ALLERLEI.
PB ZATERDAGAVOND.
plaats gehad. Er lag een groote vroo-
lijkheid op. Zijn oogen schitterden
ais sterren. Het scheen me toe. dat
hij wanhopige pogingen aanwendde,
om niet in lachen uit te barsten.
Nu, nu, zei hij ten laatste, wie
zou dat nu gedacht hebben En wat
kan iemands uiterlijk bedriegen
Zoo'n net jongmensch I Dat is een
les voor ons, niet op ons eigen oor
deel af te gaan, Watson I
Ja. mijnheer Holmes, zei Lestra-
de, sommigen van ons zijn geneigd
wat al te zeker te zijn van hun zaak.
De brutaliteit van den man was ook
wèl, om iemand op een dwaalspoor
te brengen, nxaar we lieten ons niet
beetnemen.
Wat een gelukkig iets, dat die
jonge man zijn rechter duim tegen
den muur drukte, toen hij zijn hoed
van de kapstok nam. 't Is ook zoo
natuurlijk, als je er over nadenkt!
Holmes was uiterlijk kalm, maar
zijn geheele persoon toonde een on
derdrukte opgewondenheid, terwijl
hij: sprak.
A propos, Lestrade, wie deed
die merkwaardige ontdekking?
De huishoudster, juffrouw Lex
ington, die de aandacht van den.
nachtwacht er op vestigde.
Waar was de nachtwacht
Hij waakte in de slaapkamer,
waar de misdaad werd begaan, om
toe te zien dat aan niets geraakt
werd.
Maar hoe komt liet dat de politie
dit teeken gisteren niet zag?
Wel, wij hadden geen bijzon
dere reden een nauwkeurig onder
zoek van den gang en deze plaats in
te stellen. Bovendien is het, zooals
u ziet, niet op een zeer in 'toog val
lende plaats.
Neen. neen. natuurlijk niet. Ik
veronderstel dat er gO&n twijfel aan
is of de afdiruk was er gisteren reeds.
Lestrade keek Holmes aan alsof hij
dacht dat hij raaskalde. Ik moet be
kennen, dat ik zelf verwonderd was,
zoowel over zijn lachlust als ovci
zijn vreemd-schijnende opmerking.
Ik begrijp niet waarom u kan
denken, dat Mc Furlane in 't holst
van den nacht uit zijn gevangenis
zou komen om de bewijzen tefiren
hem nog te versterken, zei Lestrade.
Ik roep alle mogelijke deskundigen
tot getuige, of dat niet de afdruk
van zijn duim is.
Het is zonder twijfel de afdruk
van zijn duim.
Welnu, dat is voldoende, ?ti
Lestrade. Ik ben een practisch man,
mijnheer Holmes en wanneer 'keen
maal mijn bewijzen bij elkaar neo,
kom ik tot mijn conclusie. Als u ine
iets te zeggen heeft, zal u me in de
zitkamer kunnen vinden, bezig mijn
rapport te schrijven.
Holmes had zijn bedaardheid her
kregen. hoewel ik nog teeken m van
vroolijkhcid op zijn gelaat meende
te zien.
Lieve hemel, dat is een leelijke
oplossing, vindt je niel. Watson zei
hij. En toch zijn er eenige zonderlin
ge punten, die eenigc hoop voor jn-
zen cliënt doen ontstaan.
Ik ben verheugd het tc nooren,
zei ik vroolijk, ik vreesde al dat het
mis was voor hom.
Dat zal ik niet zeggen, Watson.
Het is een feit. dat er werkelijk een
ernstige leemte is in dit bewijsmiu-
del, waaraan onze vriend! zooveel
gewicht hecht.
Werkelijk, Holmes, welke leem
te dan
Alleen deze: dat ik weet, óat
dit teeken hier niet was. toon ik
gisteren deze plaats onderzocht. En
laten we nu even rondwandelen in
't zonnetje.
