NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
In Zorg m 'Druk,
21e Jaargang.
No. 6218.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon= en Feestdagen.
DONDERDAG 8 OCTOBER 1903. A
rl1
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem'1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeénte)„1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>|
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Eerste Blad.
%it nummer bettiaai uit
zes bladzijden.
Haarlem's Dagblad van 8 Oct.
i.at o.a.
Buitenl. Overzicht, Gemeento-
flaadsverslagSpoorweg-enquête,
fhaarlemmer Halletjes, Sherlock
olmes (Slot), Brieven uit Berlijn,
01 ionenl., Sport- en Stadsberiehten
Officieele Berichten.
Weihouders van.
Burgemeester
16 laarlem,
Gelet op art. 6 der Hinderwet
Doen te weten, dat van heden op alle
j Werkdagen, van des voormiddags 10 tot
es namiddags 4 uur, tort 20 October e.k.
namiddags ten half 2 ure, ter gemeen-
i-secretarie (7e Afdeeling) ter inzage zijn
edergelegd, de ingekomen verzoek-
:hriften met de bijlagen van de firma
assen Co. om vergunning tot uit
leiding van hare inrichting tot het ver-
eardigen van gouden en zilveren kerk
eraden door bijplaatsing van een elec-
•motor van 3 paardekrachten in het
erceel Jansstraat No. 50 en van de fir-
la W. H. Voet Zonen om vergunning
I li oprichting van eene sigarendrogerij
M i het perceel Pieterstraat No. 11 en dat
p den veertienden dag na heden, zijn-
20 October e.k., en wel des namiddags
i 1'/» ure op het Raadhuis der ge
rente de gelegenheid zal worden gege-
_a, om ten overstaan van het Gemeen-
el bes tuur of een of meer zijner leden,
ezwaren tegen het oprichten der in-
chtingen in te brengen.
Haarlem, 6 October 1903.
Burgemeester en Weth. voornoemd,
BOREEL.
3n< De Secretaris,
PIJNACKER.
- iuitenlandsch Overzicht
Chamberlain heeft een tipje opge-
icht van den sluier, die zijn fiscale
ilannen voor
ENGELAND
bedekte. In de eerste zijner serie Te-
i levoeringen, gehouden te Glascow
L reeft hij. naar gemeld wordt, gezegd,
Ij lat. niettegenstaande de vrijhandel
mtstaan is te Glasgow, hij niet be-
rceesd was in deze stad te komen om
ien vrijen invoer te bestrijden, nog
Hinder bevreesd om te pleiten voor
bevoorrechte behandeling der ko-
oniën. Na den lof van Balfour te
lebbeu verkondigd, verklaarde Cham-
ierlain in verband met eenige sma
delijke insinuaties, met warmte dat
lij niet kan goedvinden dat men hem
ïilspeelt tegenover zijn vriend
4ï| eider.
Hij betoogde verder, dat het land
dient opgevoed te worden tot juist
begrip van den strijd over de fiscale
quaestie. Hij wenschte bet land voor
Bte bereiden tot dien strijd, want werd
I het overwonnen, dan zou het zijn
plaats onder de volkeren verliezen.
11 De handel van het rijk is feitelijk
gedurende dertig jaren stilstaande.
)e uitvoer vermeerderde met 20 mil-
lioen pounds, terwijl de vermeerde
ring voor de Vereenigde Staten 110
miilioen. voor Duitlschland 56 millioen
bedroeg.
Na deze statistische aanhalingen
verklaarde Chamberlain dat, wanneer
de koloniale handel niet toenam met
de Engelsche bevolking en met de
afname van den buiteniandschen han
del, het rijk zou dalen tot een vijfde-
rangs natie. Ons lot zou hetzelfde zijn
als dat van de rijken der oudheid.
De handel van ons rijk zou afnemen,
tenzij wij de noodige stappen namen j
om hiervoor te waken, terwijl het nog.
tijd is.
Met nadruk verklaarde Chamber-1
lain dat hij geen enkele belasting
voorstelde op grondstoffen, doch wan- j
neer Engeland den kolonialen handel i
wenschte te winnen, en scheiding te j
voorkomen, dan moeten levensmidde-
len belast "worden. Toch was niets
voorgesteld, dat ook maar voor een
cent schade zou doen aan de levens- j
voorwaarden van een enkel gezin van
dit land.
