NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
DeErfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 2699.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 14 JANUARI 1904. B
ARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Vooi' de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers 0.02)4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Tweede Blad.
FOTOGRAFIE.
Nu is het. voor de variatie eens
géén Sportpraatje, maar een Fo
tografiepraatje. De lezers zullen wel
denken: dat is óok een groote sprong,
toch nietHet is óók een tak van
sport, die met andere in verband staat.
Het fotografietoestel heeft op de voet
bal-, zoowel als op de renterreinen
„burgerrecht" verkregen. Geen goed,
welingeleefd sportman, of hij is ook
met hart en ziel amateur-fotograaf.'
Velen, zelf niet-fotografen, zullen
wel eens gedacht hebben, wanneer zij
een fotograaf eens een „kiekje" zagen
nemen Aan een rennend paard, of
hardloopend voetballer wat gaat dat
toch weergaasch gauw, even richten
knip. en 't is gebeurd, de opname
is gemaakt. Welke moeite en zorgen
de amateur evenwel nog thuis heeft,
daarvan is hun niets bekend, velen
onder hen denken, dat als de opname
gemaakt is, het werk ook is afge-
loopen.
Daarom dit praatje, waarin ik in 't
kort een kijkje zal geven in 't werken
van een amateur-fotograaf.
Er zijn zeer veel verschillende foto
toestellen in den handel, men ziet ze
van de kleine Gnom tot de groote sta
tiefcamera's. Het meest wordt evenwel
gebruik gemaakt van een handcamera
van 9 bij 12 cM. hetwelk een goed
formaat is en zich gemakkelijkop den
tocht naar 't sportterrein laat mede-
nemen.
Een der eerste vereischten van een
fototoestel of camera, bestemd tot bet
opnemen van sporttooneeltjes is, dat
zij een goede en snel-werkende lens
beziet, en een dito momentsluiter,
welke in staat zijn om bij iedere
weersgesteldheid opnamen te maken
van zich snelverplaatsende voorwer
pen, zooals rennende paarden enz.,
welke snelle verplaatsing vaak nood
zakelijk maakt, dat de lens slechts
1/100 of vaak zelfs 1/1000 deel van één
seconde geopend is.
Alleen een toestel is evenwei niet
voldoende om opnamen te kunnen
maken, er zijn zeer vele hulpmiddelen
noodig, die evenmin gemist kunnen
worden als de camera zelf. Ten eerste
een laboratorium of werkplaats. Dit
is een kamer of groote kast waar geen
straaltje natuurlicht mag binnendrin
gen. Deze kamer wordt verlicht door
een donkere kamerlamp, een lamp,
voorzien van een rood glas. Behalve
deze kamer is nog noodig een drietal
schaaltjes voor de ontwikkeling en een
aantal chemicaliën, waarop ik latei-
terug kom.
De amateur begeeft zich nu met zijn
toestel in de donkere kamer, steekt
de lamp aan en opent zijn toestel.
Nu haalt hij zijn doos met gevoelige
platen voor den dag en opent ook
deze. Uit deze platendoos komen een
aantal platen te voorschijndit zijn
glaasjes, waarop aan den eenen kant
een melkachtig vlies zit, en waarop de
fotografie zal komen te staan. De foto
graaf steekt nu de glaasjes in houders
of ehassies, welke in de camera aan
wezig zijn. Hierna wordt het toestel
weder gesloten, het is nu geladen en
gereed om opnamen te doen.
Nu begeeft de amateur zich naar de
plaats, waar hij wil fotografeeren.
Ziet hij iets van zijn gading, dan
richt hij 't toestel, kijkt in den zoeker,
en drukt op een knopje, hetwelk de
lens opent en weder sluit. De opna
me is nu gemaakt, en door verwisse
ling der ehassies komt weder een
nieuwe plaat voor de lens die even-
eens weer gebruikt kan worden, het
welk doorgaat totdat alle platen ge
bruikt zijn. Meestal is het aantal
ehassies 6 of 12.
Na thuis gekomen te zijn. zal de
amateur zijn opnamen verder klaar
maken. Hij opent weder zijn labora
torium en ontsteekt zijn lamp, en
opent liet toestel weder. Op de glaas
jes is evenwel nog niets veranderd,
zoo schijnt het tenminste.