Met een verwarden geest, maar
een hart, waarin de hoop was terug-
gekeend, ging Lk met mijn vriend mee
om een toertje door den tuin te ma
ken. Holmes liep het geheele huis
rond en bekeek het aan alle kanten
met groote aandacht. Daarna ging
hij nam* binnen en onderzocht het
huis van benetien tot boven.
De meeste kamers waren onge
meubileerd. maar niettegenstaande
dat onderzocht hij ze alle nauwkeu
rig. Eindelijk op de bovenste gang.
die langs drie onbewoonde slaapka
mers liep, werd hij weer door een
aanval van vroolijkhcid aangegre
pen.
Er zijn werkelijk vreemde om
standigheden bij dit geval. Watson,
zei hij. Ik denk dat het nu tijd is.
dat we onzen vriend Lestrade in. ons
vertrouwen nemen. Hij heoft pret
Smokkelende hond.
gehad ten koste van ons en misschien
zullen wij het nu ten zijnen koste
hebben als mijn lezing van dit raad
sel de juiste blijkt. Ja, ja, ik geloof
wel, dat ik weet hoe we er achter
zullen komen.
De politie-inspecteur van Scotland
Yard was nog aan "t schrijven in ae
zitkamer, toen Holmes hem stoorde.
Ik meen dat je bezig bent een
rapport over deze zaak te schrijven,
zei hij.
Dat ben ik ook.
Denk je niet, dat het een beetje
ontijdig is? lk kan niet nalaten te
denken, dat je uitlegging van de
zaak niet compleet is.
Lestrade kende mijn vriend te goed
om geen waarde aanzijn woorden te
hechten. Hij legde zijn pen neer en
zag hem nieuwsgierig aan.
Wat meent u, mijnheer Hol
mes?
Alléén, dat er een belangrijke
getuige is. dien je niet gehoord hebt.
Kan u me dien getuige bezor
gen?
Ik denk van wel.
Doe het dan.
Ik zal mijn best doen. Hoeveel
man heb je hier
Drie binnen bereik.
Uitstekend, zei Holmes. Mag ik
je vragen of het groote, krachtige
mannen zijn met flinke stemmen?
Daar twijfel ik niet aan, hoe
wel ik niet inzie, wat hun stem er
mee te maken heeft.
Misschien kan ik je dat doen
begrijpen en nog een paar andere
dingen. Wees zoo goed je menschen
te roepen en ik zal het probeeren.
Vijf minuten latei* waren de drie
agenten in de gang bij elkaar.
In de schuur zal je een masisa
stroo vinden, zei Holmes. Breng daar
eens een paar bossen van hier. Ik
denk dat die ons best zullen helpen
om den getuige te doen verschijnen,
waarvan ik sprak. Dank je wel. Ik
geloof, dat je lucifers in je zak hebt.
Watson. Nu, Lestrade. noodig ik al
len uit me naar boven te volgen.
Zooals lk gezegd heb. was daar een
breed© gang. die langs drie ledige
slaapkamers liep. Aan het eene einde
van die gang waren we allen verza
meld bij Sherlock Holmes. Lestraue
vol verwachting en verwondering
mijn vriend aanziende. Holmes stond
vóór ons met het uiterlijk van een
goochelaar, die een toer gaat ver
richten.
Zou je zoo vriendelijk willen
zijn door één van je agenten twee
emmers water te laten halen
Leg het stroo hier op den grond,
vrij van de beide muren. Nu geloof
ik (lat wo allen gereed zijn.
Lestrade kreeg een 'kleur van boos
heid'.
Ik weet niet of u een spelletje
met ons speelt, mijnheer Holmes, zei
hij. Als u iets weet. kan u het zeker
wel zeggen zonder al deze gooche
larij.
Ik verzeker je, beste Lestrade,
dat ik een uitstekende reden heb
voor al wat ik doe. Je zult je wel
herinneren, dat je me een beetje
plaagde, een paar uur geleden, toen
je in 't voordeel was. nu moetje nnj
óók niet wat praal en ceremonie mis
gunnen.
Watson, wil je dat raam open
doen en dan een lucifertje aan net
eind van dat stroo houden?
