Loodvergiftiging1.
I U.0SITG3JOQA ULIZ Liq «IBUöAö liq -fM"
DB ZATBRDAG AVON D.
2o. In de boven omschreven ge
bouwen mag na het onderzoek geen
vreemde, niet tot het gezin van den
eigenaar hehoorende persoon vertoe
ven tot op het oogenblik. dat de
bijzondere veiligheidsmaatregelen zijn
opgeheven.
3o. Vier en twintig uur vóór de
doorreis worden in elk huis. dat zich
langs den weg bevindt, twee politie
agenten geplaatst, die hebben te wa
ken, dat geen vreemde huis of hof
betreedt.
4o. Vier uur voor den doortocht
worden achter alle aan den weg lig
gende huizen politieagenten. veld
wachters of soldaten naar behoefte
opgesteld. Deze hebben toe te zien,
dat niemand den weg betreedt, waar
langs de keizerlijke reis gaat.
5o. Alle op straat uitziende ven
sters of openingen moeten met plan
ken worden toegemaakt.
60. De politie en dorpsoverheid
moeten op alie in de dorpen wonende
personen en op alles wat in de dor
pen voorvalt streng het oog houden.
Acht-en-veertig uur vóór de doorreis
des Keizers moet het dorp van alle
onbekend© personen gezuiverd wor
den.
7o. Op den dag der keizerlijke door
reis moeten in de langs den, weg lig
gende dorpen alle honden aan de ket
ting gelegd en alle vee opgesloten
worden.
Het sl.uk is onderteekend door den
gouverneur, luitenant-generaal Unter-
berger.
Thans document no. 2, dat méér in
't bijzonder aangeeft wat de bevol
king persoonlijk moet en mag doen
bij de blijde inkomste van „vadertje'.
Het luidt aldus
„Bevel aan de bewoners der dorpen
aan den door den keizer te volgen
weg van Arzamas naar de kloosters
Sarowo en1 Diveco en terug".
1. D© bewoners van elk dorp, waai'
de keizer door zal komen, verzamelen
zich hij d© toegangspoort op het uur,
dat wordt vastgesteld door den amb
tenaar tot wiens district het betrok
ken dorp behoort en zij groepeeren
zich aan beide zijden van den weg.
2o. De oudsten des dorps de sotski
en d© desjatski controleeren dat nie
mand van de vreemdelingen, die niet
tot de bewoners van het dorp behoo-
ren, zich in de groep mengt Wan
neer desniettemin een vreemdelin;
zich er bij heeft geplaatst en ex geen
tiijd genoeg meer is om hem heele-
maal te verwijderen, dan wordt hij
achter, de groep geplaatst onder toe
zicht der politie of van betrouwbare
personen
3o. De "groepen moeten op een af
stand van 10 vadem' van de te volgen
route staan.
4o. De bewoners miogen uit elkaar
gaan met verlof van den eerstaanwe-
zenden politie-officier als de laatste
equipage uit het gezicht is.
5o. Het iis den bewoners veroor
loofd bij den ingang van het dorp
eerebogen op te richten en hun hui
zen met groen en vlaggen te ver-
Dit stuk, dat gedateerd is Nisjni-
Novgorod' 3/16 Juli 1903, is eveneens
onderteekend luiten antigen er aal Un-
terberger.
Wanneer men leest, dat zulke om
vangrijke en straffe bepalingen noo-
dig zijn om den Czaar aller Russen
een veiligen doortocht te verzekeren
do Or een of meer plattelandsplaats
jes. ver van de groot© revolutionnaire
centra in Rusland, dan kan men zich
voorstellen, dat de keizer niet gaarne
op reis gaat en dat Nicolaas II, wiens
leven zoo bewaakt moet worden, een
nerveus, in zich zelf gekeerd man is.
