NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD De slag gevallen. k Zorg en 3ruk. 21e Jaargang Woensdag 9 September mi fl No. 6194 DAGBLAD Mtessfgjeïezera Dagblad iti Haarlem en Om&creken. Vmz H®airl®m jp«ip 5 f 1.20 V®®E «Boïbw» 'ill®* omtesk w&air vau Agent gevestigd is (kom de? sea&M&to), li mffiAmdca ff 1.30 jJfpaüiKBO (fiooi Iket g®2n«®ï« Mjk, jpsr Si ani®®adem 1.65 AtfBQmteMj&s mnmmaira O.OSVo (SfoaiijaafoMffd ZoatiflïsgoMa^p v®Off aittvÊfflsan, per S mêsndëm0.S7V& pp pp pp oin&§4ir«k®ia «ai feauaco per post. a 0.45 Advertentiën a Vï.3i 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem i« de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaus: Znider Btiltenspaarne No. 6, Kmfts©s®fflmraaaaï Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122s fèsroo't© Houtstraat No, 55, Telefoonnummer 724. MUS®®?® «flsxr Voomoofeohap Leurans ©ester,, Bif^edeiss*J. C. PEEREBOOM. ,5£xBDnoji£®aitea @m AtiwNrtoatófiSn •wsndlom Hoofdagwtton Agoatti» «it doos- aaïSo Boekhandelaar#» ®m ComeaifiêiesTs, Sfleft naiSsomderimg v»m bat Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentil® SliBuudlcslL, MjverheM m Geldwesen, opgcteg«n\ ®oa\ ED®G A?.g;®sfi®®m Adverfcentte-Biaifeatt A. BE LA MAR Aam., in Amsterdam. w&p®<£)[bf$z)tt aOmzjcLDlfl&ïQp SXDÜJQOUO £®CD° WD Générale de Publiciié L. BAJDMM 4® Go.JOHN F. JONES, SucoFar$b Slbii Faubourg Montmartre, Haarlem's Dagblad van 9 Sept. jevat o. a. De slag gevallen, Bnitenl. Over- icht, Macedonische kwestie, De &rfenis Fieter Teyler v. d. Hulst, 'atrimoniaw, Een schrikkelijke ondst. Het publiek gerucht had sedert net 'aillissement van de Noord- en Zuul- ïollandsche Bank, al zoo dikwijls met «kerheid beweerd, dat de directeur, de heer de Lanoy, in gevangenschap iou worden gesteld, dat men giste ren toen het in onze courant te lezen itond, het maar moeilijk gelooven kon. Toch is het nu waar. De chef van ieze eens zoo groote zaak, man van aanzien in het maatschappelijk leven ran Haarlem, achter slot en gren- lel gebracht. Een commissionnair in effecten, een lankier, kassier hebben in de behan- leling van hunne zaken groote vrij- teid. Veel gr00ter, zooals ik reeds Toeger betoogde, dan voor de vei- igheid van de gedeponeerde gelden venschelijk is. imusselien heeft de yetgever een grens getrokken. Wan keel' iemand effecten geeft ter afstem- leling, dan mag de commissionair laar mee niets anders doen, dan dat. Het is hem verboden, daarover te leschikken als heer en meester, hij mag ze niet verkoopen, zelfs niet be~ eenen. Dit laatste heeft, naar ons meege- ieeld wordt, de heer de Lanoy ge- laan met effecten, die hem ter afstem peling waren toevertrouwd. Het bericht van zijn gevangenzet ing kan niet anders dan gemengde ndrukken te weeg brengen^ Is het Ivoor ons geschokt rechtsgevoel een bevrediging, voor hen, die door zijn wanbeheer hun bezittingen hebben verloren een aanleiding tot begrijpelijke, zij het dan ook min der edele, voldoening, aan den ande ren kant mogen wij het oog gericht houden op het diep tragische in het verloop van deze geheele zaak. De heer de Lanoy heeft altijd een voudig geleefd. Van het verdwenen heeft hij allerminst goede sier gemaakt. Zijn gezin was zonder weelde ingericht. Niemand kan hem verkwisting ten laste leggen. Naar mijn overtuiging is dan ook de déconfiture van zijn zaken te wij ten aan iets geheel anders, namelijk ian zijn persoonlijke