NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. [en Reeks van Cijfers. Een Stadgenoot Vermoord. Prov. Staten van Noord-Holland. In Zorg en Druk. 21e Jaargang. No. 6241 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen. WOENSDAG 4 NOVEMBER 1903. HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1,20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland„1-65 Afzonderlijke nummersn 0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037% de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Mont mar tre. Haarlem's Dagblad van 4 Nov. ierat o. a. Een reeks van Cyfers, Bnitenl. irerzicht, Prov. Staten, Staten- leneraal, Binnenlandsche, Sport- in Stadsberichten. Het is eigenlijk een beetje dwaas, q dezen tijd van de Rijkspostspaar bank te spreken. Precies alsof men jj preekt van Nederlandsche Werkelijke schuld I Wat een geldbelegging I Drie «reent, drie en een half en dat in een ijd waarin de prolongatierente staat 5 of hooger. Er wordt om geglim- I acht, zooals om een oude tante, die y heel braaf en deugdzaam en solide •siti maar toch eigenlijk vreeselijkouder- uu jetsch. Onze tijd is de tijd van hooge ividenden. Praat me van den goud egen van de Deli-Maatschappij lis waar, daarvan zijn de aandeelen a vaste handen, maar er zijn nog wel cd ere instellingen die mooie rente reven, banken vooral, instellingen die en geldhandel drijven. Het eenige be- iraar van deze stichtingen is, dat zij Wo nu en dan als kaartenhuizen in raar vallen en niet alleen het mooie vidend, maar ook het kapitaal zelf ider de overblijfselen begraven raakt. De Nederl. Werkelijke Schuld mag cderwetsch zijn, instorten doet ze oorloopig nog niet, en de Rijkspost- paarbank evenmin. Ze geven lage nte, maar die géven ze dan ook iker. En er schijnt waarlijk nog een van 't publiek te wezen, dat liever zijn geld heenbrengt dan aar de Amerik'aansche sporen of naar bank van Jan of Piet. Althans de recteur van de Rijkspostspaarbank, heer Armand Sassen, die ons elk een deftig vierkant boek over- mdigt met plaatsnamen en cijfers statistische berekeningen die de vone sterveling zoo allemaal niet ilgen kan, heelt ieder jaar voor uit ing van zijn instelling te vermelden. Wie op een regenachtigen Zondag- 'dag eens wil gaan uitrekenen, of toeneming van gestorte gelden ooter is in Lutjebroek dan wel in eespercarspel, kan het opgemelde ftige boek wel eens van mij te leen ijgen. Ons interesseert, vermoed ik, leen Haarlem en Omstreken en daar- heb ik de cijfers uit de drie laat- jaarverslagen opgediept en deel ze irbij mee. letsaldo, dat Haarlem's ingezetenen Q 't einde van het jaar 1899 van de st8paarbank te vorderen hadden,was .167.500.9o5. Het volgende jaar, op Dec. 1900, was dit cijfer met bijna 9,000 geklommen en beliep toen na- flqk ƒ1.196.630.99. Einde 1901 nam cijfer op eens een grooten sprong omstreeks ƒ80.000 en kwam dus ƒ1.276.525,66, maar deze vermeer- ring was nog gering, vergeleken bij n vooruitgang in 1902, toen het i Ido kwam op 1.425.798,545 en dus a vermeerdering viel te constateeren meer dan 149.000. atuurlijkmag deze stijginggedeelte- )i worden toegeschreven aan de ver- erdering van de bevolking, maar in II en 1902 zijn klaarblijkelijk ook g andere factoren in het spel ge- est. Ik vermoed, dat het besef meer 5te idd: er bi en meer doordringt van de noodzake lijkheid van het sparen voor den kwa den dag. Het is toch wel eigenaardig, dat deze zelfde stijging bijna overal valt waar te nemen in de dorpen om ons