Tweede Blad,
Gemeenteraad.
Behoorende bg
„Haarlem'* Dagblad"
T*ii
Yrydag 12 Juni 1908
Mr. 6119
PUNT 7.
Voorstel van d. heeren Loomeijer,
Roog, Stolp, Sneltjes, van den Berg en
Laame om aan het gemeentelijk labora
torium een assistent-scheikundige te
benoemen op een jaarwedde van f 1100
ci f 1200, wegens de toegenomen werk
zaamheden in het laboratorium o.a.
vordert de voorbereiding voor het melk-
onderzoek reeds veel werk.
B. en W. meenende, dat voor een we
tenschappelijk ontwikkeld assistent ook
f 1200 niet voldoende zal blijken te we
zen, willen 't voorstel daarom echter niet
ontraden en stellen tevens voor, den
heer Havelaar den titel te geven van
Directeur van het gemeentelijk labora
torium, ten einde de verhouding tus-
schen dezen en den te benoemen assis
tent duidelijk te doen uitkomen.
(Vervolg discussie punt 7.)
De heer GROOT is het niet den heer
I Sneltjes eens. Is er eenmaal een ge-
meentelaboratorium. dan zal de heer
Havelaar niet daarvan èn van de wa-
I terleiding directeur kunnen zijn.
De heer VAN DE KAMP vraagt
j eerst aan de orde te stellen het voor-
i stel der heeren Loomeijer c. s.
De heer VAN DEN BERG is van
oordeel, dat er nog geen gemeentelijk
laboratorium bestaat. Wel is er een
verbonden aan de waterleiding, maar
een tot onderzoek van levensmiddelen
in 't algemeen bestaat nog niet. Daar
voor nu reeds een directeur te benoe
men zou den Raad te veel binden.
Spr. ziet in den heer Havélaar een
zeer voortreffelijk ambtenaar, maar
om aan het hoofd te staan van een al
gemeen bureau van onderzoek ver-
eischt zoo veelzijdige kermis, dat spr.
nog niet weet of de heer Havelaar
daarvoor de rechte man zal zijn.
De heer STOLP herinnert er aan,
dat reeds 2 jaar geleden bij liet wa-
ter-ond u'zoek het onderzoek van Van
Keeken's limonade is gevoegd en dat
nu het melkonderzoek al in vollen
gang is. Spr .is dus voor het voorstel
van B. m W.
De heer LOOMEIJER wijst er op,
dat de plannen, afgescheiden van wat
spr. en ïijn medestanders thans voor
stellen. geld zullen kosten. Spr. heeft
het drij ;en in die richting altijd te
gengehouden, al is hij zeer vóór het
melkonderzoek. omdat er veel overdre
ven wordt.
Wat de titulatuur van directeuir
betreft, er i s een waterleidingslabora-
torium. waaraan nu de melkproeven
gezonden zullen worden en Bpr. acht
die samensmelting gewenscht en zou
het jammer vinden, als men ter wille
van een klein® onjuistheid, den man
die aan 't hoofd staat zou kwetsen,
't Is toch een laboratorium van de
stad. Naderhand kan men altijd zien
wat men doen wil. voorshands kan
men den heer Havelaar zeer wel deze
titulatuur aanbieden.
De heer WILLINK vindt het loffelijk,
dat het Dagel. Bestuur in deze lüaren
wijn schenkt en den Raad de conse
quenties voorhoudt. Is het wel noodig,
nu al den breed en weg op te gaan, is
het niet beter alleen vast. te houden aan
het bestaande chemisch laboratorium en
af te wachten, tot het Dagel. Bestuur den
tijd gekomen acht om een gemeentelijk
laboratorium te stichten. Vandaar dat
spr. tegen het verleenen van de titula
tuur aan den heer Havelaar is.
De heer RASCH is het eens met de
heeren Stolp en Loomeijer. Het gemeen
telaboratorium. al heet het zoo niet, be
staat, als het een waterleidingslabora
torium was, dan behoorde 't op de reke
ning der waterleiding eu daar staat het'
niet op, er is een vaste post voor. Reeds
wordt er ifielk onderzocht en zelfs an
dere levensmiddelen.
Met het voorstel, nu aanhangig, wen-
schen de voorstellers het laboratorium
zijn juislem naam te geven en dat wel
op het juiste moment, nu er tot de be
noeming van een assistent, zal worden
besloten. Wat is er dan tegen, om den
heer Havelaar den titel van directeur te
geven? Groote kosten voorziet spr. er
in de eerste jaren niet van.
De heer DE BREUK sluit zich hierbij
aan. B. en W. bedoelen dit: Aan den
heer Havelaar is het werk volkomen toe
vertrouwd, maar die kan 't. werk niet af.