ongeschiktheid. Boewei zijn optreden eenigen indruk I maakte en men achter een zekere def tigheid van doen. gaarne diepte van gedachten zocht, dringt nu meer en meer het denkbeeld door, dat. feitelijk lijn capaciteiten ontoereikend waren foor bet veeleischend beheer van een groote financieele onderneming. Is deze veronderstelling juist., dan heeft de heer de Lanoy lang vóórdat de catastrophe van zijn zaken intrad, sen leven gehad, dat niemand hem behoeft te 'benijden. Immers dan is rijn positie ook in zijn eigen oogen d lang eene onzuivere geweest. Een ingeboren goedhartigheid, die lem het weigeren van crediet moeilijk maakte, zelfs w an n e er d e a an v r a ag niet of onvoldoende door borgen ge dekt was, maakte in de praktijk dit tekort aan bekwaamheid nog ernsti ger in zijne gevolgen. AI is het waar, dat. juist die eigenschap van onberede neerd geven thans aan de crediteuren en aandeelhouders noodlottig gewor den is, toch mag niet vergeten wor den, dat deze zelfde mildheid menig een is ten goede gekomen, die zonder dat niet zijn zou wat hij thans ge worden is. En wanneer Wij dan de ellende aan beide zijden tegenover elkaar stellen: de misère door geldverlies voor zoo- velen aan den eenen kant en de ellen de van dezen eens zoo gezienen man. die daar nu in de gevangenis de be slissing van den rechter zit af te wachten aan den anderen, dan mag er, naast de verontwaardiging over slecht beheer, plaats overblijven voor medelijden met dezen man, die voor deze tekortkomingen zoo ontzaglijk zwaar gestraft wordt. J. C. P. Birtenlandseh Overzicht Het zijn nog steeds de gebeurtenissen in Turkije die in de eerste plaats onze aandacht vragen. Zeer betrouwbaar zijn de berichten die ons van. daar bereiken, nietzoowel die uit het Sultans-rijk zelf als andere, uit Sofia en Belgrado komen uit niet-onve-dachte bron, immers noch Servië, noch vooral Bulgarije is onbe.1 vooroordeeld ten pan zien van deze moei- lijk op te lossen kwestie en hetzelfde geldt ten opzichte van Rusland en Oos- j tenrijk. We dienen dus met 'het noodige voor. behoud te aanvaarden hetgeen ons uit die streken wordt 'gemeld. Natuurlijk heeft de Porte er belang bij de zaak zoo onbeduidend mogelijk voor te stellen ten we zien dan ook telkens van die zijde de bewering verkondigen dat de opstand reeds zoo goed als onder-1 drukt ris. Ditmaal is het een telegram van een der consuls te Salonika dat meldt dat de opstand in het Sand jak Monastir feitelijk onderdrukt zou zijn. Datzelfde telegram deelt mee dat die onderdrukking met bloedige onbarmhar tigheid geschied is en dat het scheen alsof deTurken alle christenen wilden uitroeien. Een getuigenis dus weer van de wreedheid waarmee deze oorlog want zóó mogen we het wel haast noe men gevoerd wordt. Men stelle zich echter vooral niet voor dat het verwijt van wreed-zijn alléén de Turken treftvan de andere zijde wor- den dezelfde en evenveel wreedheden bedreven en-waar we lezen men zie' ons nr. van gisteren) dat de opstande. lingen er zich op beroemen zóó uitste- kend uitgerust te zijn dat ze zelfs zijn voorzien van flescbjes pestbacillen, na. tuurlijk met het christelijk doel daar mee de pestziekte onder hun tegenstan- j ders te verwekken, daar geven zij blijk van een'geraffineerde wreedheid, die ons i doet denken aan oude, half barbaarsche tijden toen nog wel eens drinkwater, j bronnen vergiftigd werden met het. doel om maar