ALLERLEI. PB ZATERDAGAVOND. plaats gehad. Er lag een groote vroo- lijkheid op. Zijn oogen schitterden ais sterren. Het scheen me toe. dat hij wanhopige pogingen aanwendde, om niet in lachen uit te barsten. Nu, nu, zei hij ten laatste, wie zou dat nu gedacht hebben En wat kan iemands uiterlijk bedriegen Zoo'n net jongmensch I Dat is een les voor ons, niet op ons eigen oor deel af te gaan, Watson I Ja. mijnheer Holmes, zei Lestra- de, sommigen van ons zijn geneigd wat al te zeker te zijn van hun zaak. De brutaliteit van den man was ook wèl, om iemand op een dwaalspoor te brengen, nxaar we lieten ons niet beetnemen. Wat een gelukkig iets, dat die jonge man zijn rechter duim tegen den muur drukte, toen hij zijn hoed van de kapstok nam. 't Is ook zoo natuurlijk, als je er over nadenkt! Holmes was uiterlijk kalm, maar zijn geheele persoon toonde een on derdrukte opgewondenheid, terwijl hij: sprak. A propos, Lestrade, wie deed die merkwaardige ontdekking? De huishoudster, juffrouw Lex ington, die de aandacht van den. nachtwacht er op vestigde. Waar was de nachtwacht Hij waakte in de slaapkamer, waar de misdaad werd begaan, om toe te zien dat aan niets geraakt werd. Maar hoe komt liet dat de politie dit teeken gisteren niet zag? Wel, wij hadden geen bijzon dere reden een nauwkeurig onder zoek van den gang en deze plaats in te stellen. Bovendien is het, zooals u ziet, niet op een zeer in 'toog val lende plaats. Neen. neen. natuurlijk niet. Ik veronderstel dat er gO&n twijfel aan is of de afdiruk was er gisteren reeds. Lestrade keek Holmes aan alsof hij dacht dat hij raaskalde. Ik moet be kennen, dat ik zelf verwonderd was, zoowel over zijn lachlust als ovci zijn vreemd-schijnende opmerking. Ik begrijp niet waarom u kan denken, dat Mc Furlane in 't holst van den nacht uit zijn gevangenis zou komen om de bewijzen tefiren hem nog te versterken, zei Lestrade. Ik roep alle mogelijke deskundigen tot getuige, of dat niet de afdruk van zijn duim is. Het is zonder twijfel de afdruk van zijn duim. Welnu, dat is voldoende, ?ti Lestrade. Ik ben een practisch man, mijnheer Holmes en wanneer 'keen maal mijn bewijzen bij elkaar neo, kom ik tot mijn conclusie. Als u ine iets te zeggen heeft, zal u me in de zitkamer kunnen vinden, bezig mijn rapport te schrijven. Holmes had zijn bedaardheid her kregen. hoewel ik nog teeken m van vroolijkhcid op zijn gelaat meende te zien. Lieve hemel, dat is een leelijke oplossing, vindt je niel. Watson zei hij. En toch zijn er eenige zonderlin ge punten, die eenigc hoop voor jn- zen cliënt doen ontstaan. Ik ben verheugd het tc nooren, zei ik vroolijk, ik vreesde al dat het mis was voor hom. Dat zal ik niet zeggen, Watson. Het is een feit. dat er werkelijk een ernstige leemte is in dit bewijsmiu- del, waaraan onze vriend! zooveel gewicht hecht. Werkelijk, Holmes, welke leem te dan Alleen deze: dat ik weet, óat dit teeken hier niet was. toon ik gisteren deze plaats onderzocht. En laten we nu even rondwandelen in 't zonnetje. Met een verwarden geest, maar een hart, waarin de hoop was terug- gekeend, ging Lk met mijn vriend mee om een toertje door den tuin te ma ken. Holmes liep het geheele huis rond en bekeek het aan alle kanten met groote aandacht. Daarna ging hij nam* binnen en onderzocht het huis van benetien tot boven. De meeste kamers waren onge meubileerd. maar niettegenstaande dat onderzocht hij ze alle nauwkeu rig. Eindelijk op de bovenste gang. die langs drie onbewoonde slaapka mers liep, werd hij weer door een aanval van vroolijkhcid aangegre pen. Er zijn werkelijk vreemde om standigheden bij dit geval. Watson, zei hij. Ik denk dat het nu tijd is. dat we onzen vriend Lestrade in. ons vertrouwen nemen. Hij heoft pret Smokkelende hond. gehad ten koste van ons en misschien zullen wij het nu ten zijnen koste hebben als mijn lezing van dit raad sel de juiste blijkt. Ja, ja, ik geloof wel, dat ik weet hoe we er achter zullen komen. De politie-inspecteur van Scotland Yard was nog aan "t schrijven in ae zitkamer, toen Holmes hem stoorde. Ik meen dat je bezig bent een rapport over deze zaak te schrijven, zei hij. Dat ben ik ook. Denk je niet, dat het een beetje ontijdig is? lk kan niet nalaten te denken, dat je uitlegging van de zaak niet compleet is. Lestrade kende mijn vriend te goed om geen waarde aanzijn woorden te hechten. Hij legde zijn pen neer en zag hem nieuwsgierig aan. Wat meent u, mijnheer Hol mes? Alléén, dat er een belangrijke getuige is. dien je niet gehoord hebt. Kan u me dien getuige bezor gen? Ik denk van wel. Doe het dan. Ik zal mijn best doen. Hoeveel man heb je hier Drie binnen bereik. Uitstekend, zei Holmes. Mag ik je vragen of het groote, krachtige mannen zijn met flinke stemmen? Daar twijfel ik niet aan, hoe wel ik niet inzie, wat hun stem er mee te maken heeft. Misschien kan ik je dat doen begrijpen en nog een paar andere dingen. Wees zoo goed je menschen te roepen en ik zal het probeeren. Vijf minuten latei* waren de drie agenten in de gang bij elkaar. In de schuur zal je een masisa stroo vinden, zei Holmes. Breng daar eens een paar bossen van hier. Ik denk dat die ons best zullen helpen om den getuige te doen verschijnen, waarvan ik sprak. Dank je wel. Ik geloof, dat je lucifers in je zak hebt. Watson. Nu, Lestrade. noodig ik al len uit me naar boven te volgen. Zooals lk gezegd heb. was daar een breed© gang. die langs drie ledige slaapkamers liep. Aan het eene einde van die gang waren we allen verza meld bij Sherlock Holmes. Lestraue vol verwachting en verwondering mijn vriend aanziende. Holmes stond vóór ons met het uiterlijk van een goochelaar, die een toer gaat ver richten. Zou je zoo vriendelijk willen zijn door één van je agenten twee emmers water te laten halen Leg het stroo hier op den grond, vrij van de beide muren. Nu geloof ik (lat wo allen gereed zijn. Lestrade kreeg een 'kleur van boos heid'. Ik weet niet of u een spelletje met ons speelt, mijnheer Holmes, zei hij. Als u iets weet. kan u het zeker wel zeggen zonder al deze gooche larij. Ik verzeker je, beste Lestrade, dat ik een uitstekende reden heb voor al wat ik doe. Je zult je wel herinneren, dat je me een beetje plaagde, een paar uur geleden, toen je in 't voordeel was. nu moetje nnj óók niet wat praal en ceremonie mis gunnen. Watson, wil je dat raam open doen en dan een lucifertje aan net eind van dat stroo houden? Ik deed het en. voortgejaagd door de tocht, dwarrelde een dichte grijze rook langs de gang, terwijl het dro ge stroo knetterde en vlamde. Nu zullen we zien of we dien getuige voor je kunnen vinden. Les trade. Mag ik je allen uitnoodlgen mee ..brand"! te roepen Vooruit, één, twee, drie ..Brand!" schreeuwden we alle maal. Dank u, ik moet u nog eens plagen „Brand Nog eens, heeren en allemaal tegelijk., „Brand Het geluid moet in heel Norwood te hooren zijn geweest. Nauwelijks was het weggestorven, of er gebeurde iets buitengewoons. Plotseling vloog er een deur open op een plaats, waar het hechte muur scheen en een klein mannetje sprong er uit als een konijn uit zijn hol. Prachtig! zei Holmes kalm. Watson, een emmer water over het stroo. Ziezoo Lestrade, vergun ine je voornaamsten getuige voor te stellen, mr. Jonas Oldacre De détective staarde naar den nieuw aangekomene in de grootste verba zing. Deze laatste stond1 in het helle licht van de gang en keek naar ons en naar het uitdoovend vuur. Hij had een afschuwelijk gezicht, geslepen en boosaardig, met sluwe, lichtgrijze oogen. Wat beteekent dat? zei Lestra de ten laatste. Wat hebt ge al dien. tijd' gedaan, zeg? Oldacre lachte benepen en deinsde terug voor het van kwaadheid roode gelaat van den. inspecteur. lk heb geen kwaad gedaan. Geen kwaad? Je hebt je best gedaan om een onschuldige te laten ophangen. En zonder dezen heer hier was het je misschien gelukt. De ellendeling begon te jammeren. Heusch. mijnheer, het was maar een aardigheid'. O. was het een aardigheid? Nu, ik beloof je, dat jij er niet om zult lachen. Neem hem mee en bewaar hem in de zitkamer tot ik kom. Mijnheer Holmes, ik kon het niet zeggen, waar de agenten bij wa ren, maar dr. Waison mag het wel liooren dit is het prachtigste wat u nog gedaan heeft, hoewel bet me een raadsel is, h o e u het deed. U heeft het leven van een onschuldige gered en een groot schandaal voorkomen dat mij mijn reputatie in het corps zou hebben gekost. Holmes lachte en klopte Lestrade op den schouder. In plaats van je reputatie te hebben verloren, beste, zul je zien, dat die aanzienlijk stijgt. Maak al leen maar eenige veranderingen in dat rapport en dan zullen ze zien hoe moeilijk het is den inspecteur Lestrade zand in de oogen te strooi en. 'Hoeft uw naam dan niet ge noemd te worden? —Volstrekt niet. Het werk loont zichzelf. Misschien krijg ik óók nog de belooning, wanneer ik eenmaal mijn ijverigen levensbeschrijver toe sta er van te vertellen, hè, Watson Laten we nu eens gaan zien wuar die rat verscholen zat. Zes voet vóór het eind van de gang was een deel muur van latten en pleister met een deur zeer handig er in verborgen. Deze leidde naar een ruimte. Enkele toiletartikelen en wat voedsel en water waren daarin met wat boeken en papieren. Dat is het voordeel architect te zijn, zei Holmes, toen wij er uil kwamen. Hij maakte deze schuil plaats zonder er iemand anders in te betrekken, behalve die kostbare huishoudster, natuurlijk, die ik maar dadelijk bij je vangst zou voegen, Lestrade. Dien raad zal ik volgen, mijn heer Holmes. Maar hoe wist u van deze plaats af? Ik begreep, dat de kerel in huis moest zijn. Toen ik bemerkte, dat deze gang zes voet korter was dan die beneden, was het vrij duidelijk, waar hij was. Ik dacht wel dat zijn zenuwen hem niet zouden toestaan, rustig te blijven liggen bij brand alarm. We hadden natuurlijk er in kunnen, gaan. en hem arresteeren maar ik vond het aardig hem zich zelf tc doen verraden. Bovendien had ik nog een kleine voldoening aan Je te goed voor vanmorgen. Lestrade. Nu, mijnheer, u is dnbbel en dwars quitte. Maar hoe wist u in 'shemels naam. dat hij in huis was? Die duim-afdruk. Lestrade. Je zei dat die een eind aan de zaak maakte en zoo was het ook. maar op een geheel andere wijze. Ik wist dat die er den vorigen dag niet ge weest was. Ik besteed veel aandacht aan ondergeschikte zaken en ik had die plaats onderzocht en wist. dat die onbesmet was. Dus het is er 'snachts op gebracht. Maar hoe? Heel eenvoudig. Toen die pak ketten verzegeld wcrd'en, heeft Old acre Mc Farlane een der zezgels doen sluiten door zijn duim op de zachte was te drilleken. Hot is zoo snel en als va n zelf gebeurd, dat ik durf zeggen, dat. do jonge man. het rich zelfs niet zal herinneren. Waar schijnlijk gebeurde heit toevallig en wist. toon Oldacre zelf niet, welk ge bruik hij ervan zou maken. Terwijl Lij in dat hol over de zaak zat ♦o denken, viel hem in, welk een hel- scbo verdenking hij tegen Mc Far lane kon doen rijzen door dien duim afdruk. Het was zeer eenvoudig voor hem een was-nfdruk van het zegel te nemen, dien nat te maken met juist zooveel bloed als een penprik hem opleverde en 's nachts den afdruk op den muur te brengen zelf of door hulp zijner huishoudster. Als je de docu menten onderzoekt, die hij in zijn schuilplaats meenam, wed lk, dat je liet zegel met duimafdruk zult vin den. Wonderlijk, zei Lestrade, zooals u het vertelt, is liet zoo klaar als glas Maap wat is de aanleiding tot dit alles? Het was vermakelijk voor mij te zien ho© de manieren van. den in specteur veranderd waren ©n hij dit alles iv/roeg als een kind aan zfijn leer meester. Nu, dat is, dunkt me, niet moei lijk te verklaren. Do man. die ons be neden wacht, is een kwaadaardig en vindingrijk mensch. Je weet, dat hij eens door do moeder van Mc-Farlane werd' afgewezen? Neen? Ik zej im mers. dat je eerst naar Blackheath moest gaan en dan naar Norwood. Nil. deze beleediging. zooals hij het zeker beschouwde, heeft gewerkt in zijn schurkachtig brein jaren langen hij heeft steed naar wraak gezocht, maar di© niet gevonden. Het laatste jaar heeft hij tegenspoed gehad, mis schien geheim© speculaties en hij was DB ZATBRDAG AVOND. er slecht aan toe. Hij besloot zijn crediteuren te ontloopen en zond groote wissels aan zekeren Conelius, die hij vermoedelijk zelf is. Die wis sels ben ik nog niet op 't spoor, maar ik ben zeker, dat zij op dien naam in een of ander provinciestad wer den geïnd, waar hij van tijd tot tijd ging wonen. Hij was van plan zijn naam te veranderen en, hier voor dood doorgaand, ginds van dat geld te gaan leven. Dat is duidelijk genoeg I Om alle nasporingen te ontgaan en tevens zijn haat aan zijn vroege re geliefde te koelen, gaf hij den indruk door haar zoon vermoord te zijn. Het was een meesterstuk van schurkerij en hij heeft het meester lijk uitgevoerd. Het denkbeeld van hét testament, dat een aanleiding voor de misdaad gaf, dat geheim be zoek, dat de ouders van den jongen man niet mochten weten, het achter houden van den stok, het bloed en do dierlijke overblijfselen in de asch van het hout was alles prachtig. Het vormde een net, waaruit het me een paar uur" geleden onmogelijk toe scheen om te ontsnappen. Maar hij miste de gave van den kunstenaar, de wetenschap, wanneer hij moest uitscheiden. Hij wilde nog sterker be wijzen, hetgeen reeds voldoend bewe zen was en het touw nog vaster om den hal,s van zijn slachtoffer halen en zóó bedierf h'iij alles. Laat omsnaar beneden gaan. Lestrade. Er zijn een paar dingen, die ik hem zou willen vragen. Het kwaadaardig wezen, zat in zijn eigen kamer met rechts en links een Het was een aardigheid, mijn goed© mijnheer, jammerde hij onop houdelijk. Ik verzeker u, dat ik me alléén verstopte om te zien, welk ef fect mijn» verdwijning zou maken en ik ben zeker, dat u niet zoo onrecht vaardig zult zijn te veronderstellen, dat ik den armen jongen mijnheer Mc-Farlan© eenig kwaad toewenschte. Dat zal de jury uitmaken, zei Lestrade. Tn elk geval houden we je vast, misschien wel als beschuldigd van moord. En waarschijnlijk zul je onder v,indien,, dat je schuldeischcr$ het bankcrediet van mr, Cornelius zullen opeischen, zei Holmes. Het mannetje sprong op en keek mijn vriend aan. Ik heb je heel wat te danken, zei hij. misschien zal ik mijn schuld nog wel eens afdoen. Holmes lachte verachtelijk. Ik vrees,dat je de eerste jaren geen tijd zult vinden, zei hij. Wat heb je eigenlijk op dien stapel hout ge worpen? Een doode hond? Konrijnen? Wil je het niet vertellen Hoe onvriendelijk van jeNu ik geloof, dat een paar konijnen genoeg waren a-oor beide, voor het bloed en voor in de asch. Als je ooit het ver haal schrijft, Watson, maak je er maar konijnen van. Dilettantsmokkelaars D© politiemannen, die het smokke len moeten voorkomen, hebben een zware taak, al ontdekken ze dagelijks begraven schatten in den vorm van tabak, koffie sterken drank enz. Niet minder dan 5000 Spanjaarden toch werken overdag in Gibraltar en dat aijn allen dilettant-smokkelaars, die onder hun kleeren massa's waren over de grenzen brengen. Het is dus wel te begrijpen, dat het smokkelen een loonend baantje blijft, ondanks den ijver der douaniers, die maar een klein deel in handen weten te krij gen. De Smokkelaars van Gibraltar. (Bij de plaatjes). Het verschil in