NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Meestgelezen Dagblad in Haarlem en OmLcreken. In de schaduw van den Oood. 2Ue .'aarpfuiü Woensdag 28 Januari lfW'3 No. 6006 HAARLEHTS DAGBLAD Abonnementsprijs Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1.65 Afzonderlijke nummers 0.02Vs Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden,,0.37 „de omstreken en franco per post. 0.45 AUvertentlën Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Zulder Baitenspaarne No* 6, Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122, Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit bi ad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Raarspm's Dagblad van 28 Jan. 0. a. De matroos Kobler ter dood veroordeeld, Venezuela, De zaak- Humbert, Het ongeval met de „Koningin Regentes". Ofticieele Berichten. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van Haarlem., dioan te weten, dat bij hunne beschikking van 18 Juli j.l. de aan C. van Schie verleendie vergunning tot oprichting van eene inrichting voor zuivelbereiding^ in het perceel aan de Nassaustra.at No. 22, van rechtswege is vervallen, we gens het niet inachtnemen van den gestelden termijn. Haarlem, 26 Januari 1903. Burgemeester en Weth. voorn. BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Buitenlandsch Nieuws Frankrijk. De Czaar heeft aan president Loubet een telegram gezonden om hem mede te dieelen, dat 'de Russische gezant te Parijs last had gekregen 25.000 franc ter beschikking te stellen van de Fransche regeering voor de noodlijdende vis- schers van Dretagne. Loubet heeft in een telegram uit naam van Frankrijk .dank betuigd voor dlit blijk van sympathie van Zijne Majesteit dien keizer der Russen tegenover den vriend en bondgenoot. Een der quaesties naar aanleiding van de zaak-Humbert, waarover van dein zomer in de Kamer al eens ter loops is gerept, maakt nu juist dezer dagen weer bet onderwerp uit van gesprek en geschrijf, n.1. de betaling van de successiebelasting^ verschul digd van het door den ouden Craw ford nagelaten vermogen. Hoe xs het mogelijk geweest, dat er een onbe kend man in Frankrijk sterft, zijn ge weldig vermogen nalatende aan een Frangaise, welk vermogen uitsluitend bestaat uit Fransche waarden, waar van elk kwartaal de opbrengst wordt belegd! in Fransche Rente, zonder dat de Fransche schatkist een recht van dit nalatenschap heeft op te vorde ren" Het Kamerlid Mirman had deze vraag geopperd in de vergadering van 27 Juni, maar de minister van financiën, Caillaux, heeft kortweg ver klaard, dat het volstrekt niet op de®, weg had gelegen van den fiscus hier de vraag te stellen, of hem mogelijk ook iets toekwam van die erfenis. We kunnen de vraag eenigszins an ders stellen. Hoe zou de fiscus de verplichting kunnen hebben zich te bemoeien met da nalatenschap van iemand, die in Frankrijk volkomen onbekend was, met wiens overlijden bij dan ook niet in kennis is gesteld die registers van den burgerlijken stand zijn de bron van zijn kennis en die dan ook achterna blijkt nooit bestaan te hebben, veel minder in Frankrijk overleden te zijn en nog minder in Frankrijk een nalaten schap te hebben achtergelaten? Men moest den fiscus prijzen; deze is zoo verstandig geweest zich van de bewering van mevrouw Humbert niets aan te trekken, zoolang hem geen enkel bewijs van het bestaan eener erfenis bekend was. Was elkeen in Frankrijk maar zoo verstandig ge- Trouwens de schatkist heeft nog wel geprofiteerd van de kunsten van Thérèse Humbert. De contracten met de gebroeders Crawford toch over de erfenis gesloten in 1883 en 1884, zijn wel geregistreerd. Bij deze gelegen heden zijn er inderdaad registratie rechten en mutatierechten betaald naar behooren ruim 100.000 frank maar de registratie van de betref fende akten vormt voor de admini stratie dier financiën geen bewijs voor het bestaan van de erfenis zelf. Ware de bewering van