NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgeleasen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
)e Gouvernante.
20e Jaargang
Donderdag 28 Mei 1903
No. 6107
DAGBLAD
Aboimeni enteprljs
Yocr Haarlem per S maanden. f 1.20
Voor de dorpen la dea omtrek -waar 6en Agent gevestigd is (kom der
gemeente),, per S maanden1.30
Franco door het geheels Rijk; per 3 maanden1.65
Afsomdsrlijke nummers0.021/»
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Eaarlem, per S maanden0.37V»
de omstreken en franco per post. 0.45
AXlVCrtCIltlCUL
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zuider Bnltenspaarne No. 6,
Entercommunaal Telefoonnummer der Redactie G00 en der Administratie 122,
Groote Kontstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
ü!4gt¥# d«r Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
«2. AdveirteaÜSsL •srsrdsa geneman deer onzs Agenten en door all* Boekhandelaren en Courantiers, Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
®s. Reclsmas betreffend® Eaadsl, Nijverheid exr, Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. t6 Amsterdam.
BH blad vmrtsohtjnf dag&tijk*. bmhaiwm e» Zo»- 00 Foestdagon
Hoofdagenten vees het BuitenlandCompagnie Générale de Publicitè Etrangère G, L. BAH BE Co., JOEN F. JGNES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre.
Bit SKssmei' tsestaat uit
zes bladzijden.
Kaarlsm's Dagblad vau 28 Mei
o.a.
De Dreyfas zaak, Do Maeedoni-
lelie qaaestie, Kameroverzicht, De
)rfeni8(iuae8tie Pieter Teyler van
Ier Halst, De Koningiuneweek te
Lmsterdain, Prof. Treub te Utrecht
[ngezonden stukken.
Rinkema Ilaadscandidaat.
„De besturen der gecombineerde kies
vereenigingen", aldus schrijft de Haar.
emsche corr. der N. R. C., „hebben de
jandidatuur voor den Raad in de plaats
?an den heer Roog die vertrokken is,
aan den heer Rinkema. Deze
bericht de candidatuur te zullen
i De mededeeling zelf is juist, het feit
ons trouwens niet onbekend, maar
achtten het voorbarig daarvan thans
mededeeling te doen, omdat daar-
feitelijk wordt vooruitgeloopen op
beslissing der kiesvereenigingen, die
niet vergaderd hebben. Immers wat
besturen doen geschiedt onder voor
van de goedkeuring der leden,
nu door dit voorbarig publiceeren
igezet voor een fait accompli,
lat hen wel eens zou kunnen, prikkelen
lot verzet tegen een overigens nuttige
itap van de besturen.
Als dat geschiedde zou het ons leed
loen, want wij meenen juist, dat men
in den heer Rinkema een goede keuze
keeft gedaan. Man van erkend bouw
kundige bekwaamheid, wel ter taal is
pij bij uitstek igeschikt om den heer
koog te vervangen. Zijn vakgenooten,
ceker in deze de beste beoordeelaars,
hebben hem een attest van bekwaamheid
gegeven, toen zij hem verkozen tot voor
van de Vereeniging van Industri
ëlen en Kooplieden in bouwkunde en
Aanverwante vakken,
j Rinkema is nog jong, nog geen 41 jaar
}n bezit dus de werkkracht, die voor een
bouwkundig lid in den Raad niet alleen
'wenschelijk, maar noodig is. Hij begon
pjn loopbaan als opzichter van den Wa.
«rstaat, maar nam weldra de timmer-
nanszaak van de firma Lamslag en
Daalberg op het Begijnhof over en ves
tigde zich tevens als aannemer.
Hij woont nu sinds achttien jaar hier
In.' heeft in dien tijd verschillende wer-
len uitgevoerd, waarvan het meest be
kende het Mausoleum is.
j Zestien jaar achtereen, van 1886 tot
1902 was hij aannemer van verschillende
iderhoudswerken van de gemeente. Het
een gelukkig toeval, dat deze verhou-
tot de gemeente niet meer bestaat,
die natuurlijk voor zijn Raads-lid-
itschap een onoverkomelijke hinder,
zou zijn geweest.
Dit over den persoon van den nieu.
fen candidaat, die zooals men uit bo
venstaande opmerkingen zien zal, nog
paar een zeer voorloopige can-
is. Geen van de vier kiesvereeni-
lingen die de combinatie vormen, de
iesvereeniging Haarlem, de R. K. kies-
vereeniging, de Protestantsche kiesver-
eeniging en Burgerplicht, heeft immers
nog vergaderd; Haarlem vergadert het
eerst en wel dezen avond.
