NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
[en Reeks van Cijfers.
Een Stadgenoot Vermoord.
Prov. Staten van Noord-Holland.
In Zorg en Druk.
21e Jaargang.
No. 6241
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen.
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1903.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1,20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland„1-65
Afzonderlijke nummersn 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Mont mar tre.
Haarlem's Dagblad van 4 Nov.
ierat o. a.
Een reeks van Cyfers, Bnitenl.
irerzicht, Prov. Staten, Staten-
leneraal, Binnenlandsche, Sport-
in Stadsberichten.
Het is eigenlijk een beetje dwaas,
q dezen tijd van de Rijkspostspaar
bank te spreken. Precies alsof men
jj preekt van Nederlandsche Werkelijke
schuld I Wat een geldbelegging I Drie
«reent, drie en een half en dat in een
ijd waarin de prolongatierente staat
5 of hooger. Er wordt om geglim-
I acht, zooals om een oude tante, die
y heel braaf en deugdzaam en solide
•siti maar toch eigenlijk vreeselijkouder-
uu jetsch. Onze tijd is de tijd van hooge
ividenden. Praat me van den goud
egen van de Deli-Maatschappij
lis waar, daarvan zijn de aandeelen
a vaste handen, maar er zijn nog wel
cd ere instellingen die mooie rente
reven, banken vooral, instellingen die
en geldhandel drijven. Het eenige be-
iraar van deze stichtingen is, dat zij
Wo nu en dan als kaartenhuizen in
raar vallen en niet alleen het mooie
vidend, maar ook het kapitaal zelf
ider de overblijfselen begraven raakt.
De Nederl. Werkelijke Schuld mag
cderwetsch zijn, instorten doet ze
oorloopig nog niet, en de Rijkspost-
paarbank evenmin. Ze geven lage
nte, maar die géven ze dan ook
iker. En er schijnt waarlijk nog een
van 't publiek te wezen, dat
liever zijn geld heenbrengt dan
aar de Amerik'aansche sporen of naar
bank van Jan of Piet. Althans de
recteur van de Rijkspostspaarbank,
heer Armand Sassen, die ons elk
een deftig vierkant boek over-
mdigt met plaatsnamen en cijfers
statistische berekeningen die de
vone sterveling zoo allemaal niet
ilgen kan, heelt ieder jaar voor uit
ing van zijn instelling te vermelden.
Wie op een regenachtigen Zondag-
'dag eens wil gaan uitrekenen, of
toeneming van gestorte gelden
ooter is in Lutjebroek dan wel in
eespercarspel, kan het opgemelde
ftige boek wel eens van mij te leen
ijgen. Ons interesseert, vermoed ik,
leen Haarlem en Omstreken en daar-
heb ik de cijfers uit de drie laat-
jaarverslagen opgediept en deel ze
irbij mee.
letsaldo, dat Haarlem's ingezetenen
Q 't einde van het jaar 1899 van de
st8paarbank te vorderen hadden,was
.167.500.9o5. Het volgende jaar, op
Dec. 1900, was dit cijfer met bijna
9,000 geklommen en beliep toen na-
flqk ƒ1.196.630.99. Einde 1901 nam
cijfer op eens een grooten sprong
omstreeks ƒ80.000 en kwam dus
ƒ1.276.525,66, maar deze vermeer-
ring was nog gering, vergeleken bij
n vooruitgang in 1902, toen het
i Ido kwam op 1.425.798,545 en dus
a vermeerdering viel te constateeren
meer dan 149.000.
atuurlijkmag deze stijginggedeelte-
)i worden toegeschreven aan de ver-
erdering van de bevolking, maar in
II en 1902 zijn klaarblijkelijk ook
g andere factoren in het spel ge-
est. Ik vermoed, dat het besef meer
5te idd:
er bi
en meer doordringt van de noodzake
lijkheid van het sparen voor den kwa
den dag. Het is toch wel eigenaardig,
dat deze zelfde stijging bijna overal
valt waar te nemen in de dorpen om
ons heen. IJmuiden, dat in den volks
mond veel meer bekend staat als een
j gemeente waar men het geld uitgeeft,
dan waar men het overhoudt, wijst
in de vier laatste jaren voortdurende
stijging van het saldo aan. In ronde
cijfers was dit: ƒ88.000 ruim einde
1899, een jaar later ruim ƒ99.000, ein
de 1901 ruim ƒ117.000, einde 1902
meer dan ƒ138.000. Een toeneming
dus van 60 procent in den tijd van 4
jaar.
