Maatsch" van Levensverzekering Ecbt VicloriawatBr. T afeldrank JOH' JACK. Kantoor voor Vaste Goederen, J. W. G. DROSTE P. BAGGERMAN, Kleine Houtstraat 7, Jessen en Schulz. Essenstraat No 27. Depot in Zandyoort Kerkstraat 21 DE ZATERDAGAVOND. overtuigen alvorens iets te onderne men, sloeg hij miet de kolf van zijn geweer tegen een kleine deur, die half verborgen was op zij en riep daar. bij tevens. Na eenige oogenblikken hoorde hij boven zijn hoofd eenig gerucht, een luiik wercT geopend op een kier, zoodnt men er even door kon gluren. Man i terstond ging het geheel open, een vrouwenhoofd vertoonde zich en zei zacht: ,,Een gekwetst soldaat; ga gauw naar beneden. Jan, en laat hem binnien." ,,Landgenooten". dacht Couvreur. „Goddank, ik ben gered." Het waren werkelijk landgenooten, de vrouw van een kolonist, die zich hier gevestigd had en zich bezig hield niet aanplanting en schapenteelt. Maar juist den vorigen dag was de man aan een langdurige ziekte be zweken, zijn vrouw en een twaalfja rig zoontje onbeschermd achter la tend in 'deze landstreek, die nog niet in vredestoestand verkeerde en blootgesteld was aan rooftochten van allerlei canaille. En zij hadden zich gebarricadeerd, verrast als zij waren door het gewoel van het gevecht, hadden deuren en vensters gesloten, opdat de Marokka nen het niet in hun hoofd kregen in hun huis te vluchten omi aan de Fran- sch.0 troepen te ontsnappen. Gelukkig waren zij, achtervolgd als zij werden met de bajonet op den rug, genood zaakt geweest zoo snel mogelijk te vluchten. Maar de boerin was toch niet op haar gemak in dit eenzame huis en was besloten geen dag langer te blij ven en met haar zoon, begunstigd door den nacht, het Fransche kamp. op te zoeken, om1 er bescherming te vinden en tevens te vragen, dat men het lijk van haar armen man weg haalde oni hem een christelijke be grafenis te geven. ,,Ik ben ongelukkiglijk nog niet sterk genoeg om u te vergezellen", zei Couvreur, toen zij kemi haar plan had meegedeeld, ,,en in den toestand, waarin ik ben, zou ik u, in plaats van tot hulp, tot last zijn. Ga dus zon der mij de Franschen kunnen slechts op enkele kilometers verwijderd zijn en ge zult spoedig genoeg door een der schildwachten opgemerkt worden. Zeg dan wie en wat ge zïjt en laat u naar het kamp brengen. Daar zult ge in veiligheid zijn. Zeg hun dan, dat Couvreur ge zult dien naain goed onthouden, niet waar? dat Couvreur, zwaar gewond is. zich niet bij hen heeft kunnen voegen en om hulp vraagt." Toen. Couvreur alleen was geble ven, doofde hij het licht uit en ging den nacht verder doorbrengen op oen soort van stroobed in een der bene denvertrekken. Hij was, uitgeput van vermoeienis eni koorts, ingeslapen, toen hij plotse ling gewekt werd door een helsch leven. Hij luisterde. Er was geen twij fel aan, het was het geluid van een zich voortbewegende colonne, wapen- Safes- Een bombardement. Hij hoorde snel bevelen geven en één woord: nar vuur, trof zijn oor. Couvreur had een voorgevoel, dat z'ij de hoeve gingen verbranden alvorens verder te gaan. „Verduiveld", bromd'e hij, „bel zou wel de moeite waard: zijn als door een wonder aan de sabels en ltogels te zijn ontkomen om nu als een ham te worden gerookt in dit huis. Wacht eens even, vrienden 1" En, opgewekt door de grootte van het gevaar, richtte hij zich op en liep met zijn geweer naar de trap. In een der vertrekken van de eerste bereid te zijn z'n geweer laadde, zag hij om zich heen tegen den wand een verzameling oudé wapens, geweren, pistolen, sabels, petten, képi's, trom mels en hoorns en een kistje met kruit en lood. Hij greep een geweer, het was ge laden een andier evencons, alle. Hij kon een uitroep van blijdschap niet weerhouden. „Als ik maar wat steviger op mijn beenen stond", zei hij, zouden we nog kunnen lachen 1" Toch had deze onverwachte hulp zijn moed verlevendigd. Een zeeslag gevallen. Wel anfwoorddenzemeteen salvo, maar de kogels verloren zich in de muren en de vensterluiken. Toen echter da eerste verbazing voorbij was, schenen zij er zich re kenschap van te geven., dat de bezefc- ting niet talrijk kon zijn en zij maak ten zich gereed om den aanval te richten niet tegen de groot® deur, die nog lang weerstand had kunnen bie den, maar legen d'e kleine, die zij opgemerkt hadden. Dit juist vreesde Couvreur. Hij meen de nu, dat zijn laatste uur gekomen was en, besloten zijn leven zoo duur mogelijk te verkoopen, herlaadde