NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en OmLcreken.
In de schaduw van den Oood.
2Ue .'aarpfuiü
Woensdag 28 Januari lfW'3
No. 6006
HAARLEHTS DAGBLAD
Abonnementsprijs
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02Vs
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden,,0.37
„de omstreken en franco per post. 0.45
AUvertentlën
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zulder Baitenspaarne No* 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit bi ad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Raarspm's Dagblad van 28 Jan.
0. a.
De matroos Kobler ter dood
veroordeeld, Venezuela, De zaak-
Humbert, Het ongeval met de
„Koningin Regentes".
Ofticieele Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Haarlem., dioan te weten,
dat bij hunne beschikking van 18
Juli j.l. de aan C. van Schie verleendie
vergunning tot oprichting van eene
inrichting voor zuivelbereiding^ in
het perceel aan de Nassaustra.at No.
22, van rechtswege is vervallen, we
gens het niet inachtnemen van den
gestelden termijn.
Haarlem, 26 Januari 1903.
Burgemeester en Weth. voorn.
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Buitenlandsch Nieuws
Frankrijk.
De Czaar heeft aan president Loubet
een telegram gezonden om hem mede
te dieelen, dat 'de Russische gezant te
Parijs last had gekregen 25.000 franc ter
beschikking te stellen van de Fransche
regeering voor de noodlijdende vis-
schers van Dretagne.
Loubet heeft in een telegram uit naam
van Frankrijk .dank betuigd voor dlit
blijk van sympathie van Zijne Majesteit
dien keizer der Russen tegenover den
vriend en bondgenoot.
Een der quaesties naar aanleiding
van de zaak-Humbert, waarover van
dein zomer in de Kamer al eens ter
loops is gerept, maakt nu juist dezer
dagen weer bet onderwerp uit van
gesprek en geschrijf, n.1. de betaling
van de successiebelasting^ verschul
digd van het door den ouden Craw
ford nagelaten vermogen. Hoe xs het
mogelijk geweest, dat er een onbe
kend man in Frankrijk sterft, zijn ge
weldig vermogen nalatende aan een
Frangaise, welk vermogen uitsluitend
bestaat uit Fransche waarden, waar
van elk kwartaal de opbrengst wordt
belegd! in Fransche Rente, zonder dat
de Fransche schatkist een recht van
dit nalatenschap heeft op te vorde
ren"
Het Kamerlid Mirman had deze
vraag geopperd in de vergadering
van 27 Juni, maar de minister van
financiën, Caillaux, heeft kortweg ver
klaard, dat het volstrekt niet op de®,
weg had gelegen van den fiscus hier
de vraag te stellen, of hem mogelijk
ook iets toekwam van die erfenis.
We kunnen de vraag eenigszins an
ders stellen. Hoe zou de fiscus de
verplichting kunnen hebben zich te
bemoeien met da nalatenschap van
iemand, die in Frankrijk volkomen
onbekend was, met wiens overlijden
bij dan ook niet in kennis is gesteld
die registers van den burgerlijken
stand zijn de bron van zijn kennis
en die dan ook achterna blijkt nooit
bestaan te hebben, veel minder in
Frankrijk overleden te zijn en nog
minder in Frankrijk een nalaten
schap te hebben achtergelaten?
Men moest den fiscus prijzen; deze
is zoo verstandig geweest zich van de
bewering van mevrouw Humbert niets
aan te trekken, zoolang hem geen
enkel bewijs van het bestaan eener
erfenis bekend was. Was elkeen in
Frankrijk maar zoo verstandig ge-
Trouwens de schatkist heeft nog
wel geprofiteerd van de kunsten van
Thérèse Humbert. De contracten met
de gebroeders Crawford toch over de
erfenis gesloten in 1883 en 1884, zijn
wel geregistreerd. Bij deze gelegen
heden zijn er inderdaad registratie
rechten en mutatierechten betaald
naar behooren ruim 100.000 frank
maar de registratie van de betref
fende akten vormt voor de admini
stratie dier financiën geen bewijs voor
het bestaan van de erfenis zelf. Ware
de bewering van mevrouw Humbert
juist geweest en had zij inderdaad 100
miliioen frank geërfd, dan had zij
een successierecht moeten betalen
van fr. 11.250.000.
