NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. De Erfgenaam van het Majoraat. 2) If 21e Jaargang. No. 6287 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 30 DECEMBER 1903. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: PER DRIE MAANDEN: smPIL Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem 1.20 Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeeïï?) !T8 8 1J0 Groote letters naar ptatsruimfe Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland' 1.65 V, i Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Gö'Uusbeerd ZoS^blad, 'voor Haarlem' 037)1 Hoofdbureau en DrukkerijZuider Buitenspaarne No. 6. n de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 30 Dec. bevat: Brieven van het 34ste Raadslid, Buitenl. Overzicht, Biunenland- sche-, Gemengde Sport- en Stads- bericliten. BRIE VEN van het as 34 ste RAADSLID. Woensdagmiddag zal onze directeur van Publieke Werken, de heer Du- mont, aan den Raad een uitlegging geven van de tramplannen en ant woorden op vragen, die de leden hem zullen doen. Dit is een meer en meer gebruikelijke manier. Toen in dertijd de gasquaestie hangende was, maakten B. en W. er zelfs een debat van. door de heeren Brender Bren- dis, toen directeur van de gasfabriek en Van der Horst, destijds adviseur van de gascommissie, samen te laten praten. Naar ik hoorde, hebben die twee heeren elkaar toen harde noten te kraken gegeven en wanneer er nu nog eens weer zoo'n debat werd op gezet,zou de heer Brender zijn collega allicht kunnen vragen, of zijn kosten berekening van toen niet een beetje faliekant was opgezet. Maar daar zal niet van komen. De heer Brender zit in Antwerpen en de heer Van dei- Horst is inmiddels naar Amsterdam verhuisd en zij denken aan Haarlem niet meer. Naderhand is ook onze tuinarchi tect, de heer Springer, in zoo'n Raads- bijeenkomst aan 't redevoeren ge weest. Het zal dus wel noodig wezen, dat wanneer er weer een hoofdamb tenaar voor de gemeente noodig is, als een van de vereischten welsprekend heid gevraagd wordt. Naar ik hoor (maar ik sta niet voor de waarheid in) moet onze directeur van Publieke Werken zich dan ook hebben afge vraagd „Ben ik een afstammeling van Jacob van Campen, den bouw meester, of van Demosthenes, die de schare toespx-ak?" Intusschen ben ik tot mijn leedwe zen door voor mij belangrijke rede nen verhinderd de vergadering van mijn Raadsbroeders over deze zaak bij te wonen. Dat mij dit bijzonder spijt, begrijpt iedereen en dat te meer, om dat het College toch al zoo onvoltallig is door de drie vacatures en de afwe zigheid van collega Rinkema. In 't voorbijgaan doe ik opmerken, dat de ze collega, wanneer hij over vervoer middelen komt te spreken, heelemaal niet gesticht blijkt te wezen over den ziekentransportwagen, waarmee hij naar het St. Elizabeths-gasthuis is gebracht en die naar zijn zeggen, den patiënt ongenadig door elkaar schudt. Nu ik verhinderd ben, Rinkema nog altijd geduldig naar de wanden van zijn ziekenkamer ligt te turen en drie zetels op nieuwe bezitters staan te wachten, zullen er dus aangeno men al, dat niemand anders ontbreekt om een onbeduidende neusvérkoud- heid of wel omdat hij voor pleizïer op reis is hoogstens dertig Raads leden present wezen. En dat is wei nig, bitter weinig. In ingewikkeldheid en moeilijkheid van behandeling weegt één tramquaestie op tegen drie gemeentebedrijven. Deze tramquaestie telt diverse partijgangers B. en \\\- isten, E. N. E. T.