NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. DeErfgenaam van het Majoraat. 21e Jaargang. No. 2699. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 14 JANUARI 1904. B ARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Vooi' de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers 0.02)4 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37% de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Tweede Blad. FOTOGRAFIE. Nu is het. voor de variatie eens géén Sportpraatje, maar een Fo tografiepraatje. De lezers zullen wel denken: dat is óok een groote sprong, toch nietHet is óók een tak van sport, die met andere in verband staat. Het fotografietoestel heeft op de voet bal-, zoowel als op de renterreinen „burgerrecht" verkregen. Geen goed, welingeleefd sportman, of hij is ook met hart en ziel amateur-fotograaf.' Velen, zelf niet-fotografen, zullen wel eens gedacht hebben, wanneer zij een fotograaf eens een „kiekje" zagen nemen Aan een rennend paard, of hardloopend voetballer wat gaat dat toch weergaasch gauw, even richten knip. en 't is gebeurd, de opname is gemaakt. Welke moeite en zorgen de amateur evenwel nog thuis heeft, daarvan is hun niets bekend, velen onder hen denken, dat als de opname gemaakt is, het werk ook is afge- loopen. Daarom dit praatje, waarin ik in 't kort een kijkje zal geven in 't werken van een amateur-fotograaf. Er zijn zeer veel verschillende foto toestellen in den handel, men ziet ze van de kleine Gnom tot de groote sta tiefcamera's. Het meest wordt evenwel gebruik gemaakt van een handcamera van 9 bij 12 cM. hetwelk een goed formaat is en zich gemakkelijkop den tocht naar 't sportterrein laat mede- nemen. Een der eerste vereischten van een fototoestel of camera, bestemd tot bet opnemen van sporttooneeltjes is, dat zij een goede en snel-werkende lens beziet, en een dito momentsluiter, welke in staat zijn om bij iedere weersgesteldheid opnamen te maken van zich snelverplaatsende voorwer pen, zooals rennende paarden enz., welke snelle verplaatsing vaak nood zakelijk maakt, dat de lens slechts 1/100 of vaak zelfs 1/1000 deel van één seconde geopend is. Alleen een toestel is evenwei niet voldoende om opnamen te kunnen maken, er zijn zeer vele hulpmiddelen noodig, die evenmin gemist kunnen worden als de camera zelf. Ten eerste een laboratorium of werkplaats. Dit is een kamer of groote kast waar geen straaltje natuurlicht mag binnendrin gen. Deze kamer wordt verlicht door een donkere kamerlamp, een lamp, voorzien van een rood glas. Behalve deze kamer is nog noodig een drietal schaaltjes voor de ontwikkeling en een aantal chemicaliën, waarop ik latei- terug kom. De amateur begeeft zich nu met zijn toestel in de donkere kamer, steekt de lamp aan en opent zijn toestel. Nu haalt hij zijn doos met gevoelige platen voor den dag en opent ook deze. Uit deze platendoos komen een aantal platen te voorschijndit zijn glaasjes, waarop aan den eenen kant een melkachtig vlies zit, en waarop de fotografie zal komen te staan. De foto graaf steekt nu de glaasjes in houders of ehassies, welke in de camera aan wezig zijn. Hierna wordt het toestel weder gesloten, het is nu geladen en gereed om opnamen te doen. Nu begeeft de amateur zich naar de plaats, waar hij wil fotografeeren. Ziet hij iets van zijn gading, dan richt hij 't toestel, kijkt in den zoeker, en drukt op een knopje, hetwelk de lens opent en weder sluit. De opna me is nu gemaakt, en door verwisse ling der ehassies komt weder een nieuwe plaat voor de lens die even- eens weer gebruikt kan worden, het welk doorgaat totdat alle platen ge bruikt zijn. Meestal is