NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD. ni De Erfgenaam van het Majoraat. 21e Jaargang. No. 6304 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 20 JANUARI 1904. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland w1.65 Afzonderlijke nummers 0.02X Geïllustreerd Zondagsblad» voor Haarlem 0.37>£ de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Monlmartfe. VÊ Haarlem's Dagblad van 'dl 20 Januari bevat o. a. Bnitenlandsch Overzicht. Too- neelcritiek van Frans Netscher, Biiiuenl. Berichten, Nieuws uit Haarlem en Omstreken, Inge zonden stnkken. Buitenlandscli Overzicht Hoewel de Engelsche bladen voort- i, zooals zij van den beginne af en gedaan, oorlogsnieuws de we- reld in te zenden, blieft de waarschijn- "ijkheid op een vredelievende oplos- van het OOST-AZIATISCH CONFLICT, jdie reeds gisteren in de berichten |doorschemerde, vrij groot. Het meest draagt daartoe bij het "gencle bericht. j'«. De Kölnische Zeitung plaatst het [volgende telegram van haar corres pondent te Petersburg )6U „Naar verluidt zal de Japanschege- e zant Koerino Maandag (heden) te t Tsarskoje Selo door den Tsaar inbui- ..utengewoon gehoor ontvangen worden. ''Wordt dit bevestigd, dan moet men ongetwijfeld in deze ontvangst een daad zien van de allergrootste betee- kenis voor een spoedige en vredelie- vendeo plossing van het conflict, en tegelijk het beste dementi van al die berichten, welke nu nog den oorlog voor onvermijdelijk verklaren." zant Koerino Maandag (gisteren) te vende oplossing van het conflict en Het Russische telegrammenbureau *D meldt dat het onderhoud van den ch Tsaar met den Japanschen gezant nog niet heeft plaats gehad, maar dat ook te Petei-sburg het gerucht loopt dat zulk een audiëntie heden ver- er, wacht wordt. Yj Het kan niet missen of dergelijk 'onderhoud, op verlangen van den Tsaar, moet den vrede ten goede komen. We laten hier volgen wat de Engel- |sche bladen weten te vertellen. 1 De Daily Mail verneemt uit Seoel: De Koreaansche generaals hebben be kend gemaakt, dat hun troepen trouw zullen blijven, als de keizer in zijn paleis blijft, maar goed zouden vin den, dat de keizer afgezet wordt, als hij wegloopt. De keizer van Korea heeft echter aan den keizer van Chi na geseind, dat hij te Seoel blijft ook heeft hij naar Peking en Tokio geseind om voor te stellen een of- en defensief verbond tusschen Korea China en Japan te sluiten. Pawlof, de Russische gezant, heeft de Kore aansche regeering verwittigd, dat gewapende Koreanen herhaaldelijk de Chineesche grens schenden en op Chineesch gebied gruwelen plegen, dorpen verbranden, inwoners ver moorden. Zulke wandaden, zegt Paw lof, zullen strenge maatregelen noo- dig maken. De Europeesche bevelheb bers houden te Tsjemoelpo een ge pantserde trein gereed om desnoods met geweld troepen naar Seoel te kunnen zenden. Invloedrijke men- schen hebben den Russisch en, gezant verzocht, de Japansche geheime poli tie, die het Koreaansche volk uit zuigt en schrik aanjaagt, weg te zen den. Aan de stadswallen zijn plaka- ten gehecht waarin de bevolking te gen de vreemdelingen opgehitst wordt. Volgens bericht uit Port Ar thur is daar veel waardelooze schiet voorraad ontdekt en komen de sto kers tegen hun slechte behandeling in opstand. De Amerikaansche sol daten, die hier (in Seoel) ontscheept zijn, veroorzaken door hun herhaal delijke dronkenschap en tuchteloos heid veel ergernis. De Amerikaan sche gezant zag zich genoodzaakt den bevelhebber onder het oog te bren gen, dat Koreanen geen Filippijners zijn. De Japanners zijn op het oogen- blik aan het Koreaansche hof de baas in plaats van de Russen. De Daily Mail verneemt uit Port Arthur. Er zijn in Mantsjoerije 200.000 