NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. SS; et Huwelijk van Sylviane. 21e Jaargang. No. 6252 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 17 NOVEMBER 1903. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)„1.30 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummersn 0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.01% n n de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaame No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3/W* Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 17 Nov. fat O. a. Jnitenlandgch Overzieht. Too- Icritiek van Frans Netcher. irses te Woestduin. Ingezonden ibken, Binnenlandsche en Stads ichten. Bij de Naamlooze Vennootschap Lourens Coster NOVELLE DOOR C. PEEREBOOM hoofdredacteur van Haarlem'9 Dagblad |Eén deel \an 166 blz. Prijs §1.50 ingenaaid 1.90 in traaien -ichtband Verkrijgbaar door den boek- Indei en aan de Bureaux der nnootschap Z. B. Spaarne 6 en oote Houtstraat 55. iiitenlandsch Overzicht iien iog zijn. de vorstenbezoeken niet dag, eloopen. Ditmaal zijn het de Ko- 3VOS Ig en Koningin van nat ITALIË, die naar ENGELAND .ere IB om koning Edward een bezoek 5( brengen. Het vorstelijk echtpaar .j Irok van Pisa naar Marseille, waar ^Zondagavond aankwam. Vandaar le reis heden naar Cherbourg, het EngeAsch Koninklijk jacht Bafctoria and Albert" met een viertal jelsche kruisers liggen te wachten ciee, <te" vorstelijke bezoekers over zee roeren. De reis door Frankrijk ge- „Jiedt incognito, zoodat er voorhul- geen gelegenheid zal Wty, Dit zal nu wel het laatste vor- ijk bezoek van het jaar zijn, want winter geeft zelfs een zoo reis- man als keizer Wilhelm er de :eur- aan stilletjes thuis te blij- we nu ook zullen gaan hooren extra innige betrekkingen tus- |fl Italië en Engeland, zooals dat jeval was ten aanzien van Frank en Engeland na de visites, die Edward en Loubet elkaar iten Als dergelijke bezoeken [algemeene verbroedering dervol- tengevolge konden hebben, dan iden ze gebracht te worden, veel drukker dan dat dezen zo- het geval is geweest. bezoek hebben we in elk geval te goed. 't Is dat van den Czaar Rome, indertijd zoo plotseling esteld. wat de bron is geweest van 'lei geruchten en veronderstellin- en wat hoogst waarschijnlijk van oed is geweest op het aftreden van itt iruit ]Q{j vorig Italiaansch ministerie. H' fins Ouroussof. die Russisch ge- -t te Rome zal worden, heeft ver- "P rd, dat de reis van den Czaar -■^pelijk niet af-, maar uitgesteld )e Keizer vreesde, volgens dezen ornaat niet voor zich, maar zijn lalin, die hem vergezelde, vijan- manifestaties en besloot ddarom Lj homst uit te stellen. Zeker zal er het bezoek plaats hebben, want, prins Ouroussof, „het is dè Wh van den Czaar en van geheel Rusland" om alle krachten in te spannen tot het tot stand doen ko men van een Russisch-Italiaansch handelsverdrag Voor 't aanstaand] voorjaar dus? DE SULTAN heeft er nog niet toe kunnen besluiten rondweg het voorstel van hervormin gen, opgemaakt door Rusland en Oos tenrijk en nu goedgekeurd door de andere mogendheden, aan t© nemen of te verwerpen, maar volgens de „Tunes" zou de Engelsche gezant te Konstantinopel de laatste aarzelingen van den Sultan hebben overwonnen, zoodat deze in principe het voorstel accepteert. Dat „in principe" is een voorzichtige toevoeging en laat altijd den weg open om eindeloos over de onderdeelen te discuteeren. Maar ver moedelijk is het zelfs zóó weinig ver nog niet en geloofwaardiger lijkt ons dan ook hetgeen uit Constantinopel van andere zijde gemeld wordt, na melijk dat de Turksche ministerraad het door Turkije op de Russisch Oostenrijksche nota te geven antwoord nog niet heeft vastgesteld. Deze cor- respondent vermoedt, dat met de be kendmaking van het antwoord zal worden gewacht tot den Ramadan, de maand, die aan het Mohamme- daansch Nieuwjaar vooraf gaat. Waarom die correspondent reden heeft