Loodvergiftiging1. I U.0SITG3JOQA ULIZ Liq «IBUöAö liq -fM" DB ZATBRDAG AVON D. 2o. In de boven omschreven ge bouwen mag na het onderzoek geen vreemde, niet tot het gezin van den eigenaar hehoorende persoon vertoe ven tot op het oogenblik. dat de bijzondere veiligheidsmaatregelen zijn opgeheven. 3o. Vier en twintig uur vóór de doorreis worden in elk huis. dat zich langs den weg bevindt, twee politie agenten geplaatst, die hebben te wa ken, dat geen vreemde huis of hof betreedt. 4o. Vier uur voor den doortocht worden achter alle aan den weg lig gende huizen politieagenten. veld wachters of soldaten naar behoefte opgesteld. Deze hebben toe te zien, dat niemand den weg betreedt, waar langs de keizerlijke reis gaat. 5o. Alle op straat uitziende ven sters of openingen moeten met plan ken worden toegemaakt. 60. De politie en dorpsoverheid moeten op alie in de dorpen wonende personen en op alles wat in de dor pen voorvalt streng het oog houden. Acht-en-veertig uur vóór de doorreis des Keizers moet het dorp van alle onbekend© personen gezuiverd wor den. 7o. Op den dag der keizerlijke door reis moeten in de langs den, weg lig gende dorpen alle honden aan de ket ting gelegd en alle vee opgesloten worden. Het sl.uk is onderteekend door den gouverneur, luitenant-generaal Unter- berger. Thans document no. 2, dat méér in 't bijzonder aangeeft wat de bevol king persoonlijk moet en mag doen bij de blijde inkomste van „vadertje'. Het luidt aldus „Bevel aan de bewoners der dorpen aan den door den keizer te volgen weg van Arzamas naar de kloosters Sarowo en1 Diveco en terug". 1. D© bewoners van elk dorp, waai' de keizer door zal komen, verzamelen zich hij d© toegangspoort op het uur, dat wordt vastgesteld door den amb tenaar tot wiens district het betrok ken dorp behoort en zij groepeeren zich aan beide zijden van den weg. 2o. De oudsten des dorps de sotski en d© desjatski controleeren dat nie mand van de vreemdelingen, die niet tot de bewoners van het dorp behoo- ren, zich in de groep mengt Wan neer desniettemin een vreemdelin; zich er bij heeft geplaatst en ex geen tiijd genoeg meer is om hem heele- maal te verwijderen, dan wordt hij achter, de groep geplaatst onder toe zicht der politie of van betrouwbare personen 3o. De "groepen moeten op een af stand van 10 vadem' van de te volgen route staan. 4o. De bewoners miogen uit elkaar gaan met verlof van den eerstaanwe- zenden politie-officier als de laatste equipage uit het gezicht is. 5o. Het iis den bewoners veroor loofd bij den ingang van het dorp eerebogen op te richten en hun hui zen met groen en vlaggen te ver- Dit stuk, dat gedateerd is Nisjni- Novgorod' 3/16 Juli 1903, is eveneens onderteekend luiten antigen er aal Un- terberger. Wanneer men leest, dat zulke om vangrijke en straffe bepalingen noo- dig zijn om den Czaar aller Russen een veiligen doortocht te verzekeren do Or een of meer plattelandsplaats jes. ver van de groot© revolutionnaire centra in Rusland, dan kan men zich voorstellen, dat de keizer niet gaarne op reis gaat en dat Nicolaas II, wiens leven zoo bewaakt moet worden, een nerveus, in zich zelf gekeerd man is. (N. R. Ct.) phoon. een werktuig, dat in staat stelt, zeer zwakke geluiden zelfs op grooten afstand1 duidelijk te doen waarnemen en dat practisch in de gebruikelijke telefoontoestellen aangewend. Met betrekkelijk eenvoudige hulp middelen kan men zelf een micro- phoon samenstellen. Alleen moet men in het bezit zijn van een telefoon en een element. Men neemt twee even- groote plankjes van ongeveer 7 maal 3 cM. afmeting. Bij een werktuig kundige schaft men zich twee gas koolstaven aan, ieder 3 cM. lang en twee stukken koperdraad van 15 cM. lengte. De beide koperdraden