Na IJmuiden komt Beverwijk met
de hoogste cijfers. Daar vinden we
einde 1899 een saldo te goed van
ƒ58.000 ruim, dat in 1900 klimt met
slechts ƒ1000, in 1901 met ruim ƒ63000
en in 1902 tot bijkans 65100 is aan
gegroeid. Hier is in vier jaar de toe
neming dus maar 12 procent, waaruit
men zou kunnen afleiden, dat de toe
neming van de welvaart daar minder
is, dan in IJmuiden. Intusschen dient,
zooals ik zei. met de toeneming der
bevolking rekening te worden gehou
den.
Een eigenaardig verschijnsel heeft
zich te Bloemendaal voorgedaan. Daar
waren de cijfers van 1899, 1900 en
1901 resp. ruim ƒ52.000, ƒ50.000 en
bijna ƒ52.000, een inzakking derhalve
in 1900 en een herstel in 1901. Het
jaar 1902 sluit er evenwel met een
saldo van ruim ƒ57.000 en het ver
dient de aandacht, dat juist in dat
jaar Bloemendaal voor de Rijkspost
spaarbank ophield een bijkantoor
van Haarlem te zijn. Bedenkelijker
zijn dan ook de cijfers van Haarlem
mermeer. Zij stijgen eerst van ƒ31.000
op ƒ39.000, daarna op 48.000 en val
len dan in 1902 op ƒ42.000 terug. De
berichten van den toestand in die
streek uit de laatste maanden zijn
niet zóó, dat einde 1903 een nieuwe
stijging kan worden verwacht.
Wil men nog meer cijfers Ik geef
hier een staatje
1899. 1900
Heemstede ƒ46.657.965
Bennebroek 44.747.565
O verveen 28.969.915
55.920.12
53.392.935
30.800.605
Zandvoort „'43.777.975 „51.436.09s
1901 <£9@gB 1902
Heemstede ƒ57.405.145 ƒ57.116.65
Bennebroek 59.550.04s 64.200.365
Overveen 34.685.58 37.505.90
Zandvoort 52.344.015 53.223.435
Een pluimpje aan de spaarders van
Bennebroek, dat einde 1902 bijna Be
verwijk heeft ingehaald. Heemstede
ging van 1901 op 1902 iets achteruit,
dej anderen hadden een gestadige toe
neming. Wanneer we evenwel nagaan,
dat de negen kantoren hier genoemd,
op 31 Dec. 1902 een millioen negen
honderd een en veertig duizend, vier
honderd en veertig gulden, 21 en een
halven cent aan de inleggers ver
schuldigd waren, dan hebben we
meteen de troostvolle zekerheid, dat
nog niet iedereen jaagt naar hooge
dividenden.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Nu is het in het
VERRE OOSTEN
de beurt van China om angstig voor
Rusla/nd te zijn en wel naar aanlei
ding van het bezetten van Moekden
door de Russen, waarvan wij melding
maakten.
Reuter'^ correspondent meldt daar
omtrent het volgende, waarbij men
echter in het oog dient te houden, dat
Reuter zijn hoofdkantoor in Londen
heeft en zeer onder Engelschen in
vloed staat
De Chineesche Regeering is zeer
verontrust over het opnieuw bezet
ten van Moekden door de Russen en
heeft de bevriende gezantschappen,
om raad gevraagd. Volgens bij de re
geering ontvangen berichten, bezetten
Donderdag 1500 Ruissische soldaten
het ambtsgebouw, sloten de deuren
en verdreven de Chineesche ambte
naren. In en om Moekden beivinden
Z)ich tusschen de tien- en twintigdui
zend Chineezende Chineesche be
velhebbers in Mantsjoerije hebben
echter bevelen,* om zich op geenerlei
manier tegen de Russsche regeering
te verzetten en alles te doen, om bot
singen te vermijden.
