ALLERLEI.
Haarlemmer Halletjes.
ALLERLEI.
<2
rich achter een kreupelboschje en be
gon te wachten, zonder een oog van
ie noodlottige vaas af te wenden. Hij
irandide letterlijk van ongeduld.
Met klokslag zes verscheen Degtjar.
jow. De jonge man was blijkbaar in
ie vergenoegdste stemming. Zijn hoed
stond hem op één oor, zijn overjas
was losgeknoopt en zijn vest evenzoo
^pen als zijn hart. Hij floot een lustig
Jeuntje en rookte een sigaar.
Nu zult ge van den dikzak en
den kameel eens een stukje te proe
ven krijgen, wacht maar! jubelde in
3tilte Turmanow.
Degtjarjow ging naar de vaas en
stak zoo in liet voorbijgaan zijn hand1
ar in. Lew Sjawwitsch stond op zijp-
leenen en zag zich de oogen uit. De
jonge man haalde uit de vaas een
pakje, bezag het van alle kanten en
.laaide verwonderd de schouders op
Vervolgens opende hij het aarzelend,
zette een paar groote oogen op en trok
een hoogst verbaasd gezicht.
In het pakje waren namelijk twee
briefjes van honderd roebels!
Langen tijd bezag Degtjajrow de
papiertjes. Eindelijk stak hij ze hoofd-
mikkend in den zak en zeide:
Merci!
De ongelukkige Lew Sjawwitsch
boorde dit „merci". Des avonds stond
hij tegenover den fantasiewinkel van
Dulin, balde de vuist en mompelde
woedend:
Lafaard! Miserabele krentenzak!
Ellendige konijnenziel! Dikbuikige
haas!
Bonte steentjes.
Uitgesteld werk wordt haastwerk.
Gevoel kan men huichelen, verstand
niet.
Zelfs de kennis van de meest alle-
daagsche dingen is nuttig;
Het gamsche geheim om het leven te
verlengen is. het niet door overdaad te
bekorten.
Critiek is de belasting, die de mensch
aan het publiek betaalt, om te kunnen
uitmunten.
Om waar en sterk te blijven moet
men vooir lof en blaam ten naastenbij
gelijk onverschillig zijn.
Een paardenitandmeester.
Een Londensch paardendentisit. Ma
ter genaamd, heeft volgens Sport ele-
vage, in de .groote Engelsche renstal
len een zeer grooten naam gemaakt en
Een Zaterdagftvondpraatje.
Op het oogenblik dat ik dit schrijf
is de lieer Kleynenberg zondier stem
ming gekozen verklaard tot lid van
■den IlaarJemschen Gemieenteiraiad.
Zonder (Stemming! Ongehoord Ver
schijnsel. Sedert de invoering van
deze kieswet is dat in Haarlem nog
nooit gebeurd. De heer Kleijnenberg
mag er trotseh op gaan. Hij is om
zoo te zeggen ons aller troetelkind
gebleken te wezen. Met een vaderlij
ken glimlach op 't gelaat staren alïe
kiezers in Haarlem met welgevallen
op zijn persoon en candida-
tuur, straks zal hij met aller heil-
wensch de deur der Raadszaal bin
nentreden en hoor ik in gedachten
ai. hoe de burgemeester spreken zal
van het zeldzaam blijk van vertrou
wen, in hem gesteld door alle kie
zers zonder eenig onderscheid van
richting of kleur.
Het i<? dan ook, dunkt me. nu de
{^--tegenheid Om eens efern en ander
over den nieuwen Edelachtbare mede
te d-eelen, al loop ik daarmee dan ook
DE ZATE
laat zich van 500 tot lOOOfils. voor dc
tandoperaties betalen.
Bijna 8000 motorwagens of automo
bielen zijn er tegenwoordig in Parijs
reeds in gebruik en daaronder 3800 met
een door de gemeente-autoriteiten toe
gestane rijsnelheid van 29 kilometers
per uur. 't Aantal geëxamineerde
chauffeurs bereikte begin October 1902
reeds 13.600.
Schoolbladen, diie in verscliillende
groote steden aanwezig zijn, zullen nu
op groote schaal ook in de nieuwe
schoolgebouwen van Boston worden
ingericht. Het laatst gebouwde school
paleis der genoemde stad zal 1.000.000
gulden kosten, en zal toilet-, kleed- en
badkamers voor beidie geslachten, be
nevens douchebaden en voetbadinrich
tingen bevatten.