Het aanlokkelijke van de heele
quaestie zit daarin, dat de directeur
gen e(raal van de registratie, een zeke
re mijnheer Boulanger, zeelr bevriend
was met Gustave Humbert, Thérèse's
schoonvader, den oud-minister van
justitie enz.
Boulanger, aangeklampt door een
redacteur van de Liberté, heeft echter
verklaard, dat hij als directeur gene
raal nooit met de zaak-Humbert in
aanraking was gekomen, dat de oude
heer Humbert inderdaad een vriend
van hem. was geweest, maar dat deze
hem nooit over de erfenis van zijn
schoondochter had gesproken.
Onder voorzitterschap van Jaurès
werden de besprekingen over de be
groeting hervat.
Bij de behandeling van de begrooting
der eerediensten zei de minister-pre
sident Combe,s in antwoord op het
door Berthulo.t ingediende voorstel,
Waarbij verzocht wordt door middel
van een referendum de meening van
het volk in te winnen, betreffende de
scheiding van Kerk en Staat, dat deze
scheiding groote moeilijkheden voor
de republiek zou opleveren.
„Wij willen het concordaat hand
haven. zei de de minister, daar wij de
godsdienstige denkbeelden voor liet te
genwoordige noodzakelijk beschouwen
De minister wijst het voorstel Ber-
thulot af.
„Het godsdienst-begrip is een der
maentigste hefboomien der jnensch-
heid", zei Combes. De meerderheid
wist wie ik was als zij spijt gevoelt mij
te hebben gekozen, dan heeft zij het
slechts te zeggen."
Verscheidene afgevaardigden van de
linkerzijde bestrijden Conibes. De mo
tie Berthulot werd naar een commissie
gezonden. Breton diende een motie
in strekkende tot verwerping van alle
artikelen der eeredienst-begrooting.
welke motie niet 328 tegen 211 stemmen
werd verworpen.
Alle artikelen van deze begrooting
werden aangenomen.
Duitse, hland.
De Bresdensche berichtgever vaai de
„Weensche Zeit" beweert dat er sprake
van zou zijn, dat de Kroonprins van Sak
sen, wegens het .gebeurde met zijn wouw
afstand, zou .doen van den troon, ten
gunste van zijn oudsten zoon, prins
George, op dit 0ogenblik een jongen van
tien. jaren, die bij het overlijden van den
Koning de regeering zou aanvaarden
onder regentschap van, prins Johan Geor
ge. De Kroonprins zou, naar het heet,
bereid zijn tot deze opoffering. Men
meent reeds verschillende aanwijzingen
te hebben ,iin deze richting. Zoo zal prins
Johan George, .en niet de Kroonprins,
aan tafel voorzitten bij het feestmaal
Ier cere van den verjaardag van Keizer
Wilhelm op 27 dezer. Het legercorps, dat
onder bevel van den Kroonprins staat,
zal niet, zooals eerst bepaald was, deel
nemen aan die manoeuvres, en zoomeer.
