DE ZATERDAGAVOND. Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad Lettertesmdig Weekblad voor Jong en Oud. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Wandelingen in Kennemerland, Af zul miste. MODERNE HUWELIJKEN. Heer. Ik heb altijd medelijden met je man. Hij ziet er zoo armoedig in zijhe kleeding uit en durft nauwelijks een glas bier drinken. Doctores. Ja, hij moet eerst mijne schulden uit mijn studententijd be talen. AANBEVELEND. Iemand (die een gemeubileerde ka mer wil huren). Wordt er in huis piano gespeeld? De juffrouw. O, maar daar hoort u hier niets van. want beneden woont een smid! LUIHEID. Twee arbeiders, die een tamelijken hekel aan het werken hadden, Bega ven zich schoorvoetend naar hun kar wei. Ik wou, dat ik duizend gulden had, zei de een geeuwend. Dan gaf je er mij toch zeker hon derd van, zei de ander. Neen, luiaard, zei d.e eerste. Wensch zelf maar wat. IN HAAR TOORN. Schoonmoeder (tot haar schoon zoon). Ik weet het wel, je loert op mijne erfenis en ik geloof, dat ik te lang leef naar je zin. Maar ik zal sterven, 'als het mij past en niet, als het jou past. En nu ga ik in het geheel niet dood! EEN OUDE BEKENDE. Pardon, mijnheer, waarom kijkt u mij zoo aan? Wat is er aan mij dat zoo bijzonder uw aandacht trekt? M ij n parapluie, mijnheer, die u daar bij u heeft! 't Schijnt, dokter, dat u niet erg gelooft aan de macht der vtouw. Neen, meneet; ik geloof niet eens aan hare onmachten. EERSTE GEDACHTE. Kellner. O, mijnheer! Die heer op No. 5 heeft een beroerte gekregen! Hótelhouder. Je hebt hem toch niet onvoorbereid zoo even d© rekening gepresenteerd?! TELEURSTELLING. Zuster. Wat zegt nu do meester, nu ik je aan je huiswerk help? Broer. Van morgen zei hij, dat ik met den dag dommer werd Telefoontap. Met de behoefte aan zoo ongestoord mogelijk telefoneeren wordt meer en meer door afsluiting van hot telefoon toestel van het zich rondom ontwikke lend igedruisch rekening gehouden. Daar nu dikwijls de iruimtte nabij het toestel uiterst beperkt ls, verdient een nieuwe inrichting de aandacht, welke het mo gelijk maakt, de afsluiting met behulp van een samen te vouwen kap vlug en alleen voor den duur van het gesprek te verkrijgen. Zooals het plaatje laat zien, neemt de telefoonkap in opgevouwen stand aan den muur slechts zeer weinig plaats in. Moet er gesproken worden, dan kan de gene, die telefoneeren gaat, de kap, door aan een. handvat te trekken, ge makkelijk om zich heen sluiten. Een ruitje boven iade kap laat genoeg licht door, om bij het maken van notities te kunnen zien. Is het gesprek geëindigd, danwordt, door aan een tweede, aan den muur bevestigd handvat te trekken, de kap weer opgevouwen. VOORZIEN. Student. Zoolang mijn papa hier is. doet u of u mij niet kent. Schuldeischer. Jawel, en als hij weg is, doet u, of u mfij niet kent. EEN LIST. Pantoffelheld. Liesje, ik ga van daag naar den schouwburg, daar wordt een nieuw stuk gegeven, waar in met de vrouwen de draak gesto ken wordt. Geef mij den huissleutel mee, opdat ik fluiten kanl OOK EEN BEOORDEELING. Ik heb uw grootvader gekend; dat was een hoogst fatsoenlijk mensch. Uw vader ken ik ook hij is een zeer net man; maar jij. jij bent een schurk van huis uit! Jonge vrouw, 't Is toch vreemd; bij mij vallen alle gerechten, zelfs vol gens het beste kookboek, slechter uit dan bij mijn keukenmeid, die in 't geheel niet lezen kan! Vrouw. Door mij ben je eerst iets geworden. Wat had je, voordat je getrouwd waart? Man. Althans een huissleutel! Vrouw. Ons