NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Om& treken.
Gouvernante.
21e Jaargang
Vrijdag 3 Juli 1903.
No. 6137
HAARLEnrS DAGBLAD
Abonnementsprijs i
Voor Haarlem per 3 maande®. f 1.20
Voor de dorpen lm dem omtrek waar een, Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per maanden 1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden,1.65
Afsomderlijke nnmmersO.OSVi
Geüiuitreerd Zondagcfclad, voor Haarlem, per 3 maanden0.371/»
i, de omstreken en franco per post. 0.45
Advertentlën i
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL
BureauxZulder Buitenspaarne No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
U'tgcv» d«r Vennootschap Leuren* Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
rerfceaèlS» worden aangenomen door ons® Agenten en door alls Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenties
9$ Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dtfé bimd vrnrmohfli»l bs> fosfor sgg Zom<> bk Fmmsidagmni,
Hoofdagenten vqw het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciié Etranglre Go Lo BAD BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 3 Juli
^evat o.a.
Loabet's rèi9, De toestand in
Marokko, De Congostaat-quaestie,
Kameroverzicht, Onderwijzers en
Nederl. taal, krankzinnigenge
sticht te Zutphen, De voorspelde
moord.
öuiteuiandsch Nieuws
Engeland.
LoubeVs reis.
Uit Dover wordt gemeld, dat de presi
dent den 6en a.s. in Engeland zal aan-
j komen. De hertog van Connaught en de
beer Loubet zullen plaats nemen in ko-
Iaünklijke rijtuigen, welke naar Dóver
worden gezonden en vervolgens bij lord
'Walden een collation gebruiken. Groote
feestelijkheden worden te Dover voorbe
reid.
1 Een schitterende ontvangst zal aan de
lofficieren en aan de manschappen der
Engelsche en Fransche eskaders, te Do
ver vereenigd, worden bereid. Maandag,
des namiddags te zes uur, zal de heer
Loubet de leden der Fransche kolonie
te Londen ontvangen, nadat den koning
in het Buckinghampaleis een bezoek zal
zijn gebracht, bij welke gelegenheid de
president aan koningin Alexandra zal
[worden voorgesteld.
De heer Loubet zal aan het Victoria-
jBtation door Edward VII en den prins
'van Wales worden begroet. Beiden zul
len hem tot het paleis van St. James ver
gezellen.
De Fransche Kamer heeft een crediet
van 600.000 francs voor Loubet's Engel
sche reis toegestaan.
•-* -7
België.
De Congostacit-quaestie.
In de Kamer werd gisteren de in
terpellatie gehouden van de heeren
Van dei- Velden en Lorand over de
irteppan door buitenlandsche mogend
heden gedaan bij de Regeering van
Sen Congostaat. De Brusselsche afge
vaardigde Lemonnier vroeg verdaging
Ier behandeling, daar het verstandi
ge staatkunde zijn zou te wachten,
totdat de Engelsche Regeering haar
iota aan de mogendheden zal hebben
fezonden.
Van der Velde betoogde, dat België
niet kan ontrekken aan de
Jongo-quaestie, omdat het mede on-
de Berlijnsche Conferen-
ïe en bloed en geld had geofferd voor
[en Congo-staat.
j Spreker gaf een historisch overzicht
an den eigendom van den Staat, en
dat er bijna geen plaats
ver bleef voor den vrijen handeL
toonde aan, dat er, evenals over-
elders, misbruiken waren voorge-
in deze kolonie, onderwierp de
Btalingen. welke in nature betaald
worden aan critiek en be
keurde bet onvoldoende tegengaan
knevelarij.
De minister van buitenlandsche za
ai verklaarde, dat België niet het
heeft tusschenbeide te komen in
Congo-quaestie. De schuldigen zijn
gestraft, de vrijheid van geweten is
eerbiedigd, de wet gehandhaafd.
De Engelschen waren de eersten,
die België geluk wenschten met zijn
optreden.
Buit8chlaud.
Verkiezin g s kn oeierij.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft een beschikking uitgevaardigd in
verband met de verkiezingsknoeierijen
waarvan de sociaal-democraten beschul
digd worden.
De minister wijst er in zijn schrijven
op dat manipulaties als waarvan de so
cialisten beschuldigd worden, met ge
vangenisstraf van ten hoogste drie jaar
bestraft worden en herinnert, de stem-
bureau's er aan, dat zij het recht heb
ben legitimatie te eischen.