heen. IJmuiden, dat in den volks mond veel meer bekend staat als een j gemeente waar men het geld uitgeeft, dan waar men het overhoudt, wijst in de vier laatste jaren voortdurende stijging van het saldo aan. In ronde cijfers was dit: ƒ88.000 ruim einde 1899, een jaar later ruim ƒ99.000, ein de 1901 ruim ƒ117.000, einde 1902 meer dan ƒ138.000. Een toeneming dus van 60 procent in den tijd van 4 jaar. Na IJmuiden komt Beverwijk met de hoogste cijfers. Daar vinden we einde 1899 een saldo te goed van ƒ58.000 ruim, dat in 1900 klimt met slechts ƒ1000, in 1901 met ruim ƒ63000 en in 1902 tot bijkans 65100 is aan gegroeid. Hier is in vier jaar de toe neming dus maar 12 procent, waaruit men zou kunnen afleiden, dat de toe neming van de welvaart daar minder is, dan in IJmuiden. Intusschen dient, zooals ik zei. met de toeneming der bevolking rekening te worden gehou den. Een eigenaardig verschijnsel heeft zich te Bloemendaal voorgedaan. Daar waren de cijfers van 1899, 1900 en 1901 resp. ruim ƒ52.000, ƒ50.000 en bijna ƒ52.000, een inzakking derhalve in 1900 en een herstel in 1901. Het jaar 1902 sluit er evenwel met een saldo van ruim ƒ57.000 en het ver dient de aandacht, dat juist in dat jaar Bloemendaal voor de Rijkspost spaarbank ophield een bijkantoor van Haarlem te zijn. Bedenkelijker zijn dan ook de cijfers van Haarlem mermeer. Zij stijgen eerst van ƒ31.000 op ƒ39.000, daarna op 48.000 en val len dan in 1902 op ƒ42.000 terug. De berichten van den toestand in die streek uit de laatste maanden zijn niet zóó, dat einde 1903 een nieuwe stijging kan worden verwacht. Wil men nog meer cijfers Ik geef hier een staatje 1899. 1900 Heemstede ƒ46.657.965 Bennebroek 44.747.565 O verveen 28.969.915 55.920.12 53.392.935 30.800.605 Zandvoort „'43.777.975 „51.436.09s 1901 <£9@gB 1902 Heemstede ƒ57.405.145 ƒ57.116.65 Bennebroek 59.550.04s 64.200.365 Overveen 34.685.58 37.505.90 Zandvoort 52.344.015 53.223.435 Een pluimpje aan de spaarders van Bennebroek, dat einde 1902 bijna Be verwijk heeft ingehaald. Heemstede ging van 1901 op 1902 iets achteruit, dej anderen hadden een gestadige toe neming. Wanneer we evenwel nagaan, dat de negen kantoren hier genoemd, op 31 Dec. 1902 een millioen negen honderd een en veertig duizend, vier honderd en veertig gulden, 21 en een halven cent aan de inleggers ver schuldigd waren, dan hebben we meteen de troostvolle zekerheid, dat nog niet iedereen jaagt naar hooge dividenden. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Nu is het in het VERRE OOSTEN de beurt van China om angstig voor Rusla/nd te zijn en wel naar aanlei ding van het bezetten van Moekden door de Russen, waarvan wij melding maakten. Reuter'^ correspondent meldt daar omtrent het volgende, waarbij men echter in het oog dient te houden, dat Reuter zijn hoofdkantoor in Londen heeft en zeer onder Engelschen in vloed staat De Chineesche Regeering is zeer verontrust over het opnieuw bezet ten van Moekden door de Russen en heeft de bevriende gezantschappen, om raad gevraagd. Volgens bij de re geering ontvangen berichten, bezetten Donderdag 1500 Ruissische soldaten het ambtsgebouw, sloten de deuren en verdreven de Chineesche ambte naren. In en om Moekden beivinden Z)ich tusschen de tien- en twintigdui zend Chineezende Chineesche be velhebbers in Mantsjoerije hebben echter bevelen,* om zich op geenerlei manier tegen de Russsche regeering te verzetten en alles te doen, om bot singen te vermijden. De omstandigheden die tot