NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Meestgele^eii Dagblad in Haarlem en Om^creken. In de schaduw ven den Dood. 20e Jaargang Zaterdag 24 Januari 1903 No. 6003 HAAHLEUrS DAGBLAD ^SL'boxa.xi.exxi.eia'tSïsx'ijs Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden,,1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02'/i Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37'/2 de omstreken en franco per post. 0.45 Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Zulder BaaïSeiispaaraie No. 6, Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie (100 en der Administratie 122, Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad »a0 24 Jan. 'bevat 0. a. Venezuela, Von Bulow en de Boerengeneraals, Br. Schaepman f Drankwet, Eene vraag van onge- vallenrecht. Ad'verten tïën voob het Zaterdagavondnummer. Meermalen zijn wij tot ons 1&»<1w»z«ji fenoodz&akt Advertentiën af te wijzen ▼oor het Zaterdag&vondnummer, die des Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd. Wil men zeker zijn van de plaatsing Aan is inzending op Vrijdagavond noo- dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad vertenties of familieberichten, die moei- igk vooraf kunnen worden Ingeleverd. DE ADMINISTRATIE. Officieele Berichten. ONBEWOONBAAR VERKLARING. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Haarlem brengen, ter voldoening aan het voorschrift van art. 197 der Ai- gemeene Politieverordening voor deze gemeente, ter openbare kennis, dat door den Raad der gemeente bij besluit van 14 Januari jl., is verklaard, dat de per- ceelen: lo. Lombardsteeg No. 5/5rood, toebehoorendie aan S. J. van Os; 2o. Olieslagers-laan no. 21 en 23, toe- behoorende aan J. J. Noman; 3o. Van Marumstraat no. 2, toebehoo- renidie aan P. Serné, ongeschikt tot be woning zijn. Haarlem, 22 Januari 1903. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Haarlem brengen ter openbare ken nis, dat is ingekomen een verzoekschrift van W. Bijvoet, echtgenoote van P. Hee- zemans, om vergunning tot het verkoo- pen van sterken drank in het klein in het voorhuis van het perceel aan de Am- sterdamsche vaart no. 8. Haarlem, 22 Jan. 1903. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Buitenhuiriseh Nieuws D tri tseii land. Graaf Von Bülow, de Duitsche Rijkskanselier, heeft in den Rijksdag uiteengezet, op verzoek van den heer Liebermann von Sonnenberg, hoe het eigenlijk gegaan is met de audiën tie van de Bóeren-generaals bij den Duitschen keizer. De kanselier zeide, dal hij aan den keizer had voorge steld dei generaals te ontvangen, n - ar dat hij daaraan de voorwaarde had verbonden, dat zij zich in Duitsch land van anti-Engeische agitatie zou den onthouden, en dat zij, als Engel- sche onderdanen, de audiëntie door den Engelscheqi gezant te Berlijn zcuden doen aanvragen. De mder- handelingen werden gevoerd door een tusschenpersoon die© Von Bülow niel wilde noemen, maar dien hij ver klaarde volkomen vertrouwbaar en achtenswaardig te zijn. Generaal De Wet had aanvankelijk, ook -amens zijn kameraden, het voorstel aange nomen. Maar later schijnt bij de ge neraals een andere meening te zij a ontstaan, naar Von Bülow zeide. Zij verklaarden toen geen audiëntie te kunnen aanvragen; zij wenschten dat de Keizer hen zou doen ontbieder. Dit nu wilde de Rijksksnsielier 1 c-t aan den Keizer voorstellen, en nij Het daarom het geheele denkbeeld va 1 een ontvangst der generaals bij den Keizer vallen. Deze lezing komt vrijwel overeen met die welke in de dagen voor b t vertrek der generaals door deDuitsc-ie bladen werd gegeven. De tusschen persoon, die Von Bülow niet wilde noemen, was, naar men toen meende de bekend© predikant Schowalter, die te Utrecht vertoefde, waar hij helt boek van president Kruger vertaalde! De Boerengeneraals hebben des tijds echter