NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. HAARLEM'S DAGBLAD Groots Houtstraat üo. 55, Een Praatje over tie Financiën m onze Gemeente. 21e Jaargang. No. 8310 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 27 JANUARI 1Ö04. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN; Voor Haarlem 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland w 1.65 Afzonderlijke nummers0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37% de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIÊN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiön 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentign worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubticité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. De Bureaux van REDACTIE en ADMINISTRATIE van zijn OVERGEBRACHT naar het perceel waar tot dusver ons Bijkan toor gevestigd was Daar is dus thans de Re dactie te sprekendaar kun nen ook Advertentien en Abonnementen worden opge geven De drukkerij blijft gevestigd Z. B. Spaarne 6 Orders op drukwerken wor den, evenals tot dusver, ook in ons Bureau Houtstraat 55 aangenomen Haarlem's Dagblad van 27 Januari bevat o.a. Een praatje over de financiën Tan onze Gemeente, Buitenlandsch Overzicht, Tooneelcritiek van Frans Netscher, Nieuws uit Haarlem en Omstreken, Binnenl.- en Sport berichten. Niemand behoeft van dezen titel te schrikken. Ik denk er zoo min over om een zwaarwichtige studie over gemeente-financiën te schrijven, als de lezer lust zou hebben die hier te lezen. Daarvoor is bet tijdschrift en niet het dagblad de plaats. Maar wel stellen wij allen belang en moeten wij ook inderdaad belangstellen in den loop van onze eigen gemeente huishouding over de laatste jaren en in de vraag, wat de toekomst ons in dat opzicht brengen zal. Het kan niemand onverschillig wezen, of hij tien of vijftien, tachtig of honderd gulden belasting betaalt, vooral niet in een tijd nu de winsten niet altijd even gemakkelijk en over vloedig binnenkomen, maar de be lastinggaarder wel even regelmatig als altijd de penningen eischt, die hem toekomen. Dat moderne leven vergt inderdaad hooge belastingen. Laten we zelfs de vermogensbelasting buiten reke ning omdat die alleen de menschen treft, die een kleiner of grooter kapi taal bezittën, dan hebben wij bij te dragen aan personeele belasting, be drijfsbelasting en plaatselijke inkom stenbelasting, die er alle op uit zijn om toch vooral te zorgen,, dat ons inkomen tot den laatsten cent toe wordt belast. Menschen, die eerlijk alles opgeven wat zij bezitten, gaan dan ook onder hunne belastingen min of meer gebukt. Ik heb er een hooren zeggen dat Alva's tiende pen ning, die vroeger de menschen in 't harnas joeg, den tegenwoordigen belastingbetaler zoo buitengewoon hoog niet meer toeschijnt. Misschien is dat wat overdreven, maar dat onze belastingen hoog zijn, i3 een feit. Vooral het personeel met zijn verraderlijke opcenten, die hoo ger zijn dan de hoofdsom enonze plaatselijke inkomstenbelasting. Tij dens de vroegere verteringsbelasting leefden wij Haarlemmers in Abram's schoot. Het percentage was niet hoog en er kon met het cijfer van de ver tering gesmokkeld worden tot in 't ongeloofelijke. Van die gelegenheid werd dan ook niet weinig geprofi teerd. Nooit hebben menschen met dure gezinnen kans gezien van een zoo kleine som te leven als toen. En daar het moeilijk ging hen te over tuigen, dat zij zich laat ons zeg gen vergisten, nam men de opgaaf maar aan voor juist totdat de in komstenbelasting tot stand kwam. Toen werd de zaak gansch anders. Toen hief men geen belasting meer van 't bedrag, dat verteerd werd, maar van het geheele inkomen. De fiscus, door zure ervaring geleerd, liet wel toe, dat de belastingbetalen- den aanduidden, in welke klasse zij wenschten geplaatst te worden, maar hield toch zijnerzijds het recht van aanslag in handen en de streng stijf, wanneer zij daartegen in verzet kwa men. Zoo werd het vanzelf voor den be lastingbetaler