De Wetsontwerpen.
Deze weigering berust op art. 8 van
de telegraafwet, aldus luidende:
,,De eerstaanwezend ambtenaar, die
zich aan het station van afzending of
aan dat van aankomst bevindt, weigert
het overbrengen van. bijzondere berich
ten wanneer hij oordeelt, dat de inhoud
daarvan in strijd is met de publieke orde
cf de veiligheid van den Staat.
Van deze weigering geeft hij onmid
dellijk kennis aan den hoogst en, ter
plaatse aanwezigen burgerlijken over
heidspersoon, welke tusschen dien amb
tenaar en den belanghebbende beslist.
Van deze beslissing is beroep op het
hoofd van het departement, waartoe de
Telegraaf behoort."
Arrondissements- Reehtban k.
Zitting van Donderdag 26 Febr. 1903.
Inbraak. D. J. Stiphout. 18 jaar,
schoenmakersknecht, en Joh. Nic. van
der Weyden. kleermakersknecht, bei
den wonende te Haarlem en thans al
daar gedetineerd, hadden zich heden
te verantwoorden terzake dat zij in
den nacht van 2 op 3 Februari 1903
te Haarlem te samen en vereeniging
na onderling daartoe gemaakte af.
spraak uit de esloten stoomzeepfa-
briek ..Het Klaverblad" hebben weg
genomen aan aantal o^ebruikto post
zegels van 1. 2 1/2, 5, 10 en 12 1/2 et.,
een aantal halve centstukken, haar
kammen. haarspelden, fleschjes met
odeur en zakspiegeltjes, zulks na zich
den toegang tot die fabriek te hebben
verschaft, dloor na over een muur in
het afgesloten fabrieksterrein geklom
men te ziin. een glasruit van het kan
toor te hebben stuk geslagen.
Beide bekenden volmondig het bun
ten laste '^"de. Daa.r de eerste reeds
eene gevangenisstraf wegens verduis
tering had ondergaan, en de tweede
reeds wegens diefstal onder verzwa
rende omstandigheden met de. kerker-
mure nhad kennis -emaakt. vorderdie
het O. M. te^en beklaagden, .welke
hoogst ongunstig ^«kend staan 1 Jaar
en 8 maanden gevangenisstraf voor
ieder.
De verdediger ror Teding van Berk.
hout. refereerde rich aan bet oordeel
der rechtbank en hoon+e diat de recht
bank als eenige verzachtende omstan
digheid zon willen aannamen de onen-
hartï"-e bekentenis van beklaagden,
M i s h a n d e 1 i n S. Schelvis, te
Wijk aan Zee en Duin, moest zich
verantwoorden wegens mishandeling
van J. H. Joore^.eveneens aldaar woon
achtig. Getuige was zoodanig mis
handeld'. dat hij in ""-n week had
kunnen werken, -n had daarom een
vordering lot schadevergoeding van
f 20 ingesteld.
Uit de verklaringen der getuigen
bleek dat Schelvis een zeer gevaarlijk
persoon is, die er dikwijls maar op
los slaat zonder dat er eenige aan
leiding toe bestaat
Vooral geschiedt dit zoodra bi' een
borrel op heeft. Al konden de ver
schillende -etuigen niet met alle ze
kerheid opgeven, dat bekl. de persoon
was ,die Joore geslagen had. hunne
aanwijzingen waren toch van diep
aard. dat er niet de minste twijfel
daaromtrent mee<r bestond. Ook met
doordat de mishandelde beslist Schel
vis als de dader aanwees.
Het O. ML. er o - wijzende dat bekl.
in zijne omgeving een zeer gevreesd
persoon was. achtte het wenschelijk.
daar bekl reeds voor alle feiten, wel
ke het wetboek strafbaar stelt, ver
oordeeld is geweest. 7 maanden ge
vangenisstraffen toewijzing der vorde
ring.
UITSPRAKEN:
Vrijgesproken. De spoorweg-
wachter H. B. Bekker, die dienst
deed aan den overweg te Velsen. toen
de groentenkoopman Grapendaal werd
overreden, is heden vrijgesproken, om
dat de rechtbank de wettiee bewijs
middelen door de getuigenverklarin
gen niet aanwezig achtte.
J. Vrieze, smidsknecht, en G Sabe-
lis. bloemistknecht, te Haarlem, we-
derspannigheid. ieder f 5 boete of 3
dagen hechtenis.
C. de Graaf, arbeider, te Beverwijk,
eenv beleedliging ambtenaar in func
tie; een week gevangenisstraf.
P. Schaar .olieslager, te Zaandam,
wederspannigheid, 14 dagen gev.straf.
Jan Volk. oliesla'-'"- en Jacob Valk.
los werkman, beiden de Kogo aan de
Zaan,eenv. bedeed, ambt. in functie,
elk 14 dagen gevangenisstraf.
