DE ZATERDAGAVOND. Maats# van Levensverzekering Haarlemsch Meubelmagazijn Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad Echt Yicloriaiater. T afeldrank P. BAGGERMAN, Kleine Houtstraat 7, Xfe cü. ëss £20 j et, et, ar Kleine Maatsiraat 15 bij de Aaega&g. „In de blauwe Bril" Specialiteit in avondbrillen. Scott's Emulsie Levertraan Emser-Pastilles Pastilles Geraudel Pastilles Poncelet Teer-Capsules K. VAN EDEN, Spaarne38. A. DE ROVER, EngelscheenBelgisciieAntiiraciet U Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Een geheimzinnige briefkaart. *5 D Iff J: 8 f.rS£SJ -SlLS IP DE ZATERDAGAVOND. van bot Koninklijk Huis der Nederlanden. N.B. HetVICTORIAWATER wordt desverlangd ook ge- loTerd in heele en halve ilesRchen Toorzien Tan schroefsl uiting. Verkrijgbaar bij; in Minerale Wateren. HAARLEM. Tweede Mollandsche gewestigd te KAURLEBB Goedgekeurd bg Koninklijk Besluit. Opgericht in 1870. Sluit alle verzekeringen gegrond op de levens- en sterftekansen der menschen. Is eene zuivere onderlinge Maatschappij. Hare tarieven zijn berekend volgens de nieuwste betrouwbare gegevens. Inlichtingen en prospectussen verkrijgbaar ten kantore der Maatschappij, Jansweg 42. HG£0gTEi» GEVKAAGKI. lieeft het het volste ver, rouwe» genoten sis to zijn 't GOEDKOOPST eit SOLIEDST adres. Meubelmakerij. Reparatie-inrichting. Stoffeerderij Onder aanbeveling» A. BOKKËË Ase. Stoomkleerenbieekertj VAN JOH" JACK. Lange Meerenvest 138-138» Haarlem. Bediening naar wenseh. Attesten op mijn kantoor ter inzage. De wasschen zijn tegen brandschade verzekerd. Koningstraat 10. Brillen naar medisch voorschrift worden correct tegen billijken prijs geleverd. J. J. WEBER Opticas. Engelsche, Hollandgche en Dnitsche gewone en smaaklooze TELEFOON (intercNo. 486. Brouwersvaart 108-108a Specialiteit in: Halfvetnootjes, Steent olen, Cokes tegen fabrieksprijs, Briquetten in soorten, Turf, Hont enz. Telephoon 31b (Interc 149 DIAMANT. over politiek te spreken't komt mij in het algemeen min gepast voor, maar er zijn tijden, waarin spreken plicht is Al,3 de herder ziet, dat de kudde dreigt te verdwalen, dan mag hij niet werkeloos toezien 13ij de laatste woorden was hij onwillekeurig in den preek toon vervallen, die echter in dezen kring niet den minsten indruk maakte. Rondziende, ging hij op meer gewonen toon voort :,,Maar zooals lk zeide, ik wil in deze niets doen vóór ik meneer Magnus' oordeel heb gehoord, ALs hij er tegen is dan..." Op dU oogenblik viel de heer Magnus, die strak naar het plafond had zitten staren, hem ruw in de rede ,,Laat een van jelui uitvisschen hoeveel hij voor zijn kerk ixoodig heeft en geef het hemJongen", liet hij er met verheffing van stem op volgen, breng me nog een soda". ,,0, ik ben u zeer dankbaar", zeide ds. Price, eenigszins van zijn stuk gebracht„natuurlijk was het niet dót waarom ik hier kwam, maar ik neem het dankbaar aan. U doet daar in edo een goed werk, meneer MagnusEn nu zal ik de heeren niet langer storen." Hij stond op, boog glimlachend naar Techts en links en begaf zich toen haastig naar de deur. Geen der aanwezigen nam de moeite hem uit, te laten. Toen hij verdwenen was, werd er hier en daar even spot tend gelachen, maar niemand maakte eenige opmerking. Er heerschte een paar minuten stilte, gedurende welke leder m t zijn eigen gedachten bezig was. De eerste die het stil zwijgen verbrak, was de heer Magnus, die zich intusschen van een nieuwe brandy-and-soda had voorzien. Op dit oogenblik hoorde men ln de verte een dof gerommel, dat verscheidene seconden aanhield. „Onweert het?" vroeg een der heereli verbaasd. De heer Lethbridge stond gedienstig op om even bulten to gaan zien. „Noo", zeide hij, „onweer is het niet, de lucht ls volkomen bolder." ..Ik denk dat ze een skip te zwaar geladen hebben en dat het ding omgevalion is" veronderstelde de heer Crookes „de wind is hierheen." Op dit oogenblik hoorde men bulten haastige voetstappen de dj>ur werd opengesmeten en een man kwam binnenstormen, D I A M A N T. 146 dat, uitgenomen de Chineezen, zij de geheele gekleurde bevol king op hun hand hadden weten te krijgen. Van den kant der Portcrspartij werd het als een meesterstukje van ver- kiezingstactiek beschouwd, dat zij er in geslaagd was, de Chineezen, die vrij wat stemmen vertegenwoordigden, voor li a ar candidaten te winnen. Daartoe was niets anders noo dt g geweest, dan het gerucht uit te strooien, dat Davidson's vader een Japannees was geweest. Dat werkte onmiddellijk. De Chineezen waren nu vast besloten om als óén man te stem men op de candidaten der Porterspartij geen macht ter we reld zou hen van dat besluit hebben kunnen afbrengen. Nog meer dergelijke praktijken werden door Magnus' huur lingen aangewend. Toch gaf de tegenpartij de hoop niet op, Als ©lechts enkele leden der Portergpartij zich voor den vier den zetel van stemming onthielden, zou Davidson het halen. Dit vooruitzicht, en misschien ook een vaag besef, dat hij een onhandigheid had begaan door met oen zoo onigewilden candidaat als Lethbridge aan te komen, werkte zeer op het humeur des heeren Magnus. De gedachte, dat men hem durfde weerstreven niet alleen, doch openlijk durfde dwarsboomen, deed hem schuimbekken van woede. Grof en aanmatigend was hij altijd tegen ieder die hem naderde, zijn beide collega's in den raad van bestuur der Portersmaalsehappij niet uitge zonderd in deze dagen echter was hij ongenaakbaar. Een der verkiezingsagenten, die hij in zijn dienst had, had hij zoo afgesnauwd e>n uitgevloekt, dat de man aan ieder die het hooren wilde, verklaarde, dat het maar weinig had ge scheeld, of hij had den millionnair de hersens ingeslagen. Van den kant der Portersmannen hoorde men allerlei dol zinnige bedreigingen. Als de heer Magnus zijn zin wiet kreeg, en zijn vier candidaten niet allen werden gekozen, dan zou hij al de hypotheken op eigendommen in Camherton opkoopen en huis voor huis laten omverhalen. Of hij zou den geheelen handel overbrengen naar ChLselhurst en Cam berton totaal te gronde richten, en de bevolking laten om komen van honger en gebrek. Toen deze bedreigingen den redacteur der Camberton Post tor oore kwamen, welk blad kort geleden ln handen was ge komen van de partij der onafhaiiikelijken, publiceerde hij den volgenden dag een artikel, waarin op vermakelijke wijze met den grooten man de draak werd gestoken en, hij werd voor- 1-1 r te i Ho. IQ8. O JQ tan. I mw g- S;I Zaterdag 28 November. Meest gelezen Dag-blad in Haarlem en Omstreken De briefkaart lag op do ontbijt tafel. Zy had me een onbehaaglijke huivering door de leden gejaagd. Ik schaamde mij niet er voor te beken nen, dat ik geschrikt was en dat mijn eten zyn smaak, mijn koffie haar geur verloren scheen te hebben. Hetty, mijn vrouw, keek verwon derd naar me. Wat is er aan de hand, Wil lie vroeg ze op verbaasden toon, je kijkt alsof je een geest gezien hadt, Ontbijt maai' eerst af, zei' ik, pogend kalm en opgewekt te spre ken, ontbijt at' en dan zult gy alles weten. Toon hot ontbijt was afgeloopen, gaf ik de briefkaart aan mijn vrouw. Zy las ze, uitte een lichte kreet en vroeg toen snel O, Willie, wat kan dat betee- kenen De kaart, die naam noch adres droeg, luidde aldus„Maak u gereed te sterven vóór het 'einde van het jaar." Wat het beteekent, liefste? Waarschijnlijk is liet een dwaze aar digheid, maar wie er verantwoordelijk voor is, mag zich wel schamen. Ik zal even aan hot politieburoau aan- loopen als ik do stad in ga on het ding aan den inspecteur van politie overhandigen. Ja, doe dat, stemde zy toe, en als do ellendeling, die de kaart schreef, gesnapt wordt, hoop ik dat zo hem voor zijn levon achter slot zotten. Hetty's begrippen van strafrecht waren eenigszins vaag. De inspecteur Bates streek eens door zyn eenigszins dun haar, toen ik de geheimzinnige briefkaart aan hem toonde. -- Dat beteekent alweer heel wat werk voor de politie, merkte hy ge- wichtiglyk op. Laat my do kaart, mynheer en ik beloof u, dat we ons best zullen doen den schrijver ervan uit te vindon. Wat denkt u van dio zaak vroeg ik na een korte pauze. Hy keek my strak aan, terwijl hij langzaam zei Weet u of er iemand is, die u haat, mynheer? Ik lachte eenigszins gedwongen, terwijl ik antwoordde: Nu, dat weet ik niet. Ik meen, dat ik met de moeste lui op goeden voet sta. Maar wachtNu ik er over nadenk, er is één man Ja, ja, riep de inspecteur, ter wijl hy zyu notitieboek te voorschijn bracht. Ga voort, mijnheer. Wel, er is oen kwaadaardig ke reltje, Öhiplake genaamd, dien ik uit mijn dienst ontslagen heb, omdat hy knoeide in het kasboek. Zyn laatste woorden, toon hy uit myn magazijn ging, waren„Dat zult go me be taald zetten, Mr. Leicester!" Juist, juist, antwoordde Bates in gedachten. Hm! Zeg, zou u me soms iets van 's mans handschrift kunnen laten zien, om het met de briefkaart te vergelijken Natuurlijk zal hy zyn schrift Gaven we onlangs een afbeelding van de brug over do Avia, waar Tur ken en Bulgaren van aangezicht tot aangezicht staan, onze plaat geeft thans nog een ander grenspunt te zien, dat tot het uitbreken van den strijd allicht aanleiding geven kan. 't Geldt hier nl. een weg nabij Gui- verandord hebben, zei ik, verbaasd door do stommigheid van de vraag. - Iemand kan zyn schrift niet ver anderen voor een deskundige, een schriftkennor, antwoordde de inspec teur verontwaardigd. Wo hebben des kundigen, mijnheer, dio overeenkomst in schrift weten te ontdekken, die u of ik niet zouden zien Goed, antwoordde ik. Ik zal u verscheidene stukkon geschrift van Öhiplake met den avondpost doen too- koinen. lk hield myn woord en verzond drie brieven, die door Öhiplake go- schreven waren, tijdons hy in mijn dienst was. Maar ik had de moeite kunnen sparen, want den volgendon morgen kwam er een brief met het postmerk Melbourne. Deze was van öhiplake zelf en hy vroeg om oen getuigschrift. Natuurlijk beloonde ik de onuit staanbare brutaliteit van den kerel niet door aan zyn verzoek te voldoen, maar do brief kon van dienst zyn 011 kwam op een geschikt oogenblik. Hij bewees dat do anonieme brief kaart niet van hem kon zyn, daar er 10.000 mylen zee en land tusschon ons lagen. Maai' van wie was zy dan Dit was de vraag, die my nacht en dag bezig hield. Ik liep rond in vrees en onrust. Dikwijls ontwaakte ik in de stilte van (ion nacht 011 meende een moordenaar te zien, ge bogen over mijn bed met een dolk of revolver in de hand. Hetty, die aUyd een hekel had go- had aan honden, omdat ze doodclyk bang was voor byton, was nu held haftig genoeg me aan te sporen zoo Aan de Grenzen. hevo, die, Turksch grondgebied zijn de, door de soldaten van den sultan wordt afgepairouilleerd. Daar echter die weg tevens de grensscheiding is tusschem hot Turksche en Bulgaar- sche gebied, staan er ook Bulgaar- sche soldaten op schildwacht, en eeni ge malen daags passeeren de Turk sche patrouilles de Bulgaarscho wach ten. Deze nemen daarvan echter wei nig notitie en ook de Turken kiijkotn vorwoeder naar de dagbladcorrespon denten, die zich bij die posten bevin den en die zij voor opstandelingenlei ders aanzien, dan naar de op wacht staande soldaten. één van haar vijanden in huis te brengen. lk heb liet land aau dio akelige dieren, zei zo, maar jou loven, lieve Willy, is moor waard dan al hot andere. Ik ging or op in. Bob word in huis geïnstalleerd en vergalde den nacht met zyn gehuil. Mijn vrouw en ik, we sliepen nau welijks een paar uur. maar wo troost ten ons mot do gedachte, dat, als de schrijver van de briefkaart het waag de ons te naderen, hij in Bob er één zou vinden, die hem flink to woord zon staan. Do gelegenheid om zyn functie van waker uit te oefenen, word het dier echter niet gegeven en ik begon me zelf al wys te maken dat do geheele zaak een foppery was, toen ik één mijner buron ontmoettedie van schrik geslagen scheen. Kyk eens bier, Leicester, zei lijj, kijk die brief kaart eens! Die ont ving ik vanochtend en ik verzeker je, dat het me aangepakt heeft. -- Lieve hemel! riep ik. Dezelfde woordenhetzelfde schrift! Het was maar al te waar. Thomp son, dio myn opmerking hoorde, vroeg inlichtingen, waarop ik hom vertelde dat ik vóór oenigo weken een derge lijke geheimzinnige kaart had ont vangen. Ik geloof werkelijk, zei hy sid derend, dat dit het werk is van één of andere moordenaar-maniac. Ilij liep weg en riep me nog toe, dat hij naar het politieburoau ging. Ik haalde myn schouders op, want ik wist wol, dat do politie, die niet in staat was geweest my te helpen, het evenmin hem zou kunnen doen. Drie maanden gingen voorbij. Hot jaar naderde zyn eind en ik begon ine vreeselijk ongerust te gevoelen. Ik schafte een revolver aan, dien ik stoods by my droeg en ik ging, als ik het eenigszins kon laten, niet na donker uit. De autoriteiten hadden intusschen geen spoor ontdekt van den schrijver dor anonieme kaarten. Op zekeren morgen, tcrwyl ik myn ochtendblad doorkook, viel myn oog op het volgende bericht: „Groote sensatie wordt in do stad en het land verwekt door do rond zonding van buitongewono anonie me briefkaarten. Daarin worden de adressanten mot den dood bedreigd vóór het einde van dit jaar. Naar wy ver nemen, zyn allo pogingen, om don schrijver of do schrijvers van dio kaarten te ontdokken, tot dusver vergeefs geweest. De politic heeft vorschillendo on- dorstollingen gemaakt om hot rond zenden dezer kaarten te verklaren, maar de meest aannemelijke is, dat zy verzonden zijn door iemand, die lydt aan een raoord-manie. Verdere ontdekkingen worden met groote belangstelling tegemoet gezien." Dus waren Thompson en ik niet alléén in onze hachelijke positie. Ook anderen hadden zulke schrikwekken de briefkaarten ontvangen en ik moet bekennen, dat deze wetenschap my con groote troost was. De moordenaar kan dan toch niet heel Groot-Brit- tanniö en Ierland vermoorden en door deze gedachte gerustgesteld, sliep ik rustiger dan sedert maanden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5