NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Iet Huwelijk van Sylviane. 21e Jaargang. No. 6283 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 23 DECEMBER 1903. HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN /fe ADVERTENTIËN: PER DRIE MAANDEN: Ktt Van 1—5 regeIs 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem ƒ1.20 Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der TvV\v^n^ J ,5 D.. /kn L gemeente) 1 30 HV Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland' 1 L65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers 0.02X V HfcV Iwfepj :tr u «v T D wc Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37^1" 'VAj Hoofdbureau en DrukkerijZuider Buitenspaarne No. 6. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Hontstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën wörden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofda^pr-ien voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publieité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. I Haarlem's Dagblad van 23 Dec. bevat: Suggestie en Hypnose, Buiten- land's Overzicht, Muziekcritiek 'hilip Loots, BinnenL- Sport- en j itads berichten. SUGGESTIE EN HYPNOSE. Nu de D uitschei' Mielke Zondag avond in „de Kroon" een séance heeft gegeven, zijn suggestie en hypnose weer druk ter sprake gekomen. Ze formen een onderwerp, waarover men liet uitgepraat raakt, daar de meenin- ;en over wat er al of niet van aan is, lijzonder verschillen. Sommigen noe- nen de geheele voorstelling ronduit len groote fopperij en gelooven van proeven niemendalzij verpeten, lat hier op bekende Haarlemsche bur gers de proeven zijn genomen en dat geen enkele reden bestaat, waar- im dezen met den vertooner zouden lebben samengespannen om het pu- iliek te bedotten. Was dit het geval liet geweest, had de heer Mielke reemdelingen meegebracht, dan zou iet publiek door bittere ervaring dit stuk wijs geworden gelijk lebben gehad met wantrouwen te ioesteren. Nu is, meenen wij, daar- roor geen reden. De experimenten zelf zijn overigens liet nieuw, evenmin als hypnose en uggestie zelf. Men kan er zeker van rezen, dat zij ten allen tijde hebben estaan, al is het nog maar kort gele en, dat zij in de wetenschappelijke teratuur zijn behandeld en gerang- chikt. Het schijnt, dat de Engelsch- ïan Braid de eerste is geweest, die pmerkte dat men personen in een lestand van gevoelloosheid en be- rusteloosheid brengen kan, door hem angen tijd op een blinkend voorwerp laten staren. Een Deen, de magne- iseur Hansen, bracht dat voor 't eerst toepassing in 't openbaai'. Hij liet ijn proefpersonen op een schitterend luk glas staren, maakte daarbij hand ewegingen voor hun gezicht zoo- ënaamde magnetische gebaren lasses magnétiques) en kreeg spoedig onder zijn wil, zoo- at bij hun allerlei toestanden kon idringen (suggereeren) die niet be- onden. Drong hij hun op dat zij 't water gevallen waren, dan gin- en zij op den houten vloer van het loneel met de kracht der wanhoop wemmen, zei hij dat het hard vroor, an zetten zij in de heete zaal de jas- aag op en bibberden van kou. Men ziet dus, dat er van Hansen tot ielke weinig is veranderd. Tusschen Bt zwemmen van Hansens sujetten het dronken worden van Mielke's t een leeg glas cognac drinkenden oefpersoon is geen werkelijk ver- hil en onze lezers zullen zich herin- iren, dat de magnetiseur Donato inige jaren geledon in ons land ge- jke voorstellingen heeft gegeven. Re- rlijkerwijze kan men dan ook deze roeven niet meer voor puur bedrog itmaken. Zelfs de ongeloovigsten op It stuk zullen hebben ondervonden, De groot in het dagelijksch leven de vloed kan zijn van den eenen mensch op den ander. Menigeen is te gronde gegaan door den omgang met een verkeerden vriend, die sterker wil bezat en daarvan gebruik maakte. Aan den anderen kant is er ook de goede invloed van een ernstig woord, ge sproken door iemand tot wien we op zien. Men kan vrij zeggen, dat wij, met elkander omgaande, dagelijks en voortdurend invloed