=T NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
lover de zelfstandigheid
j lan den Kiasse-ondsrwijzer.
e Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6321
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 9 FEBRUARI 1904.
MAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PES? H>WE MAANDEN?
Voor Haarlem 1.20
Voor de dorpen to den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland y 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02X
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37>f
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lout ens Coster Directeur J, C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
lonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre.
irlem's Dagblad van
9 Januari berat o. a.
itenlaiidsch Overzicht, Nieuws
Haarlem eu Omstrekeu, lage
leu Stukken, Binuenl., Sport-
Jemengd Nieuws.
(Ingezonden.)
Augustus 1900 is aan den Raad
(jplGenieente Haarlem door de afd.
trlem" van den Bond van Ned.
'wijzers een adres gezonden,
•in zij dit college vroeg „dat bij
lentelijke verordening aan alle
lentescholén in deze gemeente
[Ouden van geregelde schoolver-
7 Iringen worde verplicht gesteld."
kr alle hoofden van scholen te
Ir stede werd het houden van
Bklvergaderingen wenschelijk ge-
L doch zij verzetten zich tegen de
•Jlichtstelling.
Ifelk verschil bestaat er tusschen
joogenaamde vrije schoolvergade-
jen en de verplichte?
j laatste moeten door het hoofd
[jjJ school minstens zooveel malen
^MJaar belegd worden als bij regle-
iruf"~
t is voorgeschreven, moeten door
jeheele personeel worden bezocht
gebonden aan een reglement
'ïeUfcesteld door den Raad of door
iM-fc w.
t O pp vragen wij welk bezwaar kan
dejestaan om een goede instelling te
pmenteeren? De „vrije" schoolver-
iringen blijven achterwege, wan-
bet hoofd der school ze niet uit-
jft, of mislukken, wanneer een
ter of kleiner deel van het perso-
ze niet wil bezoeken. Meer macht
it bij verplichtstelling aan de on-
ijzers niet verleend, want onder
egenwoordige wet op het L. O.
len zij niet anders dan advies
engen.
oit kan het hoofd der school ge-
igen worden een besluit van een
olvergadering, waar hij zich niet
kan vereenigen, uit te voeren
n kan hem bij reglement worden
geschreven de motieven schrifte
meiden, die hem er toe brach-
niet met hpt advies der meerder-
mede te 'gaan. Toch krijgen bij
lichtstelling de onderwijzers eenig
n.l. een beperkt recht van ad-
wil men dat noemen een aan-
ing van de macht der hoofden
scholen, ons goed, maar het Is
aanranding van het gezag,
het bestuur van een land demo-
sch is of wel dat de regeering
st in handen van een despoot, in
gevallen kan het gezag streng
ndhaafd worden. In Amsterdam
voorstel van B. en W. zonder
issie door den Raad tot het in-
•n van verplichte schoolvergado
in besloten, nadat ook de afd.
terdam van de Vereeniging van
den van scholen in Nederland
om had verzocht. Niemand toch
den Amsterdamschen Raad met
n W. incluis, mitsgaders de Hoof-
van Scholen bij genoemde Afd.
resloten voor gezagaanranders
len.
Berlijn heeft de schoolvergade-
beslissende stem in de re
geling der schoolaangelegenheden.
Wij meenen, dat iedereen het met
ons eens zal zijn, dat Pruisische auto
riteiten zeker wel geneigd zullen zijn
het gezag hoog te houden.
Schoolvergaderingen zijn goed. Te
gen de verplichtstelling is niets houd
baars aan te voeren, voor de ver
plichtstelling is alles te zeggen. Ieder
die het goed meent met ons onder
wijs, dient dus ons streven naar ver
plichte schoolvergaderingen te steu
nen.