mevrouw Humbert juist geweest en had zij inderdaad 100 miliioen frank geërfd, dan had zij een successierecht moeten betalen van fr. 11.250.000. Het aanlokkelijke van de heele quaestie zit daarin, dat de directeur gen e(raal van de registratie, een zeke re mijnheer Boulanger, zeelr bevriend was met Gustave Humbert, Thérèse's schoonvader, den oud-minister van justitie enz. Boulanger, aangeklampt door een redacteur van de Liberté, heeft echter verklaard, dat hij als directeur gene raal nooit met de zaak-Humbert in aanraking was gekomen, dat de oude heer Humbert inderdaad een vriend van hem. was geweest, maar dat deze hem nooit over de erfenis van zijn schoondochter had gesproken. Onder voorzitterschap van Jaurès werden de besprekingen over de be groeting hervat. Bij de behandeling van de begrooting der eerediensten zei de minister-pre sident Combe,s in antwoord op het door Berthulo.t ingediende voorstel, Waarbij verzocht wordt door middel van een referendum de meening van het volk in te winnen, betreffende de scheiding van Kerk en Staat, dat deze scheiding groote moeilijkheden voor de republiek zou opleveren. „Wij willen het concordaat hand haven. zei de de minister, daar wij de godsdienstige denkbeelden voor liet te genwoordige noodzakelijk beschouwen De minister wijst het voorstel Ber- thulot af. „Het godsdienst-begrip is een der maentigste hefboomien der jnensch- heid", zei Combes. De meerderheid wist wie ik was als zij spijt gevoelt mij te hebben gekozen, dan heeft zij het slechts te zeggen." Verscheidene afgevaardigden van de linkerzijde bestrijden Conibes. De mo tie Berthulot werd naar een commissie gezonden. Breton diende een motie in strekkende tot verwerping van alle artikelen der eeredienst-begrooting. welke motie niet 328 tegen 211 stemmen werd verworpen. Alle artikelen van deze begrooting werden aangenomen. Duitse, hland. De Bresdensche berichtgever vaai de „Weensche Zeit" beweert dat er sprake van zou zijn, dat de Kroonprins van Sak sen, wegens het .gebeurde met zijn wouw afstand, zou .doen van den troon, ten gunste van zijn oudsten zoon, prins George, op dit 0ogenblik een jongen van tien. jaren, die bij het overlijden van den Koning de regeering zou aanvaarden onder regentschap van, prins Johan Geor ge. De Kroonprins zou, naar het heet, bereid zijn tot deze opoffering. Men meent reeds verschillende aanwijzingen te hebben ,iin deze richting. Zoo zal prins Johan George, .en niet de Kroonprins, aan tafel voorzitten bij het feestmaal Ier cere van den verjaardag van Keizer Wilhelm op 27 dezer. Het legercorps, dat onder bevel van den Kroonprins staat, zal niet, zooals eerst bepaald was, deel nemen aan die manoeuvres, en zoomeer. Dit alles zou nochtans evengoed te verklaren zijn uit den wensch van den Kroonprins om zich, na alles wat er voorgevallen is, nog, niet in het open baar te bewegen. Voorshands laten wij het verhaal dan ook geheel1 voor reke ning van den correspondent van de ,,Zeit' De krijgsraad te Wilhelmshaven hoeft den matroos Kohier, die zooveel van zich heeft doen spreken door den moord op den onderofficier Biederitz. lei. aan boord van het wachtschip Lo reley, ter dood veroordeeld' Kohier, zoo bleek uit de behandeling van zijn zaait, had in oen nacht van 15 op 16 November, terwijl de Loreiey voor herstellingen in de Piraeus lag, de hondewacht. Het schip was zon der bemanning, deze was geherbergd; in een huis aan den wal. Aan boord was alleen een wachteommando van een onderofficier en drie man achter gebleven. Kohier had vroeger herhaal delijk geld in kas gezien en besloten, als de gelegenheid hem gunstig was. zich daarvan meester te maken. Hij wilde dit plan nu uitvoeren in den nacht van 15 op 16 November. Van te voren had hij een groot lang keu kenmes bij zich gestoken, om dengene die hem den diefstal mocht willen be letten, buiten gevecht te stellen. Toen Kohier den matroos die vóór hem