een andere voorst2!'ing var de voorgeschiedenis der niet :'e- houden audiëntie gegeven. Zij beschouwden zich zeiven als particuliere personen, die heiast wa- re 1 met een liefdadige zending, en hadden nergens gevraagd, door ie mand ontvangen te worden. Toen zij echter vernamen, dat de Duitsche Keizer hen wenschte te zien, zeiden zij zeer vereerd te zijn door die uit- nocdiging, en zich gaarne te zullen onderwerpen aan de gewone eisihen oer etiquetta Had de Keizer hen li- ten weten, dat zij door den Engelschen gezant moesten worden voorgesteld, dar. zouden zij dien eisch als een uiting van den keizerlijken wil aau sir Frank Lascelles, den Engelschen gezant te Berlijn, hebben medege deeld. Maar zij waren niet voorne mens om ergens een audiëntie te vra gen. Er was volstrekt geen verande ring gekomen in de positie, die de ge neraals hadden aangenomen van het oogenblik, dat zij in Europa kwamp". Zi] waren bereid uitnoodiigingen aau te nemen van elk, die hen kon he1- pen bij hun liefdadig werk, maar zij vroegen nergens om ontvangen te mogen worden. En die eisch, dat .'ij aan geen anti-Engelsche agitatie zou den deelnemen, was onnoodig, daar de generaals uit eigen beweging her- haaldelijk geweigerd hadden, deel te nemen aan eenig optreden van dien aard.... In den Duitschen Rijksdag is' ter sprake gekomen het te velde trekken van den Keizer tegen de sociaal-demo- kraten. Bebel zei dat de geheele so ciaal-politieke wetgeving slechts ge baseerd is op vrees voor de sociaal- demokratie. De bestrijding der soci- aal-demokratie, zei hij, heeft een per soonlijk karakter aangenomen, welke noodeioos de tegenstellingen vergroot vooral sedert de Keizer als particulier persoon in den strijd heeft ingegre pen." zegt spreker. ..De sociaal-demo craten worden aangevallen en kunnen niet antwoorden. Hoe kan men er zich dan nog over verbazen dat belee- digingen aan het adres van den vorst voorkomen?" Als spreker daarna de tegen de sociaal-demokratie gerichte woorden van den Keizer citeert, roept een sociaal-democraat: Laagheid!" De Voorzitter vraagt wie geroepen heeft, doch niemand meldt zich aan. Bebel spreekt verder en gaat over tot de bespreking van het anarchisme, hetwelk hij waanzin noemt. Vervol gens herinnert hij er aan, dat de kroonprins de sociaal-democraten el lendelingen heeft genoemd. ..En on danks dit alles", zegt hij, ..hebben de democraten slechts aanhangers ge wonnen." Ten slotte behandelt spre- kei nog het toltarief, waarvan hij zegt. dat het een uitstekend wacht woord bij de verkiezingen zal zijn. Na Bebel kwam de rijkskanselier aan het woord en wees er op hoe Be bel sprak over verwijten welke de keizer richtte tot zijne (Bebel's) partij. Maar wat praat gij nog" zegt Von Bülow. ..Zooeven klonk uit uwe banken een kreet. Het mag echter geconstateerd worden dat degene, die geroepen heeft, nog zooveel schaamtegevoel heeft, zich niet te noemen Een partij die volgens haar beginselen revolutie als een vak uitoefent, moet zich niet verwonderen wanneer de monarch daartegen met beslistheid en hier en daar ook met barschheid te velde trekt. Overigens zal de meerderheid van het Huis met mij den wensch deelen, dat wij tot onze vroegere practijk te- rugkeeren en den hoogsten persoon uit den lande zoo zelden mogelijk in de debatten betrekken". ..Zeer waar!" wordt aan de rechterzijde geroepen: „Sociaal-politieke wetgeving", gaat de rijkskanselier voort, ..komt niet bij tooverslag tot stand, van stilzitten is hier evenwel ook geen sprake. Wij hebben echter een gezonde normale en geen overhaaste beweging noodig Zet met beleid uw voet op het gebied der wetgeving". (Gelach aan de linker zijde). ..Laat varen die kwetsing van gevoelens welke het grootste gedeelte van het Duitsche volk heilig zijn, en vele tegenstellingen zullen minder schril