E Houtstraat 9.
'tGoedkoopst Adres
op
I
1
yyy/ »OTn,osi 2.
ALLERLEI
Haarlemmer Halletjes.
Concurreerende Prijzen.
Telephoon No. 564.
T. C. NIEPHAUS, Nassaulaan 27,
Maar Nanin© voelt nu geen mede
lijden meer, ze ziet Slechts zijnhleeke
wangen en smalle schouders.
En ze treedt vooruit en heft de
hand reeds op om den schuldige aan
te wijzen, ze is op 't punt van te
spreken'.
Hij doet een paar passen naar haar
toe. buigt zich tot haar over en fluis
tert een smeekend verzoek.
In naam van uw zoon
En de hand van Nanine zakt weer.
Ze zegt slechts
Dit is degeen, dien ik zoek.
En terwijl de officier zich verwij
dert, blijven de oude vrouw en de
jonge man zwijgend' tegenover el
kaar staan.
Eindelijk buigt hij het hoofd en
spreekt met moeite
Ik dank uGe hebt meer ge
daan dan mijn leven redden door me
niet te beschuldigen. Ik geloof, dat
ik een oogenblik van krankzinnig
heid heb gehad
Nooit, dat zweer ik u, had ik van
iemand iets weggenomenen nu
heb ik dat voor 't eerste gedaan, juist
van u. die me vertrouwd hebt
Ik ben een ellendeling.
Nanine antwoordt niet. Ze staart
naar dat gelaat, dat vertrokken en
doodsbleek is. En daar be int de sol
daat te weenen en zijn mond tracht
een snik Ln te houden.
Ziedaar!
Hij zoekt met de hand in zijn ka-
potjas en haalt er het zilveren horlo
ge. het reliquie van haar overleden
kind, uit.
Ziedaar
Hij begrijpt niet. wat hem tot die
handeling heeft gebracht. Dat oude
cn ouderwetsche horloge is misschien
vijf gulden waard en daarvoor heeft
hij zich verlaagd. Hij heeft een af
schuw van zichzelf.
neem het terug
Maar de oude strekt de hand niet
uit naar het haar heilig voorwerp.
Ze beschouwt het met verzachten blik.
en oogen vol teederheid en smart,
Neen zegt ze eindelijk, ik zal
dat horloge niet van u terugnemen.
Behoud het. ik schenk het u.
Schenkt ge het mlij
Ja. ik geef het u, opdat ge u
altijd dit uur zult herinneren en op
dat nooit
De schuldige, die zich weer heeft
opgericht, begrijpt de gedachte van
Nanine en plechtig zegt hij
Nooit, dat zweer ik u, zal ik dit
oogenblik vergeten. Mijn eerste mii'S-
slag zal ook mijn laatste zijn.
Öm 7ïe;n heen wordt heifr rumoer
grooter, de mannen zoeken snel hun
plaats in de gelederen op.
Adieu, zegt Nanine. op zij I
gaande.
Ze blijft aan den kant van den weg
staan en laat den troep langs zich
heen trekken. Het gezang der sol
daten verwijdert zicli meer en meer
en Nanine bevindt zich weldra alleen
op den weg.
Dan gaat ze langzaam naar huis
terug, haar eenzaam, huisje. Maar
haar hart was verheugd in liet heer
lijk gevoel meer te hebben gedaan
dan het redden van een menschen-
leven.
Esn neep voos* spoortreinen.
Sedert 1 Otober is een nieuwe, zeer
•doelmatige verbetering gebracht in het
verkeer tusschen Duitschland en De
nemarken door middel van een directe
spoorwegverbinding via Warnemünde
en van daar per veerboot naar Gjedser,
de Deensche havenplaats voor den
spoorweg naar Kopenhagen. Het ver
voer der treinen geschiedt direct, d.
w. z. de spoortreinen worden door
middel van groote veerbooten over de
Oostzee gezet, zoodat de passagiers
niet behoeven uit te stappen en de
goederen niet verladen behoeven te
worden. De capaciteit van de veer
booten speelt daarbij een aanzienlijke
rol en deze vaartuigen doen zich daar
om ook voor als stevige, statige zee
schepen van uiterst soliden houw.
Op de plaat is één der veerbooten
afgebeeld. In het geheel zijn er vier
gebouwd.