het aantal ehassies 6 of 12. Na thuis gekomen te zijn. zal de amateur zijn opnamen verder klaar maken. Hij opent weder zijn labora torium en ontsteekt zijn lamp, en opent liet toestel weder. Op de glaas jes is evenwel nog niets veranderd, zoo schijnt het tenminste. De amateur weet evenwel beter. Hij zal nu de opname gaan ontwikkelen, en legt haar daartoe in een schaaltje met ontwikkelingsbad. Na eenige mi nuten wordt de plaat donkerder, en eindelijk is ze geheel zwart, met hier en daar lichte plekken. Houdt men de plaat nu tegen het licht, zoo is reeds iets van de opname te herkennen. De plaat wordt nu in een ander schaaltje gelegd, waarin hypo aanwe- zig is. In dit bad verdwijntlangzamer- hand de melkachtige sluier waarin de j plaat nog gehuld i«, en meestal na een vijf minuten is het negatief reeds helder (transparant). Als men de plaat nu tegen het licht houdt, kan men duidelijk het beeld ontwaren, al- thans de amateur. Een vreemdeling in j de fotokunst zou allicht zeggen, dat van de geheelc foto niets terecht is i gekomen, dat de menschen, die er op voorkomen, alle zwarte gezichten heb ben, zwarte handen en witte schoe- nen. Dit is ook werkelijk zoo, de plaat geeft het beeld negatief weer, dat is net verkeerd, alles wat in werkelijk- beid wit is, wordt daarop zwart, en j wat zwart is Avit. De plaat wordt nu goed afgespoeld j in schoon water, zoo lang totdat het j Avater er niet meer afloopt, waarna zij te drogen wordt gezet. Dit gaat zóó als de opname gelukt is, maar hoe vaak gebeurt het niet, dat ze mislukt, vooral bij beginners. Wanneer men evenwel wat meer thuis geraakt in de donkere kamer gaat het beter, en be- hooren de verknoeide platen tot de zeldzaamheden. Wel is do eene opna- me Avel eens mooier en duidelijker dan de andere, wat ook vaak te wij ten is aan verschillende omstandighe den, waarin vooral het weer een j groote rol speelt, daar men bij helder weer vanzelf veel duidelijker opnamen maakt dan bij duister. Zoodra het cliché of het negatief goed droog is, legt men het in een af- drukraampje, met den glaskant naar beneden, zoodat de gelatinehuis naar boven is gekeerd. Op deze laatste wordt een A'elletje afdrukpapier ge- legd dit papier bezit de eigenschap van, als het in 't volle daglicht komt, zwart of bruin te worden. Het afdruk- raampje wordt nu gesloten en in 't volle daglicht gelegen, hoe meer licht er is, hoe spoediger de fotografie af gedrukt is. Men laat het drukraam liggen totdat men denkt, dat het wel dónker genoeg zal zijn. Het raamp- je kan in getemperd licht geopend worden om te zien of de fotografie reeds donker genoeg is. Deze bewer- king moet natuurlijk inet groote voor- zichtigheid gepaard gaan, want komt i het papier te veel in 't licht, dan j schaadt dit aan de duidelijkheid Is het beeld donker genoeg afge drukt dan wordt het onder getemperd licht uit het afdrukraampje gehaald, en men ziet op dat vel papier het mooie beeld, dat men heeft gefoto grafeerd. Dit mag evenwel nog niet in '1 licht komen, daar het papier dan dadelijk geheel donker zou worden. Het wordt nu in het laatste had ge legd, dat maakt dat het 't daglicht kan Abelen, zonder te beschadigen. Hiervoor is noodig het kleurfixeerbad, ook wel goudbad genoemd. Den afdruk legt men met de lichte zijde naar. beneden in het spoelbakje met het bad. Hierin moet de fotogra fie een tiental minuten liggen, waar na ze er uitgehaald wordt en een of twee uren in schoon water gespoeld wordt. Ook is het voldoende als het water eenige keeren ververscht wordt. Na de fotografie afgespoeld, ge droogd en op een carton geplakt te hebben, is zij geheel gereed. Zeer