De omstandigheden die tot het op
nieuw bezetten van Moekden leidden,
waren de volgendeDe Russen ge
bruikten een berucht roover als aan
voerder van de ongeregelde politie-
troepen, die zij in Mantsjoerije vor
men. De Chineezen hadden herhaal
delijk verlangd dat deze aan hen zou
uitgeleverd wordtem. Kontgeleden vol
deden de Russen aan dit verlangen.
De roover werd door een Chineesch
officier, zonder voorafgaand gerech
telijk onderzoek, onthoofd. Daarop
verlangden de Russen dat deze officier
binnen vijf dagen ter dood zou ge
bracht wordenanders zouden zij
Moekden bezetten. Het Chineesche
ministerie van Buitenlandsche zaken
bood aan, den officier te verbannen
en voerde nog onderhandelingen met
den Russiischen gezant toen het be
richt kwam, dat de bedreiging ui;-
gevoerd en Moekden bezet was .""Naar
men zegt, hadden de Chineezen den
door de Russen gestelden termijn
misverstaan en gemeend, dat die pas
Zaterdag venstreek.
We wezen er gisteren op hoe on
betrouwbare bondgenoot Engelandis.
Dat wordt nader bevestigd door een
bericht van de Londensche Sunday
Special", die zegt
Lord Lansdowne en Delcassé waren
in Juli overeengekomen, een eventu-
eelen óoiiog in Oost-Azië tot zijn ter
rein te beperken. Deze afspraak kon
echter hierdoor verijdeld worden dat
China in zulk een oorlog voor Rus
land of voor Japan partij koos. Dan
zou in het eene geval Engeland, in
het andere geval Frankrijk hulp aan
zijn bondgenoot verschuldigd zijn ge
weest en Duitschland en de Vereenig-
de Staten zouden uit zulk een toe
stand geweldig profijt hebben getrok
ken. Het hoofddoel van het onder
houd tusschen Lamsdorff en Delcassé
is geweest, zoo iets te verhinderen en
er is reden om aan te nemen, dat
zij het eens zijn géwordén. Men ver
trouwt daarbij op Engeland s invloed
in Japan. Engeland moet dit landden
raad gegeven hebben, zich in Mant
sjoerije in bet onvermijdelijke te
schikken en zich tevreden te stellen
met een sfeer van invloed' op Korea.
Een tegemoetkoming van Russische
zijde tegenover Japan kan worden ge
zien in het bericht dat de Russen zich
uit Jougampho terugtrekken en het
fort aldaar ontmantelen. Zij lieten
slechts een kleine wacht achter.
Op het
BALKAN-SCHIEREILAND
begint nu tegen het naderen van
den winter de rust weer te keeren.
Dat dit van de zijde van Bulgarije
slechts gedwongen fraaiigheid is, kan
blijken uit een onderhoud, dat eeu
correspondent van Reuter had met
Tsokof, den nieuwen Bulgaarschen
diplomatieken agent te Londen.
Deze zeide. dat er hoegenaamd
geen verbetering was gekomen in
den toestand van Macedonië. Hij ge
loofde niet, dat het nieuwe hervor
mingsplan rust zou brengen. daar
aan het hoofd van Macedonië een
Turksch onderdaan blijft, die, niet
tegenstaande hij twee Europeesche
adjuncten heeft, nog steeds zijn beve
len rechtstreeks van de Porte ont
ving ook was een bezwaar dat geen
voorziening was gemaakt voor het
verleenen van amnestie.
Wegens de nadering van den win
ter geven de opstandelingen tijdelijk
hun wapens over. maar het Bulgaar-
sche volk kan den tegenwoordigen
toestand niet langer dulden en, of
schoon het wel weet hoe noodlottig
een oorlog zou kunnen wezen, zal
het gedwongen zijn, zijn toevlucht
tot de wapenen te nemen. Zelfs als
Bulgarije de nederlaag lijdt, zou dit
beter zijn dan de tegenwoordige eco
nomische crisis, veroorzaakt door de
noodzakelijkheid om 160,000 Macedo
nische vluchtelingen in Bulgarije te
onderhouden en door den volslagen
stilstand van den handel.
