NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD.
ni
De Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6304
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 20 JANUARI 1904.
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland w1.65
Afzonderlijke nummers 0.02X
Geïllustreerd Zondagsblad» voor Haarlem 0.37>£
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Monlmartfe.
VÊ
Haarlem's Dagblad van
'dl 20 Januari bevat o. a.
Bnitenlandsch Overzicht. Too-
neelcritiek van Frans Netscher,
Biiiuenl. Berichten, Nieuws uit
Haarlem en Omstreken, Inge
zonden stnkken.
Buitenlandscli Overzicht
Hoewel de Engelsche bladen voort-
i, zooals zij van den beginne af
en gedaan, oorlogsnieuws de we-
reld in te zenden, blieft de waarschijn-
"ijkheid op een vredelievende oplos-
van het
OOST-AZIATISCH CONFLICT,
jdie reeds gisteren in de berichten
|doorschemerde, vrij groot.
Het meest draagt daartoe bij het
"gencle bericht.
j'«. De Kölnische Zeitung plaatst het
[volgende telegram van haar corres
pondent te Petersburg
)6U „Naar verluidt zal de Japanschege-
e zant Koerino Maandag (heden) te
t Tsarskoje Selo door den Tsaar inbui-
..utengewoon gehoor ontvangen worden.
''Wordt dit bevestigd, dan moet men
ongetwijfeld in deze ontvangst een
daad zien van de allergrootste betee-
kenis voor een spoedige en vredelie-
vendeo plossing van het conflict, en
tegelijk het beste dementi van al die
berichten, welke nu nog den oorlog
voor onvermijdelijk verklaren."
zant Koerino Maandag (gisteren) te
vende oplossing van het conflict en
Het Russische telegrammenbureau
*D meldt dat het onderhoud van den
ch Tsaar met den Japanschen gezant
nog niet heeft plaats gehad, maar dat
ook te Petei-sburg het gerucht loopt
dat zulk een audiëntie heden ver-
er, wacht wordt.
Yj Het kan niet missen of dergelijk
'onderhoud, op verlangen van den
Tsaar, moet den vrede ten goede
komen.
We laten hier volgen wat de Engel-
|sche bladen weten te vertellen.
1
De Daily Mail verneemt uit Seoel:
De Koreaansche generaals hebben be
kend gemaakt, dat hun troepen trouw
zullen blijven, als de keizer in zijn
paleis blijft, maar goed zouden vin
den, dat de keizer afgezet wordt, als
hij wegloopt. De keizer van Korea
heeft echter aan den keizer van Chi
na geseind, dat hij te Seoel blijft
ook heeft hij naar Peking en Tokio
geseind om voor te stellen een of-
en defensief verbond tusschen Korea
China en Japan te sluiten. Pawlof,
de Russische gezant, heeft de Kore
aansche regeering verwittigd, dat
gewapende Koreanen herhaaldelijk de
Chineesche grens schenden en op
Chineesch gebied gruwelen plegen,
dorpen verbranden, inwoners ver
moorden. Zulke wandaden, zegt Paw
lof, zullen strenge maatregelen noo-
dig maken. De Europeesche bevelheb
bers houden te Tsjemoelpo een ge
pantserde trein gereed om desnoods
met geweld troepen naar Seoel te
kunnen zenden. Invloedrijke men-
schen hebben den Russisch en, gezant
verzocht, de Japansche geheime poli
tie, die het Koreaansche volk uit
zuigt en schrik aanjaagt, weg te zen
den. Aan de stadswallen zijn plaka-
ten gehecht waarin de bevolking te
gen de vreemdelingen opgehitst
wordt. Volgens bericht uit Port Ar
thur is daar veel waardelooze schiet
voorraad ontdekt en komen de sto
kers tegen hun slechte behandeling
in opstand. De Amerikaansche sol
daten, die hier (in Seoel) ontscheept
zijn, veroorzaken door hun herhaal
delijke dronkenschap en tuchteloos
heid veel ergernis. De Amerikaan
sche gezant zag zich genoodzaakt den
bevelhebber onder het oog te bren
gen, dat Koreanen geen Filippijners
zijn. De Japanners zijn op het oogen-
blik aan het Koreaansche hof de
baas in plaats van de Russen.