man Russische troepen, waarvan de helft den spoorweg en 20.000 Dalni en Taliën-wan bewaken. Naar de meening van Russen, is de oorlog onvermijdelijk, en Wladiwostok en Port Arthur van den zeekant on neembaar. De krijgsraad zit dage lijks. De Standard verneemt uit Tiëntsin: De Russen hebben extra-treinen ai- gehuurd. Gisteren brachten die Rus sische troepen uit Peking en Tiëntsin naar Port Arthur. Het verluidt, dat de Russische regeering dè Chineesche regeering verzocht heeft, 15.000 man naar Mantsjoerije te zenden om daar de Chineezen te beschermen. De Standard verneemt uit Tokio Ruslands verzekeringen tegenover de Europeesche mogendheden en Ameri ka betreffende Mantsjoerije wijken, naar men zegt, af van wat het daar omtrent tegenover Japan heeft ver klaard. Tegenover Japan heeft Rus land verklaringen afgelegd, die ne derzettingen van vreemdelingen in Mantsjoerije en al wat anders aan vreemdelingen daar recht zou geven uitsluiten. De ^correspondent der Daily Tele graph te Tokio waarschuwt tegen Europeesche vredes-berichten. Japan houdt alle concessiën van Rusland voor denkbeeldig en rust zich ten oorlog. In den DUITSCHEN Rijksdag is ter sprake gekomen de toestand in Zuid-West-Afrika, waar over men zich, zooals we gisteren op merkten, in het land wel eenigszins ongerust maakt uit hoofde van het gering aantal daar aanwezige troe pen. Versterking wordt gezonden. In den Rijksdag zeide Von Bülow In den Rijksdag zeide Von Bülow nog De bedoelde troepen kunnen niet vóór 30 dezer en 5 Februari op reis gaan, en de Zaterdagavond ontvan gen berichten maken onverwijlde ver dere maatregelen .poodig. Daarom heb ik gisteren toebereidselen gemaakt om 500 man mariniers, eenige stuk ken geschut en een detachement ge nie met den grootst mogelijken spoed naar Swakopmond te zenden. Die troepen zullen Donderdagnacht ver trekken met een Lloydboot, die 8 Februari te Swakopmond kan zijn. Voor de nog niet te ramen kosten zal den Rijksdag later om goedkeuring verzocht worden, Het reeds onderweg zijnde transport van 230 man, ter af lossing, wordt den 3den Februari te Swakopmond verwacht, en zal nog voor de aankomst der mariniers eeni ge hulp verleend hebben. Bovendien zou heden de kanonneerboot Habicht te Swakopmond uit Kaapstad aanko men. De genomen beschikkingen zijn het minimum van hetgeen de jongste gebeurtenissen vereischen. Onze om hulp roepende landgenooten zullen dat vertrouwen de regeeringen het Duitsche volk en zijn vertegenwoordi gers eensgezind vinden tot onverwijld handelen, tot bescherming van de be narden en verdediging van de eer on zer vlag. (Luide toejuichingen). De Rijksdag nam de interpellatie in behandeling van conservatieve zij de ingediend wegens het niet-opzeg- gen der douane-tractaten. Posadows- ky zeide, de interpellatie te zullen be antwoorden. Graaf Kanitz zette de reden voor de interpellatie uiteen. Hij sprak uit voerig over de verdragen, met andere mogendheden te sluiten en beweert, dat het buitenland sterk de voorkeur zou geven aa» het laten voortduren van den bestaanden toestand boven het sluiten van nieuwe verdragen, die de Duitsche belangen beter bescher men dan tot dusver. Kanitz eindigde aldusDe Keizer wil, dat thans een 30-jarig tijdvak zal aanvangen, waar in de belangen van den landbouw overwegen zullen. Wij verlangen slechts dezelfde rechten als anderen. Ook onze financieele toestand eischt, dat de oude verdragen opgezegd wor den en het nieuwe douane-tarief spoe dig in werking treedt. De onverwijlde opzegging der verdragen is een onaf wij share eisch van politiek, oeconomie en financiën. Voor den landbouw is ze méér dan dat, een levenskwestie. Wij verlangen slechts dat men ons billijk zal behandelen, ons