het op nieuw bezetten van Moekden leidden, waren de volgendeDe Russen ge bruikten een berucht roover als aan voerder van de ongeregelde politie- troepen, die zij in Mantsjoerije vor men. De Chineezen hadden herhaal delijk verlangd dat deze aan hen zou uitgeleverd wordtem. Kontgeleden vol deden de Russen aan dit verlangen. De roover werd door een Chineesch officier, zonder voorafgaand gerech telijk onderzoek, onthoofd. Daarop verlangden de Russen dat deze officier binnen vijf dagen ter dood zou ge bracht wordenanders zouden zij Moekden bezetten. Het Chineesche ministerie van Buitenlandsche zaken bood aan, den officier te verbannen en voerde nog onderhandelingen met den Russiischen gezant toen het be richt kwam, dat de bedreiging ui;- gevoerd en Moekden bezet was .""Naar men zegt, hadden de Chineezen den door de Russen gestelden termijn misverstaan en gemeend, dat die pas Zaterdag venstreek. We wezen er gisteren op hoe on betrouwbare bondgenoot Engelandis. Dat wordt nader bevestigd door een bericht van de Londensche Sunday Special", die zegt Lord Lansdowne en Delcassé waren in Juli overeengekomen, een eventu- eelen óoiiog in Oost-Azië tot zijn ter rein te beperken. Deze afspraak kon echter hierdoor verijdeld worden dat China in zulk een oorlog voor Rus land of voor Japan partij koos. Dan zou in het eene geval Engeland, in het andere geval Frankrijk hulp aan zijn bondgenoot verschuldigd zijn ge weest en Duitschland en de Vereenig- de Staten zouden uit zulk een toe stand geweldig profijt hebben getrok ken. Het hoofddoel van het onder houd tusschen Lamsdorff en Delcassé is geweest, zoo iets te verhinderen en er is reden om aan te nemen, dat zij het eens zijn géwordén. Men ver trouwt daarbij op Engeland s invloed in Japan. Engeland moet dit landden raad gegeven hebben, zich in Mant sjoerije in bet onvermijdelijke te schikken en zich tevreden te stellen met een sfeer van invloed' op Korea. Een tegemoetkoming van Russische zijde tegenover Japan kan worden ge zien in het bericht dat de Russen zich uit Jougampho terugtrekken en het fort aldaar ontmantelen. Zij lieten slechts een kleine wacht achter. Op het BALKAN-SCHIEREILAND begint nu tegen het naderen van den winter de rust weer te keeren. Dat dit van de zijde van Bulgarije slechts gedwongen fraaiigheid is, kan blijken uit een onderhoud, dat eeu correspondent van Reuter had met Tsokof, den nieuwen Bulgaarschen diplomatieken agent te Londen. Deze zeide. dat er hoegenaamd geen verbetering was gekomen in den toestand van Macedonië. Hij ge loofde niet, dat het nieuwe hervor mingsplan rust zou brengen. daar aan het hoofd van Macedonië een Turksch onderdaan blijft, die, niet tegenstaande hij twee Europeesche adjuncten heeft, nog steeds zijn beve len rechtstreeks van de Porte ont ving ook was een bezwaar dat geen voorziening was gemaakt voor het verleenen van amnestie. Wegens de nadering van den win ter geven de opstandelingen tijdelijk hun wapens over. maar het Bulgaar- sche volk kan den tegenwoordigen toestand niet langer dulden en, of schoon het wel weet hoe noodlottig een oorlog zou kunnen wezen, zal het gedwongen zijn, zijn toevlucht tot de wapenen te nemen. Zelfs als Bulgarije de nederlaag lijdt, zou dit beter zijn dan de tegenwoordige eco nomische crisis, veroorzaakt door de noodzakelijkheid om 160,000 Macedo nische vluchtelingen in Bulgarije te onderhouden en door den volslagen stilstand van den handel. Van begin af aan is duidelijk ge weest. dat