Dit alles zou nochtans evengoed te
verklaren zijn uit den wensch van den
Kroonprins om zich, na alles wat er
voorgevallen is, nog, niet in het open
baar te bewegen. Voorshands laten wij
het verhaal dan ook geheel1 voor reke
ning van den correspondent van de
,,Zeit'
De krijgsraad te Wilhelmshaven
hoeft den matroos Kohier, die zooveel
van zich heeft doen spreken door den
moord op den onderofficier Biederitz.
lei. aan boord van het wachtschip Lo
reley, ter dood veroordeeld'
Kohier, zoo bleek uit de behandeling
van zijn zaait, had in oen nacht van
15 op 16 November, terwijl de Loreiey
voor herstellingen in de Piraeus lag,
de hondewacht. Het schip was zon
der bemanning, deze was geherbergd;
in een huis aan den wal. Aan boord
was alleen een wachteommando van
een onderofficier en drie man achter
gebleven. Kohier had vroeger herhaal
delijk geld in kas gezien en besloten,
als de gelegenheid hem gunstig was.
zich daarvan meester te maken.
Hij wilde dit plan nu uitvoeren in
den nacht van 15 op 16 November. Van
te voren had hij een groot lang keu
kenmes bij zich gestoken, om dengene
die hem den diefstal mocht willen be
letten, buiten gevecht te stellen.
Toen Kohier den matroos die vóór
hem de wacht had, afloste, kreeg hij
de opdracht Biederitski, dli-e in het
rooksalon lag te slapen, om een uur
te wekken. Hij beproefde dit op het
aangegeven uur, maar Biederitski
bleef doorsnorken. Daar de patrouille
niet de ronde kwam doen, nam Kohier
aan dat de patrouille wel niet meer ko
men zou en achtte hij het oogenblik
voor den diefstal gunstig. Hij nam een
scheepslantaarn en ging naar het rook
salon, waar Biederitski vast lag te
slapen. Kohier zette de lantaarn op
zit. viel op Biederitski aan en stiet
hemi het mes uit alle macht in de keel,
zoodat heit tot de wervelkolom door
drong. Kohier nam vervolgens de lan
taarn op e-n nam de wijk. De getrof
fen onderofficier die op was gerezen
en met beide handen de wond aan
zijn keel trachtte te sluiten, liep hem
na, maar viel na een halve minuut
op den grond. Zoodra hij niets meer
hoorde, kwam Kohier, die zich schuil
had gehouden in een jol, welke hij
klaar had, gelegd om te vluchten, aan
boord terug, betastte Biederitski, zeul
de hem naar de verschansing en zette
hem overboord. Daarna nam hij eeni-
ge touwen, sloeg ze om' een kist van
600 K.G.. die 'in het rooksalon stond
en waarin hij vermoedde, dat de kas
zat, bracht haar door ze te kantelen
aan dek en liet haar eindelijk in de
jol neer. Uit die gereedschapskist van
de scheepstimmerlui nam hij nog een
voorhamer, drie beitels en een witte
broek mee ging om drie uur weer in
de jol en voer er de haven mee uit.
Daar er veel zee stond en de boot
water schepte, helsloot hij de zware
kist te openen. Hij sloeg met den ha
mer de ijzeren handen weg en dreef
een koubeitel in het sleutelgat, maar
zonder gevolg. Hij wierp daarom de
kist overboord en eveneens het bebloe
de mes. en hield met de jol op de kust
aan. Nadat hij de witte broek had aan
getrokken ging hij aan wal en verstop
te zich in het kreupelhout Hij ging
hïer liggen slapen en sliep den gan-
schen naclit. Den volgenden morgen
ging hij langs het spoor in de richting
van Athene. Onderweg voegde zich
een soldaat bij hem, die hem in een
herberg op een cognacje en wat siga
retten wilde tracteeren. Later kwam
er nog een soldaat bij, die eveneens
een rondje gaf. Daarna gingen ze met
hun drieën naar de „kazerne". Deze
kazerne bleek het politiebureau te zijn,
waar Kohier in hechtenis was geno
men, nadat de aanvankelijke verden
king.^ dat er Grieken bij de misdaad
betrokken waren geweest, onhoudbaar
gebleken was. Bij zijn verhoor be
kende Kohier die misdaad.
Oosteiiryk-Hongarije.