zooveel vijanden te verdelgen als mogelijk. Zoo hier de een den ander wreedheid verwijt is dus van toepassing het spreekwoord van den pot en den ketel. Komen we terug tot de berichten van het terrein van den opstand. De „Frank- forter Zeitung" ontving van haar par ticuliere correspondent te Sofia een te legram, waarin een succes der Turksche troepen wordt gemeld. Deze hebben het dorp Klisura. in het district Kastoria veroverd en daarna nog eenige andere Bulgaarsche dorpen vernield. Het bericht zegt verder .dar men vermoedt' dat een aantal Grieksche vrijwilligers mek de Turken meevocht, hetgeen men j opmaakt uit de tegenwoordigheid van den Griekschen bisschop van Kastoria bij de Turksche troepenmacht. Zooals men weet staan wel eenigszins eigen aardig de Grieken, anders steeds Tur- kije's tegenstanders, zoowel op staat kundig als op godsdienstig gebied, in de Macedonische kwestie aan de zijde van Turkije. De berichten uit. Belgrado wijzen ook nog niet op een toestand, zeer geruststellend voor vorst Peter Ka- rageorgewitch, die wel eens kans kon loopen den troon, dien bij op zoo weer zinwekkende wijze in zijn bezit heeft gekregen, weer te verliezen. De arresta ties onder de officieren blijven voort gaan, een bewijs dat de partij, die be straffing van de moordenaars van het vorig koningspaar eïscht, bij dien eisoh volhardt, 't Is een moeilijke toestand voor Peter, die toch niet kan bestraffen, hen, die hem op de troon plaatsten, ter wijl het ,even gevaarlijk zal blijken te weerstaan aan den eisch der gevangen genomen officieren wanneer deze een groot deel van het leger achter zich heb ben. Het gevecht in Algiers, waarvan we gisteren reeds in het kort melding maak ten, blijkt een geduchte nederlaag voor het. Fransche detachement te zijn ge weest. Het convooi, bestaande uit een peloton van het vreemdelingenlegioen en een half peloton spahi's onder comman do van kapitein Vauchez en den Deen- scben luitenant Salcbausen werd 's mor gens te half negen bij Elmoringar aan gevallen door esn talrijke bende. De ver dediging was uiterst dapper en duurde tot 's middags vier uur toen bet over schot nog voortstreed onder commando van een fourier (de anderen waren ge vallen). Toen daagde hulp op. Van de 120 Franschen waren 37 gedood en 47 gewond, waaronder luitenant Salchau- sen. Kapitein Vauchez stierf aan de be komen wonden. taire Unie in het parlementsgebouw te Weenen, gisterenmiddag. Zij werd bijgewoond door den minis ter-president van Oostenrijk Dr. Körber en den minister van onderwijs Nigra Hartel. Het aantal afgevaardigden be droeg 400. Minister Dr. Körber sprak een rede uit, waarin bij de aanwezigen wèlkom heette en uit deed komen, welken voort gang het denkbeeld van internationale arbitrage gemaakt had. Hij voegde er aan toe dat het een illusie zou zijn, om van heden af 4e algeheele ontwapening te vragen. Men moest er thans den re geeringen dankbaar voor zijn, dat zij zich met de instelling van scheidsge rechten vertrouwd maken, door in spe ciale verdragen een bepaling omtrent de arbitrage op te nemen. De afgevaardigde Bauer las een rap port voor van de .Deensche groep over de interpretatie van artikel 27 der Haag- sche conventie. Gobat deed voorlezing van het Zwit- sersche rapport over de invoeging van de arbitrage-bepaling in handelsverdra gen en over de interpretatie der artike len 2 .en 3 van, de Haagsche conventie. Beernaert las het Belgische rapport voor over het aanknoopen van betrekkin gen tusschen de Pan-Amerikaansche unie en de interparlementaire unie. Heden zouden de beraadslagingen over deze rapporten volgen. 