iis die verkoeling,
die was ontstaan tusschen den koning
en den hertog naar aanleiding van het
compliment door dezen gemaakt aan den
teekenaar WiFette over diens caricatu-
ren gedurende den 'Transvaalschen oor
log, verdwenen en de vriendschap tus
schen beiden weer hersteld.
België
Bij de behandeling van het voorstel-
Hanrez betreffende de ontginning van
de nieuw? kolenhedding zijn gisteren
in den Senaat tal van onderwerpen ter
sprake gekomen in verhand met de
delving der gevonden schatten. Hoe
zal een voldoend aantal bekwame
mijnwerkers gevonden worden om het
werk onder den grond te verrichten,
vroeg de senator d'Andriinont, zonder
dat we Chineezen laten komen Zul
len de arbeiders u'it de andere kolen
streken naar het noorden willen ver
huizen en kunnen de mijnwerkers die
gewoon zijn onder zekere voorwaar
den te arbeiden aanstonds ook worden
gebruikt in een grond, waar de samen,
stelling der aardlagen en verdere om
standigheden zoo geheel anders zijn?
Het kost een'ige jaren tijd om een goed
werkman voor het kappen te vormen.
Een andere vraag was, wie de eerste
mijnschacht zou aanleggen. De kos
ten zullen aanzienlijk zijn, want er
moet geboord worden door breede la
gen waterhoudend zand, en daarvoor
zal het noodig zijn, dat op die plaatsen
die bodem eerst bevroren wordt. Men
spreekt van fr. 10.000 de meter. Vol
gens een schatting van ingenieurs zou
er fr. 17 millioen ten koste gelegd
moeten worden voor er een schacht
gemaakt was tot op de eerste kolen-
lagen.
Hanrez will dat de staat de eerste
boring zal ondernemen in het gebied,
dat hij voor zich moet bespreken, ten
zij de concessionarissen gaan samen
werken om op gemeenschappelijke
kosten de proef te nemen met de eerste
schacht. Hanrez is voorstander van
het verleenen van concessie voor een
deel van het gevonden gebied. De
rest meet de staat zelf gaan ontginnen
De concession moeten evenwel niet
eeuwigdurend zijn, die concession zon
der termijn zijn juist de groote fout in
de mijnwet van 1810. Ook moet aar.
elke. maar,schappij slechts een beperkt
gebied in exploitatie worden gegeven.
Wat zal de regeering doen om te
voorkomen, dat de maatschappijen
een trust in het leven roepen, vroeg
Hanrez verder. Ook waarschuwde hij
tegen het, gevaar van speculatie, en
herinnerde er aan, hoe de Koning al
op dat gevaar had gewezen. Hanrez
zou, om de speculatie in de n'ieuwe
mijnbouwwaarden tegen te gaan, wil
len vaststellen, dat de aandeelen alle
op naam moeten worden gesteldook
zou hij bepaald willen zien, dat de
houdiers van opriehtersbewijzen (in-
brengens) geen uitkeering zullen ge
nieten, voordat de gewone aandeelhou
ders 5 pet. zullen krijgen.
Yenuzuela.
De behandeling der Venezolaansche
quaestie te Washington door de al
daar bijeengekomen gemachtigden der
staten, welke bij dit vraagstuk zijn
betrokken,zal weldra aanvangen. Ve
nezuela wordt vertegenwoordigd, naar
men weet, door den Amerikaanschen
gezant te Caracas. Bowen; Italië en
Engeland door hunne gezanten te
Washington; Duitschland eerst dioor
graaf Quadt, die de zaken van het
gezantschap ad interim beheert., en
laten door den nieuwen gezant baron
Speek von Sternburg.
De vertegenwoordiger van Duitsch
land te Caracas, von PilgrimBaltaz-
zi, die reeds "van Curacao op weg 13
naar Washington, zal den Duitschen
gevolmachtigde met raad bijstaan.
Over den loop der verhandelingen
en den duur der blokkade moet vol
gens de „Lokal Anzeiger" tusschen
de drie Europeesche mogendheden
volkomen overeenstemming heerschen.
De tijding dat Engeland en Italië
een einde aan de blokkade wenschen
te maken en. zoo Duitschland haar wil
laten voortduren, hun schepen zullen
terugroepen, wordt, niet alleen door
dit bericht maar ook door andere, die
luiden in denzelfden geest, tegenge
sproken.