De „Européen" zegt, dat volgens be
trouwbare inlichtingen., de toestand van
keizer Frans Jozef tamelijk verontrus
tend is. Vooral! de familiegebeurtenissen
der laatste jaren zouden 's Keizers weer
standsvermogen gebroken hebben. Door
moreel lijden uitgeput, veel meer dan
door lichamelijke zwakte, zou de oude
vorst onverschillig en moedeloos
worden zijn en wei' in die mate, dat zelfs
het Saksische hofschandaal hem niet uit
zijn apathie wakker heeft kunnen, schud
den.
Tegenover dit bericht in de „Euro
péen" stellen wij de herhaalde berichten
van den Weenschen correspondent der
N. R. Ct., die het tegendeel verzekeren.
Ook de berichtgevers van verscheiden
buitenlandsche Maden hebben in 't bij
zonder naar aanleiding van de totstand
koming van den Ausgleich en bij gele
genheid van de beide hofbals, deze
maand gegeven, gewag gemaakt van 's
Keizers gezond en opgewekt voorkomen-
In Hongarije is het geschil tusschen
de Regeering en de liberale partij over
de legerwetten bijgelegd graaf Appo-
nj i heeft zijn bezwaren verzacht, en
Zaterdag heeft daarop de liberale par
tij een bijeenkomst gehóuden, waarin
zij de legervoorstelien heeft goedge
keurd. De partij-Apponyi heeft door
den heer Arpad Szentivanyi wel eenige
wijzigingen doen voorstellen, maar in
zc-er bescheiden vormt En de Hon-
ved-minister, baron Fejervary beloof
de met die wenschen zooveel mogelijk
rekening te zullen houden. Het blijkt
daarbij, dat de partij van Apponyi op
verschillende punten haar zin zal krij
gen, zonder dat de Regeering haar
prestige behoeft te verliezen, en zon
der dat de Regeeringspartij haar een
stemmigheid in gevaar gebracht zag.
Maar de clericale volkspartij in Hon
garije is nu tegen de Regeering en te
gen de legerwetten in het strijdperk
getreden. De vertrouwelijke nota van
graaf A-pponyi aan minister Von Szell,
waarin de president van het Huis van
Afgevaardigden zijn wenschen uiteen
zette was in de „Neue Freie Presse"
gepubliceerd. En die publicatie wordt
door de clericale volkspartij en door
de aanhangers van Apponyi als mid
del aangegrepen om dit blad onaan
genaam te zijn. Een voorstel werd ge
daan om den correspondent den toe
gang tot het Huis te ontzeggen. Dit
werd door minister Von Szell bestre
den, evenals het voorstel om de „Neue
Freie Presse" niet meer aan de post.
kantoren verkrijgbaar te stellen. En
door deze debatten kon Zaterdag de le-
gerwet niet in behandeling komen.
I-Ieden zal de Kossuth-partij, door 't
indienen van urgentieverklaringen
voor verschillende voorstellen, pogen
de behandeling der legerwetten nog
maals te verschuiven.
Of het echter gelukken zal blijft de
vraag, na de concessies, die de Regee
ring dëedi.
Italië.
Men spreekt in Itallië diruk over
wetsontwerp, hetwelk de regeering ge
zegd wordit in te zullen dienen en waar
in zij voorstelt aan die bisschoppen en
andere geestelijken, diiie tegen het wets
ontwerp op de echtscheiding agiteeren,
hun exequatur te ontnemen, wat gelijk
staat met intrekking hunner traktemen
ten. Men ziet er algemeen echter slechts
een bangmakerij der katholieke partij
Turkye.
Volgens berichten uit Sofia heeft het
-Macedonische comité aan alle plaatse
lijke comité's in Macedonië een cir
culaire gezonden, bevattende het na
drukkelijk verzoek, om zich aan het ge
geven woord te houden en niet vóór
April eenige daad van geweld te on-'
dernemen of benden opstandelingen te
vormen.
