Blinde Meijer.
De heer W. A. J. van de Kamp deelt
ons mede, dat hij een postwissel van
ƒ25.heeft gekregen voor Blinde
Meijer van een dame uit Utrecht, die
hem in haar jeugd te Haarlem wel
gekend heeft, met een gedicht erbij,
dat wij hier laten volgen.
BLINDE MEIJER.
Een ware geschiedenis.
't Is „Blinde Meijer" met zijn stok
Van wien ik wü verhalen.
Een type van de Spaarnestad,
Gezien zoo menigmalen.
Een man van zijn geboorte blind.
Nooit kon hij 't licht aanschouwen,
Gelukkig, zes en twintig jaar,
Mocht hij zijn ouders houen.
Toen moest hij zelf, de arme man,
Zijn kostje op gaan halen,
Want hij moest in zijn kosthuis toch
Zijn kamertje betalen
En waarlijk het ging aardig goed,
Met Meijer en zijn stokje,
Al had hij schamel maar zijn brood
Thuis had hij toch zijn „hokje".
Dag in, dag uit, jaar uit, jaar in
Liep hij bij alle standen,
Geen een liet blinde Meijer gaan,
Of gaf iets in zijn handen,
Zoo heb ik jaren hem gezien,
Zoo ging hij voet voor voetje,
Slechts ééne keer had men verzuimd
Te roepen „Meijer, hoed je"
Een brug stond open en de jeugd,
Niet altijd even teeder,
Liet loopen Meijer, zoo hij liep,
Hij viel in 't water neder.
Daar viel hij, plomp, met stok en al,
En zou voorzeker zinken,
Als er geen redding dagen kwam,
Zou hij gewis verdrinken
Hij werd gered, de arme man;
Gelukkig zag 't een ander,
En Meijer werd er uitgehaald,
Zoo hielpen zij elkander.
O, kinderen, als 'k het zeggen mag,
Hebt meelij toch met blinden,
Ge weet niet, wat ge in later tijd,
Nog zelf zult ondervinden.
Dat is nu jaren al geleên
En 'k was den man vergeten,
Daar las ik gist'ren van een mensch
Die „Meijer" was geheeten.
Wat. dacht ik, leeft die stumperd nog,
Daar moet ik eens van lezen,
Jawel, "hij was 't, hij leefde nog,
Maar niet meer als voor dezen.
Van 't Armbestuur had men gezegd:
„Ge moet dat vragen laten,
We willen niet meer dat je gaat
Te beed'len langs de straten,
En als je dan geen bed meer hebt,
Geen spijs om van te leven,
Dan moet je komen in het „huis".
En wij zullen het geven".
„Want laat je 't niet, mijn beste vrind
Te beed'len langs de straten,
Dan heb je kans op 't spinhuis en
Dan ben je heel verlaten."
„Ach, zie, dat is wel hard voor mij,
'k Kon steeds het brood mij ge*en,
Nu ben ik twee en zeventig,
'k Moet van „den arme" leven.
Ik kan er niet toe komen, van
't Genadebrood te leven,
Ik durf niet meer op straat te gaan,
Het is om van te beven.
Ik eet maar op, wat ik nog heb,
Tt Heb niets meer dan deez' kleêren,
Maar om naar 't „huis" te moeten
Wit men wel iets ontberen." [gaan,
Maar 't eind van 't lied is toch het
Tenzij, die altijd geven, [„huis",
De handen in elkaar gaan slaan,
En hem daar laten leven.
Wat dunkt u, menschen, helpt ge
Hij moet toch zooveel derven, [hem?
Geeft 't geen ge altijd gaaft en dan
Kan hij in vrede sterven.
Wij moeten er evenwel op wijzen,
dat daarmee nog niet bijeen is wat
men voor Blinde Meijer noodig heeft.
Er ontbreekt nog een wekelijksch be
drag van 2 ongeveer. Komt, mede
lijdende menschen, draagt uw pen-
ninkse voor den stumper bij
A. s. Dinsdag-avond zal in het
Nuts-gebouw eene vergadering wor
den gehouden, waartoe allen, die
willen medewerken of hebben
medegewerkt om het lot van den
armen blinden man te helpen ver
zachten, worden uitgenoodigd, ten
einde eene regelingscommissie te be
noemen.
