NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
Groots Houtstraat üo. 55,
Een Praatje over tie Financiën
m onze Gemeente.
21e Jaargang.
No. 8310
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 27 JANUARI 1Ö04.
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN;
Voor Haarlem 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland w 1.65
Afzonderlijke nummers0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiön 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentign worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubticité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
De Bureaux van
REDACTIE en
ADMINISTRATIE
van
zijn OVERGEBRACHT
naar het perceel
waar tot dusver ons Bijkan
toor gevestigd was
Daar is dus thans de Re
dactie te sprekendaar kun
nen ook Advertentien en
Abonnementen worden opge
geven
De drukkerij blijft gevestigd
Z. B. Spaarne 6
Orders op drukwerken wor
den, evenals tot dusver, ook
in ons Bureau Houtstraat 55
aangenomen
Haarlem's Dagblad van
27 Januari bevat o.a.
Een praatje over de financiën
Tan onze Gemeente, Buitenlandsch
Overzicht, Tooneelcritiek van
Frans Netscher, Nieuws uit Haarlem
en Omstreken, Binnenl.- en Sport
berichten.
Niemand behoeft van dezen titel
te schrikken. Ik denk er zoo min over
om een zwaarwichtige studie over
gemeente-financiën te schrijven, als
de lezer lust zou hebben die hier te
lezen. Daarvoor is bet tijdschrift en
niet het dagblad de plaats. Maar wel
stellen wij allen belang en moeten
wij ook inderdaad belangstellen in
den loop van onze eigen gemeente
huishouding over de laatste jaren en
in de vraag, wat de toekomst ons in
dat opzicht brengen zal.
Het kan niemand onverschillig
wezen, of hij tien of vijftien, tachtig
of honderd gulden belasting betaalt,
vooral niet in een tijd nu de winsten
niet altijd even gemakkelijk en over
vloedig binnenkomen, maar de be
lastinggaarder wel even regelmatig
als altijd de penningen eischt, die
hem toekomen.
Dat moderne leven vergt inderdaad
hooge belastingen. Laten we zelfs
de vermogensbelasting buiten reke
ning omdat die alleen de menschen
treft, die een kleiner of grooter kapi
taal bezittën, dan hebben wij bij te
dragen aan personeele belasting, be
drijfsbelasting en plaatselijke inkom
stenbelasting, die er alle op uit zijn
om toch vooral te zorgen,, dat ons
inkomen tot den laatsten cent toe
wordt belast. Menschen, die eerlijk
alles opgeven wat zij bezitten, gaan
dan ook onder hunne belastingen
min of meer gebukt. Ik heb er een
hooren zeggen dat Alva's tiende pen
ning, die vroeger de menschen in 't
harnas joeg, den tegenwoordigen
belastingbetaler zoo buitengewoon
hoog niet meer toeschijnt.
Misschien is dat wat overdreven,
maar dat onze belastingen hoog zijn,
i3 een feit. Vooral het personeel met
zijn verraderlijke opcenten, die hoo
ger zijn dan de hoofdsom enonze
plaatselijke inkomstenbelasting. Tij
dens de vroegere verteringsbelasting
leefden wij Haarlemmers in Abram's
schoot. Het percentage was niet hoog
en er kon met het cijfer van de ver
tering gesmokkeld worden tot in 't
ongeloofelijke. Van die gelegenheid
werd dan ook niet weinig geprofi
teerd. Nooit hebben menschen met
dure gezinnen kans gezien van een
zoo kleine som te leven als toen. En
daar het moeilijk ging hen te over
tuigen, dat zij zich laat ons zeg
gen vergisten, nam men de opgaaf
maar aan voor juist totdat de in
komstenbelasting tot stand kwam.
Toen werd de zaak gansch anders.
Toen hief men geen belasting meer
van 't bedrag, dat verteerd werd,
maar van het geheele inkomen. De
fiscus, door zure ervaring geleerd,
liet wel toe, dat de belastingbetalen-
den aanduidden, in welke klasse zij
wenschten geplaatst te worden, maar
hield toch zijnerzijds het recht van
aanslag in handen en de streng stijf,
wanneer zij daartegen in verzet kwa
men.
