NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Meestgeleasen Dagblad in Haarlem en Omstreken. )e Gouvernante. 20e Jaargang Donderdag 28 Mei 1903 No. 6107 DAGBLAD Aboimeni enteprljs Yocr Haarlem per S maanden. f 1.20 Voor de dorpen la dea omtrek -waar 6en Agent gevestigd is (kom der gemeente),, per S maanden1.30 Franco door het geheels Rijk; per 3 maanden1.65 Afsomdsrlijke nummers0.021/» Geïllustreerd Zondagsblad, voor Eaarlem, per S maanden0.37V» de omstreken en franco per post. 0.45 AXlVCrtCIltlCUL Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Zuider Bnltenspaarne No. 6, Entercommunaal Telefoonnummer der Redactie G00 en der Administratie 122, Groote Kontstraat No. 55. Telefoonnummer 724. ü!4gt¥# d«r Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. «2. AdveirteaÜSsL •srsrdsa geneman deer onzs Agenten en door all* Boekhandelaren en Courantiers, Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën ®s. Reclsmas betreffend® Eaadsl, Nijverheid exr, Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. t6 Amsterdam. BH blad vmrtsohtjnf dag&tijk*. bmhaiwm e» Zo»- 00 Foestdagon Hoofdagenten vees het BuitenlandCompagnie Générale de Publicitè Etrangère G, L. BAH BE Co., JOEN F. JGNES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre. Bit SKssmei' tsestaat uit zes bladzijden. Kaarlsm's Dagblad vau 28 Mei o.a. De Dreyfas zaak, Do Maeedoni- lelie qaaestie, Kameroverzicht, De )rfeni8(iuae8tie Pieter Teyler van Ier Halst, De Koningiuneweek te Lmsterdain, Prof. Treub te Utrecht [ngezonden stukken. Rinkema Ilaadscandidaat. „De besturen der gecombineerde kies vereenigingen", aldus schrijft de Haar. emsche corr. der N. R. C., „hebben de jandidatuur voor den Raad in de plaats ?an den heer Roog die vertrokken is, aan den heer Rinkema. Deze bericht de candidatuur te zullen i De mededeeling zelf is juist, het feit ons trouwens niet onbekend, maar achtten het voorbarig daarvan thans mededeeling te doen, omdat daar- feitelijk wordt vooruitgeloopen op beslissing der kiesvereenigingen, die niet vergaderd hebben. Immers wat besturen doen geschiedt onder voor van de goedkeuring der leden, nu door dit voorbarig publiceeren igezet voor een fait accompli, lat hen wel eens zou kunnen, prikkelen lot verzet tegen een overigens nuttige itap van de besturen. Als dat geschiedde zou het ons leed loen, want wij meenen juist, dat men in den heer Rinkema een goede keuze keeft gedaan. Man van erkend bouw kundige bekwaamheid, wel ter taal is pij bij uitstek igeschikt om den heer koog te vervangen. Zijn vakgenooten, ceker in deze de beste beoordeelaars, hebben hem een attest van bekwaamheid gegeven, toen zij hem verkozen tot voor van de Vereeniging van Industri ëlen en Kooplieden in bouwkunde en Aanverwante vakken, j Rinkema is nog jong, nog geen 41 jaar }n bezit dus de werkkracht, die voor een bouwkundig lid in den Raad niet alleen 'wenschelijk, maar noodig is. Hij begon pjn loopbaan als opzichter van den Wa. «rstaat, maar nam weldra de timmer- nanszaak van de firma Lamslag en Daalberg op het Begijnhof over en ves tigde zich tevens als aannemer. Hij woont nu sinds achttien jaar hier In.' heeft in dien tijd verschillende wer- len uitgevoerd, waarvan het meest be kende het Mausoleum is. j Zestien jaar achtereen, van 1886 tot 1902 was hij aannemer van verschillende iderhoudswerken van de gemeente. Het een gelukkig toeval, dat deze verhou- tot de gemeente niet meer bestaat, die natuurlijk voor zijn Raads-lid- itschap een onoverkomelijke hinder, zou zijn geweest. Dit over den persoon van den nieu. fen candidaat, die zooals men uit bo venstaande opmerkingen zien zal, nog paar een zeer voorloopige can- is. Geen van de vier kiesvereeni- lingen die de combinatie vormen, de iesvereeniging Haarlem, de R. K. kies- vereeniging, de Protestantsche kiesver- eeniging en Burgerplicht, heeft immers nog vergaderd; Haarlem vergadert het eerst en wel dezen avond. Als de kiesvereenigingen verstandig doen zullen zij hunne besturen in de gedane keus volgen, het waardeerende dat een igeschikt man bereid is tot het vervullen in den Raad der speciale, en verre van gemakkelijke, functie van bouwkundig lid. J. C. P. üificieeie Berichten. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van Haarlem, Doen ie weten, dat van heden op alle werkdagen, van des voormid dags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 9 Juni e-k., 's namiddags ten 1 ure, ter gemeentesecretarie (7e Afdeeling) ter inzage zijn nedergelegd, de inge komen verzoekschriften met de bij lagen van: K. Radder, om vergunning tot op richting van eene smederij op het perceel aan den Schoterweg. K. J. Blok van Laer, om vergun ning tot oprichting van eene inlich ting tot het knippen, pletten en stem pelen van plaatijzer en het verzinken daarvan voor het vervaardigei) van onderlagen voor dakpannen, waarbij alsi beweegkracht een lelectromotor van 6 paardekrachten zal worden ge bezigd, in het perceel aan de Jans straat No. 85. L. W. Heil en Zonen, om vergun ning tot oprichting van eene inrich ting voor zuivelbereiding, waarbij als beweegkracht ,een gasmotor van 2 paardekrachten zal worden gebezigd, in het perceel aan dte Klerksteeg No. 68; en dat op den veertienden dag na heden, zijnde f) Juni e.k., en wel des namiddags ten 1 ure op het Raad huis dier gemeente de gelegenheid) zal worden gegeven, om ten over staan van het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden bezwaren tegen het oprichten dezer inrichtin gen in te brengen. Haarlem, 26 Mei 1903. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Buiienlandsch Nieuws Zuid-Afrika, Lord Milner. Uit Zuid-Afrika wordt gemeld, dat lord MiLner lijdende is aan een ziekte aan den blinden darm. Binnen eenige weken zal hij, zooals men weet, naar Engeland gaan om rust te nemen. Lord Milner heeft gelast, dat de Boe. renminderheid, welke in den Wetgeven- den Raad zal zetelen, daar slechts Hol- landsch mag spreken door bemiddeling van een tolk. Het Holiandsch wordt dus als een vreemde taal beschouwd. Pijnlijke cijfers. Land en Volk bevat een opgave van het aantal behoeftige slachtoffers van den oorlog in de twee nieuwe koloniën, aan bet blad verstrekt door den heer D. v. Velden, secretaris van het Generale Boerenhuipfonds, op de gegevens van 66 sub-commissies. Drie hadden nog geen verslag ingezonden. Sommige ver slagen waren nog onvolledig. Er waren „tijdens (na?) den oorlog": In Transvaal 1267 weduwen met 2576 kinderen, 623 weezen, 452 verminkte vol wassenen en 449 (verminkte?) kinderen en 314 weduwnaars met 915 kinderen; in den Vrijstaat: 883 weduwen met 2620 kinderen, 458 weezen, 145 verminkte vol wassenen en 1S7 (verminkte?) kinderen en 262 weduwnaars met 755 kinderen. Bovendien zijn er in de beide landen nog 836 weduwen met 2314 kinderen, 275 weezen, 95 verminkte volwassen en 200 verminkte kinderen, die niet als behoef tig aangemerkt worden. Het hoofd comité van het Generale Fonds is thans in onderhandeling met de regeering, om te zien op welke wijze men best de door Chamberlain beloofde hulp aan de nooddruftige weduwen en weezen ten goede kan doen komen. Engeland. Chamberlain's politiek. Sir John Leng vroeg den heer Cham berlain of hij eenig officieel voorstel heeft gedaan voor afzonderlijke tarie ven voor de koloniën, waarbij preferen- tieele rechten worden geheven van En- gelsche goederen. Chamberlain ant woordde ontkennend. Oosteuryk-Hongarije. De toestand in Kroatië. In de Kamer herinnerde de Kroatische afgevaardigde Bianchini