DE ZATERDAGAVOND.
Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Wandelingen in lennemerland.
8
Directeur. Wat blieft u? U wilt
als degenslikker optreden? Maar dat
is toch onmogelijk met zoo'n... ronden
rug als u hebt!
Artist. D&t is juist de noviteit,
mijnheer... ik slik enkel Turksche sa
bels!
HE EERSTE PATIENT.
Dienstmeisje. Dokter, «r is een
patient in de wachtkamer.
Pas gepromoveerde. Zoo Antje?
Doe als de wind de straatdeur op den
ketting!
Jonge vrouw. Nu Henri, hoe
smaakt je dit kopje thee? Ik beb het
water zelf gekookt.
ZAKEN.
Definitie van een ouden speculant:
Ik koop iets dat ik niet krijgen kan.
met geld dat ik niet heb. dan verkoop
ik wat ik nooit gehad heb voor een
hoogeren prijs dan het ooit gekost
heeft, en heb daarmede een paar dui
zend verdiend.
Officier Waarover beklagen zich
de manschappen?
Onderofficier. Wees zoo goed
eens te proeven, luit'n't.
Officier (proevend). Nu daar
mankeert niets aan die soep.
Onderofficier. Om u te dienen»
Maar men wil ons wijs maken dat dit
thee is.
PHILOSOPHIE.
Hoogleeraar (doceerend(. Mijne
heeren, denkt er aan. er zijn nog be
tere dingen te krijgen dan geld.
Student (hem in de rede vallend).
Maar om ze to verkrijgen moet men
geld hebben.
DK
EEN KRAAN.
Ik herinner mij dat ik eens drie
uur ver liep om een knul een pak
slaag te geven.
Sakkerloot! En liep je ook terug?
Neen. ze droegen mij.
Boerin. Voordat ik je aan 't werk
zet moet ik behoorliike inlichtingen
omtrent je karakter hebben.
Landlooper. Heel goed gezien van
u. juffrouw. Ik zal tegen dezen mid
dag een comité van waardeering uit
mijn persoonlijke vrienden samen
stellen cn zij zullen met een half dozijn
de eer lebben u te bezoeken.
Klokkenluider. Ik heb vandaag
vergeten te luien!
Zijn vrouw. Als maar niemand
het gehoord heeft.
RECORD.
Ah zoo. baron, u heeft een re
cord geslagen met uw automobiel?
O. dat schikt nog al, drie dooden
en twintig verminkten^
Dochter. Mama, ik heb vandaag
woorden gehad met mijn bruidegom;
wie moet nu het eerst bijdraaien?
Mama. Vóór de bruiloft jij, en
na de bruiloft hij!
BEMOEDIGEND.
Bruid. Mijn aanstaande wil zich
hier als specialiteit voor maagziekten
vestigen.
Tante. Dat spreekt van zelf... die
denkt aooit aan iets anders dan eten.
Meester Jo, wat beteekent 'n
schrikkeljaar?
Jo. Een dag meer school.
WANTROUWIG.
Soldaat. Ik g'loof Mina. dat jo
't beste voor je mijnheer en mevrouw
overlaat I
Damo. Maar wanneer is je me
vrouw dan wél thuisl
Het nieuwe dienstmeisje. Zoodra
u weg zijt, zei mevrouw.
Vrouw. Maar man, je kunt nooit
iets vinden zonder mij eerst te vragen
waar het is Hoe heb je dat toch ge
maakt voor je getrouwd was?
Man. - Toen bleven de dingen lig
gen waar ze behoorden.
Oom. - Nu F ritsje ben je bij den
tandarts geweest
Frits. Ja, oom!
Oom. -- Heb ie ook geschreeuwd?
Fritsje. Neen, oom!
Oom. Dat is braaf, Fritsje! Nu
krijg je ook een dubbeltje van mij!
Hier!
Fritsjo. Dank u, oom!
Oom. Heeft het veel pijn gedaan?
Fritsje. Neen. heelemaal niet!
Oom Zoo? Hoe kwam dat?
Fritsje. De tandarts wa3 niet
thuis!
EEN DOZIJN VOOR EEN.
In een vroolijk gezelschap was er
oen die er niet zeer schrander uitzag.
Gelijk het veelal gaat. was deze weldra
het voorwerp van algemeens spotter
nij.