-tisten en misschien ook, nu de heer Grippeling de con cessie van de Haarlemsche Tram wil overnemen, Grippelingisten. Ten slot te zijn er ook nog enkele eigen exploi- tatie-isten, die in dit geval eenvoudig kunnen worden omschreven als so cialisten. Deze laatste categorie is, naar ik hoor, in beginsel voor gemeente-ex ploitatie van de trams. Nu zijn be ginselen mooi, maar moeilijk. Ze leg gen iemand soms aan de ketting eer hij het zelf weet. Immers het is on mogelijk de lijn van de paardentram van gemeentewege met voordeel elec- trisch te exploiteeren en het met paar den te blijven doen,, gaat niet, om dat het paard helaas als trekkracht ouderwetsch gaat worden en over enkele jaren daarvoor nog evenmin in gebruik zal wezen als het masto dont of een ander dier uit een vroe gere periode. Dan maar met verlies exploiteeren Daar zal de groote meerderheid van mijn Raadsbroeders, minder vast dan de democraten in de leer der gemeente-exploitatie, zeker niet aanwillen. Men stelle zich het geval voor als een sloot, die te breed is om over te springen en waar aan den eenen kant de gemeente staat en aan den anderen de E. N. E. T. Zij willen elkaar de hand reiken, maar hoe De E. N. E. T. is, toen zij 71/2 cent als maximum tarief aanvaardde, al een eind te water gegaan, maar de gemeente neemt de rokken bij elkaar en lispelt,,o, nee, ik maak mijn voet jes niet nat. Jou in 't water tegemoet gaan ik denk er niet aan. Wil jij me de hand geven, dan moet je maar overkomen." Maar de E. N. E. T., die de slootte breed vindt, blijft op haar beurt staan. En aan den kant van de E. N. E. T. staat de Noord- en Zuidhollandsche Stoomtram het geval aan te kijken en aan den kant van B. en W. de heer Grippeling. Op een kleinen af stand de directie van de Haarlemsche paardentram, benieuwd hoe dat af zal loopen. En tusschen die vijf, wil ik maar zeggen, gaat nu onze direc teur van Publieke Werken morgen schuitjevaren op de baren der uiter lijke welsprekendheid. Hij zal zijn talenten op dat stuk nuttig kunnen besteden, want wanneer eenmaal de tongen van dertig Raadsleden los gaan, dan kan er wat gebeuren. Nu mijn stem in 't koor niet zal worden gehoord, wil ik mijn advies hier geven. En ik denk aan een fabel van Lafontaine over een reiger, die aan den waterkant stond te wachten op een lekkeren visch. Wat hij zag zwemmen, was hem evenwel niet groot genoeg. Aanstonds zou er wei iets beters komen. Langzamerhand zwommen de grootste visschen weg en de arme reiger moest zijn honger stillen met armzalige stekelbaarsjes. Aan de beslissing zijn' we morgen nog niet toe. Als de heer Dumont heeft uitgesproken, vergaderen de collega's in de afdeelingen. Ik heb aan een van onze boekhandelaars verzocht, in hunne vergaderlokalen een exemplaar van Lafontaine's fabelen beschikbaar te stellen. Het 34ste Raadslid. Buitenlaudsch Overzicht Hier volgen de geruchten, zooals die nu het meest versch door de bui- tenlandsche bladen worden verspreid betreffende OOST-AZIE. Volgens den Japanschen correspon dent van de „Daily Telegraph" heeft de Russische regeering Japan's ver zoek om terug te komen op hare be slissing, dat Mantsjoerije buiten de onderhandelingen ligt, met nadruk afgewezen en dit zou Japan dwingen Rusland den oorlog te verklaren. Dit wordt zijdelings bevestigd door Cassini, den Russischen gezant te Washington, die openlijk verklaart, dat Rusland in allen gevalle in Man tsjoerije blijft en vroeg of laat ook Korea krijkt. Cassini voegde er bij Rusland- vervult in Mantsjoerije de zelfde beschavingsrol als Amerika in Panama Amerika kan daarom moei lijk opkomen tegen de Russische po litiek in Oost-Azië; Cassini's redenee- ring maakt echter zoo heet het geen indruk op het Arnerikaansche publiek. De >„Sun", van New-York, neemt een merkwaardig betoog op. Het heet daarin, dat Engeland een oorlog tus schen Rusland en Japan kan afwen den. Door tot Rusland te zeggen, dat Engeland zich anders bij Japan zou aansluiten. De vei'eenigde Engelschen en Japanners zouden Rusland gemak kelijk verslaan. Mocht er dientenge volge een Europeesche oorlog losbai'- sten, dan moest Amerika Engeland bijstaan, bijaldien de Eui'opeesche mogendheden overeenkwamen levens middelen tot contrabande te verkla ren. De „Morning Post" verneemt