NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgeleajen Dagblad in Haarlem en OmLcrel&eïi.
Liefde en Haat.
2üe Jaargang
Vrijdag 13 Maart 1903.
No. 6044
DAGBLAD
Atoonnementsprljs
Voor Haarlem per. 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02V»
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37V»
m „de omstreken en franco per post„0.45
AdLvertentiën
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentien van 15 regels f 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: 25ulder Bnitenspaarne No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote XSontstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAG BE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 3 Ibis Faubourg Montmartre.
StöJa; sisaELHiwea- tsesSaas «ilS
ar.es bladzijden.
Haarlem's Dagblad van 13 Maart
bevat 0. a
Amnestie in de Kaapkolonie,
Uit de Fransche Kamer, Kamer
overzicht, De Spoorwegquaestie,
Inperking van den vaccinedwang.
Kuitenlandsch Nieuws
Zaid-Alrika.
Amnestie.
Ais Ons 'Lancl goed ingelicht is,
zullen de politieke gevangenen in de
Kaapkolonie dlus eindelijk voor een
maand1 verstreken is gratie hebben.
Men kan niet zeggen dat het m/èt gra
tie gebeurt.
Bij de vredesonderhandelingen werd
er feitelijk beloofd, dat roet de kro
ning van konine Eduard, in Juni. al
gemeene amnestie zou verleend wor.
den Daarmede zijn de Boeren be
drogen uitgekomen. Toen is er de ko
ninklijke commissie geweest om de
vonnissen der krijgsraden te onder
zoeken. Maar het onrecht van den
verstreken straftijd en de betaalde
boeten bleven onaangeroerd. De uit
kómst was dat een vrij aanzienlijk
aantal gevangenen losgelaten &n die
straf van anderen verminderd werd.
Onder de losgelatenen men hield er
verscheiden nog vast ook nadat hun
kwijtschelding van straf geschonken
was was een groot deel jongens en
meisjes onder de zeventien jaar! Maar
honderden, bleven in de gevangenis.
Nu eindelijk, nadat Chamberlain ge
zegd had. dat de zuiver politieke ge
vangenen vrij konden komen, zullen
de rebellen amnestie erlangen. Maar
weer is het plagen; zij worden niet al
len dadelijk losgelaten eerst over een
maand zullen zij allen die vrijheid ver
krijgen. Amnestie, om het uur een le
pel.
En dan nog! Al de rebellen, die na
den vrede gevonnist zijn misschien
met een heel enkele uitzondering voor
't geval een oud Ivaansch ambtenaar
of een commandant gevonnist is: wij
herinneren ons echter geen geval van
dien aard zijn gevonnist zooge
naamd wegens vergrijpen te-gen 't be
schaafde oorlogsgebruik. En hebben
wij niet Chamberlain te Bloemfontein
tegenover Hertzog die enormiteit hoo-
ren volhouden* dat een rebel die twee
maal d!e wapenen opgevat had tegen
het. beschaafde oorlogsgebruik had
gehandeld! "VVelnu. er zijn hoopen re
bellen sedert het sluiten van den vre
de onder dergelijke voorwendsels ver
oordeeld. Dat zijn derhalve geen po.
litieke gevangenen, maar misdadigers.
En ook gedurende den oorlog zijn er
rebellen misschien de meerderheid
van de ettelijke honderden die nu nog
gevangen zitten gevonnist wegens
vergrijpen tegen het beschaafde oor
logsgebruik Scheepers is er om dood
geschoten. Er zullen dus nog heel
wat. rebellen blijven zitten. En wij
hebben nog niet "ehoord. dat de Na-
talsclie regeering dezelfde amnestie
zal toepassen als nu die Kaapsche voor
nemens is te verleen en. Zoo wordt de
belofte van Kitchener nagekomen.
Intusschen verheugt men zich voor
de geamnestiesrden ook over deze wij
ze van begenadiging. De Boeren en
Afrikaanders hebben door hun onder
worpen gedrag tenminste dan dit be
reikt. -
Frankrijk
Uit de Fransche Kamer.