Zoo werd het vanzelf voor den be
lastingbetaler al duurder, maar daar
mee hield het nog niet op. Wat ook
het gemeentebestuur deed om het
percentage laag te houden, de drang
der omstandigheden dreef het voort
durend weer omhoog. Na lang om
3,5 heengezweefd te hebben is het nu
op 4 procent gekomen en, zooals
wij zien zullen, mag volstrekt niet
worden gemeend, dat het daar nu bij
blijven zal. Integendeel zou ik wel
durven voorspellen, dat het binnen
kort. op weg zal zijn naar 41/2 en
welke pogingen de wethouder van
financiën ook moge aanwenden
na weinige jaren tot 5 zal zijn ge
klommen.
Laat ik evenwel vooraf een kort
overzicht geven van de oorzaken, die
e- toe hebben geleid dat in weinige
jaren het bedrag dat wij aan hoof-
delijken omslag betalen, aldus ge
stegen is.
Daarbij blijkt in de eerste plaats
hoe merkwaardig snel wij leven.
Wanneer wij maar een tijdsverloop
nemen van tien jaar blijkt al, hoe de
eischen in zulk een korte periode zijn
geklommen.
Aan opcenten op de Rijksbelasting
werd in 1892 ontvangen 163.819.24'
en in 1902 233.003.88', een verschil
dus van f70.000. Aan onderhoud van
wegen, straten en pleinen werd in
1892 uitgegeven ƒ67.877.38', in 1902
niet minder dan f 132.954.52. Ver-
eischten de jaarwedden van de poli
tie in 1892 een som van ƒ43.707.33,
in 1902 was deze post al geklommen
tot f 73.566.22. De jaarwedden der on
derwijzers bedroegen in 1892 f 97.049.08
in 1902 werd daarvoor uitbetaald
de kapitale som van f 182.728.85. En
het hoofdstuk Armwezen is van
ƒ53.370.01' in 1892 tot 107.346.09 in
1902 gestegen. Middelbaar en Hooger
Onderwijs vereischten in 1892
f 112,820,34', in 1902 f 130.037.94. En
het is wel merkwaardig, dat de zoo
genaamde kosten van huishoudelijk
bestuur (jaarwedden van burgemees
ter, secretaris, wethouders, ambte
naren der secretarie, bureaukosten
enz.) in deze tien jaar van 47.304.96
tot slechts f 61.169.05' zijn geklommen.
Waar wel eens geprutteld wordt over
de toeneming van het aantal ambte:
naren, is dit toch wel een bewijs,
dat op het stadhuis zelf het geld niet
over de balk wordt gegooid.
Nu spreekt wel van zelf, dat deze
stijging in alle belangrijke posten van
uitgaaf voor een groot deel toe te
schrijven is aan de uitbreiding van
het zielental. De bevolking was op 1
Januari 1892 54345, op 1 Januari 1902
66827 zielen. Onder normale omstan
digheden evenwel zou men mogen
verwachten, dat per hoofd der
bevolking in 1902 niet meer zou zijn
uitgegeven dan tien jaar te voren.
Het is er verre van daan en leer
zaam is in dat opzicht het staatje,
dat hieronder volgt
Uitgegeven werd per hoofd der be
volking in
1892 1902
Aan huish. bestuur f 0.87 0.91*
wegen, straten, plei
nen 1.25 1.97
jaarwed, d. politie „0.80 „1.10
onderw. „1.78 „2.73
Midd. en h. onderw. 2.07 1.94
Armwezen0.98 1.60
Hieruit volgt, dat al deze kosten
per hoofd gestegen zijn, behalve die
op hooger en middelbaar onderwijs,
die een kleine vermindering aan
wijzen.