Als de kiesvereenigingen verstandig
doen zullen zij hunne besturen in de
gedane keus volgen, het waardeerende
dat een igeschikt man bereid is tot het
vervullen in den Raad der speciale, en
verre van gemakkelijke, functie van
bouwkundig lid.
J. C. P.
üificieeie Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Haarlem,
Doen ie weten, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormid
dags 10 tot des namiddags 4 uur, tot
9 Juni e-k., 's namiddags ten 1 ure,
ter gemeentesecretarie (7e Afdeeling)
ter inzage zijn nedergelegd, de inge
komen verzoekschriften met de bij
lagen van:
K. Radder, om vergunning tot op
richting van eene smederij op het
perceel aan den Schoterweg.
K. J. Blok van Laer, om vergun
ning tot oprichting van eene inlich
ting tot het knippen, pletten en stem
pelen van plaatijzer en het verzinken
daarvan voor het vervaardigei) van
onderlagen voor dakpannen, waarbij
alsi beweegkracht een lelectromotor
van 6 paardekrachten zal worden ge
bezigd, in het perceel aan de Jans
straat No. 85.
L. W. Heil en Zonen, om vergun
ning tot oprichting van eene inrich
ting voor zuivelbereiding, waarbij als
beweegkracht ,een gasmotor van 2
paardekrachten zal worden gebezigd,
in het perceel aan dte Klerksteeg No.
68;
en dat op den veertienden dag na
heden, zijnde f) Juni e.k., en wel
des namiddags ten 1 ure op het Raad
huis dier gemeente de gelegenheid)
zal worden gegeven, om ten over
staan van het Gemeentebestuur of
een of meer zijner leden bezwaren
tegen het oprichten dezer inrichtin
gen in te brengen.
Haarlem, 26 Mei 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Buiienlandsch Nieuws
Zuid-Afrika,
Lord Milner.
Uit Zuid-Afrika wordt gemeld, dat lord
MiLner lijdende is aan een ziekte aan
den blinden darm. Binnen eenige weken
zal hij, zooals men weet, naar Engeland
gaan om rust te nemen.
Lord Milner heeft gelast, dat de Boe.
renminderheid, welke in den Wetgeven-
den Raad zal zetelen, daar slechts Hol-
landsch mag spreken door bemiddeling
van een tolk. Het Holiandsch wordt dus
als een vreemde taal beschouwd.
Pijnlijke cijfers.
Land en Volk bevat een opgave van
het aantal behoeftige slachtoffers van
den oorlog in de twee nieuwe koloniën,
aan bet blad verstrekt door den heer D.
v. Velden, secretaris van het Generale
Boerenhuipfonds, op de gegevens van
66 sub-commissies. Drie hadden nog
geen verslag ingezonden. Sommige ver
slagen waren nog onvolledig. Er waren
„tijdens (na?) den oorlog":
In Transvaal 1267 weduwen met 2576
kinderen, 623 weezen, 452 verminkte vol
wassenen en 449 (verminkte?) kinderen
en 314 weduwnaars met 915 kinderen;
in den Vrijstaat: 883 weduwen met 2620
kinderen, 458 weezen, 145 verminkte vol
wassenen en 1S7 (verminkte?) kinderen
en 262 weduwnaars met 755 kinderen.
Bovendien zijn er in de beide landen
nog 836 weduwen met 2314 kinderen, 275
weezen, 95 verminkte volwassen en 200
verminkte kinderen, die niet als behoef
tig aangemerkt worden.
Het hoofd comité van het Generale
Fonds is thans in onderhandeling met
de regeering, om te zien op welke wijze
men best de door Chamberlain beloofde
hulp aan de nooddruftige weduwen en
weezen ten goede kan doen komen.
Engeland.
Chamberlain's politiek.
Sir John Leng vroeg den heer Cham
berlain of hij eenig officieel voorstel
heeft gedaan voor afzonderlijke tarie
ven voor de koloniën, waarbij preferen-
tieele rechten worden geheven van En-
gelsche goederen. Chamberlain ant
woordde ontkennend.
Oosteuryk-Hongarije.
De toestand in Kroatië.