(N. R. Ct.)
phoon. een werktuig, dat in staat
stelt, zeer zwakke geluiden zelfs op
grooten afstand1 duidelijk te doen
waarnemen en dat practisch in de
gebruikelijke telefoontoestellen
aangewend.
Met betrekkelijk eenvoudige hulp
middelen kan men zelf een micro-
phoon samenstellen. Alleen moet men
in het bezit zijn van een telefoon en
een element. Men neemt twee even-
groote plankjes van ongeveer 7 maal
3 cM. afmeting. Bij een werktuig
kundige schaft men zich twee gas
koolstaven aan, ieder 3 cM. lang en
twee stukken koperdraad van 15 cM.
lengte. De beide koperdraden windt
men ieder eenige malen om. één van
de uiteinden der beide koolstaafjes.
Aan het resteerende gedeelte van den
koperdraad, die om het eene kool
staafje is gewikkeld, brens-f men,
door hem om een potlood te winden,
4 5 spiraalkronkelingen aan, ech
ter zoodanig, dat boven de spiralen,
nog een klein stukje ongebogen draad
uitsteekt, liet andere koolstaafje
wordt nu horizontaal op ongeveer
2 cM. afstand van de 3 cM. breede
onderzijdte van één der plankjes be
vestigd. Dit geschiedt door in het
plankje twee gaten te boren, waar
door men om het koolstaafje gewon
den garendraden trekt, die dan aan
de achterzijde van beifc plankje be
vestigd worden. Aan die bovenzijde
van het plankje maakt men in het
midden eene gleuf, waarin men net
niet gebogen uiteinde van den om de
andere koolstaaf gewonden koper
draad bevestigt. Deze koolstaaf zal
de op het plankje bevestiigde staaf
zacht aanraken. Hef, aldus toebereide
plankje wordt vervolgens loodrecht
op liet midden van het tweede plank
je gelijmd,, zoodat het apparaat den
vorm van een omgekeerde Latijnsche
T. verkrijgt. Aan de onderzijde van
het horizontale plankje worden twee
dunne gummi-buizen, ieder ter leng
te van 3 cM„ bevestigd. Het appa
raat is dan gereed.
Aan het opstaande uiteinde van
den spiraaldraad1 wordt nu met een
klemschroefje een geleiddraad ver
bonden., dien men aan de eene pool
van het element verbindt. De andere
pool verbindt men met de ééne klem-
schroef aan de telefoon en de tweede
klem schroef van de telefoon door
middel van een even langen geleid-
draad rnet de horizontaal bevestigde
koolstaaf. Het apparaat (microfoon)
stelt men op de tafel naast het ele
ment op. Wordt nu zacht met den
vinger op het horizontale plankje
van. de microfoon getikt, of ook wel
op de tafel geklopt, dan zal he;t ver
ticaal afhangende koolstaafje natuur
lijk in trilling geraken en het hori
zontale koolstaafje minder of sterker
aanraken. De kracht van d'en door
het kolencontract gaanden stroom
van het element wisselt door de in
tredende weerstandsveranderingen.
Tengevolge daarvan zal ook de te
lefoon-magneet, waar de stroom om
heen loopt, meer of minder versterkt
worden, zoodat ook het ijzeren plaat
je in de telefoon in trilling geraaKt.
Het geluid, dat deze trillingen ver
oorzaken is duidelijk waarneembaar.
Legt men op het horizontale plankje
van de microfoon een horloge, dan
kan men het tikken daarvan duide
lijk in de telefoon waarnemen. Het
apparaat is zoo gevoelig, dat het ge
tik. in de telefoon zelfs valt waar te
nemen, wanneer een vlieg over het
horizontale plankje van de microfoon
loopt.
staande glas brengt men een laag bruis
poeder, een mengsel van gelijke deelen
wijnsteenzuur en dubbel koolzure soda.