nichtje maakt ons per telegram met hare verloving bekend. Man. Ja; tegen dat de brief hier was, zou 't misschien alweer af zijn. AFDOENDE. Ik heb verscheidene red'enen om dit huis niet te koopen. sprak.iemand tot den eigenaar. Ten eerste heb ik geen geld genoeg; ten tweede O, do rost kan mij niet schelen! viel de eigenaar hem in de rede. HOUDEN. Een jongmensch kwam ergens ka- miers kijken en werd aan de deur ont vangen door de meid. IToud'oni ze hier commensalen? vroeg hij. Neen. meneer; ze nemen ze wel, maar houden ze nooit. ER INGELOOPEN. Papa. Dus 't is morgen j© ver jaardag, DooTtje? Wel, dan moet ik je oen mooi cadeau geven. Kom. kies er maar een zeer mooi en duur uit, zooals je zelf wilt! Doortje. Dan zal ik Frank Har- donberg maar nemen, papa! ANDERS GEMEEND. Waard (eien aangeschoten heer naar buiten geleidend). Wilt u uw hond niet aan het touw nemen? O, die zal zijn weg naar huis al leen wol vintdenl Jamaar u! AANTREKKINGSPUNT. Dame (bij den dokter). Ach, maak toch dat mijn man dien rooden neus kwijt wordt! Telkens, als wij van een wandeling terugkeeren. hebben we 'n half dozijn reizigers in. spiritualia achter ons! 67DE DIAMANT „Soms", antwoordde hij. „Nu, ik heb een sterk voorgevoel, dat we Ray op de een of andere manier er uit zullen helpen. En dan, dan neem ik je beide mee terug naar Engeland! 't Is duidelijk gebleken, dat Je geen van beiden voor je zelf kunt zorgen, en evenmin do een voor den andeT". Zij zeide hot met een glimlach, maar de tranen stonden haar in do oogen Haar woorden, zacht en vriendelijk als zo waren, troffen hem dieper dan het scherpste verwijt had kunnen doen. „Nellie" .zeide Philip plechtig, „wil je me gelooven, als ik je zeg, dat ik liever mijn rechterhand zou hebben afgesneden, dan „Ik weet het, Philip, ik wéét het", antwoordde zij. „Denk Jo dan, dat ik hier zou zijn als Ik dat niet wist? Maar Ik moet nu heusch weg, anders krijg ik knorren. Wacht hier oen oogen- blik tot lk mevrouw Clayton hier bij Je gezonden heb. O, Jo kunt niet gelooven, hoe lief en goed ze voor me ls!" Een paar minuten later had Philip afscheid genomen van Nellie's vrienden en was hij op weg naar zijn kamer, zich in het minst niet haastend, ondanks het vooruitzicht, den vol genden morgen weer om vijf uur op te moeten. Hij vèrkoerde in zulk een opgewonden stemming, zijn blijdschap over do geheel onverwachte ontmoeting met Nellie was zoo groot, dat hij zijn weg vervolgde zonder er bij te denken waarheen hij liep, tot hij plotseling bleef staan en, rondziende, ontwaarde dat hij een hocl eind uit den koers was geraakt. Zich reken schap gevende, waar hU zich bevond, besloot hij een straat aan zijn linkerhand, bezet met kleine, op zichzelf staande woninkjes, in te slaan, als zijnde de kortste weg naar huis. Hij herinnerde zich dat de straat in een niet al to besten reuk stond. Nu flink doorstappend, berekende hij in hoeveel tijd hij thuis zou kunnen zijn, toen eensklaps een vrouwestem hem riep: „Meneer, meneer, ik bid u, kom eens even hlerl" In het eerst nam Philip er geen notitie van. Toen echter het geroep zich herhaalde en thans nog drin gender klonk dan de eerste maai, bleef hij onwillekeurig staan. Rondkijkend, kon hij in het maanlicht zien, dat de stem kwam von eon Jonge kleurlinge, die vlak voor de deur van een der huisjes stond. „Wat is er?" vroeg hij tamelijk kortaf. „O, ik weet wat u denkt", antwoordde de vrouw, „maar dat is het niet. Mijn kind", ging zij snikkend voort, „heeft stuipen D E D I A M A