In de Kamer herinnerde de Kroatische
afgevaardigde Bianchini aan de weige
ring door den Keizer om de Kroatische
afgevaardigden in den Rijksraad en de
Landdagen in Dalmatië en Istrie in au
diëntie te ontvangen. Minister-president
Von Koerber verklaarde, dat de Regee
ring niet zal toelaten, dat de discussie
afdwaalt van liet constitutioneele
zichtspunt. Feiten., die in Hongarije
voorkomen, kunnen geenr onderwerp van
bespreking uitmaken in den Rijksraad.
Von Koerber constateerde tegenover de
overdreven beweringen omtrent de ge
beurtenissen in Kroatië, dat slechts twee
menschen gedood zijn. Wat betreft de
spanning, die onder de bevolking in
Dalmatië en Istrië zouden bestaan, daar
van is onder het grootste deel der be
volking geen spoor te vinden. De minis
ter-president d.eed een beroep op alle
eerlijke menschen om den nationalen
geest, orde en vrede te eerbiedigen.
De Koninginneweek te Amsterdam
Speciale correspondentie van
(Peereboom's algemeenen dienst)
voor Haarlem's Dasblad.
5e Dag.
's Morgens al weder audiëntie nu
van commissiën en vertegenwoordigers
van corporatiëii— 'n vervelend ochtendje
dus voor de kijkers, maar een waarop
men zijn kennis van de uniformen der
civiele autoriteiten van allerlei slag ver
der kon aanvullen.
De middag behoorde echter gelukkig
weer aan het publiek. Tegen half drie
reed de Koningin uit, gekleed in een
mooi blauwzijden robe, waarover een
beige mantel. De Prins droeg een gene
raalsuniform.
De straten waren overvol, 't Schijnt
wel of het publiek aangroeit naarmate
de Koninginneweek verder vordert. Op
den N.Z. Voorbungwal stonden de rood
zwarte weesmeisjes en jongens ge
schaard. Wat keken die blanke meisjes
kopjes geestig uit de net-geplooide, ha
gelwitte mutsjes! En de Walenweesjes
op het Leidsche plein wedijverden met
hunne stadszusters in propere blank
heid.
De scholen kregen hun aandeel wèl
aan de feestvreugde. Overal waren de
onderwijzers en onderwijzeressen met de
kinderen naar buiten gekomen en jo
lig en vroolijk klonk hun gejuich, wuif
den de kleine handjes. Zelfs de heeren
van de Pers werden zonder eenige
ironische bijbedoeling in de algemee-
ne hulde opgenomen. Als je zoo vlak
achter de Koningin aan mag rijden,
verdien je dat meenden ze.
Maar toen in het Wilhelmina-Gasthuis
aan de Helmersstraat het buitengast-
huis, waarvoor onze Koninigin indertijd
den eersten steen legde, en dat ook naar
haar genoemd werd.
Een mooie ontvangst daar eenvou
dig, en treffend, vooral op deze plaats,
in deze gebouwen van lijden.
De verpleegsters, in blauw katoenen
uniformen met witte boezelaartjes voor,
zongen de Koningin en den Prins het-
Wilhelmus toe. Zuiver en krachtig klon
ken de frissche stemmen der jonge
meisjes. En toen Hare Majesteit dan ook
was toegesproken en alle verdere offi-
cieelerigheid was afgeloopen, liep zij
even langs de rijen der verpleegsters, om
te zeggen hoe mooi zij dit gezanig had
gevonden. En dan treft, bij gelegenhe
den als deze, met hoeveel takt Hare Ma
jesteit weet op te treden. Wat later in
de ziekenzalen nog bevestigd werd.
Als een weldoende fee, vroolijk en op
gewekt doorliep de Koningin de zalen,
telkens tusschen de kribben in schuiven
de om de patiënten met een hartelijk
woord een paar heerlijke frissche bloe
men te geven. Eerst de vrouwen. O,
wat holle oogen, en bleeke gezichten,
witte wangen waarop de ontroering een.
rood blosje had) geteekend. Wat bevende
handen en sprekende blikken. Twee oud
jes, vlak bij mij, hadden bet erg te
kwaad. Ze konden de lastige zenuwen
geen baas meer worden, en een lag er
vrijuit en ongedwongen een deuntje te
huilen. Ze was er kapot van!
Toen de kinderzaal. Niet veel blonde
of zwart „zijden" kopjes, veel spichtig-
harige kinderen der armen, maar wat
een lekkere snoetjes, en wat een ver
rukte oogen, als de Koningin ze lief-
moederlijk een stukje speelgoed toe
stopte. Een enkele begon er te huilen
als de belangstelling van het groote ge
volg der Koningin eens wat al te drin
gend werd, maar de meesten lagen maar
te kijken, met groote verwonderde oogen.