Bulgariie oorlog wilde uitlokken, liefst tusschen andere mo gendheden en Turkije; allicht zou het iets winnen bij een verdrijving der Turken uit Europa of een onaf hankelijkheid-verklaren van Macedo nië. In 't voorjaar kunnen wij dus van die zijde hetzelfde spelletje weer verwachten. Men is te PARIJS nog niet geheel tot rust gekomen na de vechtpartijen in en bij de arbeids beurs. Er zijn nu twee protestverga deringen gehouden, belegd door het uitvoerend comité van het arbeiders syndicaat dér Seine, om verzet aan te teekenen tegen de plaatsingsbureau's en tegen de jongste overrompeling van de arbeidsbeurs door de politie. In beide vergaderingen was het ge- boor zeer talrijk en voerden despre kers heftige taal. Er zijn uitgebreide orde-maatregelen genomen ini den omtrek van de vergaderzalen, maar tot dusver is er mets ernstigs ge beurd. Praatjes, te Parijs in omloop over een aanstaand aftreden van den minister-president Combes, kunnen we voorloopig als te vaag nog laten rusten. Stadsnieuws. Haarlem, 3 November. Kindervoeding en -kleeding. Door den beer Hugenholtz is een nieuw voorstel bij den Raad inge diend om jaarlijks voor kindervoe ding en -kleeding van gemeentewege een som uit te treken van 1700. Naar zijne schatting komen daar voor 850 kinderen in aanmerking. MONSIEUR FRANCE WIL WEDDEN. De hoofdredacteur van dit blad ontving een ..charmant" briefje van den beer Ph. Franck. een briefje- dat eigenlijk bestemd bleek voor bet redactie-lid, dat zoo oneerbiedig durf de schrijven over „ma conférence aux demoiselles", een artikeltje ,,oü les régies de convenances les plus élé- mentaires orit été violées." Onnoodig te zeggen, dat de heer Franck diep overtuigd is van schrijver's incompe tentie op 't gebied van uitspraak der Franse he taal en hij wil vijftig gul den wedden, dat de schrijver van het bewuste artikel bij het lezen van twee regels Fxansch schrift minstens drie uitspraak-fouten maakt. Nu valt de heer Franck ons danig tegen. 1-Iij, zoo overtuigd van ieders onbevoegdheid, M. Franck uitgezon derd, durft slechts een onnoozeLe 50 gulden zetten We hadden, eenmaal op dobbel gebi ed belandend, een roya ler aanbod van hem verwacht Maar dan! Wie zal scheidsrechter zijn? Toch zeker niet in 's heeren Franck's oogen onbevoegde Hollanders? Zou den we eenige ,,onsterfelijken". leden van de Académie frangaise moeten uitnoodigen als arbiters over te ko men Of sociétaires van de Comédie frangaise? Of Sarah Bernhardt, die maar zóó-zóó spreekt? Of zal soms de lieer Franck zelf arbiter zijn Die zou goed zijn Waar ziet de heer Franck ons, Hol landers, toch voor aan Als wij met eigen oogen en ooren niet hadden geconstateerd, dat de heer F. een Franschman is, die blijkbaar lang in Italië is geweest, zouden we hem met zijn wed-voorstel voor een Engelsch- man of een Amerikaan houden Het briefje van den lieer Franck au série ux nemen, zou natuurlijk al te dwaas zijn. Het eenige wat in ernst erop te antwoorden valt zou zijn, dat hij, die. als de heer Franck. oan den weg timmert, critiek uitlokt en dat wie, alweer als de heer Franck, zich zelf zóó hoog stelt dat hij den indruk geeft een unicum te zijn, dan ook maar moet zorgen dat die critiek niet te veel vat op hem heeft, anders maakt hij ee nmal figuur. Bij d«n heer Poppink in de Scha- chelstraat alhier, is bericht gekomen, dat te Marseille een lijk is komen aandrijven, waarop een getuigschrift is gevonden ten nam© van P. A. Pop- pink. Overigens heeft men er