de wacht had, afloste, kreeg hij de opdracht Biederitski, dli-e in het rooksalon lag te slapen, om een uur te wekken. Hij beproefde dit op het aangegeven uur, maar Biederitski bleef doorsnorken. Daar de patrouille niet de ronde kwam doen, nam Kohier aan dat de patrouille wel niet meer ko men zou en achtte hij het oogenblik voor den diefstal gunstig. Hij nam een scheepslantaarn en ging naar het rook salon, waar Biederitski vast lag te slapen. Kohier zette de lantaarn op zit. viel op Biederitski aan en stiet hemi het mes uit alle macht in de keel, zoodat heit tot de wervelkolom door drong. Kohier nam vervolgens de lan taarn op e-n nam de wijk. De getrof fen onderofficier die op was gerezen en met beide handen de wond aan zijn keel trachtte te sluiten, liep hem na, maar viel na een halve minuut op den grond. Zoodra hij niets meer hoorde, kwam Kohier, die zich schuil had gehouden in een jol, welke hij klaar had, gelegd om te vluchten, aan boord terug, betastte Biederitski, zeul de hem naar de verschansing en zette hem overboord. Daarna nam hij eeni- ge touwen, sloeg ze om' een kist van 600 K.G.. die 'in het rooksalon stond en waarin hij vermoedde, dat de kas zat, bracht haar door ze te kantelen aan dek en liet haar eindelijk in de jol neer. Uit die gereedschapskist van de scheepstimmerlui nam hij nog een voorhamer, drie beitels en een witte broek mee ging om drie uur weer in de jol en voer er de haven mee uit. Daar er veel zee stond en de boot water schepte, helsloot hij de zware kist te openen. Hij sloeg met den ha mer de ijzeren handen weg en dreef een koubeitel in het sleutelgat, maar zonder gevolg. Hij wierp daarom de kist overboord en eveneens het bebloe de mes. en hield met de jol op de kust aan. Nadat hij de witte broek had aan getrokken ging hij aan wal en verstop te zich in het kreupelhout Hij ging hïer liggen slapen en sliep den gan- schen naclit. Den volgenden morgen ging hij langs het spoor in de richting van Athene. Onderweg voegde zich een soldaat bij hem, die hem in een herberg op een cognacje en wat siga retten wilde tracteeren. Later kwam er nog een soldaat bij, die eveneens een rondje gaf. Daarna gingen ze met hun drieën naar de „kazerne". Deze kazerne bleek het politiebureau te zijn, waar Kohier in hechtenis was geno men, nadat de aanvankelijke verden king.^ dat er Grieken bij de misdaad betrokken waren geweest, onhoudbaar gebleken was. Bij zijn verhoor be kende Kohier die misdaad. Oosteiiryk-Hongarije. De „Européen" zegt, dat volgens be trouwbare inlichtingen., de toestand van keizer Frans Jozef tamelijk verontrus tend is. Vooral! de familiegebeurtenissen der laatste jaren zouden 's Keizers weer standsvermogen gebroken hebben. Door moreel lijden uitgeput, veel meer dan door lichamelijke zwakte, zou de oude vorst onverschillig en moedeloos worden zijn en wei' in die mate, dat zelfs het Saksische hofschandaal hem niet uit zijn apathie wakker heeft kunnen, schud den. Tegenover dit bericht in de „Euro péen" stellen wij de herhaalde berichten van den Weenschen correspondent der N. R. Ct., die het tegendeel verzekeren. Ook de berichtgevers van verscheiden buitenlandsche Maden hebben in 't bij zonder naar aanleiding van de totstand koming van den Ausgleich en bij gele genheid van de beide hofbals, deze maand gegeven, gewag gemaakt van 's Keizers gezond en opgewekt voorkomen- In Hongarije is het geschil tusschen de Regeering en de liberale partij over de legerwetten bijgelegd graaf Appo- nj i heeft zijn bezwaren verzacht, en Zaterdag heeft daarop de liberale par tij een bijeenkomst gehóuden, waarin zij de legervoorstelien heeft goedge keurd. De partij-Apponyi heeft door den heer Arpad Szentivanyi wel eenige wijzigingen doen voorstellen, maar in zc-er bescheiden vormt En de Hon- ved-minister, baron Fejervary beloof de met die wenschen zooveel mogelijk rekening te zullen houden. Het blijkt daarbij, dat