Van begin af aan is duidelijk ge
weest. dat Bulgariie oorlog wilde
uitlokken, liefst tusschen andere mo
gendheden en Turkije; allicht zou
het iets winnen bij een verdrijving
der Turken uit Europa of een onaf
hankelijkheid-verklaren van Macedo
nië. In 't voorjaar kunnen wij dus
van die zijde hetzelfde spelletje weer
verwachten.
Men is te
PARIJS
nog niet geheel tot rust gekomen na
de vechtpartijen in en bij de arbeids
beurs. Er zijn nu twee protestverga
deringen gehouden, belegd door het
uitvoerend comité van het arbeiders
syndicaat dér Seine, om verzet aan te
teekenen tegen de plaatsingsbureau's
en tegen de jongste overrompeling
van de arbeidsbeurs door de politie.
In beide vergaderingen was het ge-
boor zeer talrijk en voerden despre
kers heftige taal. Er zijn uitgebreide
orde-maatregelen genomen ini den
omtrek van de vergaderzalen, maar
tot dusver is er mets ernstigs ge
beurd.
Praatjes, te Parijs in omloop over
een aanstaand aftreden van den
minister-president Combes, kunnen
we voorloopig als te vaag nog laten
rusten.
Stadsnieuws.
Haarlem, 3 November.
Kindervoeding en -kleeding.
Door den beer Hugenholtz is een
nieuw voorstel bij den Raad inge
diend om jaarlijks voor kindervoe
ding en -kleeding van gemeentewege
een som uit te treken van 1700.
Naar zijne schatting komen daar
voor 850 kinderen in aanmerking.
MONSIEUR FRANCE
WIL WEDDEN.
De hoofdredacteur van dit blad
ontving een ..charmant" briefje van
den beer Ph. Franck. een briefje- dat
eigenlijk bestemd bleek voor bet
redactie-lid, dat zoo oneerbiedig durf
de schrijven over „ma conférence aux
demoiselles", een artikeltje ,,oü les
régies de convenances les plus élé-
mentaires orit été violées." Onnoodig
te zeggen, dat de heer Franck diep
overtuigd is van schrijver's incompe
tentie op 't gebied van uitspraak der
Franse he taal en hij wil vijftig gul
den wedden, dat de schrijver van het
bewuste artikel bij het lezen van twee
regels Fxansch schrift minstens drie
uitspraak-fouten maakt.
Nu valt de heer Franck ons danig
tegen. 1-Iij, zoo overtuigd van ieders
onbevoegdheid, M. Franck uitgezon
derd, durft slechts een onnoozeLe 50
gulden zetten We hadden, eenmaal
op dobbel gebi ed belandend, een roya
ler aanbod van hem verwacht Maar
dan! Wie zal scheidsrechter zijn?
Toch zeker niet in 's heeren Franck's
oogen onbevoegde Hollanders? Zou
den we eenige ,,onsterfelijken". leden
van de Académie frangaise moeten
uitnoodigen als arbiters over te ko
men Of sociétaires van de Comédie
frangaise? Of Sarah Bernhardt, die
maar zóó-zóó spreekt?
Of zal soms de lieer Franck zelf
arbiter zijn Die zou goed zijn
Waar ziet de heer Franck ons, Hol
landers, toch voor aan Als wij met
eigen oogen en ooren niet hadden
geconstateerd, dat de heer F. een
Franschman is, die blijkbaar lang in
Italië is geweest, zouden we hem met
zijn wed-voorstel voor een Engelsch-
man of een Amerikaan houden
Het briefje van den lieer Franck
au série ux nemen, zou natuurlijk al
te dwaas zijn. Het eenige wat in
ernst erop te antwoorden valt zou zijn,
dat hij, die. als de heer Franck. oan
den weg timmert, critiek uitlokt en dat
wie, alweer als de heer Franck, zich
zelf zóó hoog stelt dat hij den indruk
geeft een unicum te zijn, dan ook
maar moet zorgen dat die critiek niet
te veel vat op hem heeft, anders
maakt hij ee nmal figuur.
Bij d«n heer Poppink in de Scha-
chelstraat alhier, is bericht gekomen,
dat te Marseille een lijk is komen
aandrijven, waarop een getuigschrift
is gevonden ten nam© van P. A. Pop-
pink. Overigens heeft men er niets
op gevonden, geen geld. geen horlo
ge of andere zaken van waarde, en
daar in het lichaam een schotwond
werd opgemerkt, vermoedt de politie
te Marseille, dat de ongelukkige be
roofd en vermoord en daarna zijn lijk
in zee geworpenis.