windt men ieder eenige malen om. één van de uiteinden der beide koolstaafjes. Aan het resteerende gedeelte van den koperdraad, die om het eene kool staafje is gewikkeld, brens-f men, door hem om een potlood te winden, 4 5 spiraalkronkelingen aan, ech ter zoodanig, dat boven de spiralen, nog een klein stukje ongebogen draad uitsteekt, liet andere koolstaafje wordt nu horizontaal op ongeveer 2 cM. afstand van de 3 cM. breede onderzijdte van één der plankjes be vestigd. Dit geschiedt door in het plankje twee gaten te boren, waar door men om het koolstaafje gewon den garendraden trekt, die dan aan de achterzijde van beifc plankje be vestigd worden. Aan die bovenzijde van het plankje maakt men in het midden eene gleuf, waarin men net niet gebogen uiteinde van den om de andere koolstaaf gewonden koper draad bevestigt. Deze koolstaaf zal de op het plankje bevestiigde staaf zacht aanraken. Hef, aldus toebereide plankje wordt vervolgens loodrecht op liet midden van het tweede plank je gelijmd,, zoodat het apparaat den vorm van een omgekeerde Latijnsche T. verkrijgt. Aan de onderzijde van het horizontale plankje worden twee dunne gummi-buizen, ieder ter leng te van 3 cM„ bevestigd. Het appa raat is dan gereed. Aan het opstaande uiteinde van den spiraaldraad1 wordt nu met een klemschroefje een geleiddraad ver bonden., dien men aan de eene pool van het element verbindt. De andere pool verbindt men met de ééne klem- schroef aan de telefoon en de tweede klem schroef van de telefoon door middel van een even langen geleid- draad rnet de horizontaal bevestigde koolstaaf. Het apparaat (microfoon) stelt men op de tafel naast het ele ment op. Wordt nu zacht met den vinger op het horizontale plankje van. de microfoon getikt, of ook wel op de tafel geklopt, dan zal he;t ver ticaal afhangende koolstaafje natuur lijk in trilling geraken en het hori zontale koolstaafje minder of sterker aanraken. De kracht van d'en door het kolencontract gaanden stroom van het element wisselt door de in tredende weerstandsveranderingen. Tengevolge daarvan zal ook de te lefoon-magneet, waar de stroom om heen loopt, meer of minder versterkt worden, zoodat ook het ijzeren plaat je in de telefoon in trilling geraaKt. Het geluid, dat deze trillingen ver oorzaken is duidelijk waarneembaar. Legt men op het horizontale plankje van de microfoon een horloge, dan kan men het tikken daarvan duide lijk in de telefoon waarnemen. Het apparaat is zoo gevoelig, dat het ge tik. in de telefoon zelfs valt waar te nemen, wanneer een vlieg over het horizontale plankje van de microfoon loopt. staande glas brengt men een laag bruis poeder, een mengsel van gelijke deelen wijnsteenzuur en dubbel koolzure soda. In beide glazen bevestigt men aan den rand door middel van' een ijzerdraad een brandende kaars. Nu wordt op het bruispoeder water gegoiten. Daardoor ontwikkelt zich koolzuur, dat de lucht uit glas A. verdrijft en de kaars, die daarin bevestigd is, uitdooft. Toch is het mogelijk, vondanks de koolzuur-ont- wiktoeling, de kaars in glas A. te doen blijven branden. Daartoe brengt men het ééne uiteinde van een gutta percha buis in glas A tot even boven den bo dem daaTvan, zuigt vervolgens aan het andere uiteinde en plaatst dit in glas B Het gevormde koolzuur zal dan vóór het de kaars in glas A bereikt door de buis in glas B overgeheveld worden en de daarin brandende kaars uitdooven. De Microphoon. Een dei- merkwaardigste uitvindin gen van den laats ten tijd is de micro-1 ging. Het overhevelen van vloei stoffen en gassen. Zet men een glas met water op een verhoogde plaats, dan kan men daaruit door middel van een buis het water in een lager geplaatst glas overhevelen, wanneer de buis