De Daily Mail verneemt uit Port
Arthur. Er zijn in Mantsjoerije 200.000
man Russische troepen, waarvan de
helft den spoorweg en 20.000 Dalni
en Taliën-wan bewaken. Naar de
meening van Russen, is de oorlog
onvermijdelijk, en Wladiwostok en
Port Arthur van den zeekant on
neembaar. De krijgsraad zit dage
lijks.
De Standard verneemt uit Tiëntsin:
De Russen hebben extra-treinen ai-
gehuurd. Gisteren brachten die Rus
sische troepen uit Peking en Tiëntsin
naar Port Arthur. Het verluidt, dat
de Russische regeering dè Chineesche
regeering verzocht heeft, 15.000 man
naar Mantsjoerije te zenden om daar
de Chineezen te beschermen.
De Standard verneemt uit Tokio
Ruslands verzekeringen tegenover de
Europeesche mogendheden en Ameri
ka betreffende Mantsjoerije wijken,
naar men zegt, af van wat het daar
omtrent tegenover Japan heeft ver
klaard. Tegenover Japan heeft Rus
land verklaringen afgelegd, die ne
derzettingen van vreemdelingen in
Mantsjoerije en al wat anders aan
vreemdelingen daar recht zou geven
uitsluiten.
De ^correspondent der Daily Tele
graph te Tokio waarschuwt tegen
Europeesche vredes-berichten. Japan
houdt alle concessiën van Rusland
voor denkbeeldig en rust zich ten
oorlog.
In den
DUITSCHEN
Rijksdag is ter sprake gekomen de
toestand in Zuid-West-Afrika, waar
over men zich, zooals we gisteren op
merkten, in het land wel eenigszins
ongerust maakt uit hoofde van het
gering aantal daar aanwezige troe
pen.
Versterking wordt gezonden.
In den Rijksdag zeide Von Bülow
In den Rijksdag zeide Von Bülow
nog
De bedoelde troepen kunnen niet
vóór 30 dezer en 5 Februari op reis
gaan, en de Zaterdagavond ontvan
gen berichten maken onverwijlde ver
dere maatregelen .poodig. Daarom heb
ik gisteren toebereidselen gemaakt
om 500 man mariniers, eenige stuk
ken geschut en een detachement ge
nie met den grootst mogelijken spoed
naar Swakopmond te zenden. Die
troepen zullen Donderdagnacht ver
trekken met een Lloydboot, die 8
Februari te Swakopmond kan zijn.
Voor de nog niet te ramen kosten zal
den Rijksdag later om goedkeuring
verzocht worden, Het reeds onderweg
zijnde transport van 230 man, ter af
lossing, wordt den 3den Februari te
Swakopmond verwacht, en zal nog
voor de aankomst der mariniers eeni
ge hulp verleend hebben. Bovendien
zou heden de kanonneerboot Habicht
te Swakopmond uit Kaapstad aanko
men. De genomen beschikkingen zijn
het minimum van hetgeen de jongste
gebeurtenissen vereischen. Onze om
hulp roepende landgenooten zullen
dat vertrouwen de regeeringen het
Duitsche volk en zijn vertegenwoordi
gers eensgezind vinden tot onverwijld
handelen, tot bescherming van de be
narden en verdediging van de eer on
zer vlag. (Luide toejuichingen).
De Rijksdag nam de interpellatie
in behandeling van conservatieve zij
de ingediend wegens het niet-opzeg-
gen der douane-tractaten. Posadows-
ky zeide, de interpellatie te zullen be
antwoorden.