op elkaar uit oefenen. Waai'om zou een magneti seur of hypnotiseur, die er zijn vak van maakt, dan niet in staat zijn om daarvoor geschikte personen toestan den en handelingen op te dringen, alleen door de kracht van zijn op dat doel geconcentreerden wil, althans wanneer de proefpersonen er van overtuigd zijn, dat hij kan wat hij vooruit zegt te kunnen verrichten. Hier ligt het verschil tusschen de uit spraak der geleerden en de verkla ring van de in 't openbaar optreden de hypnotiseursde laatsten bewe ren dat zij in 't bezit zijn van een bijzondere kracht en spreken op ge heimzinnige wijs van een van hen uit stralend fluïdumde geleerden daar- j entegen schrijven het feit der hyp- i nose in hoofdzaak toe aan de eigen- schappen van den gehypnotiseerde j zelf en zijn vertrouwen in het kunnen j van den hypnotiseur. Een Fransch geleerde, Dr. Marin, zegt dan ook in de voorrede van zijn werk l'Hypnotisme théorétique et pra tique, dat er niets bovennatuurlijks bij te pas komt en dat kunstmatige slaap, catalepsie, lethargie, somnam bulisme, hallucinaties, suggesties, alle zeer natuurlijke verschijnselen zijn. De eerste de beste kan dan ook hyp- notiseeren, wanneer hij zich maar naar de voorgeschreven regels ge draagt, maar^ zegt Dr. Marin niet iedereen is geschikt om gehypno tiseerd te worden. De beroemde Dr. Bernheirn is van dezelfde meening, maar beweert, dat toch verreweg de groote meerderheid gehypnotiseerd kan worden. Het is dan ook een onjuistheid om te veron derstellen, dat alleen enkele zenuwlij ders daarvoor de geschiktheid zouden hebben. En Dr. Bernheim, die zelf eerst na lange aarzeling tot de studie van het hypnotisme gekomen is, ver deelt die in een negental graden op we tenschappelijke wijs. Natuurlijk heeft hij dan ook het hypnotisme vooral voor wetenschappelijke doeleinden ge bruikt tot genezing van zieken, al heeft hij ook wel, allicht tot eigen studie en tot het verkrijgen van die per inzicht in de quaestie, proeven genomen die met het streven naar ge nezing in geen verband stonden. Zoo suggereerde hij eens aan een gehyp notiseerde, dat hij bij zijn ontwaken een collega, die met name genoemd werd, zou zien met een half gescho ren gezicht en een zilveren neus. Nau welijks was de man uit zijn hypno- tischen slaap ontwaakt, of hij scha terde van lachen om den collega en zei„heb je een weddenschap aange gaan om je maar half te scheren? En wat een neus 't Is of je in den oorlog bent geweest?" Aan dezen zelfden patient suggereer de Dr. Bernheim dat hij wakker wordende in alle bedden een groo- ten hond in plaats van een zieke zou zien en toen de gehypnotiseerde wakker werd, was hij uiterst verbaasd dat hij op eens in een hondenhospi- taal was verplaatst. Uit deze twee kleine voorbeelden, die gemakkelijk met nog tal van an dere zouden zijn aan te vullen, blijkt al van zelf, dat hypnose en suggestie geen dingen zijn, die men zoo maar eens voor een aardigheid, onder elkaar, moet toepassen. De hypnoti- seerende medicus weet uit den aard van de zaak hoever hij gaan kan, de magnetiseur (of hypnotiseur) die open bare voorstellingen geeft, zal zijn ver antwoordelijkheid gevoelen en zijn proefpersonen niet forceeren. In dat opzicht hebben politietoezicht en pu blieke opinie al heel wat verbetering gebracht. Hansen dwong zijn sujet ten op ruwe wijs tot den hypnotischen slaap, Donato was al veel zachter in zijn optreden. Ruwe manieren, een heftig optreden, zou het publiek zeker thans niet meer dulden. Toch is er nog zóóveel duisters in hypnose en suggestie, dat leeken daarmee hoogst voorzichtig moeten zijn, evengoed als kinderen niet moe ten spelen met een scheermes. En Dr. Marin noemt een paar gevallen van proefpersonen van Donato, die na zeer dikwijls door dezen gehypnoti seerd te zijn, aan ernstige zenuwsto ringen leden. Het is dus in elk geval zaak, zich niet te vaak in publieke of private séances als proefpersoon te laten ge bruiken. J. C. P. fiuitenlaiidsch Overzicht We zijn nog geen stap verder in de Oost-Aziatische