Een nieuw reddingstoestel, dat ter
nauwernood 38 gi'am weegt, is door
den Hamburgschen ingenieur De Irlsa
uitgevonden.
Het heeft den vorm en de grootte
van een gewoon notitieboek o'f brieven-
taschje. Maai- dringt er water binnen,
dan ontwikkelt zich daarin uit een
kleine patroon zooveel gas. dat het toe
stel een gewicht van 92 kilogram zes
dagen lang boven water kan houden
De geneeskundige vereeniging in Pa
rijs is eenstemmig van oordeel dat het
hoog tijd is, krachtige maatregelen te
nemen tegen de verschrikkelijke uit
breiding van het petroleumdrinken te
nemen. Aanvankelijk meende men,
dat deze gewoonte een gevolg der hoo-
ge belastingen van den alcohol door
de Franische regeering was een verder
onderzoek biracht echter aan het licht,
dat dit een vergissing was.
In éen jaar komen er ongeveer 215
mi'lioen guldens wol in den handel,
eer. bedrag dat door de verwerking van
de ruwe stof totdat zij in don winkel
van don lakenhandelaar of kleermaker
keent, nog minstens driemaal verdub
beld U geworden. Vanwaar komt nu
deze ontzaglijke hoeveelheid Vóór
honderd jaar moest Europa zich nog
met de opbrengst van haar eigen (scha
penfokkerij tevredenstellen. Tegen
woordig komt de grootste hoeveelheid
wol Uit Australië, Nieuw-Zeeland en
Zuid-Amerika. Een niet onaanzienlijk
gedeelte (20 pet.) wordt echter ook door
de Vereenigde Staten, van La Plata,
door Klein-Azië, en ook het Tibergebicd
geleverd.
gevaar in concurrentie te treden met
de rubriek Figuren uit dei Raadsver
gadering, waarvoor hij een dankbaar
onderwerp wezen zou.
Intusschen denk ik maar: „ieder
voor zich. De schrijver van de figu
ren moet zichzelf maar zien te red
den.
Dat hij boekdrukker is, weet ieder
een. Dat hij dit, vooral in Haarlem
bijzondér eerzaam vak, uitoefent in
hot huis in do Zijlstraat, waar vroe
ger on zie afgevaardigde maar de
Tweede Kamer, Jhr. Mr. van Styrum
woonde, is van minder aJgemeene be-
Keridhéifl. Dat hij op dit oogenblik 48
jaar oud is, weten allleen zijn vrien
den en kennissen. En hoe hij als
Raadslid zal voldoen, weet op dit
oogenblik nog gjeen starveling.
Evenmin als andere Raadscandida-
ten is hij in de dagen vóór zijn ver
kiezing aan de grapjes van zijn ken
nissen ontkomen. „Jongen, jongen,
edelachtbare", hebben ze zoo ongeveer
gezegd, „wat zal het een toer wezen
om hot ons allemaal naar den zin te
maken! Welkp jas trek je aan, als je
naar den Raad gaat? Je moet met de
kleur verlegen zitten!' Hij hoordé
dan dit gevraag glimlachend aan,
keek met zijn bruine oogen zoo eens
DAGAVOND.
De honden zijn in de mode, zij ne
men tegenwoordig in die mondaine da
meswereld van Parijs een belangrijke
plaats in; iedere echte Parisiënne heeft
een geliefd, verwend keffertje, dat als
heer en meester troont o pde kussens
van haar divan, en welks dwalingen
met groote toegeefelijkheid ontvangen
|worden? Die beminde diertjes zijn
heertjes op vier pooten, waarvoor
men zich niet genoeg weelde-artikelen
en snoeperijen aanschaffen kan; zij
hebben hun eigen plaats zoowel in de
salon als in de équipage. Men wijdt
er courantartikelen aan om de lieve
diertjes een plaatsje te kunnen bezor
gen in tie spoorwegcoupés; zij hebben
hun familiegraf en hun geslachtsboo-
men; zij hebben ziekenhuizen en een
courant; zij hebben hun eigen kleer
maker, hun manicure om de nagels te
onderhouden en een coiffeur van naam
om hun haardos naar de nieuwste
mode in orde te houden.