Turkije.
Wanbeheer.
De correspondent van de „Times"
t-e Adrianopel heeft een interessanten
brief geschreven, waaraan het vol
gende wordt ontleend.
„Ik heb een bezoek gebracht aan
Yenidge. Eenige Europeesche bladen
hadden meegedeeld, dat dit dorp uit
gemoord was. Dit nu bleek overdre
ven te zijn. Maar toch, de bewoners
zijn wanhopig, en velen verklaarden
mij dat zij, niettegenstaande geheel
afkeerig van elk revolutionnair denk
beeld, gaarne mee zouden doen aan
een algemeenen opstand, om bevrijd
te raken van het Turksche juk. Het
laat hen koud, wie in de toekomst
over hen regeeren zal. Zij geven niets
om politiek.
„Algemeen is men van meening, dat
een opstand kans van slagen heeft."
Marokko.
De toestand is verward.
Men verneemt weer eens wat uit Ma
rokko, maar het zijn zulke verwarde be
richten, dat ze weinig licht in dezen
chaotischen toestand ontsteken. Nadat
de minister van oorlog El Menebhi zelf
de operaties tegen Boe Hamara op zich
had genomen meende men, dat de orde
zeer spoedig hersteld zou zijn; maar de
minister was weinig gelukkiig en ont
moette zulke tallooze hinderpalen, dat
van zijn opmarsch tegen Tisza zoo goed
als niets terecht kwam. De sultan, onbe
slist als altijd, wist niet of hij zijn mi
nister van oorlog naar Fez terug zou
roepen, of hem versterkingen zou zen
den en deed dus noch het een noch
het ander. Zoo heerscht in Marokko van
het eene eind naar het ander dus nog
steeds de grootste anarchie; de stam,
die gisteren zijn onderwerping aanbood
staat morgen, weer op, en de sultan, die
zijn hulp noodig heeft en eindelijk
orde op de binnenlandsche zaken scheen
te stellen, durft zich niet op hem verla
ten uit vrees, dat hij hem in den slag
zal verraden.
China.
In afwachting.
Er is een groote oorlogsvloot bijeen
in de Chineesche wateren, geen Chinee-
sche oorlogsvloot evenwel. In het noor
den van de golf van Petsjili liggen En
gelsche, Araerikaansche en Japansche
eskaders. Men spreekt van 57 Russische
oorlogsschepen van allerlei slag, die te
Port-Arthur zouden liggen. Naar ver-,
luidt zijn de Japansche reserve officie
ren, die thans in Noord-China vertoe
ven, teruggeroepen.
Stadsnieuws.
Haarlem, 2 Juli 1903.
In de maand Juni 11. is het Stedelijk
Museum van schilderijen en oudheden
op bet Raadhuis bezocht door 533
personen tegen betaling en door 3S:
personen zonder betaling.
De Afdeeling „Haarlem en Omstre
ken" der Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde ver
gadert Vrijdag 3 Juli, in het gebouw
„Weten en Werken" alhier.
De agenda bevat de volgende punten:
1. Ingekomen stukken,
2. Opgave van punten voor de a.s.
Algemeene Vergadering.
3. Verslag voorloopige werkzaam
heden van de Commissie, tot voorbe
reiding der te houden excursie. Be
langrijk
4. Onderlinge tentoonstelling.
5. Wat verder ter tafel komt.
Niet doorgegaan. Waar
schijnlijk tengevolge van het Zomer-
sche weder was de opkomst op de
derde vergadering door de S. D. A. P.
en de Volkskiesvereeniging Woensdag
avond in den tuin van den heer T.
Baks, Nassaulaan 19 uitgeschreven,
zoo gering, dat de beide sprekers, de
heeren Gerritsz en Kaptein, die over
de gemeenteraads-verkiezingen het
woord zouden voeren, maar besloten
de vergadering geen doorgang te doen
vinden.
Uitbreiding kazerneering.
Door Z. Excellentie den Minister van
Oorlog is de uitbreiding der kazer
neering te Haarlem opgedragen aan
den aannemer, den heer Jan A. Jonker,
alhier, voor de som van f 74.494.
