NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAP Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. De Groote Boycot 2U." Juureana Zaterdag '21 Februari 19' >3 No. G027 ABLEInS DAGBLAD AtoonnementsprUs Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorperi in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), /per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.023/e Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37Va i, de omstreken en franco per post. 0.45 ü-Uvertentlën Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel trieer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Ztticler BtHlienspaarne No. 6, Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122, Groote Moutstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangère G. L. DAÜBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Haanezn'ft lïagbiad 2lFebr. O. Rusland en Turkije, Uit Zuid- AfrikaSpoorwegpersoneell>e natuurlijke geschiedenis van het tin. Ad verten tlën VOOS HET Zaterdagavondnummer. Meermalen zijn wij tot ona leedwezen aenoodzaakt Advertentiën af te wijzen voor het Zaterdagavominunimer, die des Eaterdagsmorgeng pao worden bezorgd. Wil men zeker zijn van de plaatsing dan is inzending op Vrijdagavond noo- tfiK, uitgezonderd natuurlijk kleine ad- verteo'tios of familieberichten, die rnoel- ïök vooraf kunnen worden ingeleverd. DE ADMINISTRATIE. rtiti'enlnudsch Nieuws Zuid-Alrika. Ove-r de ontvangst, die Chamberlain te Paarl gevonden heeft, laten de ver slaggevers zich verschillend uit. Die van de Standard en het Exchange- agentschap, gelijk wij zagen, noe men haar koel en zelfs onhoffelijk. Die van de Daily Telegraph en van de Times achten haar behoorlijk; wel niet geestdriftig, maar de bevolking bestaat grootendeels uit Hollandsche Afrika anders, en die zijn nu eenmaal niet luidruchtig in hun betuigingen. In zijn antwoord op de adressen, die hem aangeboden werden, zeide Chamberlain o. a.: Er wonen in Paarl afstammelingen van de Hugenoten, die zich in 1685 in Zuid-Afrika neer zetten. Die Hugenoten zijn opgegaan in de Hollanders, hebben wetten, taal, bestuur en onderwijs van de Hollan ders aanvaard, gelijk de Hugenoten -die in Engeland kwamen, in de En- gelschen zijn opgegaan. Waarom kun nen nu dan de Engelschen zich niet met de Hollandsche Afrikaanders ver- eenigen? E-r is niets dat ons verdeelt. Twintig of dertig jaar geleden waren er duidelijk teekenen, dat Hollanders en Engelschen. in Zuid-Afrika tot één volk weerden. Waaa-om kunnen wij niet tot dien tijd teruggaan? En de Afrikaanders onder zijn ge hoor zullen gedacht hebben: Omdat wij ons geloof in de eerlijkheid van de Engelsche politiek verloren hebben; omdat Engeland valsch met de Afri kaanders is omgegaan; omdat het in 1877 de Z.-A. Republiek haar onaf hankelijkheid ontstolen heeft; omdat Jameson er geweest is en de Engel sche regeering aan dien aanslag me. deplichtig was. omdat het de repu blieken in 1899 een oorlog opgedron gen heeft ten einde de Afrikaanders in geheel Zuid-Afrika den voet up den nek te zetten; omdat het in den oorlog en na den oorlog zich misdra gen-heeft, wreed en trouweloos is ge weest. Is het wonder, dat de correspondent van Central News na de redevoering geen geestdrift onder de Afrikaanders bespeurde? De woorden van Chamber lain hadden te bittere herinneringen opgeroepen. De correspondent heeft ook met Afrikaanders gesproken, en zij hebben hem gezegd, dat de woor. den van Chamberlain geen indruk op hen gemaakt hebben. Een hunn«.r zeide, dat de toestand' hem leek als wanneer een man een ander tegen den grond geslagen heeft en dan tot hem zegt: Laten wij vrienden zijn. Te Kaapstad heeft Chamberlain op de Groenmarkt, waar de adressen voor gelezen werden, een heel andere ont vangst gehad. Volgens de telegram men was