Niets anders ontbreekt hen dan het
kiesrecht. De kinderachtoglieid is wel
wat al te groot en onwillekeurig
denkt men aan het gedichtje van
Auguste de Chatillon:
,,Y a-t-il rien qui vous agace,
Comme un levrette qu'a un pal'tot?
Quand y a tant d'gens sur la
place
Qu' ont rien se'mettre sur l'd'os!"
hetgeen vrij vertaald zeggen wil:
„Is er niets wat uw tegenstaat?
In een hond met een rokje aan?
Terwijl er nog zooveel menschen
om u zijn,
Die bijna geen kleeren hebben om
aan te trekken!"
Maar al hooren wij al die kinder
achtigheden schouderophalend aan,
wij moeten er ons niet over verbazen
in de achttiende eeuw heeft men aan
dezelfde hartstocht toegegeven. Toen
hadden de vrouwen ook steeds een
jbegunstigd schoothondje om zich
heen, dat haar gezelschap moest hou
den? Zij namen het in haar mof mee
naar den schouwburg, 't kreeg ook Zijn
deel van een fijn souper en sliep in een
mandje gevoerd met satijn naast het
bed van zijn meesteres. Tonfréluche,
bet beroemde schoothondje van Mme
de Massiac, één en al wollige haar
dos, waarin twee bruine oogen schit
terden, bezat buitengewone talenten
om in gezelschap te verkeeren; het
rond en zei nietswat het ver
standigste antwoord was, dat hij ge
ven kon. Wil iemand de reden we
ten van de eenstemmigheid onder
de kiezers, dan zou ik or deze voor
willen opgeven: zijn belangstelling in
de publieke zaak. Hij is een voorstan
der van een beter lot voor dén arbei
der en toont o.m. dat door zich de min
der aangename functie te laten welge
vallen van voorzitter der Kamér van
Arbeid voor de Drukkersbedrijven.
Ilij doet veel moeite voor de Toynbee-
vereenlgi„g, voor de gezondheids
missie en daarbij houdt hij er'n onaf
hankelijke nieeningen op na, dikwijls
frisscho denkbeelden én inzichten,die
hem juist voor een College als de
gemeenteraad geschikt maken. Ik
duirf dan ook nu al voorspellen, dat
geen enkele fractie in den Raad met
zekerheid op zijn steun en medewer
king zal kunnen rekenen. Ilij zal zeg
gen en stemmen wat en zooals hem
goeddunkt, met volkomen onverschil-
ligherid voor wat buren, vrienden of
bekenden van hem veronderstellen of
verlangen. Hij zal een wilde zijn in
den Raad. een fractie in zijn eentje,
dé fractie-K Ieynenberg. Niemand
weet dan ook beter dan hij zelf. dat
het een onmogelijkheid is het leder-
danste de menuet, begroette met den
poot, kondigde liet uur aan en «loeg
een kuitenflikker voor de koningin en
haar hofdames. Gelukkig bestond do
piano toen nog niet!... Koningin Ma-
rie-Leczinska stond honderd keer in
één nacht op om haar hond te ver
zorgen, en de prinses van Cand'é dres
seerde haar hondje er op om haar
echtgenoot te bijten. Er bestaan nog
veel treurzangen, geinspireerd door
den dood van de veelbeminde beestjes
o. a. van Filon, den hond van den
koning; van Pouf, den hond van Mme
d'Epinay, zoon van Thisbé en Sabéli.
Hun portret werd geschilderd of ge
graveerd. De honden van Mme de
Pompadour hebben den roem geves
tigd' van graveurs, dichters, schilders
en andere kunstenaars... Tegenwoor
dig schijnen die oude dagen terug te
keeren ,maar er zijn honden die de
mode als h e t soort beschouwt en
honden, die totaal niet in aanmerking
komen. En omdat de mode nu een
maal wispelturig en onberekenbaar
is, is de chique hond van dit jaar niet
die van het volgend. Denkt u nu nog
©enigen opgang te kunnen maken met
een mops of een hazenwind? Geen
kwestie van, d'at is totaal vieux jeu.
