UIT TOKIO.
MOPPENTROMMEL.
MEN MIDDEL.
Twee zusters, dia in aen zalfde huia
woonden, hadden zuigelingen van
denzelfden leeftijd, die zoozeer op
elkaar geleken, dat de moeders niet
in staat waren hen van elkaar te
onderscheiden wanneer zij bijeen
waren.
Op zekeren kear gebeurde het, dat
de kinderen door de onachtzaamheid
der kindermeisjes werden verward
en nu verlangde de vader van een
der kinderen absoluut te weten hoa
da moeders zeker konden zijn elk
haar eigen kind ta hebben terugge
kregen.
Men wendde zich tot een beroemd
advocaat en deze zeide rr- Maar
misschien zijn de kinderen in het ge
heel niet verwisseld?
O, stellig zijn zij dat
Ban je daar zeker van?
De vader beweerde er zeker van te
zijn.
Wel, als dat zoo is, zeide de ad
vocaat leukweg, dan zie ik niet de
minste moeielijkheid in deze zaak.
Waarom verruil je ze dan niet dood
eenvoudig weer?
bet eerst het oorlogspad betreden;
zijn vloot viel de Russische aan en
wacht nu buiten de haven van Port
Arthur, tot de tegenstander deze zal
verlaten. Maar de Rus geeft er blijk
baar de voorkeur aan, zich te land
geheel gereed te maken. Is hij een
maal zoo vèr, dan zal liet de vraag
zijn of de Japannees nog noodig zal
hebben met een uittartend gebaar te
zeggen „Kom nu eens bier
Is het wonder, dat onder de tegen
woordige omstandigheden de humo
ristische teekenaar zijn stof gezocht
heeft bij de twee strijdende mogend
heden, Rusland en Japan?
De kleine, voortvarende Japannees
danst al op de koord of liever den
bamboes en tart den Russischen beer
zijn voorbeeld te volgen. Maar dat
gaat voor het logge dier zoo gemak
kelijk niet. Zooals we weten, heeft
ook in de werkelijkheid de Japannees
DE NOORDENWIND.
Ze zaten aan tafel.
De kleine Tom, die graag alle din
gen grondig onderzoekt, beschouwde
aandachtig den neus van zijn oom
Zeeman, en vroeg opeens
Oom, waarom is uw neus zoo
rood?
Hm, zeide Oom, wien de vraag
niet bijzonder beviel dat komt van
den scherpen Noordenwind. Maar je
moet niet zooveel vragenschenk
mij liever wat te drinken in.
Heel, graag Oom, zei Tom en
strekte de hand uit naar de flesch,
welken Noordenwind wilt u heb
ben, witten of rooden?
Hij liep «rin.
Mevrouw Maier had, naar zij meen
de, behoefte aan een nieuwen hoed en
eene veeren boa. Dikwijls sprak zij
er met haren man over, doch hij had
allerlei uitvluchten. Op zekeren dag
zei mevr. Maier tot haren echt
vriend „Beste man, ik heb er nog
eens over nagedacht„Met een hoed
kan ik desnoods nog wachten, maar
ik heb niets om mijn hals een vee-
ren boa moet ik hebben."
„Nu ja", antwoordde meneer Maier
om eindelijk eens met rust te worden
gelaten, 't is eigenlijk waarWeet
je wat kindje? Ik passeer straks toch
den winkel van X. ik ken den man
en ik geloof dat hij mij goed zal be
handelen. Ik breng je van avond
eene keus mede Meneer kreeg een
zoen en vertrok. Zijn vrouw echter
dacht over de zaak na en redeneerde:
„Mijn kindje heeft hij gezegd
wanneer hij dat zegt, voert hij wat
in zijn schild
„Meneer Maier zocht in den winkel
van X. twee boa's uit, een goedkoope
en eene, die nogal duur was; hij
verwisselde evenwel de papiertjes met
de prijzen, alvorens hij het begeerde i
aap zijn vrouw ter keuze voorlegde.
Lang vergeleek mevrouw Maier cie
beide boa's. „De keus kan je toch niet
moeilijk vallen", meende haar echt
genoot met zijn liefste lachjè. „Ze
ker niet," zeide zij, „en toch zal ze
jou verwonderen. Hoor maar eens.
Vandaag was mijn vriendin, mevr.
Muller, bij mij op bezoek, en wel met
een splinternieuwen hoed. En welk
een hoedIk kan nu onmogelijk
meer met mijn ouden hoed uitgaan,
de menschen zouden me eenvoudig
uitlachen. Weet je wat? Ik neem de j
goedkoope boa. Het prijsverschil laat
toe dat ik een nog mooieren hoed
koop dan mevr. Muller heeft. Die zal
Ik ergeren.
Onnoodig te zeggen dat meneer
Maier verbluft stond.