Opgeruimd. Thans zijn de huis
jes van de spoorwegwachters aan de
Brouwersvaart geheel verdwenen, met
het oog op het nieuw te bouwen spoor
wegstation.
Bekeurd: Woensdag-avond om
streeks 8 uur waren eenige jongens
weder in de Leidsche Vaart aan het
zwemmen, hetgeen op zichzelf nu wel
geen groot misdrijf is, maar dat toch
voor de voorbijgangers en voor de
passagiers der Electrische tram, een
aanstootgevend schouwspel oplevert.
Vandaar dat hierover reeds herhaal
delijk is geklaagd, en als gevolg daar
van is het politie-toezicht vermeerderd.
En toen dan ook gisteren avond eenige
jongens zich heerlijk verfrischten,
kwam daar onverwachts een Heem-
steedsche veldwachter aan, die niet
alleen aan dit spelletje een einde
maakte, maar bovendien tegen een
tweetal proces-verbaal opmaakte.
Zoodoende zal aan de zwempartijen
in de openbare wateren wel spoedig
voor goed een einde zijn.
Bekeurd. Twee jongens zijn
bekeurd omdat zij in de Houtvaart
zwommen; tegen eenige jongens die
glasruiten van gaslantaarns inwierpen
werd proces-verbaal opgemaakt een
tapper werd bekeurd wegens het in
verboden tijd hebben van een bezoeker
in zijne inrichting.
Gevonden voorwerpen: een
knipmes, een paternoster, een gouden
oorknopje een beursje met zilvex-en
beslag, waarin eenig geld, een kinder
zak, waarin een ledige portemonnaie
en een zakdoek, een duimstok, een
stoof, een jonge keeshond.
Uit de Omstreken
Heemstede.
Mej. J. A. Lowe van hier, verkreeg
aan de Nijmeegsche Huishoudschool
het diploma voor hulp in de huis
houding.
De smid W. J. Hirden alhier, had
gistermorgen het ongeluk met zijn
arm tusschen een in de werkplaats
staande motor te geraken, waardoor
deze arm zoodanig werd verwond,
dat hij naar het Gasthuis moest wor
den overgebracht.
Beonebroet.
De heer H. J. Clarion alhier is be
noemd tot keurmeester voor de Hol-
landsche herdershonden op de ten
toonstellingen te Middelburg en
Zutphen.
Door het werk voortspruitende uit
het bollenpellen komen onderscheidene
aanvragen in om een 6-weeks verlof
voor kinderen van 10 tot 12 jaar.
Binoeuiaad,
Kameroverzicht.
Het wetsontwerp tot het onder de wa
pens houden der reeds op 5 Mei naar
huis gezonden lichtingen van 1900 en
1901 is van de baan.
De vormquaestie, waarvan wij in ons
vorig overzicht spraken, was ook giste
ren weder het onderwerp van discus
sie voor verschillende sprekers. Daar
waren er, als de heeren Borgesius,
Mees, van Karnebeek, die meenden dat,
nu er een wet was ingediend, het noo
dig was ,die te behandelen en dat er ge
streefd moest worden om door wijziging
van den tekst dezen aan te passen aan
den werkelijken toestand, waartoe zij
verschillende middelen aan de hand de
den. De heer de Savornin Lohman
plaatste zich evenwel op het standpunt
der regeering: beter geen wet in het
Staatsblad dan eene, die met de waar
heid in strijd zou zijn. En dit standpunt
omvatte dan tevens de meening, dat er
geen wet noodig was om de Regeerings-
handeling te dekken, nu aan het wette
lijk voorschrift toch niet meer kon wor
den voldaan. Reden te meer, meende
de heer Troelstra nog eens, om art. 110
der militiewet te wijzigen een wijzi
ging die Min. Kuyper dan ook toezeg
de, zonder zich reeds nu uit te laten over
wat zij zou behelzen. Deze eisch kon,
meende hij, aan de Reg. ook niet wor
den gesteld ten aauzien van de motie
ven die haar zouden leiden tot uitbrei
ding van het „blijvend gedeelte"; men
zou te bestemder tijd die motieven ver
nemen.
De heer Van der Zwaag, die de ver
wijten van den Min. aan het adres van
socialisten en anarchisten op de regee
ring terugwierp, had voor de vorm-
'quaestie zijn eigen oplossing. Hij wilde
nóch een onware wet, nóch kinderwerk,
onnut, verrichten. En hij zou dus voor
de stemming de heeren goeden morgen
zeggen.
