ALLERLEI. Haarlemmer Halletjes. ALLERLEI. <2 rich achter een kreupelboschje en be gon te wachten, zonder een oog van ie noodlottige vaas af te wenden. Hij irandide letterlijk van ongeduld. Met klokslag zes verscheen Degtjar. jow. De jonge man was blijkbaar in ie vergenoegdste stemming. Zijn hoed stond hem op één oor, zijn overjas was losgeknoopt en zijn vest evenzoo ^pen als zijn hart. Hij floot een lustig Jeuntje en rookte een sigaar. Nu zult ge van den dikzak en den kameel eens een stukje te proe ven krijgen, wacht maar! jubelde in 3tilte Turmanow. Degtjarjow ging naar de vaas en stak zoo in liet voorbijgaan zijn hand1 ar in. Lew Sjawwitsch stond op zijp- leenen en zag zich de oogen uit. De jonge man haalde uit de vaas een pakje, bezag het van alle kanten en .laaide verwonderd de schouders op Vervolgens opende hij het aarzelend, zette een paar groote oogen op en trok een hoogst verbaasd gezicht. In het pakje waren namelijk twee briefjes van honderd roebels! Langen tijd bezag Degtjajrow de papiertjes. Eindelijk stak hij ze hoofd- mikkend in den zak en zeide: Merci! De ongelukkige Lew Sjawwitsch boorde dit „merci". Des avonds stond hij tegenover den fantasiewinkel van Dulin, balde de vuist en mompelde woedend: Lafaard! Miserabele krentenzak! Ellendige konijnenziel! Dikbuikige haas! Bonte steentjes. Uitgesteld werk wordt haastwerk. Gevoel kan men huichelen, verstand niet. Zelfs de kennis van de meest alle- daagsche dingen is nuttig; Het gamsche geheim om het leven te verlengen is. het niet door overdaad te bekorten. Critiek is de belasting, die de mensch aan het publiek betaalt, om te kunnen uitmunten. Om waar en sterk te blijven moet men vooir lof en blaam ten naastenbij gelijk onverschillig zijn. Een paardenitandmeester. Een Londensch paardendentisit. Ma ter genaamd, heeft volgens Sport ele- vage, in de .groote Engelsche renstal len een zeer grooten naam gemaakt en Een Zaterdagftvondpraatje. Op het oogenblik dat ik dit schrijf is de lieer Kleynenberg zondier stem ming gekozen verklaard tot lid van ■den IlaarJemschen Gemieenteiraiad. Zonder (Stemming! Ongehoord Ver schijnsel. Sedert de invoering van deze kieswet is dat in Haarlem nog nooit gebeurd. De heer Kleijnenberg mag er trotseh op gaan. Hij is om zoo te zeggen ons aller troetelkind gebleken te wezen. Met een vaderlij ken glimlach op 't gelaat staren alïe kiezers in Haarlem met welgevallen op zijn persoon en candida- tuur, straks zal hij met aller heil- wensch de deur der Raadszaal bin nentreden en hoor ik in gedachten ai. hoe de burgemeester spreken zal van het zeldzaam blijk van vertrou wen, in hem gesteld door alle kie zers zonder eenig onderscheid van richting of kleur. Het i<? dan ook, dunkt me. nu de {^--tegenheid Om eens efern en ander over den nieuwen Edelachtbare mede te d-eelen, al loop ik daarmee dan ook DE ZATE laat zich van 500 tot lOOOfils. voor dc tandoperaties betalen. Bijna 8000 motorwagens of automo bielen zijn er tegenwoordig in Parijs reeds in gebruik en daaronder 3800 met een door de gemeente-autoriteiten toe gestane rijsnelheid van 29 kilometers per uur. 