Er was gisteren in de Fransche Ka
mer al niet veel miinder gedrang naar
de tribunes en de loges dan bij ons
de interpellaties over de buitenland-
sche politiek oefenden blijkbaar niet
uitsluitend aantrekkingSKracht uit op
de vreemde diplomaten, wier loge be
grijpelijkerwijze dicht bezet was.
Delcassé verzocht, dat alle interpel
laties gezamenlijk zouden behandeld
worden, wat de Kamer goedkeurde.
Millevoye, nationalist, hield aller
eerst, een rede om te betoogen, dat de
socialistische ideëen over ontwapening
ij dele d'roomen waren. Het beste on
derpand voor den vrede was steeds
'op den oorlog voorbereid te zijn en het
Russisch-Fransche verbond'. Mille
voye wees er vervolgens op, dat het
Rusland was geweest, dat in 1875 aan
Duitschland had belet. Frankrijk den
genadeslag toe te brengen.
Jaurès„Dat heeft Engeland ook
belet, en toch hebt ge nog niet de leer
verkondigd, dat men een verbond met.
Engeland moet sluiten
Dat de vrede in Europa bewaard is
gebleven, gaat Millevoye door. dankt
men aan tsaar Alexander III. Maar
ontwapening is t.och reeds op zichzelf
onmogelijk, zoolang de kwestie van
Elzas-Lothdringen Piet is opgelost,
want_ Franlerijk's recht op dat gebied
iis onbetwistbaar. Ten slotte wijst Mil
levoye op de verbeterde betrekkingen
tusschen Frankrijk en Italië, om ein
delijk te komen tot de waag, welke rol
Frankrijk in het Oos'ten zal spelen,
waar een algemeene brancl in het Bal-
kangebied dreigt uit te breken.
De nationalistische conservatief Ber
ry spreekt daarop zijn wantrouwen uit
in de door den Sultan gegeven belof
ten voor hervormingen en verlangt te
weten of Frankrijk langer zwijgen
kan, waar Italië, Oostenrijk-Honga-
rije. en Rusland hun stemmen hebben
doen hooren.
Delafosse (onafhank. conservatief)
belastte zich met de Marokkaansche
kwestie, welixe hij grootendeels een ge
volg acht van de door Europeesche in
triges in 't leven geroepen opstanden.
Hij protesteert tegen de voortdurende
aanvallen op Duitschland en Engeland
en vraagt of de oplossing der Marok
kaansche kwestie niet kan worden ge
vonden door een overeenkomst tus
schen Frankrijk, Engeland en Spanje,
om de straat van Gibraltar neutraal
te verklaren.
Benoist (conserv.) sprak over de po
litieke gebeurtenissen sinds 1898, met
name den oorlog in Zuid-Afrika,
verlangde Delcassé's politiek in deze
'te kennen. Hij meent, dat Delcassé
zich te voorkomend jegens Engeland
heeft betoond. „Waarom hebt gil.
vraagt Benoist, geweigerd de bescher
ming der Nederlandsche onderdanen
te Pretoria op u te nemen toen Neder
land u dat vroeg?" (Toejuichingen in
het Centrum). Frankrijk kon niet tus-
schenbe'ide komen in den oorlog, maar
het had gelegenheid de/Niger- en an
dere kwesties ter sprake te brengen
(Nieuwe toejuichingen m het centrum.)
Benoist eindigde met een befötri]iu«g
van Jaurès' ontwapeningstheorieën.
De Bre.ssensé weidde uitvoerig over
de Macedonlische kwestie uithij acht
de beloofde hervormingen absoluut on
vol do ende orn Europa te bevrijden van
het. gevaar, dat die kwestie oplevert.
Hij schildert de- gruwelen in Macedo
nië, maar wenscht Delcasisé geluk, dat
deze sedert twee jaren ernstig op ver
andering heeft aangedrongen te Kon-
stantinopel. De Pressensé vraagt, dat
Frankrijk zich niet te veel op den ach
tergrond plaatse. Hij wenscht overi
gens. dat Europa veel krachtiger in
grijpt dan door de Oostenrijksch-Rus-
sische voorstelling 'is geschied. Spr.
eindigt„Als voorstanders van Euro
peesche federatie vragen wij, de geva
ren uit den weg te ruimen, die haar
bedreigen." (Toejuichingen links.)