1 a w n - ti w s Haarlem., 8 September. Raadsverkiezing. Nu ook door den lieer Dr. Tjeenk Willink ..officieel" zijn ontslag als Raadslid is ingediend, is het zeer waarschijnlijk, dat de a. s. Raads verkiezing zal gehouden worden voor de drie opengevallen zetels tegelijk waarvan twee in het eerste en één in liet derde kiesdistrict. Of de kiesvereenigingen zich zullen combineeren of wel elke lciesvereeni- ging zelfstandig zal optreden is nog niet bekend. Zooals verwacht, werd zijn de verkie zingen voor het Noorsche Storthing uit- geloopen op een nederlaag van de re- geeringspartij, de linkerzijde. De meer derheid van de tegenpartij is wel niet groot, daar 59 leden van de rechterzijde zullen staan tegenover 58 regeeringsman- nen, maar het zal toch voldoende zijn om de tegenwoordige regeering tot af treden te dwingen. (Van drie districten is de uitslag nog niet bekend.) Ten slotte hebben we melding te ma ken van de opening der Interparlemen M e n s c h r ij f t uit Amster dam aan de N. R. Crt.: In het Algemeen Handelsblad kwam onlangs hei volgende bericht voor: „Met de opruiming der boom en langs den straatweg Sloterdijk—Haarlem ten behoeve van de Electrische Spoorweg- Maatschappij is men hei hier lang niet eens; integendeel, daarover bestaat groote verontwaardiging. Nog zijn po gingen aangewend om dat besluit zoo mogelijk geen uitvoering te doen geven; een telegrafisch verzoek is daaromtrent aan den minister gericht en een uitvoe rt; adres volgt, terwijl ook de Wielrlj- c.e- I ond tot protest is uitgenoodigd. 7 e betreuren valt dit rooien voorze- W daar de genoemde weg juist door de hoornen de laatste jaren in aantrek kelijkheid veel heeft gewonnen." Het Volk van Zondag 6 Sept. nam dit bericht over, maar zette er den titel bo ven Ten behoeve van den kapitalist, daarmee dat „boomen-rooien" maar da delijk niet als noodig voor den aanleg der tram, maar als een wandaad van het kapitalisme aan zijn lezers signalee- rende. Of het tracé van ds lijn het rooien der boomen inderdaad noodzakelijk maakt, daarover kan misschien verschil van gevoelen bestaan; maar dit zou immers, zelfs In een sociaal-democratische maat schappij denkbaar zijn, voor zoover in het duizendjarig rijk ruimte zijn zal voor verschil van inzicht. Wij ontvingen ean andere lezing van de zaak. Wanneer namelijk een gedeelte van de vaart werd aangeplempt kon op dat gedeelte de lijn worden aangelegd en zouden de boomen behouden kun nen blijven, terwijl nu,de geringe breedte van den straatweg het bezwaar vormt. Het gemeentebestuur van Haarlem moet echter daartoe geen toestemming willen geven. Konijnententoonstelling. Haarlemsche Vereeniging ter Be vordering der Konijnenteelt. Behalve de reeds genoemde eere- prijzen, zijn nog de volgende prijzen uitgeloofd Vlaamsche Reuzen 1902. Klasse No. 1. Rammelaars. 1st© aan den heer H. Boenders, ijzer- grauw. 2de aan den heer J. van Don selaar, Haaskleur. Vlaamsche Reuzen 1902. Klasse No. 2. Voedsters. Z. E. V. aan d'eru heer G. C. v. d. Erf, zwart. 2de aan den lieer H. Bee kelaar, haaskleur. 1ste aan den heer J. J. Hout, haaskleur. E. V. aan den heer P. van O,est, ijzergrauw. 