De Wetsontwerpen. Deze weigering berust op art. 8 van de telegraafwet, aldus luidende: ,,De eerstaanwezend ambtenaar, die zich aan het station van afzending of aan dat van aankomst bevindt, weigert het overbrengen van. bijzondere berich ten wanneer hij oordeelt, dat de inhoud daarvan in strijd is met de publieke orde cf de veiligheid van den Staat. Van deze weigering geeft hij onmid dellijk kennis aan den hoogst en, ter plaatse aanwezigen burgerlijken over heidspersoon, welke tusschen dien amb tenaar en den belanghebbende beslist. Van deze beslissing is beroep op het hoofd van het departement, waartoe de Telegraaf behoort." Arrondissements- Reehtban k. Zitting van Donderdag 26 Febr. 1903. Inbraak. D. J. Stiphout. 18 jaar, schoenmakersknecht, en Joh. Nic. van der Weyden. kleermakersknecht, bei den wonende te Haarlem en thans al daar gedetineerd, hadden zich heden te verantwoorden terzake dat zij in den nacht van 2 op 3 Februari 1903 te Haarlem te samen en vereeniging na onderling daartoe gemaakte af. spraak uit de esloten stoomzeepfa- briek ..Het Klaverblad" hebben weg genomen aan aantal o^ebruikto post zegels van 1. 2 1/2, 5, 10 en 12 1/2 et., een aantal halve centstukken, haar kammen. haarspelden, fleschjes met odeur en zakspiegeltjes, zulks na zich den toegang tot die fabriek te hebben verschaft, dloor na over een muur in het afgesloten fabrieksterrein geklom men te ziin. een glasruit van het kan toor te hebben stuk geslagen. Beide bekenden volmondig het bun ten laste '^"de. Daa.r de eerste reeds eene gevangenisstraf wegens verduis tering had ondergaan, en de tweede reeds wegens diefstal onder verzwa rende omstandigheden met de. kerker- mure nhad kennis -emaakt. vorderdie het O. M. te^en beklaagden, .welke hoogst ongunstig ^«kend staan 1 Jaar en 8 maanden gevangenisstraf voor ieder. De verdediger ror Teding van Berk. hout. refereerde rich aan bet oordeel der rechtbank en hoon+e diat de recht bank als eenige verzachtende omstan digheid zon willen aannamen de onen- hartï"-e bekentenis van beklaagden, M i s h a n d e 1 i n S. Schelvis, te Wijk aan Zee en Duin, moest zich verantwoorden wegens mishandeling van J. H. Joore^.eveneens aldaar woon achtig. Getuige was zoodanig mis handeld'. dat hij in ""-n week had kunnen werken, -n had daarom een vordering lot schadevergoeding van f 20 ingesteld. Uit de verklaringen der getuigen bleek dat Schelvis een zeer gevaarlijk persoon is, die er dikwijls maar op los slaat zonder dat er eenige aan leiding toe bestaat Vooral geschiedt dit zoodra bi' een borrel op heeft. Al konden de ver schillende -etuigen niet met alle ze kerheid opgeven, dat bekl. de persoon was ,die Joore geslagen had. hunne aanwijzingen waren toch van diep aard. dat er niet de minste twijfel daaromtrent mee<r bestond. Ook met doordat de mishandelde beslist Schel vis als de dader aanwees. Het O. ML. er o - wijzende dat bekl. in zijne omgeving een zeer gevreesd persoon was. achtte het wenschelijk. daar bekl reeds voor alle feiten, wel ke het wetboek strafbaar stelt, ver oordeeld is geweest. 7 maanden ge vangenisstraffen toewijzing der vorde ring. UITSPRAKEN: Vrijgesproken. De spoorweg- wachter H. B. Bekker, die dienst deed aan den overweg te Velsen. toen de groentenkoopman Grapendaal werd overreden, is heden vrijgesproken, om dat de rechtbank de wettiee bewijs middelen door de getuigenverklarin gen niet aanwezig achtte. J. Vrieze, smidsknecht, en G Sabe- lis. bloemistknecht, te Haarlem, we- derspannigheid. ieder f 5 boete of 3 dagen hechtenis. C. de Graaf, arbeider, te Beverwijk, eenv beleedliging ambtenaar in func tie; een week gevangenisstraf. P. Schaar .olieslager, te Zaandam, wederspannigheid, 14 dagen gev.straf. Jan Volk. oliesla'-'"- en Jacob Valk. los werkman, beiden de Kogo aan de Zaan,eenv. bedeed, ambt. in functie, elk 14 dagen gevangenisstraf. A. Huiskens. kleermaker, te .Aals meer. appèl kantongerecht Haarlem mermeer strooperij. 