al duurder, maar daar mee hield het nog niet op. Wat ook het gemeentebestuur deed om het percentage laag te houden, de drang der omstandigheden dreef het voort durend weer omhoog. Na lang om 3,5 heengezweefd te hebben is het nu op 4 procent gekomen en, zooals wij zien zullen, mag volstrekt niet worden gemeend, dat het daar nu bij blijven zal. Integendeel zou ik wel durven voorspellen, dat het binnen kort. op weg zal zijn naar 41/2 en welke pogingen de wethouder van financiën ook moge aanwenden na weinige jaren tot 5 zal zijn ge klommen. Laat ik evenwel vooraf een kort overzicht geven van de oorzaken, die e- toe hebben geleid dat in weinige jaren het bedrag dat wij aan hoof- delijken omslag betalen, aldus ge stegen is. Daarbij blijkt in de eerste plaats hoe merkwaardig snel wij leven. Wanneer wij maar een tijdsverloop nemen van tien jaar blijkt al, hoe de eischen in zulk een korte periode zijn geklommen. Aan opcenten op de Rijksbelasting werd in 1892 ontvangen 163.819.24' en in 1902 233.003.88', een verschil dus van f70.000. Aan onderhoud van wegen, straten en pleinen werd in 1892 uitgegeven ƒ67.877.38', in 1902 niet minder dan f 132.954.52. Ver- eischten de jaarwedden van de poli tie in 1892 een som van ƒ43.707.33, in 1902 was deze post al geklommen tot f 73.566.22. De jaarwedden der on derwijzers bedroegen in 1892 f 97.049.08 in 1902 werd daarvoor uitbetaald de kapitale som van f 182.728.85. En het hoofdstuk Armwezen is van ƒ53.370.01' in 1892 tot 107.346.09 in 1902 gestegen. Middelbaar en Hooger Onderwijs vereischten in 1892 f 112,820,34', in 1902 f 130.037.94. En het is wel merkwaardig, dat de zoo genaamde kosten van huishoudelijk bestuur (jaarwedden van burgemees ter, secretaris, wethouders, ambte naren der secretarie, bureaukosten enz.) in deze tien jaar van 47.304.96 tot slechts f 61.169.05' zijn geklommen. Waar wel eens geprutteld wordt over de toeneming van het aantal ambte: naren, is dit toch wel een bewijs, dat op het stadhuis zelf het geld niet over de balk wordt gegooid. Nu spreekt wel van zelf, dat deze stijging in alle belangrijke posten van uitgaaf voor een groot deel toe te schrijven is aan de uitbreiding van het zielental. De bevolking was op 1 Januari 1892 54345, op 1 Januari 1902 66827 zielen. Onder normale omstan digheden evenwel zou men mogen verwachten, dat per hoofd der bevolking in 1902 niet meer zou zijn uitgegeven dan tien jaar te voren. Het is er verre van daan en leer zaam is in dat opzicht het staatje, dat hieronder volgt Uitgegeven werd per hoofd der be volking in 1892 1902 Aan huish. bestuur f 0.87 0.91* wegen, straten, plei nen 1.25 1.97 jaarwed, d. politie „0.80 „1.10 onderw. „1.78 „2.73 Midd. en h. onderw. 2.07 1.94 Armwezen0.98 1.60 Hieruit volgt, dat al deze kosten per hoofd gestegen zijn, behalve die op hooger en middelbaar onderwijs, die een kleine vermindering aan wijzen. Voor de volledigheid kan worden aangestipt, dat de schulden der ge meente op 1 Januari 1892 bedroegen 2.558.060 of f 47.07 per hoofd en op 1 Januari 1902 ƒ5.794.060, of f 86.55 per hoofd. We zien dus, dat ook de buitengewone uitgaven, waarvoor geleend kan worden, in deze tien jarige periode belangrijk zijn geste gen. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht De onrustbarende berichten uit OOST-AZIE hebben vandaag nog de overhand. Van bewegingen van de Russische troepen of schepen wordt niets ge meld, evenmin als van Japansche, maar ditmaal zou het, volgens het Russisch telegramnieuwsbureau, een Chineesch leger zijn, sterk twintig re gimenten, aan welker hoofd een ge neraal met den weinig krijgshaftigen klinkenden naam van „Ma", dat naar de grens van de provincie Tsjili is gerukt om daar strategische punten te bezetten. Dit wil natuurlijk nog niet zeggen, dat China partij kiest voor of tegen een der beide kampi oenen het kan eenvoudig een maat regel zijn om China's neutralitei te handhaven, te beletten, dat een der oorlogvoerende partijen Als het zoover komt de