De amateur weet evenwel beter. Hij
zal nu de opname gaan ontwikkelen,
en legt haar daartoe in een schaaltje
met ontwikkelingsbad. Na eenige mi
nuten wordt de plaat donkerder, en
eindelijk is ze geheel zwart, met hier
en daar lichte plekken. Houdt men de
plaat nu tegen het licht, zoo is reeds
iets van de opname te herkennen.
De plaat wordt nu in een ander
schaaltje gelegd, waarin hypo aanwe-
zig is. In dit bad verdwijntlangzamer-
hand de melkachtige sluier waarin de
j plaat nog gehuld i«, en meestal na
een vijf minuten is het negatief reeds
helder (transparant). Als men de
plaat nu tegen het licht houdt, kan
men duidelijk het beeld ontwaren, al-
thans de amateur. Een vreemdeling in
j de fotokunst zou allicht zeggen, dat
van de geheelc foto niets terecht is
i gekomen, dat de menschen, die er op
voorkomen, alle zwarte gezichten heb
ben, zwarte handen en witte schoe-
nen. Dit is ook werkelijk zoo, de plaat
geeft het beeld negatief weer, dat is
net verkeerd, alles wat in werkelijk-
beid wit is, wordt daarop zwart, en
j wat zwart is Avit.
De plaat wordt nu goed afgespoeld
j in schoon water, zoo lang totdat het
j Avater er niet meer afloopt, waarna
zij te drogen wordt gezet. Dit gaat
zóó als de opname gelukt is, maar hoe
vaak gebeurt het niet, dat ze mislukt,
vooral bij beginners. Wanneer men
evenwel wat meer thuis geraakt in de
donkere kamer gaat het beter, en be-
hooren de verknoeide platen tot de
zeldzaamheden. Wel is do eene opna-
me Avel eens mooier en duidelijker
dan de andere, wat ook vaak te wij
ten is aan verschillende omstandighe
den, waarin vooral het weer een
j groote rol speelt, daar men bij helder
weer vanzelf veel duidelijker opnamen
maakt dan bij duister.
Zoodra het cliché of het negatief
goed droog is, legt men het in een af-
drukraampje, met den glaskant naar
beneden, zoodat de gelatinehuis naar
boven is gekeerd. Op deze laatste
wordt een A'elletje afdrukpapier ge-
legd dit papier bezit de eigenschap
van, als het in 't volle daglicht komt,
zwart of bruin te worden. Het afdruk-
raampje wordt nu gesloten en in 't
volle daglicht gelegen, hoe meer licht
er is, hoe spoediger de fotografie af
gedrukt is. Men laat het drukraam
liggen totdat men denkt, dat het wel
dónker genoeg zal zijn. Het raamp-
je kan in getemperd licht geopend
worden om te zien of de fotografie
reeds donker genoeg is. Deze bewer-
king moet natuurlijk inet groote voor-
zichtigheid gepaard gaan, want komt
i het papier te veel in 't licht, dan
j schaadt dit aan de duidelijkheid
Is het beeld donker genoeg afge
drukt dan wordt het onder getemperd
licht uit het afdrukraampje gehaald,
en men ziet op dat vel papier het
mooie beeld, dat men heeft gefoto
grafeerd. Dit mag evenwel nog niet in
'1 licht komen, daar het papier dan
dadelijk geheel donker zou worden.
Het wordt nu in het laatste had ge
legd, dat maakt dat het 't daglicht
kan Abelen, zonder te beschadigen.
Hiervoor is noodig het kleurfixeerbad,
ook wel goudbad genoemd.
Den afdruk legt men met de lichte
zijde naar. beneden in het spoelbakje
met het bad. Hierin moet de fotogra
fie een tiental minuten liggen, waar
na ze er uitgehaald wordt en een of
twee uren in schoon water gespoeld
wordt. Ook is het voldoende als het
water eenige keeren ververscht wordt.
Na de fotografie afgespoeld, ge
droogd en op een carton geplakt te
hebben, is zij geheel gereed.
Zeer veel en omslachtig werk zullen
de leeken zeggen, doch het heeft nog
nooit een amateur verveeld, en is een
aardige tijdspasseering.
AMATEUR.
Stadsnieuws
der foto.