aan de weige ring door den Keizer om de Kroatische afgevaardigden in den Rijksraad en de Landdagen in Dalmatië en Istrie in au diëntie te ontvangen. Minister-president Von Koerber verklaarde, dat de Regee ring niet zal toelaten, dat de discussie afdwaalt van liet constitutioneele zichtspunt. Feiten., die in Hongarije voorkomen, kunnen geenr onderwerp van bespreking uitmaken in den Rijksraad. Von Koerber constateerde tegenover de overdreven beweringen omtrent de ge beurtenissen in Kroatië, dat slechts twee menschen gedood zijn. Wat betreft de spanning, die onder de bevolking in Dalmatië en Istrië zouden bestaan, daar van is onder het grootste deel der be volking geen spoor te vinden. De minis ter-president d.eed een beroep op alle eerlijke menschen om den nationalen geest, orde en vrede te eerbiedigen. De Koninginneweek te Amsterdam Speciale correspondentie van (Peereboom's algemeenen dienst) voor Haarlem's Dasblad. 5e Dag. 's Morgens al weder audiëntie nu van commissiën en vertegenwoordigers van corporatiëii— 'n vervelend ochtendje dus voor de kijkers, maar een waarop men zijn kennis van de uniformen der civiele autoriteiten van allerlei slag ver der kon aanvullen. De middag behoorde echter gelukkig weer aan het publiek. Tegen half drie reed de Koningin uit, gekleed in een mooi blauwzijden robe, waarover een beige mantel. De Prins droeg een gene raalsuniform. De straten waren overvol, 't Schijnt wel of het publiek aangroeit naarmate de Koninginneweek verder vordert. Op den N.Z. Voorbungwal stonden de rood zwarte weesmeisjes en jongens ge schaard. Wat keken die blanke meisjes kopjes geestig uit de net-geplooide, ha gelwitte mutsjes! En de Walenweesjes op het Leidsche plein wedijverden met hunne stadszusters in propere blank heid. De scholen kregen hun aandeel wèl aan de feestvreugde. Overal waren de onderwijzers en onderwijzeressen met de kinderen naar buiten gekomen en jo lig en vroolijk klonk hun gejuich, wuif den de kleine handjes. Zelfs de heeren van de Pers werden zonder eenige ironische bijbedoeling in de algemee- ne hulde opgenomen. Als je zoo vlak achter de Koningin aan mag rijden, verdien je dat meenden ze. Maar toen in het Wilhelmina-Gasthuis aan de Helmersstraat het buitengast- huis, waarvoor onze Koninigin indertijd den eersten steen legde, en dat ook naar haar genoemd werd. Een mooie ontvangst daar eenvou dig, en treffend, vooral op deze plaats, in deze gebouwen van lijden. De verpleegsters, in blauw katoenen uniformen met witte boezelaartjes voor, zongen de Koningin en den Prins het- Wilhelmus toe. Zuiver en krachtig klon ken de frissche stemmen der jonge meisjes. En toen Hare Majesteit dan ook was toegesproken en alle verdere offi- cieelerigheid was afgeloopen, liep zij even langs de rijen der verpleegsters, om te zeggen hoe mooi zij dit gezanig had gevonden. En dan treft, bij gelegenhe den als deze, met hoeveel takt Hare Ma jesteit weet op te treden. Wat later in de ziekenzalen nog bevestigd werd. Als een weldoende fee, vroolijk en op gewekt doorliep de Koningin de zalen, telkens tusschen de kribben in schuiven de om de patiënten met een hartelijk woord een paar heerlijke frissche bloe men te geven. Eerst de vrouwen. O, wat holle oogen, en bleeke gezichten, witte wangen waarop de ontroering een. rood blosje had) geteekend. Wat bevende handen en sprekende blikken. Twee oud jes, vlak bij mij, hadden bet erg te kwaad. Ze konden de lastige zenuwen geen baas meer worden, en een lag er vrijuit en ongedwongen een deuntje te huilen. Ze was er kapot van! Toen de kinderzaal. Niet veel blonde of zwart „zijden" kopjes, veel spichtig- harige kinderen der armen, maar wat een lekkere snoetjes, en wat een ver rukte oogen, als de Koningin ze lief- moederlijk