kwestie. Wat we eer gisteren en gisteren vrij zeker wis ten, weten we nu nog wat zekerder, namelijk dat JAPAN RUSLAND verzocht heeft enkele punten van zijn antwoord nog eens te herzien. De eenige conclusie, die we uit de ver schillende berichten kunnen trekken, is, dat geen der beide tegenstanders veel neiging voelt tot vijandelijkhe den over te gaan. We laten hier de berichten uit diverse bronnen volgen Uit Tokio wordt aan de „Daily Mail" geseind Donderdag jl. heeft de Japansclie regeering een belang rijk telegram gezonden aan den Ja- panschen gezant te Petersburg. Gis teren (Zaterdag) heeft de minister raad een vergadering gehouden men gelooft dat er nog gewichtige onder handelingen gaande zijn. Generaal Jamani, de Japansche mi litaire attaché te Peking, is terugge roepen om zijn plaats bij den gene- ralen staf te Tokio te gaan innemen. Ook een andere Japansche attaché is teruggeroepenkolonel Aoki, de der de in rang, blijft te Peking. Te Port Arthur liggen nu veertien Russische oorlogsschepen, behalve de torpedobooten daaronder zeven li nieschepen (vier van de Sewastopol- ldasse). Het overige van de Russi sche vloot in Oost-Azië, hoofdzakelijk uit kruisers bestaande, ligt te Wladi- wostolc. Deze verdeeling van hun strijd krachten ter zee is niet gunstig voor de Russen, die overigens op papier op 'toogenblik ter zee minstens even sterk zijn als de Japanners. Wel is waar is de Japansche vloot veel talrijker (zes pantserschepen, zes ge pantserde kruisers, 16 pantserdek- kruisers, 70 torpedobooten en torpe dojagers tegen onderscheidenlijk aan Russische zijde zeven, twee, negen en 35), maar de beste en grootste Rus sische schepen moeten sterker zijn en .zijn moderner dan de Japansche. De ervaring heeft overigens bij herha ling geleerd, dat het nutteloos is, de vermoedelijke werkelijke waarde van twee vloten tegen elkaar uit te meten voordat er slag geleverd is. Kenschetsend is "t, dat de Russische vloot in de wateren van den Grooten Oceaan in Januari van dit jaar 87,000 ton mat, en dat zij op 31 December, versterkt met twee schepen, die in de Chineesche wateren onderweg zijn. een gezamenlijken inhoud zal hebben van 178,000 ton. In tegenstelling met zekere geruch ten, verneemt de „Daily Mail", dat de Engelsche admiraliteit nog geen last heeft gegeven tot opschorting van de Kerstmis-verloven. Intusschen is, zoo lang de spanning in den staatkundi gen toestand duurt, de tochi, dien het kruiser-smaldeel naar dePortugeesche wateren zou maken, uitgesteld voor- loopig blijft die vloot dicht bij huis. De officieuse „Kokamin" behelst een oogenschijnlijk van ingewijden af komstig overzicht van de onderhande lingen met Rusland. Aan het slot staat, dat Rusland zekere minimum eischen van Japan heeft afgewezen. Mocht Rusland blijven weigeren heet het dan staat Japan gereed met zijn leger zijn eischen door te zetten. De Japansche gezant te Londen zegt, dat er zich vele Engelsche vrij willigers bij hem aanmelden om te gen Rusland te vechten, o.a. veb Zuid-Afrikaansche oud-gedienden. De gezant wees alle aanbiedingen als on- noodig af. De „Daily Mail" verneemt uit Pe king Eenige voorname Mantsjoes, door Rusland bezoldigd, bestrijden een bondgenootschap tusschen China en Japan, waarvan de voorstanders echter toenemen, ondanks de bedrei ging van den Franschen gezant, dat de Franschen in geval China dat bondgenootschap aangaat, Kwangsi zullen bezetten. Reuter's bureau te Londen ver neemt, dat er nog geen wijziging is in den toestand in Oost-Azië, die hachelijk blijft, aangezien Japan Rus- land's antwoord niet aangenomen heeft. Tot de Russische regeering zal nu het verzoek gericht worden, haar voorstellen te herzienvoldoet zij aan dat verzoek dan kan dat leiden tot het voeren van nieuwe onderhan delingen tusschen de beide staten. Uit Tokio wordt van gisteren ge meld Vanmiddag heeft een conferentie plaats gehad tusschen Rosen en Ko- moera, in de Russische legatie. Ro sen is zoover hersteld, dat hij zijn aandeel in de onderhandelingen