Was 't niet een wonder wat hier gebeur
de! Maar wat een brutale rekeltjes ook.
Een kreeg een bordpapieren bokje voor
dito wagentje, 'n Paard, verklaarde hij,
duidelijk en pertinent, op het papieren
dier wijzend. De Koningin glimlachte
lief en schudde het hoofd.
Ja, hè Juf, een paard, vroeg bij toen
aan het aardige verpleegstertje, zijn
vertrouwde natuurlijk, en die knikte
vriendelijk.
Zoo zijn wij alle zalen doorgewandeld.
De zaal der witte wiegjes, waar feeste
lijke oranjestrikken, de hulde der rustig
slapende wichten vertolkten, door de
zaal der mannen, die ook zaten te kijken
net als de kinderen, en net als u en
mij zou overkomen naar die Koningin
van gratie en goedheid.
Wat lagen ze allen netjes in hun wi».
gespreide bedden. Maan toen de Koning
in en haar gemaal de binnenplaats ueer
overstaken om naar de rijtuigen te gaan,
kwam er leven en beweging op de za
len. Alles wilde naar de ramen, en op de
kinderzaal was het heerlijk te zien. hoe
de driftige kleine bengels, in het meest
verwaarloosde bedcostuum, door de ver.
pleegsters naar de ramen werden ge
dragen. Hoevah voor de Koningin-
Zoo juichte het heele Wilheimina-
Gasthuis, waar Hare Majesteit een week
lang, en nog langer het onderwerp van
alle gesprekken zal zijn-
Zoo ook later in de echte Oranjebuurt,
de Willemstraat en den Zandhoek, waar
kinderen zongen, en de Oranjeboom was
versierd.
't Was Dinsdag weer een warme dag
in vele opzichten.
Stadsnieuws.
Haarlem, 27 Mei 1903.
Haarleiosche Sc her mbond.
In de Dinsdagavond gehouden
jaarvergadering van den Haarlem-
schen Schermbond werd de rekening
en verantwoording van den penning
meester, wellte sluit met een batig
saldo .van ruim f 30, goedgekeurd.
Deze zal door eene commissie van
3 leden worden onderzocht.
Het aftredende bestuur werd her
kozen. met uitzondering van den heer
L. Smit, die bedankt had en in
wiens plaats is gekozen de heer J.
Hagemans, zoodat het bestuur thans
is samengesteld als volgt: II. A. van
Abs, voorzitter; P. Tel, secretaris;
W. J. Reiningk, penningmeester, II
Dankclman en J. Hagemans, com
missarissen.
Kunstavond. De kunstavond. Dins
dagavond belegd ten voordeele der
slachtoffers van de werkstaking is een
succes-avond geweest in tweeërlei op
zicht; nl. lettend op het doel en lettend
op hetgeen gegeven is zelf.
Want hei doel was geld inzamelen voor
de bedoelde slachtoffers, en door de goe
de opkomst zal een flinke recette zijn
gemaakt, en wat de uitvoering van het
programma betreft, men had medewer
king van artisten van beteekenis.
Hier was in elk geval niet van toepas-
sing-, „Men telt den uitkomst niet. maar
let op 't doel alleen".
Róyaards zegde verzen, doch kon niet
geven wat hij vermag, omdat een ont
stemmende tijding hem bereikt had.
De dames Anna Blaauw en Hermine
Scholten zongen en gaven heerlijk
kunstgenot. Vooral „Auftrage" van R.
Schumann door Anna Blaauw gezongen
en „Gretchen am Spinnrade" van Schu
bert, door mej. Scholten gezongen, oogst,
ten veel bijval.
Het pianospel van mej. Levie en het
vioolspel van den heer Cats werden blij
kens het telkens herhaald en langdurig
applaus zeer gewaardeerd.
Zij hadden mooie nummers gekozen
en voerden ze uit als men van artisten
als zij verwacht.
Het meeste succes echter had de heer
Speenhoff met zijn liedjes. Wij hebben
er reeds bij vorige gelegenheden den
loftrompet over gestoken en zullen er
nu niets anders van zeggen, dan dat de
dichter-zanger met daverend applaus
gedankt werd voor hetgeen hij gaf en
vooral zijn „Vegetariërs" insloeg.
De voordracht van Dr. Van Eeden be
stond uit een stuk van „Het Lied van
Schijn en Wezen" en een onuitgegeven
gedicht, uitgesproken elders ter gele
genheid van den 1-Mel-dag-vierling.