A. Huiskens. kleermaker, te .Aals
meer. appèl kantongerecht Haarlem
mermeer strooperij. 7 dagen gevange
nisstraf.
C. A. Dreijer glazenwasscher. te
Haarlem, appèl kantongerecht Haar
lem. visscharij-overtredin- t 1 boete
of 1 dag hechtenis.
Binnenland.
Kameroverzicht.
Het was op het slot der zitting dat de
verrassing kwam, de indiening der drie
gelegenheids-ontwerpen. Minister Kuy-
per. bij wien van heeschheid niets meer
te beemrken was zijn stem klonk als
een klok hield de volgende toespraak:
..Mijnheer de Voorzitter: De Regeering
meent aan een bestaand verlangen te
gemoet te komen door bij de inbrenging
van drie ontwerpen van wet die ik de
eer had op uw tafel neder te leggen een
korte mededeeLing te voegen. De stoor
nis einde Januari in 't spoorwegverkeer
teweeg gebracht overviel de Regeering
geheel onverhoeds, niet 't flauwst ge
rucht er van was vooraf tot eenig depar.
temern doorgedrongen. Geheel onvoor
bereid op verweer greep deswege de Re-
geermg opzettelijk niet op eigen oogeai-
blik in; ingrijpen zoolang door ontsten
tenis van middelen doortasten ondenk
baar was zou 't kwaad verergerd, niet
gebeterd hebben. Toen echter de snelle,
zij 't ook verre van gewenschte, afloop
van 't eerste verzet geen ontspanning
bracht en de overmoed zelfs in sociale
en politieke bedreiging oversloeg requi-
reerde de bevoegde autoriteit krijgsvolk
dat er niet was.
Vandaar toen de oproeping van een
deel der militie noodzakelijk om verdere
gruwel als van Durgerdam te voorko
men aan de driestheid ontzag In te boe
zemen en aan de rustige burgers onder
alle standen dat gevoel van zekerheid
te hergeven, dat hun een oogenblik be
gaf. Dank zij dien maatregel is de toe
stand dan ook feitelijk gebeterd en lof
komt aan de ingelijfden toe die èn promp
opkwamen èn fier aan elke poging om
hen tot verzaking van plicht en schen
ding van geweten te verlokken, weer
stand boden. Doch al is zoodoende de
storm gaan liggen, nog niet alle wolken
dreven af. Immers door deze staking
zijn leemten en in onze Staatsinrichting
en in onze Wetgeving aan 't licht geko
men waarin moet worden voorzien. Ie
der toch weet 't nu omdat hij 't voor
oogeo zag hoe zulk een spoorwegsta
king met zoo menige gewone werksta
king den naam ternauwernood gemeen
heeft. Er zijn tal van werkstakingen die
geen ander karakter dragen dan van
een oeconomische worsteling tusschen
patroon en werklieden en die oecono-
misch moeten worden beslecht. Maar
wat hier plaats greep was een onbezon
nen aanslag op den hoofdfactor voor
de levensbeweging der Maatschappij een
onduldbare belemmering der overheid
aangedaan in de uitoefening van haar
functiën een opofferen van de welvaart
van heel een volk aan zucht naar klasse
invloed een machtsmiddel nu reeds ge
schikt gekeurd voor politieke dwinge
landij. Tegen dit gevaar nu is drieërlei
noodig. Ten eerste moet onder de steeds
beschikbare hulpmiddelen van den Staat
voortaan een spoorbrigade worden opge
nomen die in geval van nood 's rijks
dienst op de spoorwegen verzekeren
kan. Doch dit is niet genoeg. Er moet
in de tweede plaats in 't personeel zelf
een andere geest worden aangekweekt
door aan grieven die rechtmatig blijken
recht te doen- weervaren. Te dien einde
zal een Staatscommissie met enquête
bevoegdheid de rechtspositie en de dienst
voorwaarden van 't personeel hebben
te onderzoeken en voorstellen moeten
ontwerpen om voor nu en voor de toe
komst aan 't personeel vastheid van po
sitie onder 's rijks bescherming te ver
zekeren.
Een onderzoek te noodzakelijker waar
in de derde plaats niet langer mag wor
den uitgesteld om wat misdadig is dan
ook misdrijf in ons recht te heeten en
zulks zoowel om de persoonlijke vrij
heid op 't arbeidsveld met betere waar-
horgen te omringen als om vast te stel
len dat er naast de openbare ambten
diensten ten behoeve van de publieke
zaak te verrichten zijn, waarbij niet elke
plichtverzaking door de overheid straf
feloos kan worden geduld. Voor elk de
zer drie maatregelen is de medewerking
der Kamer vereischt. De Regeering doet
ter verkrijging daarvan een ernstig be-(
roep op den steun van alle partijen in
de Staten-Generaal die de wettige huis
orde in den Staat gehandhaafd willen
zien. Reactie wil hier niemand, op de
hervorming van onze sociale toestanden
blijft èn Regeering èn Kamer onveran
derlijk aansturen, maar 't schip van den
Staat mag niet geënterd worden. In 't
welbegrepen belang van alle partijen
moet het wettig gezag onverzwakt wor
den gehandhaafd. (Bravo).