In beide glazen bevestigt men aan den
rand door middel van' een ijzerdraad
een brandende kaars. Nu wordt op het
bruispoeder water gegoiten. Daardoor
ontwikkelt zich koolzuur, dat de lucht
uit glas A. verdrijft en de kaars, die
daarin bevestigd is, uitdooft. Toch is
het mogelijk, vondanks de koolzuur-ont-
wiktoeling, de kaars in glas A. te doen
blijven branden. Daartoe brengt men
het ééne uiteinde van een gutta percha
buis in glas A tot even boven den bo
dem daaTvan, zuigt vervolgens aan het
andere uiteinde en plaatst dit in glas B
Het gevormde koolzuur zal dan vóór het
de kaars in glas A bereikt door de buis
in glas B overgeheveld worden en de
daarin brandende kaars uitdooven.
De Microphoon.
Een dei- merkwaardigste uitvindin
gen van den laats ten tijd is de micro-1 ging.
Het overhevelen van vloei
stoffen en gassen.
Zet men een glas met water op een
verhoogde plaats, dan kan men daaruit
door middel van een buis het water in
een lager geplaatst glas overhevelen,
wanneer de buis eerst vol water gezo
gen wordt en men zorgt, dat het uil
einde van de buis in het lager staande
glas ook lager gelegen is, dan het uit
einde van de buis in het hoogerstaande
glas.
Minder bekend is 't echter, dat men
op dezelfde wijze ook gassen uit het eene
in 't andere kan overhevelen. Men kan
dit door middel van de volgende in
teressante proef duidelijk maken
Men neemt twee wijde glazen, zooals
die in onze figuur zijn afgebeeld en
plaatst het ééne daarvan op een verhoo-
Op den bodem van het hooger
Mevrouw Betje, je moet 't brood
niet aanpakken met vuile banden
MeidOch, mevrouw, dat hindert
nieit't is toch bruinbrood.
DUIDELIJK.
De kolonel (tot zijn adjudant)Er
zit niets in het heeie regiment en.
dat moet er uit 1
MACHT DER GEWOONTE
BedelaarO, helpt mij, dokeer Ik
heb vier kleine kinderen.
Dokter Laat mij de tong maar eens
zien,
TE VEEL VERLANGD.
Iemand komt 's avonds wat laat
thuis. Daarover onderhoud hem zijn
vrouw op vrij luidruchtige wijze, en
daar hij tegenspreekt, ontstaat
een duchtige woordentwist.
Over dit nachtelijk schandaal zeer
ontevreden, komt zijn benedenbuur
naar hoven en zegt
Mijnheer, ik verzoek rust.
Het spijt mij. mijnheer, zegt de
andere, maar die kan ik u niet geven,
want ik heb ze zelf niet.
BakvischjeZal ik nu eens iets
droevigs zingen?
HeerOch neen u zingt zoo al be
droevend genoeg
A. Ik feliciteer je met je engage
ment. Wat zei de vader wel, toen je
om de hand van zijn dochter vroeg?
B. Hij zeiNeem haar en maak m;ij
gelukkig
Kleine Frits toont zich op de
wandeling uiterst bang voor een drift
koeien,
Malle jongen zegt zijn vader,
en je eet er eiken middag van
Niet van deze. snikt Frits. Die
zijn nog niet gaar genoeg
ONDER VRIENDINNEN.
BettyWat zou j!ij doen, als je in
mijn schoenen stond?
NettyWel mij dünkt, ik zou er
mee naar den schoenmaker gaan en
hem verzoeken ze belangrijk kleiner
te maken.
SOLIED GOED.
Winkellier (in gemaakte kleeren le
gen iemand, dien hij een jas aan
past) Maar man, je moet niet zoo
diép ademhalen, denk je dat die jas
van ijzer is?
Kijk, Emma, daar heb je het
portret van mijn verloofde.
Laat eens zien. Maar meid, die
ziet er heel verstandig uit 1
CollectantZoudtt u niet een be
drag aan ons fonds willen afstaan
mijnheer Guldemond
AdvocaatHeb u 't al aan Van
Brummen gevraagd
CollectantNeen.