Of de resultaten van het onderwijs
te Haarlem blijven beneden die te
Groningen, Zutphen, enz., waar de
verplichte schoolvergaderingen wel
bestaan? Dat weten we niet, want er
zijn vele factoren als voldoende school
ruimte, verwisseling van personeel,
enz. enz., die gunstig of schadelijk
op het onderwijs inwerken en zelfs als
men met feiten kon aantoonen, dat
het onderwijs te Groningen slechter
jwas, dan in onze stad, dan zou dat
niet als argument tegen het invoeren
j van verplichte schoolvergaderingen
I kunnen worden aangevoerd, maar
voor ons staat dit vast, dat als het
onderwijs in Groningen, bij ons on
derwijs achterstond, het nog slechter
zou zijn wanneer er geen verplichte
schoolvergaderingen waren.
Hiermede hebben wij niet alle vra
gen beantwoord, die ons gesteld wer-
den, maar hebben we de hoofdzaak
j uiteengezet. Wordt op alle vragen een
antwoord gewenscht, we zullen aan
j dat verlangen volgaarne voldoen. Nu
I willen we alleen nog tot slot aanha-
1 len, wat de heer K. de Vries eertijds,
hoofd der school te Enschedé in het
I „Verslag der Schoolvergaderingen,
gehouden door hei personeel der 2e
O. L. S. te Enschede in het jaar 1898"
schreef
„Aan het einde van dit verslag ge
komen, meen ik het als mijne ern
stige overtuiging te mogen uitspreken
een overtuiging, die, naar ik weet,
door het geheele personeel onzer
school wordt gedeeld dat de school
vergaderingen ook dit jaar weer ten
bate van onze schoolorganisatie, ten
bate van het onderwijs, ten bate ook
van de onderlinge samenwerking en
verstandhouding der leden hebben
gewerkt."
A. KLOK Czn.
Bovenstaand artikel, dat een ant
woord is op ons artikel „Is het on
derwijs in Haarlem in Nood?" wensch-
te de afd. Haarlem van den Bond
van Ned. Onderwijzers liever op deze
plaats, dan als ingezonden stuk in de
gewone rubriek geplaatst te zien.
Aan dat verzoek voldoende, doen
wij opmerken, dat zooals de schrij
ver zelf blijkt te gevoelen onze
i vragen daarin niet alle worden be
antwoord. Wij wezen op de tegen
spraak in de Bondsbrochure aangaan
de despotisme en anarchie in het
schoolbestuur, wij vroegen of inder
daad naar deze brochure deed ver
moeden wegens het ontbreken van
schoolvergaderingen wrijving van
denkbeelden onder de onderwijzers
geheel ontbrakop deze vragen ant
woordt bovenstaand artikel niet.
Daar wij nog een slot-artikel mo
gen verwachten, hopen wij daarin
deze vragen beantwoord te vinden.
REDACTIE.
Boiteiilandsch O verziclit
log is mogelijk! De Japanners heb-|
ben hem gewild God helpe ons
Zoo zal het dan toch tot een oorlog
komen in het
VERRE OOSTEN.
Zooals we reeds opmerkten, lieten de
tijdingen der laatste dagen weinig
hoop meer op een oplossing langs vre-1
delievenden weg en die hoop is nu
nagenoeg geheel verdwenen, nu de j
diplomatieke betrekkingen zijn afge- j
broken.
Het afbreken der diplomatieke be-j
trekkingen werd bekend door een
schrijven der Russische regeering aan
haar gezanten in den vreemde, lui-
dend
„Op bevel van zijn regeering heeft
„de Japansche gezant aan het Keizer
lijk Hof een nota bekend gemaakt,
„waarin der keizerlijke regeering ken-
„nis gegeven wordt van het besluit
„door Japan genomen, om de onder-
handelingen af te breken en daarom
„zijn gezant te St. Petersburg en het
„geheele personeel der Japansche le-
„gatie dadelijk terug te roepen.
„Als gevolg van deze verklaring1:
„heeft het Z. M. den keizer behaagd
„te gelasten, dat de Russische gezant!
„te Tokio en het geheele personeel der
„Russische legatie oogenblikkelijk Ja-j
„pan's hoofdstad zullen verlaten."
Volkomen zeker maakt dit den oor
log nog niet, de mogelijkheid van een
verder onderhandelen bestaat nog,
maar is uiterst gering en zóó wordt er
ook algemeen over gedacht.