de partij van Apponyi op verschillende punten haar zin zal krij gen, zonder dat de Regeering haar prestige behoeft te verliezen, en zon der dat de Regeeringspartij haar een stemmigheid in gevaar gebracht zag. Maar de clericale volkspartij in Hon garije is nu tegen de Regeering en te gen de legerwetten in het strijdperk getreden. De vertrouwelijke nota van graaf A-pponyi aan minister Von Szell, waarin de president van het Huis van Afgevaardigden zijn wenschen uiteen zette was in de „Neue Freie Presse" gepubliceerd. En die publicatie wordt door de clericale volkspartij en door de aanhangers van Apponyi als mid del aangegrepen om dit blad onaan genaam te zijn. Een voorstel werd ge daan om den correspondent den toe gang tot het Huis te ontzeggen. Dit werd door minister Von Szell bestre den, evenals het voorstel om de „Neue Freie Presse" niet meer aan de post. kantoren verkrijgbaar te stellen. En door deze debatten kon Zaterdag de le- gerwet niet in behandeling komen. I-Ieden zal de Kossuth-partij, door 't indienen van urgentieverklaringen voor verschillende voorstellen, pogen de behandeling der legerwetten nog maals te verschuiven. Of het echter gelukken zal blijft de vraag, na de concessies, die de Regee ring dëedi. Italië. Men spreekt in Itallië diruk over wetsontwerp, hetwelk de regeering ge zegd wordit in te zullen dienen en waar in zij voorstelt aan die bisschoppen en andere geestelijken, diiie tegen het wets ontwerp op de echtscheiding agiteeren, hun exequatur te ontnemen, wat gelijk staat met intrekking hunner traktemen ten. Men ziet er algemeen echter slechts een bangmakerij der katholieke partij Turkye. Volgens berichten uit Sofia heeft het -Macedonische comité aan alle plaatse lijke comité's in Macedonië een cir culaire gezonden, bevattende het na drukkelijk verzoek, om zich aan het ge geven woord te houden en niet vóór April eenige daad van geweld te on-' dernemen of benden opstandelingen te vormen. Er loopen dezer dagen weer allerlei sensatieverhalen over ernstlige plan nen der Mogendheden in verband met Macedonië. Zoo bv. een, in de Voss. Zeitung ;te vinden, dat Delcassé een geelboek over de Macedonische kwes tie zal uitgeven, waaruit zou moeten blijken, dat het initiatief tot het optre den bij den Sultan ten behoeve der Macedoriiërs eigenlijk van Frankrijk is uitgegaan. Frankrijk gaf zijn mee ning aan graaf Lamsdorf te kennen en deze pleegde toen he,t bekende overleg te Weenen. Volgens de Vossische zoude Turkije niet bang behoeven te zijn voor een oorlog met een of meer der groote Mogendheden, maar zouden deze aan den Sultan te kennen hebben gegeven, dat zij Bulgarije, de vrije hana zullen laten in zijn plannen, in dien de gewenschfe hervormingen uit blijven, terwijl zij niet zullen toestaan dat Bulgarije'? onafhankelijkheid1 even- tueel door de Turken wordt aangerand. Wij weten niet. wat er waar is van. dlit alles. Als Delcassé's geelboek ver schijnt, zal men zich waarschijnlijk een juist cordeel kunnen vormen. Voor- loopig komt althans het laatste ge deelte der mededeelingen in de Vossi sche niet zeer geloofwaardig voor. Eu daar het met andere verhalen over Ma cedonië desgelijks is. meenen we die gerustelijk achterwege te kunnen la ten. Venezuela. Zoolang de voorloopige besprekin gen duren, is het natuurlijk een goe de tijd voor sensatieberichteai, en niet miinder voor tendentieuze berichten. Die worden dan ook kwistig ver spreid. Engelsche of Engelschgezinde, en enkele Amerikaansche berichtgever* stallen het nu zóó voor, alsof dó re geering te Washington ernstig ge griefd is door het optreden van de Duitsche schepen te Maracaïbo. Op gewichtigen toon wordt daaraan toe gevoegd, dat men niet weet, wat voor bedenkelijke complicatiën daaruit kunnen voortvloeien... maar gerust stellend klinkt tegelijkertijd de verze kering d'at voor het oogenblik geen wijziging in de officieede houding der Vereenigde