niets op gevonden, geen geld. geen horlo ge of andere zaken van waarde, en daar in het lichaam een schotwond werd opgemerkt, vermoedt de politie te Marseille, dat de ongelukkige be roofd en vermoord en daarna zijn lijk in zee geworpenis. P. A. Poppink, een broeder van den rijwielhandelaar in de Schachelstraat. was een jonge man van omstreeks deftig jaren, rijtuigmaker vau be roep. die vroeger reeds meer als zoo danig in het buitenland heeft ge werkt. o. a, in Partijs en onlangs daar hij bier te lande niet naar wensch slagen kon naar Italië is vertrokken. Uit Genua schreef hij aan zijn familie in Haarlem. Na dien tijd hoorde zij. niets meer van hem, totdat nu deze tragische tijding kwam. Op verzoek vau de politie te Mar seille heeft de familie nu het portret vau haar broeder opgezonden, ten einde de identiteit van het, lijk te kunnen vaststellen. Hedenmiddag te half twaalf nam de najaarsvergadering der Staten, onder voorzitterschap van mr G. van Tienhoven. een aanvang. Na opening en gebed bracht de voorzitter in welgekozen bewoordin gen hulde aan de nagedachtenis Yaa jhx. mr. J. W. M. Schorer, die ge durende 17 jaren de belangen der prov. Noord-Holland heeft gediend. Als vriend herdacht spr. daarbij de groote gaven van den overledene, die spr. met gevoelens van weemoed en groote vereering gedenkt. Vooraf wijdde spr. ook eenige woor den aan de nagedachtenis van het lid der Staten jhr. Van Citters. Hierna ging men over tot het trek ken der afdeelingen, waarna de ver schillende voorstellen 'werden gesteld in handen van commissiën. Bij punt 6 der agenda, overzicht van den stand der werkzaamheden, voortgevloeid uit de invoering van het provinciaal reglement op de we gen, wees mr. De Vries er op. dat z. i. de lijst der gemeenten, waarin de vaststelling van den ligger nog in voorbereiding is, zeer groot is. Is dit niet het gevolg van het kleine aantal deskundigen, dat daarmede belast is geweest, of komt het voort uit het feit. dat de liefde voor het maken van den ligger bij de gemeentebesturen zeer platonisch is? Het lid van Ged. Staten hierop ant woordende. zegt dat. zooals in de mededeeling staat, niet voldoende technische krachten aanwezig waren, vandaar de vertraging. Verder ge looft spr. dat alle gemeenten welzoo spoedig mogelijk na de vaststelling van het Prov. Reglement op de we gen zullen zorg dragen dat de ligger, gereed komt. De heer De Vries brengt vervolgens dank aan Ged. Staten voor hunne mededeeling. Hierna worden de verschillende voorstellen door den voorzitter ge steld in handen van commissiën. Ten slotte wordt besloten do vol gende vergadering, waarin o.a. het voorstel tot het verleenen van een renteloos voosrehot aan de H. E. S. M. ten behoeve van den aanleg van spoor-(tram)wegen in de Haarlem mermeer en hare omgevingalsmede het voorstel tot het verleenen van steun voor den aanleg van een stoom tram AlkmaarSchagen. wordt be handeld, te doen plaats hebben op Dinsdag 10 November, des morgens te 11 uur. Stoomtram AlkmaarSchagen. Ingekomen is het rapport der Com missi e" belast met bet uitbrengen van advies in zake de voordracht van Ged. Staten tot bet verleenen van steun aan de Noorder Stoomtram-, vereeniging voor den aanleg van een stoomtramweg van Alkmaar langs het Noordhollandsch Kanaal over Warmenhuizen door de Zijpe naar Schagen Na de verschillende onder- deelen van het voorstel breedvoerig te hebben besproken, komt de Com missie tot bet volgende besluit. „Aan de Noorder