Ik deed het en. voortgejaagd door
de tocht, dwarrelde een dichte grijze
rook langs de gang, terwijl het dro
ge stroo knetterde en vlamde.
Nu zullen we zien of we dien
getuige voor je kunnen vinden. Les
trade. Mag ik je allen uitnoodlgen
mee ..brand"! te roepen Vooruit,
één, twee, drie
..Brand!" schreeuwden we alle
maal.
Dank u, ik moet u nog eens
plagen
„Brand
Nog eens, heeren en allemaal
tegelijk.,
„Brand
Het geluid moet in heel Norwood
te hooren zijn geweest.
Nauwelijks was het weggestorven,
of er gebeurde iets buitengewoons.
Plotseling vloog er een deur open op
een plaats, waar het hechte muur
scheen en een klein mannetje sprong
er uit als een konijn uit zijn hol.
Prachtig! zei Holmes kalm.
Watson, een emmer water over
het stroo. Ziezoo Lestrade, vergun
ine je voornaamsten getuige voor te
stellen, mr. Jonas Oldacre
De détective staarde naar den nieuw
aangekomene in de grootste verba
zing. Deze laatste stond1 in het helle
licht van de gang en keek naar ons
en naar het uitdoovend vuur.
Hij had een afschuwelijk gezicht,
geslepen en boosaardig, met sluwe,
lichtgrijze oogen.
Wat beteekent dat? zei Lestra
de ten laatste. Wat hebt ge al dien.
tijd' gedaan, zeg?
Oldacre lachte benepen en deinsde
terug voor het van kwaadheid roode
gelaat van den. inspecteur.
lk heb geen kwaad gedaan.
Geen kwaad? Je hebt je best
gedaan om een onschuldige te laten
ophangen. En zonder dezen heer hier
was het je misschien gelukt.
De ellendeling begon te jammeren.
Heusch. mijnheer, het was maar
een aardigheid'.
O. was het een aardigheid? Nu,
ik beloof je, dat jij er niet om zult
lachen. Neem hem mee en bewaar
hem in de zitkamer tot ik kom.
Mijnheer Holmes, ik kon het
niet zeggen, waar de agenten bij wa
ren, maar dr. Waison mag het wel
liooren dit is het prachtigste wat u
nog gedaan heeft, hoewel bet me een
raadsel is, h o e u het deed. U heeft
het leven van een onschuldige gered
en een groot schandaal voorkomen
dat mij mijn reputatie in het corps
zou hebben gekost.
Holmes lachte en klopte Lestrade
op den schouder.
In plaats van je reputatie te
hebben verloren, beste, zul je zien,
dat die aanzienlijk stijgt. Maak al
leen maar eenige veranderingen in
dat rapport en dan zullen ze zien
hoe moeilijk het is den inspecteur
Lestrade zand in de oogen te strooi
en.
'Hoeft uw naam dan niet ge
noemd te worden?
—Volstrekt niet. Het werk loont
zichzelf. Misschien krijg ik óók nog
de belooning, wanneer ik eenmaal
mijn ijverigen levensbeschrijver toe
sta er van te vertellen, hè, Watson
Laten we nu eens gaan zien wuar
die rat verscholen zat.
Zes voet vóór het eind van de
gang was een deel muur van latten
en pleister met een deur zeer handig
er in verborgen. Deze leidde naar
een ruimte. Enkele toiletartikelen en
wat voedsel en water waren daarin
met wat boeken en papieren.
Dat is het voordeel architect te
zijn, zei Holmes, toen wij er uil
kwamen. Hij maakte deze schuil
plaats zonder er iemand anders in
te betrekken, behalve die kostbare
huishoudster, natuurlijk, die ik maar
dadelijk bij je vangst zou voegen,
Lestrade.
Dien raad zal ik volgen, mijn
heer Holmes. Maar hoe wist u van
deze plaats af?