Men ziét nu tot zijn verbazing, dat
i het beeld positief is geworden. Waren
op het negatief alle gezichten zwai*t,
hier zijn ze wit geworden, en omge-
i keerd, wat wit op het glas was, is
zwart geworden op het papier. Toch
is dit zeer goed verklaarbaar. Door
de witte, heldere gedeelten van het
negatief kwam het licht, zoodat het
z'ch daaronder bevindende papier
donkerder werd, de zwarte gedeelten
van het negatief laten vanzelf geen
licht door, zoodat daar onder het pa
pier wit bleef.
Honden tentoonstelling
Nog steeds komen prijzen in voor
den op 29, 30 en 31 alhier te houden
hondententoonstelling, uitgeschreven
door de Amsterdamsche Kinologen-
Club.
De inschrijvingen willen evenwel
nog niet vlotten.
Het schijnt mode te zijn en gewoonte
te w orden om, wanneer het geldt voor
eene tentoonstelling in te schrijven,
tot op den laatsten dag, zoo mogelijk
I tot op het laatste uur te wachten. Er
komt toch nog een weekje bij, zegt
men, en men is aan dat termijn-ver-
j lengen van lieverlede zoo gewoon ge
raakt, dat het een gewoonte is gewor
den, waarmede men rekening moet
houden.
En daarom den inschrij\'ingstermijn
voor de aanstaande tentoonstelling
i der K. C. A. te Haarlem ook maar
j verlengd, om den achterblijvers en te-
laatkomers nog gelegenheid te geven
om naar hun inschrijvingsbiljetten te
zoeken, en die nog in te zenden,
maar thans ook uiterlijk op Zaterdag
16 Januari a.s. Na Zaterdag 16 Janu
ari worden heusch geen inschrijvin-
gen meer aangenomen de Secretaris
j der tentoonstelling zou dan gevaar
i loopen om in conflict te komen met
den Raad van Beheer en stelt zich
daar liever niet aan bloot.
Heeren leden van Nederlandsche
Herdershonden Club en Nederland
sche Teckelclub A'ooral drukken Avij
j op het hart, om hunne inschrijvings-
biljetten te verzenden en er voor te
zorgen, dat zij voor den dag komen
met niet alleen goed, maar ook talrijk
materiaal. Den niet ingewijde moeten
wij laten zien en duidelijk maken de
vorderingen, die, wat het verbeteren
van den Holl. Herdershond betreft, in
de laatste drie, vier jaar gemaakt
zijn den Duitschen keurmeester moe
ten Avij ervan overtuigen dat, al zijn
wij geen aarts-teckel-materiaal-Iuid-
j jes, zooals zijne landgenooten, wij
toch ook teckel-materiaal hebben, dat
gezien mag worden.
Niet dat de inschrijvingen mét ïe
I antwoorden aan de verwachtingen
dó.t niet, want die komen geregeld,
soms twintig, dertig tegelijk, maar de
ruimte in de „Vereeniging" is groot,
grooter dan die waarover men verle
den jaar beschikte in het „Bronge
bouw", en die ruimte zag men natuur
lijk gaarne gevuld.
Daarom dringen Avij er bij eigenaars
van goede honden nog eens op aan,
om de inschrijAingsbiljetten, welke
him gezonden zijn, niet te beschou
wen als eene bloote attentie van den
secretaris, maar ze te gebruiken en ze,
met de namen van hunne goede hon
den ingevuld, in den loop der volgen
de week terug te zenden.
Uit het buitenland zijn Tot op heden
reeds ingeschreven eenige Russische
herdershonden, Brie'sche herdershon
den, Duitsche herdershonden, Boxers,
Dwergpinschers, Skye terriers, Retrie
vers, Dobermann Pinchers enz. enz.
Verwacht worden eenige prachtexem
plaren St. Bernards.
Wie om de een of andere reden ver
hinderd is om in te zenden, verzuime
niet de tentoonstelling te bezoeken,
die, wanneer alles meeloopt, ongetwij
feld belooft uiterst belangwekkend te
zullen worden.
Ned. Sp.
Biimouland
Bevolkingsstatistiek.
Aan de inleiding van de thans ver
schenen, door het Centraal Bureau
voor de statistiek uitgegeven „Sta
tistiek van den loop der bevolking van
Nederland in het jaar 1902" wordt het
volgende ontleend, waarbij wordt aan-
geteekend, dat thans voor alle onder-
deelen het stelsel is doorge\Toerd, om
alleen die verschijnselen te vermelden
die onder de werkelijke bevolking des
Rijks of eenig deel daarvan plaats
hadden.