Toen hii dit lang genoeg verduurd
had. zeide hij eindelijk: Gij moogt mij
uitlachen zooveel als gij wilt. ik heb
toch veel meer dan gij allen.
Hoe zoo? was nu de vraag.
Hij antwoordde. Omdat gij maar
één en ik meer dan twaalf gekken tot
mijn vermaak heb.
Bedelaar. Hartelijk dank. me
vrouw, uw brood cn koffie hebben mij
behoed voor zelfmoord. Ik kan nu het
leven weer beginnen.
Vrouw. Komaan, dat doet me
pleizier. Wied dan nu even de straat
voor me.
Bedelaar. Ik zou dat dolgraag
doen, mevrouw; maar u weet, wat de
dokters zeggen?
Na 't diner, rust «en wijl.
Na t souper, loop een mijl.
En daar ik nu juist gesoupeerd heb
en waarschijnlijk niets anders meer
krijgen zal vandaag, moet ik mij ver
ontschuldigen. Ik moet heen.
HOOGST MODERN.
Heer. Zoudlt u mij ook eenige
nadere inlichtingen omtrent gindscho
dame kunnen geven.?
Vriend. Zeer gaarne ik ken haar
toevallig particulier. Zij rijdt paard,
roeit, fietst, tuft-tuft, reist en is bo
vendien'de vrouw van mijnheer X.
Mevrjuw Planeet. Voordat wij
getrouwd waren, zaten mijn man en
ik dikwijls hand in hand urenlang
naar den sterrenhemel te zien.
Vriendin Mijn man en ik ook.
Mevrouw Planeet. Maar nu ver
telt mijn man mij, dat hij in die da
gen zulk een smaak in de sterrenkun
de gekregen heeft ,dat hij thans tot
diep in den nacht uitblijft om met
eenige vrienden de astronomie te be
oefenen.
BIJ 't CONCERT.
Heer (terwijl bet orchest ,,De slag
bij Waterloo" ten gehoore brengt, tot
naast hem zittend kolonel). Zoo'n
veldslag moet toch iets verschrikke
lijks zijn!
Kolonel. Zeker! Maar zóó ver
schrikkelijk toch nog niet!
Hij. Natuurlijk; sommige men-
schen kunnen over alle onderwerpen
meepraten
Zij. Ja, en anderen kunnen het
niet, maar doen het toch!
55 DE DIAMANT
is die kerel? We hebben nooit van hem gehoord"), een man die
ten warmste wordt aanbevolen, door u aller vriend en weldoe
ner den heer Magnus („Wat 'n kwakzalverij!" „Een huurling
van Magnusl") Den anderen condidaat behoef lk u niet voor
te stellen, gij kent hem, hij Is uw oude geachte stadgenoot, de
heer Baldwin („Hoeveel krijg Je er voor, Baldwin?"), die bereid
ls uw belangen in het parlement te dienen, gelijk hij ze reeds
zoo lang in don gemeenteraad heeft behartigd. („Die goeie,
ouwe Baldwin!"). En dan is er nog de heer Davidson (razend
applaus van de groep linies), die het spijt mij het te moeten
zegden door de corporatie, welke ik de eer heb te vertegen-
woonligcn, m dit geval niet geheel als vriend kan worden be.
schouwd, („Waarom niet?" „Hij is te eerlijk!" „Hij laat zich
niet omkoopen, zooals jullie candidaten!") Ik heb ronduit mijn
meenimg gezegd; lk hoop, dat de vergudering nu kalm naar do
candidaten zal luisteren, zooals het aan ernstige, bezadigde
mannen betaamt. Nog één duig slechts heb ik te zeggen. („Allo
schiet op!") De maatschappij die ik vertegenwoordig heeft groot
belamg bij deze verkiezing, en als de maatschappij er belang
bij heeft, dan hebben allen, die in haar dienst zijn en die aan
haar hun, brood te danken hebben, er eveneens belang bij.