Wat men echter als zeker kan aan
nemen is. dat het voorstel van presi
dent Castro ,om als waarborgsom de
opbrengsten der douanen aan de mo
gendheden aan te bieden, wel in staat
is het opheffen der blokkade te be
spoedigen.
Oosteiirijk-Hongarije.
Onlangs is het vermoeden weder uit-
gesproken, dat Johann Orth, (de Oos-
tenrijksche aartshertog Johann Salva-
tor) nog in leven zou zijn. Aan de
j.Frankf. Ztg." wordt nu een uit
voerig bericht gezonden, blijkbaar van
iemand die op de hoogte is, en afdoen
de gronden opgeeft tegen dat vermoe
den.
In Febr. 1887 werd door een gemach
tigde van den aartshertog een aanzien
lijk bedrag aan Oostenrijksehe en Ita
liaan sche effecten bij de Oude Bank te
St. Gallen 'in bewaring gegeven. De
Oostenrijksehe werden spoedig daar
na verkocht en geruild voor Italiaan.
sche. Destij dis liepen er ernstige oor
logsgeruchten, die vermoedelijk aan
leiding hebben gegeven tot het kiezen
van een Zwitsersche bank als bewaar-
plaats. Het volgende jaar verzocht
de aartshertog de bankdirectie aan
niemand buiten hem 'om, eenige inlich
tingen te geven omtrent het depot. In
1889 deed hij afstand van zijn rechten
als Oostenrijksehe prins en nam, met
goedvinden van keizer Frans Josef,
den naam van Johann Orth aan. Te
vens gaf hij onder dezen burgerlijken
naam een nieuwe algemeene volmacht
tegenover de bank aan een advocaat
te Weenen, dien hij reeds vroeger als
gevolmachtigde had aangesteld.
In 1890 kocht hij een stoomboot, de
..St. Margaretha", en begaf zich daar
mede naar Zuid-Amerika. Hij was in.
tusschen gehuwd en scheepte zich op
11 Juni 1890 te La Plata 'in, met be
stemming naar Valparaiso. Sedert is
noch van hem, noch van het schip en
de verdere bemanning eenige tijding
ontvangen. Bij de bank te St. Gallen
noch bij den gevolmachtigde Is een
brief of ander levensteeken ingekomen,
ofschoon de aartshertog, gewoon was.
telkens als hij een rekening-courant
kreeg, die nauwkeurig na te gaan. en
zijn opmerkingen erover terstond aan
de directie te melden. i_eeft hij nog.
dan begrijpt men niet waarvan, en wel
ke reden hij kan hebben zelfs aan zijn
gemachtigde of aan de bank taal noch
teeken te zenden.
Een verklaring van vermoedelijk
overlijden is nog niet gevraagd, omdat
de Oostenrijksehe wet dit eerst 30 jaar
na het verdwijnen toestaat of op den
tijd dat de afwezige 80 jaar oud zou
zijn geweest. Wel is een driejarige
termijn voldoende indien de afwezige
op een schip is geweest dat schip
breuk heeft geleden of in groot gevaar
heeft verkeerd, maar er is niets bekend
geworden, waaruit volgt, dat dit met
de ,,St. Margaretha" het geval is ge
weest I
Toch zijn reeds eenige rechtsgedin
gen gevoerd. De verzekeraars (14
maatschappijen) van het schip wei
gerden namelijk de daarop verzekerde
som van 230.000 Mark vrijwillig uit te
betalen, wegens de onzekerheid of liet
inderdaad vergaan is. Zij werden
echter in djiie instantiën tot betaling
veroordeeld. Ook de Bank van St.
Gallen weigerde zonder rechterlijk
vonnis de effecten aan den gevolmach
tigde af te geven, toen deze ze in 1896
opvroeg om ze te Weenen bij de Ivre-
d.i tanstal t in bewaring te geven, zulks
in overleg met den oudsten broeder,
aartshertog Ferdinand van Salvator
(den vader van prinses Louise van Sak
sen), die, voor zoover noodig, de vol
macht had bevestigd. De Zwitsersche
rechters veroordeelden hierop de Bank
directie tot afgifte der effecten, die ver
moedelijk thans nog bij de Kreditan-
stalt in bewaring zijn.
Zoo 'is de stand van zaken. Al hoort
men nu en dan, dat iemand Johann
Orth ergens meent gezien te hebben,
er beslaat geenerlei aannemelijke re
den waarom hij nu al sedert 12)> jaar
niets van zich zou hebben laten hoo-
ren. als hij nog leefde, en zijn ver
mogen in den steek hebben gelaten.