veel en omslachtig werk zullen de leeken zeggen, doch het heeft nog nooit een amateur verveeld, en is een aardige tijdspasseering. AMATEUR. Stadsnieuws der foto. Men ziét nu tot zijn verbazing, dat i het beeld positief is geworden. Waren op het negatief alle gezichten zwai*t, hier zijn ze wit geworden, en omge- i keerd, wat wit op het glas was, is zwart geworden op het papier. Toch is dit zeer goed verklaarbaar. Door de witte, heldere gedeelten van het negatief kwam het licht, zoodat het z'ch daaronder bevindende papier donkerder werd, de zwarte gedeelten van het negatief laten vanzelf geen licht door, zoodat daar onder het pa pier wit bleef. Honden tentoonstelling Nog steeds komen prijzen in voor den op 29, 30 en 31 alhier te houden hondententoonstelling, uitgeschreven door de Amsterdamsche Kinologen- Club. De inschrijvingen willen evenwel nog niet vlotten. Het schijnt mode te zijn en gewoonte te w orden om, wanneer het geldt voor eene tentoonstelling in te schrijven, tot op den laatsten dag, zoo mogelijk I tot op het laatste uur te wachten. Er komt toch nog een weekje bij, zegt men, en men is aan dat termijn-ver- j lengen van lieverlede zoo gewoon ge raakt, dat het een gewoonte is gewor den, waarmede men rekening moet houden. En daarom den inschrij\'ingstermijn voor de aanstaande tentoonstelling i der K. C. A. te Haarlem ook maar j verlengd, om den achterblijvers en te- laatkomers nog gelegenheid te geven om naar hun inschrijvingsbiljetten te zoeken, en die nog in te zenden, maar thans ook uiterlijk op Zaterdag 16 Januari a.s. Na Zaterdag 16 Janu ari worden heusch geen inschrijvin- gen meer aangenomen de Secretaris j der tentoonstelling zou dan gevaar i loopen om in conflict te komen met den Raad van Beheer en stelt zich daar liever niet aan bloot. Heeren leden van Nederlandsche Herdershonden Club en Nederland sche Teckelclub A'ooral drukken Avij j op het hart, om hunne inschrijvings- biljetten te verzenden en er voor te zorgen, dat zij voor den dag komen met niet alleen goed, maar ook talrijk materiaal. Den niet ingewijde moeten wij laten zien en duidelijk maken de vorderingen, die, wat het verbeteren van den Holl. Herdershond betreft, in de laatste drie, vier jaar gemaakt zijn den Duitschen keurmeester moe ten Avij ervan overtuigen dat, al zijn wij geen aarts-teckel-materiaal-Iuid- j jes, zooals zijne landgenooten, wij toch ook teckel-materiaal hebben, dat gezien mag worden. Niet dat de inschrijvingen mét ïe I antwoorden aan de verwachtingen dó.t niet, want die komen geregeld, soms twintig, dertig tegelijk, maar de ruimte in de „Vereeniging" is groot, grooter dan die waarover men verle den jaar beschikte in het „Bronge bouw", en die ruimte zag men natuur lijk gaarne gevuld. Daarom dringen Avij er bij eigenaars van goede honden nog eens op aan, om de inschrijAingsbiljetten, welke him gezonden zijn, niet te beschou wen als eene bloote attentie van den secretaris, maar ze te gebruiken en ze, met de namen van hunne goede hon den ingevuld, in den loop der volgen de week terug te zenden. Uit het buitenland zijn Tot op heden reeds ingeschreven eenige Russische herdershonden, Brie'sche herdershon den, Duitsche herdershonden, Boxers, Dwergpinschers, Skye terriers, Retrie vers, Dobermann Pinchers enz. enz. Verwacht worden eenige prachtexem plaren St. Bernards. Wie om de een of andere reden ver hinderd is om in te zenden, verzuime niet de tentoonstelling te bezoeken, die, wanneer alles meeloopt, ongetwij feld belooft uiterst belangwekkend te zullen worden. Ned. Sp. Biimouland Bevolkingsstatistiek. Aan de inleiding van de thans ver schenen, door