Heer. Zeg eens
besteller, kan men
hier met zijne
dochters in dit
eenvoudige restau
rant gaan?
Besteller. Zeker,
mijnheer.
Heer. Maar ik
behoor tot denaan-
zienlijken stand.
Besteller. Och,
dat merkt immers
niemand mijn
heer
laire godheid gewijd. Talrijk zijn de
bezoekers en de handige kooplui trek
ken daar profijt van. Met hun gedoe
groepeeren zij zich langs den weg en
maken vaak goede zaken onder de
talrijke tempelgangers.
Onder links is dP gids van het
keizerlijk hotel, die door zijn eigen
aardig hoofddeksel de aandacht trekt,
terwijl het derde plaatje een kijkje
^-eeft in een park, waar bronzen go
den plechtig pralen in een lijst van
groen, en waar de dartele jeugd een
prettig contrast vormt met den bron
zen godenernst.
Al is Japan in vele opzichten ge
moderniseerd, het Europeesche stem
pel is nog alleen gedrukt op de offi
cieels kringen, en zelfs Tokio, de
hoofdstad, heeft haar eigenaardig
Oostersch karakter behouden.
De schilderachtige Japansche klee-
dij past volkomen bij de decoratieve
architectuur der huizen en tempels,
en deze weer zijn schitterend omlijst
door de rijke tuinen, want als tui
niers zijn de Japanners ongeëvenaard.
Onze plaat geeft Tokiosche straat
toneeltjes.
Het bovenste geeft een in een park
gelegen tempel te zien, aan een popu
ANTIEK.
Jan, gymnasiast, kan zijn atlas
niet vinden. Zijn tante wil de hare
voor hem halen, die zij onder andere
herinneringen aan haar lang vervlo
gen jeugd, zorgvuldig bewaard heeft.
„Ja maar, tante", zegt de aspirant
student, staat daar Amerika al in?
Redenaar. Mij-
neheeren, de posi
tieve electrische
stroom staat in
verhouding tot de
negatieve, als.een
postwissel tot 'n
dwangbevel
Nu bluf je, of je bent een uitzo
dering. mis
Neen, mijnheer, de uitzonderi no
gen hier, dat zijn Indianen, die onl sc^
schaafd gebleven zijn. j,oe
'T WAS EEN KOOPJE!
de
Het is hekend, dat juffrouw Pepe
man er steeds op uit is om afi j-
pingelen.
Gisteren is haar huishouden ve _.j
meerderd met eentweeling. ®ei
De kleine Jan, wien de twee zusji we
getoond werden riep uitm3
Twee te gelijkDat zal wel ee we
koopje zijn!
In Londen heeft de zich als wereld
kampioen onbestreden handhavende
Rus George Hackenschmidt dezer da
gen weer eens een zijner geduchtste
tegenstanders in ongeloofelijk korten
tijd gelegd.
Er was n.l. een kamp uitgeschreven
tusschen den Russischen wereldkam
pioen en den geduchten en gevrees-
den Turk Ahmed Madrali, een worste
laar grooter en sterker maar minder
vlug dan Hackenschmidt.
Duizenden toeschouwers vulden het
„Palace-theatre", waar de wedkamp
plaats vond.
Nadat de beide kampioenen
waarvan de Rus favoriet was ondanks
het hartelijk applaus ook voor Ma
drali in dé arena getreden waren,
werd bekend gemaakt, dat alleen dan
de beslissing viel, wanneer een der
strijders zijn tegenstander met beide
schouders op den grond drukte, niei
wanneer door rollen of zoo, toevallig
beide schouders den grond raakten.
Spoedig ving toen een strijd aan efl
bij het eerste aangrijpen, leek het o!
de Rus in Madrali zijn meester had
gevonden.
Hij wist echter los te komen en toen
zij elkaar weer aangrepen was Hae
kenschmidt Madrali de baas door zijn
vlugheid. Voor eigenlijk het publiel
goed wist wat er gebeurde had hij
zijn tegenstander gelegd, onder da
verend applaus. Slechts 44 seconden
had de strijd geduurd.
Het bleek echter, dat Madrali's arm
ontwricht was, zoodat binnen niet al
te langen tijd voor zijn dokters
moet de Turk zes acht weken rusl
houden éen nieuwe kamp tusschen
de beide reuzen zal worden gestreden.
DE VLIEGER ALS ORAKEL
Uit allerlei alledaagsche dingen als
koffiedik, eieren .speelkaarten, enz.,
weet men in Europa den mensch zijn
al of niet gelukkig toekomstig lot te
voorspellen.
De Moorsche meisjes in Noord-Afri-
ka houden er een andere manier op
na, om de toekomst te ontraadselen.
Zij laten daardoor vliegers op en i
komen deze heelhuids uit de lucht