groote beginsel zelf zijn de argumen
ten. zeer zwak geweest. De heer Stolp
acht de voorwaarden te bezwarend j
en wil daarom voor het voorstel van
B. en W. stemmen, maar in zijn sy
steem past het veel meer. de bepalin
gen te trachten te verbeteren.
Later zou men misschien betreuren,
het voorstel van B. en W. aangeno
men te hebben. Herhaaldelijk is ons
gezegd we zijn nog niet ami de waar-
de van den grond. Spr. kan zich daar
om niet begrijpen, dat de Raad nu
de gronden van de hand zou zetten,
Laat men het beginsel na een proef
van 2 jaar niet loslaten.
De heer KLEIJNENBERG meent,
dat de geopperde bezwaren had
den moeten worden ingebracht, toen
den eersten keer het beginsel werd
aangenomen. Een goede proef is nog
niet genomen. De voorwaarden waren
te bezwarend. De houding van den
heer Stolp begrijpt spr. niet. Wat de
hypotheekbanken betreft, er zijn er
wei 15, die in hun statuten het geven
van geld op erfpacht hebben verbo
den. Met de vraag hoe de houwers
aan geld komen, hebben de voorstel
lers der amendementen zich niet op
gehouden. In Engeland, waar de
canon om de 5 jaar kan worden her
zien, zijn de gemeenten geenszins
huisj es-melkers geworden.
De heer HUGENMOLTZ begrijpt
niet hoe de heer Stolp komt aan den
termijn van 20 jaar en meent, dat
deze tegen het voorstel van B. en W.
moest stealmen. Een der hypotheek
banken wil geld geven op eevfvVigdu-
rende erfpacht welnu, de amende
menten maken die mogelijk. De tegen
woordige gistingen en woelingen zul
len wel het aantal mensehen niet ver
minderen.
Herschattmg kan door heide par
tijen worden aangevraagd zoowel in
geval van stijging als daling van de
grondwaarde.
Spr. komt uitvoerig op de waarde
vermeerdering van den grond terug.
De heer STOLP licht toe. dat de
canon na 20 jaar kan worden her
zien niemand kan als huizenbou
wer bouwen met zoo'n zwaard van
Damocles boven zijn hoofd. Dit prac-
tisch bezwaar brengt er spreker toe
voor. het voorstel van B. en W. te
stemmen.
De heer NIEUWENH. KRUSEMAN
vreest niet voor uitsterven van de
mensc'nen door economische woelin
gen, maar heeft het oog op de moge
lijkheid. dat bloeiende gemeenten met
tertijd1 achteruitgaan en raken in
verval. Daarvan bestaan voorbeelden
in ons land.
De heer GROOT zou jammer vinden
dat de heer Stolp vóór het voorstel
van B. en W. stemde, alleen om zijn
eene bezwaar. Laat hij een termijn
van 30, 40 jaar voorstellen, daar zul
len de voorstellers der amendementen
niets tegen hebben.
Na discussie wordt het voorstel van
B. en W. tot intrekking van de bepa
lingen aangaande erfpacht aangeno
men met 15 tegen 8 stemmen.
Tegen de heeren De Braai. Loo-
meijer, Schram, Modoo. Welsenaar,
Groot, Hugenholtz en Kleijnenberg.
Derhalve zal de gemeentegrond
voortaan weer kunnen worden ver-
kocht.
Punt 8.
Voorstel tot het verleenen van een
crediet van 57000 voor het ophoogen,
rioleeren en bestraten van een terrein
bestemd voor openbaren weg toegang
gevende tot het terrein bestemd voor den
bouw van het openbaar slachthuis.
Na een vraag van den heer Beijnes,
die door den heer Kruseman wordt
beantwoord, wordt het voorstel aan
genomen.
Punt 9.
B. en W. stellen voor, het per
ceel Donkere Begijnhof S rood onge
schikt voor bewoning te verklaren.
De heer VAN DE KAMP vraagt,
waarom d'it huis onbewoonbaar wordt
verklaard en Begijnhof 8 zwart niet,
Is het voldoende, dat alleen aan
sluiting aan de gemeente-waterlei
ding geschiedt, zonder dat er gebru,ik
van wordt gemaakt..
De lieer Ï>E BREUK zegt, dat in
perceel' 8 zwart als men wil water kan
worden afgetapt, maar niet in 8 rood.
