NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Meestgeleajen Dagblad in Haarlem en OmLcrel&eïi. Liefde en Haat. 2üe Jaargang Vrijdag 13 Maart 1903. No. 6044 DAGBLAD Atoonnementsprljs Voor Haarlem per. 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02V» Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37V» m „de omstreken en franco per post„0.45 AdLvertentiën Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 15 regels f 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: 25ulder Bnitenspaarne No. 6, Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122, Groote XSontstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAG BE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 3 Ibis Faubourg Montmartre. StöJa; sisaELHiwea- tsesSaas «ilS ar.es bladzijden. Haarlem's Dagblad van 13 Maart bevat 0. a Amnestie in de Kaapkolonie, Uit de Fransche Kamer, Kamer overzicht, De Spoorwegquaestie, Inperking van den vaccinedwang. Kuitenlandsch Nieuws Zaid-Alrika. Amnestie. Ais Ons 'Lancl goed ingelicht is, zullen de politieke gevangenen in de Kaapkolonie dlus eindelijk voor een maand1 verstreken is gratie hebben. Men kan niet zeggen dat het m/èt gra tie gebeurt. Bij de vredesonderhandelingen werd er feitelijk beloofd, dat roet de kro ning van konine Eduard, in Juni. al gemeene amnestie zou verleend wor. den Daarmede zijn de Boeren be drogen uitgekomen. Toen is er de ko ninklijke commissie geweest om de vonnissen der krijgsraden te onder zoeken. Maar het onrecht van den verstreken straftijd en de betaalde boeten bleven onaangeroerd. De uit kómst was dat een vrij aanzienlijk aantal gevangenen losgelaten &n die straf van anderen verminderd werd. Onder de losgelatenen men hield er verscheiden nog vast ook nadat hun kwijtschelding van straf geschonken was was een groot deel jongens en meisjes onder de zeventien jaar! Maar honderden, bleven in de gevangenis. Nu eindelijk, nadat Chamberlain ge zegd had. dat de zuiver politieke ge vangenen vrij konden komen, zullen de rebellen amnestie erlangen. Maar weer is het plagen; zij worden niet al len dadelijk losgelaten eerst over een maand zullen zij allen die vrijheid ver krijgen. Amnestie, om het uur een le pel. En dan nog! Al de rebellen, die na den vrede gevonnist zijn misschien met een heel enkele uitzondering voor 't geval een oud Ivaansch ambtenaar of een commandant gevonnist is: wij herinneren ons echter geen geval van dien aard zijn gevonnist zooge naamd wegens vergrijpen te-gen 't be schaafde oorlogsgebruik. En hebben wij niet Chamberlain te Bloemfontein tegenover Hertzog die enormiteit hoo- ren volhouden* dat een rebel die twee maal d!e wapenen opgevat had tegen het. beschaafde oorlogsgebruik had gehandeld! "VVelnu. er zijn hoopen re bellen sedert het sluiten van den vre de onder dergelijke voorwendsels ver oordeeld. Dat zijn derhalve geen po. litieke gevangenen, maar misdadigers. En ook gedurende den oorlog zijn er rebellen misschien de meerderheid van de ettelijke honderden die nu nog gevangen zitten gevonnist wegens vergrijpen tegen het beschaafde oor logsgebruik Scheepers is er om dood geschoten. Er zullen dus nog heel wat. rebellen blijven zitten. En wij hebben nog niet "ehoord. dat de Na- talsclie regeering dezelfde amnestie zal toepassen als nu die Kaapsche voor nemens is te verleen en. Zoo wordt de belofte van Kitchener nagekomen. Intusschen verheugt men zich voor de geamnestiesrden ook over deze wij ze van begenadiging. De Boeren