De totale bevolking op 31 December
1902 5.347,190 zielen tellend, die in den
laatsten tijd in toenemende mate stij
gend is geweest, vermeerderde in 1902
(net. 1.60 aan welke vermeerdering
de beide geslachten in gelijke mate
deelnamen.
In de gemeenten met meer dan
20.000 inwoners steeg de bevolking met
1.72 (Avaarvan 0.17 door meer ves
tiging dan vertrek); in de overige ge
meenten slechts met 1.52 omdat
0.06 verloren ging. door meer ver
trek dan vestiging. Vermelding ver
dient echter, dat de vermeerdering van
het relatieve aandeel der beA-olking
van de groote gemeenten in die van
bet Bijk in de laatste jaren steeds
minder wordt, wat moet wijzen op
een vermindering van den trek der
plattelandsbevolking naar de groote
bevolkingscentra of op een tegenover
gestelde verplaatsing.
De cijfers der immigratie-statistiek
toonen aan, dat het laatste meer dan
het eerste het geval is.
Levend geboren werden in totaal in
1902: 168728 kinderen of 31.8 der
bevolkingeen cijfer, dat in vergelij
king met de meeste der cijfers voor
de laatste tien jaar laag mag worden
genoemd. Onder het aantal levend ge
borenen zijn begrepen 3986 onwettig
geborenen of slechts 2,37 terwijl
het gemiddelde over de laatste tien
jaren bedroeg 2.76
Ook bij de levenloos aangegevenen
wier relatief aantal in de laatste ja
ren, zoowel bij de wettig als bij de
onwettig geborenen voortdurend min
der werd, was het aantal onwettig
geborenen geringer dan in eenig voor
gaand jaar der laatste tien jaren, zijn
de 4.14 tegen gemiddeld 5.20
in de laatste tien jaren.
In het gelipel huwden in 1902 39818
mannen of 15.04 van de mannelijke
bevolking, van wie 36001 jonkmans
en 3817 weduwnaars en gescheiden
mannen.
Van de eersten huwden 96.8 met
jonge dochters, van de laatsten 63.9
Van de 40071 huwende vrouAven wa
ren 37526 jonge dochters en 2545 we
duwen of gescheidenen. Van de eer
sten huwden 93.5 met jonge man
nen, van de laatsten 45.9
Ruim 80 der huwende mannen
waren tusschen 20 en 35 jaar oud, en
van dezen weder 't grootste aantal
tusschen 25 en 30 jaar (36.87
Beneden 21 jaar huwden 3.55 de
rest of circa 15.50 was 35 jaar of
ouder.
Bij de vrouwen huwden ruim 77
tusschen 20 en 35 jaar. Het grootste
aantal was tusschen 20 en 25 j. n.I.
ruim 37 heneden 21 jaar huwden
ruim 13 de rest of circa 10 wa
ren 35 jaar of ouder.
Voor het eerst zijn thans in de sta
tistiek overzichten opgenomen betref
fende de woonplaats der huwenden.
Daaruit blijkt, dat 67.50 der man
nen huwden met vrouwen uit de ge
meente hunner woonplaatsruim 22
met vrouwen uit een andere ge
meente binnen de provincie en 9
met elders in het land wonende vrou-
Aven. terwijl slechts 0.50 met vrou
wen uit het buitenland huwden.
Bij de vrouwen waren de cijfers
respectievelijk 67 23 8,9 en
1.1 %-
Hoe grooter de gemeenten, des te
meer komt 't huwen tusschen bewo
ners derzelfde gemeente voor. In de
grootste gemeenten 82.5 bij de man
nen en 85.4 bij de vrouwen in de
kleinste gemeenten 55.3 bij de man
nen en 53.1 bij de vrouwen.
Nieuw is ook het overzicht van de
kennis van schrijven der huwenden
1.60 der mannen en 2.91 der vrou
wen die in 1902 huwden, konden de
huwelijksakte niet teekenen uithoof
de van analphabetie. Het meest kwam
dit voor in Drenthe (5.23 mannen
en 10.02 vrouwen), het minst in Zuid-
Holland (0.75 mannen en 1.62
vrouwen).