De te benoemen assistent zal meer ver
dienen dan hij. Vandaar, dat B. en W.
hem den titel van directeur willen ge
ven, om de positie en verhouding te re
gelen.
De heer GROOT zegt, dat als er een
gemeentelaboratorium is, er ook direct
een directeur voor moet worden be
noemd. Dit ambt kan niet met het di
recteurschap der waterleiding worden
vereenigd en in verband met de opmer
king van de heer van den Berg, betwij
felt spr. of de heer Havelaar de rechte
man is om te staan aan 't hoofd van dit
algemeen burean.
De heer HUGENHOLTZ voelt voor die
bezwaren. We zijn in een overgangstoe
stand met het laboratorium. Geeft men
I nu reeds aan den heer Havelaar den
1 voorgestelden titel, dan zit men aan
hem vast. Later zal hij moeten kiezen
of deélèn en een der beide betrekkingen
laten varen. Toch acht spr. het labora
torium thans nog onvoldoende om er
een directeur voor te benoemen en stelt
daarom voor, den heer Havelaar tot tij
delijk directeur te benoemen, in afwach
ting van een noodzakelijke splitsing
mettertijd.
De heer VAN STYRUM staat versteld, j
dat de Raad al een uur praat over een'
woordenquaestie, weliswaar geeft het
voorstel er aanleiding toe. Als het be
sluit zoo gelezen wordt: aan het
laboratorium, dat aan de waterleiding
verbonden is, een assistent te benoemen,
dan blijkt meteen dat de directeur der
waterleiding zijn chef is.
Dit wordt ondersteund.
De heer LOOMEIJER licht nog uitvoe
rig zijne meening toe.
De heer KLEIJNENBERG wil geen bu
reau voor onderzoek van levensmidde
len, maar het feit is dat reeds alle le
vensmiddelen worden onderzocht aan
het bestaande bureau. Het voorstel van
den heer van Styrum is struisvogelpoli
tiek, want de assistent die noodig is, zal
niet zijn voor wateronderzoek, zooveel
nut leveren de onderzoekingen op, dat
men clen heer Havelaar den voorgestel
den titel wel kon geven. Spr. noemt een
paar staaltjes.
De heer VAN STYRUM betoogt, dat de
woorden „vaflsch binnensmokkelen" en
„slinksche wijze" door den vorigen spre
ker gebruikt niet te pas komen, en her
haalt zijn bedoeling.
De heer KLEIJNENBERG maakt excu
ses aan den heer Van Styrum voor deze
uitdrukkingen, hij had daarmee geen
onaangename bedoelingen.
Na repliek van den heer LOOMEIJER
sluit de VOORZ. onder applaus de dis
cussie. Daarna ontstaat een debat over
de vraag, welk voorstel de prioriteit
heeft hierop eindigende dat het eerst
aan de orde komt het amendement-van
Styrum.
Dit wordt aangenomen, daarna ver
worpen om den heer Havelaar den titel
van directeur te verleenen.
PUNT 8.
Adres van C. W. de Jong te
Bloemendaal, voormalig onderop
zichter der reiniging alhier, om een
billijke loonsvergoetfing voor gedu
rende 2 jaar en 3£ maand gepresteerd
meer en zwaarden werk.
Hierbij is een uitvoerige toelichting
gevoegd.
B. en W. deelen den Raad mede, dat
het niet op hunnen weg ligt. hierover
een voorstel bij den Raad aanhangig
te maken en dat een nader onderzoek
B. en W. niet heeft geleid tot een an
der resultaat, dan dat belichaamd was
in het voorstel van 17 Februari j.l.
(Naar men weet is iit voorstel door
B en W. ingetrokken,
De heer VAN DE KAMP verzoekt com
binatie met punt 9.
De VOORZ. acht dit onnoodig.
De heer STOLP kan zich wel mot de
combinatie vereenigen.
Het punt wordt zonder verdere dis
cussie voor kennisgeving aangenomen.
PUNT 9-
B. en W. deelen naar aanleiding
van een verzoek van F. Reces en D. H.
van Tongeren om een gratificatie, mede,
dat het College geen ander voorstel
heeft te doen, dan het 17 Febr. gedaan
heeft.
Voor kennisgeving aangenomen.
PUNT 10.
Bij B. en W. is ingekomen 1 adres
van de bewoners van .Bosch en Vaart"
en 1 van bewoners van Heemstede,
waarin zij verzoeken den gasprijs niet
tegen den dubbelen prijs, maar overeen
komstig art. 9 der voorwaarden van gas.
levering tegen anderhalfmaal den in de
gemeente Haarlem geldenden prijs te
berekenen.