De Voorzitter deelt hierop mede, dat
zijn ingekomen de drie wetsontwerpen:
Ie tot aanvulling en wijziging van 't
Wetboek van Strafrecht. 2e tot verhoo
ging van hoofdstuk 8 (Oorlog) der Staats.
begrooting voor 1903 en 3e tot het instel
len eener Staatscommissie voor een on
derzoek naar den toestand en de rechts
positie van het personeel bij de spoor
wegbedrijven in dienst.
Zonderling genoeg was, juist een
oogenblik voor de minister sprak, de
wettelijke maatregel, door hem aange
kond'igd, ter sprake gebracht en wel
door den heer Goeman Borgesius. In
den loop der zitting toch was besloten
een aantal onderwerpen van wet in
de afdeelingen te onderzoeken en
tevens om heden (Donderdag) te
half 4 nog bijeentekomen in openbare
zitting, met het doel, gelijk de Voorzit
ter zeide. om dan de verdere werkzaam
heden te regelt n.
Nu kwam de heer Goeman Borgesius
erop aandringen de interpellaties-Mees
en Troellstra zoo spoedig mogelijk aan
de orde »e stellen. De heer Borgesius
zeide ongeveer
,,De Regeering zal er zelf hoogen
prijs op stellen licht te verspreiden
over hetgeen in de laatste dagen van
Januari is voorgevallen en niet minder
zal zij het op prijs stellen de bevesti
ging te ontvangen van hetgeen zij reeds
vermoedt, dat nliet alleen haar geest
verwanten, maar de overgroote meer
derheid dei- Kamerleden gaarne bereid
is haar krachtig te steunen waar zij
het gezag wil handhaven en de vrijheid
van arbeid ook de vrijheid van niet-
stakers wil beschermen. Maar er is
meer. Wij achten het zeer wensche
lijk. dat de Regeering bij de beant
woording der verschillende vragen in
de gelegenheid worde gesteld door een
pertinente verklaring een einde te ma
ken aan de spanning die overal in het
land ontstaat door het bijna ongeloof
lijke en toch telkens weer opduikende
gerucht, dat de Regeering reeds eer
daags bij de Kamer zal komen met een
gelegenheidswet, waarbij eenzijdig en
zonder meer straf wordt bedreigd te
gen staking van spoorwegpersoneel."
Zooals men ziet, wat de heer Borge
sius het ongelooflijke noemde, bleek
twee minuten later niet minder een
feit. De aankondiging door minister
Kuyper was spoedig uit de Kamer door
de stad verspreid en verwekte niet ge
ringe sensatie.
De Kamer heeft het wetsontwerp be.
treffende de overeenkomst met België
inzake 't kanaal van Gent naar Terneu-
zen zonder stemming afgedaan.
Voor zulk een da oog ondurwerp was
er trouwens in 't geheel geen stemming
en naar die drie heeren. die daaroveT
het woord veerden, de heeren Roell,
Hennequin en Fruytier. werd zeer wei
nig geluisterd. In hoofdzaak liep, ge
lijk reeds uit ons telegram is gebleken
de vraag hierover, of ten koste van
Nederlaudsch geld geen bevoorrechting
van België plaats had, met name van
Gent en ten nadcele van Terneuzcn.
Minister de Marcz Oyems meende, dat
België ons voldoende was tegemoet
gekomen èn door de opheffing der sur-
taxe op landbouw artikelen, èn inzake
den vee-invoer en ook wat betreft de.
kosten. Hij beloofde voor Terneuzen
zijn best te zullen doen om het tot
bloei te brengen. Meu kon niet be
merken, of hij de Kamer overtuigd
had. maar het scheen zoo, want nie
mand vroeg stemming.
Een lastige gast.
De toestand van den onlangs te Zoe
ten zoo ernstig mishandelden Russischen
hof jager is steeds vooruitgaande. De
heer, waarmede hij voorstellingen geeft,
is zoolang bij den herbergier U. „uitbe
steed". Het schijnt echter, dat het dier
over zijn meester treurt; het eet zeer
weinig. Daar men vreesde dat „bruintje"
razend zou worden en losbreken een
mare, welke dezer dagen reeds te Lu
ren verspreid werd, tot grooten schrik
van den nachtwaker aldaar heeft men
een ijzeren kooi gemaakt.