Chineesche grens overschrijdt. Men verwacht nu als 'tware ieder oogenblik dat het nieuwe antwoord van Rusland bij de Japansche regee ring zal inkomen en ziet met span ning tegemoet, wat het effect daar van zal zijn, want men is het er alge meen over eens, dat onmiddellijk daarop beslist zal worden over oor log of vrede. De correspondent van de New- York Herald" te Petersburg seinde gisteren, dat daar dezelfde bijna pijn lijke stiite heerschte, die voorafging aan de afzending van het vorige ant- woord. In weerwil van de optimisti sche meeningen, die geuit zijn, kon hij daarvoor geen overtuigende be wijzen ontdekken, terwijl er wel een overvloed van aanwijzingen zijn, die men als oorlogsvoorboden kan be schouwen. Het is waar. zegt hij, dat Japan geen termijn heeft gesteld, maar ik verneem op goed gezag, dat de Japanners het uitstel als hoogst gevaarlijk beschouwen, met het oog op de openbare meening. Binnen een paar dagen zal het antwoord gegeven worden. Dat deelt men in het politie ke hoofdkwartier aan de vele en nieuwsgierige vragers mede. Het zal opnieuw aan admiraal Alexejef gezonden worden, met de opdra cht, om het over te seinen wan neer hij het oogenblik daartoe ge schikt acht, d. i. vermoedelijk on middellijk. Daarna, zoo gelooft men, zal de vraag van vrede of oorlog in derdaad beslist zijn. Intusschen loo- pen er vele geruchten uit allerhande bron over de buitengewone roerig heid van de Japanners op Korea en hun aanstoken van troebelen, om een voorwendsel tot landing van troepen te hebben. Dat alles doet erastigen twijfel rijzen aan de oprechtheid van Japan's vredelievende gezindheid. Uit Port Arthur wordt gemeld, dat de Russen uitgebreide maatregelen nemen, om de Koreaansch-Mantsjoe- rijsche grens tegen een inval te be schermen. De 2de batterij veldartille rie van acht kanonnen en ook het 10de Siberische regiment zouden van daag naar de Jaloe vertrekken. Zelfs acht men de bezettin'- van Witsjoe. door Rusland waarschijnlijk. Vóór eenige dagen wezen we er reeds op, dat Bulgarije zich weer aan 't roeren is benden, die in 't geniep door de regeering gesteund worden, trokken de TURKSCHE grens over, er werden wapenen aan geschaft, kortom alles duidt aan, dat de Bulgaren het spelletje van het vo rig jaar denken door te zetten en de welkome bondgenooten van de Mace donische opstandelingen blijven. Turkije heeft echter getoond, die zaak nu flink te willen aanpakken. Werd eenigen tijd geleden gemeld, dat een Bulgaarsche bende door de Turk- sche troepen was verslagen en uiteen gejaagd, thans verneemt men, dat Turkije snel troepen bijeenbrengt in de richting van Kustendje en ook in het vilayet Adrianopel. Ook weigerde de Turksche commissaris de laatste dagen om Bulgaarsche paspoorten voor Turkije te viseeren. Blijkbaar wil men daar ongewenschte elementen ér buiten houden. De Bulgaarsche re geering heeft daartégen wel gepro testeerd, maar Turkije heeft zich niet gehaast op dit protest te antwoor den. Zoo is ook daar de toestand nog verre van gezond en het zou geen zeer groote verrassing zijn, als het voorjaar ons een worsteling te zien gaf tusschen deze twee oude vijan den. AFRIKA is het tegenwoordig óók ongezond voor het bh nke ras. We weten hoe d« Duitscliers ui Zuid-West-Afrika met de h»nden n> t haar zit en mi nu komt er bericht, dat in Engelsch- Oost-Afrika een expeditie, die door een Oost-Afrikaansch syndicaat was uit gezonden om land te onderzoeken, in de buurt van het Rudoll-meer door Turkana's is overweldigd en dat ver scheidene blanken gewond zijn. Van den toestand in Duitsch-Zuid- West-Afrika wordt gemeld van den 17 dezer dat Windhoek nog steeds be legerd wordt door 5 k 8000 inboorlin gen. De bezetting bestaat slechts uit 230 man, ten deele bereden, en beschikt over twee machine-geweren. Sedert 12 dezer is er geen bericht uit Oka- handja ontvangen. Pogingen tot ontzet zijn ten koste van groote verliezen mislukt. Den 15den is er met goed gevolg een ver kenningsgevecht geleverd bi] de