Te Warnemünde en te Gjedser zijn
voor deze booten afzonderlijke aanleg
steigers gebouwd. Iedere veerboot is
87 meter lang, 18 3/4 meter breed en
haar gemiddelde diepgang bedraagt
3.G6 meter. Do boot is door water
dichte, tot aan het bovendek reikende
dwarsschotten in acht afdeelingen
verdeeld. Op het bovendek bevinden
zich de rails voor de spoorwegwag-
gons. De scheepsmachine met drie
voudige expansie levert ongeveer 3000
paardekrachten en geeft het schip een
snelheid van 15 knoopen per uur. Oe
benoodigde stoom wordt geleverd1 door
4 ketels. Het schip is electrisch ver
licht en voorzien van zoeklichten. De
salons zijn ingericht met, het grootste
comfort en voor het gemak der passa
giers is in ieder opzicht gezorgd:
Iedere kamer heeft bijvoorbeeld wa
terleiding.
DE HOED DOOR
DE GESCHIEDENIS.
Van een allermerkwaardigste collectie
hoeden, waarvan de oudste dateert van
400 voor Chr. is de firma Hendriksen, de
bekende hoedenf,abrikant in de Vijzel
straat, do gelukkige bezitter. Zij is voor
nemens die collectie eerstdaags in haar
bekend magazijn te etaleeren. Vooraf
echter werden, we in de gelegenheid ge
steld, de verschillende hoofddeksels in
handen te nemen en te bezien. Allerlei
modellen van. hoeden, die op oude pren
ten zoo vaak onze nieuwsgierigheid wek
ten, zagen we daar in natura voor ons,
als tastbare herinneringen aan de we
reld geschiedenis, waarin de hoed in den
•regel nu wel niet zoo igrootc rol speelde,
maar waarbij hij toch als mijlpaal van
de ontwikkeling der menschelijke bescha
ving kan dienen.
Het ou/dste exemplaar van de collectie
is de Petasoshoed van do Grieken, die
400 jaar voor onze jaartelling gedragen
werd. Dan bevat de collectie van den
heer Hendriksen nog een paar Phrygi-
sche mutsen uit den tijd van Christus en
1 uit de 10e eeuw, welke laatste fraai met
vossenvel is versierd. Een paar Griek-
sche philosofenscholen zijn vertegen
woordigd in de Cynaïschen hoed uit den.
tijd voor Christus, van koehaar vervaar
digd en voorzien van een band uit ge
vlochten leer en de Thenalische hoed
ongeveer uit denzelfdeni tijd dagteeke-
nend.
De kostbare vilten hoed in den vorm
van een steek uit den tijd van Louis XV j
zien we naast de met rood, wit en blau
we veeren versierde hoed van de revolu
tie, en een andere uit denzelfden tijd met
de historische driekleurige cocarde. Een
eenvoudige doktershoed uit de 16e eeuw,
een gala-steek uit 1815, de baret uit de
16de eeuw bekend van Oud-Hollandsche
schilderijen, de punthoed der medicijn
meesters door Jan Steen zoo vaak ge
conterfeit, een uit de elfde eeuw, die
met den laatsten in vorm ongeveer over.*
eenkomt, een met hermelijn getooide
Jagersmuts uit de 14e eeuw, een herders-
hoed uit de 11e eeuw vormen het cor
pus van de verzameling. Enkele exem
plaren dienen echter speciaal nog gere
leveerd, n.m. eerstens de Grieksche hoed
van koehaar in den vorm van een helm.
Ook de gevederde hoed van den keur
vorst van Brandenburg met een veerver.
siering, die van de achterzijde af het ge
heel overwuift, verdient de aandacht,
evenals de vilten hoed van Karei de
Stoute. Dan vermelden we nog den ko
lossalen hoed van Wallemstem, en de
Napoleonsteek.
Met dezen, laatste zijn we aangeland
in onze eeuw, die door een heele série
„hooge zijden" vertegenwoordigd is. We
vinden onder de collectie de .eerste zij
den hoed van 1820, een andere van over
eenkomend model, die reeds in 1810
werd gedragen, dan nog een fraaie hoo
ge hoed vanjvit vilt 1825, en eindelijk
een van 1805. Laatstgenoemde toonen
allen het model-kachelpijp in verschil
lende modeficatics. Zonder twijfel zal de
heer Hendriks succes hebben van deze
collectie hoeden, zoo varieerend en de
igeheele geschiedenis vertegenwoordigend
als men ze maar zelden zag. Terecht
kan hij thans zeggen de hoeden van alle
eeuwen bij zich in huis te hebben, de
.authentieke kachelpijp", waardig uit
vloeisel van die onzer voorouders, heeft
hij in voldoende getale voorradig, even
als het „dopje" en de flambard. Een
kijkje in de werkplaatsen cn magazijnen
van de firma Hendriksen, dat we vast-
knoopen aan ons bezoek aan het hoe-
denmuseum, overtuigde ons er namelijk
van, dat zoo de heer Hendriksen den
hoed uiit vorige eeuwen, tot. het voorwerp
zijner belangstelling maakt, de nieuwe
hoed levenwei zich niet heeft te beklagen.