en Afrikaanders hebben door hun onder worpen gedrag tenminste dan dit be reikt. - Frankrijk Uit de Fransche Kamer. Er was gisteren in de Fransche Ka mer al niet veel miinder gedrang naar de tribunes en de loges dan bij ons de interpellaties over de buitenland- sche politiek oefenden blijkbaar niet uitsluitend aantrekkingSKracht uit op de vreemde diplomaten, wier loge be grijpelijkerwijze dicht bezet was. Delcassé verzocht, dat alle interpel laties gezamenlijk zouden behandeld worden, wat de Kamer goedkeurde. Millevoye, nationalist, hield aller eerst, een rede om te betoogen, dat de socialistische ideëen over ontwapening ij dele d'roomen waren. Het beste on derpand voor den vrede was steeds 'op den oorlog voorbereid te zijn en het Russisch-Fransche verbond'. Mille voye wees er vervolgens op, dat het Rusland was geweest, dat in 1875 aan Duitschland had belet. Frankrijk den genadeslag toe te brengen. Jaurès„Dat heeft Engeland ook belet, en toch hebt ge nog niet de leer verkondigd, dat men een verbond met. Engeland moet sluiten Dat de vrede in Europa bewaard is gebleven, gaat Millevoye door. dankt men aan tsaar Alexander III. Maar ontwapening is t.och reeds op zichzelf onmogelijk, zoolang de kwestie van Elzas-Lothdringen Piet is opgelost, want_ Franlerijk's recht op dat gebied iis onbetwistbaar. Ten slotte wijst Mil levoye op de verbeterde betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië, om ein delijk te komen tot de waag, welke rol Frankrijk in het Oos'ten zal spelen, waar een algemeene brancl in het Bal- kangebied dreigt uit te breken. De nationalistische conservatief Ber ry spreekt daarop zijn wantrouwen uit in de door den Sultan gegeven belof ten voor hervormingen en verlangt te weten of Frankrijk langer zwijgen kan, waar Italië, Oostenrijk-Honga- rije. en Rusland hun stemmen hebben doen hooren. Delafosse (onafhank. conservatief) belastte zich met de Marokkaansche kwestie, welixe hij grootendeels een ge volg acht van de door Europeesche in triges in 't leven geroepen opstanden. Hij protesteert tegen de voortdurende aanvallen op Duitschland en Engeland en vraagt of de oplossing der Marok kaansche kwestie niet kan worden ge vonden door een overeenkomst tus schen Frankrijk, Engeland en Spanje, om de straat van Gibraltar neutraal te verklaren. Benoist (conserv.) sprak over de po litieke gebeurtenissen sinds 1898, met name den oorlog in Zuid-Afrika, verlangde Delcassé's politiek in deze 'te kennen. Hij meent, dat Delcassé zich te voorkomend jegens Engeland heeft betoond. „Waarom hebt gil. vraagt Benoist, geweigerd de bescher ming der Nederlandsche onderdanen te Pretoria op u te nemen toen Neder land u dat vroeg?" (Toejuichingen in het Centrum). Frankrijk kon niet tus- schenbe'ide komen in den oorlog, maar het had gelegenheid de/Niger- en an dere kwesties ter sprake te brengen (Nieuwe toejuichingen m het centrum.) Benoist eindigde met een befötri]iu«g van Jaurès' ontwapeningstheorieën. De Bre.ssensé weidde uitvoerig over de Macedonlische kwestie uithij acht de beloofde hervormingen absoluut on vol do ende orn Europa te bevrijden van het. gevaar, dat die kwestie oplevert. Hij schildert de- gruwelen in Macedo nië, maar wenscht Delcasisé geluk, dat deze sedert twee jaren ernstig op ver andering heeft aangedrongen te Kon- stantinopel. De Pressensé vraagt, dat Frankrijk zich niet te veel op den ach tergrond plaatse. Hij wenscht overi gens. dat Europa veel krachtiger in grijpt dan door de