Of hij moet op een onbekend eiland
te lande zijn gekomen en daar opge
sloten zitten
De Frankf. Ztg. voegt er nog bij, dat
aan boord van de St. Margaretha o.a.
30 matrozen waren, die Johann Orth
zelf in Dalmatië had aangemonsterd
en dat van geen dezer manschappen
na 11 Juni 1890 eenig bericht bij hun
families is ingekomen. Enmen weet
ook niet anders dan dat Johann Orth
en zijn vrouw mede aan boord waren,
toen het scha vertrok.
Tnrkye.
De zeer talrijke moeilijkheden,
waaarmee de Turksche regeering te
kampen heeft, zijn door den aanslag
op den Armenischen patriarch Orma-
nian met één vermeerderd.
Zoowel in Turksche als Armenische
kringen heerscht thans groote opge
wondenheid naar aanleiding van dit
voorval. Beide partijen beschuldigen
elkaar van het opzetten tot deze mis
daad. De Turken vinden in deze be
schuldiging een aanleiding om weer
eens te kunnen wijzen op het ge-
wenschte van huiszoekingen, arresta
ties en verbanningen in het groot.
Waarschijnlijk is de dader echter op
gestookt aldus de Turksche corres
pondent van het „Berl. Tagebl."
door het Armenische comité, dat onte
vreden was over de zwakke houding
van den patriarch.
Alle patrouilles zijn weer verdub
beld. De straten van Kum-Kapoe wor
den door militairen bewaakt; arresta
ties zijn aan do orde van den dag.
Stadsnieuws.
Haarlem, 23 Jan. 1903.
Rechtskundig informatie-
bureau van het H. A. S. Het Haarl.
Arbeiders-Secretariaat heeft zich den
rechtskundigen bijstand evrzekerd
van den heer J. H. Thiel. jur. doet.,
die zich voorneemt iederen Zaterdag
avond van 8 tot 10 uur, voorloopig in
het lokaal Keine Houtstraat 44 zit-
Feuilleton,
Uit het Engelsch
van
E. W. HORNUNG.
64)
Zeg maar liever niet. waarom- u ze
zien wilt. Iedere man dien u daar ziet,
is een detective U zal komen te mid
den van juist die lui, die deze zaak
behandelden waarschijnlijk zullen zij
u vertellen wat zij daarvan denken en
U zult dan meteen de gelegenheid heb
ben te ontdekken, of zij de zaak weer
opnieuw zullen aanpakken. Hier is
je kaart. Langholm, en ik wensch je
succes. Heb je voor morgenavond een
afspraak
Langholm had nauwelijke gelegen
heid om te zeggen van neen.
Kom dan met mij te zeven uur
dineeren op de „Rag" en vertel mij
dan meteen hoe je gevaren bent. Ik
kan niet later dan zeven uur, omdat
ik met de nachtmail naar Schotland ga
En 'ik wil je niet ontmoedigen, beste
vent, maar eerlijk gezegd heb ik groo-
ter dunk van je ridderlijkheid dan van
je kans op succes
In het Black Museum hadden zij alle
bewijsstukken die het gerechtshof noo
dig had, maar de beambte die ze aan
Langholm liet zien, stemde toe, dat zij
niet h°t recht hadden, er iets van te
behouden. Zij waren het eigendom
van Mrs Minchin en als zij wisten,
waar zij was, zouden zij haar natuur
lijk alles teruggeven.
Maar de bladen zeggen, dat haar
naam niet langer Mrs. Minchin is,
voegde de beambte erbij. Je zoudt
zeggen, over den ismaak valt niet te
twisten.
Maar Mrs. Minchin werd vrijge
sproken. merkte Langholm zoo onver
schillig mogelijk op.
Ja-a, teemde de gicls droog. En-
fija, het is ons werk niet daarover iets
te zeggen.
Maar je denkt des te meer, niet
waar
Onder ons is er maar eén opinie
over die kwestie.
Maar jelui hebt toch zeker niet
opgegeven om ufit te vinden, wie de
werkelijke moordenaar is van Mr,
Minchin?
Wij denken, dat wij het al weten,
mijnheer, wais bet antwoord daarop.
Zij hadden 't dus opgegeven Voor
een enkele seconde prikkelde hem de
gedachte, dat de nederige auteur kon
slagen, waar de politie gefaald had
Maar de kans op zoo'n succes was
waarschijnlijk éen op een millioen en
Langholm zuchtte, toen hij h&t wa
pen 'in de hand nam, waarmee de mis
daad bedreven was, volgens de opinie
van die politie.