een stukje speelgoed toe stopte. Een enkele begon er te huilen als de belangstelling van het groote ge volg der Koningin eens wat al te drin gend werd, maar de meesten lagen maar te kijken, met groote verwonderde oogen. Was 't niet een wonder wat hier gebeur de! Maar wat een brutale rekeltjes ook. Een kreeg een bordpapieren bokje voor dito wagentje, 'n Paard, verklaarde hij, duidelijk en pertinent, op het papieren dier wijzend. De Koningin glimlachte lief en schudde het hoofd. Ja, hè Juf, een paard, vroeg bij toen aan het aardige verpleegstertje, zijn vertrouwde natuurlijk, en die knikte vriendelijk. Zoo zijn wij alle zalen doorgewandeld. De zaal der witte wiegjes, waar feeste lijke oranjestrikken, de hulde der rustig slapende wichten vertolkten, door de zaal der mannen, die ook zaten te kijken net als de kinderen, en net als u en mij zou overkomen naar die Koningin van gratie en goedheid. Wat lagen ze allen netjes in hun wi». gespreide bedden. Maan toen de Koning in en haar gemaal de binnenplaats ueer overstaken om naar de rijtuigen te gaan, kwam er leven en beweging op de za len. Alles wilde naar de ramen, en op de kinderzaal was het heerlijk te zien. hoe de driftige kleine bengels, in het meest verwaarloosde bedcostuum, door de ver. pleegsters naar de ramen werden ge dragen. Hoevah voor de Koningin- Zoo juichte het heele Wilheimina- Gasthuis, waar Hare Majesteit een week lang, en nog langer het onderwerp van alle gesprekken zal zijn- Zoo ook later in de echte Oranjebuurt, de Willemstraat en den Zandhoek, waar kinderen zongen, en de Oranjeboom was versierd. 't Was Dinsdag weer een warme dag in vele opzichten. Stadsnieuws. Haarlem, 27 Mei 1903. Haarleiosche Sc her mbond. In de Dinsdagavond gehouden jaarvergadering van den Haarlem- schen Schermbond werd de rekening en verantwoording van den penning meester, wellte sluit met een batig saldo .van ruim f 30, goedgekeurd. Deze zal door eene commissie van 3 leden worden onderzocht. Het aftredende bestuur werd her kozen. met uitzondering van den heer L. Smit, die bedankt had en in wiens plaats is gekozen de heer J. Hagemans, zoodat het bestuur thans is samengesteld als volgt: II. A. van Abs, voorzitter; P. Tel, secretaris; W. J. Reiningk, penningmeester, II Dankclman en J. Hagemans, com missarissen. Kunstavond. De kunstavond. Dins dagavond belegd ten voordeele der slachtoffers van de werkstaking is een succes-avond geweest in tweeërlei op zicht; nl. lettend op het doel en lettend op hetgeen gegeven is zelf. Want hei doel was geld inzamelen voor de bedoelde slachtoffers, en door de goe de opkomst zal een flinke recette zijn gemaakt, en wat de uitvoering van het programma betreft, men had medewer king van artisten van beteekenis. Hier was in elk geval niet van toepas- sing-, „Men telt den uitkomst niet. maar let op 't doel alleen". Róyaards zegde verzen, doch kon niet geven wat hij vermag, omdat een ont stemmende tijding hem bereikt had. De dames Anna Blaauw en Hermine Scholten zongen en gaven heerlijk kunstgenot. Vooral „Auftrage" van R. Schumann door Anna Blaauw gezongen en „Gretchen am Spinnrade" van Schu bert, door mej. Scholten gezongen, oogst, ten veel bijval. Het pianospel van mej. Levie en het vioolspel van den heer Cats werden blij kens het telkens herhaald en langdurig applaus zeer gewaardeerd. Zij hadden mooie nummers gekozen en voerden ze uit als men van artisten als zij verwacht. Het meeste succes echter had de heer Speenhoff met zijn liedjes. Wij hebben er reeds bij vorige gelegenheden den loftrompet over gestoken en zullen er nu niets anders van zeggen, dan dat de dichter-zanger met daverend applaus gedankt werd voor hetgeen hij gaf en vooral zijn „Vegetariërs" insloeg. De voordracht van Dr. Van