7 dagen gevange nisstraf. C. A. Dreijer glazenwasscher. te Haarlem, appèl kantongerecht Haar lem. visscharij-overtredin- t 1 boete of 1 dag hechtenis. Binnenland. Kameroverzicht. Het was op het slot der zitting dat de verrassing kwam, de indiening der drie gelegenheids-ontwerpen. Minister Kuy- per. bij wien van heeschheid niets meer te beemrken was zijn stem klonk als een klok hield de volgende toespraak: ..Mijnheer de Voorzitter: De Regeering meent aan een bestaand verlangen te gemoet te komen door bij de inbrenging van drie ontwerpen van wet die ik de eer had op uw tafel neder te leggen een korte mededeeLing te voegen. De stoor nis einde Januari in 't spoorwegverkeer teweeg gebracht overviel de Regeering geheel onverhoeds, niet 't flauwst ge rucht er van was vooraf tot eenig depar. temern doorgedrongen. Geheel onvoor bereid op verweer greep deswege de Re- geermg opzettelijk niet op eigen oogeai- blik in; ingrijpen zoolang door ontsten tenis van middelen doortasten ondenk baar was zou 't kwaad verergerd, niet gebeterd hebben. Toen echter de snelle, zij 't ook verre van gewenschte, afloop van 't eerste verzet geen ontspanning bracht en de overmoed zelfs in sociale en politieke bedreiging oversloeg requi- reerde de bevoegde autoriteit krijgsvolk dat er niet was. Vandaar toen de oproeping van een deel der militie noodzakelijk om verdere gruwel als van Durgerdam te voorko men aan de driestheid ontzag In te boe zemen en aan de rustige burgers onder alle standen dat gevoel van zekerheid te hergeven, dat hun een oogenblik be gaf. Dank zij dien maatregel is de toe stand dan ook feitelijk gebeterd en lof komt aan de ingelijfden toe die èn promp opkwamen èn fier aan elke poging om hen tot verzaking van plicht en schen ding van geweten te verlokken, weer stand boden. Doch al is zoodoende de storm gaan liggen, nog niet alle wolken dreven af. Immers door deze staking zijn leemten en in onze Staatsinrichting en in onze Wetgeving aan 't licht geko men waarin moet worden voorzien. Ie der toch weet 't nu omdat hij 't voor oogeo zag hoe zulk een spoorwegsta king met zoo menige gewone werksta king den naam ternauwernood gemeen heeft. Er zijn tal van werkstakingen die geen ander karakter dragen dan van een oeconomische worsteling tusschen patroon en werklieden en die oecono- misch moeten worden beslecht. Maar wat hier plaats greep was een onbezon nen aanslag op den hoofdfactor voor de levensbeweging der Maatschappij een onduldbare belemmering der overheid aangedaan in de uitoefening van haar functiën een opofferen van de welvaart van heel een volk aan zucht naar klasse invloed een machtsmiddel nu reeds ge schikt gekeurd voor politieke dwinge landij. Tegen dit gevaar nu is drieërlei noodig. Ten eerste moet onder de steeds beschikbare hulpmiddelen van den Staat voortaan een spoorbrigade worden opge nomen die in geval van nood 's rijks dienst op de spoorwegen verzekeren kan. Doch dit is niet genoeg. Er moet in de tweede plaats in 't personeel zelf een andere geest worden aangekweekt door aan grieven die rechtmatig blijken recht te doen- weervaren. Te dien einde zal een Staatscommissie met enquête bevoegdheid de rechtspositie en de dienst voorwaarden van 't personeel hebben te onderzoeken en voorstellen moeten ontwerpen om voor nu en voor de toe komst aan 't personeel vastheid van po sitie onder 's rijks bescherming te ver zekeren. Een onderzoek te noodzakelijker waar in de derde plaats niet langer mag wor den uitgesteld om wat misdadig is dan ook misdrijf in ons recht te heeten en zulks zoowel om de persoonlijke vrij heid op 't arbeidsveld met betere waar- horgen te omringen als om vast te stel len dat er naast de openbare ambten diensten ten behoeve van de publieke zaak te verrichten zijn, waarbij niet elke plichtverzaking door de overheid straf feloos kan worden geduld. Voor elk de zer drie maatregelen is de medewerking der Kamer vereischt. De Regeering doet ter verkrijging daarvan een ernstig be-( roep op den steun van alle partijen in de Staten-Generaal die de wettige huis orde in den Staat gehandhaafd willen zien. Reactie wil hier niemand, op de hervorming van onze sociale toestanden blijft èn Regeering èn Kamer onveran derlijk aansturen, maar 't schip van den Staat mag niet geënterd worden. In 't welbegrepen belang van alle partijen moet het wettig gezag onverzwakt wor den gehandhaafd. (Bravo). De Voorzitter deelt hierop mede, dat zijn ingekomen de drie wetsontwerpen: Ie tot aanvulling en wijziging van 't Wetboek van Strafrecht. 