NT 68 en er ls geen sterveling dien ik naar den dokter kan sturen. Zelfs al kon ik weg om de menschien hiernaast te roepen, dan weet ik dat zij toch niet zouden gaan. Ach, ik smeek u, meneer, loop voor me naar dr. Odkes in de Berrystraat en vraag hem of hij dadelijk wil komen! Zeg hem dat het is voor het kind van vrouw Jacobs, en dan zal hij vlug genoeg hier zijn>'. „All right", zei Philip, „ik zal zoo hard loopen als ik kan". En hij sloeg ijlings een smal laantje in, dat hij wist dat vlak hij dr. Odkes' huis uitkwam. Gelukkig vond hij den dokter thuis en was deze onmiddellijk bereid mee te gaan. „Watl" riep dr. Odkes uit, „vrouw Jacobs? Die arme stum- perd heeft toch altijd wat! Wil u even wachten tot ik mijn hoed heb gehaald: ik ben in een ommezien bij u". Gedreven door zuiver menschelijke belangstelling, ging Phi lip mee terug. ..Hoe komt het zoo, dat zij u heeft gevonden?" vroeg de dok ter plotseling. „U is meneer Winter, niet waar?" „Ik kwam toevallig voorbij toen: zo me riep", antwoordde Philip. „Ah, juist, nu begrijp ik het! Ach, 't is geen kwaad vrouwtje, ofschoon..." Hij voltooide den zin niet. Zwijgend liepen zij ver der. Toen' zij het huisje hadden bereikt, bleef Philip buiten die veranda wachten, die gedeeltelijk met canvas was afgesloten. Scherp luisterend naar de geluiden die van binnen tot hem doordrongen, hoorde hij,. dat de dokter en do moeder van het kind druk ln de weer waren, toen oen zwak, klagend geschrei zijn oor trof, dat hem een bewijs toescheen, dat 't onmiddellijk gevaar voorbij was. Even later word do deur geopend en trad de dokter naar buiten, onderwijl de moeder geruststellend. „Ikigeloof dat hij nu weer geheel in orde is, moedertje, maar pas goed op hem en geef hem niet te veel te eten!" Vrouw Jacobs volgde hem, met het kind in een luier gespeld, cn dankte hem hartelijk, dat hij terstond gekomen was. Na nog een o ogen blik te hebben gepraat, namen de beide mannen met een handdruk afscheid van elkander. Philip spoed de zich naar huis, bemerkend dat hij nog slechts een uur of vijf had om te rusten. (s.sstiwt'iilflagg 4» juii raus Door W. P. J. OVERMEER. VI. Alvorens mijn vorig artikel te ver volgen, wil ik eerst ecnige zeker niet bekende historische mededee- lingen doen van do buitenplaats Westerhout, waarover we onlangs toekomstige plannen hebben kunnen lezen, plannen, die naar ik van harte hoop, voor verwezenlijking vatbaar zullen zijn. De vroegste datum, dat mij iets van deze buitenplaats bekend is, is 11 Mei 1643. Wel is waar, had zij nog geene benaming, en wordt eenvoudig een hofstede genoemd, welke op dien datum door Pieter van Wagensfeld verkocht werd aan Henricus de Hae- sen voor f9500. Onder dezen eigenaar waarschijnlijk erlangde de plaats den naam van Westerhout, een naam, dien ze heeft behouden tot op den huidigen dag. een vrij zeldzaam feit, daar de meeste plaatsen in den loop der tij den van naam veranderden. De zooeven genoemdo Hendrik de Haze bleef niet lang eigenaar, want den 28sten Maart, 1645 verkocht hij de hofstede aan Dirck Janszoon Em- merick voor f13000, zooals we zien, dus met een belangrijke winst, vooral de toenmalige tijden in aanmerking genomen. Deze bleef bezitter tot aan 20 Februari 1664, toen het goed in han den kwam van Johnn Rnmbouts, die het voor denzelfden prijs kocht, n.l. f 13000. Hij had er echter niet, lang vreugde van. want, in 1668 was hij reeds over leden. gelijk blijkt uit eene verkoop- acte d.d. 1 October van genoemd jaar, toen zijne weduwe. Lidewijna Reaal, de hofstede Wosterhout verkocht aan Theodoras van den Perre, Heer van den Aa en Quacenbrugg© enz. voor eene som van f 10.500. Later ging deze buitenplaats aan merkelijk in waarde achteruit, whnt den 7en Mei 1669 verkocht de zooeven- genoemde Theodoras van den Perre, de plaats aan Cornells Broek voor sl'echts f6204 ruim. welke haar den 19en Juni 1692 weder over deed aan Ilendrick Outgers voor f6000. Doch nog meer zou do verkoops prijs dalen, want na den dood van ge noemden Outgers. verkocht zijne we duwe, Maria Treckels, haar voor f5000 aan Willem Jan van Middlum. Dit geschiedde 22 April 1730. Doch vermoedelijk was dit buiten goed in deze tijden wel gesplitst, daar ander? eene zoo aanmerkelijke prijs verlaging moeilijk te verklaren ls, te meer als men nog weet, dat de zoo even genoemde Jan van Middlum haar reeds den 28en April van het volgende jaar van de hand deed aan Pieter Verschoor voorf 1200. Niet onmogelijk echter is het ook, dat er bijzondere redenen aanwezig zijn geweest, om een zoo kleine som in contanten te geven. Na deze ver- kooping ging de prijs dan ook weer in de hooe-tc, want den 26sten Sep tember 1739 transporteerden de erf genamen van Pieter Verschoor, Wes terhout op Jan Isaak de Neufville voor f5250. Deze eigenaar breidde zijne bezitting uit, daar hij den lOen September 1750 van de stad Haarlem een stuk aangrenzend warmoesland kocht, groot 378 roeden. John Buil zit in moeielijkheid. Joe, de groote Joe, miaister van koloniën, is eenige weken geleden voor den dag ge komen met een plannetje, dat, zoo het ingang vindt, een einde zou maken aan Engeland's reputatie als symbool van het vrijhandelsstelsel. Joe wü namelijk het moederland en al zijn koloniën ver eenigen in een soort tol-unie met voor keur-tarieven voor do producten der ver schillende deelen van het Britsche Rijk en hoogere invoerrechten voor die der niet-Engelsche landen; Joe wil dus pro tectie. Gewicht in de schaal, Natuurlijk heeft dit plannetje dadelijk heel wat tegenstand uitgelokt en de meeste ministerieele collega's van Joe willen er niets van weten. De tegenwoor dige minister van financiën is er be slist tegen, zijn twee voorgangers ook, en zij zijn er bereids in geleerde rede voeringen met akelig-deftige cijfers te gen te keer gegaan. En ministers van financiën zijn natuurlijk op economisch gebied Je knapste kranen. Zij rekenen tot in duizendste deelen van een cent pre cies uit hoeveel voor- of nadeel protec tie geeft, en dat hebben ze nu ook met betrekking tot Joe's plannetje gedaan. Het vonnis was eensluidend: Joe's plan zou Brittan je te gronde richten. Daar is John Bull bang voor en te recht. Hij had meeningen over Joe's plan gewogen, maar toen er drie ministers in de vrijhandel-schaal kwamen zitten, sloeg de protectie-schaai hoog op, was zij te licht bevonden. Maar Joe is een slimmerd. Hij zal zijn slag wel slaan, ais de omstandigheden hem gunstig zijn. Ziehier ecnige dorre historische mededeelingen van Westerhout, wel ke ilc echter meende den lezers niet te mogen onthouden, met het oog op de mogelijke reorganisatie. Laat ik hier nog bijvoegen, dat in vroeger eeuwen aan de Zuidzijde van de Mecsterlottclaan een huis stond, dat den typischen naam had van „het Ploechje of d0 Sijde Speek", later „Nieuw Romen". Dit. huis werd in 1814 gesloopt en met den daarbij be hoorenden grond getrokken bij Wes terhout. Vervolgen we thans de geschiedenis van Elswout. In mijn vorig artikel schreef ik. dat in 1654 Gabriël Marce- lis