het Centraal Bureau voor de statistiek uitgegeven „Sta tistiek van den loop der bevolking van Nederland in het jaar 1902" wordt het volgende ontleend, waarbij wordt aan- geteekend, dat thans voor alle onder- deelen het stelsel is doorge\Toerd, om alleen die verschijnselen te vermelden die onder de werkelijke bevolking des Rijks of eenig deel daarvan plaats hadden. De totale bevolking op 31 December 1902 5.347,190 zielen tellend, die in den laatsten tijd in toenemende mate stij gend is geweest, vermeerderde in 1902 (net. 1.60 aan welke vermeerdering de beide geslachten in gelijke mate deelnamen. In de gemeenten met meer dan 20.000 inwoners steeg de bevolking met 1.72 (Avaarvan 0.17 door meer ves tiging dan vertrek); in de overige ge meenten slechts met 1.52 omdat 0.06 verloren ging. door meer ver trek dan vestiging. Vermelding ver dient echter, dat de vermeerdering van het relatieve aandeel der beA-olking van de groote gemeenten in die van bet Bijk in de laatste jaren steeds minder wordt, wat moet wijzen op een vermindering van den trek der plattelandsbevolking naar de groote bevolkingscentra of op een tegenover gestelde verplaatsing. De cijfers der immigratie-statistiek toonen aan, dat het laatste meer dan het eerste het geval is. Levend geboren werden in totaal in 1902: 168728 kinderen of 31.8 der bevolkingeen cijfer, dat in vergelij king met de meeste der cijfers voor de laatste tien jaar laag mag worden genoemd. Onder het aantal levend ge borenen zijn begrepen 3986 onwettig geborenen of slechts 2,37 terwijl het gemiddelde over de laatste tien jaren bedroeg 2.76 Ook bij de levenloos aangegevenen wier relatief aantal in de laatste ja ren, zoowel bij de wettig als bij de onwettig geborenen voortdurend min der werd, was het aantal onwettig geborenen geringer dan in eenig voor gaand jaar der laatste tien jaren, zijn de 4.14 tegen gemiddeld 5.20 in de laatste tien jaren. In het gelipel huwden in 1902 39818 mannen of 15.04 van de mannelijke bevolking, van wie 36001 jonkmans en 3817 weduwnaars en gescheiden mannen. Van de eersten huwden 96.8 met jonge dochters, van de laatsten 63.9 Van de 40071 huwende vrouAven wa ren 37526 jonge dochters en 2545 we duwen of gescheidenen. Van de eer sten huwden 93.5 met jonge man nen, van de laatsten 45.9 Ruim 80 der huwende mannen waren tusschen 20 en 35 jaar oud, en van dezen weder 't grootste aantal tusschen 25 en 30 jaar (36.87 Beneden 21 jaar huwden 3.55 de rest of circa 15.50 was 35 jaar of ouder. Bij de vrouwen huwden ruim 77 tusschen 20 en 35 jaar. Het grootste aantal was tusschen 20 en 25 j. n.I. ruim 37 heneden 21 jaar huwden ruim 13 de rest of circa 10 wa ren 35 jaar of ouder. Voor het eerst zijn thans in de sta tistiek overzichten opgenomen betref fende de woonplaats der huwenden. Daaruit blijkt, dat 67.50 der man nen huwden met vrouwen uit de ge meente hunner woonplaatsruim 22 met vrouwen uit een andere ge meente binnen de provincie en 9 met elders in het land wonende vrou- Aven. terwijl slechts 0.50 met vrou wen uit het buitenland huwden. Bij de vrouwen waren de cijfers respectievelijk 67 23 8,9 en 1.1 %- Hoe grooter de gemeenten, des te meer komt 't huwen tusschen bewo ners derzelfde gemeente voor. In de grootste gemeenten 82.5 bij de man nen en 85.4 bij de vrouwen in de kleinste gemeenten 55.3 bij de man nen en 53.1 bij de vrouwen. Nieuw is ook het overzicht van de kennis van schrijven der huwenden 1.60 der mannen en 2.91 der vrou wen die in 1902 huwden, konden de huwelijksakte niet teekenen uithoof de van analphabetie. Het meest kwam dit voor in Drenthe (5.23 mannen en 10.02 vrouwen), het minst in Zuid- Holland (0.75 mannen en 1.62 vrouwen). Voor de groepen van gemeenten staan de gemeenten van 5001 tot 20000 inwoners het hoogste voor de beide geslachten. Bij de mannen werden de minste analphabeten aangetroffen in de grootste gemeenten, bij de vrou wen in de groep der allerkleinste ge meenten. 