De Japansche gezant te Londen gaf
als zijn meening te kennen, dat het
terugroepen der gezanten gelijkstaat
met een oorlogsverklaring.
Hij zeide voorts, dat het Russische
antwoord vergeet te melden, dat Ja
pan kalm drie weken gewacht heeft
op de nota. Gedurende dien tijd haast
te Rusland zich voorbereidselen te ma
ken en troepen te zenden naar de Ko-
reaansche grenzen. Tegenover dit ge
drag hebben wij een ja of een neen
gevraagd. Men kan dus Japan er geen
verwijt van maken, dat het niet lan
ger gewacht heeft.
Uit Tokio seint men
De oorlogsverklaring wordt spoedig
verwacht.
Japan heeft aan de mogendheden
een nota gericht, waarin de feiten
worden behandeld, die geleid hebben
tot het afbreken der onderhandelin
gen.
Het personeel van het Russische ge
zantschap maakt zich gereed te ver
trekken. Een datum hiervoor is even
wel nog niet vastgesteld.
De bevolking is rustig.
En uit St. PetersburgDe bevol
king houdt zich kalm. Er vertoonen
zich slechts weinig menschen op
straat wegens de strenge kou en de
sneeuw.
De aanhangers van den vrede ho
pen dat, wanneer Japan Rusland s
antwoord heeft gelezen, het voldaan!
zal zijn over de groote concessies, die j
Rusland doet.
De Engelsche gezant alhier is belast
met de Japansche belangen.
De bladen geven bulletins uit.
De „Novoje Wremja" zegt, dat Ja-I
pan komedie gespeeld heeft, toen het
nota's wisselde. Het heeft het masker
afgeworpen, zoodra zijn beide oorlogs
bodems, in Italië gekocht. Singapore
bereikt hadden en wachtte niet eens
Rusland's antwoord af.
..Die Aziaten denken er niet aan",
zegt het blad, „de eenvoudigste be
leefdheid in acht te nemen. Het is on
waarschijnlijk, dat de onderhandelin
gen nog in het oneindige zullen voort
gezet worden. Een tusschenkomst is
even onwaarschijnlijk. Alleen de oor-i
Het vechten in Duitsch
ZUID WEST AFRIKA
duurt nog voort. Te Berlijn ontvan
gen berichten melden, dat een com
pagnie van Okahandja over Karibil
waar 200 man al twee weken lagen op
Omaroeroe is losgetrokken en dit den
4en Febr. met stormloop veroverd
heeft. De tegenstand was buitenge
woon heftig. De Duitschers verloren
4 doocfen, 7 vermisten en 13 gewonden.
De vijand leed zwaar. De kompagnie
is nu door den vijand ingesloten en
heeft om 400 man met geschut ge
vraagd ter verlossing. Deze hulptroep,
die dienzelfden dag van Swakopmond
in Windhoek aankwam, werd dadelijk
teruggeroepen naar Omaroeroe. Een
ander gevecht is nog geleverd bij Eka-
neno. De toestand van Omaroeroe ken
schetst de gevaarlijke positie van het
heele Noorden der kolonie. De dooden-
lijst wijst 91 man aan. Vermist over
de 200.
Een officieele bevestiging van dit be
richt moet nog afgewacht worden.
Stadsnieuws.
EEN DOMPERSJIAATREGEL?
In het overzicht van het Raadsver-
slag, dat de heer M. geeft in de Wek
ker lezen wij over de beraadslaging
aangaande het werkliedenreglement
bet navolgende
„De gelegenhe'd om hun stem te
„motiveeren ontnam de Raad hun,
„door de discussie vrij plotseling te
„sluiten. Waartoe deze allerdwaaste
„en zeer bekrompen maatregel dien-
„de, is mij een raadsel. Is 't nu ai
„zoover gekomen, dat de meerderheid
„de minderheid niet eens het recht
„gunt haar standpunt uiteen te zet-
„ten?
„Maar wat voor belabberd volk rijn
„Haarlem's kiezers dan toch dat ze
„zoo'n clubje kruideniers de lakens
„laten uitgeven.
„Eu zelfs Modoo werkte tot deze
„dompersmaatregel mee."