De instructie van de zaak (mishande
ling) is in vollen gang en waarschijnlijk
zal deze reeds spoedig voor de rechtbank
dienen. De Rus heeft bij de confrontatie
in het St. Andreas-gasthuis twee van
de vier personen als daders aangewezen.
(N. v. d. D.)
Eene kolonie" in Friesland
Wij vernemen dat ten/gevolge het op
treden van dr. Van Eeden in Friesland
aldaar oene kolonie gesticht zal worden
als „de Walden" ine/t dit onderscheid dat
geen gecultiveerde grond, maar een stuk
veengrond zal worden aangekocht. Die-
grond zal eerst door de kolonisten ver
veend worden, van de opbrengst der
turf zal het terrein worden drooggelegd
en in cultuur gebracht.
De „Oranje".
Woensdagnamiddag is van de werf
der Fabriek van Scheen- en Werk
tuigbouw „Feyenoord" met goed ge
volg |e water gelaten het voor reke
ning van stoom,vaart-maatschp--ij
„Nederland" nieuw gebouwde stoom
schip Oranje bestemd voor dim- re
gelden maildienst tusschen Amster
dam en Ned.-Indié. Het schip is 397
voet Eng. lang. 45 voet 6 duim breed
en 29 voet 9 duim hol tot aan het op
perdek. Bij een gemiddelden diep
gang van 23 voet bedraagt het laad
vermogen 4000 tons. Het is onder spe
ciaal toezicht van Lloyds gebouwd en
i geclassificeerd in klasse 100 A 1. Het
schip bevat 7 waterdichte schotten,
loooend'o tot aan bet onnerdpk De-
Oranje kri-~± een quadruple expan-
sior^machine met cylinders va.n 27 1/2.
39. 55 en 82 duim middelliin bij 60
duim slag De stoom wordt geleverd
door 3 cylindervormige stoomketels
met een verbreed oppervlak van 9915
vierk. Eng. duim. Bij een stoomdruk
van 210 ponden per Eng, duim zal de
snelheid 14 mijl bedlragen.
Een dare lei.
Te Giethoorn is eene lei verkocht
voor f 50. De schilder Mesdag schetste
daarop voor eenj~p jaren met een
'fel een zeegezicht.
Verdweuen.
Men meldt aan De Telegraaf":
Er wordt in het Zuiden des lands
veel tres pro ken over een Limburgsch
lid A t- Tweede Kamer dat zich zoude
verwijderd hebben zonder dat men
weet waarheen.
Ongevallen - verzekering.
Men zal zich herinneren dat de minis
ter van oorlog bij de behandeling van,
de begrooting in de Tweede Kamer de
toezegging heeft gedaan, in overleg met
zijn ambtgenooten nog eens te zullen
nagaan, of voor het departement van
oorlog de ongevallen-verzekering toch
niet wellicht nog zou kunnen geschie
den bij de Rijksbank, in stede van voor
eigen risico. Het nader onderzoek zal
echter vermoedelijk tengevolge hebben,
dat men het dragen van eigen risico voor
het departement van oorloog voordeeli-
ger zad achten en dus dien wag zal in
slaan. (Hbld.).
In ons Kaïriiero ver zicht vindt men
de rede van Minister Kuyper. waarin
deze zijn dlrie wetsontwerpen aankon
digde.
W-- laten hier de bepalingen dier
voorgestelde wetten volgen met een
toelichting.
De eerste wet beoogt
AANVULLING EN WIJZIGING VAN
HET WETBOEK VAN STRAFRECHT.
Het tegenwoordig artikel 284 van
het Wetboek van Strafrecht bepaalt:
..Met gevangenisstraf van ten hoog
ste negen maanden of geldboete van
ten hoogste driehonderd gulden wordt
gestraft:
.lo. hij. die een ander door geweld
of bedreiging met geweld wederrech
telijk dwingt Lets te dben. niet te doen
of te dulden;
2o. hij die een ander door bedrei
ging met smaad of smaadschrift
dwingt iets te doen. niet te doen of te
dulden.
,.In het geval onder 2o. omschre
ven, wordt het misdrijf niet vervolgd
dan c klachte van hem tegen wien
het gepleegd is".
De minister wil nu hieraan het vt l-
gende artikel toevoegen:
Artikel 284bis. Hij, die een ander
door hinder of overlast of door het
bezigen van middelen geschikt om
vrees aan te jagen. wederrechtf'ijK
dwingt iets te doen. niette doen "f te
dulden, wordt gestraft met ge zang i-
nisstraf van ten hoogste drie maa Mer.
of geldboete van ten hoogste honderd
gulden.
Indien het misdrijf wordt gep'ccgd
door twee of meer vereenigde perso
nen kan gevangenisstraf worden P-
gelegd van ten hoogste zes maanden
of geldboete van ten hoogste tweehon
derd gulden.