't Aantal geëxamineerde chauffeurs bereikte begin October 1902 reeds 13.600. Schoolbladen, diie in verscliillende groote steden aanwezig zijn, zullen nu op groote schaal ook in de nieuwe schoolgebouwen van Boston worden ingericht. Het laatst gebouwde school paleis der genoemde stad zal 1.000.000 gulden kosten, en zal toilet-, kleed- en badkamers voor beidie geslachten, be nevens douchebaden en voetbadinrich tingen bevatten. Een nieuw reddingstoestel, dat ter nauwernood 38 gi'am weegt, is door den Hamburgschen ingenieur De Irlsa uitgevonden. Het heeft den vorm en de grootte van een gewoon notitieboek o'f brieven- taschje. Maai- dringt er water binnen, dan ontwikkelt zich daarin uit een kleine patroon zooveel gas. dat het toe stel een gewicht van 92 kilogram zes dagen lang boven water kan houden De geneeskundige vereeniging in Pa rijs is eenstemmig van oordeel dat het hoog tijd is, krachtige maatregelen te nemen tegen de verschrikkelijke uit breiding van het petroleumdrinken te nemen. Aanvankelijk meende men, dat deze gewoonte een gevolg der hoo- ge belastingen van den alcohol door de Franische regeering was een verder onderzoek biracht echter aan het licht, dat dit een vergissing was. In éen jaar komen er ongeveer 215 mi'lioen guldens wol in den handel, eer. bedrag dat door de verwerking van de ruwe stof totdat zij in don winkel van don lakenhandelaar of kleermaker keent, nog minstens driemaal verdub beld U geworden. Vanwaar komt nu deze ontzaglijke hoeveelheid Vóór honderd jaar moest Europa zich nog met de opbrengst van haar eigen (scha penfokkerij tevredenstellen. Tegen woordig komt de grootste hoeveelheid wol Uit Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Een niet onaanzienlijk gedeelte (20 pet.) wordt echter ook door de Vereenigde Staten, van La Plata, door Klein-Azië, en ook het Tibergebicd geleverd. gevaar in concurrentie te treden met de rubriek Figuren uit dei Raadsver gadering, waarvoor hij een dankbaar onderwerp wezen zou. Intusschen denk ik maar: „ieder voor zich. De schrijver van de figu ren moet zichzelf maar zien te red den. Dat hij boekdrukker is, weet ieder een. Dat hij dit, vooral in Haarlem bijzondér eerzaam vak, uitoefent in hot huis in do Zijlstraat, waar vroe ger on zie afgevaardigde maar de Tweede Kamer, Jhr. Mr. van Styrum woonde, is van minder aJgemeene be- Keridhéifl. Dat hij op dit oogenblik 48 jaar oud is, weten allleen zijn vrien den en kennissen. En hoe hij als Raadslid zal voldoen, weet op dit oogenblik nog gjeen starveling. Evenmin als andere Raadscandida- ten is hij in de dagen vóór zijn ver kiezing aan de grapjes van zijn ken nissen ontkomen. „Jongen, jongen, edelachtbare", hebben ze zoo ongeveer gezegd, „wat zal het een toer wezen om hot ons allemaal naar den zin te maken! Welkp jas trek je aan, als je naar den Raad gaat? Je moet met de kleur verlegen zitten!' Hij hoordé dan dit gevraag glimlachend aan, keek met zijn bruine oogen zoo eens DAGAVOND. De honden zijn in de mode, zij ne men tegenwoordig in die mondaine da meswereld van Parijs een belangrijke plaats in; iedere echte Parisiënne heeft een geliefd, verwend keffertje, dat als heer en meester troont o pde kussens van haar divan, en welks dwalingen met groote toegeefelijkheid ontvangen |worden? Die beminde diertjes zijn heertjes op vier pooten, waarvoor men zich niet genoeg weelde-artikelen en snoeperijen aanschaffen kan; zij hebben hun eigen plaats zoowel in de salon als in de équipage. Men wijdt er courantartikelen aan om de lieve diertjes een plaatsje te kunnen bezor gen in tie spoorwegcoupés; zij hebben hun familiegraf en hun geslachtsboo- men; zij hebben ziekenhuizen en een courant; zij hebben hun eigen kleer maker, hun manicure om de nagels te onderhouden en een coiffeur van naam om hun haardos naar de nieuwste mode in orde te houden. Niets anders ontbreekt hen dan het kiesrecht. De kinderachtoglieid is