2e tot verhoo ging van hoofdstuk 8 (Oorlog) der Staats. begrooting voor 1903 en 3e tot het instel len eener Staatscommissie voor een on derzoek naar den toestand en de rechts positie van het personeel bij de spoor wegbedrijven in dienst. Zonderling genoeg was, juist een oogenblik voor de minister sprak, de wettelijke maatregel, door hem aange kond'igd, ter sprake gebracht en wel door den heer Goeman Borgesius. In den loop der zitting toch was besloten een aantal onderwerpen van wet in de afdeelingen te onderzoeken en tevens om heden (Donderdag) te half 4 nog bijeentekomen in openbare zitting, met het doel, gelijk de Voorzit ter zeide. om dan de verdere werkzaam heden te regelt n. Nu kwam de heer Goeman Borgesius erop aandringen de interpellaties-Mees en Troellstra zoo spoedig mogelijk aan de orde »e stellen. De heer Borgesius zeide ongeveer ,,De Regeering zal er zelf hoogen prijs op stellen licht te verspreiden over hetgeen in de laatste dagen van Januari is voorgevallen en niet minder zal zij het op prijs stellen de bevesti ging te ontvangen van hetgeen zij reeds vermoedt, dat nliet alleen haar geest verwanten, maar de overgroote meer derheid dei- Kamerleden gaarne bereid is haar krachtig te steunen waar zij het gezag wil handhaven en de vrijheid van arbeid ook de vrijheid van niet- stakers wil beschermen. Maar er is meer. Wij achten het zeer wensche lijk. dat de Regeering bij de beant woording der verschillende vragen in de gelegenheid worde gesteld door een pertinente verklaring een einde te ma ken aan de spanning die overal in het land ontstaat door het bijna ongeloof lijke en toch telkens weer opduikende gerucht, dat de Regeering reeds eer daags bij de Kamer zal komen met een gelegenheidswet, waarbij eenzijdig en zonder meer straf wordt bedreigd te gen staking van spoorwegpersoneel." Zooals men ziet, wat de heer Borge sius het ongelooflijke noemde, bleek twee minuten later niet minder een feit. De aankondiging door minister Kuyper was spoedig uit de Kamer door de stad verspreid en verwekte niet ge ringe sensatie. De Kamer heeft het wetsontwerp be. treffende de overeenkomst met België inzake 't kanaal van Gent naar Terneu- zen zonder stemming afgedaan. Voor zulk een da oog ondurwerp was er trouwens in 't geheel geen stemming en naar die drie heeren. die daaroveT het woord veerden, de heeren Roell, Hennequin en Fruytier. werd zeer wei nig geluisterd. In hoofdzaak liep, ge lijk reeds uit ons telegram is gebleken de vraag hierover, of ten koste van Nederlaudsch geld geen bevoorrechting van België plaats had, met name van Gent en ten nadcele van Terneuzcn. Minister de Marcz Oyems meende, dat België ons voldoende was tegemoet gekomen èn door de opheffing der sur- taxe op landbouw artikelen, èn inzake den vee-invoer en ook wat betreft de. kosten. Hij beloofde voor Terneuzen zijn best te zullen doen om het tot bloei te brengen. Meu kon niet be merken, of hij de Kamer overtuigd had. maar het scheen zoo, want nie mand vroeg stemming. Een lastige gast. De toestand van den onlangs te Zoe ten zoo ernstig mishandelden Russischen hof jager is steeds vooruitgaande. De heer, waarmede hij voorstellingen geeft, is zoolang bij den herbergier U. „uitbe steed". Het schijnt echter, dat het dier over zijn meester treurt; het eet zeer weinig. Daar men vreesde dat „bruintje" razend zou worden en losbreken een mare, welke dezer dagen reeds te Lu ren verspreid werd, tot grooten schrik van den nachtwaker aldaar heeft men een ijzeren kooi gemaakt. De instructie