De adressen zijn onderteekend resp.
door de heeren P. Kuiper Jr. c.s. en A.
van Alteava c.s.
In 't adres der heeren Altena c.s. wordt
gezegd, dat deze berekening berust op
een misverstand, ontstaan door een con
tract, hetwelk de gemeente met Bosch
en Vaart heeft gesloten, doch dat zeker
niet van toepassing kan zijn op de ver
bruikers, die met deze Maatschappij
niets te maken hebben.
Zij verzoeken dan ook tevens terug
gave van het teveel betaalde.
B. en W. stellen voor het verzoek om
teruggave van het meer betaalde, af te
wijzen en voorts om den gasprijs voor
hen te bepalen op li maal den gelden
den gasprijs in deze (gemeente.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 11.
Wegens een plan van verbouwing
van perceel Spekstraat 5 van W. J. van
Buchem, stellen B. en W. voor dienaan
gaande een overeenkomst met dezen
aan te gaan wegens de daarnaast gele
gen Vleeschhal.
De heer VAN DE KAMP zegt dat er
geen geschreven stuk bestaat over een
servituut, dat de gemeente hebben zou.
Men zegt dat het venster er al van 1700
af is, maar spr. meent dat liet raam niet
ouder dan 25 jaar is. De gemeente be
lemmert hier dezen man in zijn bouwen,
op gronden niet genoemd in de politie
verordening.
De VOORZ. zegt, dat partijen het ge
heel eens zijn (gelach) en de man is daar
toe geenszins door geweld of list gedwon
gen. Waartoe zullen we ons daarover
nu warm maken? (gelach).
De heer VAN DE KAMP zegt, dat de
man heeft moeten toegeven omdat hij
anders geen vergunning kreeg. Hij
moest van den nood een deugd maken.
Het voorstel wordt aangenomen.
PUNT 12.
B. en W. stellen voor aan J. G. P.
Sabel, op diens verzoek, tot wederop-
zeggens een gedeelte water van een
doodloopende sloot nabij het Vuilrak te
verhuren ten einde te dienen tot lig
plaats van een hem toebehoorend schui.
tenhuis.
Goedgekeurd.
PUNT 13.
Voorste] van B. en W. om koste-
loor-te aanvaarden een strook grond
Nassaulaan hoek Ursulastr; t.
Goedgekeurd.
PUNT 14.
Idem aangaande een strook grond
aan den Zijlsinge], hoek Zijl weg.
De heer VAN DE KAMP vraagt of de
directeur van de Sierkan inderdaad een
verklaring van afstand heeft gedaan.
De VOORZ. zegt, dat de Directeur het
vraagt, maar niet zich uitgesproken J
beeft over de kostelooze overdracht. Of
hij het daarmee eens is zal wel blijken
bij de acte van overdracht.
1-Iet voorstel wordt goedgekeurd.
PUNT 15.
B. en W. adviseeren tot afwijzing van
het bekende verzoek van elf ingezete
nen om de terreinen van het voormali
ge Lakenkoopersgilde voor openbare
speelplaats te bestemmen en wel wegens
de groote waarde daa-van als botvter-
rein en omdat daardoor de eenheid van
de daarvoor laatst vastgestelde bouw
plannen zou worden verbroken.
lntusschen houden B. en W. de aan
dacht op dit onderwerp gevestigd en
zullen, zoodra geschikte terreinen voor
de vestiging van t penbare speelplaat
sen ter beschikking van de gemeente
mochten komen, aan den Raad de uoo-
dige voorstellen doen.
De heer GROOT beeft kunnen begrij
pen dat het voorstel geen gunstig ont
haal vinden zou. Toch is 't in bet be
lang der gemeente en van de jonge ge
meentenaren. In onze jeugd werden we
niet aanhoudend verjaagd, geen plav*
is meer veilig voor de straatjongens om
dat ze niets meer Lebben. Heel veel ge
rustheid put spr. uit de toezegging van
15. en \V niet. Spr. hoopt, dat B. en W.
binnen niet al te langen tijd een voor
stel zullen "doen en de bestaande terrei
nen in orde brengeii, zoodat ze bruik
baar zijn.
De heer DE BREl'K wijst op de ter
reinen bij de zwemschool en de ge
meente-reiniging. die er goed uitzien.
Het terrein aan 't Prinsenbohverk ziet
er niet mooi uit, maar wordt geleide
lijk verbeterd om de kosten niet al te
hoog te maken.
1-Iet voorstel van B. en W. wordt aan-
1 genomen.
PUNT 16.