worden, Zoolang gij dat niet doet. bemoei lijkt bij de opheffing en verbetering dei arbeidende klassen wat het streven is, van de verbonden Regeering en het Huis". Engeland. Koning Edward heeft Woensdag dien hertog van Orleans en diens echtgenoote ontvangen, die vergezeld waren van mile Villen e ave de Bergemont en den hertog de Luynes. Hiermede iis die verkoeling, die was ontstaan tusschen den koning en den hertog naar aanleiding van het compliment door dezen gemaakt aan den teekenaar WiFette over diens caricatu- ren gedurende den 'Transvaalschen oor log, verdwenen en de vriendschap tus schen beiden weer hersteld. België Bij de behandeling van het voorstel- Hanrez betreffende de ontginning van de nieuw? kolenhedding zijn gisteren in den Senaat tal van onderwerpen ter sprake gekomen in verhand met de delving der gevonden schatten. Hoe zal een voldoend aantal bekwame mijnwerkers gevonden worden om het werk onder den grond te verrichten, vroeg de senator d'Andriinont, zonder dat we Chineezen laten komen Zul len de arbeiders u'it de andere kolen streken naar het noorden willen ver huizen en kunnen de mijnwerkers die gewoon zijn onder zekere voorwaar den te arbeiden aanstonds ook worden gebruikt in een grond, waar de samen, stelling der aardlagen en verdere om standigheden zoo geheel anders zijn? Het kost een'ige jaren tijd om een goed werkman voor het kappen te vormen. Een andere vraag was, wie de eerste mijnschacht zou aanleggen. De kos ten zullen aanzienlijk zijn, want er moet geboord worden door breede la gen waterhoudend zand, en daarvoor zal het noodig zijn, dat op die plaatsen die bodem eerst bevroren wordt. Men spreekt van fr. 10.000 de meter. Vol gens een schatting van ingenieurs zou er fr. 17 millioen ten koste gelegd moeten worden voor er een schacht gemaakt was tot op de eerste kolen- lagen. Hanrez will dat de staat de eerste boring zal ondernemen in het gebied, dat hij voor zich moet bespreken, ten zij de concessionarissen gaan samen werken om op gemeenschappelijke kosten de proef te nemen met de eerste schacht. Hanrez is voorstander van het verleenen van concessie voor een deel van het gevonden gebied. De rest meet de staat zelf gaan ontginnen De concession moeten evenwel niet eeuwigdurend zijn, die concession zon der termijn zijn juist de groote fout in de mijnwet van 1810. Ook moet aar. elke. maar,schappij slechts een beperkt gebied in exploitatie worden gegeven. Wat zal de regeering doen om te voorkomen, dat de maatschappijen een trust in het leven roepen, vroeg Hanrez verder. Ook waarschuwde hij tegen het, gevaar van speculatie, en herinnerde er aan, hoe de Koning al op dat gevaar had gewezen. Hanrez zou, om de speculatie in de n'ieuwe mijnbouwwaarden tegen te gaan, wil len vaststellen, dat de aandeelen alle op naam moeten worden gesteldook zou hij bepaald willen zien, dat de houdiers van opriehtersbewijzen (in- brengens) geen uitkeering zullen ge nieten, voordat de gewone aandeelhou ders 5 pet. zullen krijgen. Yenuzuela. De behandeling der Venezolaansche quaestie te Washington door de al daar bijeengekomen gemachtigden der staten, welke bij dit vraagstuk zijn betrokken,zal weldra aanvangen. Ve nezuela wordt vertegenwoordigd, naar men weet, door den Amerikaanschen gezant te Caracas. Bowen; Italië en Engeland door hunne gezanten te Washington; Duitschland eerst dioor graaf Quadt, die de zaken van het gezantschap ad interim beheert., en laten door den nieuwen gezant baron Speek von Sternburg. De vertegenwoordiger van Duitsch land te Caracas, von PilgrimBaltaz- zi, die reeds "van Curacao op weg 13 naar Washington, zal den Duitschen gevolmachtigde met raad bijstaan. Over den loop der verhandelingen en den duur der blokkade moet vol gens de „Lokal Anzeiger" tusschen de drie Europeesche mogendheden volkomen overeenstemming