AdvocaatDan is mijn advies, ga
naar Van Brummen. Je krijgt zeker
een belangrijke gift van hem.
CollectantMaar uzelf mijnheer
AdvocaatO, ik zie je komaan,
ik zal je niets berekenen voor mjijn
advies om naar Van Brumnuen te
gaan. Goeden morgen
In een spiriüstenzitüng, vraagt één
der gasten het medium, hem den
geest van zijn gestorven vriend op te
kloppen. Het medium wiil er gehoor
aan geven doch trots alle moeite ge
lukt het niet, den gewenschten geest
op te wekken. Genoemd© gast drukl
hierover zijn bevreemding uit, en
zegt, dat in een andere spiritistenzit
ting zijn vriend direct was ver
schenen.
Wat was uw vriend? vroeg een
ander.
Oberkellner, is het antwoord.
Toen heeft men do vorige keer
zeker vergeten hem een fooi te geven
daarom komt hij deze keer niet
Cipier (tot ter dood' veroordeelde)
Nu zullen ze je' wel spoedig vragen
of je nog een laatsten. wensch hebt,
en in dat geval zal' je me genoegen
doen met voor mij een kleine trakte
ment®-verhooging te w.enschen.
Mina, ik heb gemerkt, d'at je
Zondag met mijn hoed en japon bent
uitgeweestdat vind ik erg brutaal
Wel nou nog schoonderen
laatst met het bal masqué is u er wel
met mijn japon naar toe gegaan!
Student: Wat.'je durft me de reke
ning te sturen? Dat 's een beleedi-
ging, een onbeschaamdheid 1
Kleermaker Neem me niet kwalijk
mijnheer, 't is een beleefdheid van
onzen nieuwen boekhouder. Hij heeft
u gerangschikt onder de menschen,
die betalen
Kleine meid staat eenzaam, op
den hoek eener straat. Bezorgde dame
gaat naar haar toe.
Wat doe je daar, kleine?
Ik weet niet den weg naar huis.
En hoe heet je?
Kleine peuter: snoes lekker dier!
De volgende eenigszins zonderlinge
aankondiging was onigngs in een
blad te lezen
A. s. Dinsdagavond hoopt de heer
Peperman te spreken over de nadee-
len van den "STcohol. De lezing zal
wel interessant zijn, daar de heer
P. steeds vol' is van zijn onderwerp.
Grootvader(bij het zien van zijn
eerste kleinkind) Wel, dat is een
heel flink kind, in aanmerking geno
men
Jonge moeder (gekwetst)Ja, in
aanmerking genomen wat voor groot
vader hij heeft!
Blanche Heeft ze Henri wat aan
gemoedigd
MargarethaJa, ze zei, dat ze er
niets tegen had zoo een man meer
geld had dan hersens.
KLEINE WENK.
Gids (vreemdelingen een kasteel
rondleidend)Dit hier is de fooienbus!
Deze ia uit de 16e eeuw wordt ech
ter nu nog gebruikt I
z
DB ZATBBD AG AVOND.
De onderwijzeres spreekt in de fonograaf.
Hij breekt zijn hoofd, wanithij
wil en zal vanmiddag knikkeren.
Had! hij er maar ééntjeen
dan schieten.niet met Wim of
met Klaas, die kennen het zoo erg
goed. dan verliest hij soms zijn eigen,
maai- met Frits of Frans, daarvan
wint hij altijd, dan heeft hij er weer
een heeleboel en dan nog ééns pro
beer en, of hij 'tnu ook niet van Wim
kan winnen.
Wat een knikker, tol en voetbal-
philosofie gaat er al niet door dat
hardeondeugende jongenshoofd.
Mijn hart springt op van moeder
trots, als ik dat stoppelige hoofdje
met die onverschillige pet. waaruit
van achteren altijd een stukje voe
ring komt kijken wegens de zacht
zinnige behandeling van den eige
naar gebogen zie over de eindelijk
verworven, onaanzienlijke kleibal-
letjes.