Terwijl dus in het eerste geval
slechts sprake is van geweld of be
dreiging met geweld of bedreiging met
smaad of met smaadschrift, is het
thans voorgestelde artikel verscherpt
zóó dat ..hinder, overlast of het bezi
gen van middelen, die vrees aanjagen
reeds strafbaar gesteld worden, terwijl
het handelen in vereeniging de straf
verzwaart.
In verband hiermede wordt door een
aanvulling van art. 286 den strafrech
ter da bevoegdheid gegeven bij ver
oordeel ine ter zake van den weder-
rechtelijken dwang omschreven in de
artikelen 284, 284bis en 285, Ie lid,
den schuldige te ontzetten van het
ACTIEF EN HET PASSIEF KIES
RECHT.
Ten tweede wordt voorgesteld in
voering van drie nieuwe artikelen
358bis, ter en quater-.
Art. 358bis: De ambtenaar of eenig
ander in eenigen openbaren dienst of
eenig in het openbaar spoorwegver
keer voortdurend of tijdelijk werk
zaam gesteld persoon, die, met het
oogmerk om stremming in dien dienst
of in dat verkeer te veroorzaken, na
laat of. wettig daartoe gelast, weigert,
werkzaamheden te verrichten, waar
toe hij zich uitdrukkelijk of uit kraent
van zijne dienstbetrekking heeft ver
bonden. wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste
ZES MAANDEN,
of geldboete van ten hoogste drie hon
derd gulden.
Art. 358ter: Indien twee of meer
personen, ten gevolge van samenspan
ning het misdrijf plegen in het vorig
artikel omschreven, worden de schul
digen zoomedte de leiders of aanleg-
gers der samenspanning gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste
VIER JAREN.
Art. 358quater: Indien het oogmerk
bii artikel 358bis omschreven wordt
bereikt, wordt gevangenisstraf opge
legd. in het geval van artikel 358bis
van ten hoogste
EEN JAAR EN ZES MAANDEN;
in het geval van art. 358ter van ten
hoogste zes jaar.
Door een wijziging van art. 380
wordt den strafrechter de bevoegdheid
•gegeven bij veroordeeling ter zake
van een der in de artikelen 358bis,
358ter en 358quater omschreven mis
drijven. den schuldige te ontzetten
van de rechten, vermeld in art. 28, no
1—3 (het bekleeden van ambten, of
van bepaalde ambten, het dienen bij
de gewapende macht- het actief en
passief kiesrecht.)
De slotbepaling luidt: DEZE WET
TREEDT IN WERKING OP DEN
DAG HARER AFKONDIGING.
Blijkens de
MEMORIE VAN TOELICHTING
is uit de gebeurtenissen, die vóór en
kele weken een groot deel van Neder
land in beroering brachten, wederom
ten duidelijkste gebleken dat de per
soonlijke vrijheid door de wet niet
meer voldoende met waarborgen is
omkleed.
De bepaling van art. 284 lo Wet
boek van Strafrecht, die slechts den
we dea-r echtelijken dwang strafbaar
stelt als deze plaats grijpt door mid
del v.an "-eweld of bedreiging met ge
weld. voldoet blijkbaar niet meer aan
de tegenwoordige behoefte der maat
schappij daar d'e ondervinding en
zeker niet die van de laatste dagen al
leen heeft aangetoond, dat een
vorm van dwang voorkomt, die zon
der zich te openbaren door geweld of
bedreiging met geweld', in zoo hooge.
mate weden-echtelijk de persoonlijke
vrijheid aantast, dat hij in eene
BESCHAAFDE MAATSCHAPPIJ
niet mag worden gedoogd.
Nu behoeft nog niet noodzakelijk
elke wederrechtelijke dwang strafbaar
te worden gesteld, al is daarin gele
gen een onrechtmatige aantasting van
de persoonlijke vrijheid, daar de straf
is een ..ultimum remedium"; alleen
die wederrechtelijke dwang dient ge
straft. die zich openbaart door hinder
of overlast, of dloor het bezigen van
middelen, geschikt om vrees aan te
jagen. Vandaar de bepaling van art.
284bis, waardoor o. a. zullen worden
getroffen zij. die op eene der in 't ar
tikel aangegeven wijzen wederrechte
lijk: een werkman dwingen of trach
ten te dwingen zijn werk neer te leg
gen of te hervatten, niet te arbeiden of
wel te arbeiden, zich bij eene orga
nisatie aan te sluiten of uit eene or
ganisatie te treden; een werkgever
dwingen of trachten te dwingen be
paalde personen al dan niet in dienst
te nemen; of al dan niet in dienst te
houden; het loon te verhoogen of de
werkuren te verkorten; een ander
dwingen of trachten te dwingen zijn
benoodigdheden of bepaalde levens
middelen of waren of goederen van
bepaalde personen te koopen of niet
te koopen, enz.