wel wat al te groot en onwillekeurig denkt men aan het gedichtje van Auguste de Chatillon: ,,Y a-t-il rien qui vous agace, Comme un levrette qu'a un pal'tot? Quand y a tant d'gens sur la place Qu' ont rien se'mettre sur l'd'os!" hetgeen vrij vertaald zeggen wil: „Is er niets wat uw tegenstaat? In een hond met een rokje aan? Terwijl er nog zooveel menschen om u zijn, Die bijna geen kleeren hebben om aan te trekken!" Maar al hooren wij al die kinder achtigheden schouderophalend aan, wij moeten er ons niet over verbazen in de achttiende eeuw heeft men aan dezelfde hartstocht toegegeven. Toen hadden de vrouwen ook steeds een jbegunstigd schoothondje om zich heen, dat haar gezelschap moest hou den? Zij namen het in haar mof mee naar den schouwburg, 't kreeg ook Zijn deel van een fijn souper en sliep in een mandje gevoerd met satijn naast het bed van zijn meesteres. Tonfréluche, bet beroemde schoothondje van Mme de Massiac, één en al wollige haar dos, waarin twee bruine oogen schit terden, bezat buitengewone talenten om in gezelschap te verkeeren; het rond en zei nietswat het ver standigste antwoord was, dat hij ge ven kon. Wil iemand de reden we ten van de eenstemmigheid onder de kiezers, dan zou ik or deze voor willen opgeven: zijn belangstelling in de publieke zaak. Hij is een voorstan der van een beter lot voor dén arbei der en toont o.m. dat door zich de min der aangename functie te laten welge vallen van voorzitter der Kamér van Arbeid voor de Drukkersbedrijven. Ilij doet veel moeite voor de Toynbee- vereenlgi„g, voor de gezondheids missie en daarbij houdt hij er'n onaf hankelijke nieeningen op na, dikwijls frisscho denkbeelden én inzichten,die hem juist voor een College als de gemeenteraad geschikt maken. Ik duirf dan ook nu al voorspellen, dat geen enkele fractie in den Raad met zekerheid op zijn steun en medewer king zal kunnen rekenen. Ilij zal zeg gen en stemmen wat en zooals hem goeddunkt, met volkomen onverschil- ligherid voor wat buren, vrienden of bekenden van hem veronderstellen of verlangen. Hij zal een wilde zijn in den Raad. een fractie in zijn eentje, dé fractie-K Ieynenberg. Niemand weet dan ook beter dan hij zelf. dat het een onmogelijkheid is het leder- danste de menuet, begroette met den poot, kondigde liet uur aan en «loeg een kuitenflikker voor de koningin en haar hofdames. Gelukkig bestond do piano toen nog niet!... Koningin Ma- rie-Leczinska stond honderd keer in één nacht op om haar hond te ver zorgen, en de prinses van Cand'é dres seerde haar hondje er op om haar echtgenoot te bijten. Er bestaan nog veel treurzangen, geinspireerd door den dood van de veelbeminde beestjes o. a. van Filon, den hond van den koning; van Pouf, den hond van Mme d'Epinay, zoon van Thisbé en Sabéli. Hun portret werd geschilderd of ge graveerd. De honden van Mme de Pompadour hebben den roem geves tigd' van graveurs, dichters, schilders en andere kunstenaars... Tegenwoor dig schijnen die oude dagen terug te keeren ,maar er zijn honden die de mode als h e t soort beschouwt en honden, die totaal niet in aanmerking komen. En omdat de mode nu een maal wispelturig en onberekenbaar is, is de chique hond van dit jaar niet die van het volgend. Denkt u nu nog ©enigen opgang te kunnen maken met een mops of een hazenwind? Geen kwestie van, d'at is totaal vieux jeu. Nu maakt ge indruk met een fox ter rier, een tax, een Russische barsoi of een Duitsche dog. Zij zijn tegen woordig gézelschapsfahig en zullen door ieder met de grootste onder