N. O. G.
De afdeeling „Haarlem" van het
Ned. Ond. Genootschap houdt op
Maandag 21 dezer een vergadering,
waarin de heer W. C. Goteling Vinnis
uit Den Haag met zijne vertaling van
Maeterlinck's „Monna Vanna" als
spreker optreedt.
Het Nederlandsch Onderwijzers Ge
nootschap, de Bond van Nederland-
sche Onderwijzers, de Vereeniging
van Hoofden van Scholen in Neder
land, de Diocesaan-Vereeniging van
R.K. Bijzondere Onderwijzers in het
Bisdom Haarlem, de Unie van Chris
telijke Onderwijzers en Onderwijze
ressen in Nederland (afdeelingen
„Haarlem") houden een vergadering
op Donderdag 10 December a.s. des
avonds om acht uur in het Nutsge-
bouw, ter bespreking van „De Ont-
werp-Pensioenwetten."
De commissie uit de vereenigingen
bovengenoemd, die daartoe oproept,
bestaat uit de heeren Jac. Jansen,
voorzitterEd. A. van Bilderbeek
L. BotJ. C. van GoudoeverW.
Kloeke, rapporteur.
Beheerende Vennooten der
Commanditaire Vennootschap „de
Haarlemsche Bankvereeniging", firma
Teding van Berkhout en de Clereq,
deelen ons mede, dat de inschrijving
op de 4de en 5de Serie van het Maat
schappelijk kapitaal, elk groot ƒ300.000
volkomen is geslaagd.
Voor de 600 nieuwe aandeelen wer
den krachtens recht van voorkeur en
bij vrije inschrijving 806 aandeelen
ingeschreven, zoodat de vrije inschrij
vingen niet onbelangrijk gereduceerd
zullen moeten worden.
Werkverschaffing.
Door het H. A. S. zal een adres
aan het gemeentebestuur gericht wor
den, houdende het verzoek tot bespoe
diging van het uitvoeren van eenige
gemeentewerken, zooals scholen, het
abattoir, enz., een en ander met het
oog op de groote werkeloosheid in
de bouwvakken hier ter stede. Aan
zelfstandige vereenigingen zal ver
zocht worden adhaesie aan dit adres
te betuigen.
Vrijdag a. s. vergadert de
Protestantsche Kiesvereeniging tot
het nemen der eindbesluiten in zake
hare houding bij de a.s. gemeente
raadsverkiezingen.
D i n d u a.
Naar wij vernemen heeft het be
stuur van het neutraal gemengd zang
koor „D.I.N.D.U.A." voor de leden
uitgeschreven, een ouderlingen kwar
tetwedstrijd, te houden op Zaterdag
12 Dec. a.s. waarvoor 4 prijzen zijn
beschikbaar gesteldde eerste prijs
bestaat uit 4 zilveren medailles.
De jury is samengesteld uit de hee
ren H. Berghuis, directeur van het
neutraal gem. zangkoor „Dindua"
Jac. de Jong, directeur der R.K. zang-
vereeniging „Arti et Religioni" en
Carel Phlippeau, directeur der man-
nenzangvereeniging „Proza en Poë
zie".
Binuenland
Staten-Generaal
Kameroverzicht.
Aan de behandeling der begrooting
van Justitie, ging de aanneming voor
af van het tractaat met Frankrijk be
treffende wederzijdschen invoer van
koloniale producten. De heer Van
Karnebeek verdedigde daarbij tegen
over den Minister van Buitenland-
sche Zaken het gevoelen, dat Frank
rijk ons niet alle voordeelen had ge
waarborgd waarop wij, naar hij
meende, recht hadden.
De Minister van Justitie is een
gelukkig man. Niemand had op zijn
beleid aanmerking en van verschil
lende zijden gewerd hem lof voor het
rustig en geleidelijk afwerken van
den arbeid, dien hij zich had voorge
nomen, in een vierjarig tijdvak tot
stand te brengen. Maar waar critiek
ontbrak, waren er des te meer wen
ken en wenschen, zoo vele, dat de
Minister gisteren nog niet aan het
woord kon komen. Waar in de minis-
terieele rede al die onderwerpen we
der opnieuw de revue moeten pas-
seeren, volstaan wij met ze kortelijk
te memoreeren.