eerst vol water gezo gen wordt en men zorgt, dat het uil einde van de buis in het lager staande glas ook lager gelegen is, dan het uit einde van de buis in het hoogerstaande glas. Minder bekend is 't echter, dat men op dezelfde wijze ook gassen uit het eene in 't andere kan overhevelen. Men kan dit door middel van de volgende in teressante proef duidelijk maken Men neemt twee wijde glazen, zooals die in onze figuur zijn afgebeeld en plaatst het ééne daarvan op een verhoo- Op den bodem van het hooger Mevrouw Betje, je moet 't brood niet aanpakken met vuile banden MeidOch, mevrouw, dat hindert nieit't is toch bruinbrood. DUIDELIJK. De kolonel (tot zijn adjudant)Er zit niets in het heeie regiment en. dat moet er uit 1 MACHT DER GEWOONTE BedelaarO, helpt mij, dokeer Ik heb vier kleine kinderen. Dokter Laat mij de tong maar eens zien, TE VEEL VERLANGD. Iemand komt 's avonds wat laat thuis. Daarover onderhoud hem zijn vrouw op vrij luidruchtige wijze, en daar hij tegenspreekt, ontstaat een duchtige woordentwist. Over dit nachtelijk schandaal zeer ontevreden, komt zijn benedenbuur naar hoven en zegt Mijnheer, ik verzoek rust. Het spijt mij. mijnheer, zegt de andere, maar die kan ik u niet geven, want ik heb ze zelf niet. BakvischjeZal ik nu eens iets droevigs zingen? HeerOch neen u zingt zoo al be droevend genoeg A. Ik feliciteer je met je engage ment. Wat zei de vader wel, toen je om de hand van zijn dochter vroeg? B. Hij zeiNeem haar en maak m;ij gelukkig Kleine Frits toont zich op de wandeling uiterst bang voor een drift koeien, Malle jongen zegt zijn vader, en je eet er eiken middag van Niet van deze. snikt Frits. Die zijn nog niet gaar genoeg ONDER VRIENDINNEN. BettyWat zou j!ij doen, als je in mijn schoenen stond? NettyWel mij dünkt, ik zou er mee naar den schoenmaker gaan en hem verzoeken ze belangrijk kleiner te maken. SOLIED GOED. Winkellier (in gemaakte kleeren le gen iemand, dien hij een jas aan past) Maar man, je moet niet zoo diép ademhalen, denk je dat die jas van ijzer is? Kijk, Emma, daar heb je het portret van mijn verloofde. Laat eens zien. Maar meid, die ziet er heel verstandig uit 1 CollectantZoudtt u niet een be drag aan ons fonds willen afstaan mijnheer Guldemond AdvocaatHeb u 't al aan Van Brummen gevraagd CollectantNeen. AdvocaatDan is mijn advies, ga naar Van Brummen. Je krijgt zeker een belangrijke gift van hem. CollectantMaar uzelf mijnheer AdvocaatO, ik zie je komaan, ik zal je niets berekenen voor mjijn advies om naar Van Brumnuen te gaan. Goeden morgen In een spiriüstenzitüng, vraagt één der gasten het medium, hem den geest van zijn gestorven vriend op te kloppen. Het medium wiil er gehoor aan geven doch trots alle moeite ge lukt het niet, den gewenschten geest op te wekken. Genoemd© gast drukl hierover zijn bevreemding uit, en zegt, dat in een andere spiritistenzit ting zijn vriend direct was ver schenen. Wat was uw vriend? vroeg een ander. Oberkellner, is het antwoord. Toen heeft men do vorige keer zeker vergeten hem een fooi te geven daarom komt hij deze keer niet Cipier (tot ter dood' veroordeelde) Nu zullen ze je' wel spoedig vragen of je nog een laatsten. wensch hebt, en in dat geval zal' je me genoegen doen met voor mij een kleine trakte ment®-verhooging te w.enschen. Mina, ik heb gemerkt, d'at je Zondag met mijn hoed en japon bent uitgeweestdat vind ik erg brutaal Wel nou nog schoonderen laatst met het bal masqué is u er wel met mijn japon naar toe gegaan! Student: Wat.'je durft me de reke ning te sturen? Dat 's een beleedi- ging, een onbeschaamdheid 1 Kleermaker Neem me niet kwalijk mijnheer, 't is een beleefdheid van onzen nieuwen boekhouder. Hij heeft u gerangschikt onder de menschen, die