I.aat ieder dat wel bedenken! („Schande! We worden als loon
slaven behandeld!") Wij wenschen op niemand eenige pressie
te oefenen; leder moet zelf welen, wat eer en plicht hem voor
schrijven Elke beambte der maatschappij is volkomen vrij te
stemmen op den candidaat zijner keuze: dat is altijd de stel
regel van de maatschappij geweest. Als hij echter stemt tegen
het belang der maatschappij en dus ook tegen zijn eigen belang
beide belangen zijn immers één, - dan kan hij in gemoede
ook niet van de maatschappij verwachten, dat zij zich iets ge
legen zal laten liggen aan zijn welzijn of hem in dienst zal
houden als er weinig werk is. (Brullend gelach links en kreten
als: ..Daar komt de aap uit de mouw-" stem of je leven!"( Mijne
heeren." zoo besloot de voorzitter, „dat is alles wat ik u te
zeggen heb. Ik zal nu achtereenvolgens het woord geven aan
de verschillende candidaten, het egrst aan den heer Lcth-
bridge, als zijnde hij dc jongste en minst bekende der heeren".
Er ontstond opnieuw een verward rumoer toen Plowman
Edwards ging zitten, dat eenlgen tijd aanhield, nadat de vol
gende spreker naar voren was getreden om het woord tot de
vergadering ie i'chten. Blijkbaar was er geen enkele groep
D. E Dl A M A N T 50
onder het gehoor die iets met zijn persoon op had, en waar
schijnlijk wilden zij die wisten dat zij toch gedwongen zouden
zijn op hem te stemmen als een van de candidaten der maat
schappij, bij voorbaat eenige revanche nemen door hom zooveel
mogelijk te plagen en te trachten hem van zijn stuk te brengen
Van verschillende kanten hoorde men spottende uitroepen, als:
„Kijk, daar hebt je baby!" „spreek op, dreumes!" afgewisseld
door allerlei geluiden, waarbij enkelen met veel virtuositeit nu
eens liet klagend miauwen van een kat, dan weer het jankend
geblaf van een hond of het schetterend gekraai van een haan
nabootsten. Een en ander droeg veel bij tot verhooglmg van de
algemeeno vroolijkheid, maar de spreker werd er zoo zenuw
achtig onder, dat hij zich telkens het zweet van het voorhoofd
wischte, en een zucht van verlichting slaakte, toen hij zijn
speech al hakkelend ten einde had gebrachL
De vergadering toonde een weinig meer respect voor den heer
Baldwin, die inderdaad eenige aanspraken kon doen (gelden
om zijn stad in het parlement te vertegenwoordigen, afgeschei
den van het feit, dat hij tot dc candidaten der mijndistricten
behoorde De vergadering werd wat ordelijker en er werd met
groote belangstelling geluisterd, toen de heer Davidson, de
onafhankelijke candidaat, in een flinke rede zijn beginselen uit
eenzette en een vrij scherpe critiek oefende op de politiek der
Portersmaatschapplj. Hij wist heel goed, zeide hij, dat liet niet
de maatschappij zelf was. die hij tegen zich had. (Daverend
applaus steeg bij deze opmerking uit het midden der zaal op,
zwak weerkaatst op de galerij, terwijl de officieel© vertegen
woordigers van do maatschappij die op het platform waren «ge
zeten eendgszins verlegen met hun houding schenen), ,,'t Is
niet de maatschappij", herhaalde de spreker met nadruk, „die
tegen mij is. Ik zie hier verscheidene heeren die tot den raad
van bestuur behooren, en ik weet beslist, dat als do zaak aan
die heeren was overgelaten, de maatschappij mijn candidatuur
zou hebben gesteund zooals zij bij een vorige gelegenheid heeft
gedaan (Opnieuw daverende toejuiching). *t Is niet de maat
schappij die tegen mij is. maar de heer Magnus, do man die
openlijk verklaard heeft, dat hij liever het gras in Gamberton's
straten zou zien opschieten, dan het minste of geringste van
wat hij als zijn eigen belangen beschouwt prijs te geven. (Toe-
Juichingen; geroep van-, .Dat hebt je mis man!" „Ja, Magnus
heeft het wól gezegd!" „Ga voort, Davidson!") Ik weet niet of
Ho» 249.
13 Juni
1903
Meest gelezen Dag-blad in Haarlem en Omstreken
Door
W. P. J. OVERMEER.
V.