Nu maakt ge indruk met een fox ter
rier, een tax, een Russische barsoi
of een Duitsche dog. Zij zijn tegen
woordig gézelschapsfahig en zullen
door ieder met de grootste onder
scheiding behandeld worden. Het gaat
alle beschrijving te boven zooals som
mige van deze we&ldehonden be
handeld worden. Hun garde-robe
is bijna even goed voorzien als
die van hunne meesters. Wilt ge
weten, wat de uitzet van zoo'n lief
dier wel beteekent? Ten eerste zijden
of linnen nachthemden versierd met
kostbare kanten. De kamerjapon is
van gewatteerde zijde om ze tegen de
morgenlucht te beschermen, 's zomers
van dunne wol, het overige is naar
rato wandeltoiletten, avondtoiletten,
visite-costumes, wintermantel, zomer
dito's, enz enz. De geliefde hond laat
bij het kaartje van zijn meesteres ook
liet zijne achter, als zij te zamen be
zoeken afleggen, waar zij huns gelij
ken kunnen vinden. Dat moois is in
Frankrijk overgewaaid uit Engeland.
Goddank, zoo uiterst fijn be
schaafd zijn wij nog niet. Maar
toch zooals zoovele ziekten is ook deze
besmettelijk. Zoo nu en dan waait er
iets om onze ooren van dergelijke gek
heid in onze naaste omgeving met een
kleine verandering op een bekend
rijmpje zou ik willen zeggen:
„Bewaar ons voor die hondjes, Heer,
Geef ons natuur en waarheid weer".
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
1. Stalen voorwerpen kan men 'tbest
bewaren, als ze niet in gebruik zijn,
een naar den zin te maken. Ilij zal
zich daarvoor dan ook niet de min
ste moeite geven.
Intusschen valt hij wat men ge
woon is te noemen ,,met zijn neus in
t vet". Er is we.er eens een quaestlo
aan de lucht, d'e quaastie-van Rhijn.
Deze, de aannemer van de lichtfabrie
ken, die vroeger al eens om een bij
slag op de bouwsom heeft gevraagd,
maar die van den Raad niet kreeg,
heeft nu opnieuw een verzoek inge
diend en betoogt daarin, dat de direc
teur van onze lichtfabriéken hem al
vóór den bouw beloofd heeft, dat het
wel terechtkomen zou. De directeur
ontkent dat, even besliist als het door
den aannemer wordt beweerd, ©n zoo
staan we dan nu weer eens voor een
van die netelige quaesties, waarmee
het Noodlot ons in do laatste jaren
schijnt te vervoegen. Nauwelijks is de
één© wolk weggedreven, of de andore
zweeft naderbij. Zijn wij Haarlem
mers zoo lastig van humeur? Zijn wij
ganw np onze teentjes getrapt, gauw
achterdochtig en geneigd tot ruzie?
Als jp zoo op straat loopt on de mede-
Haarlemmers aankijkt, dan zien
ze er toch even vreedzaam uit alsan-
dére Néderlanders. Een niettemin
moet er toch wel iets bijzonders in
DE ZATERDAGAVOND.
den, opdat de geneesmiddelen hun
krachten kunnen uitoefenen. Dan kwa
men de geneesmiddelen, bestaande nit
de meest vreemde besitanddeelen.
Zoo bestond triakel, een veel gepre
zen mliddel, uit vijf en negentig ver
schillende zaken, waarvan in do eerste
plaatsvleeisch van adders. De asch
van veiiwande vleermuizen, het bloed
van in azijn verdronken hazen, en het
water, waarin regenwormen waren af
getrokken, waren iets alledaagsch. En
dan had men nog fijngestampte paar-
len. smaragden, koralen, robijnen en
fijngewreven goud, daarbij alle denk
bare kruiden en wortels.
Wat zouden die goede lieden van den
ouden tijd vreemd opzien, in de he-
dendaagsche ziekenkeuken 1
Iets over het „vrijen"
de Zaanstreek uit
vroeger eeuwen.
Jarenlang heeft de gewoonte in de
^aanstreek stand' gehouden, dat
meisjes, die den huwbaren leeftijd na
derden of reeds bereikt hadden, des
Zondagsavonds opwachting hielden of
wel, zooals ze dat destijds noemden
opzaten. Zoodra de moeder oordeelde
dat het tijd werd, aan een huwelijks-
candidaat voor hare dochter te den
ken, deelde zij aan een groote schare
bekenden, buren en familieleden me
de, dat hare dochter voortaan opzat.