Minister Delcassé antwoordde. Hij
verklaarde dat de toestand ten aanzien
van Marokko deze is, dat de straat van
Gibraltar voor allen vrij moet blijven
en dat de onafhankelijkheid van Ma-
rokivo voor de veiligheid der Fransche
bezittingen in Noord-Afrilta noodzake
lijk is. Daarom hebben wij, zeide hij.
een buitenlandsche interventie wil
len vermijden, maar deze onthouding
beteekent niet het doen van afstand.
Wij hebben, voorzorgsmaatregelen ge
nomen en de minister gelooft niet dat
de gebeurtenissen erger worden.
Wat Venezuela betreft, zeide de mi
nister, dat hij slechts de actie der Ver-
eenigde Staten ter verkrijging van de
aanneming der arbitrage door de ver
bonden mogendheden had gesteund.
Het protocol door onzen gezant en
door Bowen onderteekend, waarborgt
de betaling onzer vorderingen. Wat
de ontwapening betreft, de minister
weef wel, dat het niet op den weg van
Frankrijk ligt, het initiatief hiertoe te
nemen en. zeide hij, ik zal dit ook niet
nemen. (Toejuichingen.)
De Regeering had haar eerbied voor
liet Haagsche Hof betuigd, door een
geschil aan zijn oordeel te onderwer
pen en het voornemen' bestond een an
der' geschil eveneens voor het Hof Ie
brengen. Men moest niet gelooven,
dat alle geschillen door het Hof kon
den worden beslist, maar talrijke con
flicten. die vroeger tot een oorlog zou
den leiden, zouden nu toch moeilijk
aan een beslissing van het Hof kunnen
worden onttrokken,. Een groot volk
echter was slechts gewaarborgd door
een krachtig leger.
Delcassé conlstateerde vervolgens,
dat sedert 5 jaar de Fransche vlag ten
gevolge van het optreden der diploma
tie wappert boven groote landstreken
aan de Afrikaansclie kust.
Wat betreft Macedonië, merkte de
minister op, dat Frankrijk sedert lan
gen tijd tracht hervormingen in Tur
kije doorgevoerd te krijgen. Voor de
doorvoering der Austro-russische plan
nen moet een onafhankelijk gouver
neur worden aangesteld, onder con
trole van Europa. Frankrijk moet
waken voor de handhaving van het
Europeesche evenwicht.
Delcassé wenschte zich zelf geluk
met de toenadering tot Italië.
Met algemeene stemmen werd een
motie van vertrouwen aangenomen.
Stadsnieuws.
Haarlem, 12 Maart 1908.
Mr. W. A. 't Hooft. In een voriig
nummer deelden wij reeds mee, dat de
President van onze Rechtbank, Mr. W.
A. 't Hooft, aan de Koningin eervol ont
slag had aangevraagd.
Voor 41e recMsbedeelmg is het heen
gaan van dezen humanen, ervaren en
ijverigen man een groot verlies. Een
groot deel van zijn, leven, bijna 26 jaar,
sleet hij aan de Haarlemsche rechtbank,
zoo well in de strafkamer als in de ci
viele kamer.
Mr. 't Hooft werd' geboren in 1833 en
is dus thans 70 jaar oud. Tn Februari
1858 promoveerde hij te Utrecht, begon
in 1862 zijn loopbaan bij de rechterlijke
macht als griffier bij het kantongerecht
in den Haag, werd in 1863 kantonrech
ter te 's-Gravendeel en in 1866 substi
tuut-officier van justitie te Brielle; ver
volgens in 1873 rechter te Breda en 1
Mei 1877 rechter in de Arr.-Rechtbank
te Haarlem.
Jarenlang was Mr. 't Hooft lid van
onzen Gemeenteraad, en had er, door
zijn practósche, dikwijjls humoristisch
getinte, adviezen belangrijken invloed.
Om red,enen van gezondheid onttrok
hij zich ,ten slotte aan dit ambt.
Enkele jaren geleden werd Mr. 't Hooft
tot lid van Prov. Staten gekozen, welk
ambt hij thans nog vervult.
Den scheidenden president mag zeker
worden toegewenscht, dat hij van zijn
welverdiende rust nog lang in gezond
heid zal mogen genieten.