Voor de volledigheid kan worden
aangestipt, dat de schulden der ge
meente op 1 Januari 1892 bedroegen
2.558.060 of f 47.07 per hoofd en op
1 Januari 1902 ƒ5.794.060, of f 86.55
per hoofd. We zien dus, dat ook de
buitengewone uitgaven, waarvoor
geleend kan worden, in deze tien
jarige periode belangrijk zijn geste
gen. J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
De onrustbarende berichten uit
OOST-AZIE
hebben vandaag nog de overhand.
Van bewegingen van de Russische
troepen of schepen wordt niets ge
meld, evenmin als van Japansche,
maar ditmaal zou het, volgens het
Russisch telegramnieuwsbureau, een
Chineesch leger zijn, sterk twintig re
gimenten, aan welker hoofd een ge
neraal met den weinig krijgshaftigen
klinkenden naam van „Ma", dat naar
de grens van de provincie Tsjili is
gerukt om daar strategische punten
te bezetten. Dit wil natuurlijk nog
niet zeggen, dat China partij kiest
voor of tegen een der beide kampi
oenen het kan eenvoudig een maat
regel zijn om China's neutralitei te
handhaven, te beletten, dat een der
oorlogvoerende partijen Als het
zoover komt de Chineesche grens
overschrijdt.
Men verwacht nu als 'tware ieder
oogenblik dat het nieuwe antwoord
van Rusland bij de Japansche regee
ring zal inkomen en ziet met span
ning tegemoet, wat het effect daar
van zal zijn, want men is het er alge
meen over eens, dat onmiddellijk
daarop beslist zal worden over oor
log of vrede.
De correspondent van de New-
York Herald" te Petersburg seinde
gisteren, dat daar dezelfde bijna pijn
lijke stiite heerschte, die voorafging
aan de afzending van het vorige ant-
woord. In weerwil van de optimisti
sche meeningen, die geuit zijn, kon
hij daarvoor geen overtuigende be
wijzen ontdekken, terwijl er wel een
overvloed van aanwijzingen zijn, die
men als oorlogsvoorboden kan be
schouwen. Het is waar. zegt hij, dat
Japan geen termijn heeft gesteld,
maar ik verneem op goed gezag, dat
de Japanners het uitstel als hoogst
gevaarlijk beschouwen, met het oog
op de openbare meening. Binnen een
paar dagen zal het antwoord gegeven
worden. Dat deelt men in het politie
ke hoofdkwartier aan de vele en
nieuwsgierige vragers mede.
Het zal opnieuw aan admiraal
Alexejef gezonden worden, met de
opdra cht, om het over te seinen wan
neer hij het oogenblik daartoe ge
schikt acht, d. i. vermoedelijk on
middellijk. Daarna, zoo gelooft men,
zal de vraag van vrede of oorlog in
derdaad beslist zijn. Intusschen loo-
pen er vele geruchten uit allerhande
bron over de buitengewone roerig
heid van de Japanners op Korea en
hun aanstoken van troebelen, om een
voorwendsel tot landing van troepen
te hebben. Dat alles doet erastigen
twijfel rijzen aan de oprechtheid van
Japan's vredelievende gezindheid.
Uit Port Arthur wordt gemeld, dat
de Russen uitgebreide maatregelen
nemen, om de Koreaansch-Mantsjoe-
rijsche grens tegen een inval te be
schermen. De 2de batterij veldartille
rie van acht kanonnen en ook het
10de Siberische regiment zouden van
daag naar de Jaloe vertrekken. Zelfs
acht men de bezettin'- van Witsjoe.
door Rusland waarschijnlijk.
Vóór eenige dagen wezen we er
reeds op, dat Bulgarije zich weer aan
't roeren is benden, die in 't geniep
door de regeering gesteund worden,
trokken de
TURKSCHE
grens over, er werden wapenen aan
geschaft, kortom alles duidt aan, dat
de Bulgaren het spelletje van het vo
rig jaar denken door te zetten en de
welkome bondgenooten van de Mace
donische opstandelingen blijven.
Turkije heeft echter getoond, die
zaak nu flink te willen aanpakken.