Graaf Kanitz zette de reden voor de
interpellatie uiteen. Hij sprak uit
voerig over de verdragen, met andere
mogendheden te sluiten en beweert,
dat het buitenland sterk de voorkeur
zou geven aa» het laten voortduren
van den bestaanden toestand boven
het sluiten van nieuwe verdragen, die
de Duitsche belangen beter bescher
men dan tot dusver. Kanitz eindigde
aldusDe Keizer wil, dat thans een
30-jarig tijdvak zal aanvangen, waar
in de belangen van den landbouw
overwegen zullen. Wij verlangen
slechts dezelfde rechten als anderen.
Ook onze financieele toestand eischt,
dat de oude verdragen opgezegd wor
den en het nieuwe douane-tarief spoe
dig in werking treedt. De onverwijlde
opzegging der verdragen is een onaf
wij share eisch van politiek, oeconomie
en financiën. Voor den landbouw is
ze méér dan dat, een levenskwestie.
Wij verlangen slechts dat men ons
billijk zal behandelen, ons gelijkstel
lende met anderen. (Levendige toe
juichingen rechts,)
Graaf Posadowsky nam nu het
woord. Hij zeide, dat er niet veel meer
dan een verschil van tactiek bestaat
tusschen de regeering en de interpel-
lanten. De interpellatie raakt ook
brandend actueele vraagstukken,
waaraan men zelfs niet bij benade
ring mag raken, wil men onze vrij
heid van handelen niet belemmeren.
En het ligt toch ook in de bedoeling
deze laatste te versterken.
Wij hebben nooit gezegd, dat wij de
verdragen op een bepaald tijdstip
wilden opzeggen. Ons program is
altijd geweest, de oude verdragen zoo
veel mogelijk in de nieuwe te laten
overgaan, teneinde Duitschland's han
del en nijverheid te behoeden voor
heftige schokken. Uit onze tegenwoor
dige tactiek mag geenerlei gevolgtrek
king gemaakt worden ten aanzien
van de toekomst. Duitschland is een
afnemer, die veel doen kan en goed
betaalt, wij zijn volstrekt niet be-
perkt tot bepaalde markten. Uit het
standpunt, dat de regeering tot dus
ver ingenomen heeft terzake van de
handefsverdragen, moet niet opge
maakt worden, dat wij geen besluiten
zullen nemen, die een andere gedrags
lijn noodzakelijk maken.
Dat wij tot dusver geen nieuwe stap
pen gedaan hebben, bewijst, dat wij
vasthouden aan zekere principieele
eisclien, en dat wij slechts, indien
daaraan tegemoet gekomen wordt,
nieuwe verdragen kunnen sluiten.
Het ontbreekt ons niet aan ijver en
flinkheid. De Rijkskanselier staat aan
het roer van 's Rijks schip, hij moet
zich enkel door de feiten laten lei
den in het bepalen van zijn koers,
onder geen omstandigheden mag hij
zich daarvan laten afleiden door een
interpellatie, waar de vaart in vreem
de wateren zooveel gevaar oplevert.
In den loop van de beraadslaging
over de interpellatie,zeide de conser
vatief Schwerin, dat de inhoud van
Posadowsky's antwoord de betrokken
kringen ernstig teleurgesteld heeft.
Kaempfe (vrijzinnige volkspartij)
zeide, dat het Duitsche douanetarief
I een zeer slecht werktuig is om bij de
onderhandelingen te gebruiken, daar
het in zeker opzicht een bedreiging
vormt.