prijs van tabak, lu cifers en kruidenierswaren in het En-1 gelsche Gibraltar en Spanje zelf ia een voortdurende aanleiding tot smok kelen voor de Spaansche boeren in dlie streek. Die arme kerels, wier woning uit een ellendige hut bestaat, omgeven door een heg als afscheiding, terwijl ze als vee een half-verhongerden ezel bezitten, nevens ©en paar varkens, die op het erf, en eenige geiten, die op de kal© rotsen hun schamel voed sel zoeken, zijn allen smokkelaars. Behalve hetgeen ze zelf trachten over de grenzen te brengen, gebrui ken ze voor dit werk ook veel hond, n. die. daarop afgericht., met razende vaart naar de bergplaatsen rennen, zoodra ze maar met een pak beladen zijn. Zelfs de zee schuwen die woeste dieren niet. Vaak toch worden ze aan boord van schepen beladen niet in water dichte zakken gepakte smokkelwaar. Men. werpt ze dan in zee en ijlings zwemmen ze naar de kust om in gestrekten draf de schuilplaatsen dor smokkelaars op te zoeken. Zeeziekte. Het „Medisch Weekblad" vertelt het volgende naar aanleiding van een verhandeling van C. RinzUeber die Seekrankheit. De aanleiding tot bovenstaande verhandeling was een geheim middel. Yanatas", iogen de zeeziekte, datB. overhandigd werd, orrn te onderzoeken wnarut het bestond. Op een storm achtige vaart in do Adria. had de jonge vrouw van een arts, die metB. bevriend was, daarvan gebruik ge maakt en wel met ontwijfelbaar goed resultaat. Yanatas (het woord is ge vormd uit do beginletters van den Engelsche zin You are now able to avoid seasickness) is een licht rood gekleurde vloeistof, di© in flesschen van ongeveer 110 c. c. m. inhoud uit Londen in den handel komt. De prijs der flesch is in Duitschland 5 Mk. Uit de analy9o van B. bleek, dat Yanatas een waterachtige 1 oplos sing van chloralhydruat is. Overigens is de oplossing gekleurd met zuur- fuchsiin. het sulfozuur van het rosa nlline. Verder bevat Yanatas suiker, het smaakt zacht en is naar den reuk te oordeel en met vaniline en kaneel- olie geurig gemaakt. Dat. hij zeeziekte matige hoeveelhe den chlorahydraat van nut zijn, werd sedert de ontdekking van zijn slaap wekkende .werking herhaaldelijk be weerd. Het brengt de hersenen tot rust en venvijdt tegelijkertijd de ade ren van het hoofd. De meeningen over den aard der zeeziekte zijn zeer verschillend' en geven zoo goed als geefri licht daarover. B. vat zijn ideeën over de zeeziekte, di© hij door ervaring aan eigen lichaam en nii anderen bij vele zeereizen opgedaan heeft en die hij experimented aan konijnenhersenen hoeft trachten l© ond©rzoeken en te bevestigen op de volgende wijze te zamen lo. Het schommelen van het schip veroorzaakt een vernauwing van de slagaderen van het hoofd en dus acuto bloedarmoede in de hersenen. 2o. Deze acute plaatselijke bloedar moede heeft hier, evenals bij andere aanleidingen, tot gevolg misselijkheid en braken. 3o. De hevige werking van de buik pers, die het wurgen en braken te voorschijn roept, drijft een grootere massa bloed naar de hersenen, her-' stelt zoo na korten tijd den bloedtoe- voer en neemt daarmede het gevoel van on wèl zijn weg. 4o. De maag speelt bij zeeziekte een passieve rol. Zij wordt door hert cen trale orgaan tot braken gebracht, of zij vol is of niet. 5o. Alles, wat geschikt is, om den toevoer van het bloed naar de her senen te vergemakkelijken en te vex- grooten, werkt helpend, verzachtend of genezend op de zeeziekte. Onopgelost blijft wel is waar de laatst© oorzaak, namelijk het tot stand komen van de arieriëele ver nauwing door het schommelen. Maar dit is met meer bevreemddend dan de vernauwing of verwijding do hoofdslagaderen bij allerlei gemoeds aandoeningen. b.v. het schaamrood of de bleekheid van den toorn, waar van wij ook niet meer weten, dan dat zij door een prikkel, die van buiten af door de zinnen op