Waarom ben je zoo zeker, dat dit
de revolver was? vroeg hij, meer om
zijn geweten gerust te stellen door geen
enkele vraag 'over te slaan dan om
e enigen twijfel op dat punt uit te
spreken.
De ander glimlachte, toen hij de
eigenaardigheid van die revolver uit
legde zij is gemaakt- in Melbourne,
en zij is geladen met een kogel vau
bijzondere afmeting, precies zoo als
die, welke uit het lichaam van Alexan
der Minchin i3 gehaald,
Maar in Londen wonen zooveel
oud-Australiërs, wierp Langholm er
tegen in om toch iets te zeggen.
Welnu mijnheer, lachte de be
ambte. U ontdekt iemand, die precies
zoo'n revolver draagt als deze. en U
bewijst dat hij in Chelsea was op den
avond van den moord1 en dat hij een
motief had om den moord te bedrijven
en wij zuilen blij zijn met den naam
en het adres van dien man. Maar ver
geet het motief niethet was niet dief
stal. zooals u zich zeker herinnert,
niettegenstaande Mrs. Minchin daar
van overtuigd was. Daar staat de naam
van den fabrikant op de loop. Als ik
u was, zou ik daar aanteekening van
houden, mijnheer.
Die naam en die aanteekening wa
ren alles, wat Langholm kon laten kij
ken, toen hij düenzelfden avond met
den criminaloog in zijn club dineerde.
De amateur detective zag er al zeer v er
slagen uit. maar hij mompelde iets
van zijn plan, om de revolvers in elk
pandjeshuis in Londen te gaan inspec-
teeren.
Dat zal je een jaar tijds kosten,
zei de ander vroolijk.
Het is nog de eenige kans, hernam
de moedelooze auteur. Ik heb de
keuze tusschen dat doen en stil zitten.
Neem dan den raad aan van een
oud man van meer ondervinding dan
jezelf, en doe niets Je hebt volkomen
gelijk met je geloof aan de onschuld
van Mrs. Miinchingroot onrecht doet
men nvet daaraan niet te gelooven, en
nog grooter onrecht door dat uit te
spreken. Maar om den waren schul
dige aan te wijzen, dat is een andere
zaak. Dat is niet iets, dat jij of ik
alleen kan doen, zelfs al was de zaak
eenvoudiger dan zij nu is. Het pleit
voor je, dat je zulk een aanbod deedt
en den moed bezat om met de uitvoe
ring te beginnen maar als ik in jou
plaats was, dan zou ik zonder uitstel
bekennen, dat de taak boven mijne
kraenten gaat, want dat is de oprecht
waarhelid.
Langholm wandelde terug naar zijn
hotel, in gedachte dat advies overwe
gende. Het was onmiskenbaar een.
gezond advies, terwijl de bron, waar
het vandaan kwam, er buitengewoon
veel gewicht en waarde aan verleende.
Het was de opinie van een expert, die
geen verstandig man mocht voorbij
zien. en Langholm voelde dat Mrs.
Steel het ten minste ook behoorde te
weten, alvorens op zijn krachten te
bouwen. De brief zou haar voorberei
den op zijn laatste fout, omdat het niet
meer dan welwillend was, als zij voor
bereid werd. en dan zou hij vrij zijn
oni iedere zenuw te spannen voor een
andere richting, die een of ander toe
vallig lichtpuntje hem zou aanwijzen.
Maar het zou moeilijk zijn om dien
ef te schrijven en Langholm was het
met zichzelf nog met eens over den
eersten volzin, toen hij bij zijn hotel
aankwam.
Een gentleman om mij te spre
ken? riep hij verwonderd ulit? Wie
was die gentleman
Hij wilde zijn naam niet opge
ven, mijnheerhij zei, dat hij terug
zou komenhet scheen zeker een
vreemdeling te zijn.
Een man met een zwak uiterlijk
O ja, zeer zwak. mijnheer. U
schijnt hem beter te kennen dan hij
u kent, voegde de portier er bij. met
Wien Langholm in goede verstandhou
ding was. Hij was niet zeker, of de
gentleman, die hier logeerde, de Mr.
Langholm was. dien hij bedoelde, en
daarom vroeg hij het register te mo
gen inzien.
En liet je het hem 2ien? vroeg
Langholm vlug.
Ja mijnheer.
Laat het mij dan ook eens zien,
alsjeblieft
tWordt vervolgd.)