Werd eenigen tijd geleden gemeld, dat
een Bulgaarsche bende door de Turk-
sche troepen was verslagen en uiteen
gejaagd, thans verneemt men, dat
Turkije snel troepen bijeenbrengt in
de richting van Kustendje en ook in
het vilayet Adrianopel. Ook weigerde
de Turksche commissaris de laatste
dagen om Bulgaarsche paspoorten
voor Turkije te viseeren. Blijkbaar wil
men daar ongewenschte elementen
ér buiten houden. De Bulgaarsche re
geering heeft daartégen wel gepro
testeerd, maar Turkije heeft zich niet
gehaast op dit protest te antwoor
den.
Zoo is ook daar de toestand
nog verre van gezond en het zou geen
zeer groote verrassing zijn, als het
voorjaar ons een worsteling te zien
gaf tusschen deze twee oude vijan
den.
AFRIKA
is het tegenwoordig óók ongezond
voor het bh nke ras. We weten hoe
d« Duitscliers ui Zuid-West-Afrika
met de h»nden n> t haar zit en mi
nu komt er bericht, dat in Engelsch-
Oost-Afrika een expeditie, die door een
Oost-Afrikaansch syndicaat was uit
gezonden om land te onderzoeken, in
de buurt van het Rudoll-meer door
Turkana's is overweldigd en dat ver
scheidene blanken gewond zijn.
Van den toestand in Duitsch-Zuid-
West-Afrika wordt gemeld van den
17 dezer dat Windhoek nog steeds be
legerd wordt door 5 k 8000 inboorlin
gen.
De bezetting bestaat slechts uit 230
man, ten deele bereden, en beschikt
over twee machine-geweren. Sedert
12 dezer is er geen bericht uit Oka-
handja ontvangen.
Pogingen tot ontzet zijn ten koste
van groote verliezen mislukt. Den
15den is er met goed gevolg een ver
kenningsgevecht geleverd bi] de hoeve
Hoffnung. Gesneuveld zijn Boysen,
officier der reserve, een onderofficier
en zes man. Vijf kolonisten ziin met
vrouwen en kinderen vermoord. Vijf
benden Herero's rukken op Windhoek
aan.
HET TOONEEL.
De derde Tooneelnitvoering van
-CREMER."
Cremer" gaf gisterenavond haar
derde tooneeluitvoering in dit seizoen.
Had deze vereeniging voor haar eer
sten tooneelavond een vertaald stuk
gegeven (de „Rantzau's" van
Erckmann-Chatrian), en voor haren
tweeden haar keuze laten vallen op
een oorspronkelijk werk (,,Men zegt
van Justus van Maurik), op haar derde
uitvoering gaf zij van beiden iets
oorspronkelijk èn vertaald
werk.
Want de. avond werd begonnen
met De Patiënten", het bekende blij
spel in drie bedrijven van den on
langs zeventig jaar geworden Johan
Gram, en werd besloten met ,.De
Vonk" („l'Etincelle") van den Fransch-
man Eduard Pailleron.
Maar welk een verschil tusschen
den avond van gisteren en dien van
Zondag
Zondag een troep zich noemende
beroep s-artiesten, die, zonder eeni
gen eerbied voor het werk van een
talent als Heyermans, zijn Ghetto"
stonden te vermoorden en gisteren
een gezelschap van ..maar" dilettan
ten, die, met toewijding en eerbied
voor mannen van het vak, zich nu
eens hadden ingespannen om 't beste,
wat ze geven konden, ten koste te
leggen aan een moeilijke taak, waar
van zij de zwaarte niet met gering
schattende lichtzinnigheid hadden on
derschat.
Nu, dan houden wij 't toch maar
liever met zulke dilettanten
Dat zij hun best gedaan hadden,
bleek uit de wijze, waarop zij Paille-
ron's „De Vonk" voor het voetlicht
brachten, een stuk dat tot een Fransch
genre behoort, dat zelfs den leden der
.Koninklijke" te Amsterdam menige
moeilijkheid oplevert. Zulke echte
Fransche, „Parijsche" kunst te geven,
waarin alles leeft en pétilleert. is iets
wat ons Hollandsch temperament
niet gemakkelijk afgaat. En ofschoon
we „Cremer" den maatstaf der „Ko
ninklijke" niet mogen aanleggen, dur
ven we toch gerust te zeggen, dat ze
aardig wat van dit „liefde-spel"
zoo zouden we Pailleron's stukje wil
len noemen heeft terecht gebracht.