Eeden be stond uit een stuk van „Het Lied van Schijn en Wezen" en een onuitgegeven gedicht, uitgesproken elders ter gele genheid van den 1-Mel-dag-vierling. Ook hij oogstte veel bijval. Summa summarum. constateert men dus dat als boven reeds gezegd de feestavond zeer wèl geslaagd is. Na afloop werd een collecte gehouden, waarvoor de heer J. Gerritz een aanbe velend woord gesproken had. Haarlem, 26 Mei. Geëx. 8 vrouw. cand. Geslaagd mej. A.. P. v. Wijk te Hoog woud. Op aud ienti e. De volgende Haar- lemsche corporation hebben zich Dins dag op de audiëntie bij H. M de Ko ningin te Amsterdam doen vertegen woordigen, te weten: de Kamer van Koophandel en Fabrieken; Koninginne dag, Cremer, Zang en Vriendschap en Bond van oud-Onderofficieren. Bij vonnis van do arrondissements rechtbank alhier van den 2Gen Mei 1993, is in staat van faillissement verklaard Jan Du, koopman te IJmuiden. Rechter-commissaris jhr. mr. R. de Marees van Swinderen, In d e S t.-C ourant van heden vinden, wii eenige wijzigingen in de statuten der Naamlooze Vennootschap der E. N. E. T. alhier. De voornaam ste daarvan zijn dat het aantal van hoogstens 7 commissarissen wordt ge bracht 00 hoogstens 10 en een nieuw art. 22a, luidende „Zoolang de op 31 Januari 1903 be staande obligatieleeningen ten laste der vennootschap niet ten volle zullen, zijn afgelost, wordt de bevoegdheid tot het aangaan van geldleeningen door het uitgeven van obligation beperkt tot een maximum van f 1,000,OOQ, voor zooveel de thans door haar geëxploi teerde lijnen betreft, waaronder niet begrepen is. de eventueel door haar over te r emen Haarlemsche paarden- Uit het Engelsch naar DOROTHEA GERARD. Daarop kan ik niet vertrouwen! 1 weet al, wat ik doen zal; ik zal raulein Pohl om raad vragen; zij ent zooveel menschen, misschien -an zij mij iets aan de hand doen. !ou ik haar nu nog op haar bureau inden, ik mag hfet lijden? En Clara ieek naar de zwaarvexgulde klok op tafel. Ja, als ik vlug voortmaak, zal ,jt haar misschien nog treffen. HOOFDSTUK III. De „Moderne Vrouw". 5 Fraulein Pohl was nog op haar toen Clara daar binnenkwam zij al bezig was haar papie- en voor dien dag op te ruimen. Het fas een ruim maar ongezellig ver trek, dat alle kenteokenen droeg van intellectueelen arbeid planken met boeken, loketten,papiermanden, stukken vloeipapier en een ze© van inkt. Het was een arbeidsveld of lie ver nog een slagveld, op welks stoffi- gen vloer de vrouwelijke uitgever van de „Moderne Vrouw" roentgen hardnekkigen strijd gestreden bad. Het was niet te verwonderen, dat Clara Fraulein Pohl als haar raad geefster gekozen had, niet alleen om dat er voor haar weinig kans bestond want van het oogenblik af, dat de barones de hoop op moiest geven om als chaperonne van een erkende beauté op te treden, had zij toegege ven aan haar afkeer tot inspanning en chronische zenuwzwakte voorge wend om zich geheel uit de conver satie terug te trekken maar ook omdat het bekend was, dat Fraulein niets liever deed dan iemand raad geven. Fraulein Pohl was donker, dapper en beneden de middelmatige grootte, wier zeer uitstekende jukbeenderen ondersteund werden door een rol vleesch of vet, hetgeen haar gelaat vierkant maakte. Kort geknipt grij zend zwart haar, een pince-nez, die zij moeite had in evenwicht te hou den op haar mopneus, een paar scherpe, grijze oogen, die u bijna woest aankeken, en een groote mond, die steeds gereed was tot wantrou wen in het algeme'en, ziedaar de hoofdtrekken van physionomie. Zij had ook een zekere schaduw op de bovenlip, waarop zij zeer trotschwas en die zij vergeefsch trachtte tot een werkelijken knevel op te kweeken; dikke handen met korte vingers hield zij in ledige uren heel kinderlijk op haar lomvangirijke maag gevouwen; en