uit PekingEen opstand tegen het kei zerlijk huis, dien men vreest, zou de Chineesche regeering dwingen, in ge val van oorlog, een bondgenootschap met Japan te zoeken. Rusland ver wacht, dat China aan den oorlog zal deelnemen, en volgens een Peking- schen correspondent der „Times" wenscht het dat zelfs. De „Daily Mail" verneemt uit To kio Alle verloven aan het staatstuig- huis te Kobe zijn geschorst. Uit Osaka wordt het veldgeschut naar het zui den gezonden. De regeering heeft ha re schikkingen met de spoorwegmaat schappijen voor het troepenvervoer voltooid. De dienst van het Roode Kruis staat gei'eed. Het legei'bestuur heeft de bladen uitgenoodigd, geen hei-ichten over troepenbewegingen of andei* oorlogsnieuws op te nemen. Aan een feestmaal van het Oost- Aziatisch Verbond Vrijdagavond heb ben invloedrijke staatslieden zich zeer oorlogszuchtig uitgelaten. Zoo zeide Okoema, oud-eerste-minister, dat de spanning het gevolg is van de terug gave van het schiei-eiland Liaotoeng, waartoe Japan gedwongen werd. Se dert zijn geduld en wraak Japan s wachtwoorden. De tsaar vervolgde Okoema acht Rusland, naar het schijnt, in staat om de geheele wereld te beheerschen. Na Konstantinopel moet Britsch-Indië ingepalmd worden en na Britsch-Indië China. Het is Ja pan's plicht Rusland tegen te houden en China te beschermen, al zal een oorlog met Rusland Japan zware ver liezen kosten en een tijdelijke schor sing van de grondwet medebrengen. Naar Reuter mededeelt, hebben de onderkoningen in China reeds last; ontvangen bij de Regeering op te ge ven, hoeveel man troepen zij bezitten, die geschikt zijn voor den velddienst. De Russische Regeering heeft groo te hoeveelheden geconsei'veerd vleesch besteld bij Arnerikaansche firma's, te leveren tegen het einde van Januari. De Japansche ministerraad -en de Raad van State hielden een gemeen schappelijke vergadering. Wat DEN TOESTAND IN DEN BALKAN aangaat, daarover valt weinig nieuws te vermelden. Nog altijd heeft de Sul tan, trouw aan zijn gewoonte van verschuiven en uitstellen, niet geant woord op de laatste mededeeling van Rusland en Oostenrijk over het con- trö'le-ontwerp. De gezanten van deze beide landen hebben hen nu tot ant woorden aangepord en meegedeeld, dat zij zelf zullen optreden en de zaak regelen, wanneer de Porte dat niet doet, een dreigement, waarvan de Sultan, die des dreigens gewend is, wel niet zal schrikken. Duizend Bulgaren zijn verbannen naar Armenië en Syrië zij worden er, is 'twonder?, slecht behandeld. Stadsnieuws Haarlem, 29 December 1903. Weihnachts Oratorium. Het Weihnachts-Oratorium ol zoo als de vertaalde titel luidt„Kerst mis-Driekoningen" Oratorium van M. F. Müller is dus Maandagavond in de „Kroon" ten gehoore gebracht. En dat wel voor een zoo talrijk publiek als genoemd lokaal kan huisvesten. Naar ik verneem bestaat dan ook het plan de uitvoering te herhalen, ter- wille van hen die dezen keer geen plaats konden machtig worden. Het is toch ook geen wonder dat de uit- of opvoering van het sympathieke werk steeds groote aantrekkelijkheid heeft. De in goeden zin populaire mu ziek is voor ieder genietbaar. Een kind begrijpt ze en een volwassen mensch meent er lieve, aandoenlijke jeugdherinneringen uit te hooren op klinken. Een uiterst gelukkige gedach te was het van den componist zijn werk te doorweven met bekende oude kei'stzangen althans wat het eigen lijke Kerst-oratorium beti-eft. Voor de verschillende deelen van „Die heiligen Driekönige" kon hij er, jammer ge noeg, niet in slagen gepaste oudere melodieën te vinden. Evenwel is het den priester-kunstenaar steeds gelukt den toon van naïve vroomheid aan te slaan, die immers juist aan het oude. eenvoudige kerklied zijn fris- sche bekoorlijkheid geeft. Zooals ik in een vorig artikel zeide, heeft men op het voetspoor der uitvoeringen te Hilversum, Amsterdam en elders