Oostenrijksch-Rus- sische voorstelling 'is geschied. Spr. eindigt„Als voorstanders van Euro peesche federatie vragen wij, de geva ren uit den weg te ruimen, die haar bedreigen." (Toejuichingen links.) Minister Delcassé antwoordde. Hij verklaarde dat de toestand ten aanzien van Marokko deze is, dat de straat van Gibraltar voor allen vrij moet blijven en dat de onafhankelijkheid van Ma- rokivo voor de veiligheid der Fransche bezittingen in Noord-Afrilta noodzake lijk is. Daarom hebben wij, zeide hij. een buitenlandsche interventie wil len vermijden, maar deze onthouding beteekent niet het doen van afstand. Wij hebben, voorzorgsmaatregelen ge nomen en de minister gelooft niet dat de gebeurtenissen erger worden. Wat Venezuela betreft, zeide de mi nister, dat hij slechts de actie der Ver- eenigde Staten ter verkrijging van de aanneming der arbitrage door de ver bonden mogendheden had gesteund. Het protocol door onzen gezant en door Bowen onderteekend, waarborgt de betaling onzer vorderingen. Wat de ontwapening betreft, de minister weef wel, dat het niet op den weg van Frankrijk ligt, het initiatief hiertoe te nemen en. zeide hij, ik zal dit ook niet nemen. (Toejuichingen.) De Regeering had haar eerbied voor liet Haagsche Hof betuigd, door een geschil aan zijn oordeel te onderwer pen en het voornemen' bestond een an der' geschil eveneens voor het Hof Ie brengen. Men moest niet gelooven, dat alle geschillen door het Hof kon den worden beslist, maar talrijke con flicten. die vroeger tot een oorlog zou den leiden, zouden nu toch moeilijk aan een beslissing van het Hof kunnen worden onttrokken,. Een groot volk echter was slechts gewaarborgd door een krachtig leger. Delcassé conlstateerde vervolgens, dat sedert 5 jaar de Fransche vlag ten gevolge van het optreden der diploma tie wappert boven groote landstreken aan de Afrikaansclie kust. Wat betreft Macedonië, merkte de minister op, dat Frankrijk sedert lan gen tijd tracht hervormingen in Tur kije doorgevoerd te krijgen. Voor de doorvoering der Austro-russische plan nen moet een onafhankelijk gouver neur worden aangesteld, onder con trole van Europa. Frankrijk moet waken voor de handhaving van het Europeesche evenwicht. Delcassé wenschte zich zelf geluk met de toenadering tot Italië. Met algemeene stemmen werd een motie van vertrouwen aangenomen. Stadsnieuws. Haarlem, 12 Maart 1908. Mr. W. A. 't Hooft. In een voriig nummer deelden wij reeds mee, dat de President van onze Rechtbank, Mr. W. A. 't Hooft, aan de Koningin eervol ont slag had aangevraagd. Voor 41e recMsbedeelmg is het heen gaan van dezen humanen, ervaren en ijverigen man een groot verlies. Een groot deel van zijn, leven, bijna 26 jaar, sleet hij aan de Haarlemsche rechtbank, zoo well in de strafkamer als in de ci viele kamer. Mr. 't Hooft werd' geboren in 1833 en is dus thans 70 jaar oud. Tn Februari 1858 promoveerde hij te Utrecht, begon in 1862 zijn loopbaan bij de rechterlijke macht als griffier bij het kantongerecht in den Haag, werd in 1863 kantonrech ter te 's-Gravendeel en in 1866 substi tuut-officier van justitie te Brielle; ver volgens in 1873 rechter te Breda en 1 Mei 1877 rechter in de Arr.-Rechtbank te Haarlem. Jarenlang was Mr. 't Hooft lid van onzen Gemeenteraad, en had er, door zijn practósche, dikwijjls humoristisch getinte, adviezen belangrijken invloed. Om red,enen van gezondheid onttrok hij zich ,ten slotte aan dit ambt. Enkele jaren geleden werd Mr. 