her vatten kan, hoewel hij nog niet uit- mag. Komoera overhandigde Rosen Japan's antwoord op de jongste me- dedeeling der Russische regeering. Dit antwoofu heeft niet den aard van een ultimatum. Het bevat een ver zoek aan de Russische regeering om zekere in haar antwoord vervatte voorstellen, waaraan Japan bijzonde re beteekenis hecht,'te herzien. Zestig ingenieurs zijn naar Korea gezonden ter vervanging van burger lijke deskundigen, die tot dusver bij de Japansche telegraaflijnen werk zaam waren. Ambtelijk wordt verze kerd, dat deze maatregel geen mili taire beteekenis heeft. President Roosevelt heeft eenig nieuw licht ontstoken in de PANAMA-KWESTIE door de telegrammen, gewisseld door het ministerie van buitenlandsche za ken te Washington en Beaupré, den Amerikaanschen gezant te Bogota, aan den Senaat over te leggen. De telegrammen van Beaupré beves tigen, dat Columbië getracht heeft, nog wat meer geld te slaan uit het tractaat, met de Unie, niettegenstaan de de regeering te Washington te kennen had gegeven, dat het verdrag onmogelijk gewijzigd kon worden. Bovendien wist men (volgens deze diplomatieke bescheiden) reeds den lOden September te Bogota, dat de afscheiding van Panama te wachten stondden 29sten en den 31sten Oc tober werd de Columbiaansche regee ring opnieuw daarvoor gewaar schuwd. Volgens een bericht, uit Duitsche bron, van Cartagena afkomstig, zou den de Columbiaansche troepen een noordwaartsche beweging ten uit voer gelegd hebben. Een kruiser met 500 soldaten aan boord, moet uit Cartagena vertrokken zijn, en een andere Columbiaansche kruiser neemt troepen aan boordallen, zegt men, zijn voor de golf van Darien bestemd. Het Amerikaansche smaldeel verge noegt zich met het bewaken van de kust. Van Panama uit is een troe- pen-afdeeling in de richting van de Columbiaansche grens opgerukt, zon der iets te bespeuren van een nade renden inval. Stadsnieuws NEDERLAHDSCHE OPERA. Er was door de directie der Haar lemsche Schouwburg-Maatschappij tegen Maandagavond een optreden der Nederl. Opera aangekondigd en inderdaad bereikte gezegd gezelschap dien avond onze goede stad, om ze op een voorstelling van Vei'di's „Tra- viata" te onthalen. De goede stad was weliswaar maar schraaltjes ver tegenwoordigd dat is op deze don kerste onder de donkere dagen trou wens niet anders te verwachten maar de vertegenwoordigers hebben behoorlijk hun bewonderingstol be- i taald aan de heerlijkheden, die de Schouwburg-atmosfeer kwamen ver vullen. Die heerlijkheden gingen voor mij, zooal niet uitsluitend, dan toch voor het overgroote nieerendeel uit van mevr. EngelenSewing's enorme en nog steeds opnieuw verrassende zangkunst. Met deze V i o 1 e 11 a laat zich Verdi's opvallend ongelijkwaar dige muziek nog genieten. Ik heb me vrouw Engelen bewonderd, vol strekt niet om dien overmatigen 'k moest liever zeggensmakeloos lang uitgehouden triller, waarmede zij het publiek in gapende verbazing bracht, maar om haar werkelijk mooi zingen, om het nobele en glansrijke van haar toon, de geparelde reinheid van haar coloratuur, de warme mu zikaliteit in haar voordracht, Naast hare creatie voldeed mij het meest de It o d o 1 p li e d' O r b e 1 van den heer Ernesto Dalarno. Hij is een zanger van temperament en bescha ving. Alleen liet de losheid van zijn spel nog al wat te wenschen. Hij scheen voortdurend bezorgd er „niet uit te raken" wat natuurlijk de illusie niet verhoogde. Het gezon de, forsche orgaan van den heer A. v. d. Iloeck verdiende ook nu, zooals altijd, waardeering. Voor de rol van Rodolphe s vader leek hij mij als zan ger noch acteur geschikt. Hij vat m. i. die figuur veel te stroef op. Op die manier worden de muzikale onbenul ligheden van het tweede bedrijf nog onmogelijker. Het overige geeft weinig aanleiding tot nadere beschouwing. De koren zongen vrij goed, maar het orkest wilde niet in de rechte stemming ko men. In het begin van den avond wa ren strijkers en blazers waarschijn lijk tengevolge van de vrij lage tem peratuur