het een groote uitbarsting van geestdrift uit de dichte menigte op het plein 10,000 menschen vol gens Reuter toen Chamberlain op het spreekgestoelte- verscheen. En dit hoorde er bij toen Sir Gordon Sprigg, d'e eerste minister zich ver toonde, werd hij oorverdoovend uit gejouwd. Verrader! riep men hem toe en een minuut lang duurde het gebrul. En latei' nog eens. Men heeft niet te vragen of het publiek ook overwegend uit Engelschen bestond. Chamberlain hield, met stentorste n, een rede, die merkbaar verschilde an de hartelijke woorden, die hij tot de Afrikaanders gericht had. Hij beken de dat zijn indrukken in de Kaapnoio- nie hem minder hoopvol hadden ge stemd aangaande eenè spoedige alge- meene verzoening. Een. groot d'eel der bevolking, zeide hij, is in een fde'n- ming, die veel heeft van chronische rebellie, en loyauteit is, zoo al 11 et als misdaad behandeld dan toch streng afgekeurd, en de loyalen wor den uitgebannen. In de buitendistric- ten (Afrikaander-districten) is de geest zoo, dat de eerste plicht van den bur ger, nl. de instellingen van zijn 'and en zijne regeering te verdedigen, het tegendeel van aangemoedigd wo .'«it. (Zijn 't niet juist de Afrikaanders vraagt men die de regeering steu nen? Pers en kansel werken op af scheiding tusschen de twee volken. (Weer moeit men vragen of 't uV1 vooral de Engelsche pers in de Kaap kolonie is, die ,,rassen"-strijd aan wakkert? Is het niet Jameson, het hoofd der progressieven, d'ie de Hol landsche-Afrikaanders als zoodanig wil bestrijden, terwijl de Afrikaanders ook de Engelschen, allen die Zuid- Afrika als hun land beschouwen, in een partij met zich zelf willen ver eenigen? Als hij er, Zuid-Afrika ver latende, zeker van was, zoo zeide Chamberlain ten slotte, dat de bevo1 king (lees alweer: de Afrikaanders) den loop der gebeurtenissen ruiterlijk aanvaardt; erkent, dat de Engelsche vlag voor altijd over Zuid-Afrika zal waaien, en het verleden vergeet, dan zou hij de gelukkige overtuiging heb ben dat zijn zending vervuld was en Zuid-Afrika een zeer voorspoedige toe komst tegemoet gaat. Dat is -wat anders dan hetgeen Chamberlain te Beaufort West zeide, toen hij zich zoo ingenomen toonde met de Waal's verzekeringen van trouw en verklaarde er in te gelooven. Duitsehland. Het is opmerkelijk hoe het streven 0111 Duitsehland weer van Engeland te verwijderen, nu het Venezolaan- sche geschil opgelo-st is, in de Engel sche en Amerikaansche pers wordt voortgezet; ofschoon men zou zeggen, dat op zichzelf reeds een wensch van Engeland om het tijdelijk samengaan met Duitsehland1 tot iets meer blij vends te maken, nergens aan het licht komt. Klaarblijkelijk is men van zekere zijden reeds bang voor de mogelijkheid. De berichten over de plannen van die Duitsche regeering, om de dwang maatregelen nu ook bij andere Zuid- Amerikaansche staten te gaan toepas sen, schijnen wel in dat kader te, pas sen. Het telegram over maatregelen tegen Columbië is 'een van die be richten. Uitvoeriger luidt een ander, als volgt: Men zegt, dat de Duitsche Keizer, niet tevreden nu hij Venezue la tot betaling hjeeft gedwongen, stappen gaat doen om Columbië en Brazilië te dwingen, op hun beurt hun schulden te voldoen. Hij maakt reeds toebereidselen om van Colum bië de betaling te eischen van scha devergoeding, door Duitsche onder danen geleden tijdens de langdurige revolutie in die republiek. Duitseh land zal. met dat doel voor oogen, zijn vloot in d'e Amerikaansche wate ren op de tegenwoordige sterkte hou den. Mien zegt dat het carte blanche gekregen heeft van de regeering der Vereenigde Staten, die van de Duit sche regeering de verzekering ontvan gen heeft, dat zij de Monroè-leer eer biedigt. Om zich bij de Amerikanen aange naam te maken, heeft, de Keizier tege lijkertijd een reeks van prachtige