3de aan den heer J. Schuurman, haaskleur. Vlaamsche Reuzen 1903. Klasse No. 3. Rammelaars. E. V. aan den, heer C. Nederkoorn, ijzergrauw. E. V. aan den lieer J. A. Bruigom, ijzergrauw. 1ste aan den heer J. A.Bruigom, haaskleur. Z. V. aan den heer P. Westbroek, haas kleur. 3de aan den heer L. Zonneveld, Haaskleur. E. V. aan den heer P. J. Vaassen, ij zei-grauw. 2de aan dienheer H. Veldhuizen, blauw. Vlaamsche Reuzen 1903. Klasse No. 4. Voedsters. lste aan den lieer H. Veldhuis, blauw. Z. E. V. aan den heer P. West broek. haaskleur. 3de aan don lieer G. Ravensbergen. ijzergrauw. Z. E. V. aan den heer H. Haak, zwart. 2de aan den heer H. Beeuders. haaskleur. E. V. aan den heer J. v. Deventer, haas kleur. Vlaamsche Reuzen met ten hoogste 4 jongen. Klasse No. 5. Voedsters. lste aan den heer K. Dernison,voed ster met 3 jongen. E. V. aan den heer J. A. Bruigom. Voedster met 2 jongen. 3de aan den heer W. Kruier, voedster met 4 jongen. 2de aan den heer T. P. v. Berkum, voedster met 2 jongen. Klasse 5a. Nesten jongen, van ten hoogste 4 stuks. E. V. aan den lieer H. Peters. 3 stuks. Z. E. V. aan den heer II. v. d. Bos, 4 stuks. Z. E. V. aan den heer L. Zonneveld, 2 stuks, lste aan den heer J. A. Bruigom. 4 stuks. 2de aan den heer P. v. Lieshout, 2 stuks. 3de aan den heer N. Dernison, 3 stuks. Russische Brandneuzen. Klasse No. 6. Rammelaars, lste aan den heer P. J. Scheelings. 2de aan den heer P. J. Faassen. E. V. aan den heer H. Been der s. Russische Brandneuzen. Klasse No. 7. Voedsters, lste aan den heer T. P. '..Berkum. 2deaan den heerJ. Kling- Ier. E. V. aan den zelfden. 3de aan den heer J. J. van Koperen. Zilver Konijnen. Klasse No. 8. Ram melaars. lste aan den heer L, v. Vuuren. E. V. aan den heer J. v. Deventer. Z. E. V. aan den heer P. J. Scheelings. 2de aan den heer L. Verpoorten. 3de aan den heer Gebr. Romein. Zilver Konijnen. Klasse No. 9. Voed sters. E. V. aan den heer L. Verpoorten. 2de aan de-nzelden. lste aan den heer P. J. Scheelings. 3de aan den lieer H. Beendevs. Z. E. V. aan den lieer P. J. Faassen. Z. E. V. aan den heer J. van Deventer. Black and Tan. Klasse No. 10. Ram melaars. E. V. aan den heer P. J. Faassen, Z. E. V. aan den heer L. v. Vuuren. lste aan den heer H. v. d. Bos. 3de aan den heerJ. J. Hout. 2de aan den heer L. Opzeeland. Black and Tan. Klasse No. 11. Voed sters. 3de aan den heer J. Klinkler. lste aan den heer JFilipse. 2de aan den heer P. J. Scheelings. Z. E. V. aan den heer L. v. Vuuren. E. V. aan den heer P. J. Faassen. Blue and Tan. Klasse No. 12. Ram melaars. lste aan den heer P. J. Scheelings. 3die aan den heer J. Filipse. E. V. aan den heerJ. L Hout. 2de aan den heer P. J. Faassen. Blue and Tan. Klasse No. 13. Voedr stars. Z. E. V. aan deux heer T. P. van Berkum. 3de aan den heer P. J. Scheelings. 2de aan den heer II. v. d. Bos. lste aan den heer J. Klingier, E. V. aan den heer Gebr. Romein. Beverltonijnen. Klasse No. 14. Ram melaars. 2de aan den heer P. J. Scheelings. Z. E. V. aan den heer L. Verpoorten. Z. E. V. aan den heer H. P. Duijns. lste aan don heer B. v. Luiken. Beverkon ij men. Klasse No. 15. Voed sters. lste aan den heer P. J. Scheelings. Z. E. V. aan den heer B. v. Luiken. E. V. aan den heer H. P. Duijns. 2de aan den heer L. Verpoorten. HollandSche Konijnen. Klasse No. 16. Rammelaars. lste aan den heer L. Verpoorten. Hollandsche konijnen. Klasse No. 17. Voedsters. lste aan den heer L. Verpoorten. E. V. aan den heer A. Steffens. Lothariuger Rammelaar. Klasse No. 18. Z. E. V. aan den heer J. v. Douse- laar. Lotharinger Voedster. Klasse No. 19. Z. E. V. aan den heer J. Klingier. lste aan den heer L. v. Vuuren." Itamskoppen. Klasse No. 20. Ram melaars. 2de aan den heer P. J. Scheelings. lste aan den lxeer II. Veldhuizen. Ramskoppen. Klasse No. 21. Voed sters. lste aan den heer P. J. Scheelings. E. V. aan den heer Gebr. Romein. 2de aan den heer N. Dernison. Niet genoemde rassen. Klasse No. 22. Rammelaars. Feuilleton. Naar het EiigelUch van ROBERT MACHRAY. U Mr. Silwood heeft stellig een ïs tam ent nagelaten, vader, zei Uil- ert vertrouwelijk een man van zijn ekwaamheid in financieele zaken loet stellig een fortuin vergaard en ïq testament gemaakt hebben. Als et niet bier op het bureau is, dan zal liet stellig op zijn kamers in Stone Buildings zijn. Misschien. O, ik geloof 't stellig. I11 ieder I leval, vader, dient u dadelijk naar ijn kamers te gaan, om te zien, wat I r is en of alles behoorlijk geborgen 5- Het zal mij benieuwen, wie zijn rfgenaam is. of liever of hij er een eeft? Hij scheen heelemaal geen ioedverwanten of vrienden te heb- en, maar och, ik was ook niet heel I [oed met hem bekend. Zoover ik weet, had hij geen ioedverwanten,hernam Francis Evers- righ, en ik denk niet, dat hij veel vrienden had. Hij leidde een zeer een zaam leven. Hij ging geheel op in zijn bezig heden. Ja, ja, zoo was liet. Om op zijn kamers terug te'komeai, ik weet, dat hij ze gesloten' heeft achtergelaten. Toch, dunkt u ook niet, dienen zij onderzocht te worden met het oog op deze 0mstand'ighedenAls liet u aangenaam is, dan ga ik nu met u ni:ee Eversleagh zag er tegen op. Toch keek hij zijn jongen, f linken, zoon aan en dacht bij zichzelf, dat, als hij naar Stone Buildings gaan moest en hij wist, dlat het het beste was, zoo spoedig mogelijk te gaan clan zou hij dat het liefst met Gilbert doen. Mij dunkt, eerst moesten wij aati Ernest en mi-. Williamson vertellen, wat er gebeurd isdaarna zullen wij samen naar de kamers van mr. Sil wood gaan, om daar een onderzoek in to stellen. Ernest Eversleigh en Williamson werden nu ontboden. Eversleigh ver telde hun, dat Silwood dood was. en vroeg aan Gilbert, of hij hun de ver taling van den brief uit Italië wilde voorlezen. Beiden waren hoogst ver baasd Ernest betuigde met oprechte belangstelling zijn spijt over het j nieuws, terwijl Williamson zoo boven- 'mate ontsteld was, en er zoo als dooi den donder getroffen uitzag, ais dacht hij, dat het einde der wereld nader de. Gilbert en ik gaan nu aanstonds naar de kamers van mr. Silwood in Stome Buildings, zei Francis Evers leigh. ik moet eens nagaan, wat ons in deze omstandigheden te doen staat, maai- ik kan nu nog niets zeggen. Misschien' kan mr. Williamson ons zeggen, zei Gilbert, toen zijn va- der zweeg, of er een testament is. j Neen, mr. Gilbert, daar weet ik I niets van, hernam de eerste klerk. Mr. Silwoocl' roerde nooit dat onder werp aan tegenover mij. I Verdter heb ilc niets meer te zeg- 'gen, zei Francis Eversleigh, na een 0 ogenblik van stilzwijgen, en Ernest en Williamson vertrokken. Wel; Gilbert, wij ded'en het best, maar dadelijk te gaan, merkte Evers leigh tot zijn oudsten zoon. op wij zullen één van de portiers roepen, en hem vragen of hij met ons mee wil Igaan om de deur open te maken. 1 Onderweg ontmoetten zij een por tier van de Inn cn vertelden hem van den döod van mr. Silwood' en dat zij toegang wilden hebben tot zijn ka- mers in Stone Buildings. Dat spijt mij, dat ik dat van mr. Silwood moet hooren. zei de man. dat is zeker heel plotseling gegaan Mensch, mensch Wat het openen van de deur zijner kamers aangaat, ik ben niet zoo zeker, dat dat lukken zal. Mr. Silwood had een slot en een sleutel van zichzelf een speciaal slot, waarvoor hij zelf gezorgd had. |Toch zal ik het pro be eren. 1 Maar het slot van de deur, waarop nog het stuk papier gehecht was met .de woorden: „Uit de stad" weerstond alle pogingen. Hij probeerde iedere sleutel uit zijn sleutelbos, maai- zon- jd'er resultaat. i Dit is werk voor een slotenma ker. het is, wat het is, zei hij einde- j lijk. Zal ik er één voor u halen Binnen enkele seconden kan ik een iman hier brengen, die daarvoor de 'goede werktuigen heeft, en hij zal het werk spoedig klaar spelen, j Ja, wil je zoo vriendelijk zijn, vroeg Francis Eversleigh. I Binnen vijf minuten, kwant de por tier terug met een slotenmaker, die aan het werk ging en het slot for ceerde. maar niet dan na veel in spanning. Toen de deur geopend was. kwam hun een benauwde, walgelijke lucht tegemoet en verspreidde zich over het portaal. De slotenmaker ging onwil lekeurig achteruit. i Bah Bah wat, is dat? riep hij, terwijl ook de anderen een kreet van walging lieten hooren. i De slotenmaker ging het eerst de kamer binneneenige schreden voor de anderen, meteen liet hij een ver schrikte kreet hooren. De anderen kwamen nu ook naderbij. Francis Eversleigh het laatst. Daar lag het lijk van een man op den vloer niet het gezicht naar be neden. Eversleigh keek met doodsbleek ge laat van liet lijk naar zijn zoon en omgekeerd; Gilbert zag even bleak als zijn. vader. .De andere mannen keken op hun beurt ook naar het lijk daar op den vloerhet scheen hen te be- tooveren. Niemand sprak een woord. Een belangrijke vraag doemde als het ware uit de stilte van deze kamer op en toch was niemand op 'toogenblik verlangend het antwoord te vinden. Wie was de man deze man, die hier dood terneder lag Wij moeten zijn gelaat zien, zei Gilbert en zijn stem verbrak de be- to o vering, die hen allen machteloos scheen te maken. De portier en de slotenmaker keer den het lijk om. Ofschoon ontbinding reeds was in getreden. was het gelaat bij nauw keurige beschouwing toch nog te her kennen. Het is een vreemdeling, geloof ik, tenminste in deze Inn. zei de portier. Eversleigh staarde naar het doode gelaat met angstige belangstelling. Plotseling begon hij hevig te beven, terwijl hij vergeefs trachtte een woord uit te brengen. Ook Gilbert had het doode gelaat nauwkeurig bekeken en meende het herkend te hebben. Toen hij naar zijn vader keek en diens duidelijke emo tie zag wist hij het met zekerheid. Het is Morris Thorntonzei hij op schorren, onnatuurlijken toon. Morris Thornton klonk de echo van Francis Eversleigh en hij viel ineen bij het lijk van zijn ouden vriend1. HOOFDSTUK XIII. Morris Thornton! De portier en d'e slotenmaker had>- den beiden den naam duidelijk ge hoord voordat Eversleigh zijn be wustzijn verloor, en beiden begrepen. 1 wie de doode was. Zij waren zoo ont zet, dat zij elkaar mej, ontsteld ge laat en open mond stonden aan te gapen, terwijl Gilbert zich over het 1 bewustdooze lichaam van zijn vader he en boog. (Wordt vervolgd.*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1