van de zaak (mishande ling) is in vollen gang en waarschijnlijk zal deze reeds spoedig voor de rechtbank dienen. De Rus heeft bij de confrontatie in het St. Andreas-gasthuis twee van de vier personen als daders aangewezen. (N. v. d. D.) Eene kolonie" in Friesland Wij vernemen dat ten/gevolge het op treden van dr. Van Eeden in Friesland aldaar oene kolonie gesticht zal worden als „de Walden" ine/t dit onderscheid dat geen gecultiveerde grond, maar een stuk veengrond zal worden aangekocht. Die- grond zal eerst door de kolonisten ver veend worden, van de opbrengst der turf zal het terrein worden drooggelegd en in cultuur gebracht. De „Oranje". Woensdagnamiddag is van de werf der Fabriek van Scheen- en Werk tuigbouw „Feyenoord" met goed ge volg |e water gelaten het voor reke ning van stoom,vaart-maatschp--ij „Nederland" nieuw gebouwde stoom schip Oranje bestemd voor dim- re gelden maildienst tusschen Amster dam en Ned.-Indié. Het schip is 397 voet Eng. lang. 45 voet 6 duim breed en 29 voet 9 duim hol tot aan het op perdek. Bij een gemiddelden diep gang van 23 voet bedraagt het laad vermogen 4000 tons. Het is onder spe ciaal toezicht van Lloyds gebouwd en i geclassificeerd in klasse 100 A 1. Het schip bevat 7 waterdichte schotten, loooend'o tot aan bet onnerdpk De- Oranje kri-~± een quadruple expan- sior^machine met cylinders va.n 27 1/2. 39. 55 en 82 duim middelliin bij 60 duim slag De stoom wordt geleverd door 3 cylindervormige stoomketels met een verbreed oppervlak van 9915 vierk. Eng. duim. Bij een stoomdruk van 210 ponden per Eng, duim zal de snelheid 14 mijl bedlragen. Een dare lei. Te Giethoorn is eene lei verkocht voor f 50. De schilder Mesdag schetste daarop voor eenj~p jaren met een 'fel een zeegezicht. Verdweuen. Men meldt aan De Telegraaf": Er wordt in het Zuiden des lands veel tres pro ken over een Limburgsch lid A t- Tweede Kamer dat zich zoude verwijderd hebben zonder dat men weet waarheen. Ongevallen - verzekering. Men zal zich herinneren dat de minis ter van oorlog bij de behandeling van, de begrooting in de Tweede Kamer de toezegging heeft gedaan, in overleg met zijn ambtgenooten nog eens te zullen nagaan, of voor het departement van oorlog de ongevallen-verzekering toch niet wellicht nog zou kunnen geschie den bij de Rijksbank, in stede van voor eigen risico. Het nader onderzoek zal echter vermoedelijk tengevolge hebben, dat men het dragen van eigen risico voor het departement van oorloog voordeeli- ger zad achten en dus dien wag zal in slaan. (Hbld.). In ons Kaïriiero ver zicht vindt men de rede van Minister Kuyper. waarin deze zijn dlrie wetsontwerpen aankon digde. W-- laten hier de bepalingen dier voorgestelde wetten volgen met een toelichting. De eerste wet beoogt AANVULLING EN WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN STRAFRECHT. Het tegenwoordig artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt: ..Met gevangenisstraf van ten hoog ste negen maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft: .lo. hij. die een ander door geweld of bedreiging met geweld wederrech telijk dwingt Lets te dben. niet te doen of te dulden; 2o. hij die een ander door bedrei ging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen. niet te doen of te dulden. ,.In het geval onder 2o. omschre ven, wordt het misdrijf niet vervolgd dan c klachte van hem tegen wien het gepleegd is". De minister wil nu hieraan het vt l- gende artikel toevoegen: Artikel 284bis. Hij, die een ander door hinder of overlast of door het bezigen van middelen geschikt om vrees aan te jagen. wederrechtf'ijK dwingt iets te doen. niette doen "f te dulden, wordt gestraft met ge zang i- nisstraf van ten hoogste drie maa Mer. of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Indien het misdrijf wordt gep'ccgd door twee of meer vereenigde perso nen kan gevangenisstraf worden P- gelegd van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste tweehon derd gulden. Terwijl dus in het eerste geval slechts