Stoomtram-veree- niging voor den aanleg van een tram weg met mechanische trekkracht van Alkmaar langs het Noordhol landsch Kanaal over Warmenhuizen en door de Zijpe, a te verleenen een renteloos voorschot ten bedrage van één zesde van de kosten van aanleg van den weg tot een maximum van f 142.000 b deel te nemen in het maatschap pen j k kapitaal der onderneming voor Feuilleton. .der Na-ir het Engelsch van ROBERT MACHRAY. Lea liet de Gedéputeerde den ge iden man achter onder de hoede i Gilbert en kwanx1 na een poosje üg met een tweetal politie-agenten, lUcelR in hechtenis namen. Signor lei vertelde nu aan Gilbert dat hij Iers gegeven had om het zooge- fade graf van Silwood te openen, dien avond laat hoorden zij, dat een kist in gevonden was gevuld I steenen. 'en volgenden dag gingen Gilbert de Gedéputeerde naar Rome om 'Minister van Justitie het gebeur. te vertellen. Een verklaring werd iemaakt en door Gilbert geteekend, ^rna de laatste den Minister en 1 Gedéputeerde hartelijk dank be- ?de voor de verleende hulp. - In 't minst niet noodig, zei de lister. u heeft werkelijk ons een 1st bewezen. Maar. als 't niet on- cheidem is, zou ik u nog wel eeu willen doen. —En die is? Wij weten, waarom Ucelli zich door Silwood liét omkoopen; dat was om vijftig duizend lire van Silwood te krijgen. Maar wij weten niet waarom Silwood zich gedrongen voelde, zoo te handelen, als hij deed. Natuurlijk begrijp ik er uit. dat hij heel waarschijnlijk een misdaad op zijn geweten heeft. Daarom was die samenzwering op zichzelf een ernsti ge misdaad. Als ik dien Silwood kon arresteeren. zou hij er niet gemak kelijk afkomen,, wees daarvan ver zekerd'. Terwijl zijn supérieur sprak, lag er een glimlachje op het sombere gelaat v5n den Gedéputeerde. Hij had lust gevoeld Gilbert de zelfde vraag te doen, die de Minister nu deed. maar had haar ingehouden, omdat hij zoo goed als overtuigd was van de waarheid. Toch was hij één en al oor, toen Gilbert antwoordde Silwood is een voortvluchtig falsaris. Om zijn wandaden te ver bergen en zijn spoor uit te wisschen, maakte hij deze plannen en voerde ze met behulp van Ucelli uit. Dat is alles. En genoeg, meer dan genoeg riep de Minister uit. Zoo gauw als u in Engeland terug is, zal u toch ze ker dien man trachten te achter halen? Ik zal niet rusten, vóór ik hem gevonden heb, hernam Gilbert met klem. Op de terugreis naar Londen over woog Gilbert, wat hem nu te doen stond en dacht na over de gebeurte nissen van de laatste twee of drie dagen. Het geheele plan van Silwood was nu helder als de dag. Ten eer ste bleek duidelijk, dat Silwood al lang een dubbel leven leidde aan den eenen kant de vrouw, bet kind en het buis te Stepney, en aan den anderen de particuliere kamers in Lincoln's Inn in het laatste geval was hij Cooper Silwood, kassier; in Stepney James Russell, werkman. En nu herinnerde Gilbert zich heel levendig het verhaal, verteld door den vagebond, het armzalig over schot van een mensch. dat sprak als een heer, toen hij aan zijn vader en hem zelf het verhaal deed. hoe hij een werkman gezien had, die midden in den nacht het kleine ijzeren poor tje bij Stone Buildings uitsloop. Natuurlijk was het Silwood, zei Gilbert tot zichzelfhet moet hem geweest zijn. De vagebond zei. dat de werkman angstig deed. wegging, maar na een half uur terugkeerde. Wat zou dat beteekenen in verband met het feit, dat Silwood1 den vol genden morgen Londen verliet? Het moet geen kleinigheid geweest zijn, die hem