Het ruwe plan van deze voorstellen]
luidde, dat 2 shillings geheven zouden
worden van buitenlandsch graan, een
gelijk recht van meel, geen recht van
graan uit Britsche bezittingen, wijf
procent van buitenlandsch vleesch en
melkproducten, behalve van spek.
Den kolonies zou een bepaalde be- j
voorrechting gegeven worden op wijn,
fruit, terwijl voor thee een reductie
van drie vierde van het vecht zou j
voorgesteld worden, voor suiker, kof-
fie en cacao de helft.
Het bedrag der nieuwe belastingen j
zal ruimschoots worden geëvenaard
door de voorgestelde ontheffingen.
Doch Chamberlain geloofde bovendien
dat deze rechten meest betaald zullen
worden door vreemdelingen. Hij schat-
te het verlies voor' de schatkist jaar-
lijks op 2,800,000 pound. Dit bedrag1
zou. naar zijn voorstel, teruggewon-;
den worden door wat sommigen noem-
den retaliation, anderen reciprociteit.
Ten slotle verklaarde hij, dat iiij
strijdt voor het rijk en hij smeekte]
het land niets te doen wat het rijk
zou kunnen doen uiteenvallen.
Men ziet uit dit Lort verslag, dat]
het toch wel degelijk een recht op i
levensmiddelen is. wat Chamberlain j
beoogt, al moge Balfour er ook nog
zoo omheen draaien in zijn redevoe-1
ringen.'
We gaven gisteren zeer in 't kort,
weer den inhoud van het schrijven
van Balfour aan den hertog van De- i
vonshire. Daar dit schrijven in ver-]
band met den politieken toestand iu;
Engeland van belang is. laten we een
uitvoeriger overzicht ervan hier vol
gen.
„Hedenmiddag heb ik uw beide te
legrammen ontvangen, het eerste
waarin gij vraagt wanneer uw ont
slag-aanvrage bekend gemaakt kan
worden, het tweede, waarin gij een
overzicht geeft van de redenen, welke
u .noopten tot aftreden.
„Ik weet niet. welke dezer mede-
deelingen mij het meest verwonderd
heeft. Na onderzoek misschien de
tweede. Toch is de eerste vreemd ge
noeg.
„Herinnert u zich de geschiedenis
„Den 16en September deeldet gij
mij mede, dat gij besloten waart deel
te blijven uitmaken van de regeering.
Dit besluit werd voorafgegaan door
een zeer vertrouwelijke briefwisseling
en zeer intieme beraadslagingen tus-
schen ons beiden. Geen enkel politiek
punt. dat ik niet met u wilde bespre
ken of met volkomen openhartigheid
besproken heb. Alle te nemen maatre
gelen. alle geschikte candidaten zijn
aan uw oordeel onderworpen. Ik heb
met u gesproken over de bezetting
van alle vacatures, met u. die het
voornaamste lid waart van dit minis
terie. Gij hebt eenige uitstekende
wenken gegeven over zeer teere on
derwerpen. gij deedt zelfs voorstellen,
welke door mij aangekomen werden.
„Onze laatste briefwisseling over
deze quaesties dateerde van Donder
dag (1 October dus) en nog geen 48
uren later ontving ik de bovenbedoel
de telegrammen. Gij wildet ontslag
zonder dat de nood'ige formaliteiten
vervuld waren, en zonder uitstel.
„Gij zeidet dat de voornaamste re
den van deze zonderlinge verande
ringen gelegen is in mijn Sheffield-
redevoering. Dit nu is zeer vreemd.
Balfour betoogt dan, dat in deze
redevoering nies nieuws is gezegd.
Alles was reeds bekend uit zijn bro
chure en den brief aan Chamberlain,
documenten, die de Hertog kende, het
eerste reeds sinds einde Juli. het
tweede vóór het in de dagbladen ver
scheen.
Vervolgens schrijft hij
„lk moet dus veronderstellen, dat
er ©enig verschil is geweest tusschen
mijn geschreven en gesproken woor
den, en dat dit de reden is geweest,
dat gij u afgewend hebt van de re
geering, waarvan gij zoo langen tijd
het sieraad geweest zijt."