Meen echter niet, dat het huis zich
nu Zondagsavonds vulde met gasten,
die uit min of meer intieme belang
stelling aan de dochter des huizes een
bezoek kwamen brengen, neen, de
deur werd om acht uur reeds ge
grendeld en den huwelijkscamdidaat
werd gelegenheid gegeven, daarbui
ten zijn verzoek, om binnengelaten te
worden, kenbaar te maken.
In een, in het jaar 1743 uitgegeven
tijdschrift, komt een samenspraak
voor tusschen een „Zaanschen vrijer"
ien een Zaansche vrijster", die ik hier
in z'n geheel laat volgen.
't Is Zondagavond negen uur en de
vrijer klopt aan de deur, die, zooals
reeds gezegd is, soliede gegrendeld is.
Vrijster: Is 'er volk?
Vrijer: Ja zeker, vrijster! is 'er vólk.
Vrijster: Wat moet dat volk?
Vrijer: Een vriendelijk verzoek, of
je je deur los wou maken.
Vrijster: Neen, dat zei van avond
niet wezen.
Vrijer: Nou, laat het dan maar in
den avond wezen.
Vrijster: Neen, het zei niet wezen.
Vrijer: Ik hoop, dat je evenwel zelle
Electrischa zweetjapon.
Onder de nieuwste uitvindingen op 't i
gebied van geneeskundige apparaten is
een zweet-japon, die verwarmd wordt!
door eTectrlciteit en bestemd is voor die'
ziekten, welke behandeld kunnen wor
den door den invloed van electriciteits- j
warmte.
De japon in quae&tie wovdt vervaar-1
digd van twee lagen, welke aan elkaar
zijn genaaid. Ken weerstandsdraad loopt I
zigzagsgewijs tusschen de twee lagen. I
Wanneer de japon gebruikt moet wor
den, wordt die patient er ingewikkeld en
een sir oom van gepaste sterkte wordt
door den draad gezonden. Door een!
stroomregelaar kan de warmtegraad ge
regeld worden. Natuurlijk is de japon
van isoleer.ende stof en door den zig
zag-vorm van don draad kan zij gemak
kelijk in een kleinen bundel opgerold
worden.
verandoren; strijk je hand ereis over
je kassekientjen.
Vrijster: Wat zou dat dan?
Vrijer: Wel dan zou ik hoopen, dat
je je deur zoude los maken, en dan
zou ik 'er heel gauw in wezen.
Vrijster: Neen, ik zei niet verande
ren, de deur komt niet los.
Vrijer: Heden, wat ben je ook hard!
nog harder als een stokvisch, want
die is met beuken nog te vermurwen.
Vrijster: Dat kan wel wezen, ik
maak de deur niet los, ik ken je niet;
wie ben je? Waar kom je vandaan?
Vrijer: Ja, als ik nou zo gauw met
mijn antwoord' was. als jij met je
vraag, dan liadt je het lank al gewe
ten; maar ik ben hier op karssenpitje6
kommen lopen; maak je deur open,
dan zei je zien, wie ik ben.
Onderwijl zijn er meestal andere
vrijers op de kust gekomen, en wach
ten den uitslag af van het onderhoud,
dat voor en achter de deur plaats
heeft.
Vrijer: Och toe, meisjen! maak de
deur los! Ik wil je wel verzekeren,
als ik 'er binnen was, en jij 'er bui
ten, dat hij al lang los zou geweest
hebben.
Vrijster: Hij komt niet los, en of je
nou lang slaat of kort, hot zei even
veul doen, het begint me nou te ver-
veelen; deerom verzoek ik je, dat
heen gaat; goede nagt, vrijer!
Vrijer: Nou, zo haastig niet, is 'er
dan waarlijk niet an te doen? Zoek je
niet te verand'eren?
Vrijster: Neen.
Vrijer: Dan wensch ik je een aan-
genaame nagtrust.
Hierop wendt hij zich tot een zijner
metgezellen, die nabij hem staan en
zegt: Vrijer! het is uw beurt.