gelijkstel lende met anderen. (Levendige toe juichingen rechts,) Graaf Posadowsky nam nu het woord. Hij zeide, dat er niet veel meer dan een verschil van tactiek bestaat tusschen de regeering en de interpel- lanten. De interpellatie raakt ook brandend actueele vraagstukken, waaraan men zelfs niet bij benade ring mag raken, wil men onze vrij heid van handelen niet belemmeren. En het ligt toch ook in de bedoeling deze laatste te versterken. Wij hebben nooit gezegd, dat wij de verdragen op een bepaald tijdstip wilden opzeggen. Ons program is altijd geweest, de oude verdragen zoo veel mogelijk in de nieuwe te laten overgaan, teneinde Duitschland's han del en nijverheid te behoeden voor heftige schokken. Uit onze tegenwoor dige tactiek mag geenerlei gevolgtrek king gemaakt worden ten aanzien van de toekomst. Duitschland is een afnemer, die veel doen kan en goed betaalt, wij zijn volstrekt niet be- perkt tot bepaalde markten. Uit het standpunt, dat de regeering tot dus ver ingenomen heeft terzake van de handefsverdragen, moet niet opge maakt worden, dat wij geen besluiten zullen nemen, die een andere gedrags lijn noodzakelijk maken. Dat wij tot dusver geen nieuwe stap pen gedaan hebben, bewijst, dat wij vasthouden aan zekere principieele eisclien, en dat wij slechts, indien daaraan tegemoet gekomen wordt, nieuwe verdragen kunnen sluiten. Het ontbreekt ons niet aan ijver en flinkheid. De Rijkskanselier staat aan het roer van 's Rijks schip, hij moet zich enkel door de feiten laten lei den in het bepalen van zijn koers, onder geen omstandigheden mag hij zich daarvan laten afleiden door een interpellatie, waar de vaart in vreem de wateren zooveel gevaar oplevert. In den loop van de beraadslaging over de interpellatie,zeide de conser vatief Schwerin, dat de inhoud van Posadowsky's antwoord de betrokken kringen ernstig teleurgesteld heeft. Kaempfe (vrijzinnige volkspartij) zeide, dat het Duitsche douanetarief I een zeer slecht werktuig is om bij de onderhandelingen te gebruiken, daar het in zeker opzicht een bedreiging vormt. Posadowsky antwoordde, dat zulk een opmerking de positie van de Duitsche onderhandelaars niet kan versterken. Van dat standpunt moe ten ook wij de douanetarieven van een groot aantal landen beschouwen, en toch willen wij verdragen met hen sluiten. Ook in andere landen wordt de tactiek gevolgd, slechts zeer gelei delijk tot een o\ereenkomst te gera ken. Spr. hoopt, dat dit aan Duitsch land gelukken zal. In deze hoop word ik versterkt, zeide hij. door de sterke positie, welke Duitschland in het oeconomische leven inneemt. Indien ik feiten had medegedeeld, gelijk graaf Schwerin verlangde, zou (lat misbruik van vertrouwen van de zijde van andere staten meegebracht heb ben, aangezien wij verwachten, dat andere regeeringen ook de onderhan delingen voeren langs vertrouwelijken weg. Zoo wij dus geen mededeelingen kunnen doendat er nog geen ver dragen gesloten zijn, is een gevolg van de bezwaren, die een zaak als deze meebrengt. Men zou het land een dienst bewijzen, door vertrouwen te stellen in de regeering, al verloo- pen er geen weken, maar maanden, voordat de nieuwe verdragen geslo ten worden. Na een langdurig debat werd de behandeling der interpellatie ver daagd. HET TOONEEL. EEN ONBESCHREVEN BLAD' door het Itotterdamseli Tooneelgezelschap Directie P. D. van Eysden). „Een onbeschreven Blad" van Ernst von Wolzogen is een blijspel met twéé goede bedrijven en één slecht. Het gegeven van het stuk is niet nieuw, maar leent zich toch nog wel als stramien om er iets goeds óp te borduren. Een Duitsch professor van middel- baren leeftijd een veertiger maakt i kennis met een knappe weduwe van. J zesendertig, die een dochter