NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAP
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
De Groote Boycot
2U." Juureana
Zaterdag '21 Februari 19' >3
No. G027
ABLEInS DAGBLAD
AtoonnementsprUs
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorperi in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), /per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.023/e
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37Va
i, de omstreken en franco per post. 0.45
ü-Uvertentlën
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel trieer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Ztticler BtHlienspaarne No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote Moutstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangère G. L. DAÜBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Haanezn'ft lïagbiad 2lFebr.
O.
Rusland en Turkije, Uit Zuid-
AfrikaSpoorwegpersoneell>e
natuurlijke geschiedenis van het
tin.
Ad verten tlën
VOOS HET
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ona leedwezen
aenoodzaakt Advertentiën af te wijzen
voor het Zaterdagavominunimer, die des
Eaterdagsmorgeng pao worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing
dan is inzending op Vrijdagavond noo-
tfiK, uitgezonderd natuurlijk kleine ad-
verteo'tios of familieberichten, die rnoel-
ïök vooraf kunnen worden ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE.
rtiti'enlnudsch Nieuws
Zuid-Alrika.
Ove-r de ontvangst, die Chamberlain
te Paarl gevonden heeft, laten de ver
slaggevers zich verschillend uit. Die
van de Standard en het Exchange-
agentschap, gelijk wij zagen, noe
men haar koel en zelfs onhoffelijk.
Die van de Daily Telegraph en van de
Times achten haar behoorlijk; wel
niet geestdriftig, maar de bevolking
bestaat grootendeels uit Hollandsche
Afrika anders, en die zijn nu eenmaal
niet luidruchtig in hun betuigingen.
In zijn antwoord op de adressen,
die hem aangeboden werden, zeide
Chamberlain o. a.: Er wonen in Paarl
afstammelingen van de Hugenoten,
die zich in 1685 in Zuid-Afrika neer
zetten. Die Hugenoten zijn opgegaan
in de Hollanders, hebben wetten, taal,
bestuur en onderwijs van de Hollan
ders aanvaard, gelijk de Hugenoten
-die in Engeland kwamen, in de En-
gelschen zijn opgegaan. Waarom kun
nen nu dan de Engelschen zich niet
met de Hollandsche Afrikaanders ver-
eenigen? E-r is niets dat ons verdeelt.
Twintig of dertig jaar geleden waren
er duidelijk teekenen, dat Hollanders
en Engelschen. in Zuid-Afrika tot één
volk weerden. Waaa-om kunnen wij
niet tot dien tijd teruggaan?
En de Afrikaanders onder zijn ge
hoor zullen gedacht hebben: Omdat
wij ons geloof in de eerlijkheid van
de Engelsche politiek verloren hebben;
omdat Engeland valsch met de Afri
kaanders is omgegaan; omdat het in
1877 de Z.-A. Republiek haar onaf
hankelijkheid ontstolen heeft; omdat
Jameson er geweest is en de Engel
sche regeering aan dien aanslag me.
deplichtig was. omdat het de repu
blieken in 1899 een oorlog opgedron
gen heeft ten einde de Afrikaanders
in geheel Zuid-Afrika den voet up
den nek te zetten; omdat het in den
oorlog en na den oorlog zich misdra
gen-heeft, wreed en trouweloos is ge
weest.
Is het wonder, dat de correspondent
van Central News na de redevoering
geen geestdrift onder de Afrikaanders
bespeurde? De woorden van Chamber
lain hadden te bittere herinneringen
opgeroepen. De correspondent heeft
ook met Afrikaanders gesproken, en
zij hebben hem gezegd, dat de woor.
den van Chamberlain geen indruk op
hen gemaakt hebben. Een hunn«.r
zeide, dat de toestand' hem leek als
wanneer een man een ander tegen
den grond geslagen heeft en dan tot
hem zegt: Laten wij vrienden zijn.
Te Kaapstad heeft Chamberlain op
de Groenmarkt, waar de adressen voor
gelezen werden, een heel andere ont
vangst gehad. Volgens de telegram
men was het een groote uitbarsting
van geestdrift uit de dichte menigte
op het plein 10,000 menschen vol
gens Reuter toen Chamberlain op
het spreekgestoelte- verscheen. En
dit hoorde er bij toen Sir Gordon
Sprigg, d'e eerste minister zich ver
toonde, werd hij oorverdoovend uit
gejouwd. Verrader! riep men hem toe
en een minuut lang duurde het gebrul.