Voor de groepen van gemeenten
staan de gemeenten van 5001 tot 20000
inwoners het hoogste voor de beide
geslachten. Bij de mannen werden de
minste analphabeten aangetroffen in
de grootste gemeenten, bij de vrou
wen in de groep der allerkleinste ge
meenten.
570 mannen en 591 vrouwen, die in
ons'land werkelijke woonplaats had
den, zagen in 1902 hun huwelijk ont
binden door scheiding \-an echt, en
over 187 mannen en 188 vrouwen werd
het vonnis van- scheiding van tafel en
bed uitgesproken.
In verhouding tot het aantal staan
de huwelijken is zooAvel het aantal
echtscheidingen, als dafcler scheidin
gen van tafel en bed toenemend. Op
100 gehuwde paren kwamen in de
laatste 3 vijfjarige perioden 0.52, 0.57
en 0.66 scheidingen van echt, en 0.16
0.17 en 0.19 scheidingen van tafel en
bed voor.
Het grootste aantal echtscheidingen
kwam voor bij kinderlooze huwelijken
276; terwijl het aantal afneemt, naar
mate het kindertal grooter wordt.
Dat dit regelmatig zoo is, wijzen de
cijfers van het laatste 10-jarig tijdvak
duidelijk aan.
Ook in 1902 was de sterfte, die reeds
lang regelmatig dalende is, weder
minder dan ïh het voorgaande jaar.
Stierven in 1888 tot 1892 gemiddeld
,17.1 personen per 1000 inwöfaers, in
het laatste jaar is dit cijfer tot 16.3
gedaald.
De vermindering der sterfte komt
meer den mannen dan den vrouwen
ten goede, wat ten gevolge heeft, dat
het verschil tusschen mannen- en
vrouwensterfte steeds minder wordt,
ofschoon de eerste de laatste nog
blijft overtreffen.
In de laatste drie vijfjaarlijksche pe
rioden stierven per 100 van elk ge
slacht respectievelijk2.13, 1.87 en
1.79 mannen en 1.97, 1.73 en 1.64 vrou
wen.
Uit het buitenland of de Koloniën
vestigden zich in 1902 1231 mannen
en 246 vrouwen meer dan er naar den
vreemde of de Koloniën vertrokken.
Meer vestiging dan vertrek heeft pas
sedert drie jaren geregeld plaats, zoo
dat in het afgeloopen 10-jarig tijdvak
ons land nog 25.444 personen verloren
heeft ten gevolge van meerdere emi
gratie dan van immigratie.
Een groot verlies in het laatste jaar
van kinderen van beiderlei kunne in
de gemeenten met meer dan 20.000
inwoners wijst op een wegtrekken van
geheele gezinnen uit de gemeenten,
A'ermoedelijk om zich in de naastbij-
gelegen kleinere gemeenten te vesti
gen.
Diamant industrie.
De Antwerpsche correspondent van
de Tel. seint
Op de vergadering van verstellers is
met groote geestdrift besloten, dat
geen enkele zich als leerjongen aan
geven zal. Indien de patroons toch
leerlingen aannemen zal de algemee-
ne staking geproclameerd worden.
Dezelfde correspondent schrijft d.d.
11 Januari
Het manifest der patroons, door mij
reeds herhaalde malen u aangekon
digd, is gister eindelijk verschenen.
Zooals ik de vorige week heb vermeld
voortgaande op wat een patroon mij
I Avel had willen mededeelen, kondigen
j in dit manifest de fabrikanten en
i eigenwerkmakers aan, dat zij leerjon-
gens aan den arbeid zullen stellen,
het bevalle nu den werklieden of niet.
Het aantal leerjongens, die aange
nomen zullen worden, is bepaald op
300. Te beginnen van hedenochtend
ligt in elke fabriek een lijst, waarop
al de verstellers, die het slijpen Avil-
len aanjeeren, hun naam kunnen
schrijven. Zijn er 300 inschrijvingen,
dan worden de lijsten gesloten.
De nieuwe leerlingen zullen om te
beginnen 16 tot 24 francs loon trekken
in de week. Om aanvaard te kunnen
worden moeten zij 14 jaar oud zijn,
minstens, Antwerpenaar van geboor
te of sedert tien jaar te Antwerpen
wonen. Voorkeur zal gegeven wo'r-
Feuilleton.
Naar het Duilsch van
E. V O N WERNER.
Speciaal bewerkt voor
Haarlem's Dagblad.
13)
Het was niet zoo heel groot, maar
het verzekerde hem de volkomen on
afhankelijkheid en vrijheid om te
leven, zooals hij A-erkoos. Hier in
Raansdal was het een groot kapitaal
en de bezitting, die hü ervoor koopen
kon, gaf hem aanspraak op een eer
ste plaats in Raansdal. En die werd
hem ook in weerwil Aran zijn jeugd
toegestaan, want hij gold bij de
Raansdalers voor huns gelijke.
Zij begrepen wel niet heel veel van
den stand, dien een Duitsche baron
en Majoraatsheer inneemt, zij Avisten
ternauwernood, wat een Duitsch ma
rine-officier was, maar dat hij alles,
waartoe zijn geboorte en latere op
voeding hem het recht gaf, overboord
wierp, om tot hen terug te keeren;
dat maakte toch indruk op de bewo
ners van Raansdal.
Daardoor toonde hij dat hij bij
hen behoorde, en niet bij die anderen
daar ginds, die hem eens als hun
eigendom tot zich geroepen hadden.
Hij had nu een vrije keuze gedaan en
die keuze was goed geweest.
Dicht bij de kerk lag het huis van
den predikant Eriksen. een houten
woning, zooals alle andere, met lage,
breede ramen, die bijna den geheelen
voorgevel besloegen. Hier, waar het
licht des Avinters zoo met mondjes
maat toegemeten werd, liet men het
overal gelegenheid om binnen te ko
men.
Het huis van den predikant zag er
van binnen anders uit dan dat der
anderen, daarmee bewees men ten
minste van de beschavnig op de hoog
te te zijn. De woonkamer, een tame
lijk groote maar ook lage ruimte,
maakte met haar Avitte gordijnen,
haar schilderijen aan de houten wan
den en de met gebloemd trijp over
trokken meubelen een behagelijken
indruk, vooral op 'toogenblik, nuliet
heldere zonlicht naar binnen stroom
de.
De beide jonge meisjes, die voor
het venster zaten., waren in druk'
gesprek, of eigenlijk sprak er slechts
één van de twee. Inga Lundgrende
andere, de dochter des huizes, be
paalde zich meer tot de rol van toe
hoorster. Zij had een mand met
schoon linnengoed naast zich staan
dat zij bezig was te verstellen, wel
ken arbeid zij gedurende het gesprek
geen oogenblik liet rusten.
Hildur Eriksen was misschien drie
of A'ier jaar ouder dan haar nicht. Zij
was ontegenzeggelijk een mooi meis
je, maar haar schoonheid droeg het
kenmerk van eenvoud en ernst, die
wel langzamerhand aantrekken, maar
niet mnvleepen kan.
Haar gestalte was bijna te groot en
krachtig voor een vrouw, men kon
het haar aanzien, dat zij evengoed
als tehuis de naald, daarbuiten op
de zee de roeispanen hantecren kon.
Het blonde haar. zeer eenvoudig op
gemaakt, lag in twee dikke vlechten
om het h.oofd en omlijstte een bloei
end en frisch gezicht, met duidelijk
uitgesproken, regelmatige trekken en
heldere oogen. Slechts één ding miste
men er in. het teedere en beminnelij
ke der jeugd. De geheele verschijning
ademde een ernstige, kalme rust, een
gestrengheid, die bijna een verkilien-
den invloed had.
Zij vormde een groot contrast met,
de kleine, elegante Inga, die hier het
woord voerde.
Zij vertelde juist van de ontmoeting
op den steiger en zei met verontwaar
diging, dat zij alleen, zonder dat ie
mand op haar lette, naar de stoom
boot had moeten gaan.
Zij scheen dat zeer kwalijk geno
men te hebben
Bernard kent je nog heelemaal
niet, zei Hildur. Hij wist niet eens, dat
je in Raansdal zou komen. Maar zeg
mij nu eindelijk eens. Avaaraan wij
eigenlijk je bezoek te danken hebben.
Van den Zomer wilde je heelemaal
niets van ons weten, en opeens
schrijf je ons tot onze groote verras
sing uit Bergen, dat je van plan bent
met de eerstvolgende stoomboot te
komen en eenige weken bij ons te
blijven. Wat je gisterenavond aan
mijn vader vertelde, was toch zeker
alleen maar een voorwendsel.
Natuurlijk, antwoordde Inga. Ik
zal mij.wel wachten oom de waarheid
te vertellen. Hij zou een preek tegen
mij houden over de plicht der kin
derlijke gehoorzaamheid en mij zoo
mogelijk naar huis zenden ik ben
n.I. Aveggeloopen.
Hildur keek ontsteld, bijna boos op.
Maar Inga
Weggeloopenherhaalde deze
nadrukkelijk. Wat bleef mij anders
over'? Denk eens, zij wilden mij ach
ter mijn rug uithuwelijken Het oude
liedje, een bondgenootschap tusschen
de families Lundgren en Hansen
maar ik heb een streep door hun re
kening gehaald
Waarom heb je dan niet een
voudig neen gezegd
Dat heb ik, maar eerst ver
moedde ik niets van het geheele kom-
plot, want etui komplot was het wer
kelijk. De heer Hansen is een oud
handelsvriend van mijn vader, hij
komt vaak in Drontheim en zoodoen
de heb ik genade gevonden in zijn
oogen. Hij vond mij bijzonder ge
schikt voor schoondochter en voor
vrouw van zijn zoon en erfgenaam,
den dammen Axel. Mijn ouders
stemden daarmee in, de familie Han
sen is n.I rijk, de firma staat in
Bergen in hoog aanzien. Kortom, dat
zaakje werd achter mijn rug in orde
gemaakt en toen werd ik tot een be
zoek uitgenoodigd. Ik verheugde mij
zonder eenige achterdocht op de reis
mevrouw Hansen ontving mij met de
grootste hartelijkheid en de eerste
weken amuseerde ik mij kostelijk.
Hildur luisterde, maar volstrekt niet
met die hartstochtelijke deelneming,
die bij zulke ontboezemingen onder
jonge meisjes gebruikelijk^is. Inga
daarentegen ging met stijgende ver
ontwaardiging verder
Ik merkte in het begin al wel, dat
Axel Hansen steeds om mij heen
draaide en mij met verliefde oogen
aankeek. Hij heeft namelijk water
achtige blauwe oogen en stroo-geel
haar en ziet er uit. als had hij een
stok ingeslikt, en daarbij is hij dom.
grenzenloos dom Ik had pret over
het geheele geval, totdat ik op zeke
ren dag ontdekte, dat het ernst wor
den zou, dat mijn ouders er ook ach
ter staken en dat ik eigenlijk slechts
een wissel op zicht was, die bij Han
sen en Co. gepresenteerd werd. Ik
schreef met bekwamen spoed naar
huis en wat antwoordt mama ijiii?
Zij hadden het plan alleen maar voor
mij verzwegen opdat ik mijn onbe-,
vangenheid zou bewaren. De goede j
brave Axel beminde mij reeds met
hart en ziel en ik zou hem ook moe
ten liefhebben, als ik hem en al zijn
goede eigenschappen eerst maar na
der had l'eeren kennen. Wij zouden
een zeer gelukkig paar worden enzoo-
voort. Ik had echter niet de minste
lust mij als' helft van het gelukkige
paar beschikbaar te stellen, maar be
sloot dadelijk te vertrekken en zette
dat ook door. Maar Axel. die met
hart en ziel verliefd was, ging mee.
Dat wil zeggen, hij zou niet óp dat
idéé gekomen zijn, want hem valt
nooit iets in, maar mevrouw zijn
moeder had hem dat zoo opgedragen.
Toen verloor ik het geduld en liep
weg
Was daar dan heelemaal geen
andere oplossing voor te vinden
vroeg Hildur. die het gedrag van haar
nicht toch te laken scheen te vinden.
Neen, want mevrouw Hansen be
weerde. dat ik niet alleen kon reizen.
Natuurlijk moest Axel dan zoo lang
in Drontheim blijven en al zijn schoo-
ne eigenschappen ontwikkelen, tot
dat ik toest.ond zijn vrouw te wor
den. Ik werd onder zijn hoede ge
steld en hij beeft ook trouw op schild
wacht gestaan en niemand mocht mij
naderen, maar ik had mijn plan al
gemaakt. Je hadt zijn gezicht moe
ten zien, toen ik hem plotseling aan
kondigde, dat ik naar Raansdal ging!
Hij A-iel bijna van schrik om en be
greep den toestand eerst, toen ik in
het bootje wegvoer. Nu ben ik hier
en nu raak je me niet meer kwijt, voor-