heeft van i zeventien, een echt „Backfischje", pas I van school, dat een jaar geleden nog met poppen speelde, dol is op snoep- goed, een lief aardig kind, maar ook een echt kind, dat van het leven i en de liefde eigenlijk nog niets weet. De professor komt veel aan huis Dij zijne nieuwe kennis, zoo veel zelfs, dat men denkt, dat hij een oogje heeft op de jonge weduwe. Trouwens dit i denkt zij zelf ook. Maar tegen aller verwachting in, doet hij een declara- i tie aan het backfischje, dat hem ac- i cepteert, niet omdat ze zoo verliep op hem is, maar wel omdat zij "t in haar kinderverbeelding zoo „leuk" vindt getrouwd te wezen. Men begrijpt dadelijk, dat deze man en dit kind niet bij elkander hooren en dat dit nooit een gelukkig huwelijk kan worden. Dit blijkt dan ook onmiddellijk in het tweede bedrijf als zij van hun huwelijksreis terugkomen. Zij is een kind gebleven, dat dol is op prali- nes, een wite muis heeft mee gebracht, van het huishouden niets af weet en met een jongen neef speelt als waren zij nog schoolkinderen. Haar man is haar veel te ernstig, en als hij haar eens over haar plichten onderhouden wil, heeft ze geen aandacht voor hem, ja, vindt hem vervelend. Een botsing, een catastrofe moet ko men. Men voelt 't. En deze komt ook. Als ze zich door haar man gegriefd acht, loopt zij weg, eigenlijk zich ook al weer niet eens L bewust van den ernst van haar daad. Dit zijn de twee goede bedrijven. Maar nu komt het derde of slechte. Natuurlijk moet er een verzoening komen maar in plaats deze nu langs menschkundigen weg te zoeken, heeft Von Wolzogen zich er met wat mal-1 ligheden, met een grapje afgemaakt, en ten koste van de jonge schoonma- ma, die hij in deze acte een echt too- neelrolletje laat spelen. De Duitsche schrijver heeft de con-] sequentie van zijn gegeven niet aan- gekund. Het is zeer menschkundig ge- j zien, dat er huwelijken bestaan, welke ongelukkig zijn, omdat de vrouw te jong gehuwd is, of omdat er een te groot leeftijdsverschil tusschen man en vrouw bestaat. Maar wanneer deze j menschen nu toch bij elkaar blijven, j dan moet het tot een explicatie ko-1 men men dient dan de werkelijkheid eens met elkaar onder de oogen te zien, om zich bij elkander te leerren aanpassen. En dat doet en bereikt men niet met een grapje, of door een schoonmama een malligheid te laten uithalen. Dit is nu juist de fout van, het stuk. De stof is aan Von Wolzogen te mach tig geweest. Zeer knap en handig heeft hij den dramatischen knoop gelegd maar toen 't er op aankwam hem ook weer te ontwarren, schoten hem de krachten tekoi-t en heeft hij hem met een grap doorgehakt. Men voelt dan ook dadelijk, dat dit slot niet klopt en niet bevredigtzulk een huwelijk weet men, wordt op zulk een .wijze niet tot vrede gebracht, en 't maakt daar om ook den indruk, dat Von Wolzogen zijn stuk nood gedrongen een „blij spel" heeft gedoopt, om zoo van de verantwoordelijkheid af te wezen, wanneer men hem eens zijn gebrek aan zielkundige logica in de oplossing van het „geval" voor de voeten mocht werpen. Dit is ook de reden, dat het stuk na het tweede bedrijf zoo zakt. Maar de eerste twee bedrijven leve ren toch nog genoeg aardige en ge slaagde tooneeltjes op,om een schouw- burgbezoek loonend te maken, vooral dank zij het voorbeeldig en alleraar- digst spel van Elsa Mauhs. De rol van het bakvischje was na tuurlijk aan haar toebedeeld: ze scheen wel voor haar geschreven; ze was voor haar „geknipt"en zonder deze nieuwe actrice hadden de Rotter- dammers het stuk niet kunnen geven. I Wij, Haarlemmers, hadden mej. Mauhs alleen nog maar goed gezien j in „Muisje", waarmee ze hier gede- buteerd heeft. En roemde men ""toen I haar spel, in ..Een onbeschreven