Balfour betoogt dan, dat het soms
moeilijk is voor een spreker om de I
juiste woorden te kiezen, doch in het
geval van schijnbare tegenspraak
geeft dan toch de geschreven tekst
de juiste gedachte weer.
Doch bovendien, waar is die tegen
spraak Ik geloof niet, dat zij bestaat.
Wanneer' een ander dan gij aldus ge
handeld liad. dan zou ik gedacht heb
ben dat hij twist wilde maken, doch
zoo'n denkbeeld is uitgesloten, waar
het iemand als gij zijt. geldt.
„Toch. ben ik onrechtvaardig, wan
neer ik zeg dat uw ontslag-aanvrage
mij reden geeft tot klagen, en u wel-1
licht tot spijt? ..I
„Is er geen reden tot klagen, bij
voorbeeld, wanneer gij de vrees uit-|
spreekt, dat mijn Sheffield-redevoe- J
ring de partijverdeeldheid zal doen
toenemen Zeker is het. dat deze po
litieke verklaring meer eensgezindheid
zal brengen in de partij, dan ooit be
staan heeft, sinds de fiscale quaestie
aan de orde gesteld werd.
„Wanneer gij den 15en September j
ontslag gevraagd zoudt hebben, of in;
het geheel niet, dan zou er niets ver-
anderd zijn in den partijtoestand.
Thans heen te gaan. naar aanleiding:
van den Sheffield-speech beteekent.
niets anders dan het moeilijker maken
van het vinden eener oplossing.
„Nog eeffs, gevoelt gij geen berouw?
Onder zekere omstandigheden liadt
gij u ongetwijfeld aan de unionisti
sche regeering kunnen onttrekken,
zonder haar een ernstig verlies toe te
brengen. Toen zij haar grootsten voor
spoed beleefde, zou zeker uw afwezig
heid gevoeld ziju, doch. thans verlaat
gij haar. nu in het oog der tegenstan
ders haar roem daalt en haar prin
cipes het meest bestreden worden."
Heel opgewekt en hoopvol klinkt dit
schrijven niet en verscheidene Engel
sche bladen zijn dan ook van meening
dat het uittreden van Devonshire wel
eens den val van het xpinisterie ten
gevolge kon hebben.
dat het eerlijk tot het werk der paci
ficatie zal bijdragen. Indien het dat
niet doet, zal het blootstaan aan de
ergste rampen.
Veel zal het wel niet helpen.
Intusschen gaat op het terrein van
den opstand het lieve leven zijn gang.
vinden voor dergelijke waar, slaan ze
die ook niet meer in. De koopsters
dus klagen wij aan Handelen ze zoo
uit onwetendheid of uit wreedheid?
Wij hopen, dat onwetendheid hen doet
zondigen, want die toch is gemakkelijk
mPK. te verbeteren.
Het Turksche gezantschap te Pa- j Gratis kan ieder die wü onze bro-
rijs maakt het volgende telegram van i chures krijgen, benevens alle inlicli-
Havas uit Konstantinopel, van Dins- j tingen, die men maar verlangen kan.
dag, bekendDe Turksche troepen j js men eenmaal overtuigd van het
zijn op twee plaatsen, te Bazlik ©n;giroote nut der zaak, dan twijfelen
l'imoer-Hissar (wilajet Monastir) inwij niet, of de leden zullen ons toe
botsing geweest met Bulgaarsche op- j stroomen. Vijftig cents per jaar en
standelingen. Er sneuvelden 56 op-tien cents voor leden beneden de 16
standelingen, onder wie twee aan-,jaar kan ieder wel betalen en wij ge-
voerders, en velen werden in hechte- bruiken dat geld weer om op ruimen
>11. «iMinmnn T.'1.1 onHam hunriii /tnnrt. 0 1
nis genomen. Een andere bende dood
de 4 Turken, terwijl twee Turken ge
wond werdendaarna deed de bende
een aanval op het dorp Padjosa, maar
zij werd door de troepen verjaagd.
Telkens komen nog boeren, die zich
bij de opstandelingen aangesloten
hadden, hun wapens en patronen bij
de overheid inleveren.