de beide genoemde oratoria, die trou wens in gelijken stijl zijn gecompo neerd, dooreengevlochten en zoodoen de een grooter geheel verkregen, zon der aan den natuurlijken gang of de afwisseling der zangnummers te kort te doen. Op deze wijze vult het werk een flinken avond en laat toch den steller der „levende beelden" voldoen de gelegenheid, in tijds met ieder vol gend tableau gereed te zijn. Elk der 14 afdeelingen heeft zoo'n tableau, waarvan verscheidene en dan met zinrijk gewijzigde houdingen en ge baren twee malen worden vertoond. De opvolging der groepen is aldus I. Verlangen naar den VerlosserII. Ave MariaIII. De Geboorte IV. De Verkondiging aan de HerdersV. De j Herders bij de KribbeVI. Het Ver schijnen van de Ster VII. De Uittocht en Samenkomst der Wijzen VIII. De Wijzen voor HerodesIX. Naar Beth lehem X. De Wijzen bij de Ki*ibbe XI. Opdracht in den TempelXII. De vlucht naar Egypte XIII. Verheerlij king van het Goddelijk KindXIV. Lofzang. De muziek is afwisselend voor solo stemmen, kwartet en gemengd koor, a capella of met begeleiding (hier van piano en harmonium). Ook enke le instrumentaal-nummers (Inleiding, Pastorale, Marsch) komen er in vooi\ Aan de uitvoei'ing bleek veel zorg be steed, maar de klank is, door de plaatsing van koor onder het tooneel, niet bizonder gunstig. Het is echter de vraag of een voor den klank gunstiger plaatsing mogelijk ware, zonder het oog van het publiek te veel naar het koor en dat van het koor te veel naar het. tooneel te trekken in welk laat ste geval de zang waarschijnlijk al evenmin tot zijn volle recht zou ko men. Hoe dan ook, zooals het is, maakt het geheel veel indruk. De een geniet hoofdzakelijk van de beelden, de ander van de muziek. En laat „de een" in dit geval wellicht grooter zijn dan „de ander" allen genieten en allen nemen van de voorstelling een mooie verheffende herinnering mee naar huis. En daar komt het ten slot te op neer. Verder volsta ik met een woord van lof, op de eerste plaats wel aan den heer Fr. Vos voor zijn mee- rendeels treffend mooie groepen en vervolgens aan den heer Jac. de Jong (directeur) mej. M. B. (sopraan-) en den heer E. B. (tenor-solist), mej, Betsy Pielage en den heer H. Berghuis (begeleidei-s) de medewerkenden bij het kwartet en de dames en heeren van het koor, die allen, naar krachten en middelen, verdienstelijk werk le verden. PHILIP LOOTS. Henk van Breemen. Onze stadgenoot, de heer Henk van Breemen, heeft zich doen hooren op een concert van Cecilia in den Haag. De Nieuwe Courant zegt van hem „Henk van Breemen, een oud-Hage naar, sedert vele jaren leeraar aan ie muziekschool van Toonkunst te Haar lem, is een fïjngevoelend pianist. Z.jn spel heeft veel charmefluweelig is zijn aanslag, mooi weet hij te frasee ren, en vooral in de Des-dur Noctur ne, van Chopin kwamen zijn senti ment en zijn zin voor klankkleur op zeer gelukkige wijze aan het licht. Vóór de pauze speelde hij de voor het publiek, weinig dankbare Fantasie op. 49 van Chopin .waarin het eerste mo tief onweerstaanbaar doet denken aan het schoone Hollandsche lied ,,o Mar garine, nagemaakte boter". Verder bracht hij ons in kennis met een pit tig stukje van Chaminade, Arabesque en met een Valse chromatique, van Godard. Hoewel van Breemen's tech nische vaardigheid zeer ontwikkeld is, voldoende om alles aan te durven, lie' de afronding van moeilijke passages wel eens te wenschen over. Maar over het geheel genomen, was ook zijn op treden een succes." De muziekverslaggever van het Va derland schrijft het navolgende „Het talent van Van Breemen, dia in Cecilia zijn eerste schreedjes zette op den kunstenaarsloopbaan, is se dert dien heel wat verfijnd en soepeler geworden, maar zijn rechterhand is te bescheiden en men zou zijn spel duidelijker wenschen. Het meest vol deed lxij mij met de Nocturne in Des van Chopin en deze droomerige