De zwendel in de naamlooze ven
nootschappen, 't gemis van voldoen
de controle, werden behandeld door
de heeren Van Nispen en Troelstra
op de rede van dezen laatsten komen
wij uitvoeriger terug. De heer Van
Nispen zag enkel heil in deugdelijker
toezicht door deskundigen en ver
langde in dit verband een wettelijke
regeling der accountancy.
De heer Van den Berch van Heem
stede vroeg een navolging van de
Belgische wet ter bestrijding van de
gedwongen winkelnering en ter hand
having van de uitbetaling van loon
in nationale munt.
De heer De Ridder drong aan op
herziening (verscherping) der wet op
het recht van vereeniging en verga
dering (speciaal tegen de militaire en
marine-bonden; en herstel van de
doodstraf, tegenover de toenemende
criminaliteit.
De heer Drucker vroeg een partieele
herziening van het Wetb. van Kooph.
om eenige in de praktijk gebleken
moeilijkheden op te lossen.
De heer Hugenholtz hield nog eens
opnieuw een pleidooi voor het beken
de Elmira-stelsel en vroeg de uitzen
ding van een jurist naar Amerika,
ten einde dit stelsel te bestudeeren.
Ten aanzien van de handeling der
Haarlemsche politie, die gelden in
beslag nam en den verkoop van siga
ren ten behoeve der uitgeslotenen
verbood, vroeg spreker of de Minister
al een onderzoek had laten doen en
met welk gevolg.
De heer Lucasse vroeg wat de Mi
nister beoogde met het onderzoek
naar-het vaderschap toe te laten en
ook hij drong aan op herstel van de
doodstraf.
De heer De Stuers verdedigde be
scherming van den eigendom van
beeldende kunsten en bepleitte de
opheffing van de orde der Ballije
van Utrecht, ten aanzien waarvan hij
in den heer Van Idsinga een bestrij
der vond.
De heer Passtoors was van oordeel
dat men in de opvoedingsgestichten
minder oud-militairen en meer onder
wijzers met de zorg voor de jongens
moest belasten. De heeren Melchers
en Smeenge kwamen terug op hun
wenschen in het belang der schippe
rij en de heer Van Raalte gaf eenige
wenken betreffende de samenstelling
eener Staatscommissie voor de her
ziening van het scheepvaartrecht.
En nu de heer Troelstra. Deze was
over noodzakelijkheid eener verbeter
de wetgeving inzake naamlooze ven
nootschappen lang aan het woord,
bepaald eenige gevallen van den
laatsten tijd behandelend. Zóó lang,
dat de heer Lohman zich de vraag
liet ontvallen wat der Kamer al dit
gepraat aanging, waarop de heer
Troelstra hem, als hij niet luisteren
wilde, naar de koffiekamer verwees
en de Voorzitter een woord van af
keuring over deze interruptie liet
hooren.
De heer Troclstra sprak allereerst
over de Noordbrabantsche bank, die
na vele jaren van oogenschijnlijk
hoogen bloei (dividenden van 6 7
procent werden uitgekeerd), in 1900
ineen stortte, met een verlies van
drie millioen. Natuurlijk liep deze de
confiture over vele jaren. Spr. be
toogde uit het rapport van den ac
countant Moret, dat het beheer der
directeuren schandelijk waseen van
hen gebruikte gelden van invalide
ondernemingen in associatie met een
der commissarissen. Groote verliezen
waren het gevolg en niettemin werd
in 1894 het kapitaal van 1 millioen
verdubbeld en in 1898 weder met een
millioen vergroot. De Bank gaf kre
dieten van gezamenlijk 4 3/4 ton aan
twee invalide Rijswijksche verffabrie-
kende fondsen dezer fabrieken ble
ken later scheurpapier, en nu staan
beide voor een waarde van 15,000
geboekt. En merkwaardig is het, dat
bestuurders dezer fabrieken waren....