betalen Kleine meid staat eenzaam, op den hoek eener straat. Bezorgde dame gaat naar haar toe. Wat doe je daar, kleine? Ik weet niet den weg naar huis. En hoe heet je? Kleine peuter: snoes lekker dier! De volgende eenigszins zonderlinge aankondiging was onigngs in een blad te lezen A. s. Dinsdagavond hoopt de heer Peperman te spreken over de nadee- len van den "STcohol. De lezing zal wel interessant zijn, daar de heer P. steeds vol' is van zijn onderwerp. Grootvader(bij het zien van zijn eerste kleinkind) Wel, dat is een heel flink kind, in aanmerking geno men Jonge moeder (gekwetst)Ja, in aanmerking genomen wat voor groot vader hij heeft! Blanche Heeft ze Henri wat aan gemoedigd MargarethaJa, ze zei, dat ze er niets tegen had zoo een man meer geld had dan hersens. KLEINE WENK. Gids (vreemdelingen een kasteel rondleidend)Dit hier is de fooienbus! Deze ia uit de 16e eeuw wordt ech ter nu nog gebruikt I z DB ZATBBD AG AVOND. De onderwijzeres spreekt in de fonograaf. Hij breekt zijn hoofd, wanithij wil en zal vanmiddag knikkeren. Had! hij er maar ééntjeen dan schieten.niet met Wim of met Klaas, die kennen het zoo erg goed. dan verliest hij soms zijn eigen, maai- met Frits of Frans, daarvan wint hij altijd, dan heeft hij er weer een heeleboel en dan nog ééns pro beer en, of hij 'tnu ook niet van Wim kan winnen. Wat een knikker, tol en voetbal- philosofie gaat er al niet door dat hardeondeugende jongenshoofd. Mijn hart springt op van moeder trots, als ik dat stoppelige hoofdje met die onverschillige pet. waaruit van achteren altijd een stukje voe ring komt kijken wegens de zacht zinnige behandeling van den eige naar gebogen zie over de eindelijk verworven, onaanzienlijke kleibal- letjes. Hoe leeft hij mijn jongen Kijk hoe die stevige, in-vuile hand de knikker omklemd houdt, hij heeft zij,n richting genomen en kets!raak is het. Wat glimmen d'e schitteroogjes bo ven de roode wangen. Hij leeft zijn leven! Waarop hen ik toch zoo trotsch? Is er iets verdienstelijks in? Welneen, hij; volgt zijn natuur, ilc zou haast zeggen, hij doet dit alles onbewust, maar juist dat bevalt mij zoo. Hij is zoo heerlijk onbedor ven. Maar hélaas soms maak ik mij zoo ongerust, dat die gezegende toe stand in onze Haarlemsche samenle ving maar zoo heel kort duren kan. Moeder, weet u, wat ik zoo raar vind? Wat dan, vent? In de speelgoedwinkels liggen voor de ramen ballen en je mag er niet mee spelen, vliegers en je mag ze niet oplaten, vuurwerk en je mag het niet afsteken, tollen en je mag er niet me© op stoepen spelen, pijl en boog en je mag er niet mee schie ten en nu heb ik gehoord, dat je ook eigenlijk niet knikkeren mag. En ikik kan niet anders dan mijn. jongen gelijk geven. En ik vraag mij met schrik af, hoe jongens, die geen oude manne tjes, maar echte jongens met jongens achtige verlangens zijn. hoe zij dat blijven kunnen zonder onophoudelijk met het politietoezicht in hotsing te komen. Te veel verbieden is de gelegenheid tot kwaad doen openstellen. Om die reden zou ik bijna wen- schen dat de moeders wat in de ge meentelijke zaken te- zeggen hadden. Zij weten nog veel beter dan de vaders, hoe er hier behoefte is aan gelegenheid tot spel voor de jongens, die ongereglementeerd wenschen te spelen naar hartelust. HUISHOUDELIJKE WENKEN. I. Bloemvazen kunnen gemakkelijk schoon- ,en helden gemaakt worden, door ze met warm- water en wat fijn houtskool om te spoelen. II. Om versch brood gemaikkelijk te snijden, moet men eerst het mes in warm water steken en het snijden gaat veel gemakkelijker. Papagaai en Fonograaf. (Bij de platen.) In Philadelphia, in de Vereenigdc Staten, werd. onlangs door een onder nemende dame een curieuze school gesticht. Een