Het lachend opkomen, het verhaal
der liefdesverklaring van notaris Gil
let (gemengd met het blaffen van den
hond) en het luisteren naar het vers
van Raoul, terwijl ze nootjes blijft
knabbelen, werd door de „jeune pre
mière" der vereeniging luchtigjes en
opgewekt gespeeld. En Raoul zelf, de
officier, was ook in goede handen,
zeer bekende handen. Deze acteur gaf
werkelijk beschaafd spel te zien en
had zijn uiterlijk zeer mee: cenheusch
knap officiertje. De tante had eveneens
haar best gedaan op haar ondankbare
en tweeslachtige rol.
Maar de groote fout van de opvoe
ring van „l'Etincelle" was, dat het
spel niet „pétillant" genoeg was, niet
vlug, levendig, lenigdat er te wei
nig schot en gang in zathet tempo
was veel te langzaam en te drukkend;
zoo'n stukje moet er uit vliegen.
En dit was óók het gebrek bij de
opvoering van Gram's „Patiënten".
We kunnen 't begrijpen, dat de ré
gie van een liefhebberij-gezelschap de
acteurs en actrices met opzet lang
zaam laat sprekendit is een ver
standige veiligheidsmaatregel. De
medesnelenden kunnen dan beter op
hun uitspraak letten en zullen dan
ook zoo licht niet over hun woordeh
struikelen. Maar 'tmag geen be;
nis-tempo worden, vooral niet
spelen en dat was gisteren w
het geval. Daardoor werden de vol
zinnen wel eens verkeerd gescandeerd
en werd er, bij gebrék aan lucht, op
verkeerde plaatsen, midden in de zin
nen, adem gehaald.
Vooral viel 't moeilijke „zeggen" in
de „Patiënten" op. Maar daar
Gram voor een groot deel zelf schuld
van niet het gezelschap. De mede
spelenden zullen wel ervaren hebben,
dat deze auteur niet gemakkelijk voor
het tooneel schrijft. Zijn taal laat
zich niet vloeiend „zeggen"; ze is
boekentaal en past zich niet aan aan
de discourstaai, die men op het too
neel moet hebbener zit geen „thea
ter-leven" in zijn dialogen. Vandaar
ook gisteren iets stijfs in het stuk en
een moeilijkheid van zeggen, waar
van men Gram echter de schuld moet
geven.
Overigens liep ook dit stuk goed van
stapel en schonk veel vermaak. Van
de meespelenden zouden we alleen dit
willen zeggen, dat 't wenschelijk zou
wezen, dat de persoon, die voor den
notaris speelde, in zijn komische rol
len niet altijd te veel „niais" doet en
niet te veel met zijn hoofd rolt. Dit
doet zijn rollen wat al te veel op elk
ander gelijken, wat schade doet aan
de appréciatie van de werkelijk ko
mische ader, die hij bezit, en de
overige kwaliteiten van dit zoo ver
dienstelijk lid van „Cremer", aan het
welk de vereeniging een eerste-klasse
kracht heeft.
De zaal was stompvol.
FRANS NETSCHER.
Stadsnieuws
Dienstweigeren.
Maandagavond werd in de groote
zaal van St. Bavo alhier, welke goed
bezet was, eene openbare protest
vergadering gehouden tegen de ge
vangenhouding van Jan Terwey.
In zijn openingsrede br4acht de
Voorzitter, de heer de Kleyn, een eere-
saluut aan den ex-dienstweigeraar de
Bruin, die voor hetzelfde feit als Ter
wey 21 maanden in de gevangenis
heeft doorgebracht. Voorts zeide spr.,
dat men op deze vergadering niet al
leen een protest tegen Terwey's ge
vangenhouding en tegen het militai
risme in het algemeen had willen doen
hooren, maar ook een protest tegen
den justitieelen moord betreffende
vrouw Van Wel te Amsterdam. Daar
voor dit laatste feit echter geen spre
ker verkrijgbaar was, zal hierover la
ter nog eene vergadering worden be
legd. Daarna kreeg de eerste spreker
van den avond, Prof. van Rees, van
Laren, het woord.