de directeur Souman, van de Noord-
Brabantsche Bank een commissaris
van die Bank, mr. G. J. van Heyst,
en mr. II. J. van Leeuwen, die nog
wel door de rechtbank te 's-Hertogen-
bosch is benoemd tot curator in het
faillissement van de Bank. Hoe is dat
kunnen gebeuren Boeken en balan
sen zijn vervalscht, jaren lang heb
ben malversatiën plaats gehad, en
dat alles door machinaties van een
der directeuren, met de thans verlo
ren drie millioen van de aandeelhou
ders. Als een dienstbode geld voor
boodschappen voor zich zelve be
steedt, wordt zij gestraft, zoo'n trou-
welooze directeur moet evengoed ge
straft worden als zoo'n dienstbode,
maar nu wordt gezegd, dat er geen
reden voor strafvervolging is. Dus in
't groot mag wel gestolen wox-den, in
't klein niet. En dan wordt er nog
aanmerking gemaakt als men zulke
handelingen openbaar maakt, wordt
den sociaal-democraten stuivertje wis
selen in zedelijkheid verweten, ver
wijt men hun, dat zij den diefstal
verdedigen. Uit den loop van zaken
blijkt, dat commissarissen, die het
vertrouwen der aandeelhouders geno
ten en toezicht moesten houden op
het beheer, van niets wisten. Het
publiek speurde zelfs eerder onraad
dan de commissarissen. De heer Sou
man kon, naar aangenomen moet
worden, zijn malversatiën plegen zon
der medeweten van zijn mede-direc
teuren. Aan wie de aansprakelijk
heid
Feit is, dat de commissarissen hun
statuaire verplichtingen niet zijn na
gekomen. Zonder hen mochten geen
kredieten verleend worden, acht ver
gaderingen moesten gehouden wor
den, zij hadden een sleutel van de
brandkast.
En aan niets werd de hand gehouden.
De heer Souman maakte alleen de
schandelijkst vervalschte balansen.
Spr. heeft geen bewijzen van kwade
trouw, maar het gemis aan verant
woordelijkheidsgevoel van de com
missarissen, allen mannen, die een
naam en reputatie hebben op te
houden, gaat toch wel alle perken
te buiten. Ernstig protest behoort hier
tegen te worden aangeteekend. In
elk geval is er met valsche balansen
gewerkt en spr. vraagt of de minis
ter een justieel onderzoek heeft inge
steld naar de gedragingen van den
overgebleven directeur en van com
missarissen. allen verantwoordelijk
voor deze valsche balansen.
Commissarissen hebben verder de
statuten overtreden door voor de aan
deelhouders een geweldig verlies van
10 van kapitaal te verbergen. Ver
der is nog onlangs spr. uit een ver
gadering van „Maasland", ook een
mooi nummer, gebleken, uit een me-
dedeeling van Tels, dat de commis
saris van de Noord-Brabantsche Bank,
jhr. De la Court, obligatiën „Maas
land", welke bij de Noord-Brabantsche
Bank in onderpand waren gegeven,
tegen lage koersen van de hand heeft
gezet, om die obligatiën te drukken.
Spr. gelooft niet dat de justitie hier
zonder aanzien des persoons heeft
gehandeld, vooreerst door aanstelling
van mr. Van Leeuwen als bewind
voerder over de Noord-Brabantsche
Bank, „en déconfiture", den man,
die den ondergang der Bank voor een
groot deel op zijn geweten heeft. Ook
heeft spr. gehoord, dat de rechter
commissaris op de directeuren pressie
heeft uitgeoefend, om geen failliet,
maar surséance aan te vragen. Het
wél en het nauwkeurig optreden der
justitie liet hier veel te wenschen
over.
Terloops wees spr. op de Maasland
zaak en kwam dan tot de Wilhelmi-
natrust, uit de justitieele stukken aan-
toonende, dat die trust aandeelen in
minderwaardige zaken wilde Ioozen.
Het justieel onderzoek was z. i. niet
juist geleid en toonde onmacht aan
om tegen zwendel op te treden. Ein
delijk behandelde hij de Mindrinetti of
„minder netjes" geschiedenis en
vroeg waarom op de bekende aan
klacht van dr. van Capelle, om te
vervolgen, afwijzend was beschikt.
Hij concludeerde, dat de Kon. goed
keuring moest vervallen, openbaarheid
worden voorgeschreven, contröle van
Staatswege noodig was, de civiele-
cn strafrechtelijke verantwoordelijk
heid van commissarissen moest wor
den uitgebreid.
Zooals men ziet, de Min. heeft heel
wat te beantwoorden.
(Per telegraaj).
De ochtendzitting van heden van de
Tweede Kamer werd nog geheel in
beslag genomen door de talrijke spre
kers. die bij het algemeen debat over
Justitie de onderwerpen bespraken,
grootendeels althans, die reeds gis
teren in discussie waren.
Herbenoeming burgemeesters.