De. opstandelingen in het district
Razlog hebben hun doel volkomen be
reikt, zoo meldt men uit Salonika, zij
hebben de dorpen platgebrand, de
Turksche bevolking vermoord, en het
schaal propaganda te maken voor onze
zaak.
Namens het hoofdbestuur der Ned.
Ver. tot besch. van Vogels.
Jonkvrouwe S. v. CITTERS,
Secretaresse.
A p o 11 o.
De zang- en tooneelvereeniging
„Apollo", directeur de heer A. v. d.
Velde, geeft a.s. Zaterdag eene uit
voering in het Brongebouw.
Behalve eenige zangnummers, zal
lurKseiie uevonuiiK veiiu<>uru, en net, „.„„jV
vee meegevoerd. Zij zijn in goede orde S'1 tooneelspel „Het
priiccrotrnWkAn vnordat Bp Turken ver. or®B- Document of de twee VIs-
teruggetrokken voordat de Turken ver
sterkingen gekregen hadden. Het aan
tal vermoorde Turken wordt van 500
tot 2000 geschat. De gedoode Bulgaren
zijn 150 in getal, onder wie 130 boe
ren. de overigen zijn leden van de
benden. Er zijn ongeveer 100 Turksche
soldaten gesneuveld of gewond.
Stadsnieuws.
scherskinderen."
Na afloop is er bal.
Haarlem, 7 October.
In het Tweede Blad vanh
dëil drukken wij het Zaterdagavona-
praatje af, dat wegens plaatsgebrek
uit ons laatste Zaterdagavondnuinmer
moest achterwege blijven.
O r g e 1 b e s p e 1 i n g in de groote- of
St. Bavokerk alhier op Donderdag 8 Oct.
1903 des namiddags van 2 tot 3 uur door
den heer W. Ezerman.
Programma: 1. Preludium en Fuiga, J.
S. Bach2. Andante uit de 7e Symphonie
Beethoven; 3. Festsonate, W. Volckmar
a. Andante, Allegro moderatob. An
dante con anotoc. Allegro moderato
4. Ave Maria, Arcadelt; 5. Aria uit Lob-
Een wagen van de Haarl. Brood- en
Meelfabriek, kwam in de Bakenesser-
gracht terecht.
Een groote winkelruit van den heer
Van Schaick in de Hoogstraat werd
vernield.
In het Brongebouw alhier
zal op den 26, 27 en 28 Januari 1904
door den Nederlandschen Onderoffi-
'Cieren-Scherrnbond een wedstrijd wor
den gehouden voor de korpsen van
zee- en landmacht. De wedstrijd zal
bestaan in
Korpswedstrijd op geweer, sabel
en degen.
b. Personeelen wedstrijd op geweer
sabel en degen voor leden van den
Bond.
c. als b voor korporaals en min
deren.
d. Colonnewedstrijd geweer, kara
bijn en sabel.
Jubiló.
Rusland en Oostenrijk hebben nu
in zake de
BALKAN - KWESTIE
ook een vermaning tot Bulgarije ge
richt en de Bulgaarsche regeering ge
waarschuwd, dat met het oog op de
beslissing door de mogendheden ge
nomen zij van Bulgarije vernachten
Opera.
Aangemoedigd door het groote suc-
cès bij hare opvoering van Mignon",
zal de Nederlandsche Opera van den
Stadsschouwburg te Amsterdam a.s.
Zaterdag in de Sociëteit „Vereeni-
ging" nog eene opvoering tegen ver
minderde prijzen komen geven en dit
maal van Mascagni's „CavalleriaRus-
ticana" en „PEiljas" van Leoncavallo.
Bij deze gelegenheid zal men kennis
kunnen maken met den nieuw.en tenor
Ernesto Dalarno, die in beide bekende
en zoo populaire opera's medewerkt.
V ogelbeschercjing.
Men schrijft ons
Evenals ieder jaar is het onze plicht
om weder een waarschuwend woord
te doen hoor en tegen het dragen van
van vogels of vederen op hoeden.
Wordt men dan nooit doordrongen
van het gevoel, dat het eene immoree
ls mode is, om niet eens te spreken
van het gevaar van algeheele uit
roeiing der nuttige, fraaie, onschuldige
schepselen.