In heftige bewoordingen bestreed hij
het militairisme, dat in strijd is met
het beste, dat in de menschen leeft.
Daarna schetste spr. in den breede
de zaak van Jan Terwey, welke wij
als bekend mogen beschouwen, en pro
testeerde er tegen, dat Jan Terwey,
die thans om gewetenswil in de ge
vangenis alhier zit. tot dienstweigeren
is opgezet. Neen, hij heeft het geheel
uit eigen vrijen wil gedaan, hij heeft
geheel gehandeld naar de stem van
zijn geweten. Hij heeft alleen wèèr
willen maken, wat zijn moeder en
zijn predikant hem vroeger steeds heb
ben voorgehouden.
Het hoogste wat in de menschen is
zijn geweten is in conflict geko
men met een denkbeeldig iets, met
een door menschen in elkander ge
zette Staat, met het Gezag. Hij heeft
aan God willen gehoorzamen en niet
aan de menschen.
Terwey heeft zijn vijanden lief. En
daarvoor is hij nu in den kerker ge
worpen. Maar zoo iets kan niet zon
der protest geschieden. Tegen de Chris
telijke Regeering, tegen alle Christe-
lijken richt spr. dan ook een aan
klacht, nu een jongeling, die trouw is
gebleven aan zijn geweten, in een cel
is gezet. Aan Minister Kuyper wilde
spr. vragen, of deze den moed heeft
te handelen volgens de woorden door
hem geschreven in het „Program" der
A. R. Partij „En daarom staat net
bij ons bovenaan, als heilige onom-
stootelijke regelZoodra een onder
daan zich op zijn consciëntie beroept,
wijke de overheid uit eerbied voor het
heilige terug. Dan dwinge ze nooit.
Ten slotte schetste spr. nog eens Je
gruwelen van den oorlog, die den
mensch tot dier verlaagt.
De heer Terstraaten vroeg, waarom
de Regeering wekelijks matrozen, die
socialistische neigingen vertoonen, uit
den dienst ontslaat, terwijl ze daar
entegen Terwey verplicht dienst ie
nemen.
Prof. Van Rees kon hierop geen ant
woord geven, wellicht weet de Regee
ring dit zelf niet, zeide spr.
De tweede spreker, de Bruin, schet
ste uit eigen ervaring het gevangenis
leven, en protesteerde er tegen, dat
een dienstweigeraar gelijk wordt ge
steld met den grootsten misdadiger.
Dat deze treurige toestanden nog kun
nen bestaan, is het gevolg van het ieit
dat nog zoo weinigen opkomen te
gen het onrecht, zeide spr.
Hierna trok spr. 'te velde tegen de
Regeering, die z. i. handelt in strijd
met de leer van Christus.
Het is toch de leer van Jezus nooit
geweest om het gezag te handhaven,
maar wel om het op te heffen.
Handige menschen hebben nu ech
ter die leer dienstbaar gemaakt aan
den Staat.
Ten slotte bestreed spr. het militai
risme.
Aan den uitgang werd gecollecteerd
voor het propaganda-comité en voor
de uitgeslotenen.
In de zaal werd met verschillende
bladen en brochures gecolporteerd, o.
a. met het maandblad „De Wapens
Neder".
T ■inbouw.
Maandagavond hield de afdeeling
Haarlem en Omstreken van de Ne-
derlandsche Maatschappij voor Tuin
bouw en Plantkunde een vergadering
in Weten en Werken.
De vergadering werd, bij afwezig
heid van den voorzitter, den heer
Onderwater, geopend door den heer
de Breuk. Deze heette alle aanwezi
gen op deze eerste vergadering in
het nieuwe jaar hartelijk welkom,
daarbij den wensch uitsprekende dat
dit nieuwe jaar een jaar van voor
spoed en zegen zal zijn, zoowel voor
de leden persoonlijk als voor de af
deeling.