De Avondpost verneemt, dat de mi
nister van binnenlandsche zaken een
aanschrijving heeft gezonden aan de
commissarissen der Koningin in zake
de herbenoeming van burgemeesters.
In die circulaire wordt erop aange
drongen, om een nauwkeurige be
schrijving te geven van den gezond
heidstoestand van de te herbenoemen
burgemeesters, wanneer zij den leef
tijd van 65 jaren hebben bereikt. Meer
malen toch worden door de commis
sarissen burgemeesters ter herbenoe
ming vóórgesteld, die reeds boven den
leeftijd van 70 jaren zijn. In derge
lijke gevallen verlangt de minister
een verklaring van een geneeskundi
ge, dat die burgemeesters volkomen
geschikt zijn voor de waarneming
der betrekking en dat verwacht kan
worden, dat zij ook gedurende het
6-jarig tijdvak (tijdvak waarvoor een
burgemeester gekozen wordt) geschikt
zullen blijven.
Gelukkigen.
Door twee kwajongens is te Assen,
naar men ons schrijft, ter gelegenheid
van het St. Nicolaasfeest de volgende
streek uitgehaald. Zij begaven zich
naar een banketwinkel en namen een
lot in de tombola. De een won een
taart, de ander een banketletter, met
welke prijzen zij zich verwijderden.
Eenigen tijd later kwamen zij terug,
namen weer een lot, wonnen weer een
mooien prijs, maar.... nu bleek, dat
de briefjes met de woorden „taart" en
„banketletter" er op, die zij voorga
ven uit de "bus te hebben getrokken,
door hen zelve waren meegenomen,
om op deze wijze den banketbakker te
verschalken en zich van de prijzen
meester te maken. (Ass. Ct.)
Walgelijk.
Men schrijft uit Utrecht aan de Ned.
Walgelijker schouwspel dan men
gisteren te genieten kreeg op de
Wittevrouwenstraat alhier, kan men
zich zeker niet denken. Omstreeks vijf
uur waggelden daar op de tramrails
arm in arm, trots het groote verschil
in jaren, broederlijk vereenigd twee
mannen, de één circa 45 jaren oud, de
andere nauwelijks twintigBeiden
behoorden tot de „dienstverrichting"
zoo als de gebruikelijke term luidt en
verkeerden zóódanig onder den in
vloed van den drankduivel, dat zij
niet eens meer het vermogen bezaten
uit den weg te gaan voor de tram die
juist in aantocht was. 't Volgende
oogenblik zag het verbaasde publiek
de beide drinkebroers aangereden,
meegesleept door den viezen sneeuw
modder meters verEn toen men
de ongelukkigen had opgebeurd, die
gelukkig behoudens een onschuldig
schrammetje geen letsel bleken beko
men te hebben, hoorde men in de
rondte de menschen die in verschil
lende krasse termen lucht gaven aan
hun verontwaardiging over zóóveel
boosaardige werking van koning al
cohol.
Intusschen zat de oudste van het
tweetal, op den vloer van het politie
bureau, waarvoor het geval plaats
had, rondkijkend als een wild dier,
zich maar niet kunnende begrijpen,
dat de commandant van de wacht
last gaf hem „naar achteren" te bren
gen ter ontnuchtering. Den jongste
liet men gaan. De koetsier van de
tram had absoluut geen schuld aan
het ongeval.
Een wetsontwerp, houdende regelen
betreffende openbare inzamelingen,
zal eerstdaags het departement van
binnenlandsche zaken verlaten. Een
ontwerp betreffende de banken van
leening is in onderzoek. (Vad.)
De Friesland.
Het oorlogsschip „Friesland" is, op
weg naar Indië, den Nieuwen Water
weg binnen geloopen wegens een de
fect aan de machine.