Wat nu de artikelen 358 bis-quater
betreft, de titel ambtsmisdrijven laat
thans, wonderlijk genoeg.
HET AMBTSMISDRIJF BIJ UIT
NEMENDHEID,
de plichtverzaking van den ambte
naar. met eene enkele uitzondering,
ongemoeid, zelfs als zü zich recht
streeks richt tegen de openbare orde
en tegen het gezag en het karakter
aanneemt van massale dienstweige
ring.
DEZE TOESTAND MAG NIET BLIJ
VEN BESTAAN.
Dienstweigering van ambtenaren,
die verstoring van den geordenden
gang van zaken beoogt, te voorko
men, is niet slechts het recht, maar
ook d'e plicht der Overheid1.
De voorgestelde artikelen gaan ech
ter tevens een stap verder. Zij on
derwerpen hen, die in het openhaar
spoorwegverkeer werkzaam zijn be
steld. aan dezelfde strafbepalingen als
ambtenaren.
Het rechtmatig staken, zelfs be
houdens de ééne. i,n die artikelen op
genomen uitzondering het rechtma
tig staken, laten zij ongemoeid'.
Strafbaar wordt alleen gesteld de
onrechtmatige plichtverzaking van het
spo orwegper soneel.
De Regeering stelt op den voorgrond,
dat in se elke vrijwillige contract
breuk onrecht is. Maar slechts die
contractbreuk behoort te worden ge
straft, welke de o verheidsroeping op
zoo ernstige wijze wedierstreeft. dat zij
de vervullin~ daarvan grootelijks in
gevaar kan brengen.
En dit is hier het geval.
Een
ORDELIJK, VEILIG, ONGESTOORD
SPOORWEGVERKEER
en vervoer behoort tot de onmisbare
levensvoorwaarden dea* hedendaagsche
maatschappij. Hij. wiens opzet is ge
richt op de stremming daarvan, pleegt
een aanslag tegen de maatschappij.
Artikel II van het wetsontwerp (be
vattende de artikelen 358bis-quater en
380) houdt verband met het tegelijker
tijd ingediende wetsontwerp betrekke
lijk de Staats-enquète en zijdelings
ook met de regeling van den rechts
toestand' der ambtenaren en met die
van het arbeiderscontract in het al
gemeen.
De Minister van Justitie verklaart
zich ten gevolge van de jongste ge
beurtenissen meer dan vroeger over
tuigd van de urgentie van de laatste
en de hooge wenschelijkheid va.n d'e
eerste. Hij hoopt van die overtuiging
door daden te doen blijken
Overigens staat diit ontwerp geheel op
zichzelve.
In art. 358bis wordt verstaan onder
„ambtenaar", zoowel die in dienst van
gemeente, provincie of andere publiek
rechtelijke corporatie, als de Rijksambte
naar „in eenigen openbaren dienst
werkzaam gesteld". Het kan voorkomen
dat iemand, zonder ambtenaar te zijn,
ten behoeve van den openbaren dienst
van Staat, provincie, igemeente enz.,
werkzaamheden verricht, die zijn gelijk
stelling met den ambtenaar vorderen uit
strafrechtelijk oogpunt.
De werklieden in de werkplaatsen wor.
den buitengesloten door de uitdrukking
,,in het openbaar spoorwegverkeer werk
zaam gesteld".
HET TWEEDE WETSONTWERP
STREKT TOT VERHOOGING VAN HET
VlIIe HOOFDSTUK (Oorlog) DER
STAATSBEGROOTING VOOR 1903.
Het komt namelijk wenschelijk voor
wijziging te brengen in de organisatie
van het
KORPS GENIETROEPEN,
en daarbij te vormen een bataljon tech
nische troepen namelijk de telegraaf- en
spoorwegcompagnie, terwijl tot dit ba
taljon ook zal behooren de school- en
depotcompagnie.
De bestemming van de spoorweg-com
pagnie bij de bestaande organisatie is
in hoofdzaak om in geval van oorlog te
worden gebruikt bij de vernieling of de
herstelling van .spoorwegen, voor brug-
vernielingen enz. Het exploiteeren van
een spoorweglijn in buitengewone om
standigheden heeft tot nu toe alzoo nim
mer in de bedoeling gelegen.
Het wordt thans noodzakelijk geoor
deeld aan de spoorwegcompagnie zoo
danige uitbreiding en organisatie te ge
ven, dat met behulp van het daartoe be-
hoorend personeel mogelijk zal zijn om
in buitengewone omstandigheden den
DIENST OP ENKELE HOOFDLIJNEN,
zij het ook op beperkten voet, gaande te
houden of althans bij de uitvoering van
7nodaaigen dienst krachtig te kunnen
medewerken.
In verband met een en ander wordt
een verhooging der begrooting voorge
steld met
t 60.000.