Wat de wet zelve betreft, de Min. van
oorlog kwam. gelijk reeds kort is ge
seind, op tegen de grieven van den heer
Ter Laan betreffende de behandeling
der miliciens en de aan dezen verleende
vergoedingen (waar meer dan 2 ton was
besteed). Met erkentenis dat een minder
omslachtige regeling noodig was geble
ken, betoogde hij dat zijn departement
zooveel mogelijk, door verloven, plaat
sing in bepaalde garnizoenen, kazernee-
rinig enz. gedaan had wat het kon doen
in het belang der miliciens. En al zou
den de herhalingsoefeningen (ook voor
de lichting 1902) niet geheel achterwege
kunnen blijven, in de beperking daar
van hadden de miliciens toch ook een
compensatie voor de buitengewone op
roeping. Meer kon de Min. niet doen of
toezeggen. Hij eindigde met een toege
juichte hulde aan officieren en minde
ren voor de wijze waarop zij in de troe
bele weken hun plicht hadden gedaan.
Van de replieken is aan te teekenen,
dat de heer Troelstra erkende niet par
lementair te zijn geweest, doch de Min.
had hem daartoe als het ware uitgelokt
door de schuld van al wat gebeurde op
spr. en zijn partij ,te werpen (was dat
om eigen schuldbesef af te wentelen?
had ook de heer v. d. Zwaag gevraagd).
De Min. antwoordde, dat ook van socia
listische zijde de schuld van veel wat
gebeurde aan Troelstra was geweten;
de Min. onderstelde bij dezen nobele mo
tieven. Maar waar de heer Troelstra den
Min. het recht had ontzegd in de Ka
mer op te treden als opziener der gewe
tens, nam de Min. zijn uitlating van eer
gisteren loyaal terug. Niet alzoo de heer
Troelstra, die nog eens het geheele sta
kingsdebat wilde ophalen, wat de voor
zitter evenwel niet toestond. Een vraag
van den heer T. of de regeering iets
voor do slachtoffers wilde doen, bleef
onbeantwoord.
De Reg. had te kennen gegeven, dat
zij de wet niet introk, om de Kamer ge
legenheid te igeven haar beleid te be
spreken (waartoe in elk geval ook de
Eerste Kamer het recht had en kon uit
oefenen). Maar zij zou tot intrekking
overgaan als de Kamer een wenk gaf.
Die wenk kwam in den vorm eener
motie van de heeren Lohman c.s., waar
bij onder goedkeuring van de oproeping
der miliciens van de lichtingen 1900 en
1901, overwegende dat door de om
standigheden verdere behandeling geen
doel meer heeft, besloten wordt het
wetsontwerp vooralsnog af te voeren
van de agenda.
Ondanks de bestrijding van de heeren
Roëli en v. Karnebeek, die de motie on
grondwettig achtten, werd deze motie
(waarin de Min. Kuyper een vingerwij
zing zag voor wat de Reg. nu te over
wegen had) aangenomen met 42 tegen
33 stemmen.
Het ontwerp betreffende de lichting
1902 werd aangenomen met 71 tegen 5
stemmen (socialisten).
Hofberichten.
De Koningin-Moeder komt 17 Juli te
12.40 te Groningen met den gewonen
sneltrein, gaat hoogstwaarschijnlijk di
rect naar de tentoonstelling en na het
diner weer om de electrische verlichting
te zien. Den volgenden morgen brengt
H. M. een bezoek aan het nieuwe zie
kenhuis, maakt na den lunch een rij
toer door de stad en vertrekt te 6.24 uur.
Naar men verneemt zal wederom dit
jaar ten paleize Het Loo eene matinée
plaats hebben, naar alle waarschijnlijk
heid tusschen 20 en 30 Juli.
De vorstelijke familie Von Wied heeft
Woensdagochtend de residentie weder
verlaten.
Een langdurige gast.
Een jonige man' te Diever had het on
geluk bij 't gebruik van soep een vrij
groot beentje door te slikken. Sedert
dien tijd was hij ongesteld en moest hij
veel hoesten. Thans, na verloop van
omstreeks anderhalf jaar, kwam bij een
zware hoestbui het beentje te voorschijn.