570 mannen en 591 vrouwen, die in ons'land werkelijke woonplaats had den, zagen in 1902 hun huwelijk ont binden door scheiding \-an echt, en over 187 mannen en 188 vrouwen werd het vonnis van- scheiding van tafel en bed uitgesproken. In verhouding tot het aantal staan de huwelijken is zooAvel het aantal echtscheidingen, als dafcler scheidin gen van tafel en bed toenemend. Op 100 gehuwde paren kwamen in de laatste 3 vijfjarige perioden 0.52, 0.57 en 0.66 scheidingen van echt, en 0.16 0.17 en 0.19 scheidingen van tafel en bed voor. Het grootste aantal echtscheidingen kwam voor bij kinderlooze huwelijken 276; terwijl het aantal afneemt, naar mate het kindertal grooter wordt. Dat dit regelmatig zoo is, wijzen de cijfers van het laatste 10-jarig tijdvak duidelijk aan. Ook in 1902 was de sterfte, die reeds lang regelmatig dalende is, weder minder dan ïh het voorgaande jaar. Stierven in 1888 tot 1892 gemiddeld ,17.1 personen per 1000 inwöfaers, in het laatste jaar is dit cijfer tot 16.3 gedaald. De vermindering der sterfte komt meer den mannen dan den vrouwen ten goede, wat ten gevolge heeft, dat het verschil tusschen mannen- en vrouwensterfte steeds minder wordt, ofschoon de eerste de laatste nog blijft overtreffen. In de laatste drie vijfjaarlijksche pe rioden stierven per 100 van elk ge slacht respectievelijk2.13, 1.87 en 1.79 mannen en 1.97, 1.73 en 1.64 vrou wen. Uit het buitenland of de Koloniën vestigden zich in 1902 1231 mannen en 246 vrouwen meer dan er naar den vreemde of de Koloniën vertrokken. Meer vestiging dan vertrek heeft pas sedert drie jaren geregeld plaats, zoo dat in het afgeloopen 10-jarig tijdvak ons land nog 25.444 personen verloren heeft ten gevolge van meerdere emi gratie dan van immigratie. Een groot verlies in het laatste jaar van kinderen van beiderlei kunne in de gemeenten met meer dan 20.000 inwoners wijst op een wegtrekken van geheele gezinnen uit de gemeenten, A'ermoedelijk om zich in de naastbij- gelegen kleinere gemeenten te vesti gen. Diamant industrie. De Antwerpsche correspondent van de Tel. seint Op de vergadering van verstellers is met groote geestdrift besloten, dat geen enkele zich als leerjongen aan geven zal. Indien de patroons toch leerlingen aannemen zal de algemee- ne staking geproclameerd worden. Dezelfde correspondent schrijft d.d. 11 Januari Het manifest der patroons, door mij reeds herhaalde malen u aangekon digd, is gister eindelijk verschenen. Zooals ik de vorige week heb vermeld voortgaande op wat een patroon mij I Avel had willen mededeelen, kondigen j in dit manifest de fabrikanten en i eigenwerkmakers aan, dat zij leerjon- gens aan den arbeid zullen stellen, het bevalle nu den werklieden of niet. Het aantal leerjongens, die aange nomen zullen worden, is bepaald op 300. Te beginnen van hedenochtend ligt in elke fabriek een lijst, waarop al de verstellers, die het slijpen Avil- len aanjeeren, hun naam kunnen schrijven. Zijn er 300 inschrijvingen, dan worden de lijsten gesloten. De nieuwe leerlingen zullen om te beginnen 16 tot 24 francs loon trekken in de week. Om aanvaard te kunnen worden moeten zij 14 jaar oud zijn, minstens, Antwerpenaar van geboor te of sedert tien jaar te Antwerpen wonen. Voorkeur zal gegeven wo'r- Feuilleton. Naar het Duilsch van E. V O N WERNER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. 