blad" leerden we haar als een veel verdienstelijker actrice kennen. Ze was gewoon-weg kostelijk als de in- génue en gaf alleraardigst spel van een onschuldig kind-vrouw te zien. Toch moet ze oppassen van niet t e opzettelijk naïf te gaan doen, 't er j niet t e dik op te leggen, 't niet t e i veel te toonen, want dan gaat de be koring van liet frissche en jonge er af en wordt het maakwerk. Een klein beetje te veel" brengt onnatuur: Elsa Mauhs „droeg" het stuk met haar onschuldig, natuurlijk, jong, frisch en grappig spel; zij was de heldin van (Ten avond. Een ruiker bloemen beloonde haar voor het -ge- I not. dat zij den Haarlemmers schonk. ofschoon zekerlijk een nog te geringe belooning. Mevr. Van Eijsden—Vink had haar i uiterliik zeer mee als de knappe, jon ge weduwe, en wist ook veel beko ring in haar spel te leggen, terwnl Van Hees een aardig typetje van een piepjong Duitsch luitenantje had ge maakt. Alex. Faassen deed en was wel wat al te burgerlijk als gepen sioneerd Duitsch overste van goeden huize, maar Rasch, die een heel klein rolletie te spelen had, was het gelukt een leuke creatie te maken van een Duitsch professor, die zoo wat onder den pantoffel van zijn vrouw zit, een ouderen collega van den jon gen professor Moll, waarop Tartaud zijn best had gedaan en die door hem gelukkig niet al te stijf werd ge speeld. Ten slotte zij ook mevr. Kleij nog genoemd, die als de huishoudster van professor Kleij er den lachlust hielp inhouden. De vertaling van het stuk stond nogal eens op voet van oorlog met het' Hollandschze liet soms wat al te duidelijk hooren, dat Von Wolzo gen in het Duitsch schrijft. FRANS NETSCHER. Stadsnieuws DE HERSTEMMING. Nog zelden is bij eene verkiezing zóó hard gewerkt als dezen keer. Vooral de Anti-Rev. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje", die geheel al leen stond tegenover de gecombineer de Kiesvereenigingen „Burgerplicht", „R. K. Kiesvereeniging". Prot. Kies vereeniging" en „de Kieskring", heeft eene kracht ontwikkeld zoo groot, als wij nog nimmer gezien hebben eene actie, waardoor ook de candidaat der S. D. A. P., welke Kiesvereeniging I eveneens alleen werkte, het voor den A.-R. candidaat, den heer Florijn moest afleggen. Het gevolg van die krachtsontwik keling was ook, dat de candidaat der J overige Kiesvereenigingen, de heer j Vincent Loosjes het bij eerste stem- I ming vereischte aantal stemmen om gekozen te worden, niet kon behalen, en aldus in district III eene herstem- ming plaats moest hebben tusschen de heeren Loosjes en Florijn. Ook na den eersten uitslag heeft de Ant.-Rev. Kiesvereeniging een buiten gewonen ijver getoond. De laatste week werden iederen dag een 3000 strooibiljetten aan de kiezers j.in district Hl gezonden, waarin allen krachtig werden opgewekt de candi- datuur des heeren Florijn te stem- j men. j Hedenmorgen werd aan alle leden nog een vertrouwelijk schrijven ge- I zonden en aan alle kiezers een tele- gram van den volgenden inhoud Haarlem 00134 19/. 7.50. Vergeet U niet heden voor 5 uur te gaan stemmen op J. W. Florijn NEO. Het telegram was geheel in over eenstemming met de Rijks-formulie ren. Alleen met dit onderscheid dat het 't stempel droeg van „Nederland en Oranje" en de verkortingen voor bijzondere aanwijzingen in de tele- grammen alle aanbevelingen bevatten j voor hun candidaat. Achter elkander gelezen vormen de j verkortingen dezen zin „Kiest Florijn, de candidaat der Antirevolutionairen die steeds in den Gemeenteraad de belangen van Mid- denstand en arbeiders zal behartigen, j Hij is de gewenschte man." De gecombineerde Kiesvereenigin gen en de Liberale Unie, wier candi- claat de heer Loosjes eveneens is. heb- 1 ben naar het uiterlijk te oordeelen, "iet hard gewerkt, waarschijnlijk overtuigd, dat hun candidaat er toch wel komen zou. I Zij hebben zich bepaald bij eenige aanbevelings-advertentiën. en heden werden de kiezers, hetzij telephomsch hetzij telegrafisch van het verkiezings bureau uit opgeroepen ter stembus te gaan. Ook werden velen per rijtuig afgehaald. Feuilleton. Naar het Duitsch van E. VON WERNEB. 