het orgaan van het bewustzijn werkt, plotseling tot stand komen. Onder 5o. had hij nis physisch middel ter genezing tegen de zeeziekte eerst de horizontale hou ding willen noemen als dieëtisch een mogelijk goede voeding der hersenen door een versterkenden maaltijd, eenige uren voor men scheep gaat en als chemische genezingsmiddelen alle. die zonder juist vergiftig te rijn, een verwijding der bloedvaten van de hersenen veroorzaken. Van deze heb ben wij het chloraalhydraat reeds keren kennen. Er bestaat geen reden, waarom men bet niet in giften van ongeveer 0.3, drie- tot viermaal bin nen eenige uren herhaald bij ander- gezonde menschen zou toepassen. Dit is echter slechts geschikt bij korte zeereizen. Het amylnitraat werd eveneens ter bestrijding der zeeziekte beproefd. Een waarnemer looft liet zeer en ^beveelt liet aan de inademing van drop pels gaf terstond beterschap. Een tweede prijst het ook. voegt echter eon vermaning tot voorzichtigheid bij en een derde raadt het af. De verwijding der hoofdslagaderen die men zonder gevaar veroo.zaken kan bij zich zeiven door het inademen van t\v©e druppels uit een zakdoek, die er mee bedroppeld is, geschiedt in ongeveer een kwart minuut en verdwijnt even snel ais zij gekomen is. B. meent, dat systematisch daar mede gedane proeven bij zeezieken een zeer goed resultaat hadden en dat zij daartoe leiden konden voor korte cn moeilijke zeetochten, zooals b.v. tusschen Calais en Dover, werkelijk veri'ichting te verschaffen. Voor lan gere zeereizen zal het amylnitriet of een daarmede verwant praeparaat slechts beperkte aanwending kunnen vinden, omdat zich dan toch de be kende werking der nitrieten op het bloed wel geldend lcunnon maken. Ook brooipkalium en antipyrine, bed de in niet te kleine hoeveelheden, werden zeer aanbevolen. Theoretisch is de mogelijkheid van een resultaat wel toe te geven. De positie der vrouw in Egypte. Dat de voorvechters der moderne vrouwenbeweging, als zij naar pre cedenten willen zoeken, uit de Oude Geschiedenis zouden kunnen putten, is een feit, dat menigeen zal verba zen. En toch genoot de vrouw ondier de oudste Egyptische koningen een aanzien, als zij heden tem dage niet heeft, doch nog pas naar streeft. Bij de oude Egyptenaren was de vrouw niet alleen gelijkgesteld met den man, maar zij had zelfs ecnover- heerschenden invloed op hem. Van alle landen dor Oudheid is Egypte het eenige geweest, dat de rechten der vrouw ten volle erkende in geen en kel ander land was de vrouw gelijk gesteld nan den man. Uit ontdekte papyri en grafinscrip ties is gebleken, welk een voorname plaats in het openbare en het parti culiere leven der Egyptenaren de vrouwen ingenomen hebben. Men vindt er zelfs namen van vrouwelijke gouverneurs in opgeteekend. Titels en waardigheden waren erfelijk ook op de dochters. De nog bestaande graven van Beni Hassan bewijzen, dat de erfelijke rechten van den Egyptischen adel op do vrouwelijke linie overgingen. Hetzelfde gebruik bestond in alle klassen der bevolking. Gedenkteckens uit den tijd van de derde en de vierde dynastie toonen aan. dat vrouwen persoonlijk, afge- zzien van de positie van haar echtge noot, met priesterlijke waardigheden en burgerlijke ambten van boleekenis werden bekleed. Vrouwen mocht n schrifturen oriderteekenen. getuigenis afleggen en vrij over haar eigen be zittingen beschikken. De vrouwen hadden bow Mi - groote huiselijke rechten. Het huwe lijk was bij do Egyptenaren een hei lig verdrag, dat de vrouw met (len man op den zelfden trap zette. In het huishouden stond zij naast, niet onder den man. Trouw werd van bei de echtgenooten geeischt. Een meisjr was volkomen vrij, haar echtgenoot te kiezen. Uit de gelijkheid der vrouwen in het gezin volgde, dat oen dochter de-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 8