Een groote vermaardheid had. deze
omtrek vroeger door de aanwezige
bleekerijen, een bedrijf, dat hier zeer
bloeide. Voornamelijk waren het ga
ren- en JKnnen-bleekdrijen, welke
haar hoogsten bloei bereikten van
1G50 tot 1750 ongeveer. Later gingen
ze meer en meeT achteruit, eensdeels
door het vervallen der Haarlemsche
fabrieken, anderdeels door hiet kunst
matig bleeken. en alleen bleven de
kleerbleekerijen over. De eerste in
richting van dien aard werd opge
richt in 1577. Een zekere Lambrecht
van Dale, hleeker te Goch in het
land van Kleef, kwam in laatst
genoemd jaar naar Haarlem over, en
richtte een bleekerij op aan het einde
der Rampenvaart (Bnouwiersvaart).
Hij erlangde daartoe de uitdrukke
lijke goedkeuring van den heer van
Broderode, onder wiens rechtsgebied
het terrein gelegen was. Ook de
Haarlemsche regeering verleende
har© ondersteuning, daar zij dezen
nieuwen tak van nijverheid gaarne
wilde voorstaan, als een der voor
naamste stedelijke belangen. Blijk
baar had deze ondersteuning in het
geheim plaats, en wel omdat de brou
wers hiertegen hunne bezwaren zou
den opperen.
Uit den aard der zaak is bet to be
grijpen, dat brouwers en bleekers in
dezelfde streek, nu juist niet altijd
op den besten voet leefden. Het kon
immers niet anders, of het bleekcrs-
bedrijf was ten hoogste nadeeligvoor
de brouwersneering, destijds in
hoogen bloei of, zoo ik mij juister
uit wil drukken, voor de openbare
gezondheid.
De brouwers immers hadden zeer
veel wate-r noodig voor hun bqdirijf,
een duinwaterleiding bestond nog
niet, dus moesten ze het wel uit de
vaarten halen. En hoe dit water be
dorven werd door de bleekers, behoeft
geen betoog.
Er zijn hierover dan ook in die
tijden heel wat processen gevoerd,
requesten ingeleverd, kortom heelwat
„ruzie" gemaakt.
Spoedig nadat van Dalen zich als
bleeker aan de Brouwersvaart had
gevestigd, kwam er weder een ander
uit Goch, Gerrilt Bartholomeuszoon
genaamd, en zijn voorbeeld werd
spoedig door meerderen opgevolgd,
In 1581 waren er dan ook reeds zes
dergelijke inrichtingen aan de Brou
wers- en Houtvaart cn aan de Zuid
zijde van den Zijlweg.
Een zeer beknopt overzicht .of betJer
gezegd een uittreksel van den strijd
tusschen brouwers en bleekers mag
hier zeker wel een plaatsje vindon.
Na allerhande klachten van eerst-
genoemden werd als een gevolg daar
van den 3 April 1581 een Keur vast
gesteld, waarbij o.m. werd bepaald:
1. Dat de bleekerijen niet mochten
uitloozen op do-Rampen- of Ruycke-
biertvaarten.
2. dat zij geen vuiligheden daarin
zouden storten, of in slooten of vaar
ten daarop uitkomende,
3. Dat de bleeker3 daarin niet zou
den Bpoelen,
HET MMVtjifVW CC»i
AFÖ^VJK
Het is gelukt door middel van een
zeker poeder vingerafdrukken duide
lijk op te werken. Door middel van
een stereopticon. kan men ze op lin
nen overbrengen. Men voelt het be
lang dezer uitvinding voor justitieele
doel einden.
Pleegt oen misdadiger voor de twee
de maaj een misdrijf, ,en loochent
hij zijn identiteit, dan kan hij aan
den vingerafdruk onfeilbaar herkend
worden, al had hij zich behalve haar
en baard, ook ooren en neus afge
sneden.
Het is een algemeen bekend feil
dat moordenaars dikwijls bloedige
vingerindrukken achterlaten op luet
tooneei van de misdaad. De ervaren
misdadiger weet. dat tc voorkomen,
maar hij kan niet verhinderen dat
Vingerafdrukken.
zijn vingers met meubelen, deuren,
en •vensters, een eenigsziiis stoffige
tafel, een pianodeksel of een venster
ruit in aanraking komen. Een enkele
vingerafdruk kan 11,11 een misdadiger
zoo gevaarlijk worden als had hij
zijn handteekening of zijn stempel
achtergelaten.