heerschen. De tijding dat Engeland en Italië een einde aan de blokkade wenschen te maken en. zoo Duitschland haar wil laten voortduren, hun schepen zullen terugroepen, wordt, niet alleen door dit bericht maar ook door andere, die luiden in denzelfden geest, tegenge sproken. Wat men echter als zeker kan aan nemen is. dat het voorstel van presi dent Castro ,om als waarborgsom de opbrengsten der douanen aan de mo gendheden aan te bieden, wel in staat is het opheffen der blokkade te be spoedigen. Oosteiirijk-Hongarije. Onlangs is het vermoeden weder uit- gesproken, dat Johann Orth, (de Oos- tenrijksche aartshertog Johann Salva- tor) nog in leven zou zijn. Aan de j.Frankf. Ztg." wordt nu een uit voerig bericht gezonden, blijkbaar van iemand die op de hoogte is, en afdoen de gronden opgeeft tegen dat vermoe den. In Febr. 1887 werd door een gemach tigde van den aartshertog een aanzien lijk bedrag aan Oostenrijksehe en Ita liaan sche effecten bij de Oude Bank te St. Gallen 'in bewaring gegeven. De Oostenrijksehe werden spoedig daar na verkocht en geruild voor Italiaan. sche. Destij dis liepen er ernstige oor logsgeruchten, die vermoedelijk aan leiding hebben gegeven tot het kiezen van een Zwitsersche bank als bewaar- plaats. Het volgende jaar verzocht de aartshertog de bankdirectie aan niemand buiten hem 'om, eenige inlich tingen te geven omtrent het depot. In 1889 deed hij afstand van zijn rechten als Oostenrijksehe prins en nam, met goedvinden van keizer Frans Josef, den naam van Johann Orth aan. Te vens gaf hij onder dezen burgerlijken naam een nieuwe algemeene volmacht tegenover de bank aan een advocaat te Weenen, dien hij reeds vroeger als gevolmachtigde had aangesteld. In 1890 kocht hij een stoomboot, de ..St. Margaretha", en begaf zich daar mede naar Zuid-Amerika. Hij was in. tusschen gehuwd en scheepte zich op 11 Juni 1890 te La Plata 'in, met be stemming naar Valparaiso. Sedert is noch van hem, noch van het schip en de verdere bemanning eenige tijding ontvangen. Bij de bank te St. Gallen noch bij den gevolmachtigde Is een brief of ander levensteeken ingekomen, ofschoon de aartshertog, gewoon was. telkens als hij een rekening-courant kreeg, die nauwkeurig na te gaan. en zijn opmerkingen erover terstond aan de directie te melden. i_eeft hij nog. dan begrijpt men niet waarvan, en wel ke reden hij kan hebben zelfs aan zijn gemachtigde of aan de bank taal noch teeken te zenden. Een verklaring van vermoedelijk overlijden is nog niet gevraagd, omdat de Oostenrijksehe wet dit eerst 30 jaar na het verdwijnen toestaat of op den tijd dat de afwezige 80 jaar oud zou zijn geweest. Wel is een driejarige termijn voldoende indien de afwezige op een schip is geweest dat schip breuk heeft geleden of in groot gevaar heeft verkeerd, maar er is niets bekend geworden, waaruit volgt, dat dit met de ,,St. Margaretha" het geval is ge weest I Toch zijn reeds eenige rechtsgedin gen gevoerd. De verzekeraars (14 maatschappijen) van het schip wei gerden namelijk de daarop verzekerde som van 230.000 Mark vrijwillig uit te betalen, wegens de onzekerheid of liet inderdaad vergaan is. Zij werden echter in djiie instantiën tot betaling veroordeeld. Ook de Bank van St. Gallen weigerde zonder rechterlijk vonnis de effecten aan den gevolmach tigde af te geven, toen deze ze in 1896 opvroeg om ze te Weenen bij de Ivre- d.i tanstal t in bewaring te geven, zulks in overleg met den oudsten broeder, aartshertog Ferdinand van Salvator (den vader van prinses Louise van Sak sen), die, voor zoover noodig, de vol macht had bevestigd. De Zwitsersche rechters veroordeelden hierop de Bank directie tot afgifte der effecten, die ver moedelijk thans nog bij de Kreditan- stalt in bewaring zijn. Zoo 'is de stand van zaken. Al hoort men nu en dan, dat iemand Johann