13) Het was niet zoo heel groot, maar het verzekerde hem de volkomen on afhankelijkheid en vrijheid om te leven, zooals hij A-erkoos. Hier in Raansdal was het een groot kapitaal en de bezitting, die hü ervoor koopen kon, gaf hem aanspraak op een eer ste plaats in Raansdal. En die werd hem ook in weerwil Aran zijn jeugd toegestaan, want hij gold bij de Raansdalers voor huns gelijke. Zij begrepen wel niet heel veel van den stand, dien een Duitsche baron en Majoraatsheer inneemt, zij Avisten ternauwernood, wat een Duitsch ma rine-officier was, maar dat hij alles, waartoe zijn geboorte en latere op voeding hem het recht gaf, overboord wierp, om tot hen terug te keeren; dat maakte toch indruk op de bewo ners van Raansdal. Daardoor toonde hij dat hij bij hen behoorde, en niet bij die anderen daar ginds, die hem eens als hun eigendom tot zich geroepen hadden. Hij had nu een vrije keuze gedaan en die keuze was goed geweest. Dicht bij de kerk lag het huis van den predikant Eriksen. een houten woning, zooals alle andere, met lage, breede ramen, die bijna den geheelen voorgevel besloegen. Hier, waar het licht des Avinters zoo met mondjes maat toegemeten werd, liet men het overal gelegenheid om binnen te ko men. Het huis van den predikant zag er van binnen anders uit dan dat der anderen, daarmee bewees men ten minste van de beschavnig op de hoog te te zijn. De woonkamer, een tame lijk groote maar ook lage ruimte, maakte met haar Avitte gordijnen, haar schilderijen aan de houten wan den en de met gebloemd trijp over trokken meubelen een behagelijken indruk, vooral op 'toogenblik, nuliet heldere zonlicht naar binnen stroom de. De beide jonge meisjes, die voor het venster zaten., waren in druk' gesprek, of eigenlijk sprak er slechts één van de twee. Inga Lundgrende andere, de dochter des huizes, be paalde zich meer tot de rol van toe hoorster. Zij had een mand met schoon linnengoed naast zich staan dat zij bezig was te verstellen, wel ken arbeid zij gedurende het gesprek geen oogenblik liet rusten. Hildur Eriksen was misschien drie of A'ier jaar ouder dan haar nicht. Zij was ontegenzeggelijk een mooi meis je, maar haar schoonheid droeg het kenmerk van eenvoud en ernst, die wel langzamerhand aantrekken, maar niet mnvleepen kan. Haar gestalte was bijna te groot en krachtig voor een vrouw, men kon het haar aanzien, dat zij evengoed als tehuis de naald, daarbuiten op de zee de roeispanen hantecren kon. Het blonde haar. zeer eenvoudig op gemaakt, lag in twee dikke vlechten om het h.oofd en omlijstte een bloei end en frisch gezicht, met duidelijk uitgesproken, regelmatige trekken en heldere oogen. Slechts één ding miste men er in. het teedere en beminnelij ke der jeugd. De geheele verschijning ademde een ernstige, kalme rust, een gestrengheid, die bijna een verkilien- den invloed had. Zij vormde een groot contrast met, de kleine, elegante Inga, die hier het woord voerde. Zij vertelde juist van de ontmoeting op den steiger en zei met verontwaar diging, dat zij alleen, zonder dat ie mand op haar lette, naar de stoom boot had moeten gaan. Zij scheen dat zeer kwalijk geno men te hebben Bernard kent je nog heelemaal niet, zei Hildur. Hij wist niet eens, dat je in Raansdal zou komen. Maar zeg mij nu eindelijk eens. Avaaraan wij eigenlijk je bezoek te danken hebben. Van den Zomer wilde je heelemaal niets van ons weten, en opeens schrijf je ons tot onze groote verras sing uit Bergen, dat je van plan bent met de eerstvolgende stoomboot te komen en eenige weken bij ons te blijven. Wat je gisterenavond aan mijn vader vertelde, was toch