Posadowsky antwoordde, dat zulk
een opmerking de positie van de
Duitsche onderhandelaars niet kan
versterken. Van dat standpunt moe
ten ook wij de douanetarieven van
een groot aantal landen beschouwen,
en toch willen wij verdragen met hen
sluiten. Ook in andere landen wordt
de tactiek gevolgd, slechts zeer gelei
delijk tot een o\ereenkomst te gera
ken. Spr. hoopt, dat dit aan Duitsch
land gelukken zal. In deze hoop word
ik versterkt, zeide hij. door de sterke
positie, welke Duitschland in het
oeconomische leven inneemt. Indien
ik feiten had medegedeeld, gelijk
graaf Schwerin verlangde, zou (lat
misbruik van vertrouwen van de zijde
van andere staten meegebracht heb
ben, aangezien wij verwachten, dat
andere regeeringen ook de onderhan
delingen voeren langs vertrouwelijken
weg. Zoo wij dus geen mededeelingen
kunnen doendat er nog geen ver
dragen gesloten zijn, is een gevolg
van de bezwaren, die een zaak als
deze meebrengt. Men zou het land
een dienst bewijzen, door vertrouwen
te stellen in de regeering, al verloo-
pen er geen weken, maar maanden,
voordat de nieuwe verdragen geslo
ten worden.
Na een langdurig debat werd de
behandeling der interpellatie ver
daagd.
HET TOONEEL.
EEN ONBESCHREVEN BLAD'
door het Itotterdamseli
Tooneelgezelschap
Directie P. D. van Eysden).
„Een onbeschreven Blad" van Ernst
von Wolzogen is een blijspel met twéé
goede bedrijven en één slecht.
Het gegeven van het stuk is niet
nieuw, maar leent zich toch nog wel
als stramien om er iets goeds óp te
borduren.
Een Duitsch professor van middel-
baren leeftijd een veertiger maakt
i kennis met een knappe weduwe van.
J zesendertig, die een dochter heeft van
i zeventien, een echt „Backfischje", pas
I van school, dat een jaar geleden nog
met poppen speelde, dol is op snoep-
goed, een lief aardig kind, maar
ook een echt kind, dat van het leven
i en de liefde eigenlijk nog niets weet.
De professor komt veel aan huis Dij
zijne nieuwe kennis, zoo veel zelfs,
dat men denkt, dat hij een oogje heeft
op de jonge weduwe. Trouwens dit
i denkt zij zelf ook. Maar tegen aller
verwachting in, doet hij een declara-
i tie aan het backfischje, dat hem ac-
i cepteert, niet omdat ze zoo verliep op
hem is, maar wel omdat zij "t in haar
kinderverbeelding zoo „leuk" vindt
getrouwd te wezen.
Men begrijpt dadelijk, dat deze man
en dit kind niet bij elkander hooren
en dat dit nooit een gelukkig huwelijk
kan worden.
Dit blijkt dan ook onmiddellijk in
het tweede bedrijf als zij van hun
huwelijksreis terugkomen. Zij is een
kind gebleven, dat dol is op prali-
nes, een wite muis heeft mee gebracht,
van het huishouden niets af weet en
met een jongen neef speelt als waren
zij nog schoolkinderen. Haar man is
haar veel te ernstig, en als hij haar
eens over haar plichten onderhouden
wil, heeft ze geen aandacht voor hem,
ja, vindt hem vervelend.
Een botsing, een catastrofe moet ko
men. Men voelt 't.
En deze komt ook. Als ze zich door
haar man gegriefd acht, loopt zij weg,
eigenlijk zich ook al weer niet eens
L
bewust van den ernst van haar daad.
Dit zijn de twee goede bedrijven.
Maar nu komt het derde of slechte.
Natuurlijk moet er een verzoening
komen maar in plaats deze nu langs
menschkundigen weg te zoeken, heeft
Von Wolzogen zich er met wat mal-1
ligheden, met een grapje afgemaakt,
en ten koste van de jonge schoonma-
ma, die hij in deze acte een echt too-
neelrolletje laat spelen.
De Duitsche schrijver heeft de con-]
sequentie van zijn gegeven niet aan-
gekund. Het is zeer menschkundig ge- j
zien, dat er huwelijken bestaan, welke
ongelukkig zijn, omdat de vrouw te
jong gehuwd is, of omdat er een te
groot leeftijdsverschil tusschen man
en vrouw bestaat. Maar wanneer deze j
menschen nu toch bij elkaar blijven, j
dan moet het tot een explicatie ko-1
men men dient dan de werkelijkheid
eens met elkaar onder de oogen te
zien, om zich bij elkander te leerren
aanpassen. En dat doet en bereikt
men niet met een grapje, of door een
schoonmama een malligheid te laten
uithalen.