hoeve Hoffnung. Gesneuveld zijn Boysen, officier der reserve, een onderofficier en zes man. Vijf kolonisten ziin met vrouwen en kinderen vermoord. Vijf benden Herero's rukken op Windhoek aan. HET TOONEEL. De derde Tooneelnitvoering van -CREMER." Cremer" gaf gisterenavond haar derde tooneeluitvoering in dit seizoen. Had deze vereeniging voor haar eer sten tooneelavond een vertaald stuk gegeven (de „Rantzau's" van Erckmann-Chatrian), en voor haren tweeden haar keuze laten vallen op een oorspronkelijk werk (,,Men zegt van Justus van Maurik), op haar derde uitvoering gaf zij van beiden iets oorspronkelijk èn vertaald werk. Want de. avond werd begonnen met De Patiënten", het bekende blij spel in drie bedrijven van den on langs zeventig jaar geworden Johan Gram, en werd besloten met ,.De Vonk" („l'Etincelle") van den Fransch- man Eduard Pailleron. Maar welk een verschil tusschen den avond van gisteren en dien van Zondag Zondag een troep zich noemende beroep s-artiesten, die, zonder eeni gen eerbied voor het werk van een talent als Heyermans, zijn Ghetto" stonden te vermoorden en gisteren een gezelschap van ..maar" dilettan ten, die, met toewijding en eerbied voor mannen van het vak, zich nu eens hadden ingespannen om 't beste, wat ze geven konden, ten koste te leggen aan een moeilijke taak, waar van zij de zwaarte niet met gering schattende lichtzinnigheid hadden on derschat. Nu, dan houden wij 't toch maar liever met zulke dilettanten Dat zij hun best gedaan hadden, bleek uit de wijze, waarop zij Paille- ron's „De Vonk" voor het voetlicht brachten, een stuk dat tot een Fransch genre behoort, dat zelfs den leden der .Koninklijke" te Amsterdam menige moeilijkheid oplevert. Zulke echte Fransche, „Parijsche" kunst te geven, waarin alles leeft en pétilleert. is iets wat ons Hollandsch temperament niet gemakkelijk afgaat. En ofschoon we „Cremer" den maatstaf der „Ko ninklijke" niet mogen aanleggen, dur ven we toch gerust te zeggen, dat ze aardig wat van dit „liefde-spel" zoo zouden we Pailleron's stukje wil len noemen heeft terecht gebracht. Het lachend opkomen, het verhaal der liefdesverklaring van notaris Gil let (gemengd met het blaffen van den hond) en het luisteren naar het vers van Raoul, terwijl ze nootjes blijft knabbelen, werd door de „jeune pre mière" der vereeniging luchtigjes en opgewekt gespeeld. En Raoul zelf, de officier, was ook in goede handen, zeer bekende handen. Deze acteur gaf werkelijk beschaafd spel te zien en had zijn uiterlijk zeer mee: cenheusch knap officiertje. De tante had eveneens haar best gedaan op haar ondankbare en tweeslachtige rol. Maar de groote fout van de opvoe ring van „l'Etincelle" was, dat het spel niet „pétillant" genoeg was, niet vlug, levendig, lenigdat er te wei nig schot en gang in zathet tempo was veel te langzaam en te drukkend; zoo'n stukje moet er uit vliegen. En dit was óók het gebrek bij de opvoering van Gram's „Patiënten". We kunnen 't begrijpen, dat de ré gie van een liefhebberij-gezelschap de acteurs en actrices met opzet lang zaam laat sprekendit is een ver standige veiligheidsmaatregel. De medesnelenden kunnen dan beter op hun uitspraak letten en zullen dan ook zoo licht niet over hun woordeh struikelen. Maar 'tmag geen be; nis-tempo worden, vooral niet spelen en dat was gisteren w het geval. Daardoor werden de vol zinnen wel eens verkeerd gescandeerd en werd er, bij gebrék aan lucht, op verkeerde plaatsen, midden in de zin nen, adem gehaald. Vooral viel 't moeilijke „zeggen" in de „Patiënten" op. Maar daar Gram voor een groot deel zelf schuld van niet het gezelschap. De mede spelenden zullen wel ervaren hebben, dat deze auteur niet gemakkelijk voor het tooneel schrijft. Zijn taal laat zich niet vloeiend „zeggen"; ze is boekentaal en past zich niet aan aan de discourstaai, die men op het too neel moet hebbener zit geen „thea ter-leven" in zijn dialogen. Vandaar ook gisteren iets stijfs in het stuk en een moeilijkheid van zeggen, waar van men