't Hooft tot lid van Prov. Staten gekozen, welk ambt hij thans nog vervult. Den scheidenden president mag zeker worden toegewenscht, dat hij van zijn welverdiende rust nog lang in gezond heid zal mogen genieten. Ongevallenwet. Door Ged. Sta ten van Noord-Holland' zijn benoemd tot leden der commissiën, bedoeld bij art. 86 der Ongevallenwet: tot leden der commissie, wier zetel ge vestigd] is te Haarlemmermeer, de hee- ren C. Bos, C. van der Helm, N. J. de Bakker en C. Roodzand. allen te Haar lemmermeer. J achtvergad er i n g. Woens dagmiddag had, zooals wij reeds mededeelden, de jachtvergadering van houders van groote jachxacten in de provincie Noord-Holland in het Brongebouw plaats onder voorzitter schap van den heer F. W. C. H. van TuylL van Serooskerken. Deze zette in zijn openingswoord uiteen, dat de eigenaars van jachtak ten zich met de motie Helsdingen in de Tweede Kamer zouden hebben, kun nen vereenigen. Het Hoofdbestuur van Nimrod heeft zich tot den Minfe'ter gewend en hem voorgesteld1 een ontwerp-wet tot rege ling van wildschade en eenige verbe teringen in de jachtwet. Ook de Re. geering heeft in deze richting stappen gedaan. De bedoeling is niet, dat de jachtwet zal worden omgezet, maar een betere regeling der Wildschade, een wet. d/ie past in ons kader van de jachtwet. Vooral wenscht men het gebruik van de lichtbaic strafbaar te stellen eu eenige andere bepalingen tot het behoud van. het wild er in te lasschen Intusschen zijn op initiatief van den heer Diepenbrugge oproepingen gedaan tot het oprichten van een Ned. Jagersbond, hetgeen door Nimrod niet instemming werd begroet. De heer Diepenbrugge heeft daarop de leiding der zaak aan Nimrod overgedragen, die gaarne bereid' is, deze zaak finan- tieel te steunen. Spr'. is van meening, dat, 'wanneer de minister het wetsontwerp in de Tweede Kamer verdedigt, hij meer steun zal hebben, wanneer hij zich kan bei'oepen op 3000 jagers, dan alleen op het aantal leden der Vereen,iging Nimrod. In Zuid-Hollandi is reeds een afdee- ling opgericht met 30 leden; in Gel derland een met 80 leden. Thans stelde spr. de vraag of men ook in Noord-Holland daartoe bereid is. Het doel is. dat de Bond zal be- staan uit 11 afdeelingen, onder lei ding van het Hoofdbestuur van Nim rod, Bij acclamatie besloten de aanwezi gen een afd'eeling Noord-Holland op te richten, en traden de aanwezigen, 30 in getal, als leden toe. De voorzitter las daarna de toelich ting voor op het ontwerp-wet tot rege ling der wildschade, waarover nog en kele besprekingen werden gehouden Daarna werd de vergadering geslote*1. In October 1902 lieeft de afdi. Haarlem van den Bond' van Ne. der!. Onderwijzers aan den Raad ver zocht bij die vaststelling van de ver ordening. regelende het verleen en van pensioen aan weduwen en weezen van gemec/n,te-ambtenaren, te willen be palen. dat de korting, welke op de bezoldiging van gemeente-ambtenaren ten bate van het pensioenfonds zal worden ingehouden, voor de onderwij. zei-s zal worden verminderd met het bedrag, dat zij voor hun eigen pen sioen in 's Rijks kas moeten storten. Uit een onderhoud, dat adressan ten hadden met eenige raadsleden, waaronder ook eenige leden van de pensioen-commissie, bleek, dat de bil lijkheid' van het verzoek niet bestreden wordt; maar men meende, dat niet ingegaan kon worden, op de voorge stelde oplossing. Men voerde aan. dat deze verordening beschouwd moet wor. den geheel afgescheiden van die. re gelende het ouderdomspensioen. Het pensioenfonds is