Voorstel van B en W. tot opheffing
van de bepalingen aangaande de uit
gifte van gemeentegrond in erfpacht en
tot beschikbaarstelling van dien grond
voor gewonen verkoop.
Wordt uitgesteld tot erne volgende
vergadering.
PUNT 17.
Voorstel van B. en W. om voor den
lijd van 12 maanden weder inwoners
aan te wijzen voor een benoeming tot
lid of plaatsvervangend lid van een
stembureau.
De. lijst wordt vastgesteld en luidt al
dus:
A. H. .1 c.. M. Allard E. AJthoff Sr.
F. L. van Ammeis R. Baas A'z. L. M.i
Barnet Lijon. G. P. J. Beccari. P. J. Bec-|
caii. M. N. Beets. H. M. van Bemmelen.
S. C. J. Bertram. H. A. L. Beuns. J. J.
Beijnes. J. W. A. Beijnes. M. H. Binger.
Mr. S. H. Bloembergen. P. F. de Bordes.
G. Bos. W. F. Bremer Sr. L. de Breuk.
H. J. Bronkhorst. A. H. Broos. Mr. W.
Cnoop Koopmans. L. Cohen. G. B. Crom-
melin. v. J. C. Daamen. R. J. van Dieren
Bijvoet. M. Dirken. J. H. Droste. P.
Droste. P. Dyserinck. C. Eekhout. II. J.
van Egmond. O. D. Emrik, Mr. Johs.
Enschedé. Mr. G. C. Everwijn Lange.
D. A. Flier. J. W. Florijn. J. A. Fon
tein. H. J. Geijl. C. J. Gonnet. Mr. J. J.
de Graaff. G. R. Groos. F. A. Grijseels.
J. P. C van Gunzgen. H. Harm sen. Mr.
H P. i Hooft. P. J. L Huet. H L. Jan-
sen van Raaij. J. C. Joekes. J. de Jongh.
Mr. H Ph. de Kanter. J H. Kersten. P.
Kleiweg Dyserinck. E. 11. Krelage. A F.
Kramer Sr. Mr. L. C. Kronenberg. J. B.
Lasschuit. V. Loosjss. M. Lugt. II. F.
Malts Sr. A. Mer.ens. J. Merens. Mr. C.
II. van Meurs. Vbi'. Meijer. 1". C. Mis
sel Jr. T. C. Niephaus. F. I. Nix. L. P.
Noö. Mr. G. B. Noothoven van Goor. W.
J. Oosterhoff. J van Os. J. C. Pee re-
boom. H. T. Peltenburg. Jhr. C. F. van
de Poll. Jhr. P. Quarles van Ufford. A.
J. H Reljnders. J R- du Rieu. A. Rinke-
ma. A. A. Ris. A. R. Riisema. A. J Salm.
M. w. Savrlj. B. E, C. Seignettc. J Sip-
ltes. W. Stolp Jr. D. A. Swens. Jhr. F.
Tedlng van Berkhout. Mr. A. W. Thöne.
Dr. J. Timmer F. V. A W. H. van Tue-
renhoul. J. W. Veldheer Dr. E. van der
Ven. 1' J. K. Versfelt. J J. Verwijnen.
B. F. Westerouen van Meeteren. J. B.
A. M. Westerwoudt. W. K. Wierda. J.
Wlitems. A. Winkler. J. J. Zeewoldt.
PUNT 18.
B. en W. bevelen den heer G. F.
Snijders, die volgens rooster dit jaar
moet aftreden als lid van het Burgerlijk
Armbestuur, wederom aan.
De voorgedragene wordt herbenoemd.
PUNT 19.
Om te kunnen voorzien in eene va
cature aan de Eerste Burgerschool voor
Jongens en meisjes, ontstaan door het
overlijden van mej. J. M. Peoreboom,
onderwijzeres aan die school, is de vol
gende voordracht opgemaakt:
1. A. van Asselt te Velsen, jaarwedde
f 700 (heeft reeds meer dan 4 jaren klas
sikaal onderwijs gegeven);
2. K. Tinholt te Alkmaar, jaarw, f 750
(heeft reeds meer dan 6 Jaren klassikaal
onderwijs gegeven).
3. A. 1-1. van Vreemingen te Alkmaar,
Jaarw. f 700 (heeft reeds meer dan 4 ja
ren' klassikaal onderwijs gegeven).
Benoemd wordt Mej. van Asselt.
RONDVRAAG.
De heer MODOO zegt dat den 23sten
de Ge itUsscheoschood wordt aanbe
steed. Spr. had gedacht dat bestek en
teekeningen nogeens zouden terugge-
komen zijn in den Raad en de Comm.
v. Bijstand. Er waren immers bedenkin
gen tegen dien bouw geopperd en ten