P. A. Poppink, een broeder van den
rijwielhandelaar in de Schachelstraat.
was een jonge man van omstreeks
deftig jaren, rijtuigmaker vau be
roep. die vroeger reeds meer als zoo
danig in het buitenland heeft ge
werkt. o. a, in Partijs en onlangs
daar hij bier te lande niet naar
wensch slagen kon naar Italië is
vertrokken. Uit Genua schreef hij aan
zijn familie in Haarlem. Na dien tijd
hoorde zij. niets meer van hem, totdat
nu deze tragische tijding kwam.
Op verzoek vau de politie te Mar
seille heeft de familie nu het
portret vau haar broeder opgezonden,
ten einde de identiteit van het, lijk
te kunnen vaststellen.
Hedenmiddag te half twaalf nam
de najaarsvergadering der Staten,
onder voorzitterschap van mr G. van
Tienhoven. een aanvang.
Na opening en gebed bracht de
voorzitter in welgekozen bewoordin
gen hulde aan de nagedachtenis Yaa
jhx. mr. J. W. M. Schorer, die ge
durende 17 jaren de belangen der
prov. Noord-Holland heeft gediend.
Als vriend herdacht spr. daarbij de
groote gaven van den overledene, die
spr. met gevoelens van weemoed en
groote vereering gedenkt.
Vooraf wijdde spr. ook eenige woor
den aan de nagedachtenis van het
lid der Staten jhr. Van Citters.
Hierna ging men over tot het trek
ken der afdeelingen, waarna de ver
schillende voorstellen 'werden gesteld
in handen van commissiën.
Bij punt 6 der agenda, overzicht
van den stand der werkzaamheden,
voortgevloeid uit de invoering van
het provinciaal reglement op de we
gen, wees mr. De Vries er op. dat
z. i. de lijst der gemeenten, waarin
de vaststelling van den ligger nog in
voorbereiding is, zeer groot is. Is dit
niet het gevolg van het kleine aantal
deskundigen, dat daarmede belast is
geweest, of komt het voort uit het
feit. dat de liefde voor het maken van
den ligger bij de gemeentebesturen
zeer platonisch is?
Het lid van Ged. Staten hierop ant
woordende. zegt dat. zooals in de
mededeeling staat, niet voldoende
technische krachten aanwezig waren,
vandaar de vertraging. Verder ge
looft spr. dat alle gemeenten welzoo
spoedig mogelijk na de vaststelling
van het Prov. Reglement op de we
gen zullen zorg dragen dat de ligger,
gereed komt.
De heer De Vries brengt vervolgens
dank aan Ged. Staten voor hunne
mededeeling.
Hierna worden de verschillende
voorstellen door den voorzitter ge
steld in handen van commissiën.
Ten slotte wordt besloten do vol
gende vergadering, waarin o.a. het
voorstel tot het verleenen van een
renteloos voosrehot aan de H. E. S.
M. ten behoeve van den aanleg van
spoor-(tram)wegen in de Haarlem
mermeer en hare omgevingalsmede
het voorstel tot het verleenen van
steun voor den aanleg van een stoom
tram AlkmaarSchagen. wordt be
handeld, te doen plaats hebben op
Dinsdag 10 November, des morgens
te 11 uur.
Stoomtram AlkmaarSchagen.
Ingekomen is het rapport der Com
missi e" belast met bet uitbrengen van
advies in zake de voordracht van
Ged. Staten tot bet verleenen van
steun aan de Noorder Stoomtram-,
vereeniging voor den aanleg van een
stoomtramweg van Alkmaar langs
het Noordhollandsch Kanaal over
Warmenhuizen door de Zijpe naar
Schagen Na de verschillende onder-
deelen van het voorstel breedvoerig
te hebben besproken, komt de Com
missie tot bet volgende besluit.