Enqnète spoorwegpersoneel.
Wij vernemen, dat het hoofdbestuur
van de thans geschorste „Nederl. Ver-
eeniging van Spoor- en Tramwegperso
neel", indertijd in verband met den op
roep der Spoorweg-Enquète-commissie,
ten einde inlichtingen omtrent den toe
stand in het spoorwegbedrijf te ver
strekken, besloten heeft hieraan geen
gevolg te geven.
Deze beslissing sluit blijkbaar niet
uit, dat ae leden van genoemd hoofd
bestuur individueel inlichtingen zouden
mogen verstrekken. Men deelt ons al
thans mede, dat tegen een dezer dagen
de heer J. Oudegeest door de Enquête
commissie is opgeroepen en hij zich ook
naar Den Haag zal begeven om door de
commissie gehoord te worden. (Tel.)
Alscbafflug der Staatsloterij.
Het laat zich verklaren, dat, na al
de afkeuring, die het wetsontwerp tot
afschaffing der Staatsloterij heeft on
dervonden. de „Standaard" nqg. eens
een en ander daarover in 'tfBidden
brengt.
Het blad betoogt „dat schier dag^
lijks de bewijzen zich ophoopen, hoe
zeer Germanje's oude kwaal, deharts^
tocht voor het spel, nog in haar zo
nen voortwoekert en in kracht eer
wint, dan achteruit gaat. En de wet^
W® allletess;.
Uit het Engelsch
naar
DOROTHEA GERARD.
het oogenblik was zij met
•g bezig over het zooeven ge-
ten menu haar meening te
en steeds op alles een
wetende te vinden, of-
ioon gehuld in een vlag van de
est uitgezochte loftuitingen. De
p was „een groot succes", ofschoon
2en paar korreltjes minder cayenne
in noodig geweest waren; keu
waren altijd zoo royaal in
gebruik van dat ingrediënt, niet
Zij gaf zelf nooit de cayenne
er uit handen. Die kievitseieren
een echte tractatie geweest,
toch, zou Mr§. Grant niet den-
dat een goede Béchamelsaus ze
meer recht zou hebben laten we
Waarmee Mrs. Grant met
r oogen nog steeds op de deur ge-
vaag instemde.
De kapoen was een triomf geweest
en de compóte een droom, maar zelfs
triomfen en droomen, schenen nog
verbeterd te kunnen worden.
Toen er van de m<enu op die wijze
bijna niets overgebleven was, veran
derde het gebabbel in zooverre, dat
het overging in een meilenpraatje, ge
volgd door het bespreken van de voor-
en nadeelen van bet gebruik van gas
in plaats van cokes in de keuken.
Die bedrevenheid heb ik aan mijn
dierbaren echtgenoot t© danken, zei
Mrs. Wyllie in antwoord op een ge
mompeld complimentje van Mrs.
Grant. Toen hij nog leefde moest ik
steeds mijn oog laten gaan over alles,
wat in de keuken verricht we<rd, hij
was zoo precies op zijn eten. moet u
weten; en nu hij heengegaan is, vind
ik er een soort van troost in, te doen
wat hij graag had, dat ik deed.
Misschien ook wel wat het eten
aangaat, dacht Clara, die zoo dichtbij
zat, dat zij gemakkelijk het gesprek
kon volgen. Ik zou wel eens willen
weten, wat Fraulein Pohl zou zeggen
van zoo'n onderwerp van gesprek?
Tot nu toe is er nog geen woord ge
sproken, dat niet even goed in de
keuken gezegd zou kunnen zijn. Ik
twijfel' er geen oogenblik aan, of zij
is een achtenswaardige vrouw, maar
zij is er één van het type, dat het
féminisme op haar geweten heeft.
Vrouwen, die haar geest weten te
verheffen boven een menu, zijn tdt
het andere uiterste gedreven, als een
soort van spontaan protest tegen de
oppervlakkigheid van vrouwen als
Mrs. Wyllie.
Intusschen putte de andecre vrou
welijke gast, Mrs. Henderson zich uit
in complimenten over Edith's japon,
ze was buiten kwestie beeldig en stond
haar uitstekend, omdat de rose tint
het mooie haar zoo voordeelig deed
uitkomen en de uitstekende coupe van
de rok zoo mooi om haar lange ge
stalte hing. Misschien zou het effect
nog grooter zijn als haar knap gelaat
niet zoo verbrand was door de zon;
maar het kon toch ook zijn, dat het
schitterend wit des te piquanter uit
kwam tegen het gezonde bruin.