in den Schouwburg het al heel slecht eens. De tuba o.a. was minstens een kwart-toon te laag. La ter werd dat beter, maar toch niet zoo, dat de prachtige finale van het derde bedrijf niet nog merkelijk onder deze gedrukte stemming leed. Even wel, dat zijn van die omstandigheden, die voor 't oogenblik niet vallen te verhelpen en ik heb den leider van 't geheel, den heer R. Hageman, er des te hooger om geacht, dat hij er zijn energie en toewijding niet door liet bekoelen. PHILIP LOOTS. Koloniaal Museum. Op uitnoodiging van het Koloniaal Museum werd Maandagavond in de bovenzaal van het Brongebouw alhier een voordracht gehouden door Dr. J. F. van Beimnelen, van 'sGravenhage over „Het ontstaan en de geaardheid van Koraalriffen en -eilanden." Spreker wees er op, hoe koraalrif fen feitelijk zijn onderzeesche tuinen, die gevormd worden door koralen. Dacht men vroeger algemeen, dat dit planten waren, in de 18de eeuw is men tot de ontdekking gekomen, dat koralen dieren zijn, die zich onder de oppervlakte van het water bevinden, en die bij blootstelling aan de war me zonnestralen vrij spoedig afster- Feuilleton Naar het Engelsck van ARNOLD BENNETT. HOOFDSTUK XV. je Regen van Goudstukken. Laat ons weer tot de omgeving van adway Haeve en den veelbewogen tcht terugkeeren. Arthur Forrest, vergezelde Mr. ms tot buiten het gebouw. Het was idden in den nacht, en Sims zou et weten, waarheen te gaantoch lelde Forrest, dat hij niet gerust zou n, voordat de gevaai'lijke manvan- ,ar vertrokken was. Zijn instinct zei im, dat hij Sims direct moest doen rtrekken, en hij gehoorzaamde aan it instinct. Forrest was verstomd, nuwachtig en besluiteloos door de hurkachtigheid, de koude onver- hilligheid en bovenal door de abso- te schaamteloosheid van dien kerel, en karakter als dat van Sims kon door een Arthur Forrest onmogelijk begrepen worden. De laatste was bang, niet omdat hij gevaar voor zich zelf vreesde hij had daaraan nau welijks gedacht maarvoor de zede loosheid, die tot zulke slechte dingen in staat was, als Sims hem zooeven kalm beleden had. Als hij dacht over dat trio de schoone Mrs Cavalossï, Colpus, de verstandige Colpus en de steeds zwijgende bediende, bedaard en kalm hun netten spannende voor iets zoo laag en onmenschelijk, aanvoer hem een rilling door de leden. Toen hij het huis weer binnentrad, heel voorzichtig door de deur van de bibliotheek, dacht hij er overwat hem nu te doen stond Hij was over tuigd, dat hij om zoo te zeggen Sims bij de keel gegrepen en vleugellam had gemaakt. Buiten 'kwestie was Sims geschrokkenhij was onder den indrukvan hem zou niets meer te vreezen zijn. Sims zou uitrukken, en misschien ergens anders zijn slechte praktijken weer toepassen. Over t geheel was Arthur blij, dat hij hem had laten vertrekken; hij had daar door goed kunnen informeeren, en zou in elk geval van hem geen last meer hebben. Maar wat moest hij nu doen Het echtpaar Colpus bleef slim, ondoorgrondelijk, vastbesloten. Hóé zou hij met hen afrekenen. Hij moest tot zijn spijt bekennen, dat hij geen schaduw van bewijs tegen hen had. 1-Iet zou absurd zijn een bepaalde be schuldiging tegen hen in te stellen zij zouden hem uitlachenzich als de beleedigde onschuld aanstellen, en hem vragen Sims te laten overkomen, die zulke vreeselijke beschuldigingen had uitgebracht. Zou hij naar de po litie gaan De politie zou waarschijn lijk ongeloovig glimlachen in elk ge val zonden zij hem vragen, waarom hij Sims toestemming had gegeven te vluchten. Neen, bij dezen stand van zaken kon hij niet naar de politie gaan. Het eenige, waartoe hij kon overgaan was een firma van particu liere dérectieves in den arm te ne men, en met hun hulp een volledig onderzoek in te stellen naar het doen en laten van Dr. en Mrs Colpus. Maar nu sloop wee reen bange twijfel zijn hart binnenals bij zulke nasporin gen eens blijken mocht, dat Sylviane er, al was 't ook buiten haar schuld, in betrokken was. Hoe graag zou hij de sluier van het verleden eens op lichten Op één punt