Er loopen dezer dagen weer allerlei
sensatieverhalen over ernstlige plan
nen der Mogendheden in verband met
Macedonië. Zoo bv. een, in de Voss.
Zeitung ;te vinden, dat Delcassé een
geelboek over de Macedonische kwes
tie zal uitgeven, waaruit zou moeten
blijken, dat het initiatief tot het optre
den bij den Sultan ten behoeve der
Macedoriiërs eigenlijk van Frankrijk
is uitgegaan. Frankrijk gaf zijn mee
ning aan graaf Lamsdorf te kennen en
deze pleegde toen he,t bekende overleg
te Weenen. Volgens de Vossische
zoude Turkije niet bang behoeven te
zijn voor een oorlog met een of meer
der groote Mogendheden, maar zouden
deze aan den Sultan te kennen hebben
gegeven, dat zij Bulgarije, de vrije
hana zullen laten in zijn plannen, in
dien de gewenschfe hervormingen uit
blijven, terwijl zij niet zullen toestaan
dat Bulgarije'? onafhankelijkheid1 even-
tueel door de Turken wordt aangerand.
Wij weten niet. wat er waar is van.
dlit alles. Als Delcassé's geelboek ver
schijnt, zal men zich waarschijnlijk
een juist cordeel kunnen vormen. Voor-
loopig komt althans het laatste ge
deelte der mededeelingen in de Vossi
sche niet zeer geloofwaardig voor. Eu
daar het met andere verhalen over Ma
cedonië desgelijks is. meenen we die
gerustelijk achterwege te kunnen la
ten.
Venezuela.
Zoolang de voorloopige besprekin
gen duren, is het natuurlijk een goe
de tijd voor sensatieberichteai, en niet
miinder voor tendentieuze berichten.
Die worden dan ook kwistig ver
spreid.
Engelsche of Engelschgezinde, en
enkele Amerikaansche berichtgever*
stallen het nu zóó voor, alsof dó re
geering te Washington ernstig ge
griefd is door het optreden van de
Duitsche schepen te Maracaïbo. Op
gewichtigen toon wordt daaraan toe
gevoegd, dat men niet weet, wat voor
bedenkelijke complicatiën daaruit
kunnen voortvloeien... maar gerust
stellend klinkt tegelijkertijd de verze
kering d'at voor het oogenblik geen
wijziging in de officieede houding der
Vereenigde Staten zal worden ge
bracht.
We zien ook niet in, wat voor reden
er zou kunnen zijn voor een gewij
zigde houding van de Regeering to
Washington. Deze zelf was het die
bewerkte, dat de zoogenaamde „vre
delievende blokkade" omgezet werd
in een blokkade weikei het gevolg wa8
van een oorlogstoestand; in de prak
tijk is het verschil niet groot, maar
juist voor het onderhavige geval is
het van belang; immers indien er
oorlogstoestand is, waarom zouden
dan de oorlogsschepen der eene par
tij de forten der tegenpartij niet mo
gen aanvallen, en vooral, waarom
geon aanval mogen beantwoorden?
Het eenige wat Duitschland, Enge
land en Italië te Washington beloofd
schijnen te hebben, is dat zij zich
zullen onthouden van inbezitneming-
van grondgebied, en daarvan is ook
nu nog geen sprake. Dat is ook het
eenige dat de Manroeleer raakt.
In da berichten die voor on-s liggen
vinden wij volstrekt niets dlan het
streven om preissie uit te oefenen op
Duitschland, opdat dit zoo spoedig
mogelijk zijn verzet tegen opheffing
der blokkade zal staken. Wij moeten
er dadelijk bijvoegen dat van Engel
sche (misschien ook Amerikaansche)
zijde de voorstelling komt dat Duitsch
land da meest weerbarstig© is van de
drie, maar tot dusver blijkt dat ner
gens uit, en het is juist iets voor de
EngelSchen om heit odxum op deDuit-
schers te schuiven.