sprake is van geweld of be dreiging met geweld of bedreiging met smaad of met smaadschrift, is het thans voorgestelde artikel verscherpt zóó dat ..hinder, overlast of het bezi gen van middelen, die vrees aanjagen reeds strafbaar gesteld worden, terwijl het handelen in vereeniging de straf verzwaart. In verband hiermede wordt door een aanvulling van art. 286 den strafrech ter da bevoegdheid gegeven bij ver oordeel ine ter zake van den weder- rechtelijken dwang omschreven in de artikelen 284, 284bis en 285, Ie lid, den schuldige te ontzetten van het ACTIEF EN HET PASSIEF KIES RECHT. Ten tweede wordt voorgesteld in voering van drie nieuwe artikelen 358bis, ter en quater-. Art. 358bis: De ambtenaar of eenig ander in eenigen openbaren dienst of eenig in het openbaar spoorwegver keer voortdurend of tijdelijk werk zaam gesteld persoon, die, met het oogmerk om stremming in dien dienst of in dat verkeer te veroorzaken, na laat of. wettig daartoe gelast, weigert, werkzaamheden te verrichten, waar toe hij zich uitdrukkelijk of uit kraent van zijne dienstbetrekking heeft ver bonden. wordt gestraft met gevange nisstraf van ten hoogste ZES MAANDEN, of geldboete van ten hoogste drie hon derd gulden. Art. 358ter: Indien twee of meer personen, ten gevolge van samenspan ning het misdrijf plegen in het vorig artikel omschreven, worden de schul digen zoomedte de leiders of aanleg- gers der samenspanning gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste VIER JAREN. Art. 358quater: Indien het oogmerk bii artikel 358bis omschreven wordt bereikt, wordt gevangenisstraf opge legd. in het geval van artikel 358bis van ten hoogste EEN JAAR EN ZES MAANDEN; in het geval van art. 358ter van ten hoogste zes jaar. Door een wijziging van art. 380 wordt den strafrechter de bevoegdheid •gegeven bij veroordeeling ter zake van een der in de artikelen 358bis, 358ter en 358quater omschreven mis drijven. den schuldige te ontzetten van de rechten, vermeld in art. 28, no 1—3 (het bekleeden van ambten, of van bepaalde ambten, het dienen bij de gewapende macht- het actief en passief kiesrecht.) De slotbepaling luidt: DEZE WET TREEDT IN WERKING OP DEN DAG HARER AFKONDIGING. Blijkens de MEMORIE VAN TOELICHTING is uit de gebeurtenissen, die vóór en kele weken een groot deel van Neder land in beroering brachten, wederom ten duidelijkste gebleken dat de per soonlijke vrijheid door de wet niet meer voldoende met waarborgen is omkleed. De bepaling van art. 284 lo Wet boek van Strafrecht, die slechts den we dea-r echtelijken dwang strafbaar stelt als deze plaats grijpt door mid del v.an "-eweld of bedreiging met ge weld. voldoet blijkbaar niet meer aan de tegenwoordige behoefte der maat schappij daar d'e ondervinding en zeker niet die van de laatste dagen al leen heeft aangetoond, dat een vorm van dwang voorkomt, die zon der zich te openbaren door geweld of bedreiging met geweld', in zoo hooge. mate weden-echtelijk de persoonlijke vrijheid aantast, dat hij in eene BESCHAAFDE MAATSCHAPPIJ niet mag worden gedoogd. Nu behoeft nog niet noodzakelijk elke wederrechtelijke dwang strafbaar te worden gesteld, al is daarin gele gen een onrechtmatige aantasting van de persoonlijke vrijheid, daar de straf is een ..ultimum remedium"; alleen die wederrechtelijke dwang dient ge straft. die zich openbaart door hinder of overlast, of dloor het bezigen van middelen, geschikt om vrees aan te jagen. Vandaar de bepaling van art. 284bis, waardoor o. a. zullen worden getroffen zij. die op eene der in 't ar tikel aangegeven wijzen wederrechte lijk: een werkman dwingen of trach ten te dwingen zijn werk neer te leg gen of te hervatten, niet te arbeiden of wel te arbeiden, zich bij eene orga nisatie aan te sluiten of uit eene or ganisatie te treden; een werkgever dwingen of trachten te dwingen be paalde personen al dan niet in dienst te nemen; of al dan niet in dienst te houden; het loon te verhoogen of de werkuren te verkorten; een ander dwingen of trachten te dwingen zijn