Hoe leeft hij mijn jongen
Kijk hoe die stevige, in-vuile
hand de knikker omklemd houdt, hij
heeft zij,n richting genomen en
kets!raak is het.
Wat glimmen d'e schitteroogjes bo
ven de roode wangen.
Hij leeft zijn leven!
Waarop hen ik toch zoo trotsch?
Is er iets verdienstelijks in?
Welneen, hij; volgt zijn natuur, ilc
zou haast zeggen, hij doet dit alles
onbewust, maar juist dat bevalt mij
zoo. Hij is zoo heerlijk onbedor
ven.
Maar hélaas soms maak ik mij
zoo ongerust, dat die gezegende toe
stand in onze Haarlemsche samenle
ving maar zoo heel kort duren kan.
Moeder, weet u, wat ik zoo raar
vind?
Wat dan, vent?
In de speelgoedwinkels liggen
voor de ramen ballen en je mag er
niet mee spelen, vliegers en je mag
ze niet oplaten, vuurwerk en je mag
het niet afsteken, tollen en je mag
er niet me© op stoepen spelen, pijl
en boog en je mag er niet mee schie
ten en nu heb ik gehoord, dat je ook
eigenlijk niet knikkeren mag.
En ikik kan niet anders dan
mijn. jongen gelijk geven.
En ik vraag mij met schrik af,
hoe jongens, die geen oude manne
tjes, maar echte jongens met jongens
achtige verlangens zijn. hoe zij dat
blijven kunnen zonder onophoudelijk
met het politietoezicht in hotsing te
komen.
Te veel verbieden is de gelegenheid
tot kwaad doen openstellen.
Om die reden zou ik bijna wen-
schen dat de moeders wat in de ge
meentelijke zaken te- zeggen hadden.
Zij weten nog veel beter dan de
vaders, hoe er hier behoefte is aan
gelegenheid tot spel voor de jongens,
die ongereglementeerd wenschen te
spelen naar hartelust.
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
I. Bloemvazen kunnen gemakkelijk
schoon- ,en helden gemaakt worden,
door ze met warm- water en wat fijn
houtskool om te spoelen.
II. Om versch brood gemaikkelijk
te snijden, moet men eerst het mes
in warm water steken en het snijden
gaat veel gemakkelijker.
Papagaai en Fonograaf.
(Bij de platen.)
In Philadelphia, in de Vereenigdc
Staten, werd. onlangs door een onder
nemende dame een curieuze school
gesticht. Een school n.l. om papegaa
ien naar de nieuwste methode spre
ken te leeren.
-De dame in. quaestie, die 'tal ja
ren op de oude manier had gedaan,
was over de vorderingen harer leer
lingen ondanks alle inspanning
maar matig tevree. want het om
een- hoek van de deur staande tel
kens herhalen van een woord of zin
was even vermoeiend a.ls succèsloos.
Thans echter heeft Edison's fono
graaf daarin verandering en verbe
tering gebracht, want deze heeft een
geduld,waarbij d.e geduldigste menscli
een driftkop lijkt, terwijl de uit
spraak uitte-raard niets verandert.
Ook de snelheid van aanleeren is
veel grooter, al duurt het toch nog
een maand of zes, vóór den vogel
een flink repertoire ingepompt" is.
Een cursus van zes maanden aan
de papegaaienschool kost f 100, en
daar de dame gewoonlijk een twin
tigtal leerlingen heelt, buiten dege
nen, die ze voor eigen rekening,
grootbrengt, en di-e haar clan 250
tot f 400 opbrengen, vindt ze in net
zaakje een ruim bestaan.
Een bezoek aan de sch-ool moet
zeer interessant zijn, vooral om de
nauwgezette wijze, waarop de vogeis
de hun voorgezegde woorden trach
ten na te spreken.