Ook hij oogstte veel bijval.
Summa summarum. constateert men
dus dat als boven reeds gezegd de
feestavond zeer wèl geslaagd is.
Na afloop werd een collecte gehouden,
waarvoor de heer J. Gerritz een aanbe
velend woord gesproken had.
Haarlem, 26 Mei. Geëx. 8 vrouw. cand.
Geslaagd mej. A.. P. v. Wijk te Hoog
woud.
Op aud ienti e. De volgende Haar-
lemsche corporation hebben zich Dins
dag op de audiëntie bij H. M de Ko
ningin te Amsterdam doen vertegen
woordigen, te weten: de Kamer van
Koophandel en Fabrieken; Koninginne
dag, Cremer, Zang en Vriendschap en
Bond van oud-Onderofficieren.
Bij vonnis van do arrondissements
rechtbank alhier van den 2Gen Mei 1993,
is in staat van faillissement verklaard
Jan Du, koopman te IJmuiden.
Rechter-commissaris jhr. mr. R. de
Marees van Swinderen,
In d e S t.-C ourant van heden
vinden, wii eenige wijzigingen in de
statuten der Naamlooze Vennootschap
der E. N. E. T. alhier. De voornaam
ste daarvan zijn dat het aantal van
hoogstens 7 commissarissen wordt ge
bracht 00 hoogstens 10 en een nieuw
art. 22a, luidende
„Zoolang de op 31 Januari 1903 be
staande obligatieleeningen ten laste
der vennootschap niet ten volle zullen,
zijn afgelost, wordt de bevoegdheid tot
het aangaan van geldleeningen door
het uitgeven van obligation beperkt
tot een maximum van f 1,000,OOQ, voor
zooveel de thans door haar geëxploi
teerde lijnen betreft, waaronder niet
begrepen is. de eventueel door haar
over te r emen Haarlemsche paarden-
Uit het Engelsch
naar
DOROTHEA GERARD.
Daarop kan ik niet vertrouwen!
1 weet al, wat ik doen zal; ik zal
raulein Pohl om raad vragen; zij
ent zooveel menschen, misschien
-an zij mij iets aan de hand doen.
!ou ik haar nu nog op haar bureau
inden, ik mag hfet lijden? En Clara
ieek naar de zwaarvexgulde klok op
tafel.
Ja, als ik vlug voortmaak, zal
,jt haar misschien nog treffen.
HOOFDSTUK III.
De „Moderne Vrouw".
5 Fraulein Pohl was nog op haar
toen Clara daar binnenkwam
zij al bezig was haar papie-
en voor dien dag op te ruimen. Het
fas een ruim maar ongezellig ver
trek, dat alle kenteokenen droeg van
intellectueelen arbeid planken met
boeken, loketten,papiermanden,
stukken vloeipapier en een ze© van
inkt. Het was een arbeidsveld of lie
ver nog een slagveld, op welks stoffi-
gen vloer de vrouwelijke uitgever
van de „Moderne Vrouw" roentgen
hardnekkigen strijd gestreden bad.
Het was niet te verwonderen, dat
Clara Fraulein Pohl als haar raad
geefster gekozen had, niet alleen om
dat er voor haar weinig kans bestond
want van het oogenblik af, dat
de barones de hoop op moiest geven
om als chaperonne van een erkende
beauté op te treden, had zij toegege
ven aan haar afkeer tot inspanning
en chronische zenuwzwakte voorge
wend om zich geheel uit de conver
satie terug te trekken maar ook
omdat het bekend was, dat Fraulein
niets liever deed dan iemand raad
geven.
Fraulein Pohl was donker, dapper
en beneden de middelmatige grootte,
wier zeer uitstekende jukbeenderen
ondersteund werden door een rol
vleesch of vet, hetgeen haar gelaat
vierkant maakte. Kort geknipt grij
zend zwart haar, een pince-nez, die
zij moeite had in evenwicht te hou
den op haar mopneus, een paar
scherpe, grijze oogen, die u bijna
woest aankeken, en een groote mond,
die steeds gereed was tot wantrou
wen in het algeme'en, ziedaar de
hoofdtrekken van physionomie. Zij
had ook een zekere schaduw op de
bovenlip, waarop zij zeer trotschwas
en die zij vergeefsch trachtte tot een
werkelijken knevel op te kweeken;
dikke handen met korte vingers hield
zij in ledige uren heel kinderlijk op
haar lomvangirijke maag gevouwen;
en een plotselinge Homerische lach
kon haar geheel'e lichaam doen
schudden.