Orth ergens meent gezien te hebben, er beslaat geenerlei aannemelijke re den waarom hij nu al sedert 12)> jaar niets van zich zou hebben laten hoo- ren. als hij nog leefde, en zijn ver mogen in den steek hebben gelaten. Of hij moet op een onbekend eiland te lande zijn gekomen en daar opge sloten zitten De Frankf. Ztg. voegt er nog bij, dat aan boord van de St. Margaretha o.a. 30 matrozen waren, die Johann Orth zelf in Dalmatië had aangemonsterd en dat van geen dezer manschappen na 11 Juni 1890 eenig bericht bij hun families is ingekomen. Enmen weet ook niet anders dan dat Johann Orth en zijn vrouw mede aan boord waren, toen het scha vertrok. Tnrkye. De zeer talrijke moeilijkheden, waaarmee de Turksche regeering te kampen heeft, zijn door den aanslag op den Armenischen patriarch Orma- nian met één vermeerderd. Zoowel in Turksche als Armenische kringen heerscht thans groote opge wondenheid naar aanleiding van dit voorval. Beide partijen beschuldigen elkaar van het opzetten tot deze mis daad. De Turken vinden in deze be schuldiging een aanleiding om weer eens te kunnen wijzen op het ge- wenschte van huiszoekingen, arresta ties en verbanningen in het groot. Waarschijnlijk is de dader echter op gestookt aldus de Turksche corres pondent van het „Berl. Tagebl." door het Armenische comité, dat onte vreden was over de zwakke houding van den patriarch. Alle patrouilles zijn weer verdub beld. De straten van Kum-Kapoe wor den door militairen bewaakt; arresta ties zijn aan do orde van den dag. Stadsnieuws. Haarlem, 23 Jan. 1903. Rechtskundig informatie- bureau van het H. A. S. Het Haarl. Arbeiders-Secretariaat heeft zich den rechtskundigen bijstand evrzekerd van den heer J. H. Thiel. jur. doet., die zich voorneemt iederen Zaterdag avond van 8 tot 10 uur, voorloopig in het lokaal Keine Houtstraat 44 zit- Feuilleton, Uit het Engelsch van E. W. HORNUNG. 64) Zeg maar liever niet. waarom- u ze zien wilt. Iedere man dien u daar ziet, is een detective U zal komen te mid den van juist die lui, die deze zaak behandelden waarschijnlijk zullen zij u vertellen wat zij daarvan denken en U zult dan meteen de gelegenheid heb ben te ontdekken, of zij de zaak weer opnieuw zullen aanpakken. Hier is je kaart. Langholm, en ik wensch je succes. Heb je voor morgenavond een afspraak Langholm had nauwelijke gelegen heid om te zeggen van neen. Kom dan met mij te zeven uur dineeren op de „Rag" en vertel mij dan meteen hoe je gevaren bent. Ik kan niet later dan zeven uur, omdat ik met de nachtmail naar Schotland ga En 'ik wil je niet ontmoedigen, beste vent, maar eerlijk gezegd heb ik groo- ter dunk van je ridderlijkheid dan van je kans op succes In het Black Museum hadden zij alle bewijsstukken die het gerechtshof noo dig had, maar de beambte die ze aan Langholm liet zien, stemde toe, dat zij niet h°t recht hadden, er iets van te behouden. Zij waren het eigendom van Mrs Minchin en als zij wisten, waar zij was, zouden zij haar natuur lijk alles teruggeven. Maar de bladen zeggen, dat haar naam niet langer Mrs. Minchin is, voegde de beambte erbij. Je zoudt zeggen, over den ismaak valt niet te twisten. Maar Mrs. Minchin werd vrijge sproken. merkte Langholm zoo onver schillig mogelijk op. Ja-a, teemde de gicls droog. En- fija, het is ons werk niet daarover iets te zeggen. Maar je denkt des te meer, niet waar Onder ons is er maar eén opinie over die kwestie. Maar jelui hebt toch zeker niet opgegeven om ufit te vinden, wie de werkelijke moordenaar is van Mr, Minchin? Wij denken, dat wij het al weten, mijnheer, wais bet antwoord daarop. Zij hadden 't dus opgegeven Voor een enkele seconde prikkelde hem de gedachte, dat de nederige auteur kon slagen, waar de politie gefaald had Maar de kans op zoo'n succes was waarschijnlijk éen op een millioen en Langholm zuchtte, toen