Gram echter de schuld moet geven. Overigens liep ook dit stuk goed van stapel en schonk veel vermaak. Van de meespelenden zouden we alleen dit willen zeggen, dat 't wenschelijk zou wezen, dat de persoon, die voor den notaris speelde, in zijn komische rol len niet altijd te veel „niais" doet en niet te veel met zijn hoofd rolt. Dit doet zijn rollen wat al te veel op elk ander gelijken, wat schade doet aan de appréciatie van de werkelijk ko mische ader, die hij bezit, en de overige kwaliteiten van dit zoo ver dienstelijk lid van „Cremer", aan het welk de vereeniging een eerste-klasse kracht heeft. De zaal was stompvol. FRANS NETSCHER. Stadsnieuws Dienstweigeren. Maandagavond werd in de groote zaal van St. Bavo alhier, welke goed bezet was, eene openbare protest vergadering gehouden tegen de ge vangenhouding van Jan Terwey. In zijn openingsrede br4acht de Voorzitter, de heer de Kleyn, een eere- saluut aan den ex-dienstweigeraar de Bruin, die voor hetzelfde feit als Ter wey 21 maanden in de gevangenis heeft doorgebracht. Voorts zeide spr., dat men op deze vergadering niet al leen een protest tegen Terwey's ge vangenhouding en tegen het militai risme in het algemeen had willen doen hooren, maar ook een protest tegen den justitieelen moord betreffende vrouw Van Wel te Amsterdam. Daar voor dit laatste feit echter geen spre ker verkrijgbaar was, zal hierover la ter nog eene vergadering worden be legd. Daarna kreeg de eerste spreker van den avond, Prof. van Rees, van Laren, het woord. In heftige bewoordingen bestreed hij het militairisme, dat in strijd is met het beste, dat in de menschen leeft. Daarna schetste spr. in den breede de zaak van Jan Terwey, welke wij als bekend mogen beschouwen, en pro testeerde er tegen, dat Jan Terwey, die thans om gewetenswil in de ge vangenis alhier zit. tot dienstweigeren is opgezet. Neen, hij heeft het geheel uit eigen vrijen wil gedaan, hij heeft geheel gehandeld naar de stem van zijn geweten. Hij heeft alleen wèèr willen maken, wat zijn moeder en zijn predikant hem vroeger steeds heb ben voorgehouden. Het hoogste wat in de menschen is zijn geweten is in conflict geko men met een denkbeeldig iets, met een door menschen in elkander ge zette Staat, met het Gezag. Hij heeft aan God willen gehoorzamen en niet aan de menschen. Terwey heeft zijn vijanden lief. En daarvoor is hij nu in den kerker ge worpen. Maar zoo iets kan niet zon der protest geschieden. Tegen de Chris telijke Regeering, tegen alle Christe- lijken richt spr. dan ook een aan klacht, nu een jongeling, die trouw is gebleven aan zijn geweten, in een cel is gezet. Aan Minister Kuyper wilde spr. vragen, of deze den moed heeft te handelen volgens de woorden door hem geschreven in het „Program" der A. R. Partij „En daarom staat net bij ons bovenaan, als heilige onom- stootelijke regelZoodra een onder daan zich op zijn consciëntie beroept, wijke de overheid uit eerbied voor het heilige terug. Dan dwinge ze nooit. Ten slotte schetste spr. nog eens Je gruwelen van den oorlog, die den mensch tot dier verlaagt. De heer Terstraaten vroeg, waarom de Regeering wekelijks matrozen, die socialistische neigingen vertoonen, uit den dienst ontslaat, terwijl ze daar entegen Terwey verplicht dienst ie nemen. Prof. Van Rees kon hierop geen ant woord geven, wellicht weet de Regee ring dit zelf niet, zeide spr. De tweede spreker, de Bruin, schet ste uit eigen ervaring het gevangenis leven, en protesteerde er tegen, dat een dienstweigeraar gelijk wordt ge steld met den grootsten misdadiger. Dat deze treurige toestanden nog kun nen bestaan, is het gevolg van het ieit dat nog zoo weinigen opkomen te gen het onrecht, zeide spr. Hierna trok spr. 