U heeft ook een nieuwe wit piqué
japon, niet waar? merkte Mrs. Hen
derson op. Ik zag het verleden week
uit mijn wachttoren.
Wat Mrs. Henderson haar wachtto
ren noemde, was een bovenvenster
van haar vilTa, van waar men de
beide kanten van de vallei in het oog
had en dat dus een uitmuntende ge-1
legenbeid bood om het doen en laten
van alle families op een aanzienlijken
afstand in het rond na te gaan.
Niet overstelpt met bezigheden, was
Mrs. Henderson op die wijze in de ge
legenheid om precies te weten wie
croquet speelden op Zondagen en wie
dat niet deden, op welke villa men
bezoek had. wie naar Edinburg ging.
met welken trein en wanneer zij te
rugkwamen en met hoeveel pakjes.
Onder deze omstandigheden was het
natuurlijk onmogelijk het leven ver
velend te vinden. Zij was een klein
vrouwtje, met een oudachtig gelaat
en verdacht geel haar. Telkens als
zij naar Londen giug, hoopten haar
vrienden oprecht dat zij terug zou
komen met een nieuwe pruik, en nog
een er bij voor de breek; maar tot nu
toe was die hoop ij del gebleken. Haar
lokken schenen de eeuwige jeugd
deelachtig geworden, maar niet alzoo
haar gelaat.
Mr. Laidlaw heeft den lindeboom
in zijn tuin laten omhakken, kondigde
zij nu aan, bijwijze van opsomming j
van de wekelijksche kroniek, en de.
familie Farley heeft een nieuw ka
mermeisje. O, voor mij kan u geen
geheim hebben, denk daaroml en zij
lachte onnoozel maar goedhartig. Ik[
wist best. dat ik hier hedenavond een
vreemde zou aantreffen. Drie dagen!
geleden zag ik Mr. Aikman in den
tuin van zijn oom wandelen, en be
gon er toen over te denken, op wie hij j
misschien een %oed oogje hebben,
kon?
En weet u dat nu? zei Edith een
beetje minachtend lachend.
Clara, die aan een borduurwerkje
bezig was, begon met meer attentie te j
luisteren. Dit was d© eerste opmer-j
king, die haar eenigszins interessant i
toescheen.
Ja, ik weet, dat hij de neef van.
onzen buurman is. en ik heb hem met
een schetsboek gezien, daarom denk
ik, dat hij artiest is.
Wat is dat een treurige geschie
denis met zijn moeder, niet? zuchtte
Mrs. Wyllie zich in het gesprek men
gende.
Wat is er met zijn moeder
Wel Mrs. Grant vertelde mij juist
daarvan, niet waar, Mrs. Grant?
Op die wijze ook in het gesprek ge
mengd. dwong de gastvrouw zich zelf
tot belangstelling.
Ja, zijn moeder is er zeer treurig
aan toe, een schim van wat zij ge
weest is. vertelde hij mij niet li
chamelijk, maar geestelijk. Haar ver
stand. begrijpt u en Mrs. Grant
drukte veelbeteekenend haar wijsvin
ger op haar voorhoofd.
Waarop beide dames als in één
adem toestemden dat het heel treurig
was.
Hij lijdt een droevig bestaan, ge
heel alleen met haar in een afgelegen
plaatsje. En dan al die zorgen om
kens een andere verpleegster had
vindenwant natuurlijk heeft zij
iemand noodig. die zich uitsluitend
met haar bemoeien kan. Hij vertelde
mij van zijn zorgen en hoe hij tel
kens een andere verplaegster had
moeten nemendie man heeft een
heel moeilijken tijd doorgemaakt.
Ik weet. wat dat zeggen wil,
merkte Mrs. Wyllie op. plechtig met
haar hoofd knikkend. Ik moest eens
driemaal in één maand van keuken
meid veranderen, en ik ben er van
overtuigd, dat het met verpleegsters
al niet beter zal zijn.
Waarom neemt hij niet een da
me als verpleegster? vroeg Mrs. Hen
derson, altijd! geneigd om te infor-
meeren.
(Werd! rerv^jrAj