mu ziek past misschien wol het best oij een kunstenaar, die, naar ik het er voor houd, meer berekend is in intie- meren kring te werken, dan in groote ruimten." De Haagsche Courant ten slotte oe- richt „De tweede solist, H. van Breemen, boeide door zijn zeer gevoelig piano spel zijn verscheidenheid van scha- 'keeringen in het dynamische en door zijn opvattingen. De Nocturne van Cho pin (de bekende in Des dur) vooral heeft hij bijzonder goed gespeeld. Van Breemen bezit een ontwikkelde tech niek, welke hem evenwel nu en dan voor „misslaan" niet behoeden kan maar hij heeft over 't geheel een zeer goeden indruk gemaakt." Men schrijft ons: In plaats van den heer Douwes zul len voor de gemeente-werklieden he denavond spreken de heer V. H. Kö- nig van Rotterdam over „Vakorgani satie van gemeente-werklieden" en de heer Jan Gerritsz over „Scheidsge recht en kern". Bureau van Consultatie. Wij voldoen gaarne aan een tot ons gericht verzoek om mede te deelen dat het Bureau van Consultatie in- plaats van op Vrijdag 1 Januari a. r. zitting zal houden op Zaterdag 2 Ta- nuari, des namiddags te half twee. Door den ontvanger der directe be- lastingen is benoemd tot herscliatter van de huurwaarden der perceelen waarin met vergunning sterke drank in 't klein wordt verkocht, de heer M. Wijdoogen, alhier. De heer T. Bruijn alhier is benoemd tot secretaris-penningmeester van lc Waard- en Veerpolder onder Haax- lemmerliede c. a. Feuilleton. Naar hei Duitsch van E. VON WERNER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. Maar hij werd verliefd op 't mooie meisje, dat nog bijna een kind was en had de illusie de nog gesloten knop tot vollen bloei wakker te kussen. Hij wilde nu eenmaal altijd iets bijzon ders. Toen hij bemerkte, dat de knop dood was, was 't uit. Toen hield noch de huwelijksband, noch zijn kind hem terug, hij ging dol en blindelings zijn ongeluk te gemoet. Wij moesten ons ten slotte verheugen, dat hij zijn va derland den rug had toegedraaid, an ders hadden wij nog het ergste be leefd. Het was toch jammer van hem 1 bracht Fernstein hier bijna onhoor baar tegen in. De mooie, wilde jonge ling, die eens de lieveling van ieder- eeix was. Nu, hij heeft haar dan gevon den, die zoogenaamde vrijheid, waar voor hij alles ten offer bracht, zeide Hohenfels scherp. Hij rukte de slaven ketenen der traditie los, de ketenen van het familieleven en van de op voeding, en het resultaat was een boerenbestaan onder boeren daar in het hooge Noorden Hoe het einde ge weest zou zijn? Daarover heb ik bij dezen plotselingen dood mijn eigen gedachten Fernstein richtte zich vol aandoe ning op. Je meent toch niet, dat Hij voltooide den volzin niet, maar de blikken der beide mannen ontmoet ten elkaar, en zij begrepen zonder woorden. Eenige seconden lang zwe gen beiden, toen nam de Freiherr weer het woord Voorloopig heb ik nog niets an ders dan het doodsbericht gekregen. De predikant van Raansdal zond mij de tijding kort en geheel vormelijk. Hij heeft 't vaderland en den afstand van Joachim gekend, want op den brief stond mijn volledige naam en het adres Guntersberg. En Bernard, zijn zoon? vroeg Fernstein. Die behoort nu eindelijk weer tot zijn familie, verklaarde Hohenfels na drukkelijk. Het was erg genoeg, dat wij hem al dien tijd bij zijn vader hebben moeten latenEen energieke vrouw zou zich haren zoon niet heb ben laten afnemen, maar mijne schoonzuster heeft niet eens moeder liefde. De wilde jongen stoorde haar in hare zelfgenoegzaamheid, tot iede re schrede moest zij eerst door mij aangezet worden, en toen Joachim, nog vóór dat de zaak beklonken was, plotseling hier verscheen en zijn zoon opeischte, verzette zij zich daar niet tegen. Toen was er niets meer aan te doen, hij beriep zich op zijn vader- recht. Zij werden in de rede gevallen, want de deur werd halverwege geopend en een jeugdige stem