Als men dat nu leest zonder er ver
der bij na te denkeu, dan is het ook
werkelijk een verschrikkelijk geval,
dat de Raad aan medeleden ('t was
er tusschen twee haakjes maar één)
de gelegenheid niet geeft om hun
stem te motiveeren.
Maar als men van de zaak op de
hoogte is, wordt dat heel anders.
De reden waarom de Raad de dis
cussie sloot is zonder twijfel deze ge
weest. dat het Raadslid in quaestie,
de heer Groot reeds meermalen zijn
meening over de hoofdpunten van
het ontwerp geuit had. Uren lang is
over het reglement gediscussieerd.
Het was volkomen overbodig, dat de
heer Groot nog eens kwam verklaren
waarom hij er tegen zou stemmen.
Iedereen wist dat of kon het in de
raadsverslagen nazien.
Er is dan ook geen sprake van, dat
aan de minderheid niet eens het recht
werd gegund haar standpunt uiteen
te zetten. Wat de Raad niet verkoos,
dat was dat de heer Groot nog eens
herhalen zou wat iedereen al lang
wist.
De uitval over „het clubje kruide
niers" raakt dan ook kant noch wal
en de steek op den heer Modoo, die
het sedert hij uit de partij ging in
de Wekker ijselijk „gedaan" schijnt
te hebben, is een steek in de lucht.
Of is de heer M. het niet met ons
eens, dat alle gepraat een einde
moet hebben?
Als hij wil meehelpen aan een goed
werk, laat hij dan in de Wekker ook i
eens aandachtig maken op de keeren,
dat een Raadslid twee- of driemaal
hetzelfde zegt, of herhaalt wat een
ander vóór hem heeft in 't midden
gebracht.
Misschien keeren dan sommige veel
pratende leden tot zichzelven in en
zal er dus meer afgedaan kunnen
worden.
uitvoeringen in de Bron gezien heb*
ben en als natuurlijk gevolg daar
van was het er niet erg gezellig, zoa
dat de Strauss-avond vrij vroeg was
geëindigd.
Als gewoonlijk voerde het strijk
orkest van Haarlemsch Muziekkorps
onder leiding van den heer Ch. P. W.
Kriens op hoogst verdienstelijke wijze
een keurig Strauss-programma uit.
Geen plaats meer
in den Schouwburg.
Zondagavond gaf de dilettanten-
vereeniging ..Melpomene en Thalia"
in den Schouwburg een opvoering
van het bekende tooneelstuk Mottige
Janus".
Ongeveer half tien traden wii de
vestibule van den Schouwburg binnen
om een kijkje te nemen. Eerst naai
de stalles, maar daar waren alle
plaatsen bezet. Dan maar naar het
balcon, maar ook voor niets, maar
nu niet wegens plaatsgebrek. Aan den
ingang werd ons den toegang gewei
gerd door een politieagent, omdat op
ieder balcon slechts 40, zegge veertig
personen mogen plaats nemen, en de
ze waren toen reeds aanwezig.
Nu maar eens in het parterre geke
ken. doch ook daar was alles bezet,
er was geen denken aan om een
plaatsje machtig te worden.
Toen onze nood geklaagd aan den
directeur van den Schouwburg, den
heer Van Gasteren. Tevergeefsals
antwoord kregen wij slechts: „Ikkan
er niets aan doen, mijnheer, de po
litie is hier de baas geworden."
Voor de vereeniging „Melpomene en
Thalia" is dit natuurlijk zeer onaan
genaam geweest. Het zal voor andere
gezelschappen in de toekomst ook nog
wel onpleizierig en onvoordeelig blij
ken te wezen, maar dat behoeft de
eenige maatstaf niet te zijn. De vraag
is in hoofdzaak, of hier een maatre
gel is genomen in het waarachtig be
lang der veiligheid van het publiek.
Wij veronderstellen, dat de autori
teiten gevaar zien in de losse stoelen
op het balcon. Bij paniek gaan de
vluchtende menschen, om zich een
!weg te banen, onmiddellijk de stoe-
len op en over elkander smijten,
j waardoor in een oogenblik een barri
cade is gevormd, die aan anderen
den doorgang belet.