hij de geweren; tot hiij zijn geheele voor raad lood verbruikt had. Daarna ging hij naar beneden. Een lange gang, die een elleboog vormde, leidde naar de kleine deur. CouVreur begreep terstond het voor deel van deze omstandigheid en. hij stelde zich in den aldus gevormden lxoek op. Het was tijd. Onder de kolfslagen vloog de deur in splinters, maar de ingang was zóó nauw, dat slechts één man tegelijk naar binnen kon. Couvreur begon nu opnieuw te schieten op de aanvallers, die zich vertoon diéh. „Steek dien boel in brand I" herhaal de een der aanvoerders. „Ziezoo jongen" zei Couvreur bij zichzelf, je hebt nog één geweer schot en een pistoolschot over, ver volgens je bajonet om den eersten, db je den weg verspert in het lijf te steken en dan zul jo goed doen je je laatsten kogel door het hoofd' te jagen verdieping kon hij het wagen een luik een weinig te openen zonder terstond opgemerkt te worden. Werkelijk zag hij de Marokkanen bezig d'rooge takken en gras om Det huis te stapelen. De tijd drong, hij moest een of ander besluit nemen. Reddeloos geschoten. gekletter en hoefgetrappel. Blijkbaar whs een. afdeeling Marokkanen bezig van den nacht gebruik te maken om. zich aan de vervolging deir Franschen to onttrekken. Couvreur hield zich doodstil, in spanning wachtend tot de vijanden zich verwijderd zouden hebben. Maar op een oogenblik scheen het hem toe, dat de vluchtelingen op korten afstand hadden Jiadt gehouden. Maar welk Een uitval beproeven, en zich door den vijand heen slaan was eon dwaasheid zich trachten te ver dedigen en zijn laatste patroon ver schieten gaf óók niet veel. De Ma rokkanen waren wel een paar duizend man sterk. Met een gebaar van onverschillig heid trok hij het hoofd terug. Hij moest het maar aan het toeval over laten en terwijl hij om op alles voor- Oorlogsschip voor 't gevecht. Hij greep een trom1 en begon met kracht den aanval te slaan. Daarna stelde hij op de vensters de kepi's, pet ten en shako's op en. de luiken half dicht doende, begon hij op de dichtst bij zijnde vijanden do geweren te lossen, dan van uit d'it raam, dan van uit dat, zoo gnel hij kon zonder zich te laten zien. Couvreur was een bekwaam schut ter, elk schot trof doel. Daar buiten vermoedden de verbaas de Marokkanen onder die rij militaire hoofddeksels even zooveel hoofden en zij meenden in een hinderlaag te zijn al9 je niet levend in de handen van die leelijke schelmen wilt vallen. Et is niets aan te doen. dit is het oogen blik, waarop het garnizoen een uitval moet wagen", zoo voleindigd® hij met een gedwongen lach. Maar toen hij met de woede der wanhoop vooruit snelde, trof een hoorngeschal zijn oor. gevolgd door een kreet van teleurstelling detr Ma rokkanen, die brulden ,,A frit faransawi, die duivedsche Franschen 1" Op den drempel der deur stond te midden van een vijftigtal lijken, drei- DE ZATERDAGAVOND. Wegens de ongekend lage prijzen is het ver voer van Bestel- en Vrachtgoederen per Stoomtram het voordeeligst. Goederen worden vervoerd naar HEEMSTEDE, BENNEBROEK HILLEGOM, LISSE, SASSENHEIM, OEGSTGEEST en LEIDEN oi 7,24 en 11.48 v.m. en 3.12 en 7.06 n.m. Asosterd. tijd. Inlichtingen worden verstrekt aan het Bestelkantoor Klein Hei ligland No. 20. StoombleerenbleekerlJ VAN Lang* H.eeranvest 138-13®, Haarlem. Bediening naar wensch. Attesten op mijn kantoor ter inzage. De wasschen zijn tegen brandschade verzekerd Tweede Hollnndsche gevestigd te HAARLEM. Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit. Opgericht in 1870. Sluit alle verzekeringen gegrond op de levens- en sterftekansen der menschen. Is eene zuivere onderlinge Maatschappij. Hare tarieven zijn berekend volgens de nieuwste betrouwbare gegevens. Inlichtingen en prospectussen verkrijgbaar ten kantore der Maatschappij, Jansweg 42. AGENTEN QEVNAAGK*. Reuk- en Smaaklooze Levertraan de eenige medicinale traan welke op de tentoonstelling te Stockholm in 1897 door de pharm. Jury met de Gouden Medaille be kroond werd. Deze Levertraan is vrij van de onaan gename reuk en smaak, welkeallean- dere soorten van Le vertraan aankleven. Te Haarlem te bekomen bij K. VAN EDEN, Spa ar no 38. Telefoon interc 486 Assurantiën en Hypotheken. GED. OUDE GRACHT 16. Brand-, Glas-, Inbraak- en Trans portverzekering. Corr. v. h. Ned. Brandwaarborg- Genootschap, gevestigd te Amsterdam,Anno 1821 van bet Koninklijk Huis der Nederlanden. N.B. Het VICTORIA W ATEB wordt desverlangd ook ge leverd