re- produetiën van kunstwerken uit de musea te Breslau, Hamburg, enz. aan de universiteit van Harvard ten ge schenke gezonden. Tot zoover dit bericht uit Berlijn. Een andere nieuwtjesjager weet zelfs t.s vertellen dat „groote belangstel ling met angst gemengd" opgewekt is door ee,n telegram, vermeldende dat een Amerikaansch eskader naar die Europeesche wateren gezonden zal worden „als een demonstratie van Amerika's macht, ter zee/ en als tegen hanger van Duitschland's maritieme betooging tegen Venezuela. Het is best mogelijk, dat de Duit sche vloot in West-Indië nóg eenigen tijd op haar volle sterkte gehouden wordt: als voorzorgsmaatregel zou dit z'eier verklaarbaar zijn. Maar men moet wel een zonderlinge opvatting hebben van het streven der Duitsche diplomatiek, door aan deze de bedoe ling toe tei schrijven, op een bondge nootschap met de Vereenigd'e Staten aan te sturen, en daarop zou toch alle kans zijn, indien graaf Bülow inderdaad met de plannen omging, die; in. bovenstaand telegram uiteen gezet worden. Rusland De berichten, die de Engelsche bla den, uit Rusland ontvangen, zijn zeer onrustbarend. Met het oog op mogelijke gebeurte nissen is de Russiche regeering bezig in Sebastopol groote hoeveelheden loorlogsmaterieel bijeen te brengen. De „Standard" zegt, dat zoo een con flict tusschen Rusland en Turkije on vermijdelijk blijkt, het Russische Zwarte Zee-eskader, dat geheel voor dit doel wordt uitgerust, naar den Bosporus zal stoomen, en dat Russi sche troepen te Boergas en Varna zul len worden aan land gebracht. Ten einde hiervoor gereed te zijn, heeft de j Russische regeering last gegeven eeni- ge divisiën infanterie en cavalerie in Zuid-Rusland te mobiliseeren en voer den opmarsch gereed te houden. Dit klinkt zeer oorlogszuchtig. Maar het is niet denkbaar, dat de gebeurte nissen in Macedonië zulk een optre- noodig zullen maken. De hervormingsplannen, door Rus land en Oostenrijk in onderling over leg opgemaakt en aan' de goedkeu ring van de overige mogendheden on derworpen, zullen nog deze week aan den Sultan worden medegedeeld. En naar de „Standard" uit Konstantino- pel verneemt, bevatten die hervor mingsvoorstellen niets, wat den Sul tan zou kunnen verontrusten, omdat hij het opstellen ervan met de souve- reine machten van Abdul Hamid reke ning is gehouden. De „Matin" had een onderhoud met Delcassé ,en deze zeide: Frankrijk steunt met alle macht de plannen van j I Oostenrijk en Rusland, die in hoofd- I zaak alles bevatten, wat Frankrijk heeft voorgesteld. Niemand zal kun-1 i nen zeggen, dat ons program onvol- I doende, schroomvallig, of besluiteloos was. Een bericht, mij door vertegen- i woordigers van het Macedonische j volk gezonden, zegt: „Indien het her- I vormingsplan van Delcassé wordt aangenomen en uitgevoerd, dan zul- en wij ongetwijfeld volkomen bevre- digd zijn". Stadsnieuws. Haarlem, 20 Febr. 1903. Bakkersgezellen. Door de Ka mer van Arbeid voor de voedings- en ge notmiddelen alhier, is in hare vergade ring van 18 Februari j.l. met algemeene stemmen de volgende motie aangeno men: „De vergadering, kennis genomen heb bende van het verzoek der gezellen en depothouders der Haarlemsche Brood- en Meelfabriek aan den Burgemeester van Haarlem, om zijn tusschenkomsttot het wegnemen van verschillende grie ven en misstanden aan genoemde fa briek, spreekt haar leedwezen uit, „dat, waar volgens art. 2 litt. d. van de wet op de Kamers van Arbeid, ge noemde Kamers zijn opgericht en aan gewezen om in dergelijke gevallen hare tusschenkomst te verleenen, de betrok kenen, met voorbijgang van de aange wezen Kamer zich hebben gewend tot den Burgemeester, en „betuigt eveneens haar leedwezen over het feit, dat de Burgemeester genoemde personen niet in de eerste plaats naar de wettig voor bemiddeling aangewezen Kamer