Dit is nu juist de fout van, het stuk.
De stof is aan Von Wolzogen te mach
tig geweest. Zeer knap en handig heeft
hij den dramatischen knoop gelegd
maar toen 't er op aankwam hem ook
weer te ontwarren, schoten hem de
krachten tekoi-t en heeft hij hem met
een grap doorgehakt. Men voelt dan
ook dadelijk, dat dit slot niet klopt
en niet bevredigtzulk een huwelijk
weet men, wordt op zulk een .wijze niet
tot vrede gebracht, en 't maakt daar
om ook den indruk, dat Von Wolzogen
zijn stuk nood gedrongen een „blij
spel" heeft gedoopt, om zoo van de
verantwoordelijkheid af te wezen,
wanneer men hem eens zijn gebrek
aan zielkundige logica in de oplossing
van het „geval" voor de voeten mocht
werpen.
Dit is ook de reden, dat het stuk na
het tweede bedrijf zoo zakt.
Maar de eerste twee bedrijven leve
ren toch nog genoeg aardige en ge
slaagde tooneeltjes op,om een schouw-
burgbezoek loonend te maken, vooral
dank zij het voorbeeldig en alleraar-
digst spel van Elsa Mauhs.
De rol van het bakvischje was na
tuurlijk aan haar toebedeeld: ze
scheen wel voor haar geschreven; ze
was voor haar „geknipt"en zonder
deze nieuwe actrice hadden de Rotter-
dammers het stuk niet kunnen geven.
I Wij, Haarlemmers, hadden mej.
Mauhs alleen nog maar goed gezien
j in „Muisje", waarmee ze hier gede-
buteerd heeft. En roemde men ""toen
I haar spel, in ..Een onbeschreven
blad" leerden we haar als een veel
verdienstelijker actrice kennen. Ze
was gewoon-weg kostelijk als de in-
génue en gaf alleraardigst spel van
een onschuldig kind-vrouw te zien.
Toch moet ze oppassen van niet t e
opzettelijk naïf te gaan doen, 't er
j niet t e dik op te leggen, 't niet t e
i veel te toonen, want dan gaat de be
koring van liet frissche en jonge er
af en wordt het maakwerk. Een klein
beetje te veel" brengt onnatuur:
Elsa Mauhs „droeg" het stuk met
haar onschuldig, natuurlijk, jong,
frisch en grappig spel; zij was de
heldin van (Ten avond. Een ruiker
bloemen beloonde haar voor het -ge-
I not. dat zij den Haarlemmers schonk.
ofschoon zekerlijk een nog te geringe
belooning.
Mevr. Van Eijsden—Vink had haar
i uiterliik zeer mee als de knappe, jon
ge weduwe, en wist ook veel beko
ring in haar spel te leggen, terwnl
Van Hees een aardig typetje van een
piepjong Duitsch luitenantje had ge
maakt. Alex. Faassen deed en was
wel wat al te burgerlijk als gepen
sioneerd Duitsch overste van goeden
huize, maar Rasch, die een heel
klein rolletie te spelen had, was het
gelukt een leuke creatie te maken van
een Duitsch professor, die zoo wat
onder den pantoffel van zijn vrouw
zit, een ouderen collega van den jon
gen professor Moll, waarop Tartaud
zijn best had gedaan en die door hem
gelukkig niet al te stijf werd ge
speeld. Ten slotte zij ook mevr. Kleij
nog genoemd, die als de huishoudster
van professor Kleij er den lachlust
hielp inhouden.
De vertaling van het stuk stond
nogal eens op voet van oorlog met
het' Hollandschze liet soms wat al
te duidelijk hooren, dat Von Wolzo
gen in het Duitsch schrijft.