Naar aanleiding van liet artikel
over liet al of niet wensclielyko van
tabakpruimen in de werkplaats, zendt
men ons een duitsclie courant, waarin
een stuk over loodvergiftiging voor
komt, wat ons wel de moeite waard
leek voor onze lezers te vertalen.
„Het zal menigen belangstellenden
lezer genoegen doen, te vernemen, dat
de loodvergiftiging of loodkoliek, hoe
wel dan ook niet volkomen genezen,
dan toch in hare uitwerking tot een
minimum beperkt kan worden. Ik heb
de gevolgen van deze ellendige ziekte
gedurende een geheel jaar zelf ver
dragen en het navolgende moge voor
lotgenooten een wenk voor consequente
zélf behandeling en genezing zijn.
In het jaar 1894 nam de loodkoliek
bij mij een aanvang, wel te verstaan,
zonder dat ik het wist. Zij was ken
baar door pijnlijkheid en drukking
aan den ingang van den maag. Bii
het eten had ik steeds liet gevoel
alsof de spijzen hoven in den slok
darm bleven steken, zoodat het mij
eenvoudig onmogelijk was om by de
regelmatige maaltijden ook maar een
even voldoende hoeveelheid voedsel
tot mij te nemen. Het was een toe
stand van voortdurende honger, die
maar niet kon worden gestild. Ik
dacht aan een op de een of andere
wijze bedorven maag, die zich hij mijn
jonge en gezonde natuur, zoo hoopte
ik, wel van zelf in orde komen zou
en liet daarom ook na een dokter te
consulteeren.
Negen maanden lang verdroeg ik
dit iyden, tot het mij op zekeren dag
donker voor de oogen werd. De nu
geconsulteerde arts constateerde, hoe
wel eerst na het tweede onderzoek,
een hoog ontwikkelde loodrand aan
het tandvleesch en infectie door lood
in den maag. Zoolang ik nu by zit
tende levenswijze onder behandeling
bleef, bemerkte ik totaal niets meer
van do werking der vergiftiging.
Nauwelijks echter had ik mijn werk
zaamheden weer begonnen, daar deden
zich opnieuw dezelfde verschijnselen
voor en ik had het treurige vooruit
zicht hij de „looden soldaten" inge
lijfd te worden.
Op een goeden dag viel mijn oog
in eene oude courant op het woord
„loodvergiftiging". Ik las verder en
kwam te weten dat leembakkcrijen
hunne met loodhoudende lasuurverven
werkende arbeiders regelmatig melk
verschaften als bescherming tegen de
loodvergiftiging. Nu. melk had mij
altijd erg tegen gestaan. Maar in den
nood leert men bidden en ik was on-
middelijk er toe besloten om melk te
drinken al kostte het my mijn leven.
In mijn landelijk onderhuis stond my
melk in overvloed ter dispositie en ik
ondervond de onuitsprekelijke vreugde
reeds na enkele weken alle moeielyk-
heden te zien verdwijnen, hoewel ik
mijne gewone werkzaamheden geen
dag meer verzuimd had.
Nadat ik mij lichamelijk geheel had
hersteld en mij volkomen frisch ge
voelde, dacht ik weder tot mijne ge
wone levenswijze te kunnen terug-
keeren. Doch nu kwam ik tot eene
verrassende ontdekking. Nauwelijks
was ik namelijk weer begonnen mijn
koffie met melk te drinken, of de
krampachtige koliekaanvallen kwamen
weer terug. Kort besloten gaf ik de
Lorre luistert.
dan zal ik u alles vertellen. In
ieder geval heb ik u toch niet ge
dood. en als u nu daarover zwijgt,
dan zal ik spreken.
Jo vraagt veel I xuep Vinei uit,
maai- hij weigerde niet. Zoo snel als
hjij kon bracht hij aan Gilbert het
voorstel van Ucelli over, en zei, dat
hij van plan was er op in te gaan.