Het volgende wordt nu gemeld
De minister van marine, naar aan
leiding van de ingekomen rapporten
omtrent den toestand der machine
rieën en ketels van Hr. Ms. pantser
schip Friesland, thans liggende in re
paratie aan de Parkhaven te Rotter
dam, besloten geen verlof te geven de
reis naar Oost-Indië te aanvaarden,
alvorens eene commissie van vijf des
kundigen aan den minister rapport
z<*.\ hebben uitgebracht omtrent den
toestand van de machineriëen enz. en
of de Friesland redelijkerwijs een reis
van drie jaren zal kunnen aanvaar
den. Deze commissie, die telegraphisch
bijeengeroepen is, bestaat uitschout
bij nacht W. G. van Nes, directeur
en commandant der marine te Helle-
voetsluis, als voorzitter, voorts twee
hoofdofficieren-ingenieurs, den inspec
teur van den marine-stoomvaart-
dienst en een officier-machinist. Heden
(Dinsdagmorgen) heeft deze commis
sie haar taak aanvaard en zich daar
toe naar Rotterdam begeven tót het
instellen van een nauwkeurig onder
zoek in de machinekamer van de
Friesland. Na afloop heeft de commis
sie zich onmiddellijk naar het depar
tement van marine begeven om den
minister van advies te dienen. De uit
slag wordt met spanning tegemoet ge
zien door de talrijke bemanning van
de Friesland, daar geen ander mari
neschip van de grootte van de Fries
land op het oogenblik binnengaats is
om met dezelfde bemanning naar In
dië te kunnen vertrekken.
Acad. examens.
Academische examens.
Utrecht. Kerkel. Voorbcr. ex. W.
A. P. F. L. Jörg en W. A. Wasch.
Cand. rechten A. K. C. de Brauw.
Leiden. Geslaagd voor het eandi-
daats-examen in de rechtswetenschap
de heer C. W. de Vries.
Dieven-bedelaars.
In den goudsmidswinkel van Fl„
te Nijmegen, werden hedenmorgen
25 gouden ringen vermist, even na
dat twee bedelaars daar waren ge
weest. Wijl die personen zich een
oogenblik alleen in den winkel had
den bevonden, vermoedde men dade
lijk, dat zij de daders zouden zijn ge
weest.
Beide mannen, te Arnhem woon
achtig, zijn vanmiddag te Eist aan
gehouden en terstond naar Nijmegen
overgebracht.
Zondagavond zijn op het station
Eijsden de locomotieven van twee
goederentreinen met elkander in aan
raking gekomen, tengevolge waarvan
een derde klasse rijtuig ontspoorde
en de beide machines zwaar bescha
digd werden. Een der beambten werd
licht aan het hoofd gekwetst.
Een model inrichting.
Naar aanleiding van de adverten
tie van regenten van het Weeshuis
der Ned. Herv. Gemeente te Almelo
waarin deze verklaarden naar aan
leiding van de bekende rapporten van
den inspecteur van politie, te Almelo,
onmiddellijk een voorloopig onder
zoek" te hebben ingesteld, doch hoege
naamd geen termen te hebben kun
nen vinden om den weesvader en de
weesmoeder te ontslaan of te schor
sen, plaatsen thans een 14-tal perso
nen de volgende advertentie
De ondergeteekenden, wier namen
allen voorkomen in de rapporten van
den inspecteur van politie te Almelo
over be- en mishandelingen in het
Hervormd Weeshuis te Almelo, ver
klaren ten zeerste verwonderd te zijn
over de advertentie van h.h. regenten,
als zouden deze geen genoegzame
schuld bij den weesvader en de wees
moeder hebben gevonden, aangezien
ondergeteekenden geen van allen door
die regenten zijn gehoord en deze dus
blijk geven het onderzoek zeer eenzij
dig te hebben gevoerd.
Stad en Ambt Almelo, 6 Dec. 1903.
(Volgen de namen van 14 ondertee
kenaars).
Ongelukken.
Gisteren had te Taarlo bij wacht
post 43 een treurig ongeluk plaats.
De tijdelijke spoorwegwerker R. D.,
te Loon woonachtig, had een gela
den geweer bij zich (vermoedelijk om
te stroopen). De mede aldaar wach
tende spoorwegwerkers waarschuwden
R. D. urn geen geladen geweer bij zich
te hebben. R. D. wilde het geweer
met den loop naar boven in het
foudraal doen voor de seinvlaggen.
Het schot ging af, waarschijnlijk
doordat de haan ergens tegen aan
stootte, en trof den ongelukkige in
den buik. R. D. liep eerst nog eenige
schreden weg, maar zakte toen in
een.
Terstond werd dr. Anema te Assen
gehaald en R. D. op de lorrie ver
voerd naar Loon. Op advies van den
geneeskundige, die constateerde, dat
eene gapende wonde was veroorzaakt
van ongeveer 8 c.M. lang en breed, is
R. D. vervoerd naar Groningen, waar
hij nu, hoewel bijna hopeloos, ver
pleegd wordt.