benoodigdheden of bepaalde levens middelen of waren of goederen van bepaalde personen te koopen of niet te koopen, enz. Wat nu de artikelen 358 bis-quater betreft, de titel ambtsmisdrijven laat thans, wonderlijk genoeg. HET AMBTSMISDRIJF BIJ UIT NEMENDHEID, de plichtverzaking van den ambte naar. met eene enkele uitzondering, ongemoeid, zelfs als zü zich recht streeks richt tegen de openbare orde en tegen het gezag en het karakter aanneemt van massale dienstweige ring. DEZE TOESTAND MAG NIET BLIJ VEN BESTAAN. Dienstweigering van ambtenaren, die verstoring van den geordenden gang van zaken beoogt, te voorko men, is niet slechts het recht, maar ook d'e plicht der Overheid1. De voorgestelde artikelen gaan ech ter tevens een stap verder. Zij on derwerpen hen, die in het openhaar spoorwegverkeer werkzaam zijn be steld. aan dezelfde strafbepalingen als ambtenaren. Het rechtmatig staken, zelfs be houdens de ééne. i,n die artikelen op genomen uitzondering het rechtma tig staken, laten zij ongemoeid'. Strafbaar wordt alleen gesteld de onrechtmatige plichtverzaking van het spo orwegper soneel. De Regeering stelt op den voorgrond, dat in se elke vrijwillige contract breuk onrecht is. Maar slechts die contractbreuk behoort te worden ge straft, welke de o verheidsroeping op zoo ernstige wijze wedierstreeft. dat zij de vervullin~ daarvan grootelijks in gevaar kan brengen. En dit is hier het geval. Een ORDELIJK, VEILIG, ONGESTOORD SPOORWEGVERKEER en vervoer behoort tot de onmisbare levensvoorwaarden dea* hedendaagsche maatschappij. Hij. wiens opzet is ge richt op de stremming daarvan, pleegt een aanslag tegen de maatschappij. Artikel II van het wetsontwerp (be vattende de artikelen 358bis-quater en 380) houdt verband met het tegelijker tijd ingediende wetsontwerp betrekke lijk de Staats-enquète en zijdelings ook met de regeling van den rechts toestand' der ambtenaren en met die van het arbeiderscontract in het al gemeen. De Minister van Justitie verklaart zich ten gevolge van de jongste ge beurtenissen meer dan vroeger over tuigd van de urgentie van de laatste en de hooge wenschelijkheid va.n d'e eerste. Hij hoopt van die overtuiging door daden te doen blijken Overigens staat diit ontwerp geheel op zichzelve. In art. 358bis wordt verstaan onder „ambtenaar", zoowel die in dienst van gemeente, provincie of andere publiek rechtelijke corporatie, als de Rijksambte naar „in eenigen openbaren dienst werkzaam gesteld". Het kan voorkomen dat iemand, zonder ambtenaar te zijn, ten behoeve van den openbaren dienst van Staat, provincie, igemeente enz., werkzaamheden verricht, die zijn gelijk stelling met den ambtenaar vorderen uit strafrechtelijk oogpunt. De werklieden in de werkplaatsen wor. den buitengesloten door de uitdrukking ,,in het openbaar spoorwegverkeer werk zaam gesteld". HET TWEEDE WETSONTWERP STREKT TOT VERHOOGING VAN HET VlIIe HOOFDSTUK (Oorlog) DER STAATSBEGROOTING VOOR 1903. Het komt namelijk wenschelijk voor wijziging te brengen in de organisatie van het KORPS GENIETROEPEN, en daarbij te vormen een bataljon tech nische troepen namelijk de telegraaf- en spoorwegcompagnie, terwijl tot dit ba taljon ook zal behooren de school- en depotcompagnie. De bestemming van de spoorweg-com pagnie bij de bestaande organisatie is in hoofdzaak om in geval van oorlog te worden gebruikt bij de vernieling of de herstelling van .spoorwegen, voor brug- vernielingen enz. Het exploiteeren van een spoorweglijn in buitengewone om standigheden heeft tot nu toe alzoo nim mer in de bedoeling gelegen. Het wordt thans noodzakelijk geoor deeld aan de spoorwegcompagnie zoo danige uitbreiding en organisatie te ge ven, dat met behulp van het daartoe be- hoorend personeel mogelijk zal zijn om in buitengewone omstandigheden den DIENST OP ENKELE HOOFDLIJNEN, zij het ook op beperkten voet, gaande te houden of althans bij de uitvoering van 7nodaaigen dienst krachtig te kunnen medewerken. In verband met een en ander wordt een verhooging der