Misschien zal het u verwonde
ren. zei hij tot Gilbert, djie inderdaad
verbaasd was, maar ik zal u den re
den zeggen ik doe het ter wille van
u. Als Ucelli een volledige bekentenis
doet, dan zal u alles hooren, wat u
w\anscht te weten. Natuurlijk, zou
ik wel willen, dat Uceilli gestraft werd
voor zijn aanslag op mijn leven, maar
ik wil dat voorbij zien. Door zoo te
handelen, vervul ik een plicht van
dankbaarheid jegens u, omdat uden
Minister van Justitie en mlij de gele
genheid heeft gegeven Ucelli te be
schuldigen. Ik weet zeker, dat ik zoo
handel in den geest van zijn Excel
lentie Signor Fava.
Dat is fltnk van. u zei Gilbert
met warmte, om terwille van de goe
de zaak persoonlijken wraak te laten
rusten.
De Italiaan boog en glimlachte ge-
streelt. Nu wendde hiij zich tot den
Syndicus, die de tw&e airderen tij
dens hun gesprek voortdurend had
gadegeslagen als om te weten te ko
men, wat er tusschen hen verhandeld
werd.
Ik ga op je voorstel in. zei hij
to,t Ucelli. Ik zal geen persoonlijke
beschuldiging legen je indienen. Gij
van uw kant moet mij alles, absoluut
alles vertellen.
Ja, Excellentie, absoluut aJJes,
hernam d© Syndicus, terwijl eir weel
een blos van hoop op zijn kaken ver
scheen. Met uw verlof, zal ik Fransch
spreken, hetgeen u heiden zeker ver
staat.
Ga je gang, zei Signor Vinei.
Ik moet ongeveer vier of vijf jaar
teruggaan. Toen kwam Silwoodvoor
't eerst in Camajore. H'ij bleef daar
verscheidene wieken, en werd toen
zeer bevriend miet mij, zei Ucelli hij
bracht hier vele avonden door om te
schaken, een spel, waar ik dol op
ben. Toen zijn vacantie voorbij was.
ging hij weer terug naar Engeland.
Ik zag hem niet weer tot 1.1. Juli. Ik
verbaasde mij over zijn komst hier,
toen overal cholera was, maag hij
voerde wat in zijn schild, en dat
dwong hem zich aan dat gevaar bloot
te stellen.
Hier zweeg de Syndicus even, als
om zijn gedachten te verzamelen.
Kwam hij weer bij je? vroeg
Vinei.
Hélaas, 'al Hij kwam bij mij
hij verleidde me en ik gaf toe. Voor
een som ge'ds s'emdc ik er in toe hem
in zijn plannen te helpen. Ik wist,
dat ik iéts misdadigs deed, maar de
som, die hij mij aanbood bracht mijn
geweten tot zwijgen, vervolgd© Ucel
li. Ik ben een arm man, en de ver
leiding waa mij te sterk.
Hoeveel bood hij je aan? vroeg
Vinei.
Vijftig duizend liras, antwoord
de Ucelli. Stel u zoo'n verleiding voor
voor een arm man zooals ik ben,
Excellentie.
Vijftig duizend liras, riep de
Gedeputeerde uit. Dat is veel geld.
Vijftig duizend liras, dacht Gil
bert hoeveel is dat in Engelsch geld?
Vlug rekende hij uit, dat het onge
veer 2000 pond was.
Waar haalde Silwood dat geld
vandaan? vroeg hij zich af.
Ja, hij bood mij vijftig duizend
liras aan. herhaalde de Syndicus, en
ik liet mij als een gek door bet aas
verlokken. Maar ik gaf niet dadelijk
toe. Ik wist, dat het uitvoeren van
zijn. voorstel uiterst gevaarlijk was
maar hij stelde mij gerust door te
verklaren, dat bot onmogelijk was,
dat liet uit zou komen.
(Wordt vervolgd.)