(„Ass. Ct.")
Uit Wierden schreef men gisteren
aan de ,,Zw. Ct."
„De oude rnolen is omgevallen en
Albert de knecht zit er onder".
Deze treurige tijding ging heden
middag omstreeks half vijf van mond
tot mond, en een ieder spoedde zich
naar de plaats in de nabijheid van
de spoorlijn. Toen wij aankwamen,
werd juist de knecht levenloos-onder
de balken weggehaald. Zijn aange
zicht was nagenoeg onkenbaar.
Zacht draaiende is de molen om
gevallen de eigenaar was met zijn
zoon juist gaan koffie-drinken, ter
wijl enkele minuten geleden nog an
dere personen op den molen waren
geweest. Men vermoedt, dat de stee-
nen poeren onlangs met den storm
erg hebben geleden en thans uit elk
ander zijn gevallen.
De oude molen van Wierden was
door de prentbriefkaarten nagenoeg
overal bekend.
Maandag begaven zich van Tiel vier
karrelieden met hunne met varkens
beladen karren naar de export
slachterij te Osch. Tegen den avond
keerde men terug, en bemerkte men
aan de schans te Oyen, dat een van
het 4-tal achtergebleven was. Onmid
dellijk ging een der mannen terug
en vond wel de kar en het paard
verdronken, maar van den eigenaar
was geen spoor te vinden.
Aangezien men een gedeelte van
den weg van de Oyensche hut tot
aan den dijk door het water moest
rijden, vermoedt men, dat de achter
rijder, een vrachtrijder uit Tiel, in
een sloot gereden en verdronken is.
Onbegrijpelijk is het evenwel, dat al
len achter elkander rijdende, de ach
terste onopgemerkt verongelukt is.
Bescherming van dieren.
Maandag hield de Nederlandsche
Vereeniging tot bescherming van die
ren hare laatste bestuursvergadering
van dit jaar in Den Haag.
Een verzoek aan de verschillende kv-
nologen-vereenigingen in ons land
om, indien drachtige honden op hare
tentoonstellingen worden geëxposeerd,
aan deze dieren meer beweging te
gunnen dan in het algemeen voor de
geëxposeerde honden toegestaan wordt
had succes. De vereeniging Nimrod
bleek trouwens reeds in dien zin te
hebben gehandeld.
Gedurende de toepassing in Den
Haag van de muilkorvenwet waren
heelwat klachten ingekomen nopens
de ruwe wijze, waarop meermalen de
honden werden opgevangen en ge
transporteerd. Over de wijze, waarop
ze werden onder dak gebracht
en verzorgd, was men zeer
vreden. De dit jaar aldaar oj
richte bewaarplaats, in de kosi
waarvan door de Vereeniging w
bijgedragen, is dan ook heel wat
ter dan wat vroeger als zooda
dienst deed.
Op het congres, dat te Bern
bespreken eene wijziging en aam
ling van de conventie van Gent
hoopt men ook o. a. erkend te k
gen, dat het plicht is der oorlogx
rende partijen, om de op het sl
veld doodelijk verwonde paarden
te maken.
Besloten werd gezamenlijk met
Nederlandsche Vereeniging tot
scherming van vogels een verzoek
richten tot den minister van binn
landsche zaken om het lager one
wijs dienstbaar te maken aan de
langen der dierenwereld.
Voorts werden eenige belooninj
toegekend, o. a. aan den jongen m
die een der katten redde van het
langs voor Scheveningen vergane
gat de Henriëtte.
Een Hens.
De Russische reus Machnoff is
na zich een paar dagen aan de A
sterdammers voor een schelling
hebben laten bekijken, van door
gaanhij had genoeg van zijn
menschwaardig bestaan of van
kleinheid van'Holland, misschien x
ons triestig, nat klimaat, of wel
de uitbuiting van zijn impresario,
veel geld verdiende aan z ij n groo
Hoe 'tzij, hij is Amsterdam en z
kornak ontvlucht.
Tijdens de voorstelling van Zal
dagavond werd de reus Goliath
althans naar 't heette ongeste
de deuren van den „Salon" ginj
dicht en er werd een papiertje op
ruiten geplakt met de mededeelii
dat Machnoff te ziek was om zich
laten bekijken. Maar de talri,
nieuwsgierigen, die zich naar de A
stelstraat te Amsterdam hadden
geven, om den reus te gaan zien,
treurige bericht lazen en vol me
lijden zich een oogenblik verplaats
in den toestand van den eenzar
die misschien snikkende op zijn be
lag, zagen hem plotseling in z
volle lengte te voorschijn treden.