Ik begreep, dat de kerel in huis
moest zijn. Toen ik bemerkte, dat
deze gang zes voet korter was dan
die beneden, was het vrij duidelijk,
waar hij was. Ik dacht wel dat zijn
zenuwen hem niet zouden toestaan,
rustig te blijven liggen bij brand
alarm. We hadden natuurlijk er in
kunnen, gaan. en hem arresteeren
maar ik vond het aardig hem zich
zelf tc doen verraden. Bovendien had
ik nog een kleine voldoening aan
Je te goed voor vanmorgen. Lestrade.
Nu, mijnheer, u is dnbbel en
dwars quitte. Maar hoe wist u in
'shemels naam. dat hij in huis was?
Die duim-afdruk. Lestrade. Je
zei dat die een eind aan de zaak
maakte en zoo was het ook. maar
op een geheel andere wijze. Ik wist
dat die er den vorigen dag niet ge
weest was. Ik besteed veel aandacht
aan ondergeschikte zaken en ik had
die plaats onderzocht en wist. dat
die onbesmet was. Dus het is er
'snachts op gebracht.
Maar hoe?
Heel eenvoudig. Toen die pak
ketten verzegeld wcrd'en, heeft Old
acre Mc Farlane een der zezgels doen
sluiten door zijn duim op de zachte
was te drilleken. Hot is zoo snel en
als va n zelf gebeurd, dat ik durf
zeggen, dat. do jonge man. het rich
zelfs niet zal herinneren. Waar
schijnlijk gebeurde heit toevallig en
wist. toon Oldacre zelf niet, welk ge
bruik hij ervan zou maken. Terwijl
Lij in dat hol over de zaak zat ♦o
denken, viel hem in, welk een hel-
scbo verdenking hij tegen Mc Far
lane kon doen rijzen door dien duim
afdruk. Het was zeer eenvoudig voor
hem een was-nfdruk van het zegel te
nemen, dien nat te maken met juist
zooveel bloed als een penprik hem
opleverde en 's nachts den afdruk op
den muur te brengen zelf of door hulp
zijner huishoudster. Als je de docu
menten onderzoekt, die hij in zijn
schuilplaats meenam, wed lk, dat je
liet zegel met duimafdruk zult vin
den.
Wonderlijk, zei Lestrade, zooals
u het vertelt, is liet zoo klaar als
glas Maap wat is de aanleiding tot
dit alles?
Het was vermakelijk voor mij te
zien ho© de manieren van. den in
specteur veranderd waren ©n hij dit
alles iv/roeg als een kind aan zfijn leer
meester.
Nu, dat is, dunkt me, niet moei
lijk te verklaren. Do man. die ons be
neden wacht, is een kwaadaardig en
vindingrijk mensch. Je weet, dat hij
eens door do moeder van Mc-Farlane
werd' afgewezen? Neen? Ik zej im
mers. dat je eerst naar Blackheath
moest gaan en dan naar Norwood.
Nil. deze beleediging. zooals hij het
zeker beschouwde, heeft gewerkt in
zijn schurkachtig brein jaren langen
hij heeft steed naar wraak gezocht,
maar di© niet gevonden. Het laatste
jaar heeft hij tegenspoed gehad, mis
schien geheim© speculaties en hij was
DB ZATBRDAG AVOND.
er slecht aan toe. Hij besloot zijn
crediteuren te ontloopen en zond
groote wissels aan zekeren Conelius,
die hij vermoedelijk zelf is. Die wis
sels ben ik nog niet op 't spoor, maar
ik ben zeker, dat zij op dien naam
in een of ander provinciestad wer
den geïnd, waar hij van tijd tot tijd
ging wonen. Hij was van plan zijn
naam te veranderen en, hier voor
dood doorgaand, ginds van dat geld
te gaan leven.