FRANS NETSCHER.
Stadsnieuws
DE HERSTEMMING.
Nog zelden is bij eene verkiezing
zóó hard gewerkt als dezen keer.
Vooral de Anti-Rev. Kiesvereeniging
„Nederland en Oranje", die geheel al
leen stond tegenover de gecombineer
de Kiesvereenigingen „Burgerplicht",
„R. K. Kiesvereeniging". Prot. Kies
vereeniging" en „de Kieskring", heeft
eene kracht ontwikkeld zoo groot, als
wij nog nimmer gezien hebben eene
actie, waardoor ook de candidaat der
S. D. A. P., welke Kiesvereeniging
I eveneens alleen werkte, het voor den
A.-R. candidaat, den heer Florijn
moest afleggen.
Het gevolg van die krachtsontwik
keling was ook, dat de candidaat der
J overige Kiesvereenigingen, de heer
j Vincent Loosjes het bij eerste stem-
I ming vereischte aantal stemmen om
gekozen te worden, niet kon behalen,
en aldus in district III eene herstem-
ming plaats moest hebben tusschen
de heeren Loosjes en Florijn.
Ook na den eersten uitslag heeft de
Ant.-Rev. Kiesvereeniging een buiten
gewonen ijver getoond.
De laatste week werden iederen dag
een 3000 strooibiljetten aan de kiezers
j.in district Hl gezonden, waarin allen
krachtig werden opgewekt de candi-
datuur des heeren Florijn te stem-
j men.
j Hedenmorgen werd aan alle leden
nog een vertrouwelijk schrijven ge-
I zonden en aan alle kiezers een tele-
gram van den volgenden inhoud
Haarlem 00134 19/. 7.50.
Vergeet U niet heden voor 5 uur te
gaan stemmen op J. W. Florijn
NEO.
Het telegram was geheel in over
eenstemming met de Rijks-formulie
ren. Alleen met dit onderscheid dat
het 't stempel droeg van „Nederland
en Oranje" en de verkortingen voor
bijzondere aanwijzingen in de tele-
grammen alle aanbevelingen bevatten
j voor hun candidaat.
Achter elkander gelezen vormen de
j verkortingen dezen zin
„Kiest Florijn, de candidaat der
Antirevolutionairen die steeds in den
Gemeenteraad de belangen van Mid-
denstand en arbeiders zal behartigen,
j Hij is de gewenschte man."
De gecombineerde Kiesvereenigin
gen en de Liberale Unie, wier candi-
claat de heer Loosjes eveneens is. heb-
1 ben naar het uiterlijk te oordeelen,
"iet hard gewerkt, waarschijnlijk
overtuigd, dat hun candidaat er toch
wel komen zou.
I
Zij hebben zich bepaald bij eenige
aanbevelings-advertentiën. en heden
werden de kiezers, hetzij telephomsch
hetzij telegrafisch van het verkiezings
bureau uit opgeroepen ter stembus te
gaan. Ook werden velen per rijtuig
afgehaald.
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
E. VON WERNEB.
18.)
Dat komt bij den minister zeker
niet in aanmerking, hij denkt alleen
- aan de schitterende partij en Sylvia
I kan zich daar vermoedelijk ook best
in schikken. Overigens zullen er wel
geen beletselen zijn. Prins Alfred
behoort tot een zijlinie van het re-
geerende stamhuis en heeft dus in
dat opzicht geen rekening te houden
met de traditiën. Hij is zeer rijk, vol
komen onafhankelijk en Hohenfels
behoort bovendien tot den oudsten
adel. Papa denkt ook. dat het plan
al volkomen in orde is en dat de reis
behalve het zooeven genoemde doel
ook dienen moet om een dageliik-
schen. ongestoorden omgang mogelijk
te maken.