begrooting voorge steld met t 60.000. Zoodra de meerbedoelde reorganisa tie vasten vorm heeft gekregen, zal bij suppletoire begrootirug het geheele be- noodigde bedrag worden aangevraagd. HET DERDE WETSONTWERP BE TREFT HET INSTELLEN VAN EEN ON DERZOEK TEN AANZIEN VAN DE RECHTSVERHOUDINGEN EN DE VOORWAARDEN WAARONDER IIET PERSONEEL BIJ HET SPOORWEGBE DRIJF IN DIENST IS. Van onderscheidene zijden is betoogd, dat de gewilligheid waarmede een zoo aanzienlijk deel van het personeel, in dieni9t bij de spoorwegen, voor enkele weken aan den oproep tot algemeens staking van den arbgid gehoor heeft gegeven, geenszins uitsluitend te verkla ren is uit h'et vooropgestelde beginsel van solidariteit met andere werklieden, maar ongetwijfeld mede haar oorzaak vond in eene sedert jaren onder dit per soneel steeds sterker heersche'nde ONTEVREDENHEID over het gemis van eene behoorlijke rechtspositie en over enkele der dlenst- voorwaarden, waaronder zij hun arbeid verrichten. Het komt daarom de Regee ring voor, dat een nader opzettelijk on derzoek naar de rechtmatigheid van de ze grieven gewensebt is, en dat te meer, waar het een eiisch van recht is, dat de Overheid op hunne sociale positie toe zicht boude. Daar het dan. ook liet voornemen der Regeering is de benoeming eener STAATS-COMMISSIE. tot dat doel te bevorderen, is zij van oordeel dat deze Staats-Commissie, wil haar onderzoek inderdaad doel treffen, de bevoegdheden niet kan missen, die aan eene Commissie uit eene der Ka mers van de Staten-Generaal, met eene enquête belast, betreffende het voor zich doen verschijnen van getuigen en des kundigen, toekomen. Tot het verleemen dier bevoegdheden strekt dit wetsontwerp. SUPPLETOIRE BEGROOTING. Binnenl. Zaken 1902. Ter verhooging worden voorgedragen: de posten voor krankzinnigenverpleging met t 15000 en 6200; vooir reis- en ver blijfkosten van de leden en buitenge wone leden van den centralen gezond heidsraad en voorbureelkosten van de hoofdinspecteurs van de volksgezond heid met resp. 2500 en t 3700; vcor bu reelkosten van de inspecteurs van de volksgezondheid met f 5200; voor de kos ten van onteigening bij het voorkomen van gevallen van tuberculosis pulmo- num, met t 10.000; voor examens aan de Polytechnische School en aan de Hoo., gere Burgerschool, met t 9000; voor reis- en verblijfkosten en vacantiegelden bij die examens voor middelbaar onderwijs, met /3300; voor idem bij de examens voor handwerken en gymnastiek, met f 4100; voor personeel met t 20.000. Daarentegen kan de post voor bijdra gen aan normaallessen met f 79.000 wor den verminderd. Het land in beroering. Door de Staatsspoorweg-Maatschappij is bepaald dat tot nader order geen ver lof wordt verleend tot het verlaten van pos of standplaats, dan op speciale machtiging van den chef van dienst. Deze bepaling geldt ook yoor het verlaten van post of' standplaats op dagen of uren dat men vrij van dienst is. Aan de officieren der militaire afd.ee- ling van Volksweerbaarheid te Almelo is medegedeeld, dat zij zich ten allen 'tijde moeten gereed houden, om bij eventueele staking diensten te verrich ten, waarvoor hun de noodige instruc- tièn zijn gegeven. Ook voor het personeel der Nedorland- sche Centraal Spoorweg-Maatschappij is door de directie een verbod uitgevaar digd om de standplaats te verlaten. Namens het comité tot organisatie van den dienst bij staking wordt, door B. Nibbelke, hoofdconducteur S. S. Amsterdam, en C. van Dorsten hoofd- conducteur H. S. M. Den Haag, het volgende medegedeeld Trouwe kameraden. Nog altijd beheeuscht drukkende angst velen onzer medeburgers. De dagen van barbaarschheid en verwildering kunnen bij een tweede spoorwegstaking wederom venvacht worden. Men weet niet waartoe de overmoed een onbezonnen, opgewonden menigte kan voeren. De dreigementen van de socialisti sche medearbeiders hebt ge ditmaal niet te vreezen. Tot in de uiterste bij zonderheden zijn door die directiën alle voorzorgsmaatregelen genomen tot bewaking van uw eigen persoon