Op zijn beurt maakt deze weer het
zelfde compliment en wordt hij op
dezelfde wijze afgewezen, of wel, in
dien hij meer in den smaak valt,
wordt hij binnengelaten. Nadat het
gesprek heeft geloopen over de onder
werpen van den dag vraagt do gast,
of zij ook gezelschap weet, d. w. r.
of zij in hare familie of kennissen een
huisgezin leent, waar vele jongelui bij
elkander zijn. Zoo ja, dan gaan ze
daarheen en brengt hij z'n meisje te
middernacht thuis, rookt daar nog een
pijp enrgaat dan heen, zoo niet., dan
blijven ze tot middernacht bij elkan
der, soms nog in gezelschap van an
dere jongelui die hen aldaar kwa
men opzoeken. Vrij geregeld werd
deze gewoonte in eere gehouden, tot
omstreeks het jaar 1750. Toen begon
ze, zooals vele andere gewoonten te
ontaarden; de Zondagavonden wer
den berucht door het plegen van al
lerlei baldadigheid, door z.g. opste
kers of op roof uitgaande knapen. Bij
gezelschappen, bij „vrijende paartjes"
braken zij op gewelddadige wijze in
of veroorzaakten zc een ontzettend ge
raas op de deur, en roofden zij al
wat van hun gading was, in 't bijzon
der drank of etenswaren, om dit in
een volgend' huisgezin tc herhalen.
Dit „opsteken" werkte zoo aanstekelijk
dat de vrijers hunne meisjes minstens
een uur onder een of ander voorwend
sel lieten zitten, om mcê te doen; in la
tere jaren werd de losbandigheid zóó
groot, dat niet alleen de Zondagavond
doch meestal nog de halve of geheele
daaropvolgende nacht in dergelijk
(toen niet meer onschuldig) spel werd
doorgebracht.
En dat in de Zaanstreek, waarvan
men in een oud acteboek vindt ver
meld," dat het als een misdaad werd
beschouwd, indien twee personen te
gelijk aan ééne kool hun pijp aan
staken! Indien de huwelijkscandidaat
bij het meisje of hare ouders niet in
den flank viel, dan was ze gerechtigd,
hem, indien hij driemaal bij haar
op bezoek was geweest, een blauwtje
te geven, d. w. z. hem er niet meer
in te laten.
Het is licht te begrijpen, dat na do
ontaarding dezer wijze van vrijen, de
gewoonte niet langer stand hield. De
ouders kwamen er tegen op, weken
van de voorvaderlijke gewoonte af, de
overheid' voltooide de rest en aan het
einde der achttiende eeuw was van
dit gebruik geen spoor meer overge
bleven.
G. J. B.
Bonte steentjes.
Bij het begin dezer eeuw werd bet
gezamenlijk vermogen van de 76 mil-
lioen inwoners der Ver. Staten van
Noord-Amerika geschat op 92 mlilliard
dollars, of f230.000.000.000 gemiddeld
f3000. 1-Iet zou in 1850 op 23 millioen
personen slechts 7 milliard dollars
hebben bedragen en was dus in 1900
verdertienvoudigd. In de beide eerste
jaren der 20e eeuw is hot weder heel
wat gestegen la Rockefeller alleen
heeft in 1902 zijn fortuintje van 100 mil
lioen dollars zien verdubbelen en Pier
pont Morgan heeft maar 40 millioen
verdiend. Naar verhouding zijn de
meeste staten van Europa nog rijker.
Engeland met 38 millioen inwoners
wordt op 12 milliard pond sterling ge
schat of f3800 per hoofd Frankrijk
met 37 millioen zielen op 250 milliard
francs of f 3250 gemiddeld Duitschland
J met 45 millioen inwoners op 220 mil
liard mark of f3000 per hoofd.
doen. Dat is mijn manier van zaken
doen, en tot nu toe is mij dat niet
6lecht bekomen. En om u nog wat te
gemoet te komen in de extra moeite,
die deze koop met zich brengt wil ik
er nog 10,000 dollars boven opleggen.
De arme, eenvoudige Dupont veeg
de zijn voorhoofd1 on vingers af van
aandoening.
Gaarne zal ik van de twintig
minuten, die u mij toestaat gebruik
maken, monsieur, zei hij.
Ik dacht dat u zou zeggen dat u
mijn bod' aannam. Maar ga uw gang;
ik ga hier zoolang even zitten, terwijl
u uw rekening opmaakt.
De Bretagner viel in den stoel bij de
schrijftafel. Calmour ging ook zitten
met gekruiste knieën en keek naar de
kringetjes rook, die hij do lucht in
zond.