scheiding behandeld worden. Het gaat alle beschrijving te boven zooals som mige van deze we&ldehonden be handeld worden. Hun garde-robe is bijna even goed voorzien als die van hunne meesters. Wilt ge weten, wat de uitzet van zoo'n lief dier wel beteekent? Ten eerste zijden of linnen nachthemden versierd met kostbare kanten. De kamerjapon is van gewatteerde zijde om ze tegen de morgenlucht te beschermen, 's zomers van dunne wol, het overige is naar rato wandeltoiletten, avondtoiletten, visite-costumes, wintermantel, zomer dito's, enz enz. De geliefde hond laat bij het kaartje van zijn meesteres ook liet zijne achter, als zij te zamen be zoeken afleggen, waar zij huns gelij ken kunnen vinden. Dat moois is in Frankrijk overgewaaid uit Engeland. Goddank, zoo uiterst fijn be schaafd zijn wij nog niet. Maar toch zooals zoovele ziekten is ook deze besmettelijk. Zoo nu en dan waait er iets om onze ooren van dergelijke gek heid in onze naaste omgeving met een kleine verandering op een bekend rijmpje zou ik willen zeggen: „Bewaar ons voor die hondjes, Heer, Geef ons natuur en waarheid weer". HUISHOUDELIJKE WENKEN. 1. Stalen voorwerpen kan men 'tbest bewaren, als ze niet in gebruik zijn, een naar den zin te maken. Ilij zal zich daarvoor dan ook niet de min ste moeite geven. Intusschen valt hij wat men ge woon is te noemen ,,met zijn neus in t vet". Er is we.er eens een quaestlo aan de lucht, d'e quaastie-van Rhijn. Deze, de aannemer van de lichtfabrie ken, die vroeger al eens om een bij slag op de bouwsom heeft gevraagd, maar die van den Raad niet kreeg, heeft nu opnieuw een verzoek inge diend en betoogt daarin, dat de direc teur van onze lichtfabriéken hem al vóór den bouw beloofd heeft, dat het wel terechtkomen zou. De directeur ontkent dat, even besliist als het door den aannemer wordt beweerd, ©n zoo staan we dan nu weer eens voor een van die netelige quaesties, waarmee het Noodlot ons in do laatste jaren schijnt te vervoegen. Nauwelijks is de één© wolk weggedreven, of de andore zweeft naderbij. Zijn wij Haarlem mers zoo lastig van humeur? Zijn wij ganw np onze teentjes getrapt, gauw achterdochtig en geneigd tot ruzie? Als jp zoo op straat loopt on de mede- Haarlemmers aankijkt, dan zien ze er toch even vreedzaam uit alsan- dére Néderlanders. Een niettemin moet er toch wel iets bijzonders in DE ZATERDAGAVOND. den, opdat de geneesmiddelen hun krachten kunnen uitoefenen. Dan kwa men de geneesmiddelen, bestaande nit de meest vreemde besitanddeelen. Zoo bestond triakel, een veel gepre zen mliddel, uit vijf en negentig ver schillende zaken, waarvan in do eerste plaatsvleeisch van adders. De asch van veiiwande vleermuizen, het bloed van in azijn verdronken hazen, en het water, waarin regenwormen waren af getrokken, waren iets alledaagsch. En dan had men nog fijngestampte paar- len. smaragden, koralen, robijnen en fijngewreven goud, daarbij alle denk bare kruiden en wortels. Wat zouden die goede lieden van den ouden tijd vreemd opzien, in de he- dendaagsche ziekenkeuken 1 Iets over het „vrijen" de Zaanstreek uit vroeger eeuwen. Jarenlang heeft de gewoonte in de ^aanstreek stand' gehouden, dat meisjes, die den huwbaren leeftijd na derden of reeds bereikt hadden, des Zondagsavonds opwachting hielden of wel, zooals ze dat destijds noemden opzaten. Zoodra de moeder oordeelde dat het tijd werd, aan een huwelijks- candidaat voor hare dochter te den ken, deelde zij aan een groote schare bekenden, buren en familieleden me de, dat hare