Hij wordt in het magazijn, aan de Vijzel
straat op de meest afdoende wijze ver
eerd.
Een Zaterdagavondpraatje.
1-Ioe ernstig de tijden aijn, die we
doorleven blijkt wel hieruit, dat het.
bestuur van de Nuts-Spaarbank tot
geruststelling van hare spaarders, het
nuttig gevonden heeft oen reeks van
cijfers te publiceeren over den stand
van har© financiën. Nooit te voren
kwam het Spaarbankbestuur zoover
uit zijn tent. Tot dusver zat het rus
tig binnen, ontving en betaalde en
dacht er niet aan, eens te rammelen
met den moppentrommel, zooals het
nh doet.
De cijfers, düe gepubliceerd zijn,
geven het beste bewijs, dat de spaar
ders gerust hun geld bij liet Nut
kunnen blijven brengen. Toch blijkt
uit de publicatie, dat er wantrouwen
geweest is en in dit blad werd dan
ook al vroeger gemeld, dat vlak na
de financieele rampen een aantal
menschen hun geld hebben terugge
haald. Nu er twee schlijnbaga* zoo
sterke boomen zijn omgevallen, ver
trouwden ze het heele bosch niet meer.
Bij de Stuiivers-Spaarbank van den
Volksbond, die evengoed als haar zus
ter van 't Nut, volkomen betrouwbaar
is, heeft zich hetzelfde verschijnsel
voorgedaan. De menschen verlang
den, er naar, hun bezittinkje weer
zelf in handen te hebben, de bank-
biljetjes weer te kunnen voelen en
tasten.
Wat ze er ten slotte thuis mee be
gonnen hebben, i* niet duidelijk. De
tijden, dat de menschen bun geld in
een oude kous bewaarden, is voorbij,
't Is geen mode meer (Wouter zegt
ze hangen hot liever aan bun lijf, dan
't in een kous te bewaren") en boven
dien zijn er tegenwoordig te veel in
brekers op de vlakte, Brandkasten
hebben spaarders gewoonlijk niet.
Waar bergen de menschen hun geld'jo
dan
Een van dë commissarissen van do
Spaarbank had daar oen somberen
kijk op. Hjij vreesde, dat liet aldus
teruggehaalde geld gauw versmelten
zou. Een gedeelte gebruikt voor, nu
ja, wel aangename, maar toch niet
noodzakelijke dingen,, een ander ge
deelte uitgeleend aan neef of nicht,
om waarschijnlijk nooit weerom te
krijgen, de rest versmolten op de zon
derlinge en onnaspeurbare manier,
waarop geld versmelten kan je zou
soms denken, dat het in damp ver
vliegt „en ziedaar", zei de commis
saris, „wat er binnen een paar maan
den van de teruggehaalde centjes ge
komen zal zijn." Ik weet niet of
hij gelijk heeft. Misschien hebben,
na den eersten schrik, verstandige
menschen hun geldje toch maar weer
in de Spaarbank teruggebracht.
De toestanden zijn ernstig, dat valt
niet te ontkennen, maar we moeten
er voor waken de zaken te overdrij
ven. Sommigen Wijken en spreken,
alsof met de twee financieele rampen
nu op oenm.'iM.l hefil Haarlem straat
arm geworden zou zijn. Niets is im
mers minder waar. dan dat! Er zijn
aan alle karaten verliezen geleden,
maar daarmee is ons Ilaarlemsch sa-
menlevinkje niet uit elkaar gerukt.
Het is welbeschouwd toch mal om te
hooren, hoe een hypotheekbank, van
buiten de stad. hier een goede post
kunnende sluiten, op het laatste mo
ment van de zaak afziet, „omdat de
toestanden in Haarlem niet deugdelijk
waren." Alsof ook de huizen van den
schrik de knfi? in de knieën gekregen
hadden en zouden gaan instorten
Het is wel' heel dwaas, dat sommige
firma's hun reizigers last hebben ge
geven. dit jaar bij de najaar,sreis
Haarlem maar over te slaan, alsof er
geen enkele solide kooper meer te
vinden zou zijnHartelijk heeft een
Een Salomo's oordeel.