hij h&t wa pen 'in de hand nam, waarmee de mis daad bedreven was, volgens de opinie van die politie. Waarom ben je zoo zeker, dat dit de revolver was? vroeg hij, meer om zijn geweten gerust te stellen door geen enkele vraag 'over te slaan dan om e enigen twijfel op dat punt uit te spreken. De ander glimlachte, toen hij de eigenaardigheid van die revolver uit legde zij is gemaakt- in Melbourne, en zij is geladen met een kogel vau bijzondere afmeting, precies zoo als die, welke uit het lichaam van Alexan der Minchin i3 gehaald, Maar in Londen wonen zooveel oud-Australiërs, wierp Langholm er tegen in om toch iets te zeggen. Welnu mijnheer, lachte de be ambte. U ontdekt iemand, die precies zoo'n revolver draagt als deze. en U bewijst dat hij in Chelsea was op den avond van den moord1 en dat hij een motief had om den moord te bedrijven en wij zuilen blij zijn met den naam en het adres van dien man. Maar ver geet het motief niethet was niet dief stal. zooals u zich zeker herinnert, niettegenstaande Mrs. Minchin daar van overtuigd was. Daar staat de naam van den fabrikant op de loop. Als ik u was, zou ik daar aanteekening van houden, mijnheer. Die naam en die aanteekening wa ren alles, wat Langholm kon laten kij ken, toen hij düenzelfden avond met den criminaloog in zijn club dineerde. De amateur detective zag er al zeer v er slagen uit. maar hij mompelde iets van zijn plan, om de revolvers in elk pandjeshuis in Londen te gaan inspec- teeren. Dat zal je een jaar tijds kosten, zei de ander vroolijk. Het is nog de eenige kans, hernam de moedelooze auteur. Ik heb de keuze tusschen dat doen en stil zitten. Neem dan den raad aan van een oud man van meer ondervinding dan jezelf, en doe niets Je hebt volkomen gelijk met je geloof aan de onschuld van Mrs. Miinchingroot onrecht doet men nvet daaraan niet te gelooven, en nog grooter onrecht door dat uit te spreken. Maar om den waren schul dige aan te wijzen, dat is een andere zaak. Dat is niet iets, dat jij of ik alleen kan doen, zelfs al was de zaak eenvoudiger dan zij nu is. Het pleit voor je, dat je zulk een aanbod deedt en den moed bezat om met de uitvoe ring te beginnen maar als ik in jou plaats was, dan zou ik zonder uitstel bekennen, dat de taak boven mijne kraenten gaat, want dat is de oprecht waarhelid. Langholm wandelde terug naar zijn hotel, in gedachte dat advies overwe gende. Het was onmiskenbaar een. gezond advies, terwijl de bron, waar het vandaan kwam, er buitengewoon veel gewicht en waarde aan verleende. Het was de opinie van een expert, die geen verstandig man mocht voorbij zien. en Langholm voelde dat Mrs. Steel het ten minste ook behoorde te weten, alvorens op zijn krachten te bouwen. De brief zou haar voorberei den op zijn laatste fout, omdat het niet meer dan welwillend was, als zij voor bereid werd. en dan zou hij vrij zijn oni iedere zenuw te spannen voor een andere richting, die een of ander toe vallig lichtpuntje hem zou aanwijzen. Maar het zou moeilijk zijn om dien ef te schrijven en Langholm was het met zichzelf nog met eens over den eersten volzin, toen hij bij zijn hotel aankwam. Een gentleman om mij te spre ken? riep hij verwonderd ulit? Wie was die gentleman Hij wilde zijn naam niet opge ven, mijnheerhij zei, dat hij terug zou komenhet scheen zeker een vreemdeling te zijn. Een man met een zwak uiterlijk O ja, zeer zwak. mijnheer. U schijnt hem beter te kennen dan hij u kent, voegde de portier er bij. met Wien Langholm in goede verstandhou ding was. Hij was niet zeker, of de gentleman, die hier logeerde, de Mr. Langholm was. dien hij bedoelde, en daarom vroeg hij het register te mo gen inzien. En liet je het hem 2ien? vroeg Langholm vlug. Ja mijnheer. Laat het mij dan ook eens zien, alsjeblieft tWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1