school n.l. om papegaa ien naar de nieuwste methode spre ken te leeren. -De dame in. quaestie, die 'tal ja ren op de oude manier had gedaan, was over de vorderingen harer leer lingen ondanks alle inspanning maar matig tevree. want het om een- hoek van de deur staande tel kens herhalen van een woord of zin was even vermoeiend a.ls succèsloos. Thans echter heeft Edison's fono graaf daarin verandering en verbe tering gebracht, want deze heeft een geduld,waarbij d.e geduldigste menscli een driftkop lijkt, terwijl de uit spraak uitte-raard niets verandert. Ook de snelheid van aanleeren is veel grooter, al duurt het toch nog een maand of zes, vóór den vogel een flink repertoire ingepompt" is. Een cursus van zes maanden aan de papegaaienschool kost f 100, en daar de dame gewoonlijk een twin tigtal leerlingen heelt, buiten dege nen, die ze voor eigen rekening, grootbrengt, en di-e haar clan 250 tot f 400 opbrengen, vindt ze in net zaakje een ruim bestaan. Een bezoek aan de sch-ool moet zeer interessant zijn, vooral om de nauwgezette wijze, waarop de vogeis de hun voorgezegde woorden trach ten na te spreken. Naar aanleiding van liet artikel over liet al of niet wensclielyko van tabakpruimen in de werkplaats, zendt men ons een duitsclie courant, waarin een stuk over loodvergiftiging voor komt, wat ons wel de moeite waard leek voor onze lezers te vertalen. „Het zal menigen belangstellenden lezer genoegen doen, te vernemen, dat de loodvergiftiging of loodkoliek, hoe wel dan ook niet volkomen genezen, dan toch in hare uitwerking tot een minimum beperkt kan worden. Ik heb de gevolgen van deze ellendige ziekte gedurende een geheel jaar zelf ver dragen en het navolgende moge voor lotgenooten een wenk voor consequente zélf behandeling en genezing zijn. In het jaar 1894 nam de loodkoliek bij mij een aanvang, wel te verstaan, zonder dat ik het wist. Zij was ken baar door pijnlijkheid en drukking aan den ingang van den maag. Bii het eten had ik steeds liet gevoel alsof de spijzen hoven in den slok darm bleven steken, zoodat het mij eenvoudig onmogelijk was om by de regelmatige maaltijden ook maar een even voldoende hoeveelheid voedsel tot mij te nemen. Het was een toe stand van voortdurende honger, die maar niet kon worden gestild. Ik dacht aan een op de een of andere wijze bedorven maag, die zich hij mijn jonge en gezonde natuur, zoo hoopte ik, wel van zelf in orde komen zou en liet daarom ook na een dokter te consulteeren. Negen maanden lang verdroeg ik dit iyden, tot het mij op zekeren dag donker voor de oogen werd. De nu geconsulteerde arts constateerde, hoe wel eerst na het tweede onderzoek, een hoog ontwikkelde loodrand aan het tandvleesch en infectie door lood in den maag. Zoolang ik nu by zit tende levenswijze onder behandeling bleef, bemerkte ik totaal niets meer van do werking der vergiftiging. Nauwelijks echter had ik mijn werk zaamheden weer begonnen, daar deden zich opnieuw dezelfde verschijnselen voor en ik had het treurige vooruit zicht hij de „looden soldaten" inge lijfd te worden. Op een goeden dag viel mijn oog in eene oude courant op het woord „loodvergiftiging". Ik las verder en kwam te weten dat leembakkcrijen hunne met loodhoudende lasuurverven werkende arbeiders regelmatig melk verschaften als bescherming tegen de loodvergiftiging. Nu. melk had mij altijd erg tegen gestaan. Maar in den nood leert men bidden en ik was on- middelijk er toe besloten om melk te drinken al kostte het my mijn leven. In mijn landelijk onderhuis stond my melk in overvloed ter dispositie en ik ondervond de onuitsprekelijke vreugde reeds na enkele weken alle moeielyk- heden te zien verdwijnen, hoewel ik mijne gewone werkzaamheden geen dag meer