Dat is duidelijk genoeg I
Om alle nasporingen te ontgaan
en tevens zijn haat aan zijn vroege
re geliefde te koelen, gaf hij den
indruk door haar zoon vermoord te
zijn. Het was een meesterstuk van
schurkerij en hij heeft het meester
lijk uitgevoerd. Het denkbeeld van
hét testament, dat een aanleiding
voor de misdaad gaf, dat geheim be
zoek, dat de ouders van den jongen
man niet mochten weten, het achter
houden van den stok, het bloed en do
dierlijke overblijfselen in de asch van
het hout was alles prachtig. Het
vormde een net, waaruit het me een
paar uur" geleden onmogelijk toe
scheen om te ontsnappen. Maar hij
miste de gave van den kunstenaar,
de wetenschap, wanneer hij moest
uitscheiden. Hij wilde nog sterker be
wijzen, hetgeen reeds voldoend bewe
zen was en het touw nog vaster om
den hal,s van zijn slachtoffer halen
en zóó bedierf h'iij alles. Laat omsnaar
beneden gaan. Lestrade. Er zijn een
paar dingen, die ik hem zou willen
vragen.
Het kwaadaardig wezen, zat in zijn
eigen kamer met rechts en links een
Het was een aardigheid, mijn
goed© mijnheer, jammerde hij onop
houdelijk. Ik verzeker u, dat ik me
alléén verstopte om te zien, welk ef
fect mijn» verdwijning zou maken en
ik ben zeker, dat u niet zoo onrecht
vaardig zult zijn te veronderstellen,
dat ik den armen jongen mijnheer
Mc-Farlan© eenig kwaad toewenschte.
Dat zal de jury uitmaken, zei
Lestrade. Tn elk geval houden we je
vast, misschien wel als beschuldigd
van moord.
En waarschijnlijk zul je onder
v,indien,, dat je schuldeischcr$ het
bankcrediet van mr, Cornelius zullen
opeischen, zei Holmes.
Het mannetje sprong op en keek
mijn vriend aan.
Ik heb je heel wat te danken,
zei hij. misschien zal ik mijn schuld
nog wel eens afdoen.
Holmes lachte verachtelijk.
Ik vrees,dat je de eerste jaren
geen tijd zult vinden, zei hij. Wat heb
je eigenlijk op dien stapel hout ge
worpen? Een doode hond? Konrijnen?
Wil je het niet vertellen
Hoe onvriendelijk van jeNu ik
geloof, dat een paar konijnen genoeg
waren a-oor beide, voor het bloed en
voor in de asch. Als je ooit het ver
haal schrijft, Watson, maak je er
maar konijnen van.
Dilettantsmokkelaars
D© politiemannen, die het smokke
len moeten voorkomen, hebben een
zware taak, al ontdekken ze dagelijks
begraven schatten in den vorm van
tabak, koffie sterken drank enz.
Niet minder dan 5000 Spanjaarden
toch werken overdag in Gibraltar en
dat aijn allen dilettant-smokkelaars,
die onder hun kleeren massa's waren
over de grenzen brengen. Het is dus
wel te begrijpen, dat het smokkelen
een loonend baantje blijft, ondanks
den ijver der douaniers, die maar een
klein deel in handen weten te krij
gen.
De Smokkelaars
van Gibraltar.
(Bij de plaatjes).
Het verschil in prijs van tabak, lu
cifers en kruidenierswaren in het En-1
gelsche Gibraltar en Spanje zelf ia
een voortdurende aanleiding tot smok
kelen voor de Spaansche boeren in
dlie streek.
Die arme kerels, wier woning uit
een ellendige hut bestaat, omgeven
door een heg als afscheiding, terwijl
ze als vee een half-verhongerden ezel
bezitten, nevens ©en paar varkens,
die op het erf, en eenige geiten, die
op de kal© rotsen hun schamel voed
sel zoeken, zijn allen smokkelaars.
Behalve hetgeen ze zelf trachten
over de grenzen te brengen, gebrui
ken ze voor dit werk ook veel hond, n.
die. daarop afgericht., met razende
vaart naar de bergplaatsen rennen,
zoodra ze maar met een pak beladen
zijn.
Zelfs de zee schuwen die woeste
dieren niet.
Vaak toch worden ze aan boord
van schepen beladen niet in water
dichte zakken gepakte smokkelwaar.