En latei' nog eens. Men heeft niet te
vragen of het publiek ook overwegend
uit Engelschen bestond.
Chamberlain hield, met stentorste n,
een rede, die merkbaar verschilde an
de hartelijke woorden, die hij tot de
Afrikaanders gericht had. Hij beken
de dat zijn indrukken in de Kaapnoio-
nie hem minder hoopvol hadden ge
stemd aangaande eenè spoedige alge-
meene verzoening. Een. groot d'eel der
bevolking, zeide hij, is in een fde'n-
ming, die veel heeft van chronische
rebellie, en loyauteit is, zoo al 11 et
als misdaad behandeld dan toch
streng afgekeurd, en de loyalen wor
den uitgebannen. In de buitendistric-
ten (Afrikaander-districten) is de geest
zoo, dat de eerste plicht van den bur
ger, nl. de instellingen van zijn 'and
en zijne regeering te verdedigen, het
tegendeel van aangemoedigd wo .'«it.
(Zijn 't niet juist de Afrikaanders
vraagt men die de regeering steu
nen? Pers en kansel werken op af
scheiding tusschen de twee volken.
(Weer moeit men vragen of 't uV1
vooral de Engelsche pers in de Kaap
kolonie is, die ,,rassen"-strijd aan
wakkert? Is het niet Jameson, het
hoofd der progressieven, d'ie de Hol
landsche-Afrikaanders als zoodanig
wil bestrijden, terwijl de Afrikaanders
ook de Engelschen, allen die Zuid-
Afrika als hun land beschouwen, in
een partij met zich zelf willen ver
eenigen? Als hij er, Zuid-Afrika ver
latende, zeker van was, zoo zeide
Chamberlain ten slotte, dat de bevo1
king (lees alweer: de Afrikaanders)
den loop der gebeurtenissen ruiterlijk
aanvaardt; erkent, dat de Engelsche
vlag voor altijd over Zuid-Afrika zal
waaien, en het verleden vergeet, dan
zou hij de gelukkige overtuiging heb
ben dat zijn zending vervuld was en
Zuid-Afrika een zeer voorspoedige toe
komst tegemoet gaat.
Dat is -wat anders dan hetgeen
Chamberlain te Beaufort West zeide,
toen hij zich zoo ingenomen toonde
met de Waal's verzekeringen van
trouw en verklaarde er in te gelooven.
Duitsehland.
Het is opmerkelijk hoe het streven
0111 Duitsehland weer van Engeland
te verwijderen, nu het Venezolaan-
sche geschil opgelo-st is, in de Engel
sche en Amerikaansche pers wordt
voortgezet; ofschoon men zou zeggen,
dat op zichzelf reeds een wensch van
Engeland om het tijdelijk samengaan
met Duitsehland1 tot iets meer blij
vends te maken, nergens aan het
licht komt. Klaarblijkelijk is men
van zekere zijden reeds bang voor de
mogelijkheid.
De berichten over de plannen van
die Duitsche regeering, om de dwang
maatregelen nu ook bij andere Zuid-
Amerikaansche staten te gaan toepas
sen, schijnen wel in dat kader te, pas
sen. Het telegram over maatregelen
tegen Columbië is 'een van die be
richten. Uitvoeriger luidt een ander,
als volgt: Men zegt, dat de Duitsche
Keizer, niet tevreden nu hij Venezue
la tot betaling hjeeft gedwongen,
stappen gaat doen om Columbië en
Brazilië te dwingen, op hun beurt
hun schulden te voldoen. Hij maakt
reeds toebereidselen om van Colum
bië de betaling te eischen van scha
devergoeding, door Duitsche onder
danen geleden tijdens de langdurige
revolutie in die republiek. Duitseh
land zal. met dat doel voor oogen,
zijn vloot in d'e Amerikaansche wate
ren op de tegenwoordige sterkte hou
den. Mien zegt dat het carte blanche
gekregen heeft van de regeering der
Vereenigde Staten, die van de Duit
sche regeering de verzekering ontvan
gen heeft, dat zij de Monroè-leer eer
biedigt.
Om zich bij de Amerikanen aange
naam te maken, heeft, de Keizier tege
lijkertijd een reeks van prachtige re-
produetiën van kunstwerken uit de
musea te Breslau, Hamburg, enz. aan
de universiteit van Harvard ten ge
schenke gezonden.
Tot zoover dit bericht uit Berlijn.
Een andere nieuwtjesjager weet zelfs
t.s vertellen dat „groote belangstel
ling met angst gemengd" opgewekt
is door ee,n telegram, vermeldende
dat een Amerikaansch eskader naar
die Europeesche wateren gezonden zal
worden „als een demonstratie van
Amerika's macht, ter zee/ en als tegen
hanger van Duitschland's maritieme
betooging tegen Venezuela.
Het is best mogelijk, dat de Duit
sche vloot in West-Indië nóg eenigen
tijd op haar volle sterkte gehouden
wordt: als voorzorgsmaatregel zou dit
z'eier verklaarbaar zijn. Maar men
moet wel een zonderlinge opvatting
hebben van het streven der Duitsche
diplomatiek, door aan deze de bedoe
ling toe tei schrijven, op een bondge
nootschap met de Vereenigd'e Staten
aan te sturen, en daarop zou toch
alle kans zijn, indien graaf Bülow
inderdaad met de plannen omging,
die; in. bovenstaand telegram uiteen
gezet worden.
Rusland
De berichten, die de Engelsche bla
den, uit Rusland ontvangen, zijn zeer
onrustbarend.
Met het oog op mogelijke gebeurte
nissen is de Russiche regeering bezig
in Sebastopol groote hoeveelheden
loorlogsmaterieel bijeen te brengen.
De „Standard" zegt, dat zoo een con
flict tusschen Rusland en Turkije on
vermijdelijk blijkt, het Russische
Zwarte Zee-eskader, dat geheel voor
dit doel wordt uitgerust, naar den
Bosporus zal stoomen, en dat Russi
sche troepen te Boergas en Varna zul
len worden aan land gebracht. Ten
einde hiervoor gereed te zijn, heeft de
j Russische regeering last gegeven eeni-
ge divisiën infanterie en cavalerie in
Zuid-Rusland te mobiliseeren en voer
den opmarsch gereed te houden.
Dit klinkt zeer oorlogszuchtig. Maar
het is niet denkbaar, dat de gebeurte
nissen in Macedonië zulk een optre-
noodig zullen maken.
De hervormingsplannen, door Rus
land en Oostenrijk in onderling over
leg opgemaakt en aan' de goedkeu
ring van de overige mogendheden on
derworpen, zullen nog deze week aan
den Sultan worden medegedeeld. En
naar de „Standard" uit Konstantino-
pel verneemt, bevatten die hervor
mingsvoorstellen niets, wat den Sul
tan zou kunnen verontrusten, omdat
hij het opstellen ervan met de souve-
reine machten van Abdul Hamid reke
ning is gehouden.
De „Matin" had een onderhoud
met Delcassé ,en deze zeide: Frankrijk
steunt met alle macht de plannen van j
I Oostenrijk en Rusland, die in hoofd-
I zaak alles bevatten, wat Frankrijk
heeft voorgesteld. Niemand zal kun-1
i nen zeggen, dat ons program onvol- I
doende, schroomvallig, of besluiteloos
was. Een bericht, mij door vertegen-
i woordigers van het Macedonische
j volk gezonden, zegt: „Indien het her-
I vormingsplan van Delcassé wordt
aangenomen en uitgevoerd, dan zul-
en wij ongetwijfeld volkomen bevre-
digd zijn".
Stadsnieuws.
Haarlem, 20 Febr. 1903.
Bakkersgezellen. Door de Ka
mer van Arbeid voor de voedings- en ge
notmiddelen alhier, is in hare vergade
ring van 18 Februari j.l. met algemeene
stemmen de volgende motie aangeno
men:
„De vergadering, kennis genomen heb
bende van het verzoek der gezellen en
depothouders der Haarlemsche Brood-
en Meelfabriek aan den Burgemeester
van Haarlem, om zijn tusschenkomsttot
het wegnemen van verschillende grie
ven en misstanden aan genoemde fa
briek, spreekt haar leedwezen uit,
„dat, waar volgens art. 2 litt. d. van
de wet op de Kamers van Arbeid, ge
noemde Kamers zijn opgericht en aan
gewezen om in dergelijke gevallen hare
tusschenkomst te verleenen, de betrok
kenen, met voorbijgang van de aange
wezen Kamer zich hebben gewend tot
den Burgemeester, en
„betuigt eveneens haar leedwezen over
het feit, dat de Burgemeester genoemde
personen niet in de eerste plaats naar
de wettig voor bemiddeling aangewezen
Kamer heeft verwezen".
In de Donderdagavond ge
il 011 den vergadering van de Commissie
C. der Leerplichtwet is tot voorzitter
benoemd de heer C. de Vries Hz., die
de benoeming voor een jaar aannam.