een zelfstandig fonds, waaruit alle ambtenaren op dezelfde wijze zullen genieten, en waaraan dus ook allen op dezelfde wijze moe ten bijdragen. Adressanten stellen nu een andere oplossing voor. Indien de korting, welke van het salaris der onderwijzers ten bate van het pensioenfonds zal worden ingehouden,, verminderd wordt met. het bedrag, dat zij voor hun ouderddmspensioen in 's Rijks kas moeten storten, en de gemeente een bedrag, gelijk aan dat. in mindering is gebracht, in het pensioenfonds stort, dan is tegenover een groep ambte naren. die op andere wijze dan de overige tegenover deze verordening staat, de billijkheid betracht, terwijl bovendien het administratieve bezwaar is vervallen. Volgens een ruwe berekening zou dit aan d'e gemeente ongeveer f 2000 kosten. L i e f d a d igh e i d s v 0 0 r stelling. De Schouwburg was Woensdag avond maar matigjes bezet, hoewel "i hier «een liefdadighejidsvoorstelling gold. De tijdien zijn er niet naar. veler hart is tegenwoordig gesloten voor die zachtere aandoeningen. Velen denken als de heer. -die op zijn intee- kenbiljet schreef: „Voor de spoorweg arbeiders behoeft men niet meer Dij mij aan te kloppen! De liefdadigheid krijgt ook haar beurt van staken." En toch was die lueer vroeger een ge regeld gever... maar. ven weduwe is de echtgenoote geweest van een spoorwegbeambte», zij en haar kinderen moeten dus maar lij den. Gelukkig dat niet allen zoo dachten. Dat zoo niet dachten de muziekveree- nïgittg „Harmonie" en het Genoot schap „Melpomene en Thalia", die hunne medewerking verleenden, dat zoo niet dacht het opgekomen pu bliek. Een honderd gulden is daarmee tenminste gewonnen, en honderd gul den is veel in benarde omstandig heden. „Harmonie" voerde een vijftal mu ziekstukken uit en oogstte warme toe juichingen voor de goede, vertolking. „Melpomene en Thalia" voerde twee blijspelen op, die „Twee Vrienden" en „Dei weg naai- het Hart". Hulde aan de onbekende acteurs en actrices, al wa ren ze maar amateurs, hun spel was 't aankijken waard. Men schudde van het lachen, 't Was een aardige avondI Biograaf - M aa t s c h a p p ij. In de Smedristraat werd Woensdag avond de aandacht der voorbijgangers getrokken door een grooten petro- ieummotor dynamowagen, welke vlak voor het gebouw ,.St. Bavo" was op gesteld Des© wagen nu, met een petroleum- motor van '16 P.K., wordt door de fir ma Heringa Wüthrich geleverd aan de nieuw opgerichte Maatschappij „de Hollandsche Biograaf-Maatschap. pij Janssen Co. te Leiden, wier doel het is overal voorstellingen te geven met de Biograaf waarvoor de electri- sche stroom aan den wagen wordt ontleend. En zoo was nu Woensdagavond hier, •ter stede een. proofavond georgani seerd, waarvoor enkele bevoorrechten uitnoodigingen hadden ontvangen,, te wijl heden en Vrijdagavond voor stellingen voor het publiek gegeven zullen worden. Hoewel deze proef- avonden nu niet bepaald de meest ge- schiktei zijn om. daarvan een verslag te geven, omdat uit den aard de® zaak alles nog gesteld, geregeld en geprobeerd moet worden, en het re sultaat van dergelijke avonden meest al op de publieke voorstellingsavon den verre wordt overtroffen, moeten wij toch zeggen, dat de proef-voor- stelling ons alleszins is medegevallen. De beelden zijn zeer duidelijk, eu weinig bewegelijk, en munten door prachtige voorstellingen uit. Vooral de beelden, voorstellende een groote brand te Parijs ,een gezicht op Venetië en, op de snel stroom en en de waterval van de Niagara vielen ten zeerste in den smaak en werden met luide toejuichingen begroet. Maar ook de andere voorstellingen als „Een huiselijk tafereeltje", een Kwajon gensstreek, springpaarden, een reis met .een sneltrein, enz. enz. waren zeer aardig en mooi. Doch zo0als gezegd, het meeste suc ces werd ingeoogst met eerstgenoemde voorstellingen. Men ziet de schoon© stad Venetië met haar gondelvaarten, in haar geheel; en ook het voederen der duiven op het Marcusplein. Bij den grooten brand ziet men. het in woeste vaart uitrukken der Brand weer, met stoomspuiten en ladderwa gens; het aankomen op de plaats des onheils, het opzetten der re d ding s- I laddfrs.en het ragden van menschen de achter0eble-uit de bovenste verdieping van het Feuilleton. Vertaald wii het ENGELSCH. Luister 1 begon hij, terwijl bij weer dichter bij haar kwam; maar met een laatste krachtsinspanning viel zij nogmaals uit: Neen, neen; ik wil niet naar je luisteren. Ga heen zeg ik je. Er is hier gevaar. Ga oni jezielfs wil au je het om den mijn© niet wilt doen. Ik kan niet gaan. Ik kan je niet verlaten, terwijl je denkt, dat ik zoo slecht ben. Er is geen woord waar van het verhaal, dat je gehoord hebt. Lady Capel is koningsgezind evenals ik; e/n zij heeft mij alleen maar gehol pen en een schuilplaats gegeven, zoo als zij en de haren dat ook wel voor anderen gedaan hebben. Kon ik het maar gelooven. O, wat ben je toch toloersch. Luister eens! Er is nog maar éé.ie kans op redding voor mij, maar dan moet ik de hulp van Lady Dorothy Capel aannemen. Ik ben ingesloten en zonder haar is mijn vonnis getee- kjend. Zij zijn steeds bezig ieze bos- schen te doorzoeken; maar laat >p den avond ga ik naar Coomhe Royal. Daar zal ik veilig zijn, en bij het krie ken van den morgen Engeland voor altijd verlaten. Voor altijd'? Ja, voor goedx Maar, lieve meid, nu zie ik naast je verontwaardiging toch wat in je oogen schitteren, dat mij weer hoop geeft. En ik ik heb gesmacht om je weer t© zien, om de aanraking van je hand te voelen en het geluid van je stea®. te hooren. Ik heb bijna alles in de waagschaal ge steld om dezen avond' nog een woord je met je te kunnen wisselen en de fortuin heeft Harden begunstigd en nu ga ik vluchten. Ga meit mij mee; menig dapper gentleman heeft in Po len en Moscovië een fortuin verwor ven. Wij zullen dit land van haat en zorgen den rug toedraaien. Kom vrouwtje! Hij: had zoo goed mogelijk zijn laat ste troef uitgespeeld en toen hunne oogen elkaar ontmoetten, zag hij, dat het spel door hem gewonnen was. Lieve Patience! Mijn engel, zei hij, en trok haar naar zich toe. Zij zei niets, maar drukte zich vast tegen hem aan. Zijn woorden had'dïii allen twijfel weggenomen en zij vertrouwae weer, zooal's menige vrouw vóór haar gedaan had en altijd doen zal. Maar spoedig werden zij weer tot de werkelijkheid' teruggebracht. Ter wijl' zij daar stonden, hoerden zij op een afstand een snel galoppeerenden hoefslag, die steeds nader en nader kwam, totdat het overging in het zware, dofiJe geluid, dat een paard maakt, als het over een grasveld gaat. Toen het onheilspellend geluid na der kwam, sprong Patience terzijde. Hoor je dat? Vlucht! Vluchtl Harden draaide zich om om heen te gaan; maar juist op dat oogenbl'k verscheen Bumside warm en buiten adem aan het begin van het grasveld. Het was gelukkig voor den ouden man, dat hij niet even eerder gelto men was, en gelukkig voor Harden ook. Het was nutteloos; alles te ver geefs; begon hij, en toen viel zijn oog op Harden. Toen hij wat wilde zeg gen, viel Patience hem in de redft. Hartstochtelijk keerde zij zich tot Harden. Ga nu! Wij zullen hen egenhou- den. Ik zweeg het je Harden keek nog even snel rond en sloop toen het bosch in. Luchtig en behendig als een luipaard was hij in een oogenblik verdiwenen. Dat was geen minuut te vroeg ge- wjeest. Nauwelijks was alles in het kreupelhout weer rustig of een twaalf tal ruiters kwam te voorschijn om een scherpen hoek van het open ter rein, en draafden recht op Burnside en zijn dochter toe. Zij had-dep alleen nog maar lijdeen paar woorden en een blik te wisselen, toen de hoofdman snel vlakbij kwam en zijn paard inhield, welk voorbeeld de anderep volgden. Het was kolonel Maunsell zelf, de: barsche ruiterhoofdman, wiens naam eeu schrik was voor de Royalisten. Hij was lang, bijzonder lang en maak te met zijn donkere kleeding en het zwarte strijdros, dat hij beried een zeer somberen indruk wat trouwens met zijn geloofsgenootem meest altijd het geval was. Niemand echter, die zijn alipken oogopslag bemerkte erv. zijn gelaat, dat van een vasten wil getuigdtdacht er oveg, dat deze man in staat zou zijn tot een of andere ge- meene daad' eai dat mocht in dien tijd een uitzondering heeten. Een paar passen van Patience en Burnside af had hij zijn paard inge houden, hij kende hen allebei van uiterlijk en ernstig groetend scheen zijn plan te zijn hun iets tei vragen, maar Patienoe voorkwam hem door te zeggen: Sir, mijn vader ia van plan het, Woord te prediken. Wilt u ook onder zijn gehoor zijn? Ja! zei Burnside. Kom, de Waar heid woont in mij en wil zich aan u mfeedeel&n. Die snel gewisselde woorden, die blik tusschen vader en dochter, toen Maunsell hen naderde waren ih goede aarde gevallen. Zij waren be sloten - om hein op te houden, het kostte wat het wilde, en Burnside ver gat voor een oogenblik zijn godsdienst ijver om de wenk van zijn dochter ter harte te nemen en zijn rol goed te spelen. Maunsell fronste zijn wenkbrauwen Neen, zei hij kortaf. Wij hebben and'er werk. Daar is nu geen tijd voor. En wat een soort van werk uw eigen bloedverwant! Patience sprak de laatste woorden zoo zachtjes, dat alleen Maunsell ze kon hooren. Hun donkere oogen ont moetten elkaar één oogenblik, bittere minachting lag in den blik van het meisje, woede en verwondering in diep van den man. De rimpel op zijn gelaat ward' nog dieper en hij was juist van plan iets te zeggen toen het kreupelhout ritselde en Peter Manl die daarin een blik geworpen had, te vooüfschijn kwam, triomphantelijk een met kant omzoomden zakdoek op den punt van zijn zwaard meevoerend De fanatieke man scheen buiten zich zelf van opgewondenheid te zijn ep toen hij naderbij kwam riep hij uit: fulo! Ik- Lig als een Beer r.p Wacht voor den Heiden, zeg dat de weerbarstige volgeling van Jehoram onder ons hereik is. Ziet u dit prulle tje. Poeh! Het is verpest door het per fum van de Mo pieten. Ik vond het hier tusschen de braamstruiken. Maunsell was van zijn paard ge sprongen, toen de man te voorschijn kwam, en riep hem nu bij zich. maar Patience nep met een lachend gelaal Het is de mijne! De uwe, mejuffrouw'? zei Manley aarzelend, terwijl hij daar stond m't opgeheven zwaard, toen opeens Maun sell rustig en ernstig zei: Laat uw zwaard zakken, Man ley! En terwijl de ruiter dat deed, nam hij de zakddek van de punt eii hield haar een oogenblik in zijn ham. den. Wereft vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1