Ongevallenwet. Door Ged. Sta
ten van Noord-Holland' zijn benoemd tot
leden der commissiën, bedoeld bij art.
86 der Ongevallenwet:
tot leden der commissie, wier zetel ge
vestigd] is te Haarlemmermeer, de hee-
ren C. Bos, C. van der Helm, N. J. de
Bakker en C. Roodzand. allen te Haar
lemmermeer.
J achtvergad er i n g. Woens
dagmiddag had, zooals wij reeds
mededeelden, de jachtvergadering
van houders van groote jachxacten in
de provincie Noord-Holland in het
Brongebouw plaats onder voorzitter
schap van den heer F. W. C. H. van
TuylL van Serooskerken.
Deze zette in zijn openingswoord
uiteen, dat de eigenaars van jachtak
ten zich met de motie Helsdingen in
de Tweede Kamer zouden hebben, kun
nen vereenigen.
Het Hoofdbestuur van Nimrod heeft
zich tot den Minfe'ter gewend en hem
voorgesteld1 een ontwerp-wet tot rege
ling van wildschade en eenige verbe
teringen in de jachtwet. Ook de Re.
geering heeft in deze richting stappen
gedaan. De bedoeling is niet, dat de
jachtwet zal worden omgezet, maar
een betere regeling der Wildschade, een
wet. d/ie past in ons kader van de
jachtwet. Vooral wenscht men het
gebruik van de lichtbaic strafbaar te
stellen eu eenige andere bepalingen
tot het behoud van. het wild er in te
lasschen
Intusschen zijn op initiatief van
den heer Diepenbrugge oproepingen
gedaan tot het oprichten van een Ned.
Jagersbond, hetgeen door Nimrod niet
instemming werd begroet. De heer
Diepenbrugge heeft daarop de leiding
der zaak aan Nimrod overgedragen,
die gaarne bereid' is, deze zaak finan-
tieel te steunen.
Spr'. is van meening, dat, 'wanneer
de minister het wetsontwerp in de
Tweede Kamer verdedigt, hij meer
steun zal hebben, wanneer hij zich kan
bei'oepen op 3000 jagers, dan alleen
op het aantal leden der Vereen,iging
Nimrod.
In Zuid-Hollandi is reeds een afdee-
ling opgericht met 30 leden; in Gel
derland een met 80 leden.
Thans stelde spr. de vraag of men
ook in Noord-Holland daartoe bereid
is. Het doel is. dat de Bond zal be-
staan uit 11 afdeelingen, onder lei
ding van het Hoofdbestuur van Nim
rod,
Bij acclamatie besloten de aanwezi
gen een afd'eeling Noord-Holland op
te richten, en traden de aanwezigen,
30 in getal, als leden toe.
De voorzitter las daarna de toelich
ting voor op het ontwerp-wet tot rege
ling der wildschade, waarover nog en
kele besprekingen werden gehouden
Daarna werd de vergadering geslote*1.
In October 1902 lieeft de
afdi. Haarlem van den Bond' van Ne.
der!. Onderwijzers aan den Raad ver
zocht bij die vaststelling van de ver
ordening. regelende het verleen en van
pensioen aan weduwen en weezen van
gemec/n,te-ambtenaren, te willen be
palen. dat de korting, welke op de
bezoldiging van gemeente-ambtenaren
ten bate van het pensioenfonds zal
worden ingehouden, voor de onderwij.
zei-s zal worden verminderd met het
bedrag, dat zij voor hun eigen pen
sioen in 's Rijks kas moeten storten.
Uit een onderhoud, dat adressan
ten hadden met eenige raadsleden,
waaronder ook eenige leden van de
pensioen-commissie, bleek, dat de bil
lijkheid' van het verzoek niet bestreden
wordt; maar men meende, dat niet
ingegaan kon worden, op de voorge
stelde oplossing. Men voerde aan. dat
deze verordening beschouwd moet wor.
den geheel afgescheiden van die. re
gelende het ouderdomspensioen. Het
pensioenfonds is een zelfstandig fonds,
waaruit alle ambtenaren op dezelfde
wijze zullen genieten, en waaraan
dus ook allen op dezelfde wijze moe
ten bijdragen.