Voor een Russisch gerechtshof werd
onlangs een geval behandeld op een
wijze, koning Salomo waardig.
Ik heb een koe van .dezen man
gekocht, aldus verhaalde de eischen
den rechter, het gold daarvoor be
taald en van hem verlangd, dat hij
het dier naar mijn boerderij zou
brengen. Hij nam daarmee genoegen
maar later wilde hij mij de koe niet
geven, of ik moest hem 20 roebels be
talen. Hij beweerde, niets van mij te
welbekende, pulk solide Haarlem,sche
firma, ,er dan ook om gelachen, toen
zij bij een nieuwen leverancier, een
bestellinkje doende, het artikel ont
vingtegen rembours.
Intusschen was er in dit lachen
wel iets van den boer die kiespijn
heeft. Al is men van zijn eigen soli
diteit nog zoo volkomen overtuigd,
dergelijke dingen wijzen op wantrou
wen en argwaan, dat het doen van-
zaken bemoeilijkt en het voor den
handel zoo onmisbare crediet nood'e-
loo,s beperkt. Ileel veel kunnen we
daar niet aan doen, maar wel er iets
voor laten, namelijk nalaten oni zelf
bu,iten Haarlem den toestand op zijn
zwartst af te schilderen. Er zit in
Haarlems uitbreiding levenskracht ge
noeg, om ia betrekkelijk korten tijd
dé geleden verliezen, hoe pijnlijk zo
ook mogen treffen op dit oogenblik, te
boven te komen.
Wie zich daar raliets vara aantrekt
is de onbezorgde jeugd. Zij laat op
Zondag de voetbal rollen, alsof ze er
nooit van gehoord' bad. hoe raar de
stuivertjes van de wal in desloot
kunnen rollen. Voor a. s. Zondag is
op het terrein aan de Spanjaardslaan
een wedstrijd aangekondigd1 tusschen
R. A. P. uit Amsterdam era de H. F. C.
Ik zou daarvan er zijn immers
van Sajet, Garen, Band, Veters, Knoopen, Kou
sen, Poeis- en Schoonmaak-Artikelen, Lamp- en
Stelpitten, Gloeikousjes, Toiletzeepen, Eau de
Cologne (bij de Maat), Odeurs, Scharen Messen,
Kinderspeelgoederen, Wekkers, Klokken, Gouden,
Zilveren en Nikkelen Heeren- en Dames-Horlo
ges met garantie, Foto-Artikelen, Schrijfpapier,
Prentenboeken, enz., enz., is
Adres voor Winkeliers en Weder-
verkoopers.
Generaal-Agent der Wereldberoemde
JSL ü&CJO" het eenige atdoende middel
tegen Rheumatiek.
itoomkleereiibleeberfj
VAN
JOH8 JACK.
Lang* H|eerenvest 138-138, Staarlet».
Bediening naar wensch.
Attesten op mijn kantoor ter inzage.
De wasschen zijn tegen brandschade verzekerd.
SS
O
ro
ro
^X Terstrekt gaarne prijsopgaven
X aan g j{a Aannemers a j
anTragv>vx
S J sa A \TfA i £2 fi
f lil 3
e s yyyy t V..V n
epjo ÜI 89fj0U U9p
/fV/ •J0A U9pBJ0TSI0raj«K
A/ «Il« n0 B9dno[} '89inpu9 j 'sno^ X*S^
v-uuuiimapjooips urm ugrpundoH
Werkplaatsen; Donkere Spaarne.
KANTOOR VAN VASTK GOEDEREN,
ASSURANTI8N EN HYPOTHEKEN
vraagt AGENTEN voor
De bieder! {Sering Veesehering-Maatschappij
t© ae?iléwHierïorp.
(Goedgekeurd bg Kon. Oeslnlt van 5 Maart 1895, No. 28.)
Zg verzekert tegen NERINGSCHADE, als gevolg van Brand,
Bliksem, Gasontploffing of Brand-blusehwater.
PREMIÉN ZEER BILLIJK.
Êsninaipog a66niA
co
23 DIAMANT.
vonden er den heer Ferguson, en raa hem naar een stil hoekje
van de eetzaal te hebben meegenomen, verleiden zij hem het
igieviai. Hij luisiterdio met veel belang stelling en met blijkbare
sympathie.
