NIEUWE KOPPELMETHODE
VOOR AUTOMOBIELEN.
Wat inoet men doen om'
by stem£te*ziju.
Een statistiek, van tijd tot tijd ge-
gegeven, bewijst, dat de middelen,
die door zangeressen en zangers wor
den aangewend om goed bij stem te
zijn, nogal uiteenloopen en meestal
•op suggestie berusten, zooals uit tal
van vroeger aangehaalde voorbeelden
iia gebleken, en ook door de vol
gende wordt bevestigd.
De eerste Norma, mevrouw Pasta,
dronk altijd sterke koffie, om de stem
helder te makenen Malibran dronk
rhum, veel ruhmde tenor De Car
rion, van wien de hooge C in het
„Stretto" van Verdi's „Trovatore" af
komstig is, rookte tusschen iedere
acte eene sigarette. Deed hij dat niet,
,dan kon hij niet zingen. De dezer
dagen overleden Giraldoni, eerst zan-
'ger en later leeraar aan het Conser
vatorium te St. Petersburg, nam al
tijd een peperkorrel in den mond.
Pauline Lucca dronk bier met ge
blutste eieren en mevrouw Trebelli
zorgde altijd voor een fleschje Bor
deaux-wijn in haar kleedkamer. Me
vrouw Vitali, de beroemde vertolkster
van Gilda in Verdi's „Rigoletto", kon
haar hooge tonen het mooist laten
hooren, wanneer zij vooraf een snuif
je had genomen.
Natuurlijk zijn er tal van zangeres
sen en zangers, die allerlei soorten
bonbons en pastilles gebruiken (Mes-
schaert heeft indertijd de pastilles ge
ïntroduceerd, die in onze geheele
zangwereld als „Bazeltjes" bekend
zijn), inhaleeren, gorgelende tenor
Sóntheim gorgelde altijd met cham
pagne en mevrouw Malten, de beken
de Kundry, dronk champagnede
bekende bariton Scheidemantel rookt
in de entre-actes altijd voortdurend
sigaren en pijpen.
Ook zijn er tal van zuiver sug
gestieve middelen, waar de zangers
veel aan hechten. De tenor Von Zur
Mühlen, die herhaaldelijk bij ons op
trad, draagt altijd een hoefijzer bij
zich, dat hij, voor hij gaat zingen,
kust en tegen het voorhoofd drukt.
Terwijl hij zingt, legt hij dat op
den grond en laat er zijn voet op
rusten, doet hij dat niet, dan is hij
er zeker van fiasco te zullen ma
ken
Eens moet (wij meenen te Utrecht)
dat hoefijzer in de zaal zijn achter
gebleven. Midden in den nacht werd,
toen hij zijn verlies bespeurde, alles
in beweging gebracht om er naar
te zoeken, daar hij niet rustig kon
slapen alvorens het weer in zijn be
zit was.
Ernst Possart, die nu wel geen
zanger maar toch een stemvirtuoos
is, vast den geheelen dag en spreekt
bijna niet, wanneer hij des avonds
moet optreden, wat zeker wel het
verstandigste der middelen is. Na
tuurlijk worden ook wel eens allerlei
,,bravour-stukjes" door zangers uitge
haald. Zoo ging een vroeger zeer
bekende tenor, die echter spoedig zijn
stem verloren had, eens een wed
denschap aan, dat hij, even voor hij
in Meijerbeer's „Profeet" als Jan van
Leiden te Breslau zou optreden,twaalf
appelkoeken met slagroom zou eten.
De zanger won de weddenschap, maar
toen hij de eerste hooge Bes moest
geven, kwam er geen hooge Bes,
maar wel appelkoeken met slag
room. („Hbld.")
Tot het belangrijkste en merkwaar
digste op de jongste automobielen
tentoonstelling te Parijs te zien, be
hoorde in de allereerste plaats de
automobieltrein van Renard, kolonel
en chef van een luchtscheepvaartaf-
deeling in 't Fransche leger.
Tot heden werden de automobiel-
treinen welke al sinds enkele jaren
bij 't militair transportwezen alge
meen in gebruik zijn door een
locomotief getrokken, evenals een
f spoortrein.
Dit heeft echter één groot bezwaar.
De locomotief, of de trekkende auto,
moet dan zwaarder zijn dan alle wa
gens, welke hij te trekken heeft. Waar
nu de automobieltreinen vaak ge
bruikt worden ook op landwegen van
slappe bodem-samenstelling, bestond
er tot heden steeds gevaar voor het
in den grond zakken van de trekken
de auto.
Dit is nu door de uitvinding van
Renard ondervangen.
Hij toch gebruikt de automobiel niet
meer als trekkende kracht, maar met
behulp van een as, door de machine
rondbewogen, brengt hij de wielen der
aangekoppelde wagens in beweging.
Onder eiken wagen van den Re-
nardschen trein is een as aangebracht
in den geest als die van een schroef-
boot en deze brengt indien zij rond
gedraaid wordt, de wielen in draaien
de beweging.
Daar nu elke as door een koppel
inrichting aan de as van den voor-
gaanden wagen kan verbonden wor
den en één daarvan aan de as van
de auto, zoo krijgt men ten slotte één
lange as onder alle wagens, die van
uit den motor wordt rondbewogen en
zoo op alle wielen de beweging over
brengt.
Door een ingenieuse, zeer eenvou
dige koppeling worden de wagens bij
het beschrijven van bochten in de
zelfde baan gehouden, zoodat zij niet
kunnen slingeren, en de beschreven
bochten correct zijn.
Dit laatste maakt het besturen zelfs
in nauwe straten tamelijk gemakke
lijk en toen dan ook dezer dagen een
proeftocht ondernomen werd door
Parijs, bracht men een bezoek aan
't Elysée, waar men door de koets
poort de binnenplaats opreed, die
rondtoerde en langs den weg, dien
men gekomen was, weer vertrok.
zijn. Vaak echter blijkt dan, dat men
een half uur en meer van den goe
den weg afgedwaald is.
Met behulp van toortsdragers, die
zich te huur aanbieden, trachten de
meergegoeden thuis te komen, ter
wijl anderen per rijtuig uit den
schouwburg komend, zich genood
zaakt zien met de lantaarn voor het
paard uit te loopen, zoekend naar
den goeden weg.
Dat menigeen bij dat zoeken op zijn
neus terechtkomt, is licht te begrij
pen en buiten de dieven hebben
alle Londenaars een schrik voor hun
speciale
En geen wonder.
Steeds toch gebeuren er min of
meer ernstige ongelukken en ook bij
den laatsten mist kostte een botsing
tusschen twee treinen drie menschen
het leven.
Dezer dagen is Engelands hoofd
stad weer eens bezocht door dien
zwaren, vuilen mist welke alleen dè.ar
voorkomt, en die daarom bij de Lon
denaars als de „Londensche speciale"
bekend en berucht is.
Plotseling valt zoo'n mist over de
wereldstad en brengt er al wat straat
is in verwarring. Een koetsier ver
klaarde dat hij 't was tegen twaalf
's avonds en helder weer plotseling
den mist als een zwarten, vuilen
rookwolk achter zich zag komen aan
rollen.
In zoo'n zwaren, grauwen nevel
waren dan de duizenden en duizen
den rond, zoekend en tastend naar
den weg, tot ze een politieagent vin
den, die hun vertellen kan waar ze
DE MIST TE LONDEN.
SLOT VAN EEN RECRUTENBRIEF.
Lieve ouders, ik moet eindigen,
want ik heb zulke koude voeten, dat
ik de pen niet meer kan vasthouden.
EEN DUUR MIDDEL.
Alles mooi en wel zei de jong
getrouwde man, maar precies weet
je toch niet hoe je vrouw over je
denkt.
Wil je 't absoluut weten? vroeg
de lang-getrouwde man. Dat is heel
gemakkelijk ga morgen maar
eens op 'r nieuwen hoed zitten, dan
weet je 't in' twee minuten
Mevrouw Tip. De huisbaas was
zooeven hier, ik heb hem de huur
maar meègegeven en heb hem onzen
kleinen dot laten zien.
Mijnheer Tip (nog niet wakker van
den slapeloozen nacht doorgebracht
in de omarming van dotje, het zes
maanden oude Wimpie.) Had hem
liever de huur maar laten kijken en
Wim meegegeven.
De meester stelt heel wat be
lang in u, pa.
Hóe zoo?
Wel, toen hij vandaag tot zeven
maal toe had gezegd dat ik moest
gaan zitten en mij stil houden, zei
hij, dat hij benieuwd was eens te
weten wat voor een soort vader ik
had.
OP DE LANDBOUWTENTOON
STELLING.
Landbouwer. Weet u niet of
mijn koe een prijs zal behalen?
Lid der jury. Dat kan ik u niet
zeggen, ik behoor bij de ossen.
EEN NIEUWE OMSCHRIJVING
VAN DEN „PANTOFFEL".
Mijn vrouw is het nooit met mij
eens, en ik ben het nooit eens met
mijn vrouw.
Hoe kunt u dan in vrede leven?
Omdat ik altijd de wijste ben.
NUT VAN DE TELEFOON.
Alleenspraak van een student.
die telefoon is toch een prachtige
uitvinding, in een kwartier kan men
bij tien lui twintig pop te leen vra
gen.
DUIDELIJKE WENK.
Oom. En wat zeggen de men
schen wel van je groote schulden?
Neef. Ze willen het niet geloo-
ven, omdat ik zoo'n rijken oom heb.
DAT WAS MIS.