een plotselinge Homerische lach kon haar geheel'e lichaam doen schudden. Als de courant een kampioen noo- dig had, dan had zij het niet beter kunnen treffen, want alles aan haar teekende strijdvaardigheid. Zij was niet te voldoen ten opzichte van de eischen die ze stelde voor haar ver trapte zusteren. Haar eerzucht stel de zich niet tevreden met het ver minderen van vrouwelijden, ook kon haar niet eens het openstellen van alle betrekkingen voor de vrouw vol doen. Zij vroeg veel meer dan dat: bet slechten van de laatste scheids muur tusschen d© beide sexen, de for meel© erkenning van de absolute ge lijkheid tusschen man en wouw op ieder gebied uitgezonderd een toeval lig onderscheid van lichaamsbouw, dat als volkomen lichamelijk stellig veronachtzaamd kon word'en bij een geslacht, waarvan het intellect steeds meer de meester werd over het phy- siek. Iets minder dan dit aan te nemen, beteekende in de oogen van Fraulein Pohl evenveel als verraad plëgen aan de goede zaak, als schandelijk onder schrijven van de eeuwenoude sla vernij. De ketens der vrouwenslavernij moeten niet verguld maar verbroken worden en daaraan had Fraulein Pohl niet alleen haar leven, maar ook haar fortuin gewijd; want geen persoonlijke tegenspoed had haar in het strijdperk gebracht, alleen wat men gewoonlijk roeping noemt had haar daartoe gedreven. Toch had deze onverschrokken vrouw ook hare zwakheden. Een van haar dxoomen een van de onderge schikte détails van haar grooten droom was liet doen verdwijnen van ieder onderscheid in de kleeding der beide sexen; en toch, hoe onge- loofelïjk het ook schijnt, zij had nog nooit den moed bijeengeraapt om zelfs tegenover haar intimi te ver schijnen in korte rok met wijde pan talon. Men wist, dat zij een dergelijk pak besteld had en men vermoedde, dat zij achter gesloten deuren zich zoo nu en dan in dat ideaal-costuum kleedde. Als zij uitgedaagd werd om haar theorie op dat puut in praktijk te brengen, had Fraulein Pohl haar antwoord klaar. Alleen haar aesthe- tisch gevoel weerhield haar zichzelf zoo te kleeden (of zou het alleen een gril geweest zijn, want i)n weerwil van de „Moderne Vróuw" bezat zij grillen. De tijden waren nog niet rijp voor zoo'n revolutie in de vrouwen- kleeding, erkendfe zij droevig, dat nam niet weg, dat betergebouwde vrouwengestalten zich als baan- breel^sters moesten opwerpen voor de reformkleeding. Op haar lijst stond ook een hervorming in het dra gen van het haar, in dat opzicht kon haar eigen stoppelig hoofd als voor beeld dienen; maar juist op dit punt had zij veel minder aanhangsters dan ze wenschte. Hadden ze dun haar, dan gingen ze er wel eens toe over :(misschien in de hoop, dat het de groei zou bevorderen), terwijl de be zitsters van weelderig haar liever af wachtten, tot de oude dag het zou doen uitvallen. Wanneer zult ge eindelijk uzelf eens van dien belachelijken last bij- vrijden? placht zij plagend te vragen, en de leerlingen antwoordden lachend Zoodra als u uzelve bevrijdt van uw japon. Dan begon Fraulein Pohl meteen lage stem maar niet onvriendelijk te lachen met een flikkering in de diep ste diepte van haar uitgeefstersoog. Fr&ulein Pohl had een bezoekster bij zich, vertelde de dienstbode, dia haar binnenliet een geelharige, blauwoogige jonge vrouw, die haar best deed op haar gemak te schijnen, klaarblijkelijk ook iemand die om raad kwam vragen. Ik zou je raden de Fransche fa milie maar te kiezen, zei da uitgeefster scherp, toen Clara binnenkwam. Het is ten minste iets, veronderstel ik, nu je blijkt niet ge schikt te zijn voor iets anders, arme Ida» Ik ben bang ook hiervoor niet geschikt te zijn, zei Ida, verdacht met haar groote oogleden knippend. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1