„Wel", zeitlë hij, toen zijn advies werd gevraagd, „'t is te
probeeren. Kwaad kan het nooit. Ik ken 'den heer Benoni
vrij goéd mijn vrouw is nog eenigszinis familie van zijn
vrouw en hij is au fond niet kwaad; hij is bij buien heel
goedhartig, mits hij er zelf niet veel bij te verliezen heeft.
Kijk, meneer, hij behoort tot die soort van menschen, die,
als hij zaken betreft waar bijvoorbeeld een paar ton mee
gemoeid is, zonder eenig gewetensbezwaar hun eigen broer
of hun besten; vriend zouden ruineerem, en zich. dan mis
schien nog in de handen zouden wrijven over hun slimheid.
Maar waar het kleine zaakjes betreft, daar iis hij dikwijls
heel welwillend en goedhartigik weet er verscheidene staal
tjes van. Het eenige is het moet hem niest veel moert te en
inspanning kosten.. Hij houdt er rale van om zich voor iets
ter wereld diruk te maken,."
„Nu", vroeg die he,er Clayton, „zal ik dan maar belet bij
hem laten vragen/?"
De heer Ferguson begon te lachen.
„Die moeite kun)t ge u gerust besparen", zeide hij. „Hij
houdt niet van dien omslag. Als tl hem wilt spreken, ga dan
zoo 'gewoon naar hem toedan heeft u de meeste kans, dat
hij u ontvangt. Weet u waar u hem kunt vinden?"
De heer Clayton veronderstelde in de directiekamer van
de Pontersmaatschappij
„Nee", zeide hij, „déér zult u hem stellig niet vinden, en
evenmin op zijn eigen kantoor, er vlak tegenover. Er is dichtbij
een kliein huis, zoowat een honderd meter voorbij de club;
idaar kunt u hem, 's morgens tegen een uur of negen ge.re-
gelidi vin,den,."
„Maar lis dat niet een beetje indringerig?"
„O, daar geeft hij niet om. Hij is er aan gewoon, dat men
hem-daar komt opzoeken; /er komen daar op alle uren van
den dag menschen voor hem en het kan hem niet schelen
waar hij ze ontvangt, als het zoo uitkomt op zijn slaap
kamer. Hoe minder complimenten men tegenover hem maakt,
des te liever is het hem, en des té meer kans heeft men, hem
gunstig te stemmen."
DIAMANT. 124
Do raad scheen goedin elk geval steunde hij op ervaring.
Do heer Glayton besloot dan ook, er zich aan te houden.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Een millibnnair en wat muziek.
Den volgenden morgen dacht de heer Clayton nog eens
over al het gehoorde na. Hij kwam tot de slótsom, dat het
in elk geval wel de moeite waard was, een poging te doen
om den heer Benjie Benoraiie te spreken te krijgen. Benjie was
een van de voornaamste directeuren van de Portersmaat-
schappij en had daardoor een vér strekkendem invloed in een
gemeente, in welke de belangen en wenschen van dat machtige
lichaam die plaats schenen in te nemen van de wet en de pro
feten. Bovendién wierd van hem gezegd, dat hij goedhartig
kon zijn als hij verkoos en daarom was de mogelijkheid niet
buitengesloten, dat, al geloofde 'hij niet aan Ray's onschuld,
hij te bewegen zou zijn, de vervolging te stuiten.
Overeenkomstig den raad, dien de hotelhouder hem had
gegeven, begaf de heer Glayton zich een paar minuten vóór
negenen naar de hoofdstraat van Camberton, die, als men
eenmaal de winkels aan het benedeneinde voorbij was, een
vrij behagelijken indruk maakte, wat aanleg en bouw betreft.
Al de huizen waren gelegen te midden van tuinen, waarvan
de boomen op verscheidene plaatsen den weg overschaduw
den, het bewijs leverend, dat er van dien oo-genschijnlijk
zoo barren grond nipg wel iets te maken viel, mits er behoorlijk
voor water gezorgd werd.
Na eeraige inlichtingen te hebben gevraagd aan een voorbij
ganger, kostte het den heer Glayton weinig moeite het huis
waarnaar hij zocht te vinden. Het was een kleine, nette wo
ning, van roodera baksteen gebouwd, met een veranda aan de
voorzijde, ondier het afdak waarvan men ballons voor elec-
trische verlichting zag hangen. Huis en tuin zagen er goed
onderhouden uitblijkbaar was ai het houtwerk kort geleden
nieuw geverfd.
Toen de heer Clayton het hekje opende en dien tuin binnen
ging, merkte hij op, dat de straatdeur openstond en, naar het
scheen, niet toegang gaf tot een gang of een vestibule, doch