Adressanten stellen nu een andere
oplossing voor. Indien de korting,
welke van het salaris der onderwijzers
ten bate van het pensioenfonds zal
worden ingehouden,, verminderd wordt
met. het bedrag, dat zij voor hun
ouderddmspensioen in 's Rijks kas
moeten storten, en de gemeente een
bedrag, gelijk aan dat. in mindering
is gebracht, in het pensioenfonds stort,
dan is tegenover een groep ambte
naren. die op andere wijze dan de
overige tegenover deze verordening
staat, de billijkheid betracht, terwijl
bovendien het administratieve bezwaar
is vervallen.
Volgens een ruwe berekening zou
dit aan d'e gemeente ongeveer f 2000
kosten.
L i e f d a d igh e i d s v 0 0 r stelling.
De Schouwburg was Woensdag
avond maar matigjes bezet, hoewel "i
hier «een liefdadighejidsvoorstelling
gold. De tijdien zijn er niet naar.
veler hart is tegenwoordig gesloten
voor die zachtere aandoeningen. Velen
denken als de heer. -die op zijn intee-
kenbiljet schreef: „Voor de spoorweg
arbeiders behoeft men niet meer Dij
mij aan te kloppen! De liefdadigheid
krijgt ook haar beurt van staken."
En toch was die lueer vroeger een ge
regeld gever... maar.
ven weduwe is de echtgenoote geweest
van een spoorwegbeambte», zij en
haar kinderen moeten dus maar lij
den.
Gelukkig dat niet allen zoo dachten.
Dat zoo niet dachten de muziekveree-
nïgittg „Harmonie" en het Genoot
schap „Melpomene en Thalia", die
hunne medewerking verleenden, dat
zoo niet dacht het opgekomen pu
bliek. Een honderd gulden is daarmee
tenminste gewonnen, en honderd gul
den is veel in benarde omstandig
heden.
„Harmonie" voerde een vijftal mu
ziekstukken uit en oogstte warme toe
juichingen voor de goede, vertolking.
„Melpomene en Thalia" voerde twee
blijspelen op, die „Twee Vrienden" en
„Dei weg naai- het Hart". Hulde aan de
onbekende acteurs en actrices, al wa
ren ze maar amateurs, hun spel was
't aankijken waard. Men schudde van
het lachen, 't Was een aardige avondI
Biograaf - M aa t s c h a p p ij.
In de Smedristraat werd Woensdag
avond de aandacht der voorbijgangers
getrokken door een grooten petro-
ieummotor dynamowagen, welke vlak
voor het gebouw ,.St. Bavo" was op
gesteld
Des© wagen nu, met een petroleum-
motor van '16 P.K., wordt door de fir
ma Heringa Wüthrich geleverd aan
de nieuw opgerichte Maatschappij
„de Hollandsche Biograaf-Maatschap.
pij Janssen Co. te Leiden, wier doel
het is overal voorstellingen te geven
met de Biograaf waarvoor de electri-
sche stroom aan den wagen wordt
ontleend.
En zoo was nu Woensdagavond hier,
•ter stede een. proofavond georgani
seerd, waarvoor enkele bevoorrechten
uitnoodigingen hadden ontvangen,,
te wijl heden en Vrijdagavond voor
stellingen voor het publiek gegeven
zullen worden. Hoewel deze proef-
avonden nu niet bepaald de meest ge-
schiktei zijn om. daarvan een verslag
te geven, omdat uit den aard de®
zaak alles nog gesteld, geregeld en
geprobeerd moet worden, en het re
sultaat van dergelijke avonden meest
al op de publieke voorstellingsavon
den verre wordt overtroffen, moeten
wij toch zeggen, dat de proef-voor-
stelling ons alleszins is medegevallen.
De beelden zijn zeer duidelijk, eu
weinig bewegelijk, en munten door
prachtige voorstellingen uit.
Vooral de beelden, voorstellende
een groote brand te Parijs ,een gezicht
op Venetië en, op de snel stroom en en
de waterval van de Niagara vielen ten
zeerste in den smaak en werden met
luide toejuichingen begroet. Maar ook
de andere voorstellingen als „Een
huiselijk tafereeltje", een Kwajon
gensstreek, springpaarden, een reis
met .een sneltrein, enz. enz. waren
zeer aardig en mooi.
Doch zo0als gezegd, het meeste suc
ces werd ingeoogst met eerstgenoemde
voorstellingen. Men ziet de schoon©
stad Venetië met haar gondelvaarten,
in haar geheel; en ook het voederen
der duiven op het Marcusplein.
Bij den grooten brand ziet men. het
in woeste vaart uitrukken der Brand
weer, met stoomspuiten en ladderwa
gens; het aankomen op de plaats des
onheils, het opzetten der re d ding s-
I laddfrs.en het ragden van menschen
de achter0eble-uit de bovenste verdieping van het
Feuilleton.
Vertaald wii het ENGELSCH.
Luister 1 begon hij, terwijl bij
weer dichter bij haar kwam; maar
met een laatste krachtsinspanning
viel zij nogmaals uit:
Neen, neen; ik wil niet naar je
luisteren. Ga heen zeg ik je. Er is
hier gevaar. Ga oni jezielfs wil au
je het om den mijn© niet wilt doen.
Ik kan niet gaan. Ik kan je niet
verlaten, terwijl je denkt, dat ik zoo
slecht ben. Er is geen woord waar
van het verhaal, dat je gehoord hebt.
Lady Capel is koningsgezind evenals
ik; e/n zij heeft mij alleen maar gehol
pen en een schuilplaats gegeven, zoo
als zij en de haren dat ook wel voor
anderen gedaan hebben.
Kon ik het maar gelooven.
O, wat ben je toch toloersch.
Luister eens! Er is nog maar éé.ie
kans op redding voor mij, maar dan
moet ik de hulp van Lady Dorothy
Capel aannemen. Ik ben ingesloten
en zonder haar is mijn vonnis getee-
kjend. Zij zijn steeds bezig ieze bos-
schen te doorzoeken; maar laat >p
den avond ga ik naar Coomhe Royal.
Daar zal ik veilig zijn, en bij het krie
ken van den morgen Engeland voor
altijd verlaten.
Voor altijd'?
Ja, voor goedx Maar, lieve meid,
nu zie ik naast je verontwaardiging
toch wat in je oogen schitteren, dat
mij weer hoop geeft. En ik ik heb
gesmacht om je weer t© zien, om de
aanraking van je hand te voelen en
het geluid van je stea®. te hooren. Ik
heb bijna alles in de waagschaal ge
steld om dezen avond' nog een woord
je met je te kunnen wisselen en de
fortuin heeft Harden begunstigd en
nu ga ik vluchten. Ga meit mij mee;
menig dapper gentleman heeft in Po
len en Moscovië een fortuin verwor
ven. Wij zullen dit land van haat en
zorgen den rug toedraaien.
Kom vrouwtje!
Hij: had zoo goed mogelijk zijn laat
ste troef uitgespeeld en toen hunne
oogen elkaar ontmoetten, zag hij, dat
het spel door hem gewonnen was.
Lieve Patience! Mijn engel, zei
hij, en trok haar naar zich toe. Zij
zei niets, maar drukte zich vast tegen
hem aan. Zijn woorden had'dïii allen
twijfel weggenomen en zij vertrouwae
weer, zooal's menige vrouw vóór haar
gedaan had en altijd doen zal.
Maar spoedig werden zij weer tot
de werkelijkheid' teruggebracht. Ter
wijl' zij daar stonden, hoerden zij op
een afstand een snel galoppeerenden
hoefslag, die steeds nader en nader
kwam, totdat het overging in het
zware, dofiJe geluid, dat een paard
maakt, als het over een grasveld gaat.
Toen het onheilspellend geluid na
der kwam, sprong Patience terzijde.
Hoor je dat? Vlucht! Vluchtl
Harden draaide zich om om heen
te gaan; maar juist op dat oogenbl'k
verscheen Bumside warm en buiten
adem aan het begin van het grasveld.
Het was gelukkig voor den ouden
man, dat hij niet even eerder gelto
men was, en gelukkig voor Harden
ook. Het was nutteloos; alles te ver
geefs; begon hij, en toen viel zijn oog
op Harden. Toen hij wat wilde zeg
gen, viel Patience hem in de redft.