heeft verwezen". In de Donderdagavond ge il 011 den vergadering van de Commissie C. der Leerplichtwet is tot voorzitter benoemd de heer C. de Vries Hz., die de benoeming voor een jaar aannam. De heer Mr. H. Ph. de Kanter name lijk, die tot dusver voorzitter was, kon niet herkozen warden, omdat hij ge meend had, hij het gemeentebestuur j zijn ontslag als lid der Commissie te 1 moeten indienen. De secretaris, de heer Ed. A. van Bilderbeek, werd mot algemeene stem men herkozen. Spanje. Het gerechtshof te Edinburg heeft in een internationaal geschil uitspraak gedaan. De Spaansche regeering had eenigen tijd voor het uitbreken van den oorlog aan een Maatschappij van Scheeps bouw te Glasgow eenige torpedo's be steld. Deze wer'den 135 weken te laat afge leverd. De Spaansche regeering diende nu een eisch tot schadevergoeding in. Het gerechtshof van Edinburg, van meening. dat bij tijdige levering Span je wellicht in de gelegenheid geweest zou zijn de blokkade van Cuba effec tief te maken, (waardoor misschien cte Spaausch—Amerikaansche oorlog wa re voorkomen, wees den eisch toe en bepaalde het bedrag op 726.000 gulden, plus de interest van die som, te reke- j nen vanaf 1897. De Amsterdamsche Vrouwelijke Stu dentenvereeniging heeft mej. Fleisch- mann, inspectrice der Nationale Le- vensverz. Bank, uitgenoodigd om Vrij dag 6 Maart 'in haar clubgebouw een lezing te houden over de verzekerings- quaestie in het algemeen en over de pensioenverzekering. Donderdagavond sprak die heer F. U. Schmidt van .Amsterdam, in het gebouw „Weten en Werken" in eene openbare vergadering over „De voorge stelde verhooigïng van den accijns op het gedistilleerd". De heer Schmidt begint met eene op merking te maken, dat bet juist de tap pers zijn, die er belang bij hebben niet te agiteeren tegen de accijnsverhooging. Maar ook de heer Schmidt als geheel onthouder is hier ten zeerste tegen, want door de accijnsverhooging zal niet het drankgebruik verminderen, maar wel verhoogen. De clandestiene drankver koop, die nu al zoo bijzonder groot is, zal nog meer toenemen. Men zal hier door trachten, het publiek nog slechte- ren drank te verkoop en. De regeering krijgt nu reeds jaarlijks 27 millioen van den borrel, dat is uitge rekend, 5 gulderi per persoon aan be lasting. Nu gaat de regeering met sluwe berekening den accijns zoo verhoogen, dat er niet minder gedronken zal wor den, doch dat zij er nog maar steeds meer uit kan slaan. Steeds is de accijns zoo langzamerhand verhoogd. Oorspron kelijk waren de accijns per 100 L. 23 gul den; met kleinere en grootere stappen is dit gebracht op niet minder dan 63 gul den. En nu wil de regeering nog maar steeds verhoogen. Nu wil men weer trachten ze te brengen van 63 gulden tot 70 gulden. Zij heeft echter niet buiten waard ge rekend, maar buiten de geheel-onthou ders, die het hier natuurlijk niet bij la ten zitten. Het is van baar in plaats van te steunen, tegen te werken zoo hard zij kan. De tappers en hotelhouders heb ben tegen d'e accijnsverhoögrag niets want de groote lui betalen het toch wel. De geheel-onthouders begrij pen immers ook wel, dat er niets min der zal worden gedronken, het geld gaat toch door het keelgat, al is het wel duur der, welnu dan wordt het aan het huis houden onttrokken. De minister van financiën weet het goed, dat hij de accijnswet voorstelt uit pure liefde voor het volk, want de mi nister Harte van Tecklenburg heeft 't zelf gezegd, en verklaard, dat hij er van overtuigd was, dat het drankmis bruik door de accijnsverhooging niet zou verminderen. Drie millioen gulden moet deze minis ter hebben, om een gat in de schatkist te kunnen stoppen, maar is dat dan. niet op een andere manier te doen: spr. vindt dat deze minister dit geld wel zou kunnen krijgen bv. door een evenredige heffing der directe