Staten zal worden ge bracht. We zien ook niet in, wat voor reden er zou kunnen zijn voor een gewij zigde houding van de Regeering to Washington. Deze zelf was het die bewerkte, dat de zoogenaamde „vre delievende blokkade" omgezet werd in een blokkade weikei het gevolg wa8 van een oorlogstoestand; in de prak tijk is het verschil niet groot, maar juist voor het onderhavige geval is het van belang; immers indien er oorlogstoestand is, waarom zouden dan de oorlogsschepen der eene par tij de forten der tegenpartij niet mo gen aanvallen, en vooral, waarom geon aanval mogen beantwoorden? Het eenige wat Duitschland, Enge land en Italië te Washington beloofd schijnen te hebben, is dat zij zich zullen onthouden van inbezitneming- van grondgebied, en daarvan is ook nu nog geen sprake. Dat is ook het eenige dat de Manroeleer raakt. In da berichten die voor on-s liggen vinden wij volstrekt niets dlan het streven om preissie uit te oefenen op Duitschland, opdat dit zoo spoedig mogelijk zijn verzet tegen opheffing der blokkade zal staken. Wij moeten er dadelijk bijvoegen dat van Engel sche (misschien ook Amerikaansche) zijde de voorstelling komt dat Duitsch land da meest weerbarstig© is van de drie, maar tot dusver blijkt dat ner gens uit, en het is juist iets voor de EngelSchen om heit odxum op deDuit- schers te schuiven. Behalve het bericht van de Peti* Bleu dat zeker ook niet onvoor waardelijk geloof verdient valt er niets te vermelden van meer belang dan dat de Britsche gezant een on derhoud gehad heeft met Bowen, en dat Bowen op het Witte Huis koffie Feuilleton, Uit het Engelsch van E. W. HORNUNG. 87) Niet in heit. Noorden van Enge land bijvoorbeeld? Zoo op weg geholpen keek Mr. Crofts een oogenblik met gefronst voorhoofd naar zijn lessenaar, totdat er een trek van herinnering op zijn aangezicht te voorschijn kwam. Ja, bij Jupiter Nu u er van spreekt, er was daar in 't Noorden iemand, een rijk man ook, maar hij hcorde slechts toevallig van hem, even voer zijn dood. Een rijk man, zegt u? en een Australiër Daar weet ik niets van, maar zij hadden elkaar in Australië gekend en Minchïn wist er nietts van. dat hij in Engeland was, tot hij het in de ccu. rant las een of twee dagen voor zijn dood. Herinnert ge u den naam nog? Neen, volstrekt niet, want' hij noemde mij dien nimmereigenlijk waren wij op 't laatst niet op heel goe den voet met elkaar-, verklaarde Mr. Crofts. Geldzaken, geldzaken, die scheiden zelfs de beste vrienden en om u de waarheid te zeggen was hij mij meer schuldlig, dan ik kon missen. Maar den voorlaat sten dag van zijn leven kwam hij bij me en zei dat alles in orde was. hij zou volop geld hebben, voordat de week om was en als ik er niet mee tevreden was, kon ik naar den duivel loopen. Natuurlijk Vroeg ik hem, waar het geld vandaan kwam, en hij zei van een man van wien hij 'in jaren niets gehoord had, alleen maar dat hij mill'ionair moest zijn. Toen vroeg ik hem, waarom een man, dien bij in zoo lang niet gezien had, zijn schulden zou betalen, maar Minchïn lachte slechts, zwoer, dat het waar was en zei, dat hij hem in zijn macht had. En dat was het laatste, wat ik er ooit van gehoord heb hij zat daar aan die schrijftafel en schreef aan zijn millionair, waasrna hij zelf den. brief op de post bracht. Het wals de laatste keer dat ik hem levend zag, want hij zei. dat hij niet terug zou komen vóór hij het antwoord had, en het was de laatste brief, dien hij ooit h'ier schreef. Op die schrijftafel, niet Lang holm keek naar het armoedige kan toormeubel in den hoek. Bewaarde hij hier geen papieren? Ja maar uw confraters legden er beslag cp. O ja, natuurlijk, zeide Langholm haastig. Heeft u dus niets van hem over gehouden Alleen zijn pen. en een journal, waarin hij geen woord geschreven had. Ik legde ze weg in een lade met zijn papieren, en daar liggen ze nog. Langholm was teleurgesteld. Hij was zooveel wijzer