Wij hebben hoeden gezien, waarvan
de randen ontsierd waren door 10 of
12 kopjes van kleine vogeltjes, die bij
hun leven een sieraad waren der
schepping, maar nu met liuu kralen
oogjes een treurigen indruk maken.
Het is walgelijk, barbaairscli en zon
dig. Aan wie de schuld, dat eene
dergelijke schande voor de beschaafde
maatschappij nog blijft bestaan? Aan
de koopsters Aan de vrouwen, die
met opgeheven hoofd, zonder schaamte
dergelijke hoeden durven dragen, zoo-
dra de verkoopers geen aftrek meer
esaing, Mendelssohn.
De express-treinen en de
treinen op buitenlandsche verbindin
gen reden de laatste dagen wegens den
hevigen wind niet twee machines.
In de Westelijke omgeving
der stad is het polder- en boezemwater
door regen en storm ver hoven peil
gestegen alle stoomgemalen en mo
lens zijn dag en nacht in werking.
De Lutkemeerpolder staat wegens
tijdelijke buitendienst-stelling van het
stoomgemaal geheel blank.
Tot onderwijzeres aan de bijzondere
school van den heer G. Fortgens al
hier. is benoemd Mejuffrouw Cath.
Cornelia Hofman.
De storm.
De storm, die hedennacht woedde,
heeft, voor zooverre wij konden na
gaan, geen ernstige ongelukken in de
omgeving teweeg gebracht.
Wel zijn van eenige groote hoornen
in den Hout. takken afgewaaid, en
heeft het andere geboomte en gewas
veel geleden van dc krachtige storm
vlagen.
Op de Parklaan en in een tuin,
grenzende aan de Noorder-School
steeg werden hoornen ontworteld. Van
verschillende daken woeien pannen
afhet groote winkelraam van den
zaadhandel der firma Oudewesse-
lingh op de Groenmarkt, werd ge
heel vernield. Wonder boven wonder
viel het glas naar buiten, zoodat de
beschadiging in den winkel van wei
nig beteekenis is.
Door het aanbrengen van luiken
wisten de bewoners verdere schade te
voorkomen.
Op het terrein der voormalige gas-
fabriek woei een schutting om.
l-Ieden herdacht de heer Th. Dollé,
concierge aan de H. B. S„ den dag,
waarop hij gedurende 25 jaren op de
meest eervolle en voorbeeldige wijze
deze betrekking heeft waargenomen.
Door zijne trouwe plichtsvervulling,
zijn aangenaam en goedig karakter,
zijn groote welwillendheid, heeft do
jubilaris zich in het afgeloopen tijd
vak de achting verworven niet alleen
van Directeur en leeraren, maar ook
'van oud-leerlingen en leerlingen.
Z/ij schatten hem allen hoog zij
houden van dien goeden, onmisbaren
Dollé.
Geenszins was het dus te verwon
deren. dat deze feestdag voor den al
gemeen beminden concierge tot een
onvergetelijke is gemaakt.
Om half twaalf heeft men den jubi
laris gehuldigd) in het smaakvol met
groen en bloemen versierde gym
nastieklokaal in den Doelen.
Daar waren directeur, leeraren,
leerlingen en oud-leerlingen bijeen en
werd de jubilaris, die door de oudste
leeraren, de heeren E. A. W. Pauw
en A. van der Voort, van zijn woning
was afgehaald, op feestelijke wijze
verwelkomd'.
De leerlingen hieven bij het binnen
treden 'van den jubilaris een daverend;
hoera aan.
Namens directeur en leeraren werd)
Dollé vervolgens toegesproken door
Dr. II. Brongersma, die hem in goed
gekozen woorden hartelijk geluk-
wenschte en hem een fraai geschenk
aanbood, hetwelk bestond in een'gou-
den horloge met inscriptie en ketting
en een fraaien leuningstoel.
Ook door de leerlingen en oud
leerlingen werd de jubilaris gecom
plimenteerd, en hem de mededeeling
gedaan, dat hij over eenige maanden
van hen een cadeau zou ontvangen,
daar thans nog niet alle bij dragon
waren ingekomen van personen, die
blijken van waardeering en vriend
schap wilden geven.
Door een der meisjes-leerlingen wer
den bloemen aangeboden.