belastingen. De <accijnsverhoöging is een der voor naamste indirecte belastingen, die allen even verfoeielijk zijn. Dit onderdeel der indirecte belasting brengt meer op dan de bedrijfs-, de in komsten- en de vermogensbelasting. Het is een schande, iets dat meer dan erg is. Behalve dat de vermogens- en inkom- ten belasting veel verhoogd moeten wor den, meent spr. eveneens dat de suc cessierechten belangrijk verhoogd moe ten worden. Uit zedelijk oogpunt beschouwd, moet, zooals minister Kuyper vroeger terecht zeide, de drankaccijns worden genoemd een belasting op de volkszonde. De re geering behoorde de geheel-onthouders te helpen. Een ander motief tegen de verhooging der drankaccijns is, dat niet alleen de drinkers betalen, maar tevens de gezinnen, dus zeer vele onschuldigen worden door de verbooging der drank belastingen getroffen. De armoe en de ellende zullen door de verhooging nog maar steeds meer toenemen. Er is gezegd, dat ons land drijft op de kurk van- den jeneverflesch, maar dit is niet waar, het drankgebruik is niets anders dan het lood waarmede onze maatschappij den kelder ingaat. Millioenen worden jaarlijks uit gegeven aan drankgebruik, volgens den heer Bergansius. Dit moet tengevol ge hebben, dat het volk maar steeds ar mer en nog eens armer zal worden. Het maatschappelijk tekort zal steeds groo- iF SM I am Hötel d'Aagleterrc. 4) Intusschen spraken vader en doch ter over hun beider telegrammen, zijn overhaast vertrek van Londen (waar hij belangrijke zaken te regelen had), en het meisje dankte hem ten slotte duizend keer, dat hij gekomen was. Al pratende hadden zij een zitlpaats tus schen de rotsen bereikt, waar niemand behalve visscherslui hen zien konden. Laten wij hier gaan zitten en wat om ons heen kijken, zei de groote man. Wat een genot! Métretat lijkt mij heel mooi. Ik verdenk je er van, dat je met zoo'n dromimelsch© haast om mij telegrafeerde, omdat ik zoo dom was je te schrijven dat het Lon- densche klimaat in Augustus bijna niet uit te houden was, en toen deedt je. maar alsof je behoefte aan mij hadt? Ik had inderdaad behoefte aan n, stemde Jenny toe terwijl zij de punt van haar mooie parasol in een spleet van de rots stak. Maar dat was niet de eenige reden. Ik geloof, dat ik heimwee had. Gisteren had ik een gevoel, alsof ik een hevige vlaag van heimwee zou krijgen, als ik u niet zoo spoedig mogelijk bij mij zag, vadertje. Een 0ogenblik keek hij scherp naar het voorovergebogen profiel. Iets m den toon van haar stem had zijn aan dacht getrokken'. Je ziet er slecht uit., Sissy, zei hij. Zou de lucht niet zoo goed voor je zijn als vernacht werd? Sissy" zuchtte zwaar, ééns, twee maal, en de derde poging om een brok in die keel door te slikken ging over in een snik. Haar neusje werd plot seling rood en groote ronde tranen zoo als die van een kind, rolden uit haar lange wimpers. Het gelaat van John Calmour werd drie maal zoo rood als te voren. Wat is er, kleine meid wat is er liefje! suste hij. Schreien? Er moet, iets heel bijzonder gebeurd zijn, dat je daartoe komt. Ik heb je niet meer zien schreien sinds je kinderja ren niet meer sinds je tien jaar I was. Wat is er toch, liefje? Vertel het I den ouden man maar en als hij iets j voor je doen kan, dan kun je altijd op I hem rekenen, hoor! Daar is hij eigen lijk voor, niet waar? Je bent voor hem het dierbaarste op de geheele wereld en daarom is hij verplicht in alle op zichten voor je te zorgen. Jenny bedekte haar gelaat met de handen, dat als een vochtige roods roos tusschen haar vingers doorsche merde. Een groote roodbruine hand I werd tusschen de bloemenweelde op haar giooten hoed gelegd; en een ader zwol op beide slapen van John Calmour. O, vadertje, bet is dwaas van mij, maar ik ik kan het heusch I niet helpen, snikte het meisje, die zich