Tweede Blad,
Gemeenteraad.
Befeoorende bij
^üairlsm'i Qagblid"
5 '»n
Vrydag 6 Not. 1908.
Mr. 8243
Vergadering van heden, "Woensdag
November 1903, des namiddags te
alf twee. Voorzitter de heer De Haan
[ugenholtz, wegens ongesteldheid
an den Burgemeester,
fwezig met kennisgeving de heeiren
an Lennep en Rinkema.
Punt 1.
Mededeelingen en ingekomen stuk
en.
Adres van den onderwijzer aan
chool A., J. L. J. Staal, om eervol
ntslag tegen 1 Dec.
Wordt verleend.
a. dat is gesteld in handen van B. en
om advies
lo. een adres van de H. E. S. M. om
lar voor den aanleg van een spoor-
eg door de Haarlemmermeer een ren-
iloos voorschot van 150.000 te ver
enen.
Zo. een adres van J. G. Cobelens om
im te benoemen tot makelaar in roe
iende goederen (bouwmaterialen en
leubilair.)
een adres van J. Oolgaart om hem
benoemen tot makelaar in effecten.
een adres van het Bestuur van de
'deeling Haarlem van den Ned. Bond
in Behangers, Stoffeerders en Bodden-
akers, om een lokaal beschikbaar te
ellen voor een te houden cursus tot
19 opleiding in het vak.
b. dat is ingekomen
Mo. een schrijven van de brugwachters,
larbij hun dank betuigende voor de
irhooging hunner jaarwedde.
2o. een adres van den kerkeraad der
D. H. G. om niet in te gaan op de
lorstellen van B. en W. inzake de
houwbungplannen.
3o. een adres van den Kerkeraad der
Kerk A. en van dien der Ger. Kerk
alsvoren.
4o. een adres van de Directeuren van
Museum van Kunstnijverheid om
ior de jaren 1904 en 1905 een subsidie
ai ƒ500 's jaars voor het Museum toe
kennen.
De voorzitter deelt mede dat aan adres-
nte is bericht dat voor ƒ1904 op de
grooting 500 is uitgetrokken en het
rzoek om ook voor 1905 een gelijk sun-
iie toe te kennen door B. en W. in
it volgend jaar in overweging zal wor-
a genomen.
60. een voorstel van den heer F. W. N.
igenholtz Jr. om ƒ1700 beschikbaar te
illen voor B. en W. voor de verschaf-
ig van kleedingstukken aan behoeftige
1 hoolkinderen in de gemeente Haarlem.
De voorzitter stelt namens B. en W.
voor dit voorstel te behandelen bij
punt 15 der agenda.
7o. een adres van G. Hulsebosch e.a.,
eigenaars of bewoners van perceelen
aan de Olieslagerslaan, Koninginneweg,
en Wagenweg om het nog onbestraatte
gedeelte van gemelde laan te doen be
straten en die laan van vodloende ver
lichting voorzien.
80. een adres van P. Breukel om te
rugplaatsing van zijn zoontje (leerling
der Tweede Burgerschool) van het
Proveniershuis naar het schoolgebouw
aan de Nassaulaan.
In handen gesteld van B. en W. om
advies.
c. dat door den Commissaris der Ko
ningin in N. Holland tot buitengewoon
gemeente-veldwachters zijn benoemd de
agenten van politie D. Dorreboom, H.
Koeman, E. Bruins, T. de Vries en H.
Drenth.
d. dat de heer L. W. Havelaar dank
heeft betuigd voor de verhooging zijner
jaarwedde als hoofd van het laborato
rium.
e. dat ter inzage voor de leden is
nedergelegd een schrijven van den
directeur der Burgeravondschool in
zake de beschouwingen door het oud
lid van den Raad. den heer S. Roog,
gehouden bij de behandeling der be
grooting 1903 over de wenschelijkheid
tot verbetering van het vakonderwijs
en over het niw omgaan met de
1 brandstoffen voor die school.
f. dat door den eigenaar van per
ceel Lolrbardsteeg No. 5 5 rood ten
genoege van B. en W. is aangetoond,
dat de reden tot onbe woon ba arv er-
klaring is vervallen, zoodat B. en W.
voorstellen het desbetreffende besluit
in te trekken.
Ingekoden is een schrijven van
Ged. Staten ten geleide van goedge
keurde raadsbesluiten.
g. Naar aanleid'ing van een schrij
ven van Ged. Staten stellen B. en W.
voor de regeling omtrent het onder
houd van het Spaarne voor een tiid-
vak van 10 jaar (tot 31 Dec. 1913) te
verlengen.
De heer VAN DE KAMP zegt, dat
de Directeur van de Burger-avond
school zich beklaagt over een opmer
king van den heer Roog in Nov. 1902
en dat deze pas 13 Januari 19Ó3 bij
hem gekomen is. Nog veel vreemder
is het intusschen, dat de Directeur
pas 13 Oct. 1903 met deze klacht komt,
nu de heer Roog lang geen Raadslid
meer is.
De heer SCHRAM sluit zich daarbij
aan en protesteert tegen het schrijven
van den Directeur. Tijdens het lid
maatschap van den heer Roog heeft
hij daartoe plenty tijd gehad en er
nu mee aan te komen, acht spr. on
behoorlijk.
De heer Tol is het hiermee niet
eens. Het gezegde van den heer Roog
over de brandstoffen en het minder
practische van het onderwijs was een
lOis gezegde, dat de heer Roog niet
heeft kunnen bewijzen Als lid van de
Comm. v. Toezicht op het M. O., ver
klaart spr., dat de Comm. den besten
indruk heeft van het onderwijs aan
de B. S. en van de leiding. De heer)
Rasch zal dat kunnen bevestigen.
De heer N KRUSEMAN herinnert
er aan, dat de heer Roog destijds ge
vraagd heeft om een halfjaar toegang
te hebben op de B. A. S. om zijn be
zwaren grondig toe te lichten Een
rapport van den heer Roog daarover
is evenwel uitgebleven en de heer
De Vrieis heeft nu wel eenige maan
den meer laten verloopen, dan noo-
dig was, maar hij heeft nu willen
constateeren, dat het rapport niet
gekomen is.
De heer VAN DE KAMP wil alleen
maar zeggen, dat het practischer wa
re geweest van den Directeur, te ko
men toen de heer Roog nog lid was,
niet nadat hij is vertrokken.
Punt 2.
Voorstel van B. en W. tot vast
stelling van het tarief van onder
stand, dienst 1904.
De heer VAN DE KAMP vraagt om
bij supplement vast te stellen, dat het
Burgerl. Armbestuur in dezen winter
wat ruimer brandstof mag afgeven.
Spr. doelt 0. a. op het adres der uit
gestotenen, dat hier aanhangig zal
zijn.
De VOORZ zegt, dat het B. A.
de bevoegdheid heeft, dat te vragen.
De heer DE BRAAL meent, dat dit
de bedoeling niet is. Op het verzt
van het B. A. wachten is een
avontuur. Spr is voor het denkbeeld
van de Kamp en heeft toch bezwaar
tegen het adres onder punt 12. en
stelt voor dit punt aan te houden tot
bij punt 12.
De heer KLEIJNENBERG acht het
omgekeerde eenvoudiger.
De heer DE BRAAL stelt nu voor,
punt 12 te behandelen bij punt 2.
Dit wordt ondersteund en aangeno
men. Tegen de heeren Kruseman en
Stolp.
De heer HUGENHOLTZ heeft spijt,
dal twee zaken hier worden samen
gekoppeld. Bij punt 2 wordt die mate
van onderstand besproken, niet de
begrooting van het B. Armbestuur.
Daarom acht ispr. 's Voorzitters ant
woord juist.
Nu komt punt 12 er bij. B. en W.
geven twee motieven voor afwijzing
van dat verzoek op. Al is spr. het!
daarmee niet eens, toch wil hij deze
motieven niet hespreken, omdat
meent hij er nog een derde reden
is. waarom het uitgeven van cokes
voor lageren prijs in Haarlem thans
niet mogelijk is. Vandaar dat spr.
wenschen zou, dat de Raad hierover
niet tot stemming kwam, opdat de
zaak misschien later weer ter sprake
zou kunnen komen.
De heer KLEIJNENBEG zegt. dat
deze samenkoppeling een beginsel be-
teekent. Wordt punt 12 verworpen,
dan beteekent dat, dat er één armen
zorg zal wezen, die aan allen, die
het noodig hebben, kosteloos cokes
en steenkolen verschaft. Zoo niet, dan
neemt men aan, dat daarnaast een
tweede armenzorg wordt ingesteld
voor personen, dae de brandstof al
leen goedkooper krijgen.
De heer DE BRAAL verdedigt het
denkbeeld-Van de Kamp en is het
niet eens met den heer Hugenholtz
dat. wanneer het voorstel van B. en
W. werd aangenomen, ook over het
beginsel' zou zijn beslist.
De heer MODOO is het ook eens
met den heer Van de Kamp en niet
met den heer Hugenholtz, die de
vraag open wil laten. Hij wil die
liever uitmaken en meent mot den
heer Kleijnenberg, dat bet Burgerl.
Armbestuur, ook voor tijdelijk be-
hoeftigen, in de behoefte aan brand
stof voorziet.
Tevens wil spr. dan op het adres-
Frijn afwijzend beschikken, omdat hij
wiel prijsverlaging voor allen van de
cokes zou wenschen, maar niet voor
-een enkele categorie van personen..
De heer HUGENHOLTZ blijft bij
zijn opinie. Allen zullen het wel eens
zijn, dat 't verzoek van Frijn niet voor
inwilliging vatbaar is. Laat de Raad
nu een stemming achterwege, dan
blijft het beginsel in het midden. Het
afgeven van cokes tot lageren prijs
kan ook, behalve armenzorg, nog be
teekenen, dat de cokes wordt geleverd
aan allen zonder meerdere winst, dan
voor de instandhouding der fabriek
noodig is.
Spr zou ook niet wenschen, dat
aan het tarief van onderstand een
supplement werd toegevoegd zooals
de heer Van de Kamp wenscht, om
dat het Burgerl. Armbestuur alleen
zorgt voor totaal onvennogenden, die
dus ook geen verminderden prijs voor
de cokes zouden kunnen betalen. In
tusschen is spr. natuurlijk voor het
denkbeeld zeil, maar meent, dat het
niet kan zooals het wordt voorge
steld.
De heer GROOT is ook tegen
samenkoppeling van deze beide za
ken. Het Burgerlijk Armbestuur is
verplicht behoeftigen te helpen. Spr.
vraagt naar de motieven van den
heer Hugenholtz. die hij niet kent.
De heer HUGENHOLTZ weet ai-
leen maar bij geruchte, dat op het
oogenblik een contract gesloten is
tusschen de gasfabriek en de leveran
ciers van brandstoffen in Haarlem,
waarbij verkoop van cokes voor lage
ren prijs is uitgesloten.
De heer MODOO meent, dat de
Raad, onafhankelijk hiervan, toch
wel in beginsel besluiten kan of hij
dien weg op wil.
De heer KLEIJNENBERG zegt. dat
dieze zaak zeer los is van het begin
sel. Naderhand, als dit handelscon
tract afgeloopen is. kan d.e fabriek
zeer wel goedkoopere cokes leveren.
De heer VAN DE KAMP zegt. dat
er slachtoffers zijn gekomen van een
ramp in land en stad. Spr. meent,
dat de Raad deze menschen ter wille
zou willen zijn. maai' het moet mo
gelijk wezen en spr. zou gaarne zien.
dat noch punt 2 noch punt 12 thans
werden heslist, maar aangehouden,
om het Burgerl. Armbestuur inmid
dels uit te noodigen, alsnog aan het
tarief van onderstand toe te voegen,
op een of andere wijze, om brandstof
aan onvermogen den kosteloos af te
staan.
De heer STOLP wil liever het
tarief aannemen en afwachten of het
Burgerl. Armbestuur met een voor
stel bij B. en W. komt en tevens
punt 12 afwijzen.
De heer VAN DE KAMP is daarj
niet tegen, als de Raad maar uit
spreekt. dat hij een verzoek doet aan
het Burgerl. Armbestuur.
De heer SPOOR acht logisch, eerst
het request, van Frijn te behandelen
en daarna het tarief van onder
stand.
De heer BIJVOET ziet geen reden
voor uitstel. De bezwaren tegen het
adres van Frijn, zijn voldoende ge
bleken en het. andere punt is, dat het
wenschelijk kan zijn de uitdeeling
van brandstof uit te breiden en niet
alleen turf uit te reiken, maar ook
cokes. Of Frijn c. s. daarvoof dan
in aanmerking komen, zal volgens ae
algemeen geldende regelen worden
beoordeeld.
De heer RASCH oppert de mogelijk
heid om de zaak aangaande de co
kes te renivoyeeren aan het Burgerl.
Armbestuur.
De heer BIJVOET zou het tarief ten
opzichte van brandstof meer elastisch
willen maken en het Burgerl. Armbe
stuur vrijheid geven, den toestand van
elk gezin afzonderlijk te beoordeelen.
Spr. stelt daaromtrent een amendement
Voor, waarover hij evenwel vooraf het
advies van het Burgerl. Armbestuur
wenscht.
De heer KRUSEMAN zegt, dat dit
amendement wel in strijd is met het
tarief, daar dit amendement volkomen
vrijheid laat aan het Burg. Armbestuur.
Het bestuur schreef verleden jaar, dat
turf wordt geprefereerd, maar dat uit
deeling van cokes wordt overwogen.
De heer RASCH meent, dat bij aan
neming van het amendement-Bijvoet het
tarief wel kan worden afgeschaft.
De heer DE BRAAL meent, dat hei
Burgerl. Armbestuur wei van meening
veranderd kan zijn.
De heer VAN DE KAMP bestrijdt dat
met het voorstel-Bijvoet het karakter
van het tarief veranderen zou.
De heer BIJVOET brerugt de historie
van het tarief in herinnering. Een door
hem indertijd voorgesteld amendement-,
dat toen aangenomen werd en bedoelde
maxima en zoo hoog mogelijke maxima
te bepalen, is in dit tarief niet gevolgd.
Nader geeft spr. toe, dat dit inderdaad
toch wel het geval is, waarover hij
excuses maakt, maar dat dit intusschen
aan de zaak zelve niet afdoet.
De heer KRUSEMAN licht nog nader
zijn meeninig toe, de heer SPOOR vraagt
wat er nu eigenlijk aan de orde is (ge
lach.) De VOORZITTER licht dat toe.
De heer VAN STYRUM constateert, dat
alleen aan de orde is de motie van orde
van den heer Bijvoet, om punt 2 met
het amendement uit te stellen tot een
volgende vergadering, maar punt 12 af
te doen.
Dit uitstel wordt goedgekeurd, met 5
stemmen tegen.
De heer HUGENHOLTZ behoudt zich
zijn stem voor over punt 12.
De heer VAN DE KAMP stelt voor de
woorden ,.z.g. uitgestotenen" te veran
deren in D. A. Frijn en 34 anderen.
De VOORZITTER acht dit onnoodig,
dat staat in den considerans.
De heer VAN STYRUM zegt, dait con
siderans en voorstel één geheel vor
men en is overigens vóór het voorstel-
v. d. Kamp.
B. en W. nemen dat over. Het voorstel
tot afwijzing wordt aangenomen.
Punt 3.
Voorstel van B. en W. tot vaststel
ling van de lijst van ambtenaren, die
in aanmerking komen voor pensioen,
voor zichzelven en hunne weduwen
en weezen.
De heer THIJSSEN mist, hier verschil
lende categoriëen van gemeente-ambte
naren. Spr. heeft vernomen, dat dege
nen die niet uitsluitend in gemeente
dienst zijn, maar ook andere bezigheden
hebben, zijn weggelaten. Dit acht spr.
onjuist-. Van de hier op de lijst ge
noemden hebben zeker 'f* ook nog wel
andere verdiensten dan die uit de 'ge
meentekas. Wie hier nog op behooren
te staan is voor een Raadslid moeilijk
uit te maken. Spr. noemt reeds de ge
meente-geneeskundigen en den archi
varis.
De heer VAN DE KANIP zou wenschen
een lijst van personen, die zijn wegge
laten. Onder dezen zijn zeer nuttige
ambienaren de torenwachter, de vroed
vrouwen. on tal van anderen, de eene
markimeester staat er wel op. de andere
niet. Spr. wenscht de zaait aan te hou
den. Intusschen kan de raad de lijst van
hen, die niet in aanmerking komen vol
gens B. en W raadplegen.
De heer KRL'SEM AN zegt, dat de split
sing niet gomakkelijk is. Hij heeft, van
een deskundige de opmerking gehoord,
dat altijd knoop en zullen moeten wor
den doorgehakt. Bijbaantjes geven geen.
recht op 'pensioen en zoo denkt ook de
comm. voor de pensioenen, die meent
dat alleen zij Ln aanmerking komen die
hun geheele werkkracht wijden aan de
gemeente. Allereerst is een lijst opge
maakt van aJilen, die aaa de gemeente
iets verdienen en daaruit is de splilsing
gevolgd. De marktmeesters voor boter
en kaasmarkt ontbreken, omdat zij maar
eens per week in dienst zijn der ge
meente. Voor de gemeente-geneesheeren
is de betrekking een bijbaantje, boven
dien wordea zij slechts aangesteld voor
een aantal jaren en eindelijk zou, als
zij pensioen ontvingen, de heer van den
Berg uit den Raad moeien verdwijnen.
De heer THIJSSEN spreekt dit laatste
beslist tegen. Er is geen reden voor deze
splitsing. Of iemand veel of weinig ver
dient, zijn pensioen zai daarmede in
overeenstemming zijn. Iedere splitsing
sticht ontevredenheid en onbillijkheid.
De heer KRUSEMAN vraagt een de
finitie van een gemeente-ambtenaar.
De heer THIJSSEN zegt alle personen,
die tegen bezoldiging zijn in vasten
dienst der gemeente.
De heen- KRUSEMAN noemt de Israë
litische gravenmakers, die ƒ10.— per
jaar verdienen en dus ƒ0.50 pensioen
zouden krijgen
VERSCHILLENDE STEMMEN Ja. dat
is de consequentie.
De heer SNELTJES meent, dat de lijst