Op andere rangen in den Schouw-
burg zijn, zooals men weet, vaste zit-
i plaatsen. Daar is het aantal plaatsen
dan ook onveranderd gebleven.
j Of onze veronderstelling juist is,
'zal wel spoedig blijken, daar hetrap-
port van den kommandant der brand-
weer, den directeur van openbare
werken en den commissaris van poli-
tie over al de lokalen van openbare
i vermakelijkheid in deze gemeente,
I dezer dagen aan B. en W. wordt in-
cezonden en allicht mededeelingen in
j den Raad tengevolge hebben zal.
Strauss-avond.
Of het kwam, dat Zaterdagavond
een zeer druk bezocht bal werd gege
ven van de heeren Martin in de So
ciëteit „Vereeniging", misschien ook
omdat er te weinig publiciteit aan ge
geven was, zooveel is zeker, dat de
Strauss-avond Zaterdag voor de leden
van het Brongebouw gegeven, weinig
belangstelling genoot. Het bezoek was
buitengewoon gering, zoo slecht als
1 wij dit nog nimmer op één van de
Timmerlieden.
Zondagavond hield de afdeeling
Haarlem van den Algemeenen Neder-
landschen Timmerlieden- en Model
makers-Bond „Door Eendracht Verbe
tering" een gezellige bijeenkomst in
de groote zaal van het Brongebouw.
De vergadering werd geopend door
den Voorzitter, den heer Dijkstra, die
alle aanwezigen hartelijk welkom
heette, den wensch daarbij uitspre
kende, dat allen een gezelligen avond
zouden doorbrengen.
Hierna voerde de heer A. H. Gerhard
van Amsterdam het woord, over het
onderwerp „praten en doen". In een
onderhoudende rede zette spr. uiteen,
dat er tegenwoordig wel veel gepraat
wordt, maar weinig gedaan.
Ten slotte wekte hij op voor een
krachtige vakorganisatie, die ook door
de vrouwen en meisjes gesteund dient
te worden.
Het verdere gedeelte van den avond
werd ingenomen door muziek van de
Vereeniging „Muziek en Vriendschap",
directeur de heer Stricwoldt, welke
laatste ook eenige solo's op de viool
ten beste gaf.
Na de pauze werd een tponeelstukje
opgevoerd, getiteld: ..Een bataljon in
het vuur", hetwelk juist voor timmer
lieden geschreven was. Dit stukje viel
zeer in den smaak der aanwezigen, en
werd door een welverdiend applaus
beloond.
Een geanimeerd bal, onder leiding
van den heer R. Meenhorst, besloot
deze gezellige bijeenkomst.
V. v. V. v. V.
Naar wij vernemen, heeft de Ver
eeniging voor Verbetering van Vrou-
wenkleeding, afd. Haarlem, voor de
zen winter mej. \Y. den Berger, uit
's-Gravenhage, uitgenoodigd eene le
zing te komen houden, welke, zooals
uit de advertentie blijken zal. Woens
dag aanstaande in het gebouw van
den Protestantenbond, plaats zal heb
ben. Mej. Den Berger is leerares in
méthodisch spreken en long-gymnas-
tiek. Voor het eerste is zij aan liet
Conservatorium aangesteld. Maar
vooral ook met long-gymnastiek had
zij veel succes, bij de behandeling
van asthmatici, die door het aanlee-
ren van een krachtiger, regelmatiger
ademhaling, hunne kwaal leerden be
strijden en meestal overwinnen.
Maar ook voor zwakke en bloed-
arme gestellen wordt ademhalings-
gymnastiek toegepast, hierdoor kwam
zij tot de overtuiging, dat een niet-
knellende kleeding en gelijkmatige be
dekking een eerste vereischte was,
zóó zelfs, dat zij een haver onvermo
gende patiënten een geheel reform-
uitzet bezorgde, in staat hiertoe ge
steld door de financieele hulp van
H. M. de Koningin-Moeder.
Mej. Den Bergers onderwerp is:
„Spreken en ademhalen".