Dit is nu wel een zeldzaam geval,
maar de politieverordening kan niet
beletten, dat iemand uit dwarsdrij
verij betaalt voor iets, dat hij niet
geniet.
Het voorstel wordt aangenomen.
Punt 10.
Voorstel van B. en W. om aan S.
Zondervan vergunning te geven tot het
hebben van een uitgang voor een per
ceel aan de Leidschevaart tegen een re
cognitie van f 1.
Goedgekeurd.
Punt 11.
Voorstel van B. en W. tot het nadeï
vaststellen van de roöiingsiijn voor een
aantal perceelen in de Nassaustraat.
Een aantal bewoners van de Nas
saustraat verzoeken, evenals de aan
vrager zelf een aanvraag van .J. J.
Bouwmeester om een andere rooilijn
voor een door hem te verhouwen pak
huis. goed te keuren.
Het voorstel van B. en W. wordt
daar niemand liet woord verlangt,
eenparig goedgekeurd.
Punt 12.
Voorstel van B. en W. om f 100 beschik
baar te stellen tot het koopen van een
stukje grond van 6 vierk. M. /12,— to*,
afzondering van den hoek, gevormd door
de Emmastraat. en den Koninginneweg.
Met een anderen eigenaar hebben B.
en W. geen overeenkomst tot stand kun
nen brengen.
Goedgekeurd.
Punt 13.
Adres van den heer G. B. Crom-
I melin en 9 anderen, vormende een
comité tot stichting van een nieuwe
I Schouwburg, met verzoek aan den
Raad om 3000 vierkante Meter
kosteloos beschikbaar ie stellen op
het terrein der voormalige gasfabriek
om daarop een nieuwen Schouwburg
te stichten.
B. en W., van oordeel, dat dit een
gemeentebelang is. stellen voor een
terrein, groot 2800 vierk. M., gelegen
in 't verlengde van de Zuiderhout, in
erfpacht af te staan voor den tijd van
99 jaar. tegen een canon van f 1 per
jaar en verder in hoofdzaak onder de
navolgende voorwaarden
dat het terrein uitsluitend wordt
afgestaan voor den bouw van een
Schouwburg
dat de erfpacht eindigt, zoodra in
het te stichten gebouw gedurende 12
achtereenvolgende maanden minder
dan 10 voorstellingen zijn gegeven
dat de plannen door B. en W. moe
ten worden goedgekeurd, evenals wij
zigingen daarin
dat binnen een jaar nadat het ter
rein in erfpacht is uitgegeven, de
bouw van den schouwburg moet zijn
aangevangen en twee jaar daarna
voltooid
dat zonder toestemming van den
Raad aan 't gebouw geen bestem
ming mag worden gegeven, waardoor
het karakter van Schouwburg voor
tooneel- of operavoorstellingen zou
verloren gaan
dat zonder vergunning van B. en
W. het gebouw niet mag worden ge
bruikt dan voor tooneel- of operavoor
stellingen. Bij verschil van meening
heslissen B. en W.
dat heit gebouw moet worden ge
sloten. zoolang en zoo dikwijls B. en
VV. dit gelasten en dat het gebouw
des gewenscht ieder jaar 3 dagenter
beschikking van het gemeentebestuur
wordt gesteld.
De heer VAN DE KAMP wijst er op,
dat dit een zeer belangrijk stuk is.
De Raad heeft het pas 1 Oct. gekre
gen, dus geen tijd gehad het nader te
bezien. Vandaar dat spr. voorstelt,
het aan te houden tot eene volgende
I vergadering.
Dit wordt ondersteund.
Het voorstel tot uitstel wordt aan
genomen. Alleen de wethouders ver
klaren zich er tegen.
RONDVRAAG.
De heer HUGENHOLTZ vraagt of
het waar is, dat als arbeiders sollici-
teeren bij de Ho31. Spoor, de politie
navraag naar hen doetverder of de
voorz. inlichting kan geven over het
optreden der politie op 2 Zaterdagen
bij de Holl. Spoor door het bemoei
lijken van den sigarenverkoop voor
de uitgeslotenen en ten slotte of B.
en W. kunnen goedkeuren, dat de
pers inzage krijgt van de rapporten
der hoofden van scholen over voe
ding en kleeding.