Nadat men eenige oogenbiikken in
feestelijke stemming had doorge
bracht. werd de jubilaris, die verge
zeld was van zijne echtgenoote en
verdere familie, per rijtuig naar zijne
woning teruggebracht, alwaar de dag,
verder in aangename stemming wera
doorgebracht
Naar wij vernemenheeft het
bestuur vau de Protestantsche Kies-
vereeniging het voornemen, aan de
ledenvergadering als candidaten voor
de a.s. Raadsverkiezing voor te stel
len de heeren mr. B. baron Mackay
en P. Goedhart.
Veuiileto ii.
Naar hetéJLtoffulsch
van
ROBERT MACH RAY.
Hij dacht, dat hij genoeg gezegd
tad en zweeg daarom. Het meisje
liep naast hem en zweeg ook. Als het
J/ *aar was, wat deze man zei en zij
was bang. dat het waar was, wat een
vreeselijk ongeluk was haar dan plot
seling overkomen; het hart zonk haar
in de schoenenal het liefelijke van
leven en liefde veranderde inééns in
bitterheid en gal.
Je kunt Gilbert voor ondergang
'II bewaren, had Bennet gezegdzou zij
den man, dien zij beminde, ten vaL
kunnen brengen En Francis Evers-
leigh, de hartelijke man, die een vader
toor haar geweest was? En mrs.
Ever sleigh en de anderen Zij kon
ben ongelukkig maken, of hen redden
had Bennet gezegd. Eén woord van
baar zou hen redden 1
Bennet raadde, dat er een inwen
dige strijd in haar horst gestreden
Werd.
Eindelijk kwam Kitty tot een be
sluit
Wil u dadelijk antwoord heb
ben vroeg zij.
Direct; ja of neen I
U weet, dat ik u niet bemin.
Ik bemin jou, en jij zult mij
leeren liefhebbeu.
Nooit 1 nooitriep ze woest uit.
Bennet fronste de wenkbrauwen.
Je wilt, je zult, je moet 1
Liefde kan niet gedwongen wor
den, zei het meisje.
Welnu, miss Kitty, zei Bennet
ruw. Ik ben niet van plan, daarover
met je te redetwisten. Antwoord mij.
Wil je mij trouwen, ja of neen? Of
moet Francis Eversleigh naar de ge
vangenis
Als ik met je trouw, hoe kan aat
mr. Eversleigh beschermen
Ik zal hem een ontvangbewijs
geven voor aUes, wat zijn firma mij
schuldig is ik zal jou het ontvang
bewijs geven, als je dat wilt, dan kun
jij het aan hem geven.
Mr. Bennet, zei Kitty, ik zal u
zeggen, wat ik doen wil. U heeft mij
vreemde dingen verteld, en ze zijn zoo
vreemd, dat het mij moeilijk valt er
aan te gelooven. Toch ben ik bang
ging het meisje eerlijk voort, dat zij
waar zijn. Maar ik heb toch zeker het
recht om naar de bevestiging van dat
verhaal te onderzoeken? Wilt u mij
tot morgen tijd geven zoo ja, kom
dan morgen hier, dan zal ik u mijn
antwoord geven.
En wat ben je van plan in dien
tijd te doen?
Ik zal spreken met rnr. Evers
leigh.
Heel goed, zei Bennet, na even
gezwegen te hebben. Hij zal de waar
heid niet ontkennen van hetgeen ik je
gezegd heb. Dat is dus afgesproken.
Morgenmiddag te twaalf uur zal ik
hier zijn, om je besluit te vernemen.
Denk er aan, dat het lot van de fa
milie Eversleigh in je handen ligt, in
jou handen alleen
En hij keerde zich om en verliet
haar.
HOOFDSTUK XXIII.
Toen Kitty het huis weer binnen
trad, ging zij direct naar haar eigen
kamer, ofschoon zij wist, dat Helen
Eversleigh het vreemd zou vinden,
misschien zelfs onvriendelijk. Maar zij
i heeft geen flauw begrip wat het is,
dacht Kitty zij denkt bepaald, dat
Bennet mij iets droevigs over mijn
vader te zeggen had.