De heer Mr. H. Ph. de Kanter name
lijk, die tot dusver voorzitter was, kon
niet herkozen warden, omdat hij ge
meend had, hij het gemeentebestuur j
zijn ontslag als lid der Commissie te 1
moeten indienen.
De secretaris, de heer Ed. A. van
Bilderbeek, werd mot algemeene stem
men herkozen.
Spanje.
Het gerechtshof te Edinburg heeft
in een internationaal geschil uitspraak
gedaan.
De Spaansche regeering had eenigen
tijd voor het uitbreken van den oorlog
aan een Maatschappij van Scheeps
bouw te Glasgow eenige torpedo's be
steld.
Deze wer'den 135 weken te laat afge
leverd.
De Spaansche regeering diende nu
een eisch tot schadevergoeding in.
Het gerechtshof van Edinburg, van
meening. dat bij tijdige levering Span
je wellicht in de gelegenheid geweest
zou zijn de blokkade van Cuba effec
tief te maken, (waardoor misschien cte
Spaausch—Amerikaansche oorlog wa
re voorkomen, wees den eisch toe en
bepaalde het bedrag op 726.000 gulden,
plus de interest van die som, te reke-
j nen vanaf 1897.
De Amsterdamsche Vrouwelijke Stu
dentenvereeniging heeft mej. Fleisch-
mann, inspectrice der Nationale Le-
vensverz. Bank, uitgenoodigd om Vrij
dag 6 Maart 'in haar clubgebouw een
lezing te houden over de verzekerings-
quaestie in het algemeen en over de
pensioenverzekering.
Donderdagavond sprak die heer
F. U. Schmidt van .Amsterdam, in het
gebouw „Weten en Werken" in eene
openbare vergadering over „De voorge
stelde verhooigïng van den accijns op
het gedistilleerd".
De heer Schmidt begint met eene op
merking te maken, dat bet juist de tap
pers zijn, die er belang bij hebben niet te
agiteeren tegen de accijnsverhooging.
Maar ook de heer Schmidt als geheel
onthouder is hier ten zeerste tegen, want
door de accijnsverhooging zal niet het
drankgebruik verminderen, maar wel
verhoogen. De clandestiene drankver
koop, die nu al zoo bijzonder groot is,
zal nog meer toenemen. Men zal hier
door trachten, het publiek nog slechte-
ren drank te verkoop en.
De regeering krijgt nu reeds jaarlijks
27 millioen van den borrel, dat is uitge
rekend, 5 gulderi per persoon aan be
lasting. Nu gaat de regeering met sluwe
berekening den accijns zoo verhoogen,
dat er niet minder gedronken zal wor
den, doch dat zij er nog maar steeds
meer uit kan slaan. Steeds is de accijns
zoo langzamerhand verhoogd. Oorspron
kelijk waren de accijns per 100 L. 23 gul
den; met kleinere en grootere stappen is
dit gebracht op niet minder dan 63 gul
den. En nu wil de regeering nog maar
steeds verhoogen.
Nu wil men weer trachten ze te
brengen van 63 gulden tot 70 gulden.
Zij heeft echter niet buiten waard ge
rekend, maar buiten de geheel-onthou
ders, die het hier natuurlijk niet bij la
ten zitten. Het is van baar in plaats van
te steunen, tegen te werken zoo hard
zij kan. De tappers en hotelhouders heb
ben tegen d'e accijnsverhoögrag niets
want de groote lui betalen het
toch wel. De geheel-onthouders begrij
pen immers ook wel, dat er niets min
der zal worden gedronken, het geld gaat
toch door het keelgat, al is het wel duur
der, welnu dan wordt het aan het huis
houden onttrokken.
De minister van financiën weet het
goed, dat hij de accijnswet voorstelt uit
pure liefde voor het volk, want de mi
nister Harte van Tecklenburg heeft 't
zelf gezegd, en verklaard, dat hij er
van overtuigd was, dat het drankmis
bruik door de accijnsverhooging niet
zou verminderen.
Drie millioen gulden moet deze minis
ter hebben, om een gat in de schatkist
te kunnen stoppen, maar is dat dan. niet
op een andere manier te doen: spr.
vindt dat deze minister dit geld wel zou
kunnen krijgen bv. door een evenredige
heffing der directe belastingen.
De <accijnsverhoöging is een der voor
naamste indirecte belastingen, die allen
even verfoeielijk zijn.