verzuimd had. Nadat ik mij lichamelijk geheel had hersteld en mij volkomen frisch ge voelde, dacht ik weder tot mijne ge wone levenswijze te kunnen terug- keeren. Doch nu kwam ik tot eene verrassende ontdekking. Nauwelijks was ik namelijk weer begonnen mijn koffie met melk te drinken, of de krampachtige koliekaanvallen kwamen weer terug. Kort besloten gaf ik de Lorre luistert. dan zal ik u alles vertellen. In ieder geval heb ik u toch niet ge dood. en als u nu daarover zwijgt, dan zal ik spreken. Jo vraagt veel I xuep Vinei uit, maai- hij weigerde niet. Zoo snel als hjij kon bracht hij aan Gilbert het voorstel van Ucelli over, en zei, dat hij van plan was er op in te gaan. Misschien zal het u verwonde ren. zei hij tot Gilbert, djie inderdaad verbaasd was, maar ik zal u den re den zeggen ik doe het ter wille van u. Als Ucelli een volledige bekentenis doet, dan zal u alles hooren, wat u w\anscht te weten. Natuurlijk, zou ik wel willen, dat Uceilli gestraft werd voor zijn aanslag op mijn leven, maar ik wil dat voorbij zien. Door zoo te handelen, vervul ik een plicht van dankbaarheid jegens u, omdat uden Minister van Justitie en mlij de gele genheid heeft gegeven Ucelli te be schuldigen. Ik weet zeker, dat ik zoo handel in den geest van zijn Excel lentie Signor Fava. Dat is fltnk van. u zei Gilbert met warmte, om terwille van de goe de zaak persoonlijken wraak te laten rusten. De Italiaan boog en glimlachte ge- streelt. Nu wendde hiij zich tot den Syndicus, die de tw&e airderen tij dens hun gesprek voortdurend had gadegeslagen als om te weten te ko men, wat er tusschen hen verhandeld werd. Ik ga op je voorstel in. zei hij to,t Ucelli. Ik zal geen persoonlijke beschuldiging legen je indienen. Gij van uw kant moet mij alles, absoluut alles vertellen. Ja, Excellentie, absoluut aJJes, hernam d© Syndicus, terwijl eir weel een blos van hoop op zijn kaken ver scheen. Met uw verlof, zal ik Fransch spreken, hetgeen u heiden zeker ver staat. Ga je gang, zei Signor Vinei. Ik moet ongeveer vier of vijf jaar teruggaan. Toen kwam Silwoodvoor 't eerst in Camajore. H'ij bleef daar verscheidene wieken, en werd toen zeer bevriend miet mij, zei Ucelli hij bracht hier vele avonden door om te schaken, een spel, waar ik dol op ben. Toen zijn vacantie voorbij was. ging hij weer terug naar Engeland. Ik zag hem niet weer tot 1.1. Juli. Ik verbaasde mij over zijn komst hier, toen overal cholera was, maag hij voerde wat in zijn schild, en dat dwong hem zich aan dat gevaar bloot te stellen. Hier zweeg de Syndicus even, als om zijn gedachten te verzamelen. Kwam hij weer bij je? vroeg Vinei. Hélaas, 'al Hij kwam bij mij hij verleidde me en ik gaf toe. Voor een som ge'ds s'emdc ik er in toe hem in zijn plannen te helpen. Ik wist, dat ik iéts misdadigs deed, maar de som, die hij mij aanbood bracht mijn geweten tot zwijgen, vervolgd© Ucel li. Ik ben een arm man, en de ver leiding waa mij te sterk. Hoeveel bood hij je aan? vroeg Vinei. Vijftig duizend liras, antwoord de Ucelli. Stel u zoo'n verleiding voor voor een arm man zooals ik ben, Excellentie. Vijftig duizend liras, riep de Gedeputeerde uit. Dat is veel geld. Vijftig duizend liras, dacht Gil bert hoeveel is dat in Engelsch geld? Vlug rekende hij uit, dat het onge veer 2000 pond was. Waar haalde Silwood dat geld vandaan? vroeg hij zich af. Ja, hij bood mij vijftig duizend liras aan. herhaalde de Syndicus, en ik liet mij als een gek door bet aas verlokken. Maar ik gaf niet dadelijk toe. Ik wist, dat het uitvoeren van zijn. voorstel uiterst gevaarlijk was maar hij stelde mij gerust door te verklaren, dat bot onmogelijk was, dat liet uit zou komen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 7