Kitty Thornton was een dappere
vrouw en zij had een helder verstand,
zoowel als moed zij zat nu in haar
kamer ter neer en vermaande zichzelf
om den toestand, waarin zij zich be-
vond, kalm onder de oogen te zien. j
j Het gesprek met Bennet had maar
kort geduurd, en zij was nauwelijks
goed tot het besef gekomen, wat het
voor haar beteekende. Nu zij daar zoo
rustig terneer zat, ging ze alles nog
eens in lxaar gedachten na.
Hetgeen hij haar verteld had over
mr. Eversleigh scheen haar uiterst
onwaarschijnlijk, maar zij dacht er
aan hoe positief hij in zijn verzeke
ringen wsa geweest, aan de overtui
ging. waarmede hij gesproken had.
Het was haar duidelijk, dat Bennet
geloofde, dat hij het lot van Evers
leigh in de handen had.
Toen dacht zij aan Francis Evers
leigh. In gedachten zag zij hem. zooals
hij haar in haar jeugd altijd was
voorgekomen knap. edelmoedig,
niet bekrompen, de hartelijkheid zelf.
Haar instinct zei haar, dat hij niet
gemaakt was uit de klei, waaruit een
dief en een oplichter gevormd wor
den. En zij herinnerde zich de woor
den van Bennet: ..Mr. Eversleigh
gooide de schuld op zijn overleden
compagnon, Silwood".
Sihvood, de man in wiens kamers
het lijk van haar vader gevonden
wasja, Ivitty twijfelde geen oogen-
blik, als iemand schuldig was, dan
was hij hel Zij herinnerde zich Sil
wood nog volkomen en als zij hem
vergeleek bij Eversleigh, dan moest
de eerste het volkomen afleggen. Het
was niet te gelooven. dat Eversleigh
een slecht man zou zijn. Maar of
schoon hij niet werkelijk schuldig was
hij had toch gezwegen, toen hij het
wist van Silwood en daarom was hij
ten deele ook schuldig. Of zou hij pas
na deu dood van Silwood ontdekt heb
ben, wat deze gedaan had? Zij zou
haar oordeel opschorten tot zij verno
men had, wat Francis Eversleigh er
van zei.
Want dit waren toch overdenkingen
van ondergeschikt belang. Naar atle
waarschijnlijkheid zou Eversleigh wel
bevestigen, wat Bennet gezegd had.
Zoo ja, wat dan
En nu moest Kitty Thornton al haar
moed verzamelen.
Het lot van de familie Eversleigh
lag in haai' handenzij kon hen
redden, maar tot welk een prijs
De opoffering van haar eigen geluk.
Zij kon hen redden, maar aHeen
door zichzelf voor haar geheele vol
gend leven tot ellende te veroordee-
len.
Terwijl zij zat te denken te
denken over het rampzalige, dat haar
deel zou zijn als de vrouw van Bennet,
sloot het arme meisje de oogen,
alsof zij op die wijze dat onvermijde
lijk treurig vooruitzicht kon buiten
sluiten. Zij maakte zich geen iUusies
met betrekking tot den aard van den
man. In haar hart noemde zij hem
een beestachtig wezen, en zij wist. dat
hij een onverbeterlijk speler was. Haar
leven met hem kon niet anders zijn
dan een voortsleepen van liet bestaan.
Ik kan hem niet trouwen, zei ze,
in opstand tegen het noodlot, dat te
gen haar scheen sadm te spannen.
Maar wat dan vroeg zij zichzelf af.
Zij wist, dat Bennet zijn woord zou
houden, als zij weigerde hem te trou
wen Francis Eversleigh zou gear
resteerd worden, en hij en zijn familie
zouden ten val gesleept worden.
Ik kan het niet toelaten, zei ze.
Tot nu toe had zij zich er met al
haar macht tegen verzet aan Gilbert
te denken, om zoodoende in staat to
zijn helderder te oordeeien, maar toch
wist ze, dat het onmogelijk was de
gedachte aan Gilbert geheel te verdrij
ven. Zij beminde hem met haar ge
heele hart, en bewust of onbewust
haar gedachten waren steeds van hem
vervuld. Het was haar trots en Vreug
de, dat zij eenmaal zijn vtquw zou
zijn. En nu
Bonnet had verklaard, dat de val
van den vader ook die van den zoon
zou zijn.
En zij kon hem redden.
(Wordt vervolgd).