Dit onderdeel der indirecte belasting
brengt meer op dan de bedrijfs-, de in
komsten- en de vermogensbelasting. Het
is een schande, iets dat meer dan erg is.
Behalve dat de vermogens- en inkom-
ten belasting veel verhoogd moeten wor
den, meent spr. eveneens dat de suc
cessierechten belangrijk verhoogd moe
ten worden.
Uit zedelijk oogpunt beschouwd, moet,
zooals minister Kuyper vroeger terecht
zeide, de drankaccijns worden genoemd
een belasting op de volkszonde. De re
geering behoorde de geheel-onthouders
te helpen.
Een ander motief tegen de verhooging
der drankaccijns is, dat niet alleen de
drinkers betalen, maar tevens de
gezinnen, dus zeer vele onschuldigen
worden door de verbooging der drank
belastingen getroffen. De armoe en de
ellende zullen door de verhooging nog
maar steeds meer toenemen.
Er is gezegd, dat ons land drijft op
de kurk van- den jeneverflesch, maar dit
is niet waar, het drankgebruik is niets
anders dan het lood waarmede onze
maatschappij den kelder ingaat.
Millioenen worden jaarlijks uit
gegeven aan drankgebruik, volgens
den heer Bergansius. Dit moet tengevol
ge hebben, dat het volk maar steeds ar
mer en nog eens armer zal worden. Het
maatschappelijk tekort zal steeds groo-
iF SM I
am Hötel d'Aagleterrc.
4)
Intusschen spraken vader en doch
ter over hun beider telegrammen, zijn
overhaast vertrek van Londen (waar
hij belangrijke zaken te regelen had),
en het meisje dankte hem ten slotte
duizend keer, dat hij gekomen was. Al
pratende hadden zij een zitlpaats tus
schen de rotsen bereikt, waar niemand
behalve visscherslui hen zien konden.
Laten wij hier gaan zitten en
wat om ons heen kijken, zei de groote
man. Wat een genot! Métretat lijkt
mij heel mooi. Ik verdenk je er van,
dat je met zoo'n dromimelsch© haast
om mij telegrafeerde, omdat ik zoo
dom was je te schrijven dat het Lon-
densche klimaat in Augustus bijna
niet uit te houden was, en toen deedt
je. maar alsof je behoefte aan mij hadt?
Ik had inderdaad behoefte aan
n, stemde Jenny toe terwijl zij de punt
van haar mooie parasol in een spleet
van de rots stak. Maar dat was niet
de eenige reden. Ik geloof, dat ik
heimwee had. Gisteren had ik een
gevoel, alsof ik een hevige vlaag van
heimwee zou krijgen, als ik u niet zoo
spoedig mogelijk bij mij zag, vadertje.
Een 0ogenblik keek hij scherp naar
het voorovergebogen profiel. Iets m
den toon van haar stem had zijn aan
dacht getrokken'.
Je ziet er slecht uit., Sissy, zei hij.
Zou de lucht niet zoo goed voor je
zijn als vernacht werd?
Sissy" zuchtte zwaar, ééns, twee
maal, en de derde poging om een brok
in die keel door te slikken ging over
in een snik. Haar neusje werd plot
seling rood en groote ronde tranen zoo
als die van een kind, rolden uit haar
lange wimpers.
Het gelaat van John Calmour werd
drie maal zoo rood als te voren.
Wat is er, kleine meid wat is
er liefje! suste hij. Schreien? Er
moet, iets heel bijzonder gebeurd zijn,
dat je daartoe komt. Ik heb je niet
meer zien schreien sinds je kinderja
ren niet meer sinds je tien jaar
I was. Wat is er toch, liefje? Vertel het
I den ouden man maar en als hij iets
j voor je doen kan, dan kun je altijd op
I hem rekenen, hoor! Daar is hij eigen
lijk voor, niet waar? Je bent voor hem
het dierbaarste op de geheele wereld
en daarom is hij verplicht in alle op
zichten voor je te zorgen.
Jenny bedekte haar gelaat met de
handen, dat als een vochtige roods
roos tusschen haar vingers doorsche
merde. Een groote roodbruine hand
I werd tusschen de bloemenweelde op
haar giooten hoed gelegd; en een
ader zwol op beide slapen van John
Calmour.
O, vadertje, bet is dwaas van
mij, maar ik ik kan het heusch
I niet helpen, snikte het meisje, die zich
tegenover den vijand zoo hooghartig
gedragen had, ik kon niet meer buiten
u. Ik kon hier geen oogenblik langer
alleen blijven. Het was onuitstaan
baar. Ik verlangde bijna om dood' te
zijn; maar ik vermoed met eenigen
trots dat niemand het heeft gemerkt.