Behalve het bericht van de Peti*
Bleu dat zeker ook niet onvoor
waardelijk geloof verdient valt er
niets te vermelden van meer belang
dan dat de Britsche gezant een on
derhoud gehad heeft met Bowen, en
dat Bowen op het Witte Huis koffie
Feuilleton,
Uit het Engelsch
van
E. W. HORNUNG.
87)
Niet in heit. Noorden van Enge
land bijvoorbeeld?
Zoo op weg geholpen keek Mr. Crofts
een oogenblik met gefronst voorhoofd
naar zijn lessenaar, totdat er een trek
van herinnering op zijn aangezicht
te voorschijn kwam.
Ja, bij Jupiter Nu u er van
spreekt, er was daar in 't Noorden
iemand, een rijk man ook, maar hij
hcorde slechts toevallig van hem,
even voer zijn dood.
Een rijk man, zegt u? en een
Australiër
Daar weet ik niets van, maar zij
hadden elkaar in Australië gekend en
Minchïn wist er nietts van. dat hij in
Engeland was, tot hij het in de ccu.
rant las een of twee dagen voor zijn
dood.
Herinnert ge u den naam nog?
Neen, volstrekt niet, want' hij
noemde mij dien nimmereigenlijk
waren wij op 't laatst niet op heel goe
den voet met elkaar-, verklaarde Mr.
Crofts. Geldzaken, geldzaken, die
scheiden zelfs de beste vrienden en
om u de waarheid te zeggen was hij
mij meer schuldlig, dan ik kon missen.
Maar den voorlaat sten dag van zijn
leven kwam hij bij me en zei dat alles
in orde was. hij zou volop geld hebben,
voordat de week om was en als ik er
niet mee tevreden was, kon ik naar
den duivel loopen. Natuurlijk Vroeg
ik hem, waar het geld vandaan kwam,
en hij zei van een man van wien hij
'in jaren niets gehoord had, alleen maar
dat hij mill'ionair moest zijn. Toen
vroeg ik hem, waarom een man, dien
bij in zoo lang niet gezien had, zijn
schulden zou betalen, maar Minchïn
lachte slechts, zwoer, dat het waar
was en zei, dat hij hem in zijn macht
had. En dat was het laatste, wat ik
er ooit van gehoord heb hij zat daar
aan die schrijftafel en schreef aan zijn
millionair, waasrna hij zelf den. brief
op de post bracht. Het wals de laatste
keer dat ik hem levend zag, want hij
zei. dat hij niet terug zou komen vóór
hij het antwoord had, en het was de
laatste brief, dien hij ooit h'ier schreef.
Op die schrijftafel, niet Lang
holm keek naar het armoedige kan
toormeubel in den hoek. Bewaarde
hij hier geen papieren?
Ja maar uw confraters legden
er beslag cp.
O ja, natuurlijk, zeide Langholm
haastig.
Heeft u dus niets van hem over
gehouden
Alleen zijn pen. en een journal,
waarin hij geen woord geschreven had.
Ik legde ze weg in een lade met zijn
papieren, en daar liggen ze nog.
Langholm was teleurgesteld. Hij
was zooveel wijzer geworden, het was
hard nog niet wat meer te hooren. Als
hij maar zekerheid kon krijgen omtrent
dien vriend van Minchin, die mülio-
nair wasVoor zichzelf was hij al
volkomen overtuigd, maar zijn geest
was in sommige opzichten elastisch.
Crofts zat te trommelen op het vloei
papier, dat voor hem lag en Langholm
merkte plotseling op, dat dilt in een
journal gehecht was.
Was het journal van Minchin pre
cies zooals dat van u vroeg hij.
Ja, precies zoo, zei Mr. Croft.
Dan zou ik het graag eens zien.
Er is geen woord in geschreven
een van de uwen heeft het reeds in
dien tijd nagezien.