In drie stappen zegt 't „Nieuv
was hij het Rembrandtplein o\
Achtervolgd door een joelende men
te, ging Machnoff de Regulit
breestraat in. Spoedig namen di
eenige diendertjes het logge gevaa
in bescherming en de reus moest
ras zijn lichaam in tweeën vouw*
om het poortje van het politiebure
op het Singel binnen te kunnen ga;
Daar vertelde hij, zoo goed en kwa
als 'tging, zijn wedervaren. Hij li
te klagen over slechte ligging env
ding drie diners waren voor b
lang niet genoegaf-en-toe ramme.
hij van den honger. En daar z
contract-tijd om was, wilde Machn
hoe eer hoe liever weg.
Het grootste, in elk geval langs
hotel in de nabijheid werd voor h
uitgezocht; in „Pays-Bas" bracht
den nacht door.
Uit officieele bron vernamen w
zegt 't „Nieuws", dat de reus in c
hotel logeerde, maar de portier, d;
wij om inlichtingen vroegen, wist
heelemaal niets van.
Men schijnt daar dus zulke kle
tjes over het hoofd te zien.
Al vroeg toog de reus Zondag iï
een rechercheur naar den Russiscl:
consul, in de Doelenstraat, om z
papieren in orde te laten maken.
Machnoff werd daar al verwacl
Donderdag was zijn impresario
reeds geweest, om te spreken over
vernieuwing van het Contract, en
reus zou Vrijdags daar verschijne
maar Machnoff was zoo dom niet
hij er wel uitzaghij hield zicli zi
sprak niet meer over een contract
had dus zijn plannetje al klaar.
's Consuls kantoor was echter
sloten. Dan naar den hoofdcommis
ris, dacht de rechercheur, en
rijtuig ging 'tnaar de Spinhuisstei
Toen Machnoff echter weer voor zo
poortje kwam te staan, kreeg hij 1
te benauwdhij rende den Acht
burgwal op en de Damstraat d(
naar den Dam. Blijdschap was
zijn gelaat te lezen, toen hij het C'
traalstation in de verte zagd
reuzensnelheid liep hij het Dami
over, steeds achtervolgd door hond
den nieuwsgierigen, en nog juist 1
tijds kwam hij op 't perron om c
trein van 10 uur 4 naar Berlijn
kunnen pakken.
Een van de grootste 1ste kla
coupé's was toevallig nog leeg. Ma
noff kromde zijn lichaam en met c
rechterschouder naar voren wist
zich naar binnen te werken. Een ti
je zat hij nog ineengedoken te stai
naar de menschenmassa toen gi
gelukkig het fluitje van vertrek,
daarmede was deze toch wel tragisc
stx-ijd om de vx'ijheid volstredeu.
't Schijnt, dat Machnoff het slac
offer is geworden vaix zijn vorig
impresario, die geheel buiten hem i
met zijn nieuwen ..manager eenci
tract had gemaakt, waarmede Tie re
niet in alle opzichten instemmen k<
Men moet Machnoff waarlijk c
niet al te veel als een klein kind
handelen.
Verdwenen.
Een van de employé's der Amst
damsche Bank, een jongmensch v
circa 25 jaar, is sedert gisteren v
dwenen. Men brengt zijn plotseli
vertrek in verband met de vermissi
van een pakket effecten, ter waai
van omstreeks f 4000.
Ons Geld.
Iemand vraagt in 't „Nieuw
waarom er geen stuivers meer ges
gen worden en waarom er zoo weii
halveguldens in omloop zijn.
Of iemand anders wel het ger
van stuivers exx halve guldens
treurt vraagt hax-erzijds de redac
daarbij en ten aanzien van
halve-gxxldens stemmen we met hi
in. Maar aan stuivers d. w. z. a
flinke nikkelen stuivers, niet aan
ze zilveren miniatuur-stuivertjes
bestaat wel degelijk behoefte.
Met den wensch van den inzem
naar goudstukjes van 5 zal
we geen bankbiljetjes van dat
drag te wachten hebben wel ie«
instemmen.
Maarwat zouden we er a