18.) Dat komt bij den minister zeker niet in aanmerking, hij denkt alleen - aan de schitterende partij en Sylvia I kan zich daar vermoedelijk ook best in schikken. Overigens zullen er wel geen beletselen zijn. Prins Alfred behoort tot een zijlinie van het re- geerende stamhuis en heeft dus in dat opzicht geen rekening te houden met de traditiën. Hij is zeer rijk, vol komen onafhankelijk en Hohenfels behoort bovendien tot den oudsten adel. Papa denkt ook. dat het plan al volkomen in orde is en dat de reis behalve het zooeven genoemde doel ook dienen moet om een dageliik- schen. ongestoorden omgang mogelijk te maken. Nu. dan zal de eerzucht van oom toch eindelijk wel bevredigd zijn! zei Bernard met bitterheid. Dan lost zijn naam zich ten minste op in een vorstenwapen, want ik tel bij hem niot m^er m°e in den stamboom vin Hohenfels. Wie zou ooit gedacht heb ben, dat dat kleine, leelijlce kind, die Sylvia, zoo'n partij zou doen Voorloopig zijn het nog niet an ders dan geruchten, zei Koert. Wie weet, of zij wel bevestigd worden. Nu wil ik echter eens wat nader kennis maken met je Kielschen jongen. Hij staat al lang weer op 't dek en wacht tot ik hem aanspreek. Ik zal hem dat pleizier gunnen. Christiaan Ivunz had inderdaad, zoodra hij met het werk klaar was, weer op eerbiedigen afstand op het dek post gevat, om de beide heeren niet te storen, maar zijn geheele ge zicht straalde, toen luitenant Fern- stein nu op hem toetrad. Hij salu eerde weer als was hij Duitsch ma troos. Je kent de voorschriften goed prees de jonge officier. Waar heb je dat geleerd Je bent toch heclemaal niet onder dienst geweest, naar ik hoor. Van mijn broer, mijnheer de lui tenant, was het trotsche antwoord. Mijn broer Eleinrich dient als matroos op de „Tetis", en ik wilde eigenlijk ook bij de Marine. Én in plaats daarvan ben je op de ..Freia" in Noorwegen. Bevalt het je hier goed O, zekerverzekerde Christiaan ijverig in zijn gemoedelijke landstaal. Ik heb licht werk en een hoog loon en miinheer de kapitein m zoo voed voor mij. Zoo goed zou ik het nergens an ders hebben. Heinrich zegt ook, dat het een groot geluk is, den geheelen moeilijken leertijd van scheepsjongen spaar ik op die wijze uit die tijd is hard, zegt Heinrich en mijn va der is het daarmee eens. Ja het bevalt mij bestbesloot hij met een nadruk als moest hij tegenspraak beantwoor den. Behalve het heimwee zei Koert met een scherpen, onderzoekenden blik op het gelaat van den jongen. Ja behalve het heimweegaf hij op gedempten toon toe. Zoo nu en dan heeft het mij heel erg te pakken, maar mijnheer de ka pitein zegt. dat het verbeelding is, als ik bij de Marine was, dan zou ik toch ook niet thuis zijn. Daarin heeft hij gelijk, maar hij is de eenige, die hier Duitsch met mij spreekt an ders zouden wij het allebei ook nog verleeren. Maar je kunt je toch wel begrij pelijk maken tegenover je kameraden? vroeg de luitenant, terwijl hij op de beide matrozen wees, die juist met het werk klaar waren en nu wachtten op het verlof aan land te gaan. Ja wel, antwoordde Christiaan mis noegd. Dat heb ik geleerd, maar een pretje is het niet met die vreemdelin gen. Ze verstaan hun werk goed, maar overigens is Niels een schaapskop en Olaf een heer en praten kunnen zij niet. Als ik eens begin, dan heet het dadelijk Praat niet zooveelDoe je i