De V. v. V. v. V„ die hygiëne in
het algemeen voorstaat, deed, ons
inziens, een goed werk, ons in de
gelegenheid te stellen iets te hooren
over een zoo belangrijk onderwerp.
Men zie verder achterstaande ad
vertentie.
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
E. VON WERNER.
leciaal bewerkt voor
Haablem's Dagblad.
ylvia ging alleen verder, zij volg
den loop van de beek, waarlangs
soort van jagerspad liep, anders
het ook niet mogelijk geweest zijn
weg te vinden tusschen deze zee
steenen en rotsen, die uit den bo-
1 schenen op teschieten. Die stee
waren ook sinds eeuwen met den
nd saS ingegroeid, mos en andere
iten hadden zich er op vastge-
at, daartusschen groeiden kleine
neboompjes, maar toch lag op het
eel nog de stempel van eenzaam-
d en verwoesting, die na de berg-
rting hier was ingetreden, toen al-
wat leven had, hier begraven
pJ.
oen was ook zeker de sage ont-
an. die ieder kind in de Raansda-
bergen kende, en die op het volk
altijd nog een diepen indruk maakte.
Ook Sylvia kenae haar, prins Alfred j
had ze gisteren uitvoerig verteld. Isdal
was in lang vervlogen tijd een
bloeiend Alpendal geweest met groene
weiden, mooie bosschen en talrijke wo- J
ningen, het rijkste en schoonste uit j
den geheelen omtrek, want hun be- j
schermer was d^eweldige God Thor,
die alle vijandelijke machten verre j
hield. In dit dal was in de grijze oud- j
heid een offerplaats, die aan hem ge-
wijd was, en daar riep men hem aan
om bescherming en zegen te krijgen.
Toen kwam het Christendom in het
land en de oude goden moesten voor
het nieuwe geloof wijken. De tempels
en offersteenen werden afgebroken, de
heilige boomen geveld en in plaats
daarvan werd een kruis opgericht.
Ook voor de Raansdaler bergen kwam
de tijd, dat vreemde priesters er het
evangelie verkondigden. Toen werd
ook hier het heiligdom van Thor ver
nietigd en het volk gaf toe en boog
zich voor het teeken des Verlossers.
Maar de oude, Noorsche God, wiens
tijd en macht nu voorbij is, nam
wraak op de menschen, die hem in den
steek lieten, en op de plaats, die in
't vervolg een ander geloof zou dienen.
De donder rolde, de bliksem flitste on
de hoogste der bergen er om heen
stortte neer vernietigd door de mach
tige hand van Thor. Door de neer
stortende rotsmassa's werd alles, wat
leefde, begraven, niets ontkwam aan
de verwoesting, bosschen en weiden
gingen voor eeuwig ten onder. En toen
kwamen de geesten der nevelen, die
nu door geen beschermgod meer ge
weerd werden en namen bezit van
het verlaten dal, waar alleen nog
dood en verwoesting huisden. De eens
met bosschen begroeide bergen ver
stijfden tot ijs en in de spleten en
kloven nestelden zich de wolken,
daar waar eens de hoogste bergtop
zich verheven had schemerde nu een
wit sneeuwveld, en daaruit kwam een
wilde gletscherstroom de Raan, dia
zich over den rand stortte en dan
schuimend en spattend zijn wegnaar
beneden zocht om eindelijk bij Raans-
dal in het Fjord uit te monden.
Op de plek echter, waar eens de
offerplaats van den Dondergod had
gestaan, stond nu een reusachtig rots
gevaarte als een gedenkteeken en
daarop stonden de runen, die nie
mand ontcijferen kon. Thor zelf had
ze er in gegrift, toen hij voor altijd
moest wijken van zijn heiligdom en
het dal met zijn met ijs bezette hoog
ten heette voortaan in den mond van
het volk het Isdal.
Het was een sombere sage, eigen
lijk hadden de Noorsche sagen alle
maal zoo iets sombers en zwaarmoe
digs en dat was volstrekt niet naar
den smaak der jonge dame, die eigen
lijk alleen uit nieuwsgierigheid hier
kwam.