tegenover den vijand zoo hooghartig gedragen had, ik kon niet meer buiten u. Ik kon hier geen oogenblik langer alleen blijven. Het was onuitstaan baar. Ik verlangde bijna om dood' te zijn; maar ik vermoed met eenigen trots dat niemand het heeft gemerkt. Maar om hemelswil, liefje, vertel dan toch aan je ouden vadertje, wat er gebeurd is. Gebeurd niets maar die men schen, schreide Jenny, met haar wang op zijn schouder ten koste van den hoed. Het zijn boosaardige, wreede ondieren. j John Calmour zat daar met gefrons te wenkbrauwen en dreigende oogen; men kon het hem aanzien, dat hij niet zonder strijd zijn groot fortuin I verworven had. O staat het er zoo bij, bromde hij. Zijn het de logeergasten. Zijn zij zulke ondieren voor jou geweest? Wa- j ren de vrouwen jaloersch? O neen, riep Jenny. Zij bemoei den zich niet met mij. Zij denken dat ik evenveel waard ben als het stof onder hun voeten. Zoo? zei Calmour op kalmen toon, zooals mannen kunnen doen, als honderdduizenden afhangende van één woord van hen. Vertel mij er alles van, liefje. I Toen begon Jenny te vertellen. Zij begon bij het begin en ging langzaam i verder, telkens onderbroken door on derdrukte snikken en pathetische zuchtjes. I Ik dacht, dat het hier zoo heerlijk j zou zijn, zei ze Toen ik bij u in het Carlton Hótel in Londen was, las ik in een tijdschrift alles over het Hótel i d'Angleterre te Métretat, hoe „eenig" het was (dat. stond er, heusch), en hoe het hótel altijd bezocht werd door de élite van Engeland. Toen u nog lau- ger in Londen moest blijven, en tot J mij zei, dat ik met Josephine ergens i buiten mij moest trachten te amusee- ren, dacht ik, dat Métretat daarvoor juist de geschikte plaats zou zijn. Ik J dacht, dat het wel grappig zou zijn i om kennis te maken met een gezel- schap lords en ladies, en mijn garde- robe was ruim genoeg voorzien met j mooie toiletten om niet onder te doen. I Ik was er van overtuigd, dat ik een prettigen tijd zou hebben. Den eersten avond aan tafel, toen niemand tot j mij sprak en direct een koele uitdruk- j king op 't gezicht, kreeg, wanneer men bij vergissing mijn kant uitkeek, dacht ik nog, dat het Engelsche manieren waren, en dat zij enkel schuw en stijf I waren, zoolang zij mij nog niet ken- den. Maarspoedig ondervond ik, hoe- zeer ik mij vergist had1! O, vadertje, ik was niet gewoon ooit afgesnauwd I te worden, maar deze eene week heb ik ondervinding opgedaan voor mijn geheele leven. J En waarom snauwden zij je af? vroeg Calmour, met een gevaarlijk I trillen van de neusgaten evenals een j koppig paard. Omdat ik een Amerikaansche i ben, ten eerste, en omdat zij elkaar i allemaal kennen en elkander „Muis" en „Vleermuis" en wie weet welke spotnamen nog meer geven; zelfs de oude lui zijn zoo familiaar met. elkan- der ,en zij ergerden zich er aan. dat een vreemd meisje in hun gezelschap kwam. Zij houden van het hótel en stellen zich aan, alsof het hun toebe hoort. Zij hebben geprobeerd mij te verjagen, papa, zooveel zij maar kon den, maar ik wou niet toegeven, of schoon ik mij al dien tijd half ziek voelde, als ik op mijn kamer was en soms moeite had niet in tranen uit te barsten, terwijl ik aan tafel zat, op te springen en weg te loopen. Niet om dat ik om één hunner iets geef; 0 neen, dat is het niet. Och, ik kan niet pre- cies zeggen, wat het is; maar het is de akeligste ondervinding, die ik ooit heb opgedaan. Ik voelde, dat zij mij een afschuwelijk schepsel vonden, om. j dat ik er anders uitzag dan zij allen en hier alléén was zonder moeder, ter- I wijl de andere meisjes gelukkiger wa ren. Ik wensch niet te vluchten, va- i der, dat weet u wel; en ik zou hen ook liever geen kwaad willen aandoen, maar maar ik zou graag willen, dat zij er spijt over hadden. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1