Hartstochtelijk keerde zij zich tot
Harden.
Ga nu! Wij zullen hen egenhou-
den. Ik zweeg het je
Harden keek nog even snel rond en
sloop toen het bosch in. Luchtig en
behendig als een luipaard was hij in
een oogenblik verdiwenen.
Dat was geen minuut te vroeg ge-
wjeest. Nauwelijks was alles in het
kreupelhout weer rustig of een twaalf
tal ruiters kwam te voorschijn om
een scherpen hoek van het open ter
rein, en draafden recht op Burnside
en zijn dochter toe.
Zij had-dep alleen nog maar lijdeen
paar woorden en een blik te wisselen,
toen de hoofdman snel vlakbij kwam
en zijn paard inhield, welk voorbeeld
de anderep volgden.
Het was kolonel Maunsell zelf, de:
barsche ruiterhoofdman, wiens naam
eeu schrik was voor de Royalisten.
Hij was lang, bijzonder lang en maak
te met zijn donkere kleeding en het
zwarte strijdros, dat hij beried een
zeer somberen indruk wat trouwens
met zijn geloofsgenootem meest altijd
het geval was. Niemand echter, die
zijn alipken oogopslag bemerkte erv.
zijn gelaat, dat van een vasten wil
getuigdtdacht er oveg, dat deze man
in staat zou zijn tot een of andere ge-
meene daad' eai dat mocht in dien
tijd een uitzondering heeten.
Een paar passen van Patience en
Burnside af had hij zijn paard inge
houden, hij kende hen allebei van
uiterlijk en ernstig groetend scheen
zijn plan te zijn hun iets tei vragen,
maar Patienoe voorkwam hem door
te zeggen:
Sir, mijn vader ia van plan het,
Woord te prediken. Wilt u ook onder
zijn gehoor zijn?
Ja! zei Burnside. Kom, de Waar
heid woont in mij en wil zich aan u
mfeedeel&n.
Die snel gewisselde woorden, die
blik tusschen vader en dochter, toen
Maunsell hen naderde waren ih
goede aarde gevallen. Zij waren be
sloten - om hein op te houden, het
kostte wat het wilde, en Burnside ver
gat voor een oogenblik zijn godsdienst
ijver om de wenk van zijn dochter ter
harte te nemen en zijn rol goed te
spelen.
Maunsell fronste zijn wenkbrauwen
Neen, zei hij kortaf. Wij hebben
and'er werk. Daar is nu geen tijd
voor.
En wat een soort van werk uw
eigen bloedverwant!
Patience sprak de laatste woorden
zoo zachtjes, dat alleen Maunsell ze
kon hooren. Hun donkere oogen ont
moetten elkaar één oogenblik, bittere
minachting lag in den blik van het
meisje, woede en verwondering in
diep van den man. De rimpel op zijn
gelaat ward' nog dieper en hij was
juist van plan iets te zeggen toen het
kreupelhout ritselde en Peter Manl
die daarin een blik geworpen had, te
vooüfschijn kwam, triomphantelijk
een met kant omzoomden zakdoek op
den punt van zijn zwaard meevoerend
De fanatieke man scheen buiten zich
zelf van opgewondenheid te zijn ep
toen hij naderbij kwam riep hij uit:
fulo! Ik- Lig als een Beer r.p
Wacht voor den Heiden, zeg dat de
weerbarstige volgeling van Jehoram
onder ons hereik is. Ziet u dit prulle
tje. Poeh! Het is verpest door het per
fum van de Mo pieten. Ik vond het
hier tusschen de braamstruiken.
Maunsell was van zijn paard ge
sprongen, toen de man te voorschijn
kwam, en riep hem nu bij zich. maar
Patience nep met een lachend gelaal
Het is de mijne!
De uwe, mejuffrouw'? zei Manley
aarzelend, terwijl hij daar stond m't
opgeheven zwaard, toen opeens Maun
sell rustig en ernstig zei:
Laat uw zwaard zakken, Man
ley! En terwijl de ruiter dat deed,
nam hij de zakddek van de punt eii
hield haar een oogenblik in zijn ham.
den.
Wereft vervolgd.