Als de courant een kampioen noo-
dig had, dan had zij het niet beter
kunnen treffen, want alles aan haar
teekende strijdvaardigheid. Zij was
niet te voldoen ten opzichte van de
eischen die ze stelde voor haar ver
trapte zusteren. Haar eerzucht stel
de zich niet tevreden met het ver
minderen van vrouwelijden, ook kon
haar niet eens het openstellen van
alle betrekkingen voor de vrouw vol
doen. Zij vroeg veel meer dan dat:
bet slechten van de laatste scheids
muur tusschen d© beide sexen, de for
meel© erkenning van de absolute ge
lijkheid tusschen man en wouw op
ieder gebied uitgezonderd een toeval
lig onderscheid van lichaamsbouw,
dat als volkomen lichamelijk stellig
veronachtzaamd kon word'en bij een
geslacht, waarvan het intellect steeds
meer de meester werd over het phy-
siek.
Iets minder dan dit aan te nemen,
beteekende in de oogen van Fraulein
Pohl evenveel als verraad plëgen aan
de goede zaak, als schandelijk onder
schrijven van de eeuwenoude sla
vernij.
De ketens der vrouwenslavernij
moeten niet verguld maar verbroken
worden en daaraan had Fraulein
Pohl niet alleen haar leven, maar
ook haar fortuin gewijd; want geen
persoonlijke tegenspoed had haar in
het strijdperk gebracht, alleen wat
men gewoonlijk roeping noemt had
haar daartoe gedreven.
Toch had deze onverschrokken
vrouw ook hare zwakheden. Een van
haar dxoomen een van de onderge
schikte détails van haar grooten
droom was liet doen verdwijnen
van ieder onderscheid in de kleeding
der beide sexen; en toch, hoe onge-
loofelïjk het ook schijnt, zij had nog
nooit den moed bijeengeraapt om
zelfs tegenover haar intimi te ver
schijnen in korte rok met wijde pan
talon. Men wist, dat zij een dergelijk
pak besteld had en men vermoedde,
dat zij achter gesloten deuren zich
zoo nu en dan in dat ideaal-costuum
kleedde. Als zij uitgedaagd werd om
haar theorie op dat puut in praktijk
te brengen, had Fraulein Pohl haar
antwoord klaar. Alleen haar aesthe-
tisch gevoel weerhield haar zichzelf
zoo te kleeden (of zou het alleen een
gril geweest zijn, want i)n weerwil
van de „Moderne Vróuw" bezat zij
grillen. De tijden waren nog niet rijp
voor zoo'n revolutie in de vrouwen-
kleeding, erkendfe zij droevig, dat
nam niet weg, dat betergebouwde
vrouwengestalten zich als baan-
breel^sters moesten opwerpen voor
de reformkleeding. Op haar lijst
stond ook een hervorming in het dra
gen van het haar, in dat opzicht kon
haar eigen stoppelig hoofd als voor
beeld dienen; maar juist op dit punt
had zij veel minder aanhangsters dan
ze wenschte. Hadden ze dun haar,
dan gingen ze er wel eens toe over
:(misschien in de hoop, dat het de
groei zou bevorderen), terwijl de be
zitsters van weelderig haar liever af
wachtten, tot de oude dag het zou
doen uitvallen.
Wanneer zult ge eindelijk uzelf
eens van dien belachelijken last bij-
vrijden? placht zij plagend te vragen,
en de leerlingen antwoordden lachend
Zoodra als u uzelve bevrijdt van
uw japon.
Dan begon Fraulein Pohl meteen
lage stem maar niet onvriendelijk te
lachen met een flikkering in de diep
ste diepte van haar uitgeefstersoog.
Fr&ulein Pohl had een bezoekster
bij zich, vertelde de dienstbode, dia
haar binnenliet een geelharige,
blauwoogige jonge vrouw, die haar
best deed op haar gemak te schijnen,
klaarblijkelijk ook iemand die om
raad kwam vragen.
Ik zou je raden de Fransche fa
milie maar te kiezen, zei da
uitgeefster scherp, toen Clara
binnenkwam. Het is ten minste iets,
veronderstel ik, nu je blijkt niet ge
schikt te zijn voor iets anders, arme
Ida»
Ik ben bang ook hiervoor niet
geschikt te zijn, zei Ida, verdacht
met haar groote oogleden knippend.
(Wordt vervolgd.)