dat te denken, vermeldt hiij niet. Misschien redeneert de Turksche re- geerihg aldusMijn antwoord zal toegevend moeten zijnwacht ik nu tot den Ramadan, een maand, die ge wijd is aan drukke godsdienstoefenin gen en waarin zeer streng vasten voor alle Mohammedanen verplicht is tot zonsondergang, dan bestaat er niet zooveel kans, dat er uitingen van on tevredenheid uver ons toegeven plaats grijpen, want de aandacht is in hoofd zaak bij de godsdienstoefeningen en... een ledige maag maakt gedwee. We weten niet of de Porte deze ver nuftige iredeneering gehouden heeft, maar gelooven toch óók wel. dat het antwoord zich nog een poos zal laten wachten.'. HET TOONEEL. „MUISJE" door het Rotter- darnsch Tooneelgezelscliap wijl die van „muisje" (de ingénue-rol) aan mej Mauhs was toegewezen. Maar nu willen we tot het belangrijk ste van den avond terugkomen, n.m.l. tot het s p e 1. En het valt niet te ontkennen, dat de aandacht geconcentreerd was op een moeder van twee zulke dochters te spreken dat ze dus wel wat te wei- nig „geposeerde" dame was (wat niet door een grijze pruik alleen te maken is) was dus niet haar schuld. Aangenaam werden we ook nu weer getroffen door den beschaafden toon, Prins Ferdinand1 heeft Zaterdag het BULGAARSCHE Parlement geopend met een troonre de. waarin gezegd wordt, dat ver schillende uitgaven noodzakelijk moes ten geschieden ten behoeve van het leger, we weten waarom. Het was op Turkije gemunt en Bulgarije zou het zeker vóór eenige maanden hebben aangegrepen als het de hoop had kun nen koesteren gesteund te worden door Rusland. Alle uitzicht daarop was echter door dit Rijk op afdoende wijze ontnomen. Voorts belooft de Bulgaarsche re geering in de troonrede alle mogelijke pogingen te zullen doen om de goede verstandhouding tegenover Rusland (dat gelooven we gaarne) en tegen over de overige buurstaten (dit is minder geloofwaardig) te laten be staan en zoo mogelijk nog te verbe teren. Vermelden we ten slotte nog, dat blijkens bericht van Zondag de toe stand van KEIZER WILHELM zoo goed moet zijn als men in de ge geven omstandigheden wenschen kan. De wond is bijna geheel genezen en de Keizer mag weer zacht spreken. „Muisje" (La Souris) is geen nieuw stuk. en zijn schrijver is geen nieu-| weling. Deze laatste (n.m.1. de schrijver) is Edouard Pailleron, tijdens zijn leven een zeer gevierd, rijk en succesvol auteur van verschillende stukken, o.a. van „De wereld waar men zich verveelt". Bovendien was hij geestig enlid der jFransche Académie. Het eerste (n.m.l. het stuk) dagteekent ui; het jaar 1887, en werd 't eerst gegeven in Frankrijk's beroemdsten schouwburg, de „Comédie Francaise" te Parijs, met tooneelheroemdheden als Mad.lle Rei- chenberg en Worms in de twee belang rijkste rollen. Van de Fransche hoofdstad uit maakte het een triomftocht over alle tooneelen van Europa en werd het op zijn minst1 in zes of zeven Europeesche talen over gezet en gespeeld. Ook Holland heeft er indertijd zijn deel van gehad. Mientje Sasbach (nu Mevr. Erfman). Anna Reukers e.a. bebbeia er vroeger naam in gemaakt. Over het stuk zouden we dus eigenlijk niets meer behoeven te zeggen, want het spel wordt bij een reprise hoofd zaak. De verdiensten en de fouten van het werk zijn in vroeger jaren reeds vol doende ontleed en in het licht gesteld het eenige wat dan nog voor belang-1 rijks overblijft, is een vergelijking tus- j schen het spel van vorige en de heden- daagsche spelers en speelsters. En dat was dan ook het meest interessante van den avond, van Zaterdag. Maar aangezien 't reeds zoo vele jaren geleden is. dat „Muisje" hier gegaan is, willen we toch nog even, met een heel enkel woord aan den inhoud van het stuk herinneren 't Komt dan hier op neer, dat op een buitenplaats, ergens in Frankrijk, een weduwe woont met twee dochterséén, wier man na een leven van zwieren en uitgaan, in een gekkenhuis zit; en één, nog een ..bakvischje" dat den bijnaam van „muisje" heeft gekregen, omdat ze zoo klein, stil en zacht is. zich onhoor baar door het huis beweegt en de ka mers binnen komt zonder dat men het merkt. En in dit huis komt een hartenbreker, een Don Juan, uit Parijs logeeren, die zijn hof aan de oudste dochter maakt. Maar nu is het zielkundig gegeven van het stukde psychologische ontleding van het gemoedsleven van het bak vischje, dat op den Don Juan, die haar eerst nog als een kind behandelt en haar lastig vindt (omdat hij bemerkt dat men een huwelijk tusschen hen in den zin heeft) verliefd is, totdat deze haar ware gevoelens voor hem bemerkt en zelf ook verliefd wordt. Het „opengaan van een zieltje" zou men dit tooneelwerk van Pailleron ook kunnen noemen, hetwelk, aangezien het van dezen Franschen auteur is, vol aardige zetten en conversatie-geestighe den is. die de medespelenden elkander telkens toekaatsen. De rol van den Don Juan, van een „jeune premier in zijn nadagen" (de eenige mannenrol tusschen rijf Vrouwen) werd door Frits Tartaud gespeeld, ter Mej. Mauhs, eene nieuwelinge die dit- die het spel vooral van de dames maal nu eens niet door de Amsterdam- van het Rotterdams clie gezelschap gun- sche Tooneelschooi was afgeleverd, j stig kenmerktwel begonnen de dames maar die haar theatrale opleiding geno- j in den aanvang weer hun Rotterdam- ten had op de particuliere dramatische sche poppen- of hoofdstemmetjes op te school van Mej. Esser. zetten, welke we vroeger al eens om- En die belangstelling kwam niet aj- 6chreven hebben (en die men elkander leen voort uit de belangrijkheid vanbij dit gezelschap nadoet) .maar geluk- hare rol (n.m.l. die van Marthe. feitelijk kig won later op den avond de Natuur de voornaamste vrouwenpartij), in wel- 't toch weer van de Onnatuur. ke zij Mad.elle Reichenberg, Mientje De dames hadden veel succes met haar Sasbach e.a. als voorgangsters heeft ge-[fraaie toiletten; alleen viel mevr. Tar- had, maar ook uit het feit, dat er overtaud er wel wat „uit" met haar reform- haar en haar vertolking al zooveel in'japonnen, die 't in deze chique, Fran- de pers geschreven was. Ook hier in desche omgeving, minder goed deden, stad was de verwachting gespannen door Het stuk, waarvan het décor (eene kranten-uitknipsels die verspreid wa ren, niet over liet stuk, maar uitslui tend en alleen over Mej. Mauhs en haar spel. Mej. Mauhs heeft daar natuurlijk geen schuld aan maar zoo iets is toch ge vaarlijk. want de reclame kan de ver wachting van een nieuwelinge wel eens te hoog spannen, en dan komt, o zoo gauw de reactie die, eenmaal teleurge steld, licht in een ander uiterste vervalt en dan aan 't afbreken gaat. Maar de reclame heeft haar ditmaal niet benadeeld. Deze jonge artieste met een 6prookjesnaam (Elsa) is haar rol even knap blijven spelen als we die van haar eenige weken geleden te Rot terdam hadden gezien. Ze heeft een nu nog aangewezen uiterlijk voor een ingénueeen lieven, reinen mond. groote, nog kinderlijke oogen, een fijn figuurtje. Ze was wel het beeld van jeugd en reinheid, dat ze geven moest. Ook haar stem was lief en zacht-rein; maar het was te bemerken, dat die stem een zeer goede school bij haar leermees teres had doorloop en .wat vooral opviei bij haar uitspreken van de r en door de wijze waarop zij de klinkers hun jufsten klank gaf en tot hun recht deed komen; articulatie en mondverzetting waren eveneens zeer goed. En wanneer in de toekomst haar natuur de baas blijft over haar school en dat zal gebeuren wan neer zij een vrouw van temperament is dan heeft ons tooneel aan mej. Elsa Mauhs bepaald een goede aanwinst ge daan, Tarfaud was in de rol van den Don Juan van veertig jaar niet goedhij was vierkant, stug. en te burgerlijk voor tuinkamer met uitgestoken marquise) te prijzen was, ging voor een zaal. die op de eerste rangen (niettegenstaande den Zaterdagavond) goed bezet was. FRANS NETSCHER. Stadsnieuws Haairlem. 16 November 1903. Zondagavond heeft de nieuwe Bis schop van Haarlem, mgr. Callier, rijn plechtige intrede gedaan in den Ka thedraal. Bij dit plechtig Lof werd de Bis schop, die gekleed was in vol or naat, geassisteerd door de WelEerw. Hoeren De Vogel, kapelaan te Am sterdam, neef van den Bisschop, als diaken, en Wassen, kapelaan van St. Bavo als sub-diaken. Nadat Mgr. B. Dankelman een ge bed had uitgesproken voor het behoud van den Bisschop, sprak deze de zeer talrijke menigte toe naar aanleiding van den brief van den apostel Paulus aan dé Teisselonisessen. Na deze toespraak gaf de Bisschop den aanwezigen zijn zegen, waarop do or mgr. Dankelman werd voorge lezen de verleening van een aflaat van 40 dagen. Na afloop van het Lof nam Mgr. Callier in zijn zetel plaats, liet zich van zijn plechtgewaad ontdoen en verliet, de menigte zegenend, de Ka thedraal De Inbraak in bet Koloniaal Museum. De Dader Bekend. Overdragen van grond. Wanneer iemand grond overdraagt aan de gemeente om dien te doen bestraten en rioleeren, dan betaalt hij daarvan de kosten. Daar het schijnt een Parljsclien markies en lady-killer. dat die bepaling niet B°e<i Maar zou er wel een Hollandsch iMrd is stelt bet College van B. en acleur zijn. die deze high-life rol naar \Y. voor te bepalen, dat voortaan be- behooren zou kunnen spelen? Dat is geen taald zal moeten worden „de geheele „som, die van gemeentewege gerekend „zal worden noodig te zijn voor de in en op de over te nemen gronden „te maken openbare werken (dus ook de kosten van bestrating) en dat hij van die som bovendien nog betalen zal 10 pCt. voor ééns, als bijdrage in de kosten van onderhoud. Voor exploitanten van bouwterrei nen, is dit nieuw© beginsel niet onbe langrijk. Immers „met hert kleine vangt men aan om met het groote voort te gaan". De 10 procent zouden wel eens tot 20 of 30 of meer kunnen aangroeien, zooals vroeger ook de bij drage in de kosten van bestrating en rioleering van 50 op 75 en ten riotte op 100 procent gekomen is. „Hollandsch" werk 1 Bovendien maakte hij zijn terzijde's veel te dik en speelde hij ze veel te veel in de zaal. Mevr. Van Eijsden-Vink was zeer ver dienstelijk in een dier rollen van koket terie en lichamelijk-mooi. waarin we haar 't liefst zien en waarin zij haar grootste triomfen vierten mevr. Tar- taud-Klein speelde met distinctie en in gehouden bescheidenheid de rol der vrouw, wier man in het gekkenhuis zit, en wist zich te hoeden voor het verval len in geknakte lelie-achtige neerslach tigheid. Mevrouw Kerkhoven-Jonkers is een artieste van een veel te levendig temperament en is nog veel te jong. om voor een weduwe van twee mannen en Zaterdagavond omstreeks half elf heeft een brutale inbraak plaats gehad in het Koloniaal Museum alhier. Na aan de zijde aan den Kleine Hout weg te zijn bi nm engekomenheeft de man zich door uitsnijding van een ruit door afschuiving van den afsluit boom aan de achterzijde van het Mu seum toegang weten te verschaffen. Daarna heeft hij de afsluiting van de hoofddeur, uitkomende op de binnen plaats, nabij het groote ijzeren hek aan de Dreef, afgenomen, waarschijnlijk om zoodoende zijn aftocht te kunnen dek ken. En vervolgens heeft de man ge tracht de"deur te forceeren, welke toe gang geeft tot de kamer voor de In dische Kunstnijverheid, in welk vertrek ook het portret van wijlen den heer F. W. van Eeden is geplaatst. De deur verraadt duidelijk de sporen van braak, waarschijnlijk is hier met een beitel gewerkt. Toen de man daar mede bezig was, heeft hij bepaald de voetstappen gehoord van den surveil lant, die iederen avond op verschillen de tijdstippen de ronde doet. Daar deze echter kwam van den kant der hoofddeur was den inbreker den aftocht afgesne den, en vluchtte hij derhalve verder het gebouw in naar de zijde der Paviljoens- laan. De surveillant, Gijs de Lange, die ook aanstonds bemerkt had dat de afsluiting der hoofddeur was verbroken, vermoed de onraad. Wei gewapend, de lantaarn in de hand, doorzocht de 19-jarige moe dige jongeling de stikdonkere museum- vertrekken, natuurlijk nog niet wetende of hij op zijn weg met één of meerdere inbrekers te doen zou krijgen. 't Was bepaald een angstig oogenblik. Eindelijk kwam de onverschrokken be waker in de kamer van den custos. Daar zag hij in een hoek een gedaante bewegen. „Werda, of ik schiet", klonk zijn waarschuwing. En op hetzelfde oogenblik sprong de man te voorschijn onder den uitroep „O God Gijs spaar me Bij het licht der lantaarn zag de Lan ge nu een persoon, in wien hij aan stonds een timmermansknecht herkende, die eenigen tijd geleden herstellings werken in. het Museum had verricht. Op zijn smeeken liet de surveillant den inbreker vrij uitgaan, waarna hij aanstonds den directeur Dr. M. Greshoff en vervolgens de Politie waarschuwde. Een nauwgezet onderzoek werd nu in gesteld, waaruit bleek dat gelukkig nog niets was vermist en de beschadiging alleen bestond uit de vernieling van een ruit en van een deurpost. Hoewel de voorwerpen voor dieven niet de minste waarde hebben, zou het toch zeer te betreuren zijn geweest, wanneer de verzameling, die wetenschappelijk hoogst belangrijk is, zou zijn geschon den of beschadigd. Daarom aan Gijs alle hulde voor zijn flink en moedig optreden. De politie onderzoekt op dit oogenblik de zaak verder, en zal, zoo zij het nog niet gedaan heeft, den dader wel spoe dig arresteeren. opdat hij zijn welver diende straf niet ontga. Fenll I et on. Naar het Engelsch van ARNOLD BENNETT. HOOFDSTUK I. Schoone Mevrouw Cavalossi zat in haar prachtigen privé in Hótel Cecil en keek uit het raam over de oevers van de en over .die bruggen, met hun lig leven op weg en water. De scheen helder. Het was volle zo- De boomen in de tuinen stonden ia blad. de geraniums langs de ai schitterden in hun helle kleu mer de voortsnellende hansoms zonnetenten bevestigd en de te grijze plezierbooten vervoerden ladingen van feestgangers, frater scheen even blauw als de zelf. alles was blij en lachend halve mevrouw Cavalossi, wie fas aan te zien, dat zij' ontkemd haar gemak was. Toch was zij nog jong, scheen rijk en verheugde zich in het bezit van een merkwaardige verblindende schoonheid. Op het eerste gezicht zou men haar voor 25 of 26 jaar hebben gehouden, maar bij nadere beschou wing zou men uit de vaste lijnen van den mond, het geheimzinnige in haar oogen en den indruk van levenserva ring dien zij gaf, hebben opgemaakt, dat zij wel ouder kon zijn. Inderdaad was zij 34 jaar oud' en sedert 17 jaar weduwe. Was zij reeds een vreemde, raadselachtige vrouw, het vreemdste en raadselachtigste aan haar was wel dit. dat zij gedurende al die jaren ongetrouwd was gebleven. Het scheen ongeloofelijk, dat rij niet vroeger of later was bezweken voor de talrijke aanzoeken, die aan een vrouw van zulke schoonheid moesten zijn ge daan. Wie dat gelaat bekeek, verwon derde zich en vond het verrukkelijk dat ovaal gelaat niet donker en niet blond, maar tusschen beide in, de parelvormige oogen, het wonder schoons profiel van den Griekschen neus, de fijne, flinke mond. met de Ietwat dunne en saamgeknepen roode lippen, de kin, die een wonder was van lijn, de ronde wangen als roze- blaren zoo zacht van tint en zonder eenig hulpmiddel van de kunst, het hooge helderwitte voorhoofd, de klei ne, halfverborgen ooren. Maar wie het goed bekeek, gevoelde toch tevens een vage vrees voor den donkeren blik die nu en dan uit die oogen op-1 vlamde. Ja waarlijk, het moest wel I een dapper, ja een overmoedig man 1 zijn, die mevrouw Cavalossi ten hh-j wielijk durfde vragen. Zij stond plotseling op en ging eenl paar maal de kamer op en neer. Zij was gekleed in een geheel wit wandel- costuum, met een witten hoed, waar. onder haar bruine haar licht gekruld was, een zeer eenvoudig toilet, maarl dat onberispelijk naar de laatste mo de was. Naar het venster terugkeeren- de, staarde zij. zonder iets te zien, naar het prachtige panorama voor haar en drukte toen op een electrisch belletje. Een dienstmeisje met het gebmike-1 lijke zwarte schort verscheen. Adela, hoe laat is het precies j De klok is blijven stilstaan. Precies kwart vóór twee, me vrouw. Is Dr. Colpus nog niet gekomen Neen, mevrouw. Zeg aan Sims, zeide mevrouw Cavalossi, op haar lippen bijtende, dat hij in de vestibule van het hótel op den dokter wacht en hem bij mij brengt, zoodra hij komt. Geef mij de handschoenen en de parasol, die gis- teren van Doucet gekomen zijn en vraag aan mevrouw Drew, om m haar kamer te blijven totdat ik haar laat roepen. Ja mevrouw. Adela ging heen, maar had nauwe lijks de deur gesloten, of zij opende die opnieuw en kondigde aan: Dr. Colpns. De bezoeker was een slank, rechtop gaand, levendig man van gevorderden middelbaren leeftijd. Zijn haar en rijn lange knevel waren grijs. Hij droeg een onberispelijk grijs reispak en scheen buiten adem. Mevrouw Cavalossi kwam naar hem toe en begroette hem met een v.rien delijken handdruk. Als ik je noo dig heb. zal ik je wel bellen, zeide ze en Adela ging heen. Nauwelijks waren mevrouw Cavalossi en haar bezoeker alleen of de uitdrukking van haar j gelaat veranderde. Ge zeidet. dat ge te 9 uur zoudt; komen, zeide zij streng. Hebt ge ver- geten. dat binnen twintig minuten Arthur Forrest hier zal zijn De trein is laaihij vertrok al te I laat uit Edinburgh en had oponthoud gedurende den nacht. De trein I zei ze sarcastisch, als- of Dr. Colpus verheven had moeten' wezen boven de grillen van spoor-, wegen. Ja, de trein, herhaalde hij; terwijl' hij in een koelen, onverschilligen glim lach zijn mooie tanden liet zien. Dacht ge, dat ik den Schotschen sneltrein zou besturen Zij maakte een gebaar om hem te doen zwijgen en riep ongeduldigis alles gereed? Alles is in orcfe. Hebt ge de papieren, het huwe lijks-certificaat de geboorteacte Ja. En zijt ge vast en zeker over tuigd. dlat er geen enkele moeilijkheid of vergissing wezen kan Beste mevrouw, daarvan was ik zes maanden' geleden al overtuigd, toen ik u zei. dat ik deze reis voor onnoodig hield. Maar op echte vrou- wenmanier besloot ge, op het laatste oogenblik, dat het gedaan moest wor den ©n daarom is het gedaan. Ik ben uw onderdanige dienaar, zeer honge rig en slaperig. Ge zijt onschatbaar, zei ze thans glimlachend haar witte hand op zijn arm leggende. Wel. ge ziet zoo frisch als een schooljongen. De toiletkamer in den trein was bewonderenswaardig, zei hij, en zooals ge weet. is het mijn levensdoel om een jonge dandy ie wezen. Maar er is nog een zaak, die ik met u be spreken moet en daar Forrest hier zal zijn binnen twintig minuten, hebben wij twintig minuten om het in orde te maken Wat in orde te maken? Dat zal ik u zeggen. Wij hebben bepaald, dat ik honderdduizend pond zal hebben, als de zaak slaagt Alszei mevrouw Cavalossi, met een verbaasden nadruk op het woord. Als de zaak slaagt Is ze dan nog niet geslaagd Neen, zei Dr. Colpus, ze i9 nog niet geslaagd. Ge voorziet misschien, zei de andere ironisch, dat onze jonge vriend nog een zonnesteek kan krij gen op straat of een_ ander vroolijk ongeluk van die soort? Neen, zeker niet, ik vertrouw, dat onze jonge vriend in het. bezit zal zijn van zijn volle gezondheid, zei de dokter, glimlachende. Toc*n voegde hij er bij, terwijl zijn gezicht plotse ling hard. ruw en terugstootend werd: Totdat Totdat Ik geloof, dat hij rijn volle ge zondheid zal bezitten, totdat De dokter zweeg opnieuw. Zijn oogen ontmoetten die van de schoone mevrouw Cavalossi en nadat zij el kaar lang hadden aangestaard, wa ren het niet de oogen van de vrouw, die zich het eerst afwendden. Totdat hij die gezondheid niet meer bezit, zeide zij onverstoorbaar. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1