vroeg Mag ik binnen komen, Papa? Fernstein keerde zich snel om. Dat is mijn zoonHij komt mij met den wagen halen. Kom maar binnen, Koert Koert Fernstein, die nu binnen kwam, was een knappe, slanke jonge ling. Een donkere kruüekop met hel dere, open trekken en donkere, schit terende oogen. Zonder eenige verle genheid, ging hij naar den Freiherr toe en gaf hem de hand. Goeden dag, Oom Deze nam hem met verbaasde blik ken van het hoofd tot de voeten op. Jij bent flink uit de kluiten gewassen, Koert. Neen maar, dat noem ik groeien. Ja, je hebt hem in twee jaar niet gezien, viel de vader in de rede. Zoo lang is hij nu in Rotenbach op de kostschool van Berger Hij was den huisonderwijzer nu eenmaal ontwas sen, en omdat het zoogenaamde hoo- gere onderwijs voor de tegenwoordige jongelui noodig schijnt te zijn, heb ik hem daar maar heengezonden. Eigen lijk is het onzin Daar stoppen zij hem vol met Latijn en Grieksch en hij gaat j toch niet studeeren, maar wat mij betreft mag hij zich in die wijsheid verdiepen. Daarna stuur ik hem nog twee jaar op de landbouwschool, om hem wat verstandigs en practisch te laten leeren. Eéns zal hij toch Otten- dorf van mij overnemen. Maar ik word toch geen land heer, dat weet u, Papa, verklaarde Koert zeer beslist. O, begint het weer? stoof Fern stein op. Zet je die domheid toch uit het hoofdIk zeg je, daar komt niets van. Wil je geen landheer worden Wat dan wel vroeg Hohenfels. Ik ga naar zee riep Koert vol triomf. Ik wil de geheele wijde wereld zien. Ik ga in dienst van onze Marine en word later natuurlijk ad miraal Er vloog een glimlach over de ern stige trekken van den Freiherr. Na tuurlijk Je hebt groote plannen, maar dat mag ik hooren Men moet zich al tijd een hoog doel voor oogen stellen, dan komt men vooruit in het leven. Wil jij hem nog sterken in dien onzin vroeg de vader boos. Sinds de jongen bij mijn zwager in Kiel gelo-1 geerd heeft, is hij vol van die ver- wenschte zee. Den halven dag bracht hij door in een zeilboot op zee, op alle schepen ging hij een kijkje ne men en nu wil hij absoluut bij de Marine. Maar ik wil het niet, dat heb ik je al tienmaal gezegd. Dan loop ik weg, papa, verklaar de Koert met volkomen zielsrust. Zelfs al moet ik scheepsjongen worden Ik zeil direct naar de eilanden in de Zuidzee bij de Kannibalen en zendu van daar een prentbriefkaart Je moest eens durvendreigde Fernstein woedend. Denk je, dat ik den eenigen jongen, dien ik bezit, dat levensgevaarlijke beroep zou laten kiezen"? Ik heb bet toch in Kiel ge zien. .'Us katten klauteren zij daarin de ra's. Wie valt, breekt zijn hals en beenen en wordt verder door de haaien opgegeten. Ik val niet. verzekerde Koert doodkalm, en de haaien maken mij heelemaal niet aan 't schrikken. Kort en goed, jij behoort op het land, besloot de vader. Jij behoort bij Ottendorf. Van de Marine wil ik niets weten basta Ga nu in het park, Koert, zoo mengde Hohenfels zich in 't gesprek. Ik moet nog met je vader spreken. Koert gehoorzaamde en verliet de kamer, nauwlijks was hij echter bui ten, of hij stak zijn hoofd nog eens om den hoek van de deur. Ik ga naar zee. Papa basta Verwenschte jongenDe vader wilde boos opspringen, maar de deur viel al weer dicht, en de jongen maak te zich snel uit de voeten. Je zoon schijnt niet veel respect voor je te hebben, merkte Hohenfels koel op, terwijl hij zitten ging. Dat hij je zoo maar in 't gezicht durft zeggenDan loop ik weg. Bah, hij zal wel oppassen, en ik zou het hem ook niet raden. Het is een dol jongensidée. anders niet. Op dien leeftijd willen zijn allemaal de wijde wereld in. Hc zal hem wel vasthouden, als het zoover komt. Dat zal ook wel noodig zijn. Ik vrees, dat uw Koert ook één van de genen is, die het op 't land niet uit houden. Waarom geef je hem eigen lijk zijn zin niet? (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1