Maar om hemelswil, liefje,
vertel dan toch aan je ouden vadertje,
wat er gebeurd is.
Gebeurd niets maar die men
schen, schreide Jenny, met haar wang
op zijn schouder ten koste van den
hoed. Het zijn boosaardige, wreede
ondieren.
j John Calmour zat daar met gefrons
te wenkbrauwen en dreigende oogen;
men kon het hem aanzien, dat hij
niet zonder strijd zijn groot fortuin
I verworven had.
O staat het er zoo bij, bromde
hij. Zijn het de logeergasten. Zijn zij
zulke ondieren voor jou geweest? Wa-
j ren de vrouwen jaloersch?
O neen, riep Jenny. Zij bemoei
den zich niet met mij. Zij denken
dat ik evenveel waard ben als het stof
onder hun voeten.
Zoo? zei Calmour op kalmen
toon, zooals mannen kunnen doen,
als honderdduizenden afhangende van
één woord van hen. Vertel mij er alles
van, liefje.
I Toen begon Jenny te vertellen. Zij
begon bij het begin en ging langzaam
i verder, telkens onderbroken door on
derdrukte snikken en pathetische
zuchtjes.
I Ik dacht, dat het hier zoo heerlijk
j zou zijn, zei ze Toen ik bij u in het
Carlton Hótel in Londen was, las ik
in een tijdschrift alles over het Hótel
i d'Angleterre te Métretat, hoe „eenig"
het was (dat. stond er, heusch), en hoe
het hótel altijd bezocht werd door de
élite van Engeland. Toen u nog lau-
ger in Londen moest blijven, en tot
J mij zei, dat ik met Josephine ergens
i buiten mij moest trachten te amusee-
ren, dacht ik, dat Métretat daarvoor
juist de geschikte plaats zou zijn. Ik
J dacht, dat het wel grappig zou zijn
i om kennis te maken met een gezel-
schap lords en ladies, en mijn garde-
robe was ruim genoeg voorzien met
j mooie toiletten om niet onder te doen.
I Ik was er van overtuigd, dat ik een
prettigen tijd zou hebben. Den eersten
avond aan tafel, toen niemand tot
j mij sprak en direct een koele uitdruk-
j king op 't gezicht, kreeg, wanneer men
bij vergissing mijn kant uitkeek, dacht
ik nog, dat het Engelsche manieren
waren, en dat zij enkel schuw en stijf
I waren, zoolang zij mij nog niet ken-
den. Maarspoedig ondervond ik, hoe-
zeer ik mij vergist had1! O, vadertje,
ik was niet gewoon ooit afgesnauwd
I te worden, maar deze eene week heb
ik ondervinding opgedaan voor mijn
geheele leven.
J En waarom snauwden zij je af?
vroeg Calmour, met een gevaarlijk
I trillen van de neusgaten evenals een
j koppig paard.
Omdat ik een Amerikaansche
i ben, ten eerste, en omdat zij elkaar
i allemaal kennen en elkander „Muis"
en „Vleermuis" en wie weet welke
spotnamen nog meer geven; zelfs de
oude lui zijn zoo familiaar met. elkan-
der ,en zij ergerden zich er aan. dat
een vreemd meisje in hun gezelschap
kwam. Zij houden van het hótel en
stellen zich aan, alsof het hun toebe
hoort. Zij hebben geprobeerd mij te
verjagen, papa, zooveel zij maar kon
den, maar ik wou niet toegeven, of
schoon ik mij al dien tijd half ziek
voelde, als ik op mijn kamer was en
soms moeite had niet in tranen uit te
barsten, terwijl ik aan tafel zat, op
te springen en weg te loopen. Niet om
dat ik om één hunner iets geef; 0 neen,
dat is het niet. Och, ik kan niet pre-
cies zeggen, wat het is; maar het is
de akeligste ondervinding, die ik ooit
heb opgedaan. Ik voelde, dat zij mij
een afschuwelijk schepsel vonden, om.
j dat ik er anders uitzag dan zij allen
en hier alléén was zonder moeder, ter-
I wijl de andere meisjes gelukkiger wa
ren. Ik wensch niet te vluchten, va-
i der, dat weet u wel; en ik zou hen ook
liever geen kwaad willen aandoen,
maar maar ik zou graag willen, dat
zij er spijt over hadden.
Wordt vervolgd.