O, dat doet er niet toe.
Wil u dan maar eens zien 'in da
bovenste lade van de schrijftafel, die
hij gewoon was te gebruiken als
mijn klerk het ten minste niet voor
eigen gebruik heeft genomen.
Langholm hieid zijn adem in, toen
hij naar de lade in kwestie zijn hand
uitstak. Het volgend! oogenblik ont
snapte hem een zucht van dankbaar
heid. Het „Algemeene Journaal" van
het vorige jaar was er nog in. En
rose vloeipapier was erin vastgehecht,
precies zooals in het journal waarop
Mr. Crofts nog onverschillig zat te
trommelen.
Verder kan ik u nietls meer laten
zien, zei die waardige heer spottend.
Langhclm tuurde aandachtig, niet
op het journal, maar op het roze vloei
papier. Plotseling keek hij op.
Zei u niet, dat het de laatste brief
was dlien hij in uw kantoor schreef?
Ja, de laatste.
Dan ja,hebt u misschien
oolc even een vergrootglas?
Crofts had- er een op den schoorsteen
mantel en overhandigde hei hem, met
spottend gelaat.
HOOFDSTUK XXIV.
Iemand, die
nietgenoodigd was.
Langholm vertrok den volgenden
morgen naar het Noorden met de ex
press von tien uur van King's Cross,
Hij had maar vier nachten, en niet
eens vier dagen in de stad doorge
bracht, toch was het voor Langholm,
of het weken aeweest waren, want
nimmer had hij in korten tijd zooveel
gevoeld en zoo weinig geslapen. Hij
had ook veel gedaan, maar de oogen-
blikken van overheerschend gevoel
zijn toch de vermoeiendste, en Lang
holm zou nog heel wat emoties moe
ten doormaken, voordat deze week
voorbij was. Op psychologisch gebied!
deed hij voor een menschenleven on
dervinding op zelfs in die enkele da-
gen, al waren zij ook geenszins rijk in
verrassingen of gebeurtenissen.
Hij had eenige tijdschriften gekocht
om op reis den tijd Ite dood-en maar hij
kon zijn geest nergens bij bepalen en
slechts de eischen van het reizen met
een trein hielden hem in toom. Geluk
kig echter voor Langholm kwam de
slaap hem te hulp, toen hij 't minst
verwacht werd in zijn koel hoekje van
de door lo opende waggon ,en hij ont
waakte nog juist bijtijds om te lun
chen. voordat hij moest overstappen
te York. Zijn vermoeide hersens wa.
ren volkomen verfrischt maar tot nu
toe kon hij ze nog niet concentreeren,
zelfs niet op de gebeurtenissen van de-
■ii belangrijke dagen. liet was voor
hem alles nog verward. De beteeke-
nis ervan kon hij nog niet begrijpen
en een achtereenvolgend- overzicht
scheen hem een intellectueele helden
daad Langholm was uiterst opge
wonden en de toestand was nog te on
zeker om een klaar overzicht te krij
gen van wat mogelijk was en wat
daaruit voortgevloeid kon zijn. en
dan kwam de moeite om zichzelf in de
vlucht zijner verbeelding te beteuge
len. natuurlijk vergde dat ook veel
van zijn krachten. Eens in een slape-
loozen nacht echter in de uren tus
schen donker en licht ,had hij een
oogenblik van helderheid gehad en
toen van,' die gelegenheid gebruik ge
maakt om dat op te schrijven.
Het betrof maar ééne beschouwing
van de zaak, en nadat hij zijn op
schrijfboekje uit den zak gehaald had.
begon hij daarin te lezen, wat op
dien nacht door hem was vastgesteld1:
Voorloopige zaak tegen
1. Was in Sloane Street iu den
nacht van den moord, logeerde in een
hotel omtrent een mijl van het huis,
waarin de moord' bedreven werd. Dat
kan bewezen worden.
(Wordt vervolgd).