'te velde tegen de Regeering, die z. i. handelt in strijd met de leer van Christus. Het is toch de leer van Jezus nooit geweest om het gezag te handhaven, maar wel om het op te heffen. Handige menschen hebben nu ech ter die leer dienstbaar gemaakt aan den Staat. Ten slotte bestreed spr. het militai risme. Aan den uitgang werd gecollecteerd voor het propaganda-comité en voor de uitgeslotenen. In de zaal werd met verschillende bladen en brochures gecolporteerd, o. a. met het maandblad „De Wapens Neder". T ■inbouw. Maandagavond hield de afdeeling Haarlem en Omstreken van de Ne- derlandsche Maatschappij voor Tuin bouw en Plantkunde een vergadering in Weten en Werken. De vergadering werd, bij afwezig heid van den voorzitter, den heer Onderwater, geopend door den heer de Breuk. Deze heette alle aanwezi gen op deze eerste vergadering in het nieuwe jaar hartelijk welkom, daarbij den wensch uitsprekende dat dit nieuwe jaar een jaar van voor spoed en zegen zal zijn, zoowel voor de leden persoonlijk als voor de af deeling. Van het hoofdbestuur was een schrijven ingekomen, inhoudende dat het bezwaar maakte tegen de wijzi ging in het huishoudelijk reglement, door de afdeeling aangenomen> De nieuwe contributieregeling toch brengt het hoofdbestuur minder in kas, en de wijziging is zijns inziens in strijd met het reglement van de Maatschappij. De zaak wordt in handen van het bestuur gegeven, dat er nader over kan correspondeeren met het hoofd bestuur, en op de volgende vergade ring der afdeeling een voorstel dien aangaande doen. Van den heer de Greet was een brief ingekomen, behelzende de da tums waarop hij de aangevraagde buitenles kan geven. Gekozen wordt Woensdag 24 Februari. Hierna kwam aan de orde de re kening en verantwoording van den penningmeester, den heer Voet, over het boekjaar 1903. Op 1 Januari 1902 was aan contan ten in kas f 292.92', terwijl op 1 Ja nuari 1903 de rekening sloot met een voordeelig saldo van f 293.42', zoodat er ƒ0.50 meer in kas is dan het vo rige jaar. Hierna hield de heer J. Sturing een voordracht over de Ziekten onzer Vruchtboomen. Deze lezing werd toe gelicht door lantaarnbeelden. Door den voorzitter werd den heer Sturing dank gezegd voor de aange name en leerrijke voordracht, waar na de vergadering werd gesloten. Weten en Werken. Voor de vereeniging Weten en Werken hield Maandagavond voor een druk bezette zaal de heer L. Bleekrode een voordracht over ijs en gletschers. Eerst nu had spr. ver nomen dat de heer Saeys reeds dit onderwerp heeft behandeld, doch dat zou wel geen bezwaar zijn, daar spr. er wel wat anders van zal vertellen dan de heer Saeys. Spr. had zijn voordracht oorspron kelijk getiteld „het verblijf in de eeuwige sneeuw." Hij wil meedeelen hoe men daar vroeger in leefde, en hoe men het zich daar tegenwoordig huiselijk maakt. Als spreker over de eeuwige sneeuw spreekt kan hij twee plaatsen bedoe len, ten eerste hoog op de bergen en op de gelijke aardoppervlakte, name lijk in de Poolstreken. Hierna schetste hij hoe de gletschers ontstaan, de sneeuw, die op de ber gen valt, drukt zich zelve samen en wordt dan tot een ijsmassa, gletscher, genoemd. Vervolgens maakte spr. duidelijk hoe de gletschers zich verplaatsen. Dit ijs is een weeke massa, die zich door een groote drukking laat ver vormen en zich door nauwe spleten laat dringen, vandaar dat men vaak spreekt van den ijsstroom. Dit werd door spr. met eenige proe ven duidelijk gemaakt. Hierna schetste spr. het gevaar van een bergbestijging; dit is evenwel niet zoo groot als velen denken, meestal zijn ongelukken aan roeke loosheid te wijten. De gevaren schrik ken evenwel niemand af. Tegen woordig wordt de bergbestijging al zeer gemakkelijk gemaakt, doordat men groote gedeelten per trein kan afleggen. De aanleg van deze spoorbanen wordt mogelijk gemaakt door de toe passing van electriciteit. Door middel van lantaarnplaten werd de aanleg van de Jungfraubaan in de Alpen duidelijk gemaakt, hoe men het er zich nu aangenaam kan maken eenige duizenden meters boven de aardoppervlakte, te midden van de sneeuw. Als tegenstelling hiermede werd de geschiedenis van de Hollanders in Nova-Zembla vertoond, hoe deze zich daar toen moesten behelpen tijdena

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1