Sylvia had gisteren zonder veel be
langstelling toegeluisterdhier eerst
in deze omgeving scheen zij zich van
het dreigende, het geheimzinnige van
het oude sprookje, bewust te worden.
Sassenburg had gelijk, schoon was
Isdal niet, maar overweldigend. Hoe
verder zij er binnenging, hoe meer
scheen zij ten prooi aan een beklemd
gevoel.
Het stijgen langs de gletscherbeek
was niet geschikt voor verwende voe
ten en het was ook niet geheel zon
der gevaar, want het water schuimde
dikwijls tot aan den rand, een mis
stap kon gevaarlijk worden. De jonge
dame bekommerde zich daar in 't ge
heel niet aan, maar ging zonder vrees
verder. Plotseling echter bleef zij ver
rast staan, want zij was niet alleen
in deze eenzaamheid, zooals zij ge
meend had.
Een paar honderd schreden verder
i stond een man in jachtcostuum met
den rug naar haar toe. Misschien een
jager op den loer, omdat hij zoo on
bewegelijk op zijn plaats bleef, maar
hij stond zoo vrij en van alle kanten
onbedekt en nu merkte Sylvia ook op,
dat hij het geweer over den schouder
droeg. Reeds bij den eersten aanblik
was haar zijn hooge gestalte opge
vallen, die had iets bekends en onder
den hoed kwam dicht, blond haar te
voorschijn er was geen twijfel aan,
het was de Noorsche berenneef
Bernard stond op zij van het pad,
aan den voet van een rots, waar iets
zijn blik scheen te boeien. Hij hoorde
den lichten tred der naderende, niet
door het bruisen van het water, tot
dat zij vlak achter hem stond en zijn
naam noemde.
Bernard I
Hij schrok op bij dat zachte roepen,
maar er verliepen nog eenige secon
den, vóór hij zich langzaam en aar
zelend omwendde en daarbij droeg
zijn gelaat een vreemde uitdrukking.
Iets als een geheim verdriet was er
op te lezen, dat eerst verdween, toen
hij zijn jonge nicht herkende.
Ben jij het Sylvia riep hij
verrast, maar met een diepen zucht.
Doe ik je schrikken, je kijkt, of
een booze geest je heeft geroepen
spotte zij. Dacht je, dat er een spook
achter je stond? Ik zou het haast ver
onderstellen.
Bernard had zich al weer hersteld,
maar hij ging niet op die spotternij
in.
Hoe kom je in Isdal? vroeg hij
verbaasd. En ben je hier alleen?
Neen, niet heelemaal, daarboven
zit een jager uit Alfheim, die mij
hierheen gebracht heeft. Ik wilde lie
ver alleen naar den waterval, of
eigenlijk naar den runensteen uit de
sage O, daar is hij, ik herken hem
uit de beschrijving.
Toevallig was haar oog op de rotsen
gevallen, aan welks voet zij samen
stonden. Het was ook een der brok
ken van de bergstorting, maar het
stond rechtop als een gedenkteeken,
het stak boven alle andere uit en was
evenals die afgebrokkeld en vol klo
ven, waarin mos groeide. Slechts aan
den vóórkant was een gladde opper
vlakte en op het donkere, verweerde
gesteente slingerden zich allerlei
vreemde lijnen en teekens het oude,
geheimzinnige runenschrift.
Prins Alfred heeft mij gisteren
de sage van Isdal verteld, ging Syl
via voort, terwijl zij dichterbij kwam,
om de teekens te bekijken. Jij kent
haar natuurlijk ook?
Ja zeker, zei hij vluchtig. Ér
bestaat hier een overvloed van sagen
met betrekking tot de zee en de ber
gen maar je was immers van plan
naar den waterval te gaan. Kom, ik
zal je er heen brengen.
Zoo straks, eerst moet ik dat
souvenir aan Thor eens goed bekijken.
Is het waar, dat de sleutel tot deze
runen nog altijd niet gevonden is?
Bernard trok onverschillig de schou
ders op.
(wordt vervolgd.)