„Aan de Noorder Stoomtram-veree-
niging voor den aanleg van een tram
weg met mechanische trekkracht
van Alkmaar langs het Noordhol
landsch Kanaal over Warmenhuizen
en door de Zijpe, a te verleenen een
renteloos voorschot ten bedrage van
één zesde van de kosten van aanleg
van den weg tot een maximum van
f 142.000
b deel te nemen in het maatschap
pen j k kapitaal der onderneming voor
Feuilleton.
.der
Na-ir het Engelsch
van
ROBERT MACHRAY.
Lea liet de Gedéputeerde den ge
iden man achter onder de hoede
i Gilbert en kwanx1 na een poosje
üg met een tweetal politie-agenten,
lUcelR in hechtenis namen. Signor
lei vertelde nu aan Gilbert dat hij
Iers gegeven had om het zooge-
fade graf van Silwood te openen,
dien avond laat hoorden zij, dat
een kist in gevonden was gevuld
I steenen.
'en volgenden dag gingen Gilbert
de Gedéputeerde naar Rome om
'Minister van Justitie het gebeur.
te vertellen. Een verklaring werd
iemaakt en door Gilbert geteekend,
^rna de laatste den Minister en
1 Gedéputeerde hartelijk dank be-
?de voor de verleende hulp.
- In 't minst niet noodig, zei de
lister. u heeft werkelijk ons een
1st bewezen. Maar. als 't niet on-
cheidem is, zou ik u nog wel eeu
willen doen.
—En die is?
Wij weten, waarom Ucelli zich
door Silwood liét omkoopen; dat was
om vijftig duizend lire van Silwood
te krijgen. Maar wij weten niet
waarom Silwood zich gedrongen
voelde, zoo te handelen, als hij deed.
Natuurlijk begrijp ik er uit. dat hij
heel waarschijnlijk een misdaad op
zijn geweten heeft. Daarom was die
samenzwering op zichzelf een ernsti
ge misdaad. Als ik dien Silwood kon
arresteeren. zou hij er niet gemak
kelijk afkomen,, wees daarvan ver
zekerd'.
Terwijl zijn supérieur sprak, lag
er een glimlachje op het sombere
gelaat v5n den Gedéputeerde.
Hij had lust gevoeld Gilbert de
zelfde vraag te doen, die de Minister
nu deed. maar had haar ingehouden,
omdat hij zoo goed als overtuigd
was van de waarheid.
Toch was hij één en al oor, toen
Gilbert antwoordde
Silwood is een voortvluchtig
falsaris. Om zijn wandaden te ver
bergen en zijn spoor uit te wisschen,
maakte hij deze plannen en voerde
ze met behulp van Ucelli uit. Dat
is alles.
En genoeg, meer dan genoeg
riep de Minister uit. Zoo gauw als u
in Engeland terug is, zal u toch ze
ker dien man trachten te achter
halen?
Ik zal niet rusten, vóór ik hem
gevonden heb, hernam Gilbert met
klem.
Op de terugreis naar Londen over
woog Gilbert, wat hem nu te doen
stond en dacht na over de gebeurte
nissen van de laatste twee of drie
dagen. Het geheele plan van Silwood
was nu helder als de dag. Ten eer
ste bleek duidelijk, dat Silwood al
lang een dubbel leven leidde aan
den eenen kant de vrouw, bet kind
en het buis te Stepney, en aan den
anderen de particuliere kamers in
Lincoln's Inn in het laatste geval
was hij Cooper Silwood, kassier; in
Stepney James Russell, werkman.
En nu herinnerde Gilbert zich heel
levendig het verhaal, verteld door
den vagebond, het armzalig over
schot van een mensch. dat sprak als
een heer, toen hij aan zijn vader en
hem zelf het verhaal deed. hoe hij
een werkman gezien had, die midden
in den nacht het kleine ijzeren poor
tje bij Stone Buildings uitsloop.
Natuurlijk was het Silwood, zei
Gilbert tot zichzelfhet moet hem
geweest zijn. De vagebond zei. dat
de werkman angstig deed. wegging,
maar na een half uur terugkeerde.
Wat zou dat beteekenen in verband
met het feit, dat Silwood1 den vol
genden morgen Londen verliet? Het
moet geen kleinigheid geweest zijn,
die hem angstig maakte. Laat ik
veronderstellen, dat hij van plan was
naar Stepney te gaan en toen van
gedachte veranderde. Niet iets voor
hem om op die wijze van gedachte
te veranderen.