eigenaar werd van Elswout, en dat deze plaats later naar hem, Mar- celLs-Hofslede w«rd' genoemd. Dit had dan echter zeker niet plaats vóór 1662, gelijk blijkt uit een op het ge meentelijk archief alhier berustend reglement op de vaart hij de hofstede Elswout. Met zekerheid kan niet worden medegedeeld of d0 heer Mar- celis zelf aanleiding heeft gegeven tot de genoemde naamsverandering. Een paar mal'en genoten de eige naars van Elswout dö hooge eervor- stelijkö personen als gast te hebben. Allereerst in 1660 hij gelegenheid van het, bezoek der Prinses-weduwe van Willem II, met haar zoon den later benoemden Koning-stadhouder aan Haarlem. Met 13 koetsen kwam de stoet ten huize van den heer Marcelis aan en werd d© hooge familie aldaar aller hartelijkst onthaald „met een heerlijk Collation, bestaande in kostbaar Servie§ van raare Confituuren, een Schotel Meloenen, raar Banquet, def tige Fruiten, en alles wat nieuw, de licaat cn aangenaam was." Vooral de jonge Prins amuseerde zich kostelijk cn was vooral verrast door het vrijelijk springen van „het natuurlijk Duinwater". In do gesloten waranda werd een miniatuur-jacht georganiseerd. Er werd nl. een jonge haas in losgelaten, die door den jongen Prins vervolgd en gevangen werd. Over dit bezoek een volgende maal meer. (Wordt vervolgd). Hoe 't kwam dat Naar t Fransch, door Guillaume. Afzul Khan was do beste schutter van ons regiment een inlandersre- giment, gerecruteerd uit do strijdbare mannen aan de Noordwestelijke grens van Indië en daar in garnizoen ge legd, misschien volgens den stelre gel, dat nien dieven gebruiken moet om dieven te vangen. We waren daar om de Afridi's en andere wild© stammen aan de Afghaansche grens in bedwang te houden en in de gelederen van 't 5e Shikarries, waren veel inlanders, die van de bergen kwamen, van de ande re zijde der Arghaansche grens. Een van die lui was Arzul Khan, een volbloed Afghaan, die nooit on derdaan van de Koningin was ge weest. voor hij zich als soldaat liet inschrijven. Zijn geliefkoosde bezig heid was schieten met het geweer. Hij liet nooit een gelegenheid tot oefenen voorbijgaan en werd ten laatste zoo'n schutter, dat de anderen van de com pagnie alleen dan aan 't prijsschieten wilden meedoen als Afzul van mede dinging was buiten gesloten. Ze her inneren hom zich allen nog in het ScShikarries en ze zeggen, dat hij slechts éénmaal zijn doel miste. Ik zal u de geschiedenis verhalen, zooals een officier van het regiment ze mij heeft verteld. Het waj tijdens den laatsten Af- ghaanschen oorlog. Terwijl er groote slagen gelevdrd werdien in de Af ghaansche hooglanden, werd er veol gemarcheerd tusschen de heuvelsom de passen, die den eenigen weg van Indië naar het bergland) vormen. Deze passen moesten vrij gehouden wor den en daarom moesten allen, die hen bedreigden afgeslagen worden, met het gevolg, dat er veel gemar cheerd on hard gevochten word. waar van bijna of geen melding werd go- maakt in do bladen. Drie compag nieën van het So Shikarrie* waren ook op tocht on Afzul met hen. Op een morgen bestormde de Britsche macht een bc-rgdorp. 't Lag net, als een arendsnest op een uitstokende rots en kon alleen langs heel moeilijke paden worden bereikt, vandaar dat 't geen gemakke lijk werkje was om er bij te komen In plaats van achter hun steenen mu ren den aanval af te wachten, voch ten do Afghanen om een voordeelig punt op den nauwen weg. die naar hun sterkte leidde. Van de eene rota

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5