Het nieuwe syteem gaat nog ver-
dor. Ook schrijvers van anonieme
brieven zullen voortaan gemakkelij
ker dan tot dusver ontdekt kunnen
worden. De W'eener politie inspecteur
Windt heeft dat duidelijk aangetoond
in een voordracht voor de Anthropo-
logische Vereeniging.
Hij liet één der toehoorders een te
voren zoo zorgvuldig mogelijk schoon
gemaakte plaat heel vluchtig met den
wijsvinger aanraken. Hij istrooide
4. Dut de bleekerijen onder Berken
rode zouden worden opgebroken,
tenzij de bleekers het vuile water
zouden opzamelen in kuilen, en
5. Dat er geen nieuwe bleekerijen
mochten worden opgericht tusschen
den Zijlweg en den 's-Gravenweg.
Uit een sanitair oogpunt waren
deze bepalingen alleszins te verdedi
gen, 011 dit zullen de blockers ook
el hebben moeten 'erkennen. Doch
hiermede liep hunne broodwinning
gevaar, vandaar dat zij protesteer
den. Een langdurig procos volgde,
dat den 27 Juni 1583 werd geëindigd
met een accoord, waarbij de bleekers
aan do Zuidzijde van den Zijlweg
zich verbonden om hunnG bleekerijen
in 1584 over te brengen naar de
Noordzijde.
Hen die over flit bedrijf meer wil
len weten, ben ik zoo vrij te venvij
zen naar een opstel in I)e Oude Tijd
Jrg. 1870 en naar eenige zeldzaam
voorkomende gedrukte stukjes, voor
handen in onze Stadsbibliotheek.
Aan F.lswout zijn eenige historische
bijzonderheden verhonden, die al mo
gen ze niet geheel onbekend zijn, toch
wel eigenaardig genoeg zijn. om ze
te dezer plaatse nog ee-n? te herhalen.
In het werk van den heer Allan
vinden we hierover aangeteekend dat
deze plaats aanvankelijk Molijns-
Hof stede werd genaamd, naar den
stichter, een zekere Karei Dumoulin,
(in de wandeling Moulijn genaamd),
die in 1034 en 1635 het Hemelsduintje
en eenige andere stukken gronds,
welke het begin van de hofstede Els-
wout zijn geweest, aankocht van de
familie van Sompol. Een ander deel
kocht hij van het St. Elisabeths gast
huis te Haarlem.
Genoemde Dumoulin was een een
voudig twijnder geweest, die na een
huwelijk met een rijke weduwe zich
had doen kennen als een onderne
mend koopman. Zijn grootheid bracht
hem ten val, een schandelijk bank
roet volgde en Dumoulin moest we
der het eerzaam bedrijf van twijnder
daarna een geheimzinnig poeder op
dezelfde plek en de vingerafdruk
kwam zóó duidelijk te voorschijn,
dat iedere lijn en iedere bijzonder
heid, met een stereopticon op linnen
overgebracht, duidelijk voor alle aan
wezigen was te zien.
Hij herhaalde dezelfde proef door
gewoon schrijfpapier te laten aanra
ken en het resultaat was precies het
zelfde als bij de glazen plaat.
Op de plaat ziet men vingerafdruk
ken van zes verschillende personen.
Op het eerste gezicht ziet men dade
lijk dat de afdrukken niet in de ver
ste verte op elkaar gelijken. Links
bovenaan ziet men hou een vingeraf
druk wordt genomen van een misda
diger.
tor hand nemen.
In 1654 werd Gabriël Marcelis eige
naar van Elswout, dat later naar
hem Marcel is-Hof stede werd ge
noemd. Tot in 17Ö3 bleef de plaats in
diens bezit, toen ze verkocht werd
voor f 28.0000 aan Mr. Abraham
Romswinckel.
(Wordt vervolgd).
IN 't HUWELIJKS-BUREAU.
Zoo. hebt u aan die damo zoo-
1 veel geld verdiend?
Makelaar. Ja. mijnheer; die heb
ik al vijfmaal omgezet!
I ProfessoT (tot een student, die zijn
opwachting komt maken). Hoe
kunt u mij op zoo'n ongelegen tijd ko
men storen?
Student (verlegen). Neem me
niet kwalijk, professor maarik
duchtu was op dit oogenblik nooit
thuisl