Van het hoofdbestuur was een
schrijven ingekomen, inhoudende dat
het bezwaar maakte tegen de wijzi
ging in het huishoudelijk reglement,
door de afdeeling aangenomen> De
nieuwe contributieregeling toch
brengt het hoofdbestuur minder in
kas, en de wijziging is zijns inziens
in strijd met het reglement van de
Maatschappij.
De zaak wordt in handen van het
bestuur gegeven, dat er nader over
kan correspondeeren met het hoofd
bestuur, en op de volgende vergade
ring der afdeeling een voorstel dien
aangaande doen.
Van den heer de Greet was een
brief ingekomen, behelzende de da
tums waarop hij de aangevraagde
buitenles kan geven. Gekozen wordt
Woensdag 24 Februari.
Hierna kwam aan de orde de re
kening en verantwoording van den
penningmeester, den heer Voet, over
het boekjaar 1903.
Op 1 Januari 1902 was aan contan
ten in kas f 292.92', terwijl op 1 Ja
nuari 1903 de rekening sloot met een
voordeelig saldo van f 293.42', zoodat
er ƒ0.50 meer in kas is dan het vo
rige jaar.
Hierna hield de heer J. Sturing
een voordracht over de Ziekten onzer
Vruchtboomen. Deze lezing werd toe
gelicht door lantaarnbeelden.
Door den voorzitter werd den heer
Sturing dank gezegd voor de aange
name en leerrijke voordracht, waar
na de vergadering werd gesloten.
Weten en Werken.
Voor de vereeniging Weten en
Werken hield Maandagavond voor
een druk bezette zaal de heer L.
Bleekrode een voordracht over ijs
en gletschers. Eerst nu had spr. ver
nomen dat de heer Saeys reeds dit
onderwerp heeft behandeld, doch dat
zou wel geen bezwaar zijn, daar spr.
er wel wat anders van zal vertellen
dan de heer Saeys.
Spr. had zijn voordracht oorspron
kelijk getiteld „het verblijf in de
eeuwige sneeuw." Hij wil meedeelen
hoe men daar vroeger in leefde, en
hoe men het zich daar tegenwoordig
huiselijk maakt.
Als spreker over de eeuwige sneeuw
spreekt kan hij twee plaatsen bedoe
len, ten eerste hoog op de bergen en
op de gelijke aardoppervlakte, name
lijk in de Poolstreken.
Hierna schetste hij hoe de gletschers
ontstaan, de sneeuw, die op de ber
gen valt, drukt zich zelve samen en
wordt dan tot een ijsmassa, gletscher,
genoemd.
Vervolgens maakte spr. duidelijk
hoe de gletschers zich verplaatsen.
Dit ijs is een weeke massa, die zich
door een groote drukking laat ver
vormen en zich door nauwe spleten
laat dringen, vandaar dat men vaak
spreekt van den ijsstroom.
Dit werd door spr. met eenige proe
ven duidelijk gemaakt.
Hierna schetste spr. het gevaar van
een bergbestijging; dit is evenwel
niet zoo groot als velen denken,
meestal zijn ongelukken aan roeke
loosheid te wijten. De gevaren schrik
ken evenwel niemand af. Tegen
woordig wordt de bergbestijging al
zeer gemakkelijk gemaakt, doordat
men groote gedeelten per trein kan
afleggen.
De aanleg van deze spoorbanen
wordt mogelijk gemaakt door de toe
passing van electriciteit.
Door middel van lantaarnplaten
werd de aanleg van de Jungfraubaan
in de Alpen duidelijk gemaakt, hoe
men het er zich nu aangenaam kan
maken eenige duizenden meters boven
de aardoppervlakte, te midden van
de sneeuw.
Als tegenstelling hiermede werd de
geschiedenis van de Hollanders in
Nova-Zembla vertoond, hoe deze zich
daar toen moesten behelpen tijdena