Nu. dan zal de eerzucht van
oom toch eindelijk wel bevredigd zijn!
zei Bernard met bitterheid. Dan lost
zijn naam zich ten minste op in een
vorstenwapen, want ik tel bij hem
niot m^er m°e in den stamboom vin
Hohenfels. Wie zou ooit gedacht heb
ben, dat dat kleine, leelijlce kind,
die Sylvia, zoo'n partij zou doen
Voorloopig zijn het nog niet an
ders dan geruchten, zei Koert. Wie
weet, of zij wel bevestigd worden. Nu
wil ik echter eens wat nader kennis
maken met je Kielschen jongen. Hij
staat al lang weer op 't dek en wacht
tot ik hem aanspreek. Ik zal hem
dat pleizier gunnen.
Christiaan Ivunz had inderdaad,
zoodra hij met het werk klaar was,
weer op eerbiedigen afstand op het
dek post gevat, om de beide heeren
niet te storen, maar zijn geheele ge
zicht straalde, toen luitenant Fern-
stein nu op hem toetrad. Hij salu
eerde weer als was hij Duitsch ma
troos.
Je kent de voorschriften goed
prees de jonge officier. Waar heb je
dat geleerd Je bent toch heclemaal
niet onder dienst geweest, naar ik
hoor.
Van mijn broer, mijnheer de lui
tenant, was het trotsche antwoord.
Mijn broer Eleinrich dient als matroos
op de „Tetis", en ik wilde eigenlijk
ook bij de Marine.
Én in plaats daarvan ben je op
de ..Freia" in Noorwegen. Bevalt het
je hier goed
O, zekerverzekerde Christiaan
ijverig in zijn gemoedelijke landstaal.
Ik heb licht werk en een hoog loon en
miinheer de kapitein m zoo voed voor
mij. Zoo goed zou ik het nergens an
ders hebben. Heinrich zegt ook, dat
het een groot geluk is, den geheelen
moeilijken leertijd van scheepsjongen
spaar ik op die wijze uit die tijd
is hard, zegt Heinrich en mijn va
der is het daarmee eens. Ja het bevalt
mij bestbesloot hij met een nadruk
als moest hij tegenspraak beantwoor
den.
Behalve het heimwee zei Koert
met een scherpen, onderzoekenden blik
op het gelaat van den jongen.
Ja behalve het heimweegaf
hij op gedempten toon toe.
Zoo nu en dan heeft het mij heel
erg te pakken, maar mijnheer de ka
pitein zegt. dat het verbeelding is,
als ik bij de Marine was, dan zou ik
toch ook niet thuis zijn. Daarin heeft
hij gelijk, maar hij is de eenige, die
hier Duitsch met mij spreekt an
ders zouden wij het allebei ook nog
verleeren.
Maar je kunt je toch wel begrij
pelijk maken tegenover je kameraden?
vroeg de luitenant, terwijl hij op de
beide matrozen wees, die juist met
het werk klaar waren en nu wachtten
op het verlof aan land te gaan.
Ja wel, antwoordde Christiaan mis
noegd. Dat heb ik geleerd, maar een
pretje is het niet met die vreemdelin
gen. Ze verstaan hun werk goed, maar
overigens is Niels een schaapskop en
Olaf een heer en praten kunnen zij
niet. Als ik eens begin, dan heet het
dadelijk Praat niet zooveelDoe je
i werkAlsof de Heer ons den mond
I gegeven heeft om te zwijgen Eens
i recht vroolijk zijn, dat kunnen zij
hier heelemaal niet in Raansdal
dat was anders bij ons te Kiel
Nu, stel je maar gerust, troostte
i Koert. De volgende week komt de
„Zeeadelaar", een Duitsch schip met
Duitsche bemanning, behalve de stuur-
j man, die een Noor is. Dan kun je weer
j eens landslieden ontmoeten,
i De „Zeeadelaar" Christiaan
j sprong als geëlectriseerd op. Is het
waar. mijnheer de luitenant O, dien
ken ik goed, hij was verleden jaar
i zomer al hier en heeft vier weken lang
in ons Fjord gelegen.