in en buiten dienst. Ook voor uw fami lieleden behoeft gij niet bevreesd te zijn. De politie moet op het eerste tee- ken, dat gij hulp noodig hebt, uw gezin volkomen bescherming bieden. Vreest dus n'iet. Laat de heldenmoed; dien gij in de laatste weken, dag in, dag uit, getoond hebt. u vooral niet verlaten in de oogenbiikken van de crisiis. Spoedig eindigt het schrikbe wind der-revolutiemannen, en kunnen, wij wederom met liefde en genoegen onzen dienst vervullen. Het Volk plaatst de volgende oproe ping „Partij genoolen en geestverwanten, onverschillig waar, die een telefoon hebben, verzoeken wij onmiddellijk, met opgave van nuprmer en adres aan ons kennis te geven of zij bereid zijn bij een eventueele staking deze te onzer beschikking te stellen. De Redactie". Een der lezers van Het Volk schrijft aan dat blad Dinsdagavond' vergaderde de afd. Amsterdam van de anti-soc.-dem. ver- eeniging van spoorwegpersoneel ..Recht en Plicht", ten huize van den sheer Mull. Czaar Peterstraat. Door den voorzitter, O. v. d. Kooij. werd aan de vergadering de vraag ge steld, of, zoo de regeering een wet in voerde waarbij werkstaking onmoge lijk werd gemaakt, zij het werk zou- d-m staken, Eenparig werd besloten het bijltje er dan bij neer te leggen. Het bestuur was van meening dat de regeering de wet zoo zacht mogelijk zou maken, zóo dat èn personeel èn de directies er zich mee konden ver- een'igen. ,,ln dat geval zullen Petter en Oudegeest ook niet staken", was 't antwoord der vergadering. Te 's Gravenhage is gisteravond een protestmeeting gehouden tegen het mi- liUirisme. De heer Samson opende de vergade ring. waarna die heer Van der Zwaag aan het woordi kwam, die er op wees, dat het zoo vreemd was dat de Chris tenen zich niet bij de anti-militairisten aansluiten. Zij meenen echter, dat het militairisme noodlig is ter verde diging van het Vaderland, den grond, waaraan zij zoo gehecht zijn. Maar spi vraagt, hoe de arbeiders staan te- geniover deze meening. Zij hebben geen stukje grond in hun bezit. En oorlogen zullen in het eigendoms recht geen verandering brengen; en vooral n'iet bij een oorlog tusschen be schaafde natiën. Aan vaderlandsliefde hecht spr. niets. Hij hecht veel meer aan memschen- liefd'e. De Christenen zeggen op gTond van hun geloof, daaraan ook te hech ten. Maar dan begrijpt spr. niet, hoe ze gDcd kunnen' keuren, dat mannen van verschillende natiën elkaar met de vreeseiijkste wapenen zullen dooden enkel op bevel van gekroonde hoofden. Aan de soldaten roept spr. toe denkt over de beslaande toestanden goed uadLuid applaus.) Daarna kwam het Kamerlid Ter Laan ter vergadering, die meedeelde de drie ingediende wetten aan het Kamergebouw te hebben gehaald, en vr >eg verlof, na den tweeden spre ker daarover het woord te mogen voe ren. hetgeen hem werd toegestaan. De tweede /spreker Blauw protesteer de tegen den maatregel der autoritei ten waardoor de soldaten deze verga dering niet konden bijwonen, en cri- tiseerde verder heit kazerneleven, de dis cipline en in verband daarmee het mi litair strafstelsel. Spr. wekte op tot vorming eener afdeeling in Den Haag van den Bond van miliciens en oud miliciens. De heer Ter Laan besprak kortelijk de ingediende wetsontwerpen. Het on derzoek naar de toestanden der spoor wegarbeider zal spreker nliet verklei nen of minachten. Maar het onder, zoek is niet noodig. Men kent de toe standen, de loonen en de werktijden. Men weet dat er geen rechtstoestand bestaa/t. En bovendien, tegenover dat onder zoek staan de twee andere wetten. Het eene wetsontwerp waarbij versterking van de genie wordt voorgesteld. Een compagnie zal gevormd worden met de bedoeling zoo wordt in de toe lichting gezegd op de hoofdlijnen bij staking 's Rijks dienst te verzeke ren. Spreker noemt dit een compag nie van onderkruipers. Verder bespreekt de heer Ter Laan de voorgestelde aanvulling van het Wetboek van Strafrecht. Bij de voorlezing van de maatregö-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 2