geworden, het was hard nog niet wat meer te hooren. Als hij maar zekerheid kon krijgen omtrent dien vriend van Minchin, die mülio- nair wasVoor zichzelf was hij al volkomen overtuigd, maar zijn geest was in sommige opzichten elastisch. Crofts zat te trommelen op het vloei papier, dat voor hem lag en Langholm merkte plotseling op, dat dilt in een journal gehecht was. Was het journal van Minchin pre cies zooals dat van u vroeg hij. Ja, precies zoo, zei Mr. Croft. Dan zou ik het graag eens zien. Er is geen woord in geschreven een van de uwen heeft het reeds in dien tijd nagezien. O, dat doet er niet toe. Wil u dan maar eens zien 'in da bovenste lade van de schrijftafel, die hij gewoon was te gebruiken als mijn klerk het ten minste niet voor eigen gebruik heeft genomen. Langholm hieid zijn adem in, toen hij naar de lade in kwestie zijn hand uitstak. Het volgend! oogenblik ont snapte hem een zucht van dankbaar heid. Het „Algemeene Journaal" van het vorige jaar was er nog in. En rose vloeipapier was erin vastgehecht, precies zooals in het journal waarop Mr. Crofts nog onverschillig zat te trommelen. Verder kan ik u nietls meer laten zien, zei die waardige heer spottend. Langhclm tuurde aandachtig, niet op het journal, maar op het roze vloei papier. Plotseling keek hij op. Zei u niet, dat het de laatste brief was dlien hij in uw kantoor schreef? Ja, de laatste. Dan ja,hebt u misschien oolc even een vergrootglas? Crofts had- er een op den schoorsteen mantel en overhandigde hei hem, met spottend gelaat. HOOFDSTUK XXIV. Iemand, die nietgenoodigd was. Langholm vertrok den volgenden morgen naar het Noorden met de ex press von tien uur van King's Cross, Hij had maar vier nachten, en niet eens vier dagen in de stad doorge bracht, toch was het voor Langholm, of het weken aeweest waren, want nimmer had hij in korten tijd zooveel gevoeld en zoo weinig geslapen. Hij had ook veel gedaan, maar de oogen- blikken van overheerschend gevoel zijn toch de vermoeiendste, en Lang holm zou nog heel wat emoties moe ten doormaken, voordat deze week voorbij was. Op psychologisch gebied! deed hij voor een menschenleven on dervinding op zelfs in die enkele da- gen, al waren zij ook geenszins rijk in verrassingen of gebeurtenissen. Hij had eenige tijdschriften gekocht om op reis den tijd Ite dood-en maar hij kon zijn geest nergens bij bepalen en slechts de eischen van het reizen met een trein hielden hem in toom. Geluk kig echter voor Langholm kwam de slaap hem te hulp, toen hij 't minst verwacht werd in zijn koel hoekje van de door lo opende waggon ,en hij ont waakte nog juist bijtijds om te lun chen. voordat hij moest overstappen te York. Zijn vermoeide hersens wa. ren volkomen verfrischt maar tot nu toe kon hij ze nog niet concentreeren, zelfs niet op de gebeurtenissen van de- ■ii belangrijke dagen. liet was voor hem alles nog verward. De beteeke- nis ervan kon hij nog niet begrijpen en een achtereenvolgend- overzicht scheen hem een intellectueele helden daad Langholm was uiterst opge wonden en de toestand was nog te on zeker om een klaar overzicht te krij gen van wat mogelijk was en wat daaruit voortgevloeid kon zijn. en dan kwam de moeite om zichzelf in de vlucht zijner verbeelding te beteuge len. natuurlijk vergde dat ook veel van zijn krachten. Eens in een slape- loozen nacht echter in de uren tus schen donker en licht ,had hij een oogenblik van helderheid gehad en toen van,' die gelegenheid gebruik ge maakt om dat op te schrijven. Het betrof maar ééne beschouwing van de zaak, en nadat hij zijn op schrijfboekje uit den zak gehaald had. begon hij daarin te lezen, wat op dien nacht door hem was vastgesteld1: Voorloopige zaak tegen 1. Was in Sloane Street iu den nacht van den moord, logeerde in een hotel omtrent een mijl van het huis, waarin de moord' bedreven werd. Dat kan bewezen worden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1