Er moest iets gebeurd zijn.
Toen kreeg hij inééns een inval,
die alles ophelderde.
De reden van zijn angst was zeker,
dat Morris Thornton dood in zijn ka
mer lag.
En toen deed hij zichzelf de na
tuurlijke vraag
Zou Silwood iets gezegd of ge
daan hebben, waardoor de dood van
Thornton veroorzaakt werd? En zoo
ja, wat dan?
Maai' dit was een vraag, die hij
nu niet kon beantwoorden. De sleu
tel tot dat geheim bewaarde Silwood
zelf en het was mogelijk, zelfs waar
schijnlijk. dat hij al goed en wel in
Amerika was, ten minste als hij
daarheen gegaan was. Amerika is
groot, peinsde Gilbert, maar de arm
van Justitia is lang. En toch, om
geheel Amerika te doorzoeken, leek
dat niet op het zoeken van een naald
in een hooiberg? En wat een tijd
zou er mee verloren gaan wat
kan er al niet in dien tusschentijd
gebeuren
Met deze en dergelijke vragen werd
Gilbert gedurende zijn reis geplaagd
en wat hij hoordé bij zijn aankomst
in Londen, maakte zijn hart zwaar
als lood.
Zijn broeder Ernest haalde hem
i van den trein en Gilbert maakte da
delijk de opmerking, dat hij er bleek
en bedroefd uitzag.
Hoe gaat het vader waren de
eerste woorden van Gilbert.
O. het is treurigzei Ernest
Is hij dan erger?
Ja, veel erger hij zal nooit
weer de oude worden, vrees ik
zijn hersens zijn abnormaal.
Zijn hersens abnormaalriep
Gilbert, maar in zijn hart zei hij,
dat het geen wonder was. dat zijn
vader ziek geworden was. als hij be
dacht, wat hij de laatste twee maan
den had moeten verdragen.
Is het niet verschrikkelijk?
Misschien is het tijdelijk, op
perde Gilbert.
De doctoren, die hem gezien
hebben, geven ons niet veel hoop.
Heb je er een specialiteit bij
geroepen
Zeker.
Hoe openbaart zich zijn ziekte?
Hij is volstrekt niet gevaarlijk;
integendeel, hij is de vriendelijkheid
zelf. maar zijn geheugen schijnt hem
in den steek te laten, en bij zegt
maar altijd door hetzelfde, één zin
netje.
Wat zegt bij dan?
Voortdurend vraagt hi i maar
„Hoe laat is het? Maar hij weet
niet, wat hij zegtals je hém den
tijd zegt. begrijpt hij je niet. Zoo
doende begreep moedor, wat hem
scheelde. Eens op een nacht had hij
een soort van beroerte in bed toen
het voorbij was. vroeg hij..Hoelaat
is het en moeder vertelde het. Hij
vroeg weer „Hoe laat is het en
moeder vertelde het weer. Maar on
middellijk daarop klonk het weer:
„Hoe laat is het en toen begon zij
te begrijpen, dat hem iets zeer ern
stigs scheelde.
Arme moeder! zei Gilbert Hoe
houdt zij zich?
Zij is een dappere vrouw enzij
houdt zich wonder-goed. Zij wachtte
toen tot deu morgen en liet daarop
den dokter halen, die, nadat hij,
vader gezien had, zei dat zijn herse
nen aangedaan waren. Natuurlijk
liet ik de beste specialiteiten bij hem
komen en zij verklaardendat zijn
hersenen aangedaan waren, voor zoo
ver zij konden oordeelen, door over
spanning. Een dergelijk soort van
melancholische krankzinnigheid
schijnt ongeneeslijk te zijn. Is het
niet diep treurig?
Heel treurig, maar doctoren heb
ben het wel eens mis en wij moeten
er maar het beste van hopen. Is hij
te Ivydene?
Ja. met een verpleegster. De
doctoren oordeelden dat noodig, of
schoon hij er eigenlijk niet veel be
hoefte aan heeft; hij doet net als
een kind. Er is nog niets van be
kend, we hebben het stil gehouden.
(Wordt vervolgd.)