kwam hij tot een vast en onveranderlijk besluit. Arthur Pe terson mocht van dit alles niets we ten hij kende Peterson, en hij wist, dat als maar het kleinste gerucht van de waarheid hem bereikte, de jonge man niet alleen afstand zou doen van het fortuin van zijn vader, maar dat zijn geheele leven dan verbitterd en verwoest zou zijn. Dat was in de oogen van Arthur Forrest dus een on mogelijkheid. Peterson meende, dat hij een oudste zoon was; dat hij uit een wettig huwelijk was voortgespro ten en dat hij da rechtmatige eige naar was van een groote bezitting. Als zekerheid kon gelden, dat hij niets van dat alles was maar Arthupr For rest beloofde zichzelf niet zonder bit terheid, dat zijn halfbroeder nooit de waarheid zou weten als hij er iets aan doen kon. Hij ging de kleedkamer weer bin nen, opende zachtj'es de deur van de slaapkamer en keek naar binnen. Syl viane sliep vermoeid door te veel aandoening. Hij keek naar haar, sloot de deur en ging zitten. Plotseling besloot hij onder een of ander voorwendsel Ar thur Peterson wakker te maken, en wat met hem te praten. Hij had be hoefte iemand te spreken, en mis schien deed zich de gelegenheid voor om een aannemelijke verklaring te geven voor de afwezigheid van Sims den volgenden morgen. Hij streel even tegen die opwelling het scheel al te dwaas om midden in den nacht zijn gastheer te wékken maar ein delijk gaf hij er aan toe, en ging de gang in. Hij wist, dat de kamer van Peterson aan den anderen kant van het huis was, aan het einde van ie lange gang, die als een tunnel mid den door het huis liep. Hij bleef buiten de deur van zijn eigen kamer staan om te luisteren. Geen geluid; niets dan het bleekei licht van de dalende maan. Toen hij éven te voren naar beneden was ge gaan om Sims te begeleiden, had hij totaal geen vrees gehad, geen en kele van die vreemde sensaties, waar door men 's nachts in een huis, waar in ieder slaapt, wordt aangegrepen maar nu zijn energie verflauwde, nu bekroop hem een onverklaarbare vrees. Hij zou wel terug hebben wil len gaan en zijn deur dubbel sluiten tegen die niet te noemen vreesmaar te was óf te trotsch, óf te stijfhoofdig en daarom ging hij naar de kamer van Peterson. De vloer van de gang kraakte onder zijn stap; allerlei nach telijke geluiden drongen tot zijnoor door, die schijnbaar zonder oorzaak opstegen en weer wegstierven. Einde lijk stond hij voor de deur van de kamer van Peterson. De trap, die naar de tweede verdieping voerde, was daar vlak tegenover en aan zijn rechterhand was ee ngroot raam. Zijn hart klopte, en hij glimlachte als van minachting over zichzelf. Hij tikte bescheiden aan de deur Peterson, oude jongen 1 Geen antwoord. Peterson word wakker, kerel ik wou je spreken Nog geen antwoord, maar zijn stem weerklonk vreemd in de gang, het was hem als was zij tot den nok van het dak te hooren. Klaarblijkelijk sliep Peterson vast zooals een jonge man gewoonlijk doetzelfs al is hij een millionair. Arthur greep de krukzij draaide om, en hij zei tot zichzelf: ik zal naar binnen gaan, ik heb be hoefte met iemand te pratenen daarop ging hij naar binnen. Het waa een groote slaopkamer. Aan het eind tegenover de deur en vlak voor het venster stond een nachttoilet, dat een flauw gelen gloed door de kamer ver spreidde. Het groote, ouderwetsche ledikant stond achter de deur. Forrest naderde het bedhij zag, dat het leeg was, en dat er niet op geslapen was. Hij streek een lucifer af, stak een kaars aan en onderzoekend in de ka mer rond. In de garderobe hingen de kleeren netjes opgeborgen. Op de tafel lag een vuile boord en een dasop een stoel lag een pantalon, en over den rug van den stoel hing een wit overhemd. Een vest en jas lag opge vouwen op een anderen stóef daar dichtbij en op den vloer bij het bed lag een paar sokken. Peterson waa klaarblijkelijk van plan geweest naar bed te gaan, en toen Forrest hield de kaars in de hoog te en keek angstig de kamer rond. Wat was er gebeurd (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1