werkAlsof de Heer ons den mond I gegeven heeft om te zwijgen Eens i recht vroolijk zijn, dat kunnen zij hier heelemaal niet in Raansdal dat was anders bij ons te Kiel Nu, stel je maar gerust, troostte i Koert. De volgende week komt de „Zeeadelaar", een Duitsch schip met Duitsche bemanning, behalve de stuur- j man, die een Noor is. Dan kun je weer j eens landslieden ontmoeten, i De „Zeeadelaar" Christiaan j sprong als geëlectriseerd op. Is het waar. mijnheer de luitenant O, dien ken ik goed, hij was verleden jaar i zomer al hier en heeft vier weken lang in ons Fjord gelegen. Dat za.1 hij nu ook wel doen, j want prins Sassenburg zal weer ver-; j blijf houden in zijn jachtgebied daar- I boven. Bovendien zijn er naaste bloed- j verwanten van je kapitein aan boord. I Heb je wel eens van Minister Hohen- fels te Berlijn gehoord De jonge matroos scheen beleedigd te zijn, dat men hem van dergelijke onwetendheid op politiek gebied ver- j dacht. I Zou ik onzen minister niet ken- i nenDat is nog eens een man zegt Heinrich, zoo iemand hebben wij noo- dig die dwingt respect af in binnen- en buitenland en vader zegt het ook Welnu. Zijn Excellentie Hohen fels komt met zijn dochter hier als gast van rlen prins en dan zal Je „Freia" wél zoo beleefd zijn ook de Duitsche kleuren eens te vertoonen. Zooals ik zie, voeren jelui alleen de Noorsche vlaggen. Het gezicht van Christiaan, dat even te voren nog niets dan zonneschijn vertoonde, werd plotseling ernstig en droevig en hij liet beschaamd het hoofd hangen. Ach, mijnheer de luitenant, wij bezitten heelemaal geen Duitsche vlag gen. Wat Niet eens om te groeten Neen. mijnheer, de kapitein zegt, dat de ..Freia" een Noorsch schip is, zij voert de Noorsche kleuren en daar-1 mee basta Koert zweeg, maar hij fronste drei gend het voorhoofd en hij wierp zijn vriend een weinig vriendschappelij- ken blik toe. Eindelijk zei hij. zich zelf beheerschend Mijnheer Hohenfels is in Raans dal opgegroeid, dat weet je zeker wa?l. Alles wat hij zich uit zijn jeugd her innert, hangt met deze plaats samen zoodoende heeft hij zich een ander vaderland gekozen. Is dat wej mogelijk, mijnheer de luitenant De trouwhartige, blauwe oogen van Christiaan keken den jon gen officier verwijtend aan. Toen legde deze hem de hand op den schou der en zei ernstig Jij zult dat nooit kunnen, mijn jongen, en ik kan het. Goddank, ook niet. Bernard stond nog tegen het roer le leunen met den rug naar het twee tal toe. Hij was toch dieper en pijnlij ker getroffen, dan hij zelf wel wilde bekennen. Hij had gedacht voorgoed de rekening met zijn oom en het ver leden vereffend te hebben, toen hij hem met zijn trotsch besluit de vruch ten van een veeljarige opvoeding voor de voeten wierp, toen hij zich los scheurde uit een wereld van dwang en vormen, uit de slavernij van den diehst om toe te geven aan een onbe- teugelden drang naar vrijheid. Nu ge noot hij sedert een vol jaar deze gren- zenlooze vrijheid, die niemand hem meer af kon nemen, en toch sprak iets in zijn gelaat van innerlijken strijd en ra zijn oogen, die ver wee staarden langs het Fjord, tot waar het ra zee overging. Daar lag de we- ïSü'i wfi v'erIaten en opgegeven had Hij had haar zelf den rug toe- gedraaid zooals eens zijn vader ook gedaan had, maar nu zond zij een Dode m zijn eenzaamheid. Met den ..Zeeadelaar" en hen die aan boord waren kwam het geheele verleden terug.,daarmee werden alle geseheur: degiraden weer aangeknoopt."Bernard perste de tanden opéén, men kon het 5ÏÏ? ®anzl?n. dat hij zijn best deed len difV" Z')n tr0,!! 'e ween te gen die herinneringen en dat verle efSrlii h wrkeiijk zoozeer of was hij er bang voor t Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1