dochter voortaan opzat. Meen echter niet, dat het huis zich nu Zondagsavonds vulde met gasten, die uit min of meer intieme belang stelling aan de dochter des huizes een bezoek kwamen brengen, neen, de deur werd om acht uur reeds ge grendeld en den huwelijkscamdidaat werd gelegenheid gegeven, daarbui ten zijn verzoek, om binnengelaten te worden, kenbaar te maken. In een, in het jaar 1743 uitgegeven tijdschrift, komt een samenspraak voor tusschen een „Zaanschen vrijer" ien een Zaansche vrijster", die ik hier in z'n geheel laat volgen. 't Is Zondagavond negen uur en de vrijer klopt aan de deur, die, zooals reeds gezegd is, soliede gegrendeld is. Vrijster: Is 'er volk? Vrijer: Ja zeker, vrijster! is 'er vólk. Vrijster: Wat moet dat volk? Vrijer: Een vriendelijk verzoek, of je je deur los wou maken. Vrijster: Neen, dat zei van avond niet wezen. Vrijer: Nou, laat het dan maar in den avond wezen. Vrijster: Neen, het zei niet wezen. Vrijer: Ik hoop, dat je evenwel zelle Electrischa zweetjapon. Onder de nieuwste uitvindingen op 't i gebied van geneeskundige apparaten is een zweet-japon, die verwarmd wordt! door eTectrlciteit en bestemd is voor die' ziekten, welke behandeld kunnen wor den door den invloed van electriciteits- j warmte. De japon in quae&tie wovdt vervaar-1 digd van twee lagen, welke aan elkaar zijn genaaid. Ken weerstandsdraad loopt I zigzagsgewijs tusschen de twee lagen. I Wanneer de japon gebruikt moet wor den, wordt die patient er ingewikkeld en een sir oom van gepaste sterkte wordt door den draad gezonden. Door een! stroomregelaar kan de warmtegraad ge regeld worden. Natuurlijk is de japon van isoleer.ende stof en door den zig zag-vorm van don draad kan zij gemak kelijk in een kleinen bundel opgerold worden. verandoren; strijk je hand ereis over je kassekientjen. Vrijster: Wat zou dat dan? Vrijer: Wel dan zou ik hoopen, dat je je deur zoude los maken, en dan zou ik 'er heel gauw in wezen. Vrijster: Neen, ik zei niet verande ren, de deur komt niet los. Vrijer: Heden, wat ben je ook hard! nog harder als een stokvisch, want die is met beuken nog te vermurwen. Vrijster: Dat kan wel wezen, ik maak de deur niet los, ik ken je niet; wie ben je? Waar kom je vandaan? Vrijer: Ja, als ik nou zo gauw met mijn antwoord' was. als jij met je vraag, dan liadt je het lank al gewe ten; maar ik ben hier op karssenpitje6 kommen lopen; maak je deur open, dan zei je zien, wie ik ben. Onderwijl zijn er meestal andere vrijers op de kust gekomen, en wach ten den uitslag af van het onderhoud, dat voor en achter de deur plaats heeft. Vrijer: Och toe, meisjen! maak de deur los! Ik wil je wel verzekeren, als ik 'er binnen was, en jij 'er bui ten, dat hij al lang los zou geweest hebben. Vrijster: Hij komt niet los, en of je nou lang slaat of kort, hot zei even veul doen, het begint me nou te ver- veelen; deerom verzoek ik je, dat heen gaat; goede nagt, vrijer! Vrijer: Nou, zo haastig niet, is 'er dan waarlijk niet an te doen? Zoek je niet te verand'eren? Vrijster: Neen. Vrijer: Dan wensch ik je een aan- genaame nagtrust. Hierop wendt hij zich tot een zijner metgezellen, die nabij hem staan en zegt: Vrijer! het is uw beurt. Op zijn beurt maakt deze weer het zelfde compliment en wordt hij op dezelfde wijze afgewezen, of wel, in dien hij meer in den smaak valt, wordt hij binnengelaten. Nadat het gesprek heeft geloopen over de onder werpen van den dag vraagt do gast, of zij ook gezelschap weet, d. w. r. of zij in hare familie of kennissen een huisgezin leent, waar vele jongelui bij elkander zijn. Zoo ja, dan gaan ze daarheen en brengt hij z'n meisje te middernacht thuis, rookt daar nog een pijp enrgaat dan heen, zoo niet., dan blijven ze tot middernacht bij elkan der, soms nog in gezelschap van an dere jongelui die hen aldaar kwa men opzoeken. Vrij geregeld werd deze gewoonte in eere gehouden, tot omstreeks het jaar 1750. Toen begon ze, zooals vele andere gewoonten te ontaarden; de Zondagavonden wer den berucht door het plegen van al lerlei baldadigheid, door z.g. opste kers of op roof uitgaande knapen. Bij gezelschappen, bij „vrijende paartjes" braken zij op gewelddadige wijze in of veroorzaakten zc een ontzettend ge raas op de deur, en roofden zij al wat van hun gading was, in 't bijzon der drank of etenswaren, om dit in een volgend' huisgezin tc herhalen. Dit „opsteken" werkte zoo aanstekelijk dat de vrijers hunne meisjes minstens een uur onder een of ander voorwend sel lieten zitten, om mcê te doen; in la tere jaren werd de losbandigheid zóó groot, dat niet alleen de Zondagavond doch meestal nog de halve of geheele daaropvolgende nacht in dergelijk (toen niet meer onschuldig) spel werd doorgebracht. En dat in de Zaanstreek, waarvan men in een oud acteboek vindt ver meld," dat het als een misdaad werd beschouwd, indien twee personen te gelijk aan ééne kool hun pijp aan staken! Indien de huwelijkscandidaat bij het meisje of hare ouders niet in den flank viel, dan was ze gerechtigd, hem, indien hij driemaal bij haar op bezoek was geweest, een blauwtje te geven, d. w. z. hem er niet meer in te laten. Het is licht te begrijpen, dat na do ontaarding dezer wijze van vrijen, de gewoonte niet langer stand hield. De ouders kwamen er tegen op, weken van de voorvaderlijke gewoonte af, de overheid' voltooide de rest en aan het einde der achttiende eeuw was van dit gebruik geen spoor meer overge bleven. G. J. B. Bonte steentjes. Bij het begin dezer eeuw werd bet gezamenlijk vermogen van de 76 mil- lioen inwoners der Ver. Staten van Noord-Amerika geschat op 92 mlilliard dollars, of f230.000.000.000 gemiddeld f3000. 1-Iet zou in 1850 op 23 millioen personen slechts 7 milliard dollars hebben bedragen en was dus in 1900 verdertienvoudigd. In de beide eerste jaren der 20e eeuw is hot weder heel wat gestegen la Rockefeller alleen heeft in 1902 zijn fortuintje van 100 mil lioen dollars zien verdubbelen en Pier pont Morgan heeft maar 40 millioen verdiend. Naar verhouding zijn de meeste staten van Europa nog rijker. Engeland met 38 millioen inwoners wordt op 12 milliard pond sterling ge schat of f3800 per hoofd Frankrijk met 37 millioen zielen op 250 milliard francs of f 3250 gemiddeld Duitschland J met 45 millioen inwoners op 220 mil liard mark of f3000 per hoofd. doen. Dat is mijn manier van zaken doen, en tot nu toe is mij dat niet 6lecht bekomen. En om u nog wat te gemoet te komen in de extra moeite, die deze koop met zich brengt wil ik er nog 10,000 dollars boven opleggen. De arme, eenvoudige Dupont veeg de zijn voorhoofd1 on vingers af van aandoening. Gaarne zal ik van de twintig minuten, die u mij toestaat gebruik maken, monsieur, zei hij. Ik dacht dat u zou zeggen dat u mijn bod' aannam. Maar ga uw gang; ik ga hier zoolang even zitten, terwijl u uw rekening opmaakt. De Bretagner viel in den stoel bij de schrijftafel. Calmour ging ook zitten met gekruiste knieën en keek naar de kringetjes rook, die hij do lucht in zond. Dupont was nog nooit genoodzaakt geweest zoo snol te denken; maar hij verzameld© rijn krachten evenals een generaal, die in don nacht, verrast wordt. Het seizoen, zoo bedacht hij, be stond (op papier) van Juni tot October. Toch kon hij tot Juli maar nauwelijks zijn uitgaven dekken. Dan kwam er wat meeT drukte, maar toch nog wis selvallig tot begin Augustus, als die Engelschen kwamen. Na dien tijd was het hótel voortdurend vol tot einde September; maar zooals hij ook tot Mr. Wickham gezegd had, de logeer gasten, die bet langst bleven, betaal den in verhouding het. minst. Als hij 20,000 francs winst in een jaar ge maakt had, was hij gelukkig; soms maakte hij minder, en het werk was vermoeiend Hij was den middelba- en leeftijd gepasseerd, en het zou hen best aanstaan zich uit zaken terug te trekken. Nu had bij den kans, waar naar hij in moeilijke oogenblikken met verlangen had' uitgezien. Mis schien kwam die kans nooit wee-r te rug; en het aanbod van dezen royalen millionair overtrof verre de verwach ting van hetgeen hij ooit dacht voor zijn hötel tc kunnen krijgen, als hij liet verkocht. Maar, toch, het was zoo plotseling! Maar, monsieur, mijn gasten! riep hij uit. IToe kan ik hun verkla ren Heb d'aarover geen zorg. Dat neem ik op mij. Ik zal uw gasten niet wegjagen. Alles wat ik van u verlang, is, dat u zegt „Aangenomen" en mijn cheque op te steken. Als u wilt kan u telegrafeeren naar mijn bankiers in Londen, en u overtuigen, dat. ik we zenlijk de man beo, dien ik beweer te zijn. Dan kan u op uw gemak uw koffer pakken en een uitstapje maken naar Parijs, als u dat aanstaat U ziet er ©enigszins vermoeid uit, een poosje vacantia zal u misschien goed doen. Toen de twintig minuten voorbij waren, haalde John Calmour zijn cheque boek te voorschijn. Dien avond was er een meer uit gebreid diner dan gewoonlijk, en om een of andere reden werd er aan alle gasten champagne geschonken. Niemand begreep waarom dat was, maar toen de kellners verzekerden, dat de wijn vrij was. dronk bijna iedereen champagne, de meesten zelfs eenige glazen. Behalve dat er twee nieuw aange- komenen waren, was or, voor zoover men wist niets bijzonders in het hö tel. Een van de nieuwelingen was de vader van de Persoon, die de En gelsche coterie ergerde, omdat hij in reistoilet aan tafel verscheen, daar hij geen avondtoilet in zijn tasch had mee gebracht. De ander was een bijonder knap jongmensch, voor wien men, door *yat op te schuiven, ja zelfs natiw te zitten, plaats aan tafel ha.d gemaakt naast Mrs. Llyno Gryffyth. Te oordeelen naar de wijze, waarop hij bij de Engelschen ontvangen werd, kende hij bijna iedereen in het hötel ©n mocht men hem graag lijden. Mrs. Llynn Gryffyth en vele anderen noem den hem Bill; de minderheid noemde hem Lord Everest; hij keek telkens naar Jenny Calmour, vond het diner uitstekend, de champagne een uitste kend merk voor een hötel en sprak veel met zijn intimi aan tafel over het arrangeeren van een cotillon, waar voor hij uit Engeland scheen te zijn overgekomen. De boycot, werd ook uitgestrekt tot haar vader, en dezw twee hadden, wanneer zij niet met elkaar spraken, volop gelegenheid om itfe luisteren naar het gesprek der andcTen, dat steeds over invitaties voor de aanstaande cotillon liep; die invitaties strekten zich uit tot de be woners van de villa's te Métretat en van een of twee andera. naburige bad plaatsen, daar schenen wezenlijk eeni- ge monschelijke wezens te vertoeven, die men desnoods voor een cotillon kon verdragen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 6