Dat za.1 hij nu ook wel doen, j
want prins Sassenburg zal weer ver-;
j blijf houden in zijn jachtgebied daar-
I boven. Bovendien zijn er naaste bloed- j
verwanten van je kapitein aan boord.
I Heb je wel eens van Minister Hohen-
fels te Berlijn gehoord
De jonge matroos scheen beleedigd
te zijn, dat men hem van dergelijke
onwetendheid op politiek gebied ver-
j dacht.
I Zou ik onzen minister niet ken-
i nenDat is nog eens een man zegt
Heinrich, zoo iemand hebben wij noo-
dig die dwingt respect af in binnen-
en buitenland en vader zegt het
ook
Welnu. Zijn Excellentie Hohen
fels komt met zijn dochter hier als
gast van rlen prins en dan zal Je
„Freia" wél zoo beleefd zijn ook de
Duitsche kleuren eens te vertoonen.
Zooals ik zie, voeren jelui alleen de
Noorsche vlaggen.
Het gezicht van Christiaan, dat even
te voren nog niets dan zonneschijn
vertoonde, werd plotseling ernstig en
droevig en hij liet beschaamd het
hoofd hangen.
Ach, mijnheer de luitenant, wij
bezitten heelemaal geen Duitsche vlag
gen.
Wat Niet eens om te groeten
Neen. mijnheer, de kapitein zegt,
dat de ..Freia" een Noorsch schip is,
zij voert de Noorsche kleuren en daar-1
mee basta
Koert zweeg, maar hij fronste drei
gend het voorhoofd en hij wierp zijn
vriend een weinig vriendschappelij-
ken blik toe. Eindelijk zei hij. zich
zelf beheerschend
Mijnheer Hohenfels is in Raans
dal opgegroeid, dat weet je zeker wa?l.
Alles wat hij zich uit zijn jeugd her
innert, hangt met deze plaats samen
zoodoende heeft hij zich een ander
vaderland gekozen.
Is dat wej mogelijk, mijnheer de
luitenant De trouwhartige, blauwe
oogen van Christiaan keken den jon
gen officier verwijtend aan. Toen
legde deze hem de hand op den schou
der en zei ernstig
Jij zult dat nooit kunnen, mijn
jongen, en ik kan het. Goddank, ook
niet.
Bernard stond nog tegen het roer
le leunen met den rug naar het twee
tal toe. Hij was toch dieper en pijnlij
ker getroffen, dan hij zelf wel wilde
bekennen. Hij had gedacht voorgoed
de rekening met zijn oom en het ver
leden vereffend te hebben, toen hij
hem met zijn trotsch besluit de vruch
ten van een veeljarige opvoeding voor
de voeten wierp, toen hij zich los
scheurde uit een wereld van dwang
en vormen, uit de slavernij van den
diehst om toe te geven aan een onbe-
teugelden drang naar vrijheid. Nu ge
noot hij sedert een vol jaar deze gren-
zenlooze vrijheid, die niemand hem
meer af kon nemen, en toch sprak
iets in zijn gelaat van innerlijken
strijd en ra zijn oogen, die ver wee
staarden langs het Fjord, tot waar
het ra zee overging. Daar lag de we-
ïSü'i wfi v'erIaten en opgegeven
had Hij had haar zelf den rug toe-
gedraaid zooals eens zijn vader ook
gedaan had, maar nu zond zij een
Dode m zijn eenzaamheid. Met den
..Zeeadelaar" en hen die aan boord
waren kwam het geheele verleden
terug.,daarmee werden alle geseheur:
degiraden weer aangeknoopt."Bernard
perste de tanden opéén, men kon het
5ÏÏ? ®anzl?n. dat hij zijn best deed
len difV" Z')n tr0,!! 'e ween te
gen die herinneringen en dat verle
efSrlii h wrkeiijk zoozeer
of was hij er bang voor
t Wordt vervolgd.)