angstig maakte. Laat ik veronderstellen, dat hij van plan was naar Stepney te gaan en toen van gedachte veranderde. Niet iets voor hem om op die wijze van gedachte te veranderen. Er moest iets gebeurd zijn. Toen kreeg hij inééns een inval, die alles ophelderde. De reden van zijn angst was zeker, dat Morris Thornton dood in zijn ka mer lag. En toen deed hij zichzelf de na tuurlijke vraag Zou Silwood iets gezegd of ge daan hebben, waardoor de dood van Thornton veroorzaakt werd? En zoo ja, wat dan? Maai' dit was een vraag, die hij nu niet kon beantwoorden. De sleu tel tot dat geheim bewaarde Silwood zelf en het was mogelijk, zelfs waar schijnlijk. dat hij al goed en wel in Amerika was, ten minste als hij daarheen gegaan was. Amerika is groot, peinsde Gilbert, maar de arm van Justitia is lang. En toch, om geheel Amerika te doorzoeken, leek dat niet op het zoeken van een naald in een hooiberg? En wat een tijd zou er mee verloren gaan wat kan er al niet in dien tusschentijd gebeuren Met deze en dergelijke vragen werd Gilbert gedurende zijn reis geplaagd en wat hij hoordé bij zijn aankomst in Londen, maakte zijn hart zwaar als lood. Zijn broeder Ernest haalde hem i van den trein en Gilbert maakte da delijk de opmerking, dat hij er bleek en bedroefd uitzag. Hoe gaat het vader waren de eerste woorden van Gilbert. O. het is treurigzei Ernest Is hij dan erger? Ja, veel erger hij zal nooit weer de oude worden, vrees ik zijn hersens zijn abnormaal. Zijn hersens abnormaalriep Gilbert, maar in zijn hart zei hij, dat het geen wonder was. dat zijn vader ziek geworden was. als hij be dacht, wat hij de laatste twee maan den had moeten verdragen. Is het niet verschrikkelijk? Misschien is het tijdelijk, op perde Gilbert. De doctoren, die hem gezien hebben, geven ons niet veel hoop. Heb je er een specialiteit bij geroepen Zeker. Hoe openbaart zich zijn ziekte? Hij is volstrekt niet gevaarlijk; integendeel, hij is de vriendelijkheid zelf. maar zijn geheugen schijnt hem in den steek te laten, en bij zegt maar altijd door hetzelfde, één zin netje. Wat zegt bij dan? Voortdurend vraagt hi i maar „Hoe laat is het? Maar hij weet niet, wat hij zegtals je hém den tijd zegt. begrijpt hij je niet. Zoo doende begreep moedor, wat hem scheelde. Eens op een nacht had hij een soort van beroerte in bed toen het voorbij was. vroeg hij..Hoelaat is het en moeder vertelde het. Hij vroeg weer „Hoe laat is het en moeder vertelde het weer. Maar on middellijk daarop klonk het weer: „Hoe laat is het en toen begon zij te begrijpen, dat hem iets zeer ern stigs scheelde. Arme moeder! zei Gilbert Hoe houdt zij zich? Zij is een dappere vrouw enzij houdt zich wonder-goed. Zij wachtte toen tot deu morgen en liet daarop den dokter halen, die, nadat hij, vader gezien had, zei dat zijn herse nen aangedaan waren. Natuurlijk liet ik de beste specialiteiten bij hem komen en zij verklaardendat zijn hersenen aangedaan waren, voor zoo ver zij konden oordeelen, door over spanning. Een dergelijk soort van melancholische krankzinnigheid schijnt ongeneeslijk te zijn. Is het niet diep treurig? Heel treurig, maar doctoren heb ben het wel eens mis en wij moeten er maar het beste van hopen. Is hij te Ivydene? Ja. met een verpleegster. De doctoren oordeelden dat noodig, of schoon hij er eigenlijk niet veel be hoefte aan heeft; hij doet net als een kind. Er is nog niets van be kend, we hebben het stil gehouden. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1