in heele en halve flesschen voorzien van sehroefsluitlng. Verkrijgbaar bij; in Minerale Wateren. HAARLEM. Stoomververll, Chemische Wasscherij, Krimpinrichting, Machinale Tapijtreiniging en Desinfeotie. Fabriek en Kantoor te Haarlem: Htoomcoeieren binnen dagen. Verfgoederen binnen 8 dagen. bij den Heer Kraijeneerd. J51 DIAMANT. de anderen, op het punt stonden weg te gaan, vroeg een hunner hein wat hij van plan was te doen. „Kalm hier blijven," antwoordde hij geeuwend,Jongen I breng me nog een soda I" De anderen verlieten hem. Onder hen waren er althans enkelen, die verontwaardigd waren over zóóveel cynisme. ZESTIENDE HOOFDSTUt. Een tragisca sterfgeval en een ventrek. Toen, de ingenieur Lutfcrell en zijn gezelschap de mijn had den verlaten, was Edward Weare eenige oogenblikken op de zelfde plaats blijven staan. Het hinderde hem een beetje, dat in de haast om zoo spoedig mogelijk de mijn te verlaten, geen der dames en evenmin de heer Clayton er aan gedacht hadden, met een enkel woord afscheid van hem te nemen, zij waren eenvoudig heengegaan zonder eenige aandacht aan hem te schenken. Toch had hij hen van een vreeselijken dood gered. „Enfin", zei hij eindelijk in zichzelf, met een schouderop halen. „Hoogstwaarschijnlijk zal ik hen wel niet terugzien, on al zou het wèl het geval zijn, dan zouden zij zich toch niet aan mij gelegen laten liggen." Hij keerde daarop naar het Punt terug waar de modder stroom had opgehouden. De weeke mastsa scheen al aan het «tollenhier en daar begon er zich reeds een korst op te vertoonen. Wearo maakte een ruwe berekening hoeveel mod der er wel zou moeten worden opgeruimd eer de galerij weer in gebruik zou kunnen worden gesteld, toen er iets zachts langs zijn beenen streek. Het was de gele kat. „Maar, poes, hoe kom jij hier?" riep hij verbaasd. Het scheen inderdaad een raadsel, want om van de plaats waar het dier zich gewoonlijk bevond hier te komen, moest het zijn gegaan door de galerij, die nu door modder verstopt was. Maar hoe was dat mogelijk geweest? Was de kat mis schien door de schacht naar oen hooger gelegen galerij ge kropen en was zij daarop langs een van de ladders weer DIAMANT. 152 afgedaald? Dati het dier alle gangen en schuilhoeken der mijn kende, daarvan was hij overtuigd, wanit het gebeurde dikwijls dat zij op ver verwijderde punten plotseling te voorschijn kwam. Over het zonderling geval nadenkend, kwam Weare tot de slotsom, dat de verschijning der kat op deze plek een bewijs was dat de modder was binnengestroomd door een gedeeltelijk ongebruikte galerij die in verbinding stond met de hoofd galerij. Was dat inderdaad het geval, dan moest de bodem van de hellende schacht nog ongedeerd zijn, en kon deze nog veilig bereikt worden. Daardoor bestond de kans, dat velen van de arbeiders die door den modderstroom waren overvallen nog bijtijds hadden kunnen vluchten. ,,'t Is de moeite waard om dat eens te onderzoeken, poesje", zeide hij tot do kat, terwijl hij het dier liefkozend in zijn ar men nam, „Maar alle duivels, wat is dat?" Een dof dreunend geluid weergalmde door de mijn. De grond schudde in alle richtingen. Van het dak der galerij, in welke hij stond, vielen vervaarlijke massa's nedereen ervan ging rakelings langs zijn schouder. In het volgend oogenblik hoorde hij achter zich luid schreeuwen, in de richting van de hoofdschacht. Een blank mijnwerker en een Kaffer kwamen van denzelfden kant aanstormen. „Wat ia er gebeurd?" riep Weare hen (toe. Zonder te antwoorden stoven ze hem voorbij tot zij kort voor den muur van modder, die de galerij verstopte, bleven staan. De Kaffer slaakte een woesten kreet, terwijl de andere mijnwerker wanhopig uitriep „God I we zijn verloren I" De man staarde somber naar de glinsterende massa voor hem, zonder acht te geven op de vragen die Waere hem deed. Inmiddels was het tweetal gevolgd door een groot aantal in boorlingen en Europeanen, die zich nu in de galerij verdron gen, en uit wier midden woeste angstkreten en vloeken op stegen, Eindelijk gelukte het Weare van een hunner te ver nemen, wat er gebeurd was. Do hoofdschacht was ingestort; er moest boven een ont zettende verschuiving hebben plaats gehad zoowel de skips als de lift waren onklaar geraakt en van opstijgen was geen sprake meerook de pomptoestellen moesten vernield zijn, want het water stroomde als een stortzee naar binnen. Ge- 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 6