Men. werpt ze dan in zee en ijlings
zwemmen ze naar de kust om in
gestrekten draf de schuilplaatsen dor
smokkelaars op te zoeken.
Zeeziekte.
Het „Medisch Weekblad" vertelt het
volgende naar aanleiding van een
verhandeling van C. RinzUeber die
Seekrankheit.
De aanleiding tot bovenstaande
verhandeling was een geheim middel.
Yanatas", iogen de zeeziekte, datB.
overhandigd werd, orrn te onderzoeken
wnarut het bestond. Op een storm
achtige vaart in do Adria. had de
jonge vrouw van een arts, die metB.
bevriend was, daarvan gebruik ge
maakt en wel met ontwijfelbaar goed
resultaat. Yanatas (het woord is ge
vormd uit do beginletters van den
Engelsche zin You are now able to
avoid seasickness) is een licht rood
gekleurde vloeistof, di© in flesschen
van ongeveer 110 c. c. m. inhoud uit
Londen in den handel komt. De prijs
der flesch is in Duitschland 5 Mk.
Uit de analy9o van B. bleek, dat
Yanatas een waterachtige 1 oplos
sing van chloralhydruat is. Overigens
is de oplossing gekleurd met zuur-
fuchsiin. het sulfozuur van het rosa
nlline. Verder bevat Yanatas suiker,
het smaakt zacht en is naar den reuk
te oordeel en met vaniline en kaneel-
olie geurig gemaakt.
Dat. hij zeeziekte matige hoeveelhe
den chlorahydraat van nut zijn, werd
sedert de ontdekking van zijn slaap
wekkende .werking herhaaldelijk be
weerd. Het brengt de hersenen tot
rust en venvijdt tegelijkertijd de ade
ren van het hoofd. De meeningen
over den aard der zeeziekte zijn zeer
verschillend' en geven zoo goed als
geefri licht daarover. B. vat zijn
ideeën over de zeeziekte, di© hij door
ervaring aan eigen lichaam en nii
anderen bij vele zeereizen opgedaan
heeft en die hij experimented aan
konijnenhersenen hoeft trachten l©
ond©rzoeken en te bevestigen op de
volgende wijze te zamen
lo. Het schommelen van het schip
veroorzaakt een vernauwing van de
slagaderen van het hoofd en dus acuto
bloedarmoede in de hersenen.
2o. Deze acute plaatselijke bloedar
moede heeft hier, evenals bij andere
aanleidingen, tot gevolg misselijkheid
en braken.
3o. De hevige werking van de buik
pers, die het wurgen en braken te
voorschijn roept, drijft een grootere
massa bloed naar de hersenen, her-'
stelt zoo na korten tijd den bloedtoe-
voer en neemt daarmede het gevoel
van on wèl zijn weg.
4o. De maag speelt bij zeeziekte een
passieve rol. Zij wordt door hert cen
trale orgaan tot braken gebracht, of
zij vol is of niet.
5o. Alles, wat geschikt is, om den
toevoer van het bloed naar de her
senen te vergemakkelijken en te vex-
grooten, werkt helpend, verzachtend
of genezend op de zeeziekte.
Onopgelost blijft wel is waar de
laatst© oorzaak, namelijk het tot
stand komen van de arieriëele ver
nauwing door het schommelen. Maar
dit is met meer bevreemddend dan
de vernauwing of verwijding do
hoofdslagaderen bij allerlei gemoeds
aandoeningen. b.v. het schaamrood
of de bleekheid van den toorn, waar
van wij ook niet meer weten, dan dat
zij door een prikkel, die van buiten
af door de zinnen op het orgaan van
het bewustzijn werkt, plotseling tot
stand komen. Onder 5o. had hij nis
physisch middel ter genezing tegen
de zeeziekte eerst de horizontale hou
ding willen noemen als dieëtisch een
mogelijk goede voeding der hersenen
door een versterkenden maaltijd,
eenige uren voor men scheep gaat
en als chemische genezingsmiddelen
alle. die zonder juist vergiftig te rijn,
een verwijding der bloedvaten van de
hersenen veroorzaken. Van deze heb
ben wij het chloraalhydraat reeds
keren kennen. Er bestaat geen reden,
waarom men bet niet in giften van
ongeveer 0.3, drie- tot viermaal bin
nen eenige uren herhaald bij ander-
gezonde menschen zou toepassen. Dit
is echter slechts geschikt bij korte
zeereizen.