Zoodra de meerbedoelde reorganisa
tie vasten vorm heeft gekregen, zal bij
suppletoire begrootirug het geheele be-
noodigde bedrag worden aangevraagd.
HET DERDE WETSONTWERP BE
TREFT HET INSTELLEN VAN EEN ON
DERZOEK TEN AANZIEN VAN DE
RECHTSVERHOUDINGEN EN DE
VOORWAARDEN WAARONDER IIET
PERSONEEL BIJ HET SPOORWEGBE
DRIJF IN DIENST IS.
Van onderscheidene zijden is betoogd,
dat de gewilligheid waarmede een zoo
aanzienlijk deel van het personeel, in
dieni9t bij de spoorwegen, voor enkele
weken aan den oproep tot algemeens
staking van den arbgid gehoor heeft
gegeven, geenszins uitsluitend te verkla
ren is uit h'et vooropgestelde beginsel
van solidariteit met andere werklieden,
maar ongetwijfeld mede haar oorzaak
vond in eene sedert jaren onder dit per
soneel steeds sterker heersche'nde
ONTEVREDENHEID
over het gemis van eene behoorlijke
rechtspositie en over enkele der dlenst-
voorwaarden, waaronder zij hun arbeid
verrichten. Het komt daarom de Regee
ring voor, dat een nader opzettelijk on
derzoek naar de rechtmatigheid van de
ze grieven gewensebt is, en dat te meer,
waar het een eiisch van recht is, dat de
Overheid op hunne sociale positie toe
zicht boude.
Daar het dan. ook liet voornemen der
Regeering is de benoeming eener
STAATS-COMMISSIE.
tot dat doel te bevorderen, is zij van
oordeel dat deze Staats-Commissie, wil
haar onderzoek inderdaad doel treffen,
de bevoegdheden niet kan missen, die
aan eene Commissie uit eene der Ka
mers van de Staten-Generaal, met eene
enquête belast, betreffende het voor zich
doen verschijnen van getuigen en des
kundigen, toekomen.
Tot het verleemen dier bevoegdheden
strekt dit wetsontwerp.
SUPPLETOIRE BEGROOTING.
Binnenl. Zaken 1902.
Ter verhooging worden voorgedragen:
de posten voor krankzinnigenverpleging
met t 15000 en 6200; vooir reis- en ver
blijfkosten van de leden en buitenge
wone leden van den centralen gezond
heidsraad en voorbureelkosten van de
hoofdinspecteurs van de volksgezond
heid met resp. 2500 en t 3700; vcor bu
reelkosten van de inspecteurs van de
volksgezondheid met f 5200; voor de kos
ten van onteigening bij het voorkomen
van gevallen van tuberculosis pulmo-
num, met t 10.000; voor examens aan de
Polytechnische School en aan de Hoo.,
gere Burgerschool, met t 9000; voor reis-
en verblijfkosten en vacantiegelden bij
die examens voor middelbaar onderwijs,
met /3300; voor idem bij de examens
voor handwerken en gymnastiek, met
f 4100; voor personeel met t 20.000.
Daarentegen kan de post voor bijdra
gen aan normaallessen met f 79.000 wor
den verminderd.
Het land in beroering.
Door de Staatsspoorweg-Maatschappij
is bepaald dat tot nader order geen ver
lof wordt verleend tot het verlaten van
pos of standplaats, dan op speciale
machtiging van den chef van dienst. Deze
bepaling geldt ook yoor het verlaten van
post of' standplaats op dagen of uren
dat men vrij van dienst is.
Aan de officieren der militaire afd.ee-
ling van Volksweerbaarheid te Almelo
is medegedeeld, dat zij zich ten allen
'tijde moeten gereed houden, om bij
eventueele staking diensten te verrich
ten, waarvoor hun de noodige instruc-
tièn zijn gegeven.
Ook voor het personeel der Nedorland-
sche Centraal Spoorweg-Maatschappij is
door de directie een verbod uitgevaar
digd om de standplaats te verlaten.
Namens het comité tot organisatie
van den dienst bij staking wordt, door
B. Nibbelke, hoofdconducteur S. S.
Amsterdam, en C. van Dorsten hoofd-
conducteur H. S. M. Den Haag, het
volgende medegedeeld
Trouwe kameraden.
Nog altijd beheeuscht drukkende
angst velen onzer medeburgers.
De dagen van barbaarschheid en
verwildering kunnen bij een tweede
spoorwegstaking wederom venvacht
worden.
Men weet niet waartoe de overmoed
een onbezonnen, opgewonden menigte
kan voeren.