Joris is een bezoek komen bren
gen bij zijn vrienden, een eindje bui
ten de stad. Hij komt tegen vijf uur
en blijft zitten, in de verwachting
dat men zal eindigen met hem ten
eten te vragen. Maar de uitnoodi-
ging komt niet. Hij doet ten slotte
de vraag
Hoe laat eet u?
Het onverwachte a'ntwoordt luidt
Dadelijk nadat u vertrokken ia I
OMMEKEER.
Joris Jochems had in zijn jeugd al
aanleg voor turner en vegetariër. En
geen klauteroefening was hem te
zwaar om de kostelijkste aller vruch
ten de appejfe te veroveren.
En in zijn jongelingsjaren propa
geerde hij door 't woord alles wat
noodig was tot het verkrijgen van
„Een gezonden geest in een gezond
lichaam".
Toen hij echter verliefd werd en
trouwen wilde, bleek de propaganda
een treurig bestaansmiddel en begon
hij, als meer propagandisten een
kroeg om bij mooie praatjes en
verlokkende toekomstbeelden zijn
heilbegeerige klanten met slechte je
never te vergiftigen.
Zijn mooie praatjes echter bekoor
den de arbeiders, die de kroeg van
den strijder voor hun belangen in
grooten getale bezochten. En de ver
koop van slechte jenever rendeerde
goed, dat merkte de brandkast
's avonds het best I
IN EEN SLAGERS
WINKEL.
Slager. Waarom
koop je geen vleesch
meer van me
Huism. 't Was in
den laatsten tijd zoo
taai, dat men er de
schoenen wel mee kon
verzolen.
Slager (sarcastisch).
Waarom deed je dat
dan niet
Huismoeder (heel be
daard). 'k heb het
geprobeerd, maar ik
kon er geen spijker
doorkrijgen.
Plaagt je vrouw
je dikwijls om geld?
Neendat laat
ze over aan de lui, bij
wie ze iets heeft ge
kocht.
Meester. Welk
nut hebben we van de
koe?
Leerling. Die
wordt gegeten en ge
dronken
Fritsje. Zeg, ma
ma, is ons dat kleine
broertje uit den hemel
gezonden?
Mama. Ja, zeker,
Fritsje.
Fritsje. Hm Dan
wilden ze daar zeker
graag een beetje stilte
hebben
Zoo kon Jochems na enkele
zijn zaak voor goed geld
Hij had al propageerend geno
uit de broodkast in de brandkast
pompt om rustig en lekker te lev
En thans loopt hij rond met zbja(j
wederhelft als een bewijs, dat f\
„behartigen" van de arbeidersbelf1^
gen nevens de propaganda lang njnyt
kwaad is, voor wie en dat
de meeste arbeidersvrienden
eigen belang er niet bij vergeet,
[gen
PICCOLO'S WRAAK.
Voor de oorveeg, die de Obe
heeft gegeven, zal ik me wel
kenAls ik dien heer dadelijl
gebraden haas moet brengen, zt
er een kattenrug bij zetten
Waar blijft toch die halve
die ik al voor een kwartier
heb?
Ja, ziet u, wij wachten
iemand komt, die de andere 1
bestelt. Om één helft kunnen
een kip niet slachten
NIET ZOO BEDOELD.
DE KLEEREN MAKEN DEN MAN.
Zou 't waar zijn, het oude spreek
woord, hetwelk zegt, dat kleeren den
man maken?
De kostelijke satire hierboven van
Caran d'Ache, den onovertroffen
Franschen Karikaturist, doet het
sterk betwijfelen. Niet?
Japan, vijftig jaar geleden een land
als alle andere Oostersche, terend op
een voorbijgegane beschaving, heeft
opeens de banden van sleur en tra
ditie weggeworpen. En in ongeloo-
felijk korten tijd is het naar 't
uiterlijk althans een moderne mo
gendheid geworden.
Maar onder dat mooie moderne
kleed steekt en hoe kan 't, andfern
nog veel van den ouden, half-ba&Qd
baarschen Japanees. Op onze pla^ex
is dat heerlijk getypeerd in wat v< 'oet
Japan thans het zwaarst weegt z on°
modem leger. j*&8
Dat leger is n.l. door Duitsche ol3™
eieren ontwikkeld en naar Duits oov
model ingericht. Nu zegt dan ook oeg
kleine, krombeenige Japansche dwePetr
trotsch tot den Germaanschen reufeni
„Wij hebben denzelfden kleermak^s
hé, kameraad I" D
Hij vergeet echter, dat niet de j 'chi
maar de man-zelf hoofdzaak blijftöat
HeerIs het geen schande
jij, te bedelen?
BedelaarU hebt gelijk, ma
ben helaas zoo weekhartig van
dat ik het niet over mijn hart
verkrijgen, iemand dood te sla ai
zoo'n gezonden en sterken man
te berooven.
ONDER TOONEELSPELERS
En weet u, met hoeveel
sen men mij heeft vereerd
Zeker, ik heb denzelfden
rancier als u