zeker alleen maar een voorwendsel. Natuurlijk, antwoordde Inga. Ik zal mij.wel wachten oom de waarheid te vertellen. Hij zou een preek tegen mij houden over de plicht der kin derlijke gehoorzaamheid en mij zoo mogelijk naar huis zenden ik ben n.I. Aveggeloopen. Hildur keek ontsteld, bijna boos op. Maar Inga Weggeloopenherhaalde deze nadrukkelijk. Wat bleef mij anders over'? Denk eens, zij wilden mij ach ter mijn rug uithuwelijken Het oude liedje, een bondgenootschap tusschen de families Lundgren en Hansen maar ik heb een streep door hun re kening gehaald Waarom heb je dan niet een voudig neen gezegd Dat heb ik, maar eerst ver moedde ik niets van het geheele kom- plot, want etui komplot was het wer kelijk. De heer Hansen is een oud handelsvriend van mijn vader, hij komt vaak in Drontheim en zoodoen de heb ik genade gevonden in zijn oogen. Hij vond mij bijzonder ge schikt voor schoondochter en voor vrouw van zijn zoon en erfgenaam, den dammen Axel. Mijn ouders stemden daarmee in, de familie Han sen is n.I rijk, de firma staat in Bergen in hoog aanzien. Kortom, dat zaakje werd achter mijn rug in orde gemaakt en toen werd ik tot een be zoek uitgenoodigd. Ik verheugde mij zonder eenige achterdocht op de reis mevrouw Hansen ontving mij met de grootste hartelijkheid en de eerste weken amuseerde ik mij kostelijk. Hildur luisterde, maar volstrekt niet met die hartstochtelijke deelneming, die bij zulke ontboezemingen onder jonge meisjes gebruikelijk^is. Inga daarentegen ging met stijgende ver ontwaardiging verder Ik merkte in het begin al wel, dat Axel Hansen steeds om mij heen draaide en mij met verliefde oogen aankeek. Hij heeft namelijk water achtige blauwe oogen en stroo-geel haar en ziet er uit. als had hij een stok ingeslikt, en daarbij is hij dom. grenzenloos dom Ik had pret over het geheele geval, totdat ik op zeke ren dag ontdekte, dat het ernst wor den zou, dat mijn ouders er ook ach ter staken en dat ik eigenlijk slechts een wissel op zicht was, die bij Han sen en Co. gepresenteerd werd. Ik schreef met bekwamen spoed naar huis en wat antwoordt mama ijiii? Zij hadden het plan alleen maar voor mij verzwegen opdat ik mijn onbe-, vangenheid zou bewaren. De goede j brave Axel beminde mij reeds met hart en ziel en ik zou hem ook moe ten liefhebben, als ik hem en al zijn goede eigenschappen eerst maar na der had l'eeren kennen. Wij zouden een zeer gelukkig paar worden enzoo- voort. Ik had echter niet de minste lust mij als' helft van het gelukkige paar beschikbaar te stellen, maar be sloot dadelijk te vertrekken en zette dat ook door. Maar Axel. die met hart en ziel verliefd was, ging mee. Dat wil zeggen, hij zou niet óp dat idéé gekomen zijn, want hem valt nooit iets in, maar mevrouw zijn moeder had hem dat zoo opgedragen. Toen verloor ik het geduld en liep weg Was daar dan heelemaal geen andere oplossing voor te vinden vroeg Hildur. die het gedrag van haar nicht toch te laken scheen te vinden. Neen, want mevrouw Hansen be weerde. dat ik niet alleen kon reizen. Natuurlijk moest Axel dan zoo lang in Drontheim blijven en al zijn schoo- ne eigenschappen ontwikkelen, tot dat ik toest.ond zijn vrouw te wor den. Ik werd onder zijn hoede ge steld en hij beeft ook trouw op schild wacht gestaan en niemand mocht mij naderen, maar ik had mijn plan al gemaakt. Je hadt zijn gezicht moe ten zien, toen ik hem plotseling aan kondigde, dat ik naar Raansdal ging! Hij A-iel bijna van schrik om en be greep den toestand eerst, toen ik in het bootje wegvoer. Nu ben ik hier en nu raak je me niet meer kwijt, voor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5