Het amylnitraat werd eveneens ter
bestrijding der zeeziekte beproefd. Een
waarnemer looft liet zeer en ^beveelt
liet aan de inademing van drop
pels gaf terstond beterschap. Een
tweede prijst het ook. voegt echter
eon vermaning tot voorzichtigheid bij
en een derde raadt het af.
De verwijding der hoofdslagaderen
die men zonder gevaar veroo.zaken
kan bij zich zeiven door het inademen
van t\v©e druppels uit een zakdoek,
die er mee bedroppeld is, geschiedt
in ongeveer een kwart minuut en
verdwijnt even snel ais zij gekomen
is. B. meent, dat systematisch daar
mede gedane proeven bij zeezieken
een zeer goed resultaat hadden en dat
zij daartoe leiden konden voor korte
cn moeilijke zeetochten, zooals b.v.
tusschen Calais en Dover, werkelijk
veri'ichting te verschaffen. Voor lan
gere zeereizen zal het amylnitriet of
een daarmede verwant praeparaat
slechts beperkte aanwending kunnen
vinden, omdat zich dan toch de be
kende werking der nitrieten op het
bloed wel geldend lcunnon maken.
Ook brooipkalium en antipyrine, bed
de in niet te kleine hoeveelheden,
werden zeer aanbevolen. Theoretisch
is de mogelijkheid van een resultaat
wel toe te geven.
De positie der vrouw in
Egypte.
Dat de voorvechters der moderne
vrouwenbeweging, als zij naar pre
cedenten willen zoeken, uit de Oude
Geschiedenis zouden kunnen putten,
is een feit, dat menigeen zal verba
zen. En toch genoot de vrouw ondier
de oudste Egyptische koningen een
aanzien, als zij heden tem dage niet
heeft, doch nog pas naar streeft.
Bij de oude Egyptenaren was de
vrouw niet alleen gelijkgesteld met
den man, maar zij had zelfs ecnover-
heerschenden invloed op hem. Van
alle landen dor Oudheid is Egypte
het eenige geweest, dat de rechten der
vrouw ten volle erkende in geen en
kel ander land was de vrouw gelijk
gesteld nan den man.
Uit ontdekte papyri en grafinscrip
ties is gebleken, welk een voorname
plaats in het openbare en het parti
culiere leven der Egyptenaren de
vrouwen ingenomen hebben. Men
vindt er zelfs namen van vrouwelijke
gouverneurs in opgeteekend. Titels
en waardigheden waren erfelijk ook
op de dochters. De nog bestaande
graven van Beni Hassan bewijzen,
dat de erfelijke rechten van den
Egyptischen adel op do vrouwelijke
linie overgingen. Hetzelfde gebruik
bestond in alle klassen der bevolking.
Gedenkteckens uit den tijd van de
derde en de vierde dynastie toonen
aan. dat vrouwen persoonlijk, afge-
zzien van de positie van haar echtge
noot, met priesterlijke waardigheden
en burgerlijke ambten van boleekenis
werden bekleed. Vrouwen mocht n
schrifturen oriderteekenen. getuigenis
afleggen en vrij over haar eigen be
zittingen beschikken.
De vrouwen hadden bow Mi -
groote huiselijke rechten. Het huwe
lijk was bij do Egyptenaren een hei
lig verdrag, dat de vrouw met (len
man op den zelfden trap zette. In
het huishouden stond zij naast, niet
onder den man. Trouw werd van bei
de echtgenooten geeischt. Een meisjr
was volkomen vrij, haar echtgenoot
te kiezen.
Uit de gelijkheid der vrouwen in
het gezin volgde, dat oen dochter de-