De VOORZ. is verrast door deze
vragen, waarvan de beide eersten ge
heel zijn op politiegebied. Wenschtde
Raad daarop antwoord, dan zal spr.
overwegen of hij aan 't verzoek kan
voldoen. De derde vraag zal in over
weging worden genomen.
Öp verzoek van den VOORZ. dient
de heer Hugenholtz hierover voorstel
len in.
Zij worden ondersteund.
De heer GROOT weet wel. dat het
hoofd van de politie zelf weten moet.
óf hij inlichtingen geven wil, maar
hoopt, dat als de Raad die wenscht,
de burgemeester ze ook wel zal wil
len geven. De belastingbetalende' bur-,
gers willen ook wel' eens weten, wat
in verband met de politie geschiedt.
De heer VAN DEN BERG meent,
dat het doel van den lieer Hugen
holtz al bereikt zal zijn als de voorz.
een onderzoek instelt. Vandaar, dat
spr. tegen tie motie zal stemmen.
De heer THIJSSEN wijst.er op, dat
een veel juister weg bestaat om recht
te krijgen als men meent, dat de po
litie zich op een verkeerd terrein be
weegt. dan deze. Die weg is den bur
gemeester in zijn kamer daarvan op
de hoogte te brengen. Daar krijgt
men even goed een gewillig gehoor.
Spr constateert, dat vele leden van
den Raad afkeuren, dat bijna in elke
Raadsvergadering zulke zaken ter
sprake worden gebracht, (Applaus).
De heer DE BRAAL is het hiermee
oneens. Een antwoord in 't openhaar
heeft veel meer kracht, dan in de
kamer van den burgemeester.
De heer HUGENHOLTZ heeft enkel
drie vragen gesteld, geen oordeel uit
gesproken is volkomen in den vorm
gebleven en moet nu weer een woord
van protest hooren. Daartegenover sta
sprekers protest. Het zal altijd een libe
raal beginsel blijven, het woord breed
opgevat, de publieke zaak te behan
delen in het publiek. Zijn de geruch
ten onjuist, dan kan dat blijken.
Zijn ze juist, dan kan de burgemees
ter er inlichtingen over geven of wel
herhaling worden voorkomen. De po
litie is een openbare zaak. Raadsle
den zijn als het mondstuk van de
burgerij en men kan met alles naar
dezen of genen wethouder loopen,
maar dat is niet behandeling in "t
publiek van de publieke zaak.
De VOORZ. zegt, dat B. en W. en
hij zelf zich nooit hebben terugge
trokken om inlichtingen te geven,
tenzij er goede redenen waren om die
niet te geven
Hier is een geheel andere zaak. De
wetgever heeft niet gewild, dat de
burgemeester zou worden geïnterpel
leerd over politiezaken. Spr. wil in't
algemeen wel inlichtingen geven,
maar 't zou kunnen zijn, dat het be
lang van deze zaak meebracht, dat
niet te doen.
En waar i:s het einde, als men het
hoofd der politie om inlichtingen
vraagt.
De heer VAN DE KAMP wenscht
van den heer Hugenholtz te hooren,
dat bet ver koopen van sigaren ver
boden is. Aan geruchten hebben wij
niets. Verklaart hij spr. dit, dan zal
spr. voor zijn voorstel stemmen.
De heer HUGENHOLTZ zegt, juist
den vraagvorm, om inlichtingen, te
hebben gekozen om opheldering te
krijgen in een zaak, die nog volko
men duister is. Spr. kan dus den heer
Van de Kamp niet inlichten.
De heer VAN DE KAMP zal na deze
toelichting niet voor het voorstel stem
men. Als iets duister is, moet men
allereerst zelf gaan onderzoeken.
In stemming wordt gebracht het
voorstel-Hugenholtz om den voorz.
uit te nood'igen inlichting te geven
over d e eerste, door hem gestelde
vraag.
.Dit wordt verworpen. Vóór de hee
ren De Braai, Schram, Modoo, Groot
en Hugenholtz.
De heer HUGENHOLTZ wenscht
zijn tweede vraag niet aan stemming
te onderwerpen en voegt, er bij: .de
Raad wenscht in duister te blijven
Het verzoek om inlichtingen aan
B. en W. (derde vraag) wordt een
parig door den Raad goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten.