INGEZONDEN Binnenland Staten-Gteiieraal Kameroverzicht. Ook gisteren kwamen, bij de voortge zette behandeling der Indische begroe ting, weder een groot aantal onderwer pen ter -sprake. 't Onderwijs allereerst, 't inlandsche Kinderwijs bepaaldelijk, waarbij den Min. aüerleü wenken werden gegeven, als, door den heer Verhey, het bevorde ren van het beoefenen onzer taal, tot steun waarvan de Min bereid bleek. Toen kwam men aan een teer punt, de zending. De heer Van Vlijmen kwam er tegen op, dat de katholieke missies niet in de Minahassa werden toegela ten, een terrein dat reeds lang door hei protestantisme wordt bewerkt. Maar de heeren De Visser en Schok king betoogden, deels op historische (gronden, dat men het best doet elke zen ding haar eigen terrein te laten. En dat scheen ook de Min. van Kol te vinden, die trouwens de zaak geheel wilde over laten aan den Gouv.-Gen. tot wiens com petentie zij behoort. Overigens verschil de de Min. met de heeren Schokking, De Visser en van Bylandt in gevoelen met dien heer Roesslngh die de kerken op de Tangir ,en Talaner eilanden onder de tnd. Pro-t. kerk wilde gebracht zien, ter wijl zü juist zelfstandigheid beter oor deelden. Bij de afd. geneesk. dienst mopperde de heer van Kol. weder geducht. De vrije geneeskundige behandeling voor arme inlanders bestond naar zijn meening al leen op papier. Daarom wilde hij meer doktoren dJawa. meer inlandsche vroed vrouwen. Overigens maakte hij de op merking. dat voor lepra- en malaria bestrijding te weinig werd gedaan. Ook de heer Fock wilde meer doctoren djaw-a. terwijl de heer Pijnacker Hordijk een geheele reorganisatie van den civiel >geneesk. dienst noodig oordeelde. Uit het antwoord des Min. volgt, dat sub- sidieering van particuliere hospitalen voorbereid wordtdat een totale reor ganisatie hem bezwaarlijk leekdat hij veel wilde laten aankomen op het par ticulier initiatiefdat de toestand hem in vergelijking met andere koloniën, niet slecht toescheendat hij met de dokto ren djawa niet hoog scheen te loopen en dat er voor lepra- en malaria-bestrij- ding wei degelijk onderzoek plaats heeft. Bij de afd. mijnwezen kwam de heer Hugenholtz zijn hier vermelde insinua tie aan het adres van den heer Cremer intrekken, erkennende, dat hij slecht was ingelicht (waarom er dan mede voor den dag gekomen?) Hij ontkende de bedoeling te hebben gehad om door de verandering van het stenogram te genspraak te ontloopen. En hij nam, eindelijk de beschuldigingen van de Javabode tegen het gedrag der troepen bij de expeditie naar Korintji voor zijn rekening, om een onderzoek uit te lok ken. Dat onderzoek zegde de Min. toe. Bij de afd. Openbare Werken deed de heer van Kol een pleidooi hooren voor meer systematische irrigatie en vooral voor de kleine irrigaties, waarmede al lereerst de inllander geholpen ist Dii beaamde de Min. dan ook, maar hij deelde mede een telegram te hebben ontvangen dat voor de irrigatie-plannen (aanvankelijk brigadeggewijze bedoeld) nu een afzonderlijk onderzoek wordt in gesteld Den heer Pijnacker Hordijk, die het staken van de werken in de Solo- Vallei betreurde, antwoordde de Min. dat de noodlijdende bevolking goedkoo- per en beter is te helpen. Bij de afd. Oorlog gaven de militairen van Vlijmen en Verhey eenige opmer kingen en wenken ten beste. Naar aan leiding daarvan zeide de Min., dat het dienstverband van 6 jaren niet te lang was, maar men nam in Indië zelf een proef met een korter dienstverband voor Europeanen. Het Javaansche paard was voor het leger onbruikbaar. Een regeling van de rechtspositie der officieren was niet noodig, wèl wilde de Min. hun positie verbeteren en periodieke verhoogingen van salaris overwegen. De Min. verklaar de dat hij deed zooveel de middelen, veroorloofden voor de materieele en mo- reele verbetering van de positie van den soldaat. Heden 10 uur voortzetting. Men hoopt vóór de pauze de Ind. begrooting ten einde te brengen, teneinde 's middags, 's avonds en Maandagmiddag in de af- deelingen de drankwet te kunnen on derzoeken. Heden komen eerst nog eenige spoed- eischende ontwerpen van geringen om vang aan de orde en dan kan men Dins dag met frisschen moed aan het werk gaan met de Staatsbegrooting. (Per telegraaf.) 's-GRAVENHAGE, 27 Nov. Na afdoening van eenige kleine ontwerpen werd de behandeling der Indische begrooting voortgezet, waarbij met 68 tegen 10 stem men werd verworpen een amende ment-V an der Zwaag, strekkend om vier ton voor militaire uitgaven te schrappen. De begrooting wordt heden afgehan deld. Begrafenis Mr. Westenberg. Gisterenochtend om kwart na tien had de begrafenis plaats van wijlen mr. Westenberg. De plechtigheid was zeer indrukwekkend. Aanwezig waren o.a. de opperceremoniemeester van het Hof. graaf C.iannotti, als vertegenwoordiger deg Koningsde ministers Pedotti en Stellitt Scala, het geheele corps diplo matique en bekende politieke persoon lijkheden. De baar was met verscheiden kransen bedekt, waaronder van de Ne- derlandsche reigeering en den Italiaan- schen minister van buitenlandsche za ken. Een groot aantal personen hebben hun naam ingeschreven aan het gezant- •cbapsgebouw. De stoet ging van het gezantschapsgebouw naar het P rotes- tantsche kerkhof. Tegen de Nieuwe Drankwet. Het Adres der Vereenigiug "Vergunning." (Vervolg). Een navolging van hat Gothenburger stelsel wordt door den wetsvoorsteller voor ons land aanbevolen. Maar weet men dan niet, dat juist de meest ras zuivere drankbestrijder:-, de geheel-ont houders niet ontkennen, dat trots de invoering van dit stelsel in Gothenburg, het drankmisbruik daar verergerd is. En niemand met gezond verstand zal dit onduidelijk zijn. Als iemand drank wil drinken, zal hij dezen koopen, hetzij bij den vergunninghouder, die voor eigen j rekening en risico zijn zaak drijft, hetzij in de localiteit der drankmaatschappij. De afschuwelijke dronkenschap in de landen, waar het Gothenburger stelsel hearscht, waarschuwt genoeg tegen zulk een .stelsel. De uitsluiting van eiigen winst, het hoofdmotief ter verdediging van het stel sel, is maar lak. Want ook de menschen die in deze maatschappij hun geld ste ken, beginnen meit een heel goede rente te nemen, die door al de voordeelen, die dermaatschappij worden geboden, zoo goed als gegarandeerd is en de overige winst zal neerkomen op eene ontlasting van het belastingbiljet van staat, pro vincie of gemeente door de sommen uit de exploitatie van den drankhandel ver diend. Met andere woorden iedereen krijgt belang bij den drankhandel, ieder hoopt dat de winst er van zoo groot mo gelijk zal zijn, ieder wenscht dat er zoo veel mogelijk gedronken zal worden. Waarlijk het Gothenburger stelsel zal blijken te zijn een raiddel nog erger dan de kwaal. Maar wat nog onbillijker is. De wets voorsteller vreest de macht van het drankkapitaal in de handen der vergun ninghouders, maar niet vreest hij die macht van het reusachtige kapitaal in andere handen, want door allerlei con cessies aan de toekomstige Gothenbur ger maatschappijen geeft hij deze een ge&chenk van 47 millloen gulden. Door heit Gothenburger stelsel zal men hier tc lande toestanden krijgen nog el lendiger wellicht dan in Zweden, zoodat het in het algemeen belang zal zijn, wanneer alles wat op dit stelsel betrek king heeft uit het Wetsonwerp worde geschrapt. In nauw verband met bet Gothenbur ger stelsel wordt genoemd eene commis- s.e uit de burgerij, belast met bet toe zicht op de naleving dezer wet. Ook diï is een noch voor de vergunninghouders noch voor de buTgerij in het algemeen gewenschte nieuwigheid. In eene dergelijke commissie zullen na tuurlijk zitting nemen de meest over tuigde drankbestrijders, die voor een ideaal strijden, dat eerbied verdient, doch die niet altijd keurig zijn in de middelen. Er zal worden geschept eene klasse van agents provocateur, spionnen, stille verklikkers en heethoofdige drankver- koopersbestrijders. En deze menschen krijgen het recht zoowel desgevraagd als uit eigen beweging" een oordeel uit te spreken, rapport in te dienen o.a. over de weigering of intrekking van eene vergunning. Zij krijgen te oordeelen of het gezin van iemand, die het laatstgenoemde be drijf wil uitoefenen te kwader of te goe- der naam en faam bekend staat- Hoe 'dikwijls zal dit oordeel niet uiterst be nepen zijn! Ook over de bepaling dat voor de ra men van café's luiken, gordijnen, mat glas. gekleurd glas als anderszins niet mogen worden aangebracht, zijn de ver gunninghouders in het geheel niet te spreken. Blijkbaar staan hier den wetsvoorstel- Ier weer enkele slecht befaamde inrich tingen voor den geest, enkele krotten, die helaas voorkomen in arbeiderswij ken. Doch moeten, om zulke inrichtin gen en het kwaad dat zij stichten te we ren, niet alleen de vergunninghouders maar daarenboven alle gebruikers van sterken drank, aan zulke vernederende bepalingen onderworpen worden? 1 Het misbruik gaat men door deze be paling niet tegen, want nooit zal men kunnen zien of iemand aan zijn eerste of tiende glas bezig is, en voor de ver gunninghouders heeft bet argument geen kracht, dat de taak der politie daardoor wordt verlicht om te consta- teeren of clandestien verkocht wordt. Het geheele artikel zal dan ook niet anders beschouwd worden als eene pla gerij, die de vrijheid aan banden legt. En het gevolig van dat artikel zal zijn .dat de gemakkelijk op te richten socië teiten als paddestoelen uit den grond zullen oprijzen. Het is zeer prijzenswaardig dat man het gedoe in de krotten tegen wil gaan. Maar daartoe zullen andere maatregelen noodig blijken dan de voorgestelde. Daarom dringen houders van vergun ningen aan op uitzondering van deze ver bodsbepaling voor hunne inrichtingen, of zoo niet, uitbreiding van die bepaling, opdat ook de socieieiten er onder vallen. (Slot morgen.) Acad. Examens. Groningen. Bevorderd tot arts A. M. F. H. Philipse, med. docts., geb. te Am sterdam, en R. J. J. Wasmann cand.- arts, geb. te Winschoten. Oppassen is de boodschap. Bij de politie te Amsterdam is gisteren aangifte gedaan dat door eepe firma daar ter stede aan eene firma te Arn hem zijn verzonden zeven brieven, waarvan twee aangeteekend. De vijf niet aangeteekende brieven zijn aan het adres te Arnhem bezorgd, de twee aan geteekende niet. De Inhoud bestond uit twee bankbil jetten van J 200, vier van 1100, verder nog eenige muntbiljetten, waarvan de nummers onbekend zijn. Er bestaat ernstig vermoeden van diefstal, de zaak is in onderzoek. Hbld. Y. v. Y. v. Y. In de te Arnhem gehouden verga dering van de Vereeniging voor Ver betering van Vrouwenkleeding, onder presidium van de voorzitster van het hoofdbestuur, mevr. Vogel-Molenkamp, werd jaarverslag uitgebracht, waaruit bleek dat het ledental, 1950 bedragend, niet sterk toeneemt. Tot lid van het hoofdbestuur voor de afd. Haarlem werd gekozen mevr. VogelMolenkamp. Een voorstel van het hoofdbestuur. i luidend „le. De algemeene vergaderingspreke j de wenschelijkheid uit van het opiich- ten eener vakschool voor naaisters, uitgaande van de Ver. voor Verb, van Vrouwenkleeding. 2e. Een afzonderlijk fonds te stichten en door vrijwillige bijdragen te komen tot de benoodigde gelden, waarin het hoofdbestuur voorstelt een laterte be palen som te storten. 3e. De algemeene vergadering mach- tige het hoofdbestuur een onderzoe- kings- en voorbereidings-commissie te benoemen." werd aangenomen, aldus geamen deerd door de afd. Haarlem: le. In beginsel over te gaan tot het bevorderen van onderwijs in reform- naaien, zoowel van onder- als boven- kleeding. 2e. Het hoofdbestuur uit te noodigen een commissie te benoemen, die deze taak ter hand neemt. 3e. De leden uit te noodigen, voor dit doel een fonds te stichten, bestaan de uit vrijwillige en jaarlijksche bij dragen. Lezing (lr. Schepers. Heden zijn de leden van het Lees museum voor Vrouwen te Amsterdam in de gelegenheid dr. B. Schepers fragmenten te hooren voordragen van een nieuw gedicht: „NYodan en Loke" Fries en warm Afrikaandervriend werd de kunstenaar getroffen door de gelijke nis van den Frieschen opstand ouder Clemnius en Opronias met den j ongsten oorlog in Zuid-Afrika. Vol vertrou wen op Wodan streden de Friezen tegen Loke, den God van macht, list en geld, als de Boeren eeuwen na hen, gesterkt door den God van hun bijbel. Schipbreukelingen. Men schrijft uit Amsterdam Door het Noorsche stoomschip Dram men. kapitein H. A. Wilhelmisen. va rende tusschen Drammen en Amster dam, zijn hier ter stede aangebracht vier opvarenden van den Zweedschen schoener Bèata, van Helsingborg, welk schip 1.1. Zondag, in de Noord zee. op 60 mijl uit de Deensche kust, verging. De namen der geredden zijn: ka pitem N. P. Wilsson, le-stuurman O. Johanson, 2e-stuurman J. P. Joh- son, en de scheepsjongen A. Heidel- sten. Vier man der equipage, jonge mannen van 17 tot 22 jaar verdronken niettegenstaande de Drammen 24 uur bij 't in nood verkeerend schip bleef en kapt. Wilhelmsen een boot uitzette voor hun redding. Maar de hoogezee verhinderde nader te komen en de opvarenden, uitgeput als ze waren, door den langen en hardnekkigen strijd met de elementen, durfden aan vankelijk niet over boord springen, niettegenstaande men hun dat her haaldelijk aanraadde. Tegen den avond, toen de wrakge- slagen Beata è.1 meer begon te zin ken. móesten aij er echter wel toe overgaan. Doch nu verhinderde de duisternis het reddingswerk, en slechts de vier genoemden konden met lijnen en boeien bereikt worden. Een vijfde greep driemaal dë uitgeworpen tou wen, maar zonk eindelijk machteloos in de diepte weg. Dat intusschen tóch nog vier men ieven s zijn behouden, is volgens getuigenis van kapitein Wilsson te danken aan het handig manoeu vreeren van den gezagvoerder der Drammen, over wien hij en de zijnen dan ook vól lof zijn. Weer een schipbreuk. Te Scheveningen zijn verschillende haringtonnetjes uit zee aangespoeld, welk feit de vrees verwekte, dat in den storm van den afgeloopen nacht wederom nieuwe scheepsrampen zijn te betreuren. In den vroegen ochtend liep te Scheveningen bet gerucht .dat ter hoogte van T.oosduinen een vaartuig in nood was waargenomen. Dit ge rucht werd echter niet bevestigd. Arbeidswet. Naar de Standaard verneemt, kan binnenkort de indiening van een ont werp arbeidswet bij de Tweede Kamer worden verwacht. Treurig. Een dezer avonden kon men getuige zijn van een onverkwikkelijk tooneel te Tilburg barrevoets en niets aan het lijf dan een hemdje stond een. kind op de natte steenen voor het stadhuis, en antwoordde op de vraag wat het daar deed dat het naar het politie-bureau was geweest om hulp in te roepen voor zijne moeder, die door zijn vader mishandeld werd. De veronderstelling, dat de drankduivel ook hier weer in het spel was, zal wel niet al te gewaagd zijn. 'sH. Ct. Ongelnkken. De treinpoetser Spiering, die nabij de Weesperpoort te Amsterdam door een locomotief werd aangereden, is in het O. L. V. Gasthuis aldaar aan de gevol gen bezweken. Tont comme chez nons. Amsterdam ontwaakte gisterenmorgen in een sneeuwstorm, die tot circa 12 uur aanhield. De stadsreiniging was dan ook een groot gedeelte van den dag me< een versterking van circa 250 man bezig, om de hoofdwegen weder begaanbaar te. maken. Uit de Pers Een treurige houding en een onvoldoend verweer. De Kameroverzicht-schrijver van de ,,N. R. Ct." zegt het volgende over de houding van den heer Hugenholtz inzake dc verandering, door dien heer in liet stenogram zijner rede aange bracht. (Zie het Kameroverzicht in ons nr. van gisteren). Een piquant oogenblik bezorgde ons de heer Cremer, met een korte, doch keurige rede aan het adres van den heer Hugenholtz. „Die heer" beeft zich Maandagavond eenige in sinuaties veroorloofd tegenover den heer Cremer, waarover wij toen niet verder hebben gesproken. Het is ge noegzaam bekend, hoe wij over der gelijke tactiek denken, en wij oor deelen het niet noodig, onze lezers daarop telkens weer te tracteeren. Nu was het echter den heer Cremer uit de Handelingen gebleken, dat de heer Hugenholtz zich d.e vrijheid had ver oorloofd, aan de insinuaties, die hij gc-zegd had. nog eene. die hij niet had uitgesproken, in het stenogram zijner rede schriftelijk toe te voegen. Hij had het gehad over de expeditie naar Nieuw-Guinea, en eene conces- sie tot steenkool ontginning, die daar na aan de Koninklijke Paketvaart- maatschappij is verleend. „Men weet immers" volgt er dan in de gedruk to Handelingen der Kamer„wie en wat de Paketvaartmaatschappij is; men weet dat de heer Cremer daar van president-commissaris ismen weet ook, wanneer de expeditie tegen Nieuw-Guinea is begonnen." De laat ste twee zinsneden schijnt de heer i Hugenholtz niet te hebben uitgespro ken, doch, vóór de copie ter perse ging, in het verslag der stenografen te hebben bijgeschreven. Wij weten waarlijk niet. waarover wij meer ver baasd moeten zijn, over de zeerslink- sche tactiek, die de heer Hugenholtz meent te mogen gebruiken, of over zijn verregaande onnoozelheid. Het is toch wel van nagenoeg algemeene I bekendheid, dat de heer Cremer, toen hij zijn ministerschap aanvaardde, zich van alle banden, die hem aan da Paketvaartmaatschappij, de Maat- sohappij Nederland en de Lloyd bon den, heeft losgemaakt, .juist ook om tegenover die maatschappijen, waar mede hij vroeger in nauwe relatie stond, als minister geheel vriij te staan En de heer Hugenholtz zou daarvan onkundig zijn gebleven Wij willen het aannemen, doch mo ge dan nu de heer Hugenholtz in het gebeurde van heden een spoorslag vmden, voortaan zijne kracht niet langer te zoeken in eene wijze van debatteeren. die de partij, welke hij vertegenwoordigt, slechts oneer kan aandoen. Als men eenmaal van den fatsoenlijken weg afwijkt, vervalt men zoo licht van kwaad tot ergei. De heer Hugenholtz hield zich na de uiterst zachte rede van den heer Cremer stil. Wat zou hij ook hebben kunnen antwoorden Misschien eene ruiterlijke verontschuldiging Een paar zinsneden uit hiet H.bld.- overzicht De heer Hugenholtz heeft heden, misschien niet in zijn eigen oogen, want een sociaal-democraat mag ver moedelijk alles doen en zeggen als 't maar anti-kapitalistisch is en mis schien zelfs niet in de oogen van zijn partijgenooten die denzelfden maatstaf aanleggen, maar zeker in de oogen van de rest van de Kamer en van allen die het geval bijwoon den. een jammerlijk en min figuur gesiagen. En verder Want de streek die de afgevaardig de van Westerstellingwerff hier heeft uitgehaald, is zóó ergerlijk en schan delijk, dat men eigenlijk zou moeten afdalen tot het socialistische woor denboek zelf. tot de qualificatie die de heer Schaper zich bij de stakings-i wetten jegens den heer Lohman ver oorloofde. om er een passenden naam1 voor te vinden. Men bedenk© toch, dat de heer Hugenholtz niet slechts zich aan een zeer zware, zeer leelijke onware betichting heeft schuldig ge maakt men kan kwalijk iets leeïij- kers van een staatsman verzinnen dan dat hij als Minister een expeditie zou hebben voorbereid ten eigen bate, maar dat hij bovendien die betichting voor wat het ergste deel daarvan be langt, achterbaks in de „Handelin gen" heeft gesmokkeld zoodat, als de beschuldigde die bladzijde niet had gelezen, hij geen gelegenheid zou hebben gehad om zich aanstonds te verdedigen. „Het Volk" maakt de zaak nog erger door te zeggen „Insinuaties laai ik steeds over mijn hoofd, of wil men, onder mijn voet doorgaan, besioot de heer Cremer. Dat klonk heel fraai, maar de heer Cremer had het toch ook niet zonder insinuatie gedaan. Hij vertelde, dat in het stenogram de Paketvaartmaat- schappij-insinuatie niet voorkwam de stenograaf had ze niet opgeteekend. Hugenholtz had ze echter eigenhan dig in de kopij voor de „Handelingen gezet. Dat kan men van onzen partij genoot slechts eerlijk vinden, want hij had ze uitgesproken zij b e- h o orde dus in de „Handelingen" te komen." Dit is, laten we het zacht uitdruk ken, onwaar zooals straks zal blijken heeft de heer Hugenholtz gisteren zelf in de Kamer erkend, dat hij het niet gezegd heeft, maar het wèl later in het stenogram heeft toegevoegd. „Het Volk" vervolgt „Maar de heer Cremer insinueerde wat anders. Hij riep de kommissie voor de stenografie erbij, en wees haar op haar bevoegdheid om als een Kamerlid in het oog vallende veran deringen in het stenogram brengt, die dan weer te schrappen. Zoo kreeg het den schijn, alsof Hugenholtz zijn be schuldiging niet had durven uitspre ken, maar wel geniepig in de „Han delingen" zetten, zonder dat de heet Cremer gelegenheid had gehad, ze tegen te spreken. Maar de heer Cremer had zijn doel bereikt. In den christelijken hoek was christelijke vreugde, en Hugenholtz zweeg. De heer Van Gijn, die Maan dag zoo boos was, keek hem aan met een gezicht van zeg je nu niks? Maar Hugenholtz deed verstandig met zwij gen. Voor den insinueerenden zielena- deel van den heer Cremler kon hij geen verontschuldigingen maken, hoe ge makkelijk het hem overigens zou zijn geweest, te erkennen, dat hij zich ditmaal in het kapitalisten-tvpe bad vergist, en hij in plaats van tot de familie Cremer. zich tot de familie Van der Wijck had moeten adresseeren." De heer Hugenholtz trachtte zich nu gisteren in de Kamer te verdedigen al dus (volgens het uitvoerig verslag van de N. R. Ct.) „Bij art. 72 wenscht de heer Hugen holtz van deze gelegenheid gebruik te maken een kort woord tot den heer Cremer te spreken, om in 't openhaar te verklaren, dat hij dó woorden, die hij Maandagavond niet gesproken heeft, maar in het stenografisch ver slag zijn opgenomen, terugneemt. Na de verklaring van den Cremer, dat hij niet is president van die Pa- ketvaart-maatschappij, blijkt't dat spreker verkeerd, ingelicht is geweest. Maar nu wordt spreker in de och tendbladen, doo<r het één meer, door het ander minder, beschuldigd' van de woorden in het stenografisch ver slag te hebben doen inlasscben met de opzettelijke bedoeling om den heer Cremer de gelegenheid te onthouden zich te verdedigen. Als spreker had kunnen vermoeden, dat op grove wijze zulk een beschuldiging tot hem zou worden gericht, dan zou hij zeker gis teren dadelijk de gelegenheid hebben aangegrepen om zulk een beschuldi ging van zich af te werpen. Waarom zou hij den heer Cremer niet openlijk hebben willen noemen als president vau de Paketvaartmaatschappij W aarom niet. terwijl hij den heer, Cremer toch reeds had genoemd in een ander verband? Uit de geheele passage in het verband zijner rede blijkt trouwens ten duidelijkste, dat hij den heer Cremer had bedoeld. De j aanvulling van het gesprokene ge- schiedde alleen maar om het nog duidelijker te maken voor hen, die er buiten staan (gemompel). Had spreker zich verdekt willen opstellen hij bad de aanvulling achterwege gela ten, en die aanvulling zelve had thans onder den berg papieren kun nen begraven blijven als de beer Cre mer haar niet had gereleveerd. Hij is hem echter daarvoor dankbaar, om dat. hij hem daardoor in de gelegen heid heeft gesteld een fout te herstel len. De aantijging van vervalsching van liet stenogram, waar hij slechts verduidelijking bedoelde. iets wat herhaaldelijk gebeurt, werpt hij met minachting >van zich af mompel.) Waar nu intusschen geen verband bestond tusschen de expeditie en den heer Cremer De Voorzitter. Het is thans voldoen de nu komen, wij op een ander ter rein. De heer Hugenholtz wilde alleen maar zeggen, dat door dit incident de quaestie der kapitalistische invloeden niet is weggenomen. (Dit incident wordt gesloten.)" Van dit verweer zegt de N. R. Ct. „Als intermezzo in de lange verga dering de opheldering van den heer Hugenholtz tegenover den heer Cre mer. Geheel schoon gewasschen heeft de heer Hugenholtz zich daarbij niet. "Wel in het eerste gedeelte, waarin hij omonwonden de door hem inge- laschte, niet gesproken woorden te rugnam, met de verzekering, dat het hem geenszins te doen is geweest om den heer Cremer de gelegenheid tot tegenspreken of interrumpeeren te ontnemen. Doch had hij het daarbij dan ook maar gelatenDe nadere verklaring, die hij voor de invoeging aanvoerde, maakte de quaestie voor hem niet mooier. De toevoeging had alleen moeten strekken, zeide hij, oiu aan degenen, die de Handelingen le zen, zijne bedoeling te verduidelijken. Alzoo, het effect, dat met het gespro ken woord niet bereikt was. moest voor den argloozen lezer nog wat worden aangedikt. Dat daardoor de beer Cremer op zeer laakbare wijze kon worden getroffen, schijnt de heer Hugenholtz geen oogenblik te hebben overwogen. Dit getuigt zeker van eene lichtzin nigheid, als slechts zelden bij een volksvertegenwoordiger zal zijn aan getroffen. Wat voor ons de zaak ech ter na de verklaring van den heer Hugenholtz zooveel ergerlijker maakt, is zeker wel, dat hij eene insinuatie, waarvan hij zich in een gezelschap van honderd speende, aan het groote publiek heeft meenen te mogen voor leggen, zonder zich van de juistheid van zijne aantijging te voren te over tuigen. Dat mag een man, die eenig besef van verantwoordelijkheid bezit, toch zeker, niet doen." En het „Handelsblad" „Van de amende honorable, die men na hetgeen gisteren was gebleken, van een fatsoenlijk man mocht verwach ten, heeft de heer Hugenholtz heden de helft gegeven «n in plaats van de andere helft een nieuwe onjuistheid gedebiteerd. Hij heeft erkend, dat hij de jegens den heer Cremer gebezigde woorden inderdaad Maandagavond niet had gesproken, maar naderhand in het stenogram had ingelascht, en dat hij dus de bewering, dat de heer Cremer president-commissaris van de Paketvaart zijn zou, na diens verkla ring van gisteren terugnam. Dat was de eerste helft de terugneming van een bewering, die overigens niet al leen min maar ook oliedom was, daar de heer Hugenholtz zich van de sa menstelling van het bestuur der Pa ketvaartmaatschappij vooraf op de hoogte had kunnen stellen (ze staat bijv. zeker wel in Van Nierop en Baak) terwijl bovendien iedereen, be halve misschien de heer Hugenholtz bij het aanvaarden van het minister schap door den heer Cremer wist, dat dezt? heer toen aanstonds al zijn be trekkingen tot particuliere maatschap pijen heeft verbroken. Tot de tweede helft van eene amen- de honorable heeft de heer Hugenholtz gelijk wij verwachtten, het niet kun nen brengen. Als iemand een ander een zoo zware en grove beleediging naar het hoofd heeft geslingerd' als de heer Hugenholtz den heer Cre. mer had gedaan en de beschuldiging blijkt onjuist te zijn, dan mag men van ©en gentleman verwachten, dat hij niet slechts ongelijk erkent maar ook verontschuldigingen aanbiedt. De heer Hugenholtz echter is zichzelf in deze gansche zaak gelijk gebleven door het aanbieden van verontschuldigin gen na te laten en dus het geval te behandelen alsof er een zetfout te verbeteren viel. een komma in een kommapunt moest worden veranderd.'* Sport en Wedstrijden Yoetbal Zondag'a.s. een voor Haarlem hoogst interessadte wedstrijd op het terrein aan de spanjaardslaan tusschen de beide Haarlemsche le klasse clubs »M.F.C.« en «Haarlem* om het kam pioenschap van Haarlem. Letteren en Kunst Uit New-York wordt gemeld, dat de rechter geweigerd heeft te voldoen aan het verzoek van mevrouw Cosima Wagner om de opvoering rvan Parsi fal daar te verbieden. Deze beslissing was te verwachten. Rechtszaken De rechtbank te Zwolle heeft Klaasje D„ huisvrouw van J. T. aldaar, we. gens afpersing veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Zooals indertijd gemeld is. conclu deerde het O. M. wegens gemis aan voldoend bewijs en onbetrouwbaar heid van de hoofdgetuige, tot vrij spraak. Voor den inhoud deae.r rubriek -telt de Reductie zich niet aaneprdkelijk t". ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt, de copy den inzender niet teruggegeven. Haarlem, 26 November 1903. Aan de Redactie van Haarlem's Dagblad. Organisatie van Technici. Geachte Redactie! Velen met mij zal in het bericht, in uw blad van 25 dezer, betreffende den „Technischen Vriendenkring" de tus schen haakjes geplaatste mededeeling: „niet te verwarren met de afd. Haarlem van den Bond van Technici" bevreemd hebben. Nu daarmede echter duidelijk op het bestaan van twee vereenigingeit voor Technici hier te Haarlem is gewe zen, komt heit mij wenschelijk voor om trent beide vereenigingen een en ander te zeggen, opdat het verschil aan de lezers van uw blad blijke. Met de op name van het onderstaande zult u mij dan ook verplichten. De „Technische Vriendenkring", opge richt 9 Januari 1903, is een plaatselijke vereeniging. Omrtrent doel en middelen zeggen de artt 2 en 3 der Statuten 't volgende „Het doel van de vereeniging „da Technische Vriendenkring" is om langs wettigen weg en door in art. 3 nader te noemen middelen, door kameraad schappelijke samenwerking, zoowel op technisch als pp maatschappelijk gebied elkanders belangen voor (te staan Zij tracht dat doel te bereiken door: a. het houden van vergaderingen door. bijeenkomsten en het maken van ex cursies. b. de behandeling im woord en ge schrift van de technische en aanver wante belangen in den ruimsten zin. c. het zoo mogelijk samenwerken met andere vereenigingen, instellingen of personen. d. het organiseeren van lezingen en hei onderling lezen van technische tijd schriften, alsmede de instandhouding van een vraigenbus op technisch gebied. e. het gezellig samenzijn te bevorde ren onder de~leden, en door naar dat gene te streven wat kan leiden tot we- derzijdsche waardeering van elkanders werk. f. het zooveel mogelijk elkander steu nen op maatschappelijk gebied." De vereeniging telt c.a. 25 leden. Se cretaris is de heer J. Th. Martin te Over veen. De „Bond van Technici" (voorheen „Technische Vakvereeniging") opgericht 15 Juni 1895 en goedgek. bij Kon. Best dd. 24 Juni 1896 no. 43 en dd. 25 Aug. 1902 no, 46 is een nationale bond. Omtrent doel en middelen zeggen artt. 1 en 2 der staituten 't volgende: i „Het doei van den „Bond van Tech nici" is, langs wettigen weg de belan gen zijner leden en die van hunne vak- genooten te bevorderen. Hij 'tracht dit doel te bereiken door: a. het houden van vergaderingen. b. het samenwerken met andere ver eeniigingen, personen of instelling® in den ruimsten zin. c. het behartigen van de intellectueels belangen der leden, door het bevorde ren van de stichting van afdeelingen. door het uitgeven van een officieel or gaan en door bet bevorderen van alge meen technisch onderwijs. d. het behartigen van de stoffelijke belangen dóór het bevorderen van de stichttng'van instellingen voor de leden. e. het verzamelen van algemeene ge gevens betreffende den financieelen en maaitschappelijken toestand van die le den met het doel om op grond daarvan op verbetering te kunnen aandringen. De Bond telt 8 afdeelingen en ruim 45®

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 2