De dreigementen van de socialisti
sche medearbeiders hebt ge ditmaal
niet te vreezen. Tot in de uiterste bij
zonderheden zijn door die directiën
alle voorzorgsmaatregelen genomen
tot bewaking van uw eigen persoon in
en buiten dienst. Ook voor uw fami
lieleden behoeft gij niet bevreesd te
zijn. De politie moet op het eerste tee-
ken, dat gij hulp noodig hebt, uw
gezin volkomen bescherming bieden.
Vreest dus n'iet. Laat de heldenmoed;
dien gij in de laatste weken, dag in,
dag uit, getoond hebt. u vooral niet
verlaten in de oogenbiikken van de
crisiis. Spoedig eindigt het schrikbe
wind der-revolutiemannen, en kunnen,
wij wederom met liefde en genoegen
onzen dienst vervullen.
Het Volk plaatst de volgende oproe
ping
„Partij genoolen en geestverwanten,
onverschillig waar, die een telefoon
hebben, verzoeken wij onmiddellijk,
met opgave van nuprmer en adres aan
ons kennis te geven of zij bereid zijn
bij een eventueele staking deze te onzer
beschikking te stellen.
De Redactie".
Een der lezers van Het Volk schrijft
aan dat blad
Dinsdagavond' vergaderde de afd.
Amsterdam van de anti-soc.-dem. ver-
eeniging van spoorwegpersoneel
..Recht en Plicht", ten huize van den
sheer Mull. Czaar Peterstraat.
Door den voorzitter, O. v. d. Kooij.
werd aan de vergadering de vraag ge
steld, of, zoo de regeering een wet in
voerde waarbij werkstaking onmoge
lijk werd gemaakt, zij het werk zou-
d-m staken, Eenparig werd besloten
het bijltje er dan bij neer te leggen.
Het bestuur was van meening dat
de regeering de wet zoo zacht mogelijk
zou maken, zóo dat èn personeel èn
de directies er zich mee konden ver-
een'igen. ,,ln dat geval zullen Petter
en Oudegeest ook niet staken", was 't
antwoord der vergadering.
Te 's Gravenhage is gisteravond een
protestmeeting gehouden tegen het mi-
liUirisme.
De heer Samson opende de vergade
ring. waarna die heer Van der Zwaag
aan het woordi kwam, die er op wees,
dat het zoo vreemd was dat de Chris
tenen zich niet bij de anti-militairisten
aansluiten. Zij meenen echter, dat
het militairisme noodlig is ter verde
diging van het Vaderland, den grond,
waaraan zij zoo gehecht zijn. Maar
spi vraagt, hoe de arbeiders staan te-
geniover deze meening. Zij hebben
geen stukje grond in hun bezit.
En oorlogen zullen in het eigendoms
recht geen verandering brengen; en
vooral n'iet bij een oorlog tusschen be
schaafde natiën.
Aan vaderlandsliefde hecht spr. niets.
Hij hecht veel meer aan memschen-
liefd'e. De Christenen zeggen op gTond
van hun geloof, daaraan ook te hech
ten. Maar dan begrijpt spr. niet, hoe
ze gDcd kunnen' keuren, dat mannen
van verschillende natiën elkaar met
de vreeseiijkste wapenen zullen dooden
enkel op bevel van gekroonde hoofden.
Aan de soldaten roept spr. toe
denkt over de beslaande toestanden
goed uadLuid applaus.)
Daarna kwam het Kamerlid Ter
Laan ter vergadering, die meedeelde
de drie ingediende wetten aan het
Kamergebouw te hebben gehaald,
en vr >eg verlof, na den tweeden spre
ker daarover het woord te mogen voe
ren. hetgeen hem werd toegestaan.
De tweede /spreker Blauw protesteer
de tegen den maatregel der autoritei
ten waardoor de soldaten deze verga
dering niet konden bijwonen, en cri-
tiseerde verder heit kazerneleven, de dis
cipline en in verband daarmee het mi
litair strafstelsel. Spr. wekte op tot
vorming eener afdeeling in Den Haag
van den Bond van miliciens en oud
miliciens.
De heer Ter Laan besprak kortelijk
de ingediende wetsontwerpen. Het on
derzoek naar de toestanden der spoor
wegarbeider zal spreker nliet verklei
nen of minachten. Maar het onder,
zoek is niet noodig. Men kent de toe
standen, de loonen en de werktijden.
Men weet dat er geen rechtstoestand
bestaa/t.
En bovendien, tegenover dat onder
zoek staan de twee andere wetten. Het
eene wetsontwerp waarbij versterking
van de genie wordt voorgesteld. Een
compagnie zal gevormd worden met
de bedoeling zoo wordt in de toe
lichting gezegd op de hoofdlijnen bij
staking 's Rijks dienst te verzeke
ren. Spreker noemt dit een compag
nie van onderkruipers.
Verder bespreekt de heer Ter Laan
de voorgestelde aanvulling van het
Wetboek van Strafrecht.
Bij de voorlezing van de maatregö-