Dupont was nog nooit genoodzaakt
geweest zoo snol te denken; maar hij
verzameld© rijn krachten evenals een
generaal, die in don nacht, verrast
wordt.
Het seizoen, zoo bedacht hij, be
stond (op papier) van Juni tot October.
Toch kon hij tot Juli maar nauwelijks
zijn uitgaven dekken. Dan kwam er
wat meeT drukte, maar toch nog wis
selvallig tot begin Augustus, als die
Engelschen kwamen. Na dien tijd was
het hótel voortdurend vol tot einde
September; maar zooals hij ook tot
Mr. Wickham gezegd had, de logeer
gasten, die bet langst bleven, betaal
den in verhouding het. minst. Als hij
20,000 francs winst in een jaar ge
maakt had, was hij gelukkig; soms
maakte hij minder, en het werk was
vermoeiend Hij was den middelba-
en leeftijd gepasseerd, en het zou hen
best aanstaan zich uit zaken terug te
trekken. Nu had bij den kans, waar
naar hij in moeilijke oogenblikken
met verlangen had' uitgezien. Mis
schien kwam die kans nooit wee-r te
rug; en het aanbod van dezen royalen
millionair overtrof verre de verwach
ting van hetgeen hij ooit dacht voor
zijn hötel tc kunnen krijgen, als hij
liet verkocht. Maar, toch, het was
zoo plotseling!
Maar, monsieur, mijn gasten!
riep hij uit. IToe kan ik hun verkla
ren
Heb d'aarover geen zorg. Dat
neem ik op mij. Ik zal uw gasten niet
wegjagen. Alles wat ik van u verlang,
is, dat u zegt „Aangenomen" en mijn
cheque op te steken. Als u wilt kan
u telegrafeeren naar mijn bankiers in
Londen, en u overtuigen, dat. ik we
zenlijk de man beo, dien ik beweer te
zijn. Dan kan u op uw gemak uw
koffer pakken en een uitstapje maken
naar Parijs, als u dat aanstaat U ziet
er ©enigszins vermoeid uit, een poosje
vacantia zal u misschien goed doen.
Toen de twintig minuten voorbij
waren, haalde John Calmour zijn
cheque boek te voorschijn.
Dien avond was er een meer uit
gebreid diner dan gewoonlijk, en om
een of andere reden werd er aan
alle gasten champagne geschonken.
Niemand begreep waarom dat was,
maar toen de kellners verzekerden,
dat de wijn vrij was. dronk bijna
iedereen champagne, de meesten zelfs
eenige glazen.
Behalve dat er twee nieuw aange-
komenen waren, was or, voor zoover
men wist niets bijzonders in het hö
tel. Een van de nieuwelingen was de
vader van de Persoon, die de En
gelsche coterie ergerde, omdat hij in
reistoilet aan tafel verscheen, daar hij
geen avondtoilet in zijn tasch had mee
gebracht. De ander was een bijonder
knap jongmensch, voor wien men,
door *yat op te schuiven, ja zelfs
natiw te zitten, plaats aan tafel ha.d
gemaakt naast Mrs. Llyno Gryffyth.
Te oordeelen naar de wijze, waarop
hij bij de Engelschen ontvangen werd,
kende hij bijna iedereen in het hötel ©n
mocht men hem graag lijden. Mrs.
Llynn Gryffyth en vele anderen noem
den hem Bill; de minderheid noemde
hem Lord Everest; hij keek telkens
naar Jenny Calmour, vond het diner
uitstekend, de champagne een uitste
kend merk voor een hötel en sprak
veel met zijn intimi aan tafel over het
arrangeeren van een cotillon, waar
voor hij uit Engeland scheen te zijn
overgekomen. De boycot, werd ook
uitgestrekt tot haar vader, en dezw
twee hadden, wanneer zij niet met
elkaar spraken, volop gelegenheid om
itfe luisteren naar het gesprek der
andcTen, dat steeds over invitaties
voor de aanstaande cotillon liep; die
invitaties strekten zich uit tot de